HOOFDSTUK 1. Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "HOOFDSTUK 1. Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa?"

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 1 Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa? Leen d Haenens en Sofie Vandoninck Digitale geletterdheid: wat is het en waarmee hangt het samen? Niet alle jongeren blijken even vlotte en vaardige internetgebruikers. Leeftijdsverschillen worden gewoonlijk gezien als lineair: met de jaren vertonen kinderen en jongeren de neiging om meer online risico s en kansen op te zoeken. Verschillen qua geslacht, socio-economische afkomst en opleiding worden doorgaans gezien als sterk, maar zijn niet altijd even duidelijk voorspelbaar (Wartella, O Keefe & Scantlin, 2000; Weiser, 2000). Kinderen uit gegoede gezinnen en meer jongens dan meisjes beschikken over meer online toegangsmogelijkheden, gaan ook vaker online, en weten meer voordeel te halen uit de kansen hun geboden via het internet (Livingstone & Helsper, 2007). Digitale of internetgeletterdheid van jongeren verwijst, conform aan het begrip mediageletterdheid, naar de mate waarin ze in staat zijn om informatie- en communicatietechnologie in te zetten voor informatieverzameling, ontspanning, communicatie, creatieve uitingen en actief burgerschap (Livingstone, 2008; Buckingham, 2003). De mate van internetgebruik, het gebruik van diverse online toepassingen en zelf ingeschatte internetvaardigheden zijn indicatoren van digitale geletterdheid. Onderzoek naar digitale geletterdheid bij jongeren is nog relatief schaars (Peter & Valkenburg, 2006). Het gebrek aan aandacht voor de digitale verschillen tussen kinderen en jongeren vindt zijn oorsprong in de optimistische retoriek die Tapscott (1998) en andere auteurs rond de zgn. digitale, technofiele jongerengeneratie in haar geheel hebben opgehangen. Hierbij wordt technofilie doorgaans geassocieerd met creativiteit en spontaniteit, terwijl technofobie gelijkstaat aan conservatisme en gebrek aan flexibiliteit. Dergelijke visie staat in schril contrast met empirisch onderzoek waaruit een grote mate van differentiatie in ICT-gebruik en -vaardigheden bij kinderen en jongeren blijkt, zelfs bij een soortgelijke mate van materiële toegang tot ICT. Kortom, het internet opereert dus niet zoals verhoopt als een gelijkschakelende factor tussen kinderen en jongeren met een verschillende achtergrond (Norris, 2001; Van Dijk, 2005).

2 Naast socio-demografische kenmerken spelen ook psychologische factoren (bijv. zelfbeeld, risicobeleving) een rol in het niveau van digitale geletterdheid (Broos & Roe, 2006; Eastin & LaRose, 2000). Inmiddels is gebleken dat de binaire definitie van de digitale kloof (nl. men is in- of uitgesloten ) een heilloze weg is. Veel zinvoller is het om de gradaties van digitale inclusie in kaart te brengen langs een continuüm van basisgebruikers tot meer gesofistikeerde gebruikers. In dit licht is de zgn. ladder of online opportunities (ladder van online kansen) van Livingstone en Helsper (2007) een nuttig analytisch instrument om de breedte en diepte van het gebruik van digitale technologie in kaart te brengen. Een hogere positie op deze digitale ladder geeft een hogere graad van digitale geletterdheid aan. Jongeren die hoog scoren op digitale geletterdheid maken meer gebruik van online kansen, en komen daardoor ook vaker in contact met online risico s. Risico s zijn als het ware onvermijdelijk wil men zichzelf ontwikkelen tot een vaardige internetgebruiker. Beleidsmakers en opvoeders balanceren voortdurend tussen enerzijds het willen beschermen van kinderen tegen ongewenste inhouden, en anderzijds het respecteren van de autonomie, privacy en vrijheid van het kind. In het licht daarvan is het cruciaal om jongeren strategieën bij te brengen die hen helpen om met deze online risico s om te gaan (zgn. coping-strategieën) om de mogelijk schadelijke impact ervan te beperken (Livingstone & Helsper, 2009; Staksrud & Livingstone, 2009). Jongeren worden aangemoedigd om gebruik te maken van het internet en worden erop gewezen dat digitale vaardigheden essentieel zijn om hun weg te vinden in de informatiemaatschappij. Een intensiever gebruikspatroon betekent onvermijdelijk ook meer blootstelling aan risico s, en het zijn die risico s waar overheden, scholen, ouders en andere betrokkenen zich zorgen over maken. Het heeft geen zin om deze online risico s te negeren of al te sterk te minimaliseren. Restrictief optreden biedt evenmin de gewenste impact omdat jongeren zich niet steeds houden aan opgelegde restricties en omdat dit meteen ook een domper betekent op de online kansen waar jongeren gebruik van kunnen maken (Staksrud & Livingstone, 2009). Het is zinvoller om jongeren te ondersteunen zodat ze stevig in hun schoenen staan wanneer ze op de digitale snelweg navigeren en in staat zijn om online risico s op een gepaste manier het hoofd te bieden. Overheden en industrie kunnen hiertoe zelfreguleringsmechanismen introduceren, en ouders, leerkrachten en andere opvoeders kunnen kinderen de nodige ondersteuning bieden bij de ontwikkeling van gepaste strategieën om met online risico s om te gaan (Staksrud & Livingstone, 2009). Interventiestrategieën van ouders dragen ook bij tot de ontwikkeling van het internetgebruik van hun kroost. Onderzoek wijst uit dat ouders die zelf vaak gebruik maken van het internet en hoog scoren qua digitale vaardigheid, ook meer mediëren in het internetgebruik van hun kinderen. Ouders verkiezen doorgaans sociale interventie zoals praten over internetgebruik en samen achter de computer zitten boven louter restrictieve vormen van inmenging zoals een verbod om bepaalde

3 toepassingen te gebruiken of het installeren van filtering- of monitoring-software (Livingstone & Helsper, 2008; Livingstone & Bober, 2006). Wat tot dusver is gebleken uit onderzoek rond digitale geletterdheid Hieronder volgt een beperkte selectie van recent onderzoek naar digitale geletterdheid. De leeftijd van de onderzochte kinderen en jongeren verschilt; en leeftijd is, zoals eerder bleek, een sterk voorspellende factor voor digitale geletterdheid. In Europa In de meeste Europese landen weet de meerderheid van de kinderen het educatieve en informatieve potentieel van online toepassingen te benutten (Europese Commissie, 2006). Op het vlak van amusement, sociale netwerken en het delen van ervaringen met anderen, maken kinderen gebruik van de mogelijkheden die het internet biedt. Als het echter gaat om complexe toepassingen waarbij van de gebruiker actieve participatie en creativiteit wordt verwacht, blijkt dat veel kinderen hier (nog) niet aan toe komen (Livingstone & Helsper, 2007). Het exploreren van de kansen die het internet te bieden heeft, hangt onvermijdelijk samen met de blootstelling aan online risico s (Livingstone & Helsper, 2009): jongens (9- tot 14-jarigen) zien virussen als het grootste online risico; meisjes daarentegen beschouwen chatten met een onbekende contactpersoon als het belangrijkste gevaar op internet. Andere internetrisico s die jongeren vermelden zijn open chatboxen, persoonlijke informatie online plaatsen en contact hebben met onbekenden (Europese Commissie, 2006). In België/Vlaanderen In vergelijking met de andere EU-landen, kan in België het internetgebruik van kinderen en jongeren beschouwd worden als gemiddeld (tussen 65% en 85%) (Tsatsou, Pruulmann-Vengerfeldt & Murru, 2009). Ook wat betreft blootstelling aan diverse internetrisico s neemt België een middenpositie in (Hasebrink, Livingstone & Haddon, 2008). Ongeveer één op zes van de Vlaamse 9- tot 12-jarigen heeft zich ooit bedreigd gevoeld online, en 40% is reeds in contact gekomen met risicovolle online inhoud, d.w.z. choquerende, gewelddadige, seksuele of racistische teksten of (video)beelden (Valcke, Schellens, Van Keer & Gerarts, 2005). In België wordt er voornamelijk binnenshuis gesurft, en Belgische ouders zijn vaker online dan gemiddeld (Europese Commissie, 2006). Volgens vergelijkend Europees onderzoek uit 2008, surft 71% van de Belgische kinderen op het internet (Europese Commissie, 2008). In Vlaanderen maakt 86% van de 9- tot 12-jarigen en 96% van de 13- tot 18- jarigen gebruik van het internet (Vandercammen, 2006). Vanaf hun elfde jaar gaan jongeren dagelijks het internet op. Jongens gebruiken het internet gemiddeld negen keer per week, meisjes gemiddeld zes keer per week (Vandercammen, 2006). Opmerkelijk is de rol van het zelfbeeld die zich kenmerkt door een curvilineair patroon. Het zijn enerzijds de jongeren (15- tot 19-jarigen) met een laag

4 zelfbeeld en anderzijds de zeer zelfverzekerde tieners die vaker in contact komen met online risico s. Jongeren met veel zelfvertrouwen maken vaker gebruik van internet om nieuwe dingen te ontdekken en ervaren meer blootstelling aan risicovolle inhoud. Mogelijk hebben deze jongeren sterker de behoefte om zichzelf uit te dagen door zich bloot te stellen aan potentieel choquerende inhouden (Vandoninck, d Haenens & Donoso Navarrete, 2010). De mate van zelfvertrouwen ligt hoger bij jongens en leerlingen uit het technisch onderwijs: zij blijken ook actiever bezig te zijn met het internet en zijn vaker blootgesteld aan internetrisico s dan meisjes en leerlingen uit andere richtingen. Ouders doen er daarom goed aan te investeren in een vertrouwensrelatie met hun opgroeiende tieners: tieners met een goede ouderband zijn immers minder actief qua gebruik van entertainmenttoepassingen, komen minder in contact met risicovolle inhouden en gaan minder over tot het leggen van nieuwe contacten via internet (Vandoninck e.a., 2010). Vlaamse tieners (15- tot 19-jarigen) uit minder gegoede milieus en leerlingen uit het beroepsonderwijs gebruiken technologie het minst ter instandhouding of bevordering van hun sociale contacten. Dus tieners met geringere mogelijkheden qua sociaal kapitaal en beperkte studeercapaciteiten maken naar verhouding nog het minst gebruik van technologie om contacten te leggen. Toch blijkt dat kinderen van laagopgeleide ouders meer blootstelling aan potentieel risicovolle inhouden ervaren. In tegenstelling tot de algemene trend, lijkt in minder gegoede gezinnen laag internetgebruik bovendien samen te gaan met hoge risico s. Laagopgeleide ouders zijn vaak minder vertrouwd met computers en internet, hetgeen kan leiden tot meer onzekerheid inzake regulering en begeleiding van het internetgebruik van hun kinderen en tot een onderschatting van de online risico s waarmee hun kinderen mogelijk worden geconfronteerd (Vandoninck e.a., 2010). Onderzoeksdoel en -vragen Het doel van dit hoofdstuk is, om op basis van onderzoeksdata verzameld in het kader van EU Kids Online (2010) een algemeen beeld te schetsen van het online gedrag van Europese en vervolgens Belgische 9- tot 16-jarigen. We vestigen speciaal de aandacht op hun risicovolle online activiteiten: nl. hoe gaan ze hiermee om en welke factoren zijn hierop van invloed? Ten eerste gaan we na hoe digitaal vaardig jongeren zijn in Europa en meer specifiek in België, en welke socio-demografische kenmerken de mate van digitale vaardigheid voorspellen. Ten tweede onderzoeken we in welke mate jongeren in Europa en België ervaring hebben met online risico s zoals seksuele beelden, cyberpesten, sexting en contacten met onbekenden, en welke jongeren het meest vatbaar zijn voor blootstelling aan deze online risico s. Tot slot brengen we in kaart welke strategieën jongeren hanteren wanneer ze geconfronteerd worden met online risico s en welke invloed ouders hierop

5 kunnen hebben. Concreet stellen we de volgende drie onderzoeksvragen voor de Europese en vervolgens de Belgische kinderen en jongeren: OV 1: OV 2: OV 3: Hoe is het gesteld met de digitale geletterdheid van Europese en Belgische kinderen en jongeren (9-16 jaar)? In welke mate komen Europese en Belgische kinderen en jongeren online in aanraking met seksuele beelden, cyberpesten, sexting, contacten met onbekenden, risicovolle inhouden en misbruik van persoonlijke gegevens? Welke coping-strategieën leggen Europese en Belgische jongeren aan de dag na een negatieve ervaring op het internet? Beïnvloedt de interventiestijl van de ouders de copingstrategieën van de jongeren na blootstelling aan online risico s? Schematisch (Figuur 1.1) voorgesteld is dit onderzoek als volgt te situeren: Figuur 1.1: Het onderzoeksmodel Demografisch Psychologisch Gebruik Activiteiten Risico factoren Schade of coping INDIVIDU Ouders School Vrienden SOCIALE CONTEXT socioeconomische status wetten en regelgeving technologische infrastructuur onderwijssysteem culturele waarden LAND/CULTUUR Europese kinderen en jongeren: hun digitale geletterdheid als ruimere context Internetgebruik is ontegensprekelijk een integraal onderdeel geworden van de dagelijkse leefwereld van Europese kinderen en jongeren. Van de 9- tot 16-jarigen gaan 93% minstens eenmaal per week online, terwijl 60% van de Europese kinderen en jongeren (bijna) dagelijks online gaan. Over het algemeen gaat een derde van de 9- tot 10-jarigen die het internet gebruiken dagelijks online. Dit aantal loopt op tot 80% onder de 15- tot 16-jarigen. Internetgebruik thuis (87%) komt het vaakst

6 voor, gevolgd door online gebruik in de schoolcontext (63%). Internettoegang diversifieert echter: de helft (49%) gaat online vanuit de slaapkamer en een derde (31%) via hun mobieltje. De leeftijd waarop kinderen voor het eerst online gaan, wordt steeds jonger: de gemiddelde leeftijd voor het eerste internetgebruik is zeven jaar in Denemarken en Zweden, en acht jaar in verschillende andere Scandinavische landen. Kinderen en jongeren gaan online voor diverse toepassingen: 9- tot 16-jarigen gebruiken het internet voor schoolwerk (85%), het spelen van games (83%), het kijken naar videoclips (76%) en instant messaging (62%). Minder frequente toepassingen bestaan uit het online plaatsen van beelden (39%) of boodschappen (31%) om te delen met anderen, een webcam te gebruiken (31%), bestanden te delen met andere gebruikers (18%) of om een blog bij te houden (11%). Van de 9- tot 16-jarigen heeft 59% een sociaal netwerkprofiel. Naarmate men ouder wordt, stijgt het aantal sociaal netwerkgebruikers exponentieel (49% van de 11- tot 12-jarigen; 73% van de 13- tot 14-jarigen; 82% van de 15- tot 16-jarigen). Sociale netwerken zijn het populairst in Nederland (80%), Litouwen (76%) en Denemarken (75%), en het minst populair in Roemenië (46%), Turkije (49%) en Duitsland (51%). Onder de gebruikers van sociale netwerken heeft ongeveer één op vier (27%) een publiek profiel: dit aantal ligt beduidend hoger in Hongarije (55%), Turkije (46%) en Roemenië (44%). Verder houdt 44% het op een privéprofiel zodat enkel hun vrienden dit kunnen zien, en geeft 29% aan dat hun profiel gedeeltelijk privé is zodat vrienden van vrienden dit kunnen zien. Eén op drie (29%) jongeren heeft meer dan 100 contacten, hoewel nog steeds 20% slechts tien contacten of minder heeft. Kijken we naar de digitale vaardigheid van 11- tot 16-jarigen, dan geeft meer dan één op vier in Europa (43%) aan beduidend meer over internet te weten dan hun ouders; een derde (33%) vindt deze stelling een beetje waar en nog een derde (33%) stelt dat deze stelling niet geldt voor hen. Het zijn vooral de jongere kinderen die online vaardigheden en vertrouwen missen. Niettemin weten de meeste (64%) 11- tot 16-jarigen wel hoe boodschappen te blokkeren van diegenen waarmee ze geen contact (meer) wensen of weten ze hoe online veiligheidsadvies (64%) te vinden. Iets meer dan de helft van de jongeren (56%) weet hoe de privacyinstellingen van hun sociaal netwerkprofiel te wijzigen, websites te vergelijken om hun kwaliteit te beoordelen (56%) of spam te blokkeren (51%). Algemene bevindingen rond risico en schade Risico leidt niet steevast tot schade, zoals blijkt uit de antwoorden van de kinderen zelf. Aan kinderen die van het internet gebruik maken, is gevraagd of zij in aanraking zijn gekomen met online risico s en, zo ja, of zij zich daar zorgen over hebben gemaakt. Zorgen maken wordt gedefinieerd als iets dat je ongemakkelijk maakte, waardoor je geschokt was of waarvan je voelde dat je het niet had moeten zien. De resultaten variëren van kind tot kind (bijv. leeftijd en geslacht), land en soort risico: het is

7 dus uitkijken voor ongeoorloofde generaliseringen. Van de 9- tot 16-jarigen geeft 12% aan dat iets op internet aanleiding voor hen was om zich zorgen te maken of zich slecht te voelen. Bij de 9- tot 10- jarigen gaat het om 9% van de kinderen. De overige kinderen of jongeren geven niet aan zich zorgen te maken of geschokt te zijn omwille van online inhoud. Eén constante blijft overeind: blootstelling aan risico s verhoogt met de jaren, net als de kans op een negatieve ervaring. Online risico s worden echter niet noodzakelijkerwijs als kwalijk of schadelijk ervaren door kinderen: dit moet steeds in het achterhoofd gehouden worden bij het lezen van de nu volgende rubrieken die telkens betrekking hebben op specifieke online risico s. Seksuele beelden Van de 9- tot 16-jarigen hebben 14% in de afgelopen 12 maanden online beelden gezien die duidelijk seksueel getint zijn (bijv. naakte of vrijende mensen). Onder hen maakte één op drie zich hier zorgen over; en onder hen was de helft (d.w.z. één op zes van hen die seksueel getinte beelden hadden gezien, of ca. 2% van alle kinderen) eerder wel tot erg geschokt door wat ze te zien kregen. Over de hele breedte van alle media hebben 23% van de kinderen seksueel getinte of pornografische inhoud gezien in de afgelopen 12 maanden. Internet is inmiddels een even gewone bron geworden voor seksgerelateerde inhoud als televisie, film of video. Oudere tieners (15- tot 16-jarigen, 36%) lopen driemaal meer kans dan de jongste kinderen (9- tot 10-jarigen, 12%) om online of elders pornografische inhoud te zien, en de seksuele beelden die ze zagen zijn ook explicieter. Jongere kinderen en meisjes maken zich wel meer zorgen of zijn wel meer geschokt over wat ze te zien kregen dan tieners en jongens. Van hen die zich zorgen maakten over het zien van seksueel getinte beelden online, heeft ongeveer de helft (53%) erover gepraat met iemand; 34% vertelde het aan een vriend, 26% vertelde het een ouder. Eén op vier besliste om het internet voor een tijdje links te laten liggen, en één op vijf (19%) veranderde de filter of contact settings. Cyberpesten Van de 9- tot 16-jarigen kreeg 6% gemene of kwetsende online berichten, en 3% stuurde dergelijke boodschappen zelf naar anderen. Meer dan de helft (55%) van hen die dergelijke pestboodschappen kregen waren er eerder wel tot erg door geschokt. De cijfers voor pesten liggen over het algemeen een stuk hoger, waaruit blijkt dat pesten nog steeds vooral een face-to-face aangelegenheid is. Eén op vijf kinderen (19%) zijn ofwel offline of online gepest, en 12% heeft zelf iemand on- of offline gepest. De meeste kinderen die dergelijke gemene of kwetsende boodschappen online ontvingen, zochten hun toevlucht tot anderen voor enige ondersteuning; drie vierde (77%) van de kinderen praatte er met iemand over. De meest voorkomende online strategieën zijn: de kwetsende boodschappen wissen (41%) of de pester blokkeren (46%). Deze laatste strategie vonden de kinderen het meest effectief.

8 Verzenden en ontvangen van seksuele berichten ( sexting ) Van de 11- tot 16-jarigen ontvingen 15% peer-to-peer seksueel getinte boodschappen of beelden [d.w.z.] gepraat over seks of beelden van naakte mensen of seksuele handelingen, en geeft 3% aan dat ze zulke boodschappen online zelf verzonden of geplaatst hebben. Van hen die zulke boodschappen ontvingen, maakte ongeveer een kwart (27%) zich hier zorgen over. Bovendien was bijna de helft van hen die zich hierover zorgen maakten eerder wel tot erg geschokt. Het gaat hier om één op acht kinderen die zulke boodschappen hebben gekregen, of bijna 2% van alle kinderen. Onder hen die zich zorgen maken over sexting, nemen zes op tien het initiatief om er met iemand over te praten. Vier op tien kinderen blokkeren de afzender of wissen de ongewenste boodschappen. In de meeste gevallen gaf het kind aan dat deze acties geholpen hadden. Dergelijke strategieën zouden dus aangemoedigd kunnen worden bij meer kinderen. Ontmoeten van online contacten Communiceren met nieuwe contacten die men niet eerder face-to-face ontmoette, is geen zeldzaamheid; één op de drie kinderen (30%) in Europa tussen de 9 en 16 jaar oud heeft in het afgelopen jaar met iemand gecommuniceerd die ze niet eerder face-to-face hadden ontmoet. Dit loopt op tot 46% bij de 15- tot 16-jarigen. Het leggen van nieuwe contacten kan risico s inhouden, maar kan ook prettig zijn. Het blijft zeldzamer dat kinderen nieuwe mensen offline ontmoeten: 7% van de ondervraagde kinderen en jongeren hebben een online contact ook daadwerkelijk ontmoet in het afgelopen jaar. Eén op acht van de kinderen die naar een dergelijke ontmoeting is gegaan, maakte zich hier achteraf zorgen over. Hoewel in de praktijk 9- tot 10-jarigen het minst kans lopen een online contact ook daadwerkelijk te ontmoeten (2%), maken zij zich hier wel het meest zorgen over (33% onder hen die een dergelijke ontmoeting achter de rug hebben). Het zijn vooral de oudere tieners die geneigd zijn om met iemand af te spreken (15% van de 15- tot 16-jarigen), maar voor hen is de ontmoeting in negen van de tien gevallen een prettige ervaring. Andere risico s Blootstelling aan mogelijk schadelijke zgn. user-generated content is een online risico waar één op vijf (21%) van de 11- tot 16-jarigen reeds mee te maken heeft gehad. Het gaat om haatboodschappen (12%), pro anorexia (10%), zelfverminking (7%), druggebruik (7%), zelfmoord (5%). Ongeveer één op tien van de 11- tot 16-jarigen geeft aan dat hun persoonlijke gegevens reeds misbruikt werden: hierbij ging het om misbruik van het passwoord (7%) of persoonlijke informatie (4%), of geldbedrog (2%). Ongeveer een derde heeft al te maken gehad met een virus op de computer. Eén op vier (23%) van de 11- tot 16-jarigen geeft één of meer ervaringen aan die gelieerd zijn aan geregeld tot zeer veel overmatig internetgebruik (leidend tot bijv. verwaarlozing van vrienden, huiswerk of slaap).

9 Ouders: hoe bewust zijn ze en hoe treden ze op? Opvallend is dat de ouders van de kinderen die één van de bovenvermelde risico s hebben ervaren zich hier veelal niet bewust van zijn. Veertig procent van de ouders van wie het kind seksuele beelden te zien kreeg, beweren dat hun kind dergelijke ervaring niet gehad heeft; 56% van de ouders van wie het kind gemene en kwetsende boodschappen online heeft ontvangen, zeggen dat hun kind hier niet aan is blootgesteld. De helft van de ouders (52%) wier kind seksuele boodschappen heeft ontvangen zegt dat hun kind hier nog niet in aanraking mee is gekomen; 61% van de ouders wier kind een ontmoeting heeft gehad met een internetcontact zijn van mening dat hun kind dit nog niet heeft gedaan. Kortom, hoewel elk van deze risico s impact heeft op slechts een minderheid van de kinderen, is de graad van ouderlijke onderschatting niet gering. De meeste ouders (70%) praten met hun kinderen over wat ze doen op het internet en blijven in de buurt (58%) wanneer hun kind online gaat. Meer dan de helft van de ouders zetten positieve stappen, zoals hun kinderen suggereren hoe ze zich online moeten gedragen tegenover anderen (56%), en praten ook over zaken die het kind bezorgd kunnen maken (52%). Eén derde (36%) heeft hun kind ook daadwerkelijk geholpen bij een concreet voorval. Echter, één op de acht ouders (13%) onderneemt kennelijk geen enkele vorm van tussenkomst, aldus hun kinderen. Ouders treden restrictief op naar hun kinderen toe als het gaat om het vrijgeven van persoonlijke informatie (85%), het opladen (61%) of downloaden (57%) van content. Eén op de twee ouders houdt het internetgebruik continu in de gaten. Dit is de minst geliefde strategie bij kinderen, in vergelijking met positieve ondersteuning, veiligheidstips of het opstellen van regels rond internetgebruik. Het gebruik van technische veiligheidstools is eerder laag: iets meer dan één op vier ouders (28%) blokkeert of filtert websites en/of gebruikt een systeem (24%) om te kijken welke websites het kind bezoekt. Zowel kinderen als ouders beschouwen de tussenkomst van ouders als nuttig, zeker de 9- tot 12- jarigen zien hier heil in. De meeste ouders (85%) hebben vertrouwen in hun rol, en hebben het gevoel dat ze hun kind ook kunnen helpen als er zich online iets voordoet dat het kind zorgen baart. Ouders hebben ook vertrouwen in de capaciteit van hun kind om met dingen om te gaan die het kind zorgen baren (79%), en 15% geven aan dat ze er inmiddels een andere interventiestrategie op nahouden na een concreet voorval dat hun kind van streek had gebracht. Twee derde van de kinderen (68%) denken dat hun ouders veel of redelijk veel weten over het internetgebruik van hun kroost. Nochtans geeft 29% van de kinderen aan zich maar weinig aan te trekken van wat hun ouders doen of denken omtrent hun internetgebruik; 8% van de kinderen

10 trekken zich hier zelfs niets van aan. Bijna de helft (44%) van de kinderen voelt zich door de tussenkomst van hun ouders in meerdere of mindere mate beperkt in hun online activiteiten. Toch geeft maar één op tien aan zich heel erg belemmerd te voelen. In sommige landen voelen de kinderen zich sterker beperkt door ouderlijke tussenkomst (bijv. in Turkije, Ierland en Bulgarije). In andere landen (bijv. Hongarije en Nederland) lijken ze minder belemmeringen te ervaren. Vijftien procent van de kinderen vindt dat hun ouders een beetje of heel wat meer zouden moeten doen, en 12% daarentegen vindt dat hun ouders eerder minder zouden moeten tussenkomen. Veel ouders (72%) hebben er vertrouwen in dat hun kind geen van de bovenvermelde risico s online zal ervaren in de komende zes maanden. Kortom, in het licht van het bovenstaande lijdt het geen twijfel dat ouders bewuster zouden moeten worden van de risico s die hun kinderen online lopen. Meer dialoog en begrip tussen de ouders en hun kinderen over wat online kan gebeuren dienen aangemoedigd te worden. Belgische kinderen: hun digitale geletterdheid als ruimere context Met het beeld van de kinderen en jongeren in Europa in het achterhoofd, maken we vooralsnog geen onderscheid tussen het Nederlands- en Franstalige landsdeel (voor de vergelijking, zie hoofdstuk 2) om de digitale geletterdheid onder kinderen en jongeren algemeen te beschrijven. België kenmerkt zich door overwegend gemiddeld te scoren voor zowel internetgebruik, internetrisico s, als het aantal online activiteiten waarin kinderen en jongeren betrokken zijn. Zodoende kan het beschouwd worden als een land met gemiddeld internetgebruik: twee op drie kinderen of jongeren maken dagelijks gebruik van het internet (67%) en slechts 5% gaat maandelijks of minder vaak online. Op een weekdag spendeert twee derde van de kinderen minstens een uur op het internet. Tijdens weekends of vakanties loopt dit aantal op tot 84% van de kinderen. In vergelijking met andere landen gekenmerkt door gemiddeld gebruik zoals Italië, Roemenië en Hongarije, maken Belgische kinderen minder vaak gebruik van het internet in hun eigen slaapkamer (34%). De overgrote meerderheid van de kinderen (90%) maakt thuis (ook) gebruik van het internet in een gemeenschappelijke ruimte. De helft (51%) heeft niet de mogelijkheid om privé of mobiel online te gaan. Op het vlak van digitale geletterdheid en internetvaardigheden stellen we vast dat Belgische kinderen iets beter scoren dan het Europees gemiddelde (3,4 tegenover 3, op een set van 1 tot 8 internetactiviteiten). Vooral als het aankomt op het blokkeren van ongewenste berichten van personen (73%), het wijzigen van privacysettings op sociale netwerksites (63%) en het blokkeren van ongewenste reclame of junkmail (62%), zijn opvallend meer kinderen in België in staat om dit uit te voeren. Net zoals hun leeftijdsgenoten in andere Europese landen is online filmpjes bekijken de populairste internetactiviteit bij Belgische jongeren (86%). We stellen vast dat het internet in België in mindere

11 mate gebruikt wordt voor educatieve of informatieve doeleinden: nl. internetgebruik voor schooltaken (78%) en online nieuws lezen of bekijken (36%). Wat betreft toepassingen gericht op communicatie en zogenaamde user-generated content, zien we dat Belgische kinderen daar bovengemiddeld mee bezig zijn. Vooral het gebruik van websites om bestanden uit te wisselen (28%) en het bijhouden van een blog of online dagboek (21%) is opvallend populairder onder Belgische jongeren. Hoewel verschillende instanties (zoals de publieke op kinderen gerichte televisiezender KetNet) initiatieven hebben genomen om kindvriendelijke websites te ontwikkelen, stellen we vast dat slechts 45% van de Belgische jongeren er helemaal mee akkoord gaat dat het internet voldoende en goed aanbod biedt voor leeftijdsgenoten. Dit cijfer ligt in de lijn van het Europese gemiddelde. Ongeveer twee op drie kinderen (64%) hebben een profiel op een sociale netwerksite. Net zoals in de rest van Europa neemt het aantal jongeren met een sociaal netwerkprofiel spectaculair toe tussen de 11 en 13 jaar. In de groep van 9- tot 10-jarigen heeft 25% een profiel, bij de 13- tot 14-jarigen is dit maar liefst 84%. Het aantal kinderen met meer dan 100 contacten (41%) ligt bijzonder hoog in België, wat erop wijst dat Belgische kinderen actieve gebruikers zijn van sociale netwerksites. Op het vlak van privacy settings stellen we vast dat 28% een publiek profiel heeft. Gemiddeld zijn de kinderen met drie elementen van identificatie (foto, familienaam, adres, telefoonnummer, school, leeftijd) iets meer geneigd om persoonlijke informatie vrij te geven op hun profiel. Belgische jongeren geven vaker aan dat ze het op het internet gemakkelijker vinden om zichzelf te kunnen zijn (21%). Toch gaan ze er minder vaak helemaal mee akkoord het internet te gebruiken om over persoonlijke kwesties te praten die ze niet face-to-face bespreken (5%). Algemene bevindingen rond online risico s Blootstelling aan seksuele beelden Voor België geeft 17% van de kinderen aan het afgelopen jaar seksuele beelden te hebben gezien op het internet. Dit is in vergelijking met de andere landen geen hoog noch laag percentage, wat erop wijst dat België nog steeds een gemiddeld risicoland is. Ook in België zijn ongeveer vier op tien ouders (42%) (40% in Europa) geneigd om te denken dat hun kind nog niet werd blootgesteld aan seksuele inhouden op het internet, hoewel het kind te kennen gaf dat dit wel al het geval was. Eén derde van de kinderen (33%) die blootgesteld werden aan seksuele beelden online voelden zich daar niet comfortabel bij. De algemene trend hierbij is dat hoe ouder het kind, des te minder het hier hinder van ondervindt. Jongere kinderen ervaren meer hinder en ongemak, die bovendien langer blijven hangen. Meisjes geven ook vaker aan zich in hoge mate te storen aan seksueel getinte beelden.

12 Ik had met Cedric een spelletjessite ingevuld en we kwamen op iets van seks, en overal op het scherm verscheen dat. (jongen, 11 jaar) Belgische kinderen lijken een passievere houding aan te nemen ten aanzien van seksueel materiaal; ongeveer de helft (52%) besluit niets te ondernemen (44% in Europa), en slechts 9% probeert het probleem aan te pakken (22% in Europa). Als we kijken naar de online coping-strategieën, stellen we eveneens vast dat meer dan de helft niets onderneemt (59%). Dit staat in schril contrast met de rest van Europa, waar slechts 15% verklaart geen enkele online strategie te gebruiken. Belgische jongeren blijken er wel ongeveer even vaak als in andere landen over te praten met iemand (55% i.v.m. 53% in Europa). Cyberpesten We stellen vast dat 20% van de kinderen in België het afgelopen jaar gepest is; 6% heeft specifiek te maken gehad met cyberpesten. Ongeveer vier op tien slachtoffers van cyberpesten (41%) geeft aan daar behoorlijk (28%) of heel erg (13%) onder geleden te hebben; er zijn geen opvallende verschillen qua leeftijd en geslacht. De leugens die worden verspreid: cyberpesten komt toch vaker voor. (meisje, 14 jaar) De helft van de ouders (51%) van wie het kind wel degelijk gepest is meent echter dat het kind niet het slachtoffer is geworden van cyberpesten. Dit cijfer ligt iets lager dan het Europese gemiddelde (56%), maar we concluderen dat ook in België nog steeds heel wat ouders zich onvoldoende bewust zijn van het probleem van cyberpesten. Ten aanzien van cyberpesten stellen kinderen zich assertiever op: ongeveer één op drie (35%) probeert het probleem op te lossen, terwijl één op vier (26%) hoopt dat het vanzelf overgaat; 76% van de kinderen en jongeren zet de stap om erover te praten met iemand. Er zijn op dit vlak geen uitgesproken verschillen tussen België en de andere Europese landen. De meest gebruikte online coping-strategieën zijn de afzender blokkeren (46%) en de desbetreffende berichten wissen (43%). In vergelijking met andere landen kiezen Belgische jongeren duidelijk minder vaak voor de strategie van ophouden met internetten (3%).

13 Verzenden en ontvangen van seksuele berichten ( sexting ) In België heeft 18% van de kinderen het afgelopen jaar seksuele berichten gezien of ontvangen. Dit percentage ligt in de buurt van het Europese gemiddelde van 15%, wat er opnieuw op wijst dat België een medium risk land is. Slechts 4% beweert zelf dergelijke berichten te hebben verstuurd (3% in Europa). Jongens zijn hier over het algemeen iets actiever mee bezig dan meisjes, maar het is vooral de leeftijd die hierin een rol speelt. Van de jongeren die met sexting te maken kregen, behoort 57% tot de groep van de 15- tot 16-jarigen. Een persoon vroeg me met de webcam mijn borsten te tonen. (meisje, 11 jaar) Belgische ouders zijn enerzijds iets minder snel geneigd om te beweren dat hun kind nog niet met sexting in aanraking is gekomen, hoewel dat wel het geval is (46% voor België tegenover 52% voor Europa). Anderzijds geven ze vaker toe dat ze onzeker zijn over de draagwijdte van het sexting - fenomeen; één op drie (35%) ouders van wie het kind te maken heeft gehad met online seksuele boodschappen geeft aan helemaal geen idee te hebben of hun zoon of dochter daarmee geconfronteerd is geweest of niet. Voor Europa is dat 27% van de ouders. Relatief weinig kinderen in België (16%) geven aan dat ze deze seksueel getinte boodschappen vervelend vinden. Hier is echter net zoals in de rest van Europa sprake van een uitgesproken genderverschil: waar geen enkele jongen aangeeft er in sterke mate gestoord door te worden, is dit wel het geval voor bijna de helft (41%) van de meisjes. De reacties op seksueel getinte boodschappen zijn erg uiteenlopend. Opvallend is wel dat ongeveer één op drie (34%) hoopt dat het probleem vanzelf overwaait, en dan nog eens één op drie helemaal niets doet (32%). Net als in de rest van Europa is er met iemand over praten een vaak gebruikte strategie bij Belgische jongeren (64%). De meest toegepaste online coping-strategieën zijn de afzender blokkeren (43%) en de berichten in kwestie verwijderen (31%). Ook in de rest van Europa zijn dit de meest gebruikte online coping-strategieën, maar stellen we vast dat blokkeren en verwijderen ongeveer even populair zijn en in beide gevallen door ongeveer vier op tien jongeren gebruikt worden. Contact en ontmoetingen met onbekenden Evenals in de rest van Europa heeft in België 30% van de kinderen ooit contact gehad op het internet met iemand die zij nog nooit in het echte leven hadden ontmoet, en 11% heeft ooit een ontmoeting

14 georganiseerd met een online contactpersoon. Het Belgische cijfer voor daadwerkelijke ontmoetingen ligt iets hoger dan het Europese gemiddelde (7%), maar opnieuw wordt de status van België als gemiddeld risicoland bevestigd. Er zijn geen verschillen tussen jongens en meisjes. Contacten leggen met onbekenden is iets waar tieners, ook in België, zich steeds vaker mee bezighouden naarmate ze ouder worden. Dit gaat van 2,5% bij de 9- tot 10-jarigen tot 22% bij de 15- tot 16-jarigen. Als een onbekende mij toevoegt, ben ik altijd wantrouwig en denk ik meteen aan een pedofiel. (meisje, 14 jaar) Net als in de meeste Europese landen onderschatten de Belgische ouders de situatie. Bij de kinderen die een online contactpersoon hebben ontmoeten, denkt de meerderheid (64%) immers dat hun kind nog geen afspraak heeft gemaakt met een online contact. Andere risico s De percentages voor blootstelling aan zogenaamde negatieve user-generated content zoals haatboodschappen (9,5%) en websites pro anorexia (6%), zelfverminking (5%), drugs (4%) of zelfmoord (2%), liggen voor België iets lager. Wat misbruik van persoonlijke gegevens betreft zijn Belgische kinderen en jongeren ongeveer even vaak slachtoffer als hun leeftijdsgenoten in de rest van Europa; 7% geeft aan dat zijn/haar paswoord ooit misbruikt werd en 4% kreeg te maken met iemand die op een ongepaste manier persoonlijke informatie gebruikte. In vergelijking met andere Europese landen, zijn kinderen in België minder vaak van mening dat het internet risicovol is voor leeftijdsgenoten (43% versus 55%). Het percentage kinderen dat na blootstelling aan online risico s daadwerkelijk geconfronteerd werd met negatieve gevolgen ligt iets lager dan het Europees gemiddelde (10% versus 12%), maar het verschil is hier duidelijk minder uitgesproken. Kortom België situeert zich qua dagelijks internetgebruik iets boven het Europees gemiddelde (67% versus 60%), en qua online risico s iets onder het Europees gemiddelde (10% versus 12%). België lijkt daarmee te evolueren van een gemiddeld gebruik-/gemiddeld risicoland naar een veelgebruik- /gemiddeld risicoland.

15 Deze vaststelling maakt van België een interessante case, omdat dit aantoont dat het mogelijk is om meer jongeren dagelijks online te krijgen zonder dat dit gepaard hoeft te gaan met een hogere blootstelling aan online risico s. Verdere analyses moeten uitwijzen welke factoren aan de basis liggen voor deze positie van België. Factoren die mogelijk een rol spelen zijn de tussenkomst van de ouders en de aanwezigheid van beleidsinitiatieven en/of campagnes gericht op veilig internetgebruik. Deze kunnen kinderen en jongeren aanzetten tot het gebruik van copingstrategieën, waardoor ze beter in staat zijn om zichzelf te beschermen tegen online risico s.

16 Literatuur Broos, A. & Roe, K. (2006). The digital divide in the playstation generation: self-efficacy, locus of control and ICT-adoption among adolescents, Poetics 34 (4/5): Departement Onderwijs & Vorming. Stafdiensten (2008). Statistisch jaarboek van het Vlaams Onderwijs, schooljaar Vlaams Ministerie van onderwijs en vorming. Europese Commissie (2006). Safer Internet, Special Eurobarometer 250. Safer Internet for Children. Luxemburg: Europese Commissie. Europese Commissie (2008). Towards a Safer Use of the Internet for Children in the EU A Parent's Perspective. Flash Eurobarometer Series 248. Luxemburg: Europese Commissie. Hasebrink, U., Livingstone, S. & Haddon, L. (2008). Comparing Children's Online Opportunities and Risks across Europe: Cross-national comparisons for EU Kids Online. LSE/Londen: EU Kids Online. Johnsson-Smaragdi, U. (2001). Media use styles among the young. In S. Livingstone & M. Bovill (reds.), Children and Their Changing Media Environment: A European comparative study (pp ). Hillsdale, NJ: Lawrence Erlbaum Associates. Livingstone, S. & Helsper, E.J. (2007). Gradations in digital inclusion: children, young people and the digital divide, New Media & Society 9 (4): Livingstone, S. & Haddon, L. (2009). EU Kids Online. Final Report. LSE/Londen: EU Kids Online. Mediappro (2006). A European Research Project: The Appropriation of New Media by Youth. Brussel: Europese Commissie. Newhagen, J.E. & Rafaeli, S. (1996). Why communication researchers should study the internet: a dialogue, Journal of Communication 46 (1): Peter, J. & Valkenburg, P.M. (2006). Adolescents internet use: testing the disappearing digital divide versus the emerging digital differentiating approach, Poetics 34 (4/5): Tapscott, D. (1998). Growing Up Digital: The rise of the net generation. New York, NY: McGraw-Hill. Tsatsou, P., Pruulmann-Vengerfeldt, P. & Murnu, M.F. (2009). Digital divides. In S. Livingstone & L. Haddon (reds.), Kids Online. Opportunities and risks for children (pp ). Bristol: The Policy Press/University of Bristol.

17 Valcke, M., Schellens, T., Van Keer, H. & Gerarts, M. (2005). Veilig computergebruik thuis en op school. Gent: Universiteit Gent, Departement Onderwijskunde. Vandercammen, M. (red.) (2006). Jongeren en de nieuwe technologieën. Brussel: OIVO. Van Dijk, J. (2006). Digital divide research, achievement and shortcomings, Poetics 34 (4/5): Vandoninck, S., d Haenens, L. & Donoso Navarrete, V. (2010). Digitale geletterdheid bij Vlaamse jongeren: hoe gaan ze om met online content risico s?, Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 38 (2): Walrave, M., Lenaerts, S. & De Moor, S. (2008). Teens & ICT: Risks and opportunities. risk. Antwerpen: Universiteit Antwerpen. Wartella, E.A., O Keefe, B. & Scantlin, R. (2000). Children and Interactive Media. A compendium of current research and directions for the future. New York: Markle Foundation. Weiser, E.B. (2000). Gender differences in internet use patterns and internet application preferences, CyberPsychology and Behavior 3 (2):

KERNBEVINDINGEN: EU KIDS ONLINE II

KERNBEVINDINGEN: EU KIDS ONLINE II KERNBEVINDINGEN: EU KIDS ONLINE II Het EU Kids Online onderzoek In dit rapport presenteren we de definitieve bevindingen van een nieuw en uniek onderzoek, ontworpen en uitgevoerd volgens de maatstaven

Nadere informatie

KERNBEVINDINGEN EU KIDS ONLINE II

KERNBEVINDINGEN EU KIDS ONLINE II KERNBEVINDINGEN EU KIDS ONLINE II The EU Kids Online survey Dit rapport geeft de complete bevindingen weer van een nieuw en uniek onderzoek, ontworpen en uitgevoerd volgens de strikte en rigoureuze maatstaven

Nadere informatie

EU Kids Online onderzoek Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden

EU Kids Online onderzoek Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden EU Kids Online onderzoek Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden Sofie Vandoninck Studiedag Kids Online 8 februari 2012, Leuven Jongens en

Nadere informatie

EU Kids Online onderzoek internetgebruik en -vaardigheden, en online risico s bij 9- tot 16-jarigen

EU Kids Online onderzoek internetgebruik en -vaardigheden, en online risico s bij 9- tot 16-jarigen EU Kids Online onderzoek internetgebruik en -vaardigheden, en online risico s bij 9- tot 16-jarigen Leen d Haenens & Sofie Vandoninck Studiedag Kids Online 8 februari 2012, Leuven Overzicht Achtergrond

Nadere informatie

Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven

Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven Veilig online: negatieve ervaringen bij 9-16 jarigen Risicofactoren, zelfbescherming en invloed van sociale context (6 oktober 2011) Sofie Vandoninck, K.U.Leuven EU Kids Online: achtergrond en theoretisch

Nadere informatie

ONLINE WEERBAARHEID. Zelfregulering en coping strategieën in relatie tot psychosociale en contextkenmerken Leen d Haenens, KU Leuven

ONLINE WEERBAARHEID. Zelfregulering en coping strategieën in relatie tot psychosociale en contextkenmerken Leen d Haenens, KU Leuven ONLINE WEERBAARHEID Zelfregulering en coping strategieën in relatie tot psychosociale en contextkenmerken Leen d Haenens, KU Leuven EU Kids Online: achtergrond en theoretisch kader Types online risico

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/90156

Nadere informatie

Mama, mag ik op t internet?

Mama, mag ik op t internet? Mama, mag ik op t internet? Sofie Vandoninck Faculteit Sociale Wetenschappen Onderzoekproject Online risico s & online weerbaarheid Doel van het onderzoek? Welke kinderen zijn meer kwetsbaar online? Hoe

Nadere informatie

Net Children Go Mobile

Net Children Go Mobile Rapport België 1 Inhoudsopgave 2 3 Lijst van tabellen 4 Lijst van figuren 5 6 7 1. Inleiding 1.1. Context 8 1.3. Onderzoekskader en methode 1.2. Net Children Go Mobile 9 2. Toegang en gebruik Tabel 1:

Nadere informatie

Wifi is wijs jong! #indebanvanverbinding

Wifi is wijs jong! #indebanvanverbinding Wifi is wijs jong! #indebanvanverbinding Omgaan met online risico s. Op zoek naar coping-strategieën en preventieve maatregelen voor kwetsbare jongeren Sofie VANDONINCK Onderzoeker aan het Instituut voor

Nadere informatie

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden

Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren. Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding & (online) risico s en kansen voor jongeren Natascha Notten 30 mei 2015 SWR, Leusden Mediaopvoeding, risico s en kansen Mediaopvoeding kan kansen bieden, maar ook een belemmering vormen

Nadere informatie

Studiedag slachtoffers van het internet 25 april 2013 Sofie Vandoninck, KU Leuven

Studiedag slachtoffers van het internet 25 april 2013 Sofie Vandoninck, KU Leuven Online risico s: weerloos of weerbaar? Focus op jongeren tussen 9 en 16 jaar Studiedag slachtoffers van het internet 25 april 2013 Sofie Vandoninck, KU Leuven EU Kids Online project: achtergrond Meer dan

Nadere informatie

Jongeren en het internet

Jongeren en het internet Jongeren en het internet Resultaten van het onderzoek Introductie In het najaar van 2012 namen 33 scholen over heel Vlaanderen deel aan het onderzoek Jongeren en het internet. Dit onderzoek gaat uit van

Nadere informatie

Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy

Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy Jongeren, Sociale Netwerk Sites & Privacy Faculteit Politieke & Sociale Wetenschappen Departement Communicatiewetenschappen - MIOS Prof. dr. Michel Walrave www.ua.ac.be/mios michel.walrave@ua.ac.be Sociale

Nadere informatie

Overzicht. Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media.

Overzicht. Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media. Overzicht Wat zijn social media? Voorbeelden van social media. Social media in de ICT-lessen. De gevaren van social media. Mindreader Wat zijn social media? Social media is een verzamelbegrip voor online

Nadere informatie

Over- of onderrapportering bij onderzoek naar internetrisico s

Over- of onderrapportering bij onderzoek naar internetrisico s Over- of onderrapportering bij onderzoek naar internetrisico s Etmaal van de Communicatiewetenschap 9-10 februari 2012 Sofie Vandoninck en Leen d Haenens Probleemstelling Blootstelling online risico s:

Nadere informatie

HOOFDSTUK 4. Spelletjes.nl of msn.be? Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden

HOOFDSTUK 4. Spelletjes.nl of msn.be? Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden HOOFDSTUK 4 Spelletjes.nl of msn.be? Gelijkenissen en verschillen tussen jongens en meisjes in online activiteiten en digitale vaardigheden Sofie Vandoninck en Leen d Haenens Inleiding Jongens en meisjes

Nadere informatie

Internetgedrag van minderjarigen trends en risico s. B-CCENTRE en LINC, KU Leuven 2 april 2014 Sofie Vandoninck, Instituut voor Mediastudies

Internetgedrag van minderjarigen trends en risico s. B-CCENTRE en LINC, KU Leuven 2 april 2014 Sofie Vandoninck, Instituut voor Mediastudies Internetgedrag van minderjarigen trends en risico s B-CCENTRE en LINC, KU Leuven 2 april 2014 Sofie Vandoninck, Instituut voor Mediastudies Onderzoek online risico s EU Kids Online Vlaams vervolgonderzoek

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd

Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Mediaopvoeding - risico s en kansen Gezin, opvoeding, media en ongelijke kansen voor de jeugd Natascha Notten Wetenschappelijk Congres Mediawijsheid - 24 januari 2018 Email: n.notten@ru.nl https://www.youtube.com/watch?v=rbb5roa1nvq

Nadere informatie

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag.

Voor meer informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met Lisette van Vliet: lisette.van.vliet@eenvandaag. Onderzoek Sexting 7 april 2015 Over het onderzoek Aan dit online onderzoek, gehouden van 26 februari tot en met 9 maart 2015 deden 1852 jongeren mee, waaronder 961 middelbare scholieren. De uitslag is

Nadere informatie

Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden

Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden Jongeren over online rechten en verantwoordelijkheden Onderzoeksrapport Opdrachtgever: Digibewust Auteurs: Nicolien Scheerman & Robbert Vermulst (YoungWorks) Datum: 30 januari 2013 co-funded by the European

Nadere informatie

ZA4884 Flash Eurobarometer 248 (Towards a safer use of the Internet for children in the EU a parents' perspective)

ZA4884 Flash Eurobarometer 248 (Towards a safer use of the Internet for children in the EU a parents' perspective) ZA4884 Flash Eurobarometer 248 (Towards a safer use of the Internet for children in the EU a parents' perspective) Country Specific Questionnaire Netherlands PARENTS OF CHILDREN BETWEEN 6 17 Q0. Hoeveel

Nadere informatie

SCP-rapport (embargo tot 06/10) Nathalie Sonck & Jos de Haan

SCP-rapport (embargo tot 06/10) Nathalie Sonck & Jos de Haan SCP-rapport (embargo tot 06/10) Nathalie Sonck & Jos de Haan Mogelijkheden, maar ook risico s Internetgebruik bij jongeren (huiswerk, ontspanning, sociale contacten, informatie) online/offline leefwereld

Nadere informatie

s t u d i e Jongeren en internet Jongeren en internet OIVO, januari 2010

s t u d i e Jongeren en internet Jongeren en internet OIVO, januari 2010 s t u d i e Jongeren en internet Jongeren en internet OIVO, januari 2010 Agenda 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. Jongeren en internet 4. Conclusies 5. Aanbevelingen 2 Doelstellingen Het doel van deze

Nadere informatie

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011

s t u d i e Jongeren en media Jongeren en media November 2011 Jongeren en media Jongeren en media s t u d i e November 2011 Agenda 1. Doelstellingen 2. Methodologie 3. Media-uitrusting (thuis, in eigen kamer) 4. Kijkgedrag (individueel of sociaal gebeuren) 5. Ouderlijk

Nadere informatie

Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet. Stefan Mertens

Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet. Stefan Mertens Culturele verschillen tussen België en Nederland en hun impact op jongeren en het internet Stefan Mertens België en Nederland = de lage landen? Verschil qua digitale ontwikkeling: Nederland: Noord- Europese

Nadere informatie

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012

Kinderen en Veilig Internet. Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Kinderen en Veilig Internet Prof. dr. R. Casimirschool 6 maart 2012 Over mij Johan Lammers Geboren en getogen in Deurne Organisatiepsychologie in Nijmegen Nu weknowmore & socialemediatraining.nl in Amsterdam

Nadere informatie

JONGEREN EN INTERNET 11-16 jaar

JONGEREN EN INTERNET 11-16 jaar CASENUMMER: SAMPLE POINT NUMMER INTERVIEW ER NAAM ADRES: POSTCODE EN PLAATS TELEFOONNUMMER JONGEREN EN INTERNET 11-16 jaar HOE VUL JE DIT DEEL VAN DE VRAGENLIJST IN Hieronder wat eenvoudige instructies

Nadere informatie

U kunt dit pakkket aanvragen via

U kunt dit pakkket aanvragen via 1 Kinderen op internet In deze tijd weten opgroeiende kinderen niet beter dan dat er internet is. E-mails versturen, een eigen pagina op Hyves, online games spelen: het is een alledaagse zaak. Het is mooi

Nadere informatie

Lesvoorbereiding. Inleiding voor de leerkracht :

Lesvoorbereiding. Inleiding voor de leerkracht : Lesvoorbereiding Inleiding voor de leerkracht : Child Focus, de Stichting voor Verdwenen en Seksueel Uitgebuite Kinderen, heeft als missie om de fenomenen van verdwijning en seksueel misbruik te bestrijden

Nadere informatie

Online risico s bij jongeren in het buitengewoon secundair onderwijs

Online risico s bij jongeren in het buitengewoon secundair onderwijs KU LEUVEN FACULTEIT SOCIALE WETENSCHAPPEN MASTER OF SCIENCE IN DE COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN Online risico s bij jongeren in het buitengewoon secundair onderwijs Promotor : Prof. Dr. L. D HAENENS Verslaggever

Nadere informatie

Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa?

Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa? Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren in vergelijking met leeftijdsgenoten in Europa? Leen d Haenens en Sofie Vandoninck Niet alle jongeren zijn even vlotte en vaardige internetgebruikers.

Nadere informatie

Net op t net. Lespakket over sociale netwerksites en privacy 3 de graad basisonderwijs Werkbundel

Net op t net. Lespakket over sociale netwerksites en privacy 3 de graad basisonderwijs Werkbundel Net op t net Lespakket over sociale netwerksites en privacy 3 de graad basisonderwijs Werkbundel Versie 2.0 - September 2017 Wat is privacy? wat ik online zet, wat ik op het net vertel, aan wie ik mijn

Nadere informatie

Cyberpesten Van probleem naar oplossing. Prof. Dr. Heidi Vandebosch Universiteit Antwerpen, Friendly ATTAC E- mail: heidi.vandebosch@uantwerpen.

Cyberpesten Van probleem naar oplossing. Prof. Dr. Heidi Vandebosch Universiteit Antwerpen, Friendly ATTAC E- mail: heidi.vandebosch@uantwerpen. Cyberpesten Van probleem naar oplossing Prof. Dr. Heidi Vandebosch Universiteit Antwerpen, Friendly ATTAC E- mail: heidi.vandebosch@uantwerpen.be Pesten: vroeger en nu Soort agressief gedrag: inten/e om

Nadere informatie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie

Standaard Eurobarometer 84. Die publieke opinie in de Europese Unie Die publieke opinie in de Europese Unie Opiniepeiling besteld en gecoördineerd door de Europese Commissie, Directoraat-generaal Communicatie. Dit werd opgesteld voor de Vertegenwoordiging van de Europese

Nadere informatie

Versie Protocol Social Media

Versie Protocol Social Media Versie 2016-2017 Protocol Social Media Sociale media (de Engelse term social media is ook in het Nederlands gangbaar) is een verzamelbegrip voor online platformen waar de gebruikers, zonder of met minimale

Nadere informatie

Digitale (r)evolutie in België anno 2010.

Digitale (r)evolutie in België anno 2010. ALGEMENE DIRECTIE STATISTIEK EN ECONOMISCHE INFORMATIE PERSBERICHT 23 februari 2011 Digitale (r)evolutie in België anno 2010. De digitale revolutie zet zich steeds verder door in België: 73% van de Belgische

Nadere informatie

Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey

Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey Onderzoeksgroep Strategische Communicatie Universiteit Antwerpen Faculteit PSW, Departement CW, OSC,

Nadere informatie

Wij hebben op school gedragsafspraken over het gebruik van internet en gemaakt.

Wij hebben op school gedragsafspraken over het gebruik van internet en  gemaakt. Internetgebruik Wij hebben op school gedragsafspraken over het gebruik van internet en email gemaakt. Voor de leerlingen 1. Persoonlijke informatie Ik zal nooit mijn persoonlijke informatie en of foto

Nadere informatie

M-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag beïnvloeden de ontwikkelingen in de globale retailmarkt. Dat blijkt uit de enquête

M-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag beïnvloeden de ontwikkelingen in de globale retailmarkt. Dat blijkt uit de enquête DigitasLBi presenteert nieuwe enquête over wereldwijd winkelgedrag en onthult enkele belangrijke trends voor Belgische markt Brussel, 24 april, 2014 M-commerce, sociale media en veranderend winkelgedrag

Nadere informatie

JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID

JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID JONGEREN EN INTERNETVEILIGHEID Joyce Kerstens 5 maart 2015 JONGEREN - INTERNET - MEDIA Meisje uit Pijnacker pleegt zelfmoord 'om bangalijst' De Oude Klapwijkseweg in Pijnacker. FOTO STREETVIEW. UPDATE

Nadere informatie

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3

De eerste keer. Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3 Feiten en cijfers Veenkoloniën (Groningen/Drenthe) 2017 De eerste keer Leeftijd waarop de helft van de jongeren geslachtsgemeenschap heeft gehad 18,3 18,1 17,2 17,3 Veenkoloniën Landelijk Veenkoloniën

Nadere informatie

Safe surfen. Safe surfen juf Lies 1

Safe surfen. Safe surfen juf Lies 1 Safe surfen Safe surfen juf Lies 1 THEMA 1: VIRUSSEN WAT IS EEN VIRUS? Politie waarschuwt voor agressief computervirus dinsdag 20 maart 2012, 19u59 De politie waarschuwt voor een nieuw, bijzonder schadelijk

Nadere informatie

Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015

Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015 Social media en de school NIP, Amsterdam 13 maart 2015 Meisje uit Pijnacker pleegt zelfmoord 'om bangalijst' De Oude Klapwijkseweg in Pijnacker. FOTO STREETVIEW. UPDATE In Pijnacker heeft gisteravond een

Nadere informatie

Reader Veilig ICT (Weet wat je kind doet)

Reader Veilig ICT (Weet wat je kind doet) Reader Veilig ICT (Weet wat je kind doet) Samenstelling: Radboud Prinsen september 2007 (versie 2) - 1 - Inhoud Inleiding... blz. 3 Artikel Surfen zonder risico's bestaat niet... blz. 4 Zoeken op internet...

Nadere informatie

VEILIG ONLINE: TIPS VOOR DE SCHOLEN

VEILIG ONLINE: TIPS VOOR DE SCHOLEN PZ ARRO IEPER PREVENTIEDIENST VEILIG ONLINE: TIPS VOOR DE SCHOLEN Tips voor ouders Hoe kan je met je kinderen praten over veilig internetten Vandaag is het meer dan ooit belangrijk geworden dat ouders,

Nadere informatie

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO.

Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. 1. Referentie Referentie Vandercammen, M. (2009). Jongeren en kansspelen. Brussel: OIVO. Taal Nederlands ISBN - ISSN / Publicatievorm onderzoeksrapport 2. Abstract In dit onderzoek, uitgevoerd door het

Nadere informatie

Een stand van zaken van ICT in België in 2012

Een stand van zaken van ICT in België in 2012 Een stand van zaken van ICT in België in 2012 Brussel, 20 november 2012 De FOD Economie geeft elk jaar een globale barometer van de informatie- en telecommunicatiemaatschappij uit. Dit persbericht geeft

Nadere informatie

Versie: Opdrachtgever: Auteur: Datum vaststelling: Datum evaluatie: Documentbeheerder:

Versie: Opdrachtgever: Auteur: Datum vaststelling: Datum evaluatie: Documentbeheerder: Naam document: Soort document: Toepassingsgebied: Te vinden in: RMPI ZEI kader nr.: Status: Protocol internet- en e- mailgebruik in Yulius Onderwijs Richtlijn Yulius Onderwijs Handboek Onderwijs Vastgesteld

Nadere informatie

Inleiding - Aanleiding

Inleiding - Aanleiding Expert : Sofie VANDONINCK, KU Leuven Verslag : Sarah TRAEN, Studente Communicatiewetenschappen UGent Inleiding - Aanleiding Sofie Vandoninck voerde tijdens haar doctoraat onderzoek naar weerbaarheidsopbouw

Nadere informatie

Omgaan met online kansen en risico s de rol van de ouders Katia Segers en Nele Van den Cruyce EU Kids Online, Leuven - 8 februari 2012

Omgaan met online kansen en risico s de rol van de ouders Katia Segers en Nele Van den Cruyce EU Kids Online, Leuven - 8 februari 2012 Omgaan met online kansen en risico s de rol van de ouders Katia Segers en Nele Van den Cruyce EU Kids Online, Leuven - 8 februari 2012 ESA conference 2009 05-09-09 1 Diginatives versus digital immigrants

Nadere informatie

Our Mobile Planet: Nederland

Our Mobile Planet: Nederland Our Mobile Planet: Nederland Inzicht in de mobiele consument Mei 2012 Overzicht Smartphones zijn een onlosmakelijk onderdeel van ons dagelijks leven geworden. De marktpenetratie van smartphones is gestegen

Nadere informatie

Samenvatting. Summary in Dutch

Samenvatting. Summary in Dutch 6 Samenvatting Summary in Dutch 112 Samenvatting Emotionele en sociale processen bij pesten, gepest worden en verdedigen Pesten op school is een wereldwijd probleem met negatieve korte- en langetermijngevolgen

Nadere informatie

time-out : Protocol :

time-out : Protocol : Protocol : time-out : S P E C I A A L B A S I S O N D E R W I J S computers en internet 1. Waarom dit protocol Met dit protocol met betrekking tot het gebruik van computers en internet, beschrijven we

Nadere informatie

Groeimee: Computergebruik

Groeimee: Computergebruik http://www.groeimee.be/veilig-internet Groeimee: Computergebruik Kinderen spenderen tegenwoordig veel tijd achter hun computer. Als ouder vragen we ons soms af waar onze zoon of dochter precies mee bezig

Nadere informatie

Versie 1 juni Mediaprotocol

Versie 1 juni Mediaprotocol Mediaprotocol Document voor ouders/verzorgers en personeel Inhoudsopgave Doel van dit mediaprotocol blz. 1 1 Uitgangspunten blz. 1 2 Afspraken blz. 1 2.1 gebruik van internet blz. 1 2.2 schoolwebsite blz.

Nadere informatie

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf

De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen. Dr. Hanneke de Graaf De normale seksuele ontwikkeling en zijn grenzen Dr. Hanneke de Graaf Inhoud Seksueel gedrag van jongeren anno 2012 Trends Risicogroepen Wanneer over de grens? Bron: Seks onder je 25 e (2012) Online vragenlijst

Nadere informatie

Internetprotocol De Omnibus Januari 2011

Internetprotocol De Omnibus Januari 2011 Internetprotocol De Omnibus Januari 2011 Versie 1, januari 2011 - - 1 - - Inleiding Sinds de school televisie, video en internetfaciliteiten heeft, kunnen er beelden en programma' s de school binnenkomen,

Nadere informatie

ICT-protocol Leerlingen

ICT-protocol Leerlingen ICT-protocol Leerlingen Algemene regels 1. De ICT-voorzieningen zijn primair bedoeld voor educatief gebruik. 1.1 Het bezoek van sociale mediasites, zoals Twitter, Instagram, Facebook, etc. zijn in de les

Nadere informatie

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam

Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Campagne Eenzaamheid Bond zonder Naam Leen Heylen, CELLO, Universiteit Antwerpen Thomas More Kempen Het begrip eenzaamheid Eenzaamheid is een pijnlijke, negatieve ervaring die zijn oorsprong vindt in een

Nadere informatie

6f Hoe gaat men om met het internetgebruik van jongeren? 1

6f Hoe gaat men om met het internetgebruik van jongeren? 1 6f Hoe gaat men om met het internetgebruik van jongeren? 1 Herkent u deze vragen? Wat doet mijn jongere eigenlijk op internet? Is het schadelijk als mijn jongere veel achter de computer zit? Bestaat internetverslaving?

Nadere informatie

OUDER & KIND QUIZ YOUNGWORKS RAPPORT ONLINE ONDERZOEK OPZET MEDIAMASTERS 27-11-2014 ONDERZOEK

OUDER & KIND QUIZ YOUNGWORKS RAPPORT ONLINE ONDERZOEK OPZET MEDIAMASTERS 27-11-2014 ONDERZOEK YOUNGWORKS RAPPORT ONLINE ONDERZOEK OUDER & KIND QUIZ MEDIAMASTERS 27-11-2014 ONDERZOEK Mediamasters > online game voor groep 7-8 In de Week van de Mediawijsheid (21-28 nov. 2014) kunnen basisscholieren

Nadere informatie

Pestprotocol & Pestaanpak

Pestprotocol & Pestaanpak Pestprotocol & Pestaanpak Kamerlingh Onnes Juli, 2016 Inhoudsopgave Inleiding...2 1. Definities...3 Pesten...3 Cyberpesten...3 Direct en indirect pesten...3 2. Aanpak van pesten...4 Voorwaarden...4 Passend

Nadere informatie

Seksuele gezondheid van holebi s

Seksuele gezondheid van holebi s Factsheet 2007-1 Seksuele gezondheid van holebi s Seksuele gezondheid in Nederland De Rutgers Nisso Groep heeft in 2006 een grootschalige bevolkingsstudie uitgevoerd naar seksuele gezondheid in Nederland

Nadere informatie

Expertmeeting SCP & RMO 04/11/2011. Kinderen & internetrisico s Nathalie Sonck & Jos de Haan

Expertmeeting SCP & RMO 04/11/2011. Kinderen & internetrisico s Nathalie Sonck & Jos de Haan Expertmeeting SCP & RMO Kinderen & internetrisico s Nathalie Sonck & Jos de Haan Geringe kans op internetrisico s & negatieve ervaringen geruststellend, relativeert omvang van problemen en morele paniek

Nadere informatie

Jeugdgezondheidszorg. Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014

Jeugdgezondheidszorg. Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014 Jeugdgezondheidszorg Anneke de Knegt Jeugdverpleegkundige 30-9-2014 JGZ op school Wij zien uw kind op 2 momenten VMBO: 1 e en 3 e klas HAVO/VWO: 2 e en 4 e klas vragenlijst Bij eerste contact: lengte en

Nadere informatie

Over tweeten, generatie z en cyberpesten enzo. Graaf Huyn College 19 november. drs. L.A.E.C. Brüll

Over tweeten, generatie z en cyberpesten enzo. Graaf Huyn College 19 november. drs. L.A.E.C. Brüll Over tweeten, generatie z en cyberpesten enzo Graaf Huyn College 19 november drs. L.A.E.C. Brüll On en offline identiteit @LodewijkBrull lodewijk.brull@aboutlife.eu Kenmerken sociale media Sociale media

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond

Samenvatting. Achtergrond Samenvatting Achtergrond De huidige aanpak van de jeugdcriminaliteit is vooral gericht op traditionele vormen van criminaliteit. Jongeren spenderen echter steeds meer tijd online en de vraag is in hoeverre

Nadere informatie

Uw kind en Sociale Media. Woensdag 10 september 2014

Uw kind en Sociale Media. Woensdag 10 september 2014 Uw kind en Sociale Media Woensdag 10 september 2014 Even voorstellen Linda van Delft Gezondheidsbevorderaar (oudervoorlichting, adviesgesprekken, docententrainingen & gastlessen) 088-3084284 lvandelft@ggdhm.nl

Nadere informatie

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste

hoofdstuk 2 een vergelijkbaar sekseverschil laat zien voor buitenrelationeel seksueel gedrag: het hebben van seksuele contacten buiten de vaste Samenvatting Mensen zijn in het algemeen geneigd om consensus voor hun eigen gedrag waar te nemen. Met andere woorden, mensen denken dat hun eigen gedrag relatief vaak voorkomt. Dit verschijnsel staat

Nadere informatie

Praat erover als je twijfelt

Praat erover als je twijfelt Thematisch 05: Wees cyber moedig Praat erover als je twijfelt Moedig gedrag online definiëren en stimuleren Lesoverzicht Activiteit 1: Wanneer hulp inroepen Activiteit 2: Meld het ook online Inleiding

Nadere informatie

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND

DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND DE SEKSUELE GEZONDHEID VAN JONGEREN IN HET WERKGEBIED VAN GGD ROTTERDAM-RIJNMOND METHODEN In 2016 2017 hebben zo n 20.500 jongeren van 12 tot en met 24 jaar in Nederland een online vragenlijst ingevuld

Nadere informatie

DIGITALE GELETTERDHEID

DIGITALE GELETTERDHEID DIGITALE GELETTERDHEID volgens PISA Laptops, tablets, smartphones, netbooks, WIKI s, podcasting, zijn niet meer weg te denken uit onze maatschappij. Vaak hebben we het gevoel dat jongeren er beter en sneller

Nadere informatie

Inleiding 2. Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Inleiding 2. Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave Verslag door Chaima 1351 woorden 2 april 2018 7.8 2 keer beoordeeld Vak Anders 2017 Invloed van Social Media op jongeren Praktische Opdracht Maatschappijleer & -wetenschappen Inhoudsopgave 1. Inleiding

Nadere informatie

Protocol internet en Mobiele telefonie

Protocol internet en Mobiele telefonie Protocol internet en Mobiele telefonie Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Uitgangspunten 4 3 Richtlijnen bij internet en e-mailen 5 4 Strafbare feiten 5 5 GSM-/ Cyberstalking 5 6 Fotorecht 5 7 Scholen scholen

Nadere informatie

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. Iedereen

online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. Iedereen Iedereen online! Telenet Foundation ondersteunt momenteel zo n 105 projecten in België. We bereikten al meer dan 111.000 mensen. 96 Telenet Jaarverslag 2012 Duurzaamheid Telenet Foundation Telenet Foundation

Nadere informatie

Omgaan met Digitale Media

Omgaan met Digitale Media Omgaan met Digitale Media September 2017 Organisatie van de leerlingenzorg CBS De Akker Inhoud: Inleiding... 3 Uitgangspunten... 3 Richtlijnen... 4 Schoolwebsite... 4 E-mail... 5 Mobiele telefoons... 5

Nadere informatie

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding

Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding Hoofdstuk 7 Willy van Berlo & Denise Twisk Seksueel geweld en seksuele grensoverschrijding We spreken van seksueel geweld als iemand wordt gedwongen iets seksueels te doen wat die persoon niet wilde, of

Nadere informatie

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag

Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag Verslag sessie 3: seksueel grensoverschrijdend gedrag a. Reactie discuttant (Erika Frans) De resultaten van Sexpert zijn gelijklopend met eerder onderzoek: o Meer vrouwen dan mannen zijn het slachtoffer

Nadere informatie

GEDRAGSCODE VOOR HET GEBRUIK VAN COMMUNICATIEMIDDELEN DOOR LEERLINGEN BINNEN DE OMO SCHOLENGROEP BERGEN OP ZOOM E.O.

GEDRAGSCODE VOOR HET GEBRUIK VAN COMMUNICATIEMIDDELEN DOOR LEERLINGEN BINNEN DE OMO SCHOLENGROEP BERGEN OP ZOOM E.O. GEDRAGSCODE VOOR HET GEBRUIK VAN COMMUNICATIEMIDDELEN DOOR LEERLINGEN BINNEN DE OMO SCHOLENGROEP BERGEN OP ZOOM E.O. Besproken CD d.d. februari 2011 Instemming MR d.d. 4 juli 2011 Vastgesteld CD d.d. 5

Nadere informatie

VRAGENLIJST n 09-023815-01 KINDEREN EN INTERNET VRAGENLIJST KINDEREN 11-16 05.05.2010

VRAGENLIJST n 09-023815-01 KINDEREN EN INTERNET VRAGENLIJST KINDEREN 11-16 05.05.2010 Ipsos Belgium WATERLOO OFFICE PARK, BAT. J, DREVE RICHELLE 161 1410 WATERLOO BELGIUM TEL. 02/642.47.11 / TELEFAX 02/648.34.08 CD VRAGENLIJST n 09-023815-01 KINDEREN EN INTERNET VRAGENLIJST KINDEREN 11-16

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012

PERSBERICHT Brussel, 24 februari 2012 PERSBERICHT Brussel, 24 februari 12 STEEDS MEER BELGEN HEBBEN TOEGANG TOT INTERNET In 11 had 77% van de huishoudens internettoegang, meestal via breedband. Dat blijkt uit de resultaten van de ICT enquête

Nadere informatie

Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey

Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey Cyberteens @ risk? Tieners verknocht aan internet, maar ook waakzaam voor risico s? Samenvatting survey Onderzoeksgroep Strategische Communicatie Universiteit Antwerpen Faculteit PSW, Departement CW, OSC,

Nadere informatie

Hoi! @sophietjes About Het plan 1. De toekomst van het internet. 2. Hoe jongeren bereiken online? Wat spreekt ze aan? Trends enzo. 3. Samengevat Maar eerst een vraagje Bron De toekomst van het internet

Nadere informatie

Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol

Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol Frankenskamp 4 3848 DE Harderwijk 0341-426704 - directiebron@stichtingvco.nl - www.debronharderwijk.nl Mobiele apparatuur, internet en sociale media protocol CBS DE BRON, EEN SCHOOL MET MEERWAARDE. Steeds

Nadere informatie

* Vermeld nooit privégegevens van de kinderen (naam, adres- en woonplaatsgegevens of telefoonnummers, e- mailadressen) op de website van school.

* Vermeld nooit privégegevens van de kinderen (naam, adres- en woonplaatsgegevens of telefoonnummers, e- mailadressen) op de website van school. Internetprotocol 1. Doel Dit document gaat over het gebruik van internet, e-mail en alle toepassingen die via internet gaan voor zowel het personeel als de leerlingen van onze school. Internet is niet

Nadere informatie

II. Cyberrisks Cyberrisico s Prof. dr. Michel Walrave & Sunna Lenaerts

II. Cyberrisks Cyberrisico s Prof. dr. Michel Walrave & Sunna Lenaerts 9/27/06 pag. 0 II. Cyberrisico s Prof. dr. Michel Walrave & Sunna Lenaerts Departement Communicatiewetenschappen Onderzoeksgroep Strategische Communicatie Teens and their parents generally think use of

Nadere informatie

EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: 55 miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen

EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: 55 miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen IP/8/899 Brussel, 9 december 8 EU keurt nieuw Programma veiliger internet goed: miljoen euro om het internet veiliger te maken voor kinderen Vanaf januari 9 zal de EU een nieuw programma voor een veiliger

Nadere informatie

Protocol Internetgebruik leerlingen

Protocol Internetgebruik leerlingen Protocol Internetgebruik leerlingen Inleiding De huidige tijd kenmerkt zich door een overvloed aan informatie die op eenvoudige wijze bereikbaar is. Sommige beelden en programma s zijn ongeschikt voor

Nadere informatie

Themarapport. Zeeuwse kinderen in de digitale wereld. Tot straks op Facebook! november 2014. Inleiding

Themarapport. Zeeuwse kinderen in de digitale wereld. Tot straks op Facebook! november 2014. Inleiding Themarapport Tot straks op Facebook! november 2014 Zeeuwse kinderen in de digitale wereld De Jeugdmonitor Zeeland is een samenwerkingsverband van de Provincie Zeeland, de 13 Zeeuwse gemeenten en verschillende

Nadere informatie

Online protocol. Internetgebruik en Social Media

Online protocol. Internetgebruik en Social Media Online protocol Internetgebruik en Social Media Versie: september 2018 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 3 2 Reglement... 4 Toepassing... 4 Uitgangspunten... 4 Sancties bij overtreding... 4 DNS-veiligheid-shield

Nadere informatie

De mediawijze adolescent

De mediawijze adolescent De mediawijze adolescent Amber Walraven, 12 november 2014 ITS, Radboud Universiteit Nijmegen 1 Inhoud Wat kunnen adolescenten wel op het gebied van mediawijsheid? Wat kunnen adolescenten niet op het gebied

Nadere informatie

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek

Samenvatting. Achtergrond van het onderzoek. Doel en vraagstelling van het onderzoek Samenvatting Achtergrond van het onderzoek Tot op heden zijn er in Nederland geen cijfers beschikbaar over de omvang van kindermishandeling. Deze cijfers zijn hard nodig; kennis over de aard en omvang

Nadere informatie

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht

Utrecht, maart Rutgers Arthur van Schendelstraat MJ Utrecht Postbus GA Utrecht Arthur van Schendelstraat 696 3511 MJ Utrecht Postbus 9022 3506 GA Utrecht +31(0)30 231 34 31 office@rutgers.nl www.rutgers.nl www.rutgers.international Utrecht, maart 2017 BIC ABNA NL 2A IBAN NL18 ABNA

Nadere informatie

Effectief opvoeden online. Liesbeth De Ridder (EXPOO) Hadewijch Vanwynsberghe (Mediawijs.be)

Effectief opvoeden online. Liesbeth De Ridder (EXPOO) Hadewijch Vanwynsberghe (Mediawijs.be) Effectief opvoeden online Liesbeth De Ridder (EXPOO) Hadewijch Vanwynsberghe (Mediawijs.be) Inloggen op Socrative http://www.socrative.com/ Code: Hadewijch Wat is media opvoeding volgens u? Wat is mediaopvoeding?

Nadere informatie

ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie

ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie ICCS-Vlaanderen 2016 Internationaal vergelijkend onderzoek burgerschapseducatie International Civic and Citizenship Survey ICCS-2016 ICCS = internationaal vergelijkend onderzoek bij leerlingen uit het

Nadere informatie