Als je als jeugdhulpverlener kindermishandeling meldt bij het Bureau Vertrouwensarts, dan schend je het beroepsgeheim. a. Waar b.

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Als je als jeugdhulpverlener kindermishandeling meldt bij het Bureau Vertrouwensarts, dan schend je het beroepsgeheim. a. Waar b."

Clara Desmet
7 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 Meerkeuzevragen Vraag 1 Hoeveel kinderen ongeveer hebben er per jaar in Nederland met kindermishandeling te maken? a b c d Vraag 2 We onderscheiden in Nederland verschillende vormen van kindermishandeling. Welke vorm komt in Nederland niet voor? a. Lichamelijke verwaarlozing b. Emotionele verwaarlozing c. Emotioneel misbruik d. Kinderarbeid e. Lichamelijk misbruik Vraag 3 Als je als jeugdhulpverlener kindermishandeling meldt bij het Bureau Vertrouwensarts, dan schend je het beroepsgeheim. a. Waar b. Niet waar Vraag 4 Welke van de onderstaande factoren kan een reden zijn om het beroepsgeheim te doorbreken? Voor een correct antwoord is meer dan één keuze mogelijk. a. Toestemming van de cliënt b. Wettelijk voorschrift c. Toestemming van de familie d. Toestemming van de directeur e. Overmacht/noodtoestand f. Eigen geweten Vraag 5 Bij het melden van kindermishandeling spelen leraren en hulpverleners: a. een rol b. geen rol c. een sleutelrol Vraag 6a Sommige mensen zien morele vorming van jongeren als overdracht van waarden en normen, anderen als een verheldering van waarden en normen en weer anderen als communicatie over waarden en normen. Geef van onderstaande uitspraak aan om welke van deze drie het gaat. Vul in het lege vak in: overdracht, verheldering of communicatie. Pagina 1 van 5

2 'Is die waarde belangrijk voor jou?' Vraag 6b 'Waarom is die waarde zo belangrijk voor jou?' Vraag 6c 'Je moet eerlijk zijn tegenover je groepsleider.' Vraag 6d 'Waarom zou homoseksualiteit slechter zijn dan heteroseksualiteit?' Vraag 6e 'Daar moeten wij in ons team over praten.' Vraag 6f 'Hoe voelde je je, toen je haar zo getreiterd had?' Vraag 7a Kohlberg (zie basisboek par. 1.3) beschrijft de ontwikkeling van het morele besef in drie stadia. Geef van onderstaande uitspraak aan in welke stadium zij thuishoort. Vul in het lege vak in: 1, 2 of 3. 'Annalies wil graag een piercing, want dat hebben alle leden van haar vriendinnengroep.' Vraag 7b 'Jantje ruimt altijd zijn speelgoed op voor het avondeten; anders mag hij niet naar het jeugdjournaal kijken.' Vraag 7c 'Nynke gaat iedere week een avond werken in het asielzoekerscentrum, omdat zij vindt dat we Pagina 2 van 5

3 solidair moeten zijn met mensen uit andere landen.' Vraag 7d Bas: 'Ik vind dat de kansen van mensen in deze wereld ongelijk verdeeld zijn. Ik zoek een beroep om daar verandering in te brengen.' Vraag 7e 'Ik houd mij aan de maximumsnelheid, want anders krijg ik een bekeuring.' Vraag 7f 'Laatst hebben wij een telefooncel in elkaar geramd en de telefoon meegenomen. Als je niet meedoet, ben je een softy. We waren met z'n tienen. Soms wil je niet meedoen, maar dan hoor je "kom op, kom op", dan doe je vanzelf mee.' Vraag 7g 'Ik zou wel graag mee willen doen met die kraak, maar ben bang om gepakt te worden door de politie.' Vraag 8 Welke vorm van waardenoverdracht is het beste om jeugdcriminaliteit te voorkomen? a. Verheldering b. Communicatie c. Overdracht Vraag 9 Welke van onderstaande uitspraken is onjuist? (zie basisboek par. 1.4) a. Mannen stellen andere waarden centraal dan vrouwen. b. Mannen hebben een andere moraal. c. Mannen oordelen intuïtiever dan vrouwen. d. De morele instelling van mannen en vrouwen verschilt. Vraag 10 relaties Volgens feministen laten vrouwen zich niet zozeer leiden door principes of beginselen, maar door: Vraag 11a Gilligan ziet twee morele talen, namelijk die van de rechtenethiek en die van de zorgethiek of zorgmoraal. Geef van onderstaande uitspraak aan of zij valt binnen de rechtenethiek of binnen de zorgethiek. Pagina 3 van 5

4 'De mens is een autonoom individu.' Vraag 11b 'We zoeken naar een gedeelde morele ervaring.' Vraag 11c 'Ik heb recht op zelfbeschikking.' Vraag 11d 'Ik ben verantwoordelijk voor anderen.' Vraag 12, slotvraag Een jeugdhulpverlener die voor de rechter verschijnt vanwege het geheim houden van een verblijfplaats van een weggelopen minderjarige kan zich beroepen op zijn beroepsgeheim. a. Waar b. Niet waar Pagina 4 van 5

5 Antwoorden 1. c d. Kinderarbeid 3. a. waar 4. a. Toestemming van de cliënt,b. Wettelijk voorschrift,e. Overmacht/noodtoestand 5. c. een sleutelrol 6a. verheldering 6b. communicatie 6c. overdracht 6d. communicatie 6e. communicatie 6f. verheldering 7a. 2 7b. 1 7c. 3 7d. 3 7e. 1 7f. 2 7g b. Communicatie 9. c. Mannen oordelen intuïtiever dan vrouwen. 10. relaties 11a. rechtenethiek 11b. zorgethiek 11c. rechtenethiek 11d. zorgethiek 12. b. niet waar Pagina 5 van 5

Vergelijkbare documenten

met het beroepsgeheim

met het beroepsgeheim 1 met het beroepsgeheim Sommige problemen, ziektes, kan je niet in je eentje oplossen. Om deze problemen aan te pakken, heb je hulp nodig van mensen die meer ervaring hebben, of die