SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN

Transcriptie

1 cursus SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN Samen-Werk-Boek..

2 Inhoudsopgave Samen-werken met de mensen om jou heen Wat gaan we doen in deze cursus?... 4 Jezelf voorstellen... 5 De mensen om je heen... 6 Met iedereen heb je een andere relatie... 7 Ik help?... 8 Wie helpt mij? Samenwerken Invulblad: Hoe ziet bij jou de driehoek eruit? Elkaar helpen Overleggen hoe doe je dat? Jij en je woning Invulblad: Jij en je woning Jij en je werk Invulblad: Jij en je werk Jij en je vrije tijd Invulblad: Jij en je vrije tijd Mijn wensen, plannen en acties Samengevat Tot slot Opdrachten die je thuis maakt

3 Inleiding SAMEN-WERKEN MET DE MENSEN OM JOU HEEN In jouw leven heb jij te maken met veel mensen om je heen: Familie Partner Vrienden Buren Ondersteuners Deze mensen zijn onderdeel van jouw leven. Dat betekent dat je met elkaar te maken hebt, met elkaar overlegt en samenwerkt. Jij doet wat voor hun en zij doen wat voor jou. Jij kunt hun helpen en zij kunnen jou helpen. Zo kan jij aangeven wat jij wilt en de mensen uit jouw omgeving kunnen ook zeggen wat zij willen en wat zij belangrijk vinden. Hoe kun je goed samenwerken met de mensen om je heen? Deze cursus kan je daarbij helpen. Tijdens de cursus maak je een Samen-Werk-Boek. Ook de mensen om je heen: je familie, begeleiders, kunnen een Samenwerkcursus volgen bij Zozijn. Deze cursus Samenwerken in de driehoek wordt gegeven door Unit opleiden van Zozijn. 3

4 Wat gaan we doen in deze cursus? In deze cursus gaan we kijken naar de mensen om jou heen, bijvoorbeeld je ouders, broers/ zussen, vrienden, maar ook je ondersteuner, collega s en buren. Wij gaan praten over wie de mensen om jou heen zijn. We gaan ook kijken naar wat jij belangrijk vindt? En wat jij graag zou willen? Met de mensen uit jouw omgeving heb je verschillende relaties. Bij de één kun je heel goed zeggen wat je leuk vindt. Bij een ander juist niet. Van de één word je blij of juist heel boos. En zo zijn er meer verschillen. We gaan praten over hoe dat bij jou is. Het wordt steeds belangrijker om elkaar te helpen. We gaan praten over wie jij helpt en wie jou helpt. Om te weten of je iets anders zou willen, ga je eerst nadenken over wat jij goed vindt in je leven. Dat doe je voor wonen, je werk en vrije tijd. Daarna kun je kijken of je iets anders zou willen. Om goed te kunnen oefenen met samenwerken, kan je opdrachten krijgen die je thuis mag maken. Jij Familie Begeleider 4

5 Jezelf voorstellen Mijn naam is: Mijn familie is: Vader : Moeder : Broer : Zus : Partner : Oom :.. Mijn vrienden zijn: Ik woon: Ik werk bij: In mijn vrije tijd ga ik: 5

6 De mensen om je heen Ik woon met Op mijn woning ga ik om met Ik werk bij Ik werk samen met In mijn vrije tijd doe ik Dat doe ik samen met 6

7 Met iedereen heb je een andere relatie Vul de ballonnen in. Van word ik heel blij Ik kan heel goed praten met Heeft altijd tijd voor mij Als ik verdriet heb praat ik met Kan ik veel plezier mee maken. 7

8 Ik help? Ik help.. met Wie Waarmee help ik? Ik Wie Waarmee help ik? Wie Waarmee help ik? 8

9 Invulblad: Ik help? Ik help.. met Wie Waarmee help ik? Ik Wie Waarmee help ik? Wie Waarmee help ik? 9

10 Wie helpt mij? Wat doet hij/ zij Wie Wat doet hij/ zij? Wie Wat doet hij/ zij? Ik Wie Wat doet hij/ zij? 10

11 Invulblad: Wie helpt mij? Wat doet hij/ zij Wie Wat doet hij/ zij? Wie Wat doet hij/ zij? Ik Wie Wat doet hij/ zij? 11

12 Samenwerken De driehoek laat zien dat je altijd met elkaar te maken hebt. Wanneer je wilt samenwerken met de mensen om je heen, ga je met elkaar in gesprek. Jij Familie Begeleider Jij Familie Begeleider 12

13 Invulblad: Hoe ziet bij jou de driehoek eruit? Vul de onderstaande driehoek in. Ik 13

14 Elkaar helpen Als je een ander gaat helpen, bespreek je met elkaar hoe je dat gaat doen. Denk aan de driehoek Met wie heb jij al eens een gesprek gehad? ik met... Hoe ging dat? Heeft iemand al eens iets met jou besproken? Wie was dat? Wie: ik Hoe ging dat? 14

15 Overleggen hoe doe je dat? Wat kan je doen om goed te overleggen? 15

16 Jij en je woning Wat vind jij leuk op je woning? Wat is niet leuk? 16

17 Wil jij wat anders op je woning? Ja Nee Wat zou je willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Hoe ga je dat aanpakken? Wie of wat kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? 17

18 Invulblad: Jij en je woning Wil jij wat anders? Ja Nee Wat zou jij willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Wat of wie kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? Hoe ga je dat aanpakken? 18

19 Jij en je werk Wat is leuk op je werk? Wat is niet leuk? 19

20 Wil jij wat anders op je werk? Ja Nee Wat zou je willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Hoe ga je dat aanpakken? Wie of wat kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? 20

21 Invulblad: Jij en je werk Wil jij wat anders op je werk? Ja Nee Wat zou jij willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Wat of wie kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? Hoe ga je dat aanpakken? 21

22 Jij en je vrije tijd Wat doe jij graag in je vrije tijd? Wat is niet leuk? 22

23 Zou je meer of iets anders willen doen in je vrije tijd? Ja Nee Wat zou je willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Hoe ga je dat aanpakken? Wie of wat kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? 23

24 Invulblad: Jij en je vrije tijd Wil jij wat anders in je vrije tijd? Ja Nee Wat zou jij willen en waarom? Voor wie kan het nog meer anders worden? Kun jij dat zelf regelen? Nee Ja Wat of wie kan jou helpen? Hoe ga je dat doen? Hoe ga je dat aanpakken? 24

25 Mijn wensen, plannen en acties Vul hier in je wensen, je plannen en de acties. 25

26 Samengevat Je weet meer over jezelf. Je weet wat je wel en niet leuk vindt. Je weet wat je anders zou willen. Je weet hoe je dat kan doen. Je weet wat het betekent voor een ander. Je weet wanneer je dat bespreekt. 26

27 Tot slot Wat vond je van de cursus? Helemaal niet leuk Niet zo leuk Ging wel Een beetje leuk Erg leuk Waarom? Wat heb je geleerd door het invullen van het Samen-Werk-Boek? Niets geleerd Weinig geleerd Weet niet of ik wat geleerd heb Wel wat geleerd Veel geleerd Wat heb je geleerd? 27

28 Door de cursus weet ik beter hoe ik moet overleggen? Nee Weet niet Ja Waarom? Door de cursus weet ik beter wanneer ik moet overleggen? Nee Weet niet Ja Waarom? 28

29 Opdrachten die je thuis maakt Datum Wat ga ik maken/ doen? Alleen of met? 29

30 30