Zin in Chocolade De Invloed van Verzadiging op Impliciete Metingen van Motivatie en Valentie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Zin in Chocolade De Invloed van Verzadiging op Impliciete Metingen van Motivatie en Valentie"
  • Leo Vos
  • 7 jaren geleden
  • Aantal bezoeken:

Transcriptie

1 Zin in Chocolade De Invloed van Verzadiging op Impliciete Metingen van Motivatie en Valentie Werkstuk Klinische Psychologie Begeleider Tom Beckers Student Daan Geleijnse Studentnummer Datum 10 november 2009 Universiteit van Amsterdam

2 Inhoudsopgave Samenvatting 2 Inleiding 3 Methode 7 Resultaten 13 Discussie 17 Literatuur 21 Bijlage 23 1

3 Samenvatting In onderzoek naar automatische emotionele reacties wordt onder andere gebruikt gemaakt van de Implicit Association Test (IAT) en een Symbolische Approach Avoidance Taak (SAAT). In dit experiment werd onderzocht in welke mate deze taken impliciete metingen van valentie of motivatie zijn. Er werden 49 chocoladeliefhebbers verdeeld in een verzadigende en een onverzadigende conditie waar zij respectievelijk een grote en een kleine hoeveelheid chocolade aten. Vervolgens werden de IAT, de SAAT en de Attitudes towards Chocolate Questionnaire afgenomen. Afbeeldingen van chocolade en Lego werden gebruikt als stimuli. Proefpersonen bleken in beide condities een toenaderingstendens op de SAAT en een positieve associatie op de IAT ten opzichte van chocolade te vertonen die niet significant verschilde tussen condities. De SAAT en de IAT correleerden met elkaar. De IAT lijkt een relatief stabiele meting van valentie, de SAAT lijkt deels dezelfde trek te meten en mogelijk deels een momentane motivationele staat. Exploratieve bevindingen en methodologische punten worden besproken. 2

4 Inleiding Veel psychologische stoornissen gaan gepaard met afwijkingen in de automatische emotionele reactie op stimuli. Wanneer bijvoorbeeld geconfronteerd met een ongevaarlijke spin kan iemand met een spinnenfobie het dier automatisch als zeer bedreigend evalueren, een hevige automatische lichamelijke reactie vertonen, en een overheersende neiging voelen om de spin te vermijden. In onderzoek naar de processen die hierbij een rol spelen, wordt onder meer gebruik gemaakt van reactietijd taken (Stimulus Response Compatibility of SRC taken). Hierin kunnen de automatische reacties tot uitdrukking komen in de reactietijd voor bepaalde pathologie-relevante prikkels (bv., Implicit Association Test, Visual Dot Probe, Approach Avoidance Task; Wiers, Van Woerden & Smulders, 2002; Bradley et al., 2004; Rinck & Becker, 2007). In dergelijke taken wordt verondersteld dat wanneer de in de instructie gevraagde respons niet compatibel is met de automatische reactie die de stimulus bij de proefpersoon uitlokt, de reactietijd hoger zal zijn dan wanneer de gevraagde respons wel overeenkomt met de automatische reactie. Er bestaat echter onduidelijkheid over de relatieve bijdrage van verschillende processen aan automatische emotionele reacties en daarmee de interpretatie van geobserveerde reactietijden. Om dit probleem goed te kunnen beschouwen zal eerst worden ingegaan op de theorie omtrent deze processen en vervolgens op verschillende onderzoeken naar emotionele reacties waarin gebruik werd gemaakt van reactietijd taken. Dit zal leiden tot de probleemstelling en het huidige onderzoek. In de emotietheorie wordt ervan uitgegaan dat er bij emotionele reacties drie verschillende componenten een belangrijke rol spelen: evaluatie van de stimulus, fysiologische arousal en een actietendens (Frijda, 1986; Lang, Bradley & Cuthbert, 1997). Frijda beschrijft een emotionele reactie als een (cognitief) proces van stimulus evaluatie, beïnvloed door bijvoorbeeld persoonlijke relevantie en context van de stimulus, dat eindigt in een fysiologische arousal en een bepaalde actiegereedheid. Lang et al. beschrijven de automatische emotionele verwerking van stimuli volgens een bi-dimensionaal model dat in de basis bestaat uit de activatie van een appetitief tegenover een aversief motivationeel systeem. Er wordt verondersteld dat deze activatie zich uit op vrijwel dezelfde drie gebieden genoemd door Frijda: in expressie, in (psycho)fysiologie en in overt gedrag. Bij een automatische reactie op een emotionele prikkel lijkt er een evaluatief proces plaats te vinden waarbij valentie van de prikkel wordt bepaald, er treden waarneembare fysiologische reacties op in de vorm van arousal of bijvoorbeeld een startle reflex, en er wordt een basale tendens om toe te naderen of te ontwijken geactiveerd. Er zijn verschillende instrumenten beschikbaar voor het meten van de verschillende componenten van een automatische emotionele reactie. Zo zijn er talloze objectieve fysiologiematen gebruikt om de arousal aan te tonen, zoals huidgeleiding, hartslag en de genoemde startle reflex (Lang et al., 1997). Voor het meten van evaluatie is men in de psychogie in sterke mate afhankelijk van een bepaalde mate van introspectie in bijvoorbeeld populaire zelfrapportagevragenlijsten. Het is echter bekend dat de expliciete wijze van vragen naar de te meten variabele verschillende vormen van bias kan opleveren, zoals een effect van sociale wenselijkheid (Greenwald, McGhee & Schwartz, 1998). Door gebruik te maken van het principe van Stimulus Respons Compatibility hoeft er niet vertrouwd te worden op het introspectieve vermogen van de proefpersoon, maar ontstaat er de mogelijkheid om evaluatieve processen op meer impliciete wijze te meten (Kornblum, Hasbroucq, & Osman, 1990). Een veelgebruikte test gebaseerd op dit principe is de Implicit Association Test (IAT), waarmee een persoonlijke associatie tussen valentie en een stimulus kan worden aangetoond (Greenwald et al., 1998; Palfai & Ostafin, 2003). In de IAT worden automatische evaluatieve associaties gemeten door de proefpersoon een serie stimuli (plaatjes en/of woorden) in verschillende trial blokken op de computer zo 3

5 snel mogelijk correct te laten categoriseren (Greenwald et al., 1998). Gedurende de taak bedient de proefpersoon dezelfde twee toetsen, waarbij de ene toets dient voor het toewijzen van een stimulus aan een categorie links in beeld en de andere voor de categorie rechts in beeld. Doorgaans worden er twee target categorieën (bv., bloemen en insecten ) gebruikt en twee evaluatieve categorieën (bv., goed en slecht ). Eerst wordt er geoefend met het toewijzen van positieve en negatieve woorden aan de twee evaluatieve categorieën en vervolgens met het toewijzen van de target stimuli aan de bijbehorende categorieën. In een trial verschijnt de stimulus in het midden van het scherm en gedurende een trial blok blijven de twee target of evaluatieve categorieën links en rechts in beeld. Ook zijn er trial blokken waar de target categorieën gepaard met congruente evaluatieve categorieën (bv., bloemengoed links en insecten-slecht rechts) of incongruente ( insecten-goed links en bloemenslecht rechts) worden aangeboden. Er wordt aangenomen dat proefpersonen sneller antwoorden wanneer twee sterk geassocieerde (congruente) categorieën gecombineerd zijn. Evaluatieve associaties van de proefpersoon kunnen zorgen voor een vertraagde reactie in de incongruente trial blokken. Het geobserveerde verschil in gemiddelde reactietijd tussen de congruente en incongruente blokken trials levert een index op van de impliciete evaluatie van een targetcategorie. Hoe groter het verschil, hoe sterker de associatie is. De gevonden associaties binnen de IAT hebben altijd een relatieve betekenis. Insecten zijn negatief ten opzichte van bloemen. De IAT kan ook gebruikt kan worden om een positieve associatie aan het licht te brengen, bloemen zijn positief ten opzichte van insecten. Door gebruik te maken van een neutrale contrastcategorie zou men de relatieve valentie (positief of negatief) kunnen meten (Greenwald et al., 1998). De IAT lijkt niet gevoelig voor sociale wenselijkheid, en vertoont redelijke tot goede psychometrische kwaliteiten (Greenwald et al., 1998; Banse, Zeise & Zerbes, 2001; Greenwald & Nosek, 2001; Egloff & Schmukle, 2002). De IAT bleek onder andere in onderzoek naar attitudes expliciet ontkende vooroordelen over zwarte en blanke Amerikanen (Greenwald et al., 1998) en homosexualiteit (Banse, Zeise & Zerbes, 2001) aan het licht te kunnen brengen. De IAT is succesvol gebruikt om zelfwaardering en zelfconcept te meten (Greenwald & Farnham; 2000) en de meetmethode wordt in toenemende mate gebruikt om inzicht te krijgen in afwijkende automatische emotionele reacties bij psychopathologie. Teachman, Gregg en Woody (2001) onderzochten bijvoorbeeld of gerapporteerde angsten voor spinnen of slangen impliciete associaties zouden opleveren voor de gevreesde stimuli op de IAT. De IAT bleek goed in staat te onderscheid te maken tussen proefpersonen met angst voor spinnen en angst voor slangen. In een vervolgonderzoek (Teachman & Woody, 2003) bleek de IAT tevens bruikbaar om de verandering in impliciete negatieve associaties te meten bij proefpersonen met een spinnenfobie in de loop van een therapeutische exposure behandeling. De onderzoekers concludeerden dat de IAT gebruikt zou kunnen worden om behandeluitkomsten te meten. In onderzoek naar processen betrokken bij verslaving is de IAT ook ingezet. In tegenstelling tot verwachting bleek uit verschillende onderzoeken een negatieve impliciete associatie te bestaan voor roken onder zowel rokers als niet-rokers (Waters et al., 2007) en een negatieve associatie voor alcohol onder zowel gematigde als zware drinkers (Wiers et al., 2002). Dit in tegenstelling tot positieve expliciete beoordelingen van roken en alcoholgebruik door gebruikers. Wel bleek er bij niet-rokers een sterkere negatieve associatie met roken te bestaan dan bij rokers (De Houwer, Custers & De Clercq, 2006). De Houwer et al. gaven aan dat, gezien de IAT gevoelig kan zijn voor maatschappelijke denkbeelden, de sterk negatieve kijk op roken en overmatig alcoholgebruik die in de maatschappij aanwezig is, verantwoordelijk kan zijn voor deze negatieve associatie. De impliciet geactiveerde kennis van maatschappelijke denkbeelden en negatieve evaluatie van bijvoorbeeld roken, maskeert dan de meer positieve persoonlijke associatie met roken. Huijding en de Jong (2005) toonden aan dat een versie van de IAT waarbij gebruik werd gemaakt van afbeeldingen die zich 4

6 richten op de sensorische aspecten van het roken, wel een positieve impliciete associatie opleverde onder rokers versus een negatieve onder niet rokers. De Houwer et al. toonden aan dat een versie van de IAT, die was aangepast om de persoonlijke en in mindere mate een maatschappelijke associatie te meten, een positieve impliciete associatie kon aantonen met roken onder rokers. Hoewel de IAT inzicht kan geven in impliciete evaluatie van stimuli, lijkt met name in processen betrokken bij verslaving en middelengebruik een discrepantie te kunnen bestaan tussen impliciete evaluatie en gedrag. Er wordt verondersteld dat evaluatie en gedrag niet altijd synchroon lopen (Wiers et al., 2002). Mensen met een verslaving kunnen het object van hun verslaving negatief evalueren, maar toch toenaderingsgedrag vertonen ten opzichte hiervan. Hoewel het mogelijk lijkt de IAT hierop aan te passen, zou een impliciete meting van een gedragstendens in plaats van een attitude mogelijk beter geschikt zijn voor het voorspellen van gedrag. Het is echter nog niet duidelijk of er een goede methode beschikbaar is voor het meten van de gedragstendens. Gebruikte methodes voor het meten van de automatische gedragstendens zijn eveneens gebaseerd op het principe van stimulus-respons compatibiliteit. In plaats van stimuli te categoriseren zoals in de IAT, wordt de proefpersoon geïnstrueerd om een toenaderings- of vermijdingsrespons te maken naar de stimulus. De instructie die compatibel is met de tendens die door de stimulus wordt opgeroepen, zal door de proefpersoon sneller kunnen worden uitgevoerd dan de instructie die niet compatibel is. Het verschil in reactiesnelheid tussen de toenaderings- en vermijdingsrespons op de stimulus toont de impliciete gedragstendens. De toenaderings- of vermijdingsrespons kan geoperationaliseerd worden door bijvoorbeeld het aantrekken of wegduwen van een handel (Chen & Bargh, 1997) of het voor- of achteruit bewegen van een joystick (Rinck & Becker, 2007). In het onderzoek van Rinck en Becker (2007) werden proefpersonen met en zonder angst voor spinnen gevraagd om in een Approach-Avoidance taak toenaderings- en vermijdingsresponsen te geven met een joystick in reactie op afbeeldingen van spinnen en neutrale plaatjes. Bij afbeeldingen van spinnen reageerden angstige proefpersonen significant sneller bij het wegduwen dan het naar zich toe bewegen van de joystick vergeleken met neutrale afbeeldingen. Bij niet-angstige proefpersonen bleek er geen significant verschil in reactietijd tussen de verschillende afbeeldingen. De resultaten werden toegeschreven aan de actietendens van mensen met angst voor spinnen om (afbeeldingen van) spinnen te vermijden, ofwel een avoidance bias. De resultaten op de taak bleken meer krachtige voorspellers voor daadwerkelijk vermijdingsgedrag dan expliciete vragenlijsten. Van Gucht, Vansteenwegen, Van den Bergh en Beckers (2008) maakten gebruik van een Symbolische Approach-Avoidance Taak (SAAT) gebaseerd op het principe van stimulusrespons compatibiliteit om een geconditioneerde toenaderings- of vermijdingstendens te meten. In het experiment werd middels klassieke conditionering een dienblad van een bepaalde kleur (CS+) gekoppeld de verwachting chocolade te krijgen, een dienblad van een andere kleur (CS-) werd gekoppeld aan de verwachting geen chocolade te krijgen. De SAAT werd gebruikt om te onderzoeken of de CS+ vervolgens een toenaderingstendens kon oproepen. In de taak werden proefpersonen in 20 trials gevraagd een abstract mensfiguur op het computerscherm naar een afbeelding van de CS+ toe te bewegen en van een afbeelding van de CS- weg, door te drukken op een toetsenbord. In 20 trials ervoor of erna kregen zij de omgekeerde instructie. Van Gucht et al. veronderstelden dat het verschil in reactietijd tussen beide instructies kan worden geïnterpreteerd als het gevolg van een neiging automatisch toenaderings- dan wel vermijdingsgedrag te vertonen ten opzichte van de stimulus. Proefpersonen bleken sneller te reageren wanneer hen gevraagd werd de figuur naar de CS+ toe en van de CS- weg te bewegen, vergeleken met de omgekeerde instructie. De onderzoekers concludeerden dat geonditioneerde stimuli een toenaderingstendens op konden 5

7 roepen en dat de SAAT de mogelijkheid biedt tot het meten van toenaderings- en vermijdingsgedrag bij dergelijke stimuli. Daarmee zou de taak bruikbaar zijn voor het onderzoeken van processen betrokken bij verslaving en terugval en hierbij mogelijk een hoge mate van ecologische validiteit bezitten. De door Van Gucht et al. (2008) gebruikte SAAT betrof een aangepaste versie van die gebruikt door Bradley et al. (2004) in een onderzoek naar processen betrokken bij rookverslaving. Bradley et al. vroegen de proefpersonen (rokers en niet-rokers) om de figuur in de computertaak naar de afbeelding van de stimulus toe te bewegen wanneer de stimulus gerelateerd was aan roken en ervan weg te bewegen wanneer de stimulus niet gerelateerd was aan roken. Hier voor of na werd de omgekeerde instructie gebruikt. Zij veronderstelden dat rokers sneller zouden reageren bij de instructie de figuur naar de rokengerelateerde stimuli toe te bewegen dan er vanaf, terwijl voor niet-rokers het omgekeerde effect verwacht werd. Dit bleek voor rokers het geval, voor niet-rokers werd geen significant verschil gevonden tussen de instructies. De taak bleek hiermee in staat een toenaderingstendens aan te tonen ten opzichte van rokengerelateerde stimuli. De onderzoekers denken dat de toenaderingstendens voor rokengerelateerde stimuli bij rokers het gevolg is van het richten van extra aandacht op als aantrekkelijk geëvalueerde rookgerelateerde stimuli. De gevonden voorkeur voor het toenaderen van rokengerelateerde stimuli bij rokers werd daarmee geïnterpreteerd als een impliciete index van de valentie van de stimulus. Deze interpretatie van de resultaten van de SAAT verschilt van die van Van Gucht et al., welke verschillen in gemiddelde reactietijd interpreteren als een representatie van een actietendens op zich. In een onderzoek naar extern eetgedrag (eten in reactie op externe triggers), selectieve aandacht en toenaderingstendens bij afbeeldingen van voedsel werd eveneens gebruik gemaakt van de SAAT (Brignell et al., 2008). Hierin werd onder andere geconcludeerd dat de SAAT gevoelig was voor individuele verschillen in de toenaderingstendens ten opzichte van voedselstimuli. De tendens was significant groter voor proefpersonen die hoog scoorden op extern eetgedrag dan voor proefpersonen die daar laag op scoorden. De onderzoekers gaven hierbij aan de SAAT te gebruiken als een indirecte meting voor stimulusevaluatieprocessen. De onderzoekers maakten niet duidelijk welk evaluatieproces precies gemeten werd en in welke mate zij de SAAT interpreteerden als een meting van actietendens of valentie. Het huidige experiment heeft het doel meer helderheid te scheppen over de validiteit van de SAAT door te onderzoeken in welke mate deze SRC taak een impliciete meting is van de valentie die geassocieerd is met een stimulus, of van een automatische gedragstendens, namelijk neiging tot toenaderen of vermijden van een stimulus. Indien de taak motivationele gedragstendensen ten opzichte van specifieke stimuli meet, onafhankelijk van met de stimuli geassocieerde valentie, kan dit een zeer geschikt instrument zijn voor het onafhankelijk onderzoeken van verschillende processen betrokken bij reactiviteit op stimuli. Dit is met name relevant indien processen van evaluatie en motivatie niet altijd synchroon lopen zoals Wiers et al. (2002) suggereren, of wanneer persoonlijke impliciete evaluatieve associaties gemaskeerd worden door evaluatieve associaties binnen maatschappelijke denkbeelden. Het impliciet kunnen meten van een gedragstendens in plaats van een attitude of geassocieerde valentie kan mogelijk meer valide resultaten opleveren voor evaluatie van behandelresultaten en het voorspellen van terugval bij eetstoornissen en middelenafhankelijkheid. In dit onderzoek wordt de gedragstendens of neiging tot toenaderen of vermijden geïnterpreteerd als een relatief momentane motivationele staat die sterk onderhevig is aan fluctuaties in behoeftes of drives. Geassocieerde valentie wordt daarentegen beschouwd als een relatief constante en langdurige één-dimensionale (positief-negatief) attitude ten opzichte van een specifiek onderwerp of object. Valentie wordt verondersteld minder sterk onderhevig te zijn aan fluctuaties in behoeftes of drives ten opzichte van een stimulus. Wanneer dit het geval is, zal bij manipulatie van deze behoefte of drive ten opzichte van een specifieke 6

8 stimulus de valentie ten opzichte van deze stimulus gelijk blijven, waar de neiging tot het toenaderen of vermijden van de stimulus zal veranderen. Wanneer de SAAT een tendens tot toenadering/vermijding meet, zou een manipulatie van de momentane behoefte of drive effect moeten hebben op de resultaten, terwijl een meting van impliciete valentie met de IAT hierdoor niet beïnvloed zal worden. In dit experiment wordt gebruik gemaakt van chocolade als targetstimulus. Chocolade is een stof waarnaar in Westerse culturen het meest frequent wordt verlangd (Rozin, Levine & Stoess, 1991) en zou in staat moeten zijn een sterke positieve associatie op te roepen. Van Gucht et al. (2008) tonen aan dat chocolade een geschikte stof is om processen betrokken bij conditionering en reactiviteit op stimuli te onderzoeken en dat stimuli geassocieerd met het eten van chocolade een toenaderingsreactie kunnen oproepen op de SAAT. Chocolade is daarnaast klinisch relevant omdat de stof soortgelijke psychofysiologische en gedragsmatige reacties kan oproepen als bij drugsverslaving (Bruinsma & Taren, 1999) en de behoefte aan chocolade kan leiden tot problematische eetbuien. Desondanks is chocolade een relatief ongevaarlijke stof die zonder sterke ethische bezwaren kan worden aangeboden aan proefpersonen. De behoefte aan chocolade kan verder relatief geïsoleerd onderzocht worden, in populaties die vrij zijn van co-morbide psychopathologie (dit in tegenstelling tot populaties met bijvoorbeeld alcoholistische individuen; Hasin et al., 2007). De behoefte aan chocolade kan opgeroepen worden door proefpersonen die van chocolade houden vooraf aan het experiment een bepaalde hoeveelheid chocolade te tonen, hen daaraan te laten ruiken (Van Gucht et al., 2008) en een kleine hoeveelheid te laten consumeren. Deze behoefte of drive kan vervolgens vrij eenvoudig gemanipuleerd worden, door de proefpersonen al dan niet een voldoende hoeveelheid te laten consumeren om verzadiging te laten optreden. Dit maakt het mogelijk om de vraag te beanwoorden in welke mate metingen met de SAAT en IAT een momentane motivationele staat dan wel een meer stabiele attitude of associatie met valentie reflecteren. Voor het experiment zijn de volgende hypotheses opgesteld: De invloed van verzadiging zal niet zichtbaar zijn op de Implicit Association Test, waar tussen beide condities geen verschillen in impliciete associatie (verschil in reactietijd tussen congruente en incongruente categorisaties) tussen chocolade en valentie te zien zal zijn. Proefpersonen in de conditie waar de instructie wordt gegeven een relatief grote, verzadigende hoeveelheid chocolade te nuttigen, zullen een minder sterke symbolische toenaderingstendens vertonen ten opzichte van afbeeldingen van chocolade op de SAAT vergeleken met de conditie waar proefpersonen de instructie wordt gegeven een relatief kleine, behoefte-opwekkende hoeveelheid chocolade te nuttigen. Methode Proefpersonen Aan het experiment namen 49 proefpersonen deel, waarvan 12 mannen. De proefpersonen waren eerstejaars psychologiestudenten aan de Universiteit van Amsterdam met een leeftijd (door 4 proefpersonen niet gerapporteerd) tussen de 18 en 36 (M = 22.0, SD = 4.0, n = 45) en een Body Mass Index (BMI) tussen de 17.3 en de 34.6 (M = 21.8, SD = 2.9). Het proefpersoonschap is een verplicht onderdeel van de propedeuse, proefpersonen werden beloond met een punt voor dit onderdeel. Deelname was enkel mogelijk wanneer de proefpersoon kon bevestigen graag chocolade te eten en 24 uur voor aanvang van het experiment geen chocolade te hebben gegeten. De proefpersonen werden aselect toegewezen aan de condities. Zij verschilden niet significant van elkaar tussen condities op de variabelen geslacht (χ 2 (1) = 0.66, p =.80), leeftijd (t (43) =.899, p =.38) of BMI (t (47) = 1.319, p =.19) (zie ook tabel 1). 7

9 Tabel 1 Geslacht, leeftijd en BMI per conditie. N = 49 Onverzadigende Conditie n = 24 Verzadigende Conditie n = 25 Totaal Geslacht (man / vrouw) 6 / 18 6 / / 37 Leeftijd (met standaarddeviatie)j 22.6 (4.5) (3.4) 22.0 (4.0) BMI (met standaarddeviatie)j 22.4 (3.7) 21.3 (1.9) 21.8 (2.9) Materialen Voor het manipuleren van de onafhankelijke variabele werd gebruik gemaakt van chocoladerepen van 100 gram (Albert Heijn huismerk Delicata ) verdeeld in 14 blokjes aangeboden in aluminiumfolie. Proefpersonen konden hun favoriete variant kiezen uit melk, pure, of witte chocolade. Stimuli voor de IAT waren woorden voor de valentie categorieën Positief (vrede, lach, vakantie, feest, eerlijk, prettig, blij, oprecht) en Negatief (verdriet, stank, kanker, dood, vals, gemeen, wreed, vervelend). Voor de target categorie Chocolade waren het 12 afbeeldingen van stukken van de in het experiment gebruikte chocolade (melk, wit of puur) in verschillende composities tegen een neutrale achtergrond. Voor de contrast categorie LEGO werden afhankelijk van de gebruikte chocoladesoort 12 afbeeldingen gebruikt van bruine, witte of zwarte Lego-blokjes in dezelfde compositie als de afbeeldingen in de chocolade categorie. De afbeeldingen waren 84 mm breed en 56 mm hoog. Voorbeelden van de afbeeldingen zijn opgenomen in bijlage I. In de SAAT werd een animatiefilmpje gebruikt waarin een abstract wit mensfiguur van ongeveer 15 mm breed en 24 mm hoog omhoog of omlaag wandelt, alsmede dezelfde afbeeldingen als in de IAT. De reactietijdtaken werden gedraait in Inquisit (Inquisit , 2006) op een Pentium IV desktop met een 17 inch beeldscherm of een VAIO Laptop met een Core 2 Duo Processor en een 14.1 inch beeldscherm. Proefpersonen reageerden door te drukken op een standaard qwerty toetsenbord. Er werd gebruikt gemaakt van een schriftelijk exit-interview. Dit begon met een visueel analoge schaal (VAS) van 100 mm waarop de zin om chocolade te eten kon worden aangeduid op een continue schaal met de beschrijving zeer zwak aan een uiterste en zeer sterk aan het andere uiterste. De proefpersonen werden tevens gevraagd naar hun leeftijd, lengte en gewicht. Verder werd hen gevraagd wat zij vonden van de hoeveelheid chocolade die hen gevraagd werd te eten en kregen zij hiervoor drie antwoordmogelijkheden, te weten: te weinig, genoeg en teveel. Exploratief werd de Attitudes towards Chocolate Questionnaire (ACQ) afgenomen, bestaande uit 24 stellingen met een VAS schaal met aan het ene uiterste helemaal niet zoals ik en op het andere heel erg zoals ik. Opgenomen vragen zijn bijvoorbeeld: Ik eet dikwijls chocolade om mij op te vrolijken wanneer ik down ben. en Ik voel me niet aantrekkelijk nadat ik chocolade heb gegeten. Uit een onderzoek ter evaluatie van de psychometrische kwaliteiten van de Duitse versie van de ACQ onder 231 gezonde volwassenen en 106 diëtetiek studenten (Müller, Dettmer & Macht, 2007) bleek een 2- factorstuctuur het meest geschikte model voor de vragenlijst. De gevonden subschalen bestonden uit Negative Consequences and Guilt en Craving and Emotional Eating. Uit de inter-item correlaties kwam een goede betrouwbaarheid naar voren. Voor gezonde volwassenen bleek een α van.90 voor de subschaal Negative Consequences and Guilt en.86 voor craving. Bij de populatie studenten was dit een α van.88 voor Negative Consequences and Guilt en.89 voor Craving and Emotional Eating. Wat betreft de convergente validiteit bleek Negative Consequences and Guilt sterk te correleren met emotional eating en restrained eating van The Dutch Eating Behavior Questionnaire, en 8

10 met neuroticism van de NEO Five-Factor Inventory. De ACQ subschaal Craving and Emotional Eating bleek matig tot sterk te correleren met emotional eating, external eating, neuroticism, en met difficulty identifying feelings van de 20-item versie van de Toronto Alexithymia Scale. Tot slot correleerde de schaal Craving and Emotional Eating sterk met de gerapporteerde gemiddelde hoeveelheid geconsumeerde chocolade per week en de frequentie van verlangen naar het eten van chocolade. Hoewel het onderzoek onder een Duitse populatie is uitgevoerd, lijken de uitstekende psychometrische eigenschappen van de vragenlijst een generalisatie naar de validiteit van de Nederlandse versie van de ACQ te verantwoorden. Ruimte Het experiment werd uitgevoerd in vier verschillende normaal verlichte ruimtes met daarin minimaal een tafel en stoel voor de proefpersoon en de computer met de reactietijdtaken en een tafel en stoel voor de proefleider. Eén van de ruimtes was een laboratoriumruimte met een desktopcomputer. De andere ruimtes waren collegezalen met een capaciteit tussen de 15 en 40 personen waar gebruik werd gemaakt van de laptop. Procedure Proefpersonen schreven zich vrijwillig in via een digitaal inschrijfsysteem waar vermeld stond dat de onderzoekers op zoek waren naar proefpersonen die graag chocolade aten. Er werd hen verzocht 24 uur voor aanvang van het onderzoek geen chocolade te eten. Bij de start van het onderzoek werd nagevraagd of aan deze eis was voldaan, of de proefpersoon daadwerkelijk graag chocolade at en wat zijn of haar favoriete chocolade soort was (wit, melk of puur). Na het lezen van algemene informatie over het experiment en het tekenen van een informed consent formulier werd de proefpersoon aselect ingedeeld in de onverzadigende of de verzadigende conditie. Er werd één proefpersoon per keer getest. In beide condities werd de proefpersoon gevraagd plaats te nemen achter een bureau met een computer. Vervolgens werden 2 repen (200g) van de favoriete chocolade aangeboden en gevraagd of de proefpersoon hiernaar wilde kijken, eraan wilde ruiken en om één blokje chocolade (7g) op te eten. In de onverzadigende conditie werd de rest van de chocolade weggenomen, in de verzadigende conditie kreeg de proefpersoon de instructie de volledige 2 repen chocolade (200g) op te eten. Wanneer de proefpersoon aangaf de gevraagde hoeveelheid niet te kunnen of willen eten, werd de proefpersoon gevraagd zoveel mogelijk te eten. Hierna werden de IAT en de SAAT in onderling gecontrabalanceerde volgorde achtereenvolgens afgenomen. De IAT bestond uit zeven blokken trials: (1) oefenen van de categorisatie positief (links in beeld) / negatief (rechts in beeld); (2) oefenen van de categorisatie chocolade (links in beeld) / LEGO (rechts in beeld); (3) het eerste blok met de gecombineerde categorisatie taak (congruent: chocolade + goed/lego + slecht); (4) het tweede congruente blok; (5) oefenen van de omgekeerde categorisatie, chocolade (rechts in beeld) / LEGO (links in beeld); (6) het eerste blok met de omgekeerde gecombineerde categorisatie taak (incongruent: LEGO + goed/ chocolade + slecht); (7) het tweede incongruente blok. De volgorde van het aanbieden van de congruente en incongruente blokken werd gecontrabalanceerd over de proefpersonen, waardoor zij ofwel volgorde 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 kregen, ofwel volgorde 1, 5, 6, 7, 2, 3, 4. Blok 1 bevatte 32 trials, elk woord werd 2 maal aangeboden in aselecte volgorde. In zowel blok 2 als 5 werd elke afbeelding eenmaal aangeboden in aselecte volgorde, beide blokken bevatten derhalve 24 trials. Blokken 3, 4, 6 en 7 bevatten elk 40 trials. De stimuli hiervoor werden aselect gekozen uit de stimulusverzamelingen. Per trial werd er een stimulus aangeboden in het midden van het beeldscherm tegen een zwarte achtergrond. Gedurende een 9

11 blok bleven links- en rechtsboven in beeld de categorieën zichtbaar. De stimulus- en categoriewoorden werden aangeboden in het lettertype Arial in hoofdletters met een hoogte van 100 mm. Tijdens de taak bediende de proefpersoon dezelfde twee toetsen, waarbij de e diende voor het toewijzen van een stimulus aan de categorie links in beeld en de i voor die rechts in beeld. In het geval van een verkeerde categorisatie verscheen er onder de stimulus een rood kruis in beeld en diende de proefpersoon alsnog de juiste respons te geven voordat het experiment verder ging. Tussen de trials zat een interval van 250 ms. Bij de start van de IAT werden proefpersonen gevraagd de instructie van het eerste blok op het beeldscherm aandachtig te lezen. De eerste instructie werd doorgenomen samen met de proefleider, de latere instructies konden zij zelfstandig doornemen. Elk blok werd voorafgegaan door een instructie. Alle proefpersonen kregen achtereenvolgens de volgende instructies: (a) Oefenen van de categorisatie positief / negatief: "Plaats je wijs- of middenvingers op de E en de I van het toetsenbord. Beelden of woorden uit de categorieën bovenaan het scherm zullen één voor één midden op het scherm verschijnen. Als het item tot een categorie aan de linkerkant behoort, druk dan op de E; als het item tot een categorie aan de rechterkant behoort, druk dan op de I. Items behoren slechts tot één categorie. Als je een fout maakt, zal er een X verschijnen - herstel je fout door op de andere toets te drukken. Dit is een categorisatietaak met tijdmeting. DOE ZE ZO SNEL ALS JE KAN met zo min mogelijk fouten. Deze taak duurt ongeveer 5 minuten., (b) Oefenen van de categorisatie chocolade / Lego: "De categorieën bovenaan zijn veranderd. Ook de items die je moet sorteren zijn veranderd. De regels blijven echter dezelfde. Als het item tot een categorie aan de linkerkant behoort, druk dan op de E; als het item tot een categorie aan de rechterkant behoort, druk dan op de I. Items behoren slechts tot één categorie. Als je een fout maakt, zal er een X verschijnen - herstel je fout door op de andere toets te drukken. REAGEER ZO SNEL ALS JE KAN., (c) Eerste blok met de gecombineerde categorisatie taak: De vier categorieën die je eerder apart hebt gezien, verschijnen nu samen bovenaan. Denk eraan dat elke item slechts tot één categorie behoort. De groene en witte labels en items kunnen helpen om de toepasselijke categorie te identificeren. Gebruik de E en de I toetsen om items in de vier groepen links en rechts te sorteren, en herstel fouten door de andere toets in te drukken.", (d) Tweede blok met de gecombineerde categorisatie taak: "Sorteer opnieuw in dezelfde vier categorieën. Denk eraan om zo snel mogelijk te reageren en zo weinig mogelijk fouten te maken. De groene en witte labels en items kunnen helpen om de toepasselijke categorie te identificeren. Gebruik de E en de I toetsen om items in de vier groepen links en rechts te sorteren, en herstel fouten door de andere toets in te drukken.", (e) Oefenen van de omgekeerde categorisatie chocolade/lego: "Merk op dat er bovenaan slechts twee categorieën staan, en dat ze van plaats verwisseld zijn. De categorie die eerder links stond, staat nu rechts, en de categorie die eerder rechts stond, staat nu links. Oefen deze nieuwe combinatie. Gebruik de E en I toetsen om items links en rechts te categoriseren, en herstel fouten door de andere toets in te drukken.", (f) Eerste blok met de omgekeerde gecombineerde categorisatie taak: "De vier categorieën bovenaan staan nu in een nieuwe combinatie. Denk eraan, elk item behoort tot slecht één categorie. De groene en witte labels en items kunnen helpen om de toepasselijke categorie te identificeren. Gebruik de E en de I toetsen om items in de vier groepen links en rechts te sorteren, en herstel fouten door de andere toets in te drukken.", (g) Tweede blok met de omgekeerde gecombineerde categorisatie taak: "Sorteer opnieuw in dezelfde vier categorieën. Denk eraan om zo snel mogelijk te reageren en zo weinig mogelijk fouten te maken. De groene en witte labels en items kunnen helpen om de toepasselijke categorie te identificeren. Gebruik de E en de I toetsen om items in de vier groepen links en rechts te sorteren, en herstel fouten door de andere toets in te drukken." 10

12 De SAAT bestond uit twee blokken met 54 trials per blok. Elk blok bestond uit 6 oefentrials en 48 testtrials. Per trial werd het mensfiguur getoond tegen een zwarte achtergrond, gecentreerd in de onderste of bovenste helft van het scherm. Na 750 ms verscheen er een afbeelding van Lego of chocolade gecentreerd in de andere helft van het scherm. In één blok trials werd de proefpersoon gevraagd om het mensfiguur op het computerscherm naar afbeeldingen van chocolade toe en van afbeeldingen van Lego weg te bewegen. In het andere blok trials werd de omgekeerde instructie gegeven (van chocolade weg, naar Lego toe). De volgorde van de blokken werd gecontrabalanceerd over de proefpersonen. Bij de start werden proefpersonen gevraagd de instructie op het beeldscherm aandachtig te lezen. De eerste instructie werd doorgenomen samen met de proefleider, de latere instructies konden zij zelfstandig doornemen. De volgende instructies werden gebruikt: (a) Instructie oefentrials eerste testblok: In deze taak zullen foto's één voor één op het scherm verschijnen. Op het scherm staat ook steeds een mannetje getekend. Dit mannetje staat boven of onder de foto. Afhankelijk van het soort foto moet je het mannetje naar de foto toe laten lopen of van de foto weg laten lopen. Je kan het mannetje omhoog of omlaag laten lopen met de toetsen "Y" (omhoog) en "B" (omlaag) op het toetsenbord. Wanneer er een chocoladefoto op het scherm verschijnt, moet je het mannetje er naar toe laten lopen [bij omgekeerde instructie: er van weg laten lopen]. Wanneer er een andere foto verschijnt, moet je het mannetje er van weg laten lopen [bij omgekeerde instructie: er naar toe laten lopen]. Probeer steeds zo snel mogelijk te antwoorden zonder te veel fouten te maken. Deze taak duurt ongeveer 15 minuten., (b) Instructie oefentrials tweede testblok: Ook nu zullen weer foto's één voor één op het scherm verschijnen, voorafgegaan door een afbeelding van een mannetje, boven of onder de foto. Nu moet je echter het omgekeerde doen als daarnet: Wanneer er een chocoladefoto op het scherm verschijnt, moet je het mannetje er van weg laten lopen [bij omgekeerde instructie: er naar toe laten lopen]. Wanneer er een andere foto verschijnt, moet je het mannetje er naar toe laten lopen [bij omgekeerde instructie: er van weg laten lopen]. Probeer steeds zo snel mogelijk te antwoorden zonder te veel fouten te maken., (c) Instructie testtrials eerste en tweede testblok: Ook nu zullen weer foto's één voor één op het scherm verschijnen, voorafgegaan door een afbeelding van een mannetje, boven of onder de foto. Even herhalen: Wanneer er een chocoladefoto verschijnt, moet je het mannetje er zo snel mogelijk naar toe laten lopen [bij omgekeerde instructie: er van weg laten lopen]. Wanneer er een andere foto verschijnt, moet je het mannetje er van weg laten lopen [bij omgekeerde instructie: er naar toe laten lopen]. In de oefentrials die op de eerste instructie volgden, werden er drie aselect gekozen afbeeldingen van Lego en drie aselect gekozen afbeeldingen van chocolade in aselecte volgorde en aselect onder of boven in het scherm aangeboden. Hierop volgden 48 trials waarin elke afbeelding van chocolade en Lego twee keer (één keer onder en één keer boven in het scherm) werd aangeboden in een nieuwe aselecte volgorde voor elke proefpersoon, zodat zowel type afbeelding (chocolade of Lego) als positie op het scherm (onder of boven) variëerden. De instructies en trials van het tweede blok volgden direct op het eerste blok. Proefpersonen konden reageren door het mensfiguur naar boven of beneden bewegen door op respectievelijk de Y of de B toets op het toetsenbord te drukken. De reactietijd tussen het aanbieden van een stimulus afbeelding en de respons werd geregistreerd. Zodra het mensfiguur de rand van het scherm of de afbeelding bereikte, verdwenen zowel de figuur als de afbeelding. In het geval dat een verkeerde respons was gegeven, verscheen na het bewegen van de figuur een rood kruis van ongeveer 10 bij 10 mm in beeld ter hoogte van de startpositie van de figuur. Tussen de trials zat een interval van 2000 ms waarin een zwart scherm te zien was. 11

13 De chocolade op de afbeeldingen in de IAT en de SAAT was van dezelfde variant (melk, wit of puur) als die gegeten door de proefpersoon. Na de reactietijd taken werden de proefpersonen in beide condities gevraagd om het exit-interview en de ACQ in te vullen. Na afloop werden de proefpersonen verzocht niets mede te delen over het onderzoek aan andere mogelijke proefpersonen en werden zij beloond met een voor de studie benodigd bewijs van deelname. De gehele procedure nam ongeveer 35 minuten in beslag in de onverzadigende conditie en 55 minuten in de verzadigende conditie. Data-analyse De VAS voor de subjectieve behoefte chocolade te eten werd geanalyseerd door de afstand van de aanduiding van de proefpersoon op de continue schaal vanaf het linker uiteinde te meten en het scoreverschil tussen condities aan een between-subjects t-toets te onderwerpen. Tevens werd de evaluatie van de hoeveelheid aangeboden chocolade aan een χ 2 toets tussen condities onderworpen. Voor exploratieve doeleinden werd uit de vraag hoeveelheid aangeboden chocolade de variabele Satiatie gecreëerd, door de proefpersonen die vonden te weinig of genoeg chocolade te hebben gekregen in de categorie laag te plaatsen en de proefpersonen die vonden teveel chocolade te hebben gekregen in de categorie hoog te plaatsen. Voor de analyse van de IAT volgens het scoringsalgoritme van Greenwald, Nosek en Banaji (2003) dienden reactietijden boven de ms en proefpersonen waarbij meer dan 10% van de reactietijden beneden de 300 ms lagen te worden verwijderd. Dergelijke reactietijden of proefpersonen bleken echter niet voor te komen in de dataset. De standaarddeviatie werd apart berekend over de gezamenlijke twee oefenblokken en de gezamenlijke twee testblokken. Vervolgens werden de gemiddelde reactietijden voor de vier verschillende trial blokken (1 e oefen- en testblok en 2 e oefen- en testblok) berekend. Voor de oefen- en testblokken afzonderlijk werd het congruente van het incongruente blok afgetrokken en gedeeld door de bijbehorende standaarddeviatie. Het gemiddelde van de resulterende D- scores voor de oefenblokken en de testblokken leverde een algemene D-score op. Een positieve score wijst op een associatie tussen chocolade en positieve valentie, waar een negatieve score wijst op een associatie tussen chocolade en negatieve valentie. Hoe sterker de D-score van nul afwijkt, hoe sterker de gevonden associatie. Deze D-scores werden onderworpen aan een t-toets om te controleren of deze significant afweken van 0 en er sprake was van een IAT effect. Vervolgens werd middels een t-toets bekeken of de D-scores significant tussen condities verschilden. Ter aanvulling werden de gemiddelde reactietijden geanalyseerd. Hiervoor werden reactietijden boven de 5000 ms verwijderd en werd de gemiddelde reactietijd per proefpersoon berekend voor beide soorten blokken (congruent, incongruent). Deze resultaten werden getoetst middels een repeated measures 2 (conditie, between-subjects) x 2 (testblok, within subjects) ANOVA. Voor de SAAT werden conform de methode van Van Gucht et al. (2008) de oefentrials verwijderd en de gemiddelde reactietijden per testblok (toenaderen/vermijden van chocoladefoto s) berekend en getoetst in een repeated measures 2 (conditie, between-subjects) x 2 (testblok, within-subjects) ANOVA. Reactietijden onder de 300 ms of boven de 3500 ms werden beschouwd als uitbijters en werden niet meegenomen in de analyses, evenals reactietijden voor een onjuiste respons. Wat betreft de ACQ werd er een gemiddelde berekend uit de scores op de 10 items voor de schaal Negative Consequences and Guilt en een gemiddelde uit de 10 items voor de schaal Craving and Emotional Eating (Müller, Dettmer & Macht, 2007). 12

14 Tot slot werden correlaties berekend tussen de D-score, het verschil tussen de gemiddelde reactietijden voor toenaderen en vermijden, de twee ACQ subschalen, BMI en satiatie. Resultaten Manipulatie Van de 25 proefpersonen in de verzadigende conditie waren er 18 die aangaven niet de gevraagde hoeveelheid te kunnen of willen eten. Zij aten een hoeveelheid chocolade tussen de 57 en 164 gram (M= 118.7, SD = 29.9). In de onverzadigende conditie at iedereen (n = 24) 7 gram chocolade. Uit een t-toets bleek dat de proefpersonen in de onverzadigende conditie gemiddeld significant hogere waarden (M = 5.4, SD = 2.5) dan die in de verzadigende conditie (M = 0.8, SD = 1.0) rapporteerden op de VAS betreffende de zin in chocolade in het exit-interview (t (47) = 8.477, p <.0005, eenzijdig). Van de proefpersonen in de onverzadigende conditie beoordeelden 11 de hoeveelheid aangeboden chocolade als te weinig en 13 als genoeg. Van de proefpersonen in de verzadigende conditie beoordeelden er 3 de hoeveelheid aangeboden chocolade als genoeg en 22 als te veel. Dit verschil bleek significant (χ 2 (2) = 39.25, p <.0005, eenzijdig). De manipulatie lijkt geslaagd, proefpersonen in de verzadigende conditie lijken op de manipulatiechecks daadwerkelijk meer verzadigd met chocolade dan die in de onverzadigende conditie. IAT Op de IAT waren er 448 van de 7840 trials (5.9%) incorrect beantwoord. Deze trials werden weggelaten uit de analyses. Uit de overgebleven data werd voor elke proefpersoon volgens het reeds beschreven algoritme van Greenwald, Nosek en Banaji (2003) de D-score berekend per proefpersoon. De D-scores (M = 0.33, SD = 0.31) werden onderworpen aan een t-toets om te controleren of deze significant afweek van 0 en er sprake was van een IAT effect. Dit bleek het geval (t (48) = 7.405, p <.0005, eenzijdig). Vervolgens werd middels een t-toets bekeken of de D-scores significant tussen condities verschilden. Uit de analyse bleek geen significant verschil (t (47) = 1.545, p =.129, tweezijdig). Ter aanvulling werden de gemiddelde reactietijden geanalyseerd. Hiervoor werden reactietijden boven de 5000 ms verwijderd en werd de gemiddelde reactietijd per proefpersoon berekend voor beide soorten testblokken (congruent, incongruent). Deze resultaten werden getoetst middels een repeated measures 2 (conditie, between-subjects) x 2 (testblok, within subjects) ANOVA. Uit deze analyse kwamen gelijke resultaten naar voren als bij de analyse van de D-scores: een significant hoofdeffect voor testblok (zie figuur 1), de gemiddelde reactietijden zijn lager voor congruente dan incongruente blokken (F (1,47) = , p <.001) en geen significant hoofdeffect voor conditie (F (1,47) < 1). Ook is er geen significant interactie-effect gevonden tussen conditie en testblok (F (1,47) < 1). 13

15 Figuur 1 Reactietijden op de IAT per testblok en conditie Reactietijd in ms Conditie 1 Onverzadigd Conditie 2 Verzadigd 0 Congruent Testblok Incongruent SAAT Op de SAAT waren er 264 van de 5184 trials incorrect beantwoord en waren er 4 trials met een reactietijd boven de 3500 ms. Deze trials (5.2%) werden weggelaten uit de analyses. Uit de overgebleven data werd voor elke proefpersoon de gemiddelde reactietijd berekend voor elk testblok (toenaderen en vermijden van chocolade stimuli). Deze gemiddelde reactietijden werden onderworpen aan een repeated measures 2 (conditie, between-subjects) x 2 (testblok, within-subjects) ANOVA. Hieruit kwamen 2 significante effecten naar voren, een hoofdeffect van testblok en een hoofdeffect van conditie (zie figuur 2). De gemiddelde reactietijden bleken significant lager voor het toenaderen van chocoladeafbeeldingen en vermijden van Legoafbeeldingen dan voor het vermijden van chocoladeafbeeldingen en het toenaderen van Legoafbeeldingen (F (1,47) = , p <.001) en de reactietijden waren significant hoger voor beide testblokken in de verzadigende conditie vergeleken met de onverzadigende conditie (F (1,47) = 4.218, p =.046). Er bleek geen sprake van een interactie tussen conditie en testblok (F (1,47) < 1). Figuur 2 Reactietijden op de SAAT per testblok en conditie. Reactietijd in ms Toenaderen Vermijden Conditie 1 Onverzadigd Conditie 2 Verzadigd Testblok 14

16 Satiatie Om te onderzoeken hoe de resultaten zijn beïnvloed door de mate waarin de manipulatie geslaagd is, zijn alle proefpersonen opnieuw verdeeld in 2 groepen op basis van een nieuwe variabele. Deze variabele, satiatie, werd gecreëerd uit de beoordeling van de hoeveelheid aangeboden chocolade, door de proefpersonen die vonden te weinig of genoeg chocolade te hebben gekregen in de categorie laag te plaatsen en de proefpersonen die vonden teveel chocolade te hebben gekregen in de categorie hoog te plaatsen. De resultaten van de SAAT en de IAT werden nogmaals getoetst met satiatie als onafhankelijke variabele. Hieruit kwamen geen belangrijke verschillen met de eerder beschreven analyses naar voren. ACQ Voor de ACQ werden de gemiddelde scores per schaal en de correlaties met andere variabelen berekend. Uit de resultaten bleek een gemiddelde score van 2.5 (SD 1.7) op de schaal Negative Consequences and Guilt en van 2.8 (SD 1.6) op de schaal Craving and Emotional Eating. De scores op de schalen bleken niet te correleren met relevante variabelen (zie tabel 2), behalve de schaal Negative Consequences and Guilt met de beoordeling van de aangeboden hoeveelheid chocolade (ρ =.29, n =49, p =.041). Hoe hoger de score op de schaal, hoe eerder proefpersonen de aangeboden hoeveelheid als genoeg of teveel in plaats van te weinig beoordeelden, hoe lager de score op de schaal, hoe eerder proefpersonen de aangeboden hoeveelheid als te weinig of genoeg beoordeelden in plaats van teveel. Tabel 2 Spearman s rho voor verschillende variabelen. SAATdif Rho 1,000,279 -,196,275 -,119 -,059 p.,052,178,056,414,685 D-score IAT Rho,279 1,000 -,183,281 -,068 -,093 p,052.,208,051,641,526 Evalho Rho -,196 -,183 1,000 -,035,293(*) -,194 p,178,208.,812,041,183 BMI Rho,275,281 -,035 1,000,186 -,165 p,056,051,812.,200,256 ACQ NegCo Rho -,119 -,068 0,293(*),186 1,000,217 p,414,641,041,200.,135 ACQ Craving Rho -,059 -,093 -,194 -, ,000 p,685,526,183, * Correlatie is significant bij p = 0.05 (tweezijdig). Exploratieve correlaties N=49 SAATdif D-score IAT evalho BMI ACQ NegCo ACQ Craving Uit een exploratieve berekening van Pearson s r over de D-score van de IAT en het verschil tussen de gemiddelde reactietijden voor toenaderen en vermijden op de SAAT (SAATdif) bleek een significante positieve correlatie (r = 0.31, n = 49, p =.031). Er werd tevens een exploratieve berekening gemaakt van Spearman s ρ over de D-score van de IAT, SAATdif, de evaluatie van de hoeveelheid in het experiment gegeten chocolade (evalho) en BMI (zie tabel 2). Daaruit kwamen twee trends naar voren voor de variabele BMI, de positieve correlatie met SAATdif benaderde het significantieniveau (ρ = 0.275, n = 49, p =.056) evenals de positieve correlatie met de IAT D-score (ρ = 0.281, n = 49, p =.051). Wanneer deze correlaties per conditie nader werden bekeken, leek het verschil in BMI met name in de verzadigende conditie samen te hangen met de reactietijd taken. Dit kon echter niet statistisch onderbouwd 15

17 worden. Wanneer de proefpersonen verdeeld werden in vier kwartielgroepen op basis van BMI leek de groep met de laagste BMI in de verzadigende conditie relatief kleine verschillen te vertonen tussen toenadering en vermijding op de SAAT vergeleken met de andere groepen en conditie (zie figuur 3). Verder lijkt de associatie tussen chocolade en positief (D-score) in de verzadigende conditie zwakker te worden naarmate de BMI van de kwartielgroepen lager wordt, terwijl in de kwartielgroepen in de onverzadigende conditie de sterkte van de associatie ongeveer gelijk blijft (zie figuur 4). Ook deze observatie kon statistisch niet hard gemaakt worden. Figuur 3 Verschil in reactietijd tussen testblokken op de SAAT per kwartiel en conditie. Reactietijdverschil in ms Conditie 1 (onverzadigd) Conditie 2 (verzadigd) BMI kwartiel Figuur 4 D-scores op de IAT per kwartiel en conditie. 0,5 0,4 D-score 0,3 0,2 0,1 Conditie 1 (onverzadigd) Conditie 2 (verzadigd) BMI kwartiel 16

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans

Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie

Nadere informatie

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek!

Theorie! Cognitive Bias Modification! Resultaten onderzoek! Cognitive Bias Modification Resultaten onderzoek December 2013 Jules Reijnen Ron Jacobs Theorie Cognitive Bias Modification (CBM) is een recent onderzoeksgebied dat zich richt op de vertekening (bias)

Nadere informatie

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu

Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te

Nadere informatie

Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen

Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen Impliciete en expliciete attitudes voor spinnen Gevoeligheid voor verandering door een één-sessie exposure behandeling Lotte van Gerven Masterthese Studentnummer: 5959985 Begeleider: dr. Marieke Effting

Nadere informatie

Sociolinguïstiek en sociale psychologie:

Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Sociolinguïstiek en sociale psychologie: Nieuwe methodes voor attitudemeting Laura Rosseel, Dirk Geeraerts, Dirk Speelman OG Kwantitatieve Lexicologie en Variatielinguïstiek Inleiding sinds de jaren 1960

Nadere informatie

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid

Alcoholgebruik, misbruik & afhankelijkheid ALCOHOLGEBRUIK: BEWUST OVERWOGEN OF ONBEWUST OVERKOMEN? Impliciete en expliciete processen bij alcoholgebruik en implicaties voor interventies Katrijn Houben k.houben@maastrichtuniversity.nl Alcoholgebruik,

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting

Nederlandse Samenvatting. Samenvatting Samenvatting Toenaderen of vermijden. Neurobiologische mechanismen in sociale angst Het doel van dit proefschrift was om meer inzicht te krijgen in de psychobiologische mechanismen die een rol spelen bij

Nadere informatie

Informatie over de deelnemers

Informatie over de deelnemers Tot eind mei 2015 hebben in totaal 45558 mensen deelgenomen aan de twee Impliciete Associatie Testen (IATs) op Onderhuids.nl. Een enorm aantal dat nog steeds groeit. Ook via deze weg willen we jullie nogmaals

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel

Nadere informatie

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België

Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Kathleen De Cuyper, Guido Pieters, Laurence Claes & Dirk Hermans Katholieke Universiteit Leuven, België Perfectionisme multi-dimensioneel concept Multidimensional Perfectionism Scale van Frost (MPS-F;

Nadere informatie

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić

Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Red cheeks, sweaty palms, and coy-smiles: The role of emotional and sociocognitive disturbances in child social anxiety M. Nikolić Rode wangen, zweethanden en coy-smiles: De rol van emotionele en socio-cognitieve

Nadere informatie

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming

Samenvatting. Exploratieve bewegingen in haptische waarneming. Deel I: de precisie van haptische waarneming Exploratieve bewegingen in haptische waarneming Haptische waarneming is de vorm van actieve tastwaarneming waarbij de waarnemer de eigenschappen van een object waarneemt door het object met zijn of haar

Nadere informatie

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief

Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Samenvatting Autobiografisch geheugen in longitudinaal perspectief Stabiliteit en verandering in gerapporteerde levensgebeurtenissen over een periode van vijf jaar Het belangrijkste doel van dit longitudinale,

Nadere informatie

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.

waardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening. amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum

Nadere informatie

samenvatting 127 Samenvatting

samenvatting 127 Samenvatting 127 Samenvatting 128 129 De ziekte van Bechterew, in het Latijn: Spondylitis Ankylopoëtica (SA), is een chronische, inflammatoire reumatische aandoening die zich vooral manifesteert in de onderrug en wervelkolom.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25829 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nunspeet, Félice van Title: Neural correlates of the motivation to be moral Issue

Nadere informatie

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag

Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Masterproject Sociale Psychologie: Thesis & Stageverslag Koen Verschoor (0425435) Begeleider: Harm Veling Universiteit Utrecht, 3 juli 2009 Motivatie door agressie: De onbewuste koppeling van agressieve

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting Samenvatting 10 Samenvatting Samenvatting Hoe snel word je boos als iemand je provoceert? Het traditionele antwoord op deze vraag is dat het afhangt van je individuele neiging om boos te worden. Als je

Nadere informatie

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5

hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5 SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de

Nadere informatie

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104 Samenvatting 103 De bipolaire stoornis, ook wel manisch depressieve stoornis genoemd, is gekenmerkt door extreme stemmingswisselingen, waarbij recidiverende episoden van depressie, manie en hypomanie,

Nadere informatie

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden.

- Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. Abstract: - 3 experimenten - Mensen gaan meer variëteit kiezen bij hun consumptiekeuzes wanneer ze weten dat hun gedrag nauwkeurig publiekelijk zal onderzocht worden. - Studie 1&2: consumenten verwachten

Nadere informatie

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse.

1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Oefentoets 1 1. De volgende gemiddelden zijn gevonden in een experiment met de factor Conditie en de factor Sekse. Conditie = experimenteel Conditie = controle Sekse = Vrouw 23 33 Sekse = Man 20 36 Van

Nadere informatie

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60)

Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Informatiebrochure gebruik van de Flexibiliteits Index Test (FIT-60) Auteurs: T. Batink, G. Jansen & H.R.A. De Mey. 1. Introductie De Flexibiliteits Index Test (FIT-60) is een zelfrapportage-vragenlijst

Nadere informatie

Het meten van loopkarakteristieken

Het meten van loopkarakteristieken SAMENVATTING Ongeveer 45% van alle mensen na een beroerte valt tenminste één keer per jaar. Een val kan leiden tot tijdelijk letsel zoals een gebroken heup. Ook leidt vallen bij mensen met een beroerte

Nadere informatie

Vitamine B12 deficiëntie

Vitamine B12 deficiëntie Vitamine B12 deficiëntie Quality of life Retrospectief onderzoek Dit rapport bevat de analyses van de B12 Quality of Life Questionnaire, waarin meer dan 200 personen met een lage vitamine B12 waarde zijn

Nadere informatie

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan.

BIJLAGE 8: QUALIDEM. Inleiding. Het instrument heeft een eerste toetsing bij 240 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. IJLGE 8: QULIDEM Inleiding et instrument heeft een eerste toetsing bij 4 mensen met lichte tot zeer ernstige dementie ondergaan. Daarmee is een eerste versie van een bruikbaar instrument ontwikkeld. et

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) In dit proefschrift worden een aantal psychometrische methoden beschreven waarmee de accuratesse en efficientie van psychodiagnostiek in de klinische praktijk verbeterd kan worden. Psychodiagnostiek wordt

Nadere informatie

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots?

Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Behavioural Science Institute Afdeling Sociale en Cultuurpsychologie Een speelvriendje op batterijen: hoe gaan kinderen om met robots? Terugkoppeling onderzoeksresultaten mei-juni 2016 Sari Nijssen, promovenda

Nadere informatie

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen:

Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Cognitieve flexibiliteitstaken bij autismespectrumstoornissen: Kritische bespreking en klinische implicaties Lien Van Eylen VCKJPP 22 september 2011 Overzicht Neuropsychologische taken o Betrouwbaarheid

Nadere informatie

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering

Samenvatting. Spatiële affectieve Simon benadering Samenvatting In de loop van de laatste decennia zijn steeds meer wetenschappers ervan overtuigd geraakt dat angst een belangrijke cognitieve component omvat. Ze menen dat structurele afwijkingen in de

Nadere informatie

73 SAMENVATTING In dit proefschrift wordt een empirische toetsing van de machtafstandstheorie (Mulder, 1972, 1977) beschreven. In grote lijnen stelt deze theorie dat mensen macht prettig vinden, en dat

Nadere informatie

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en

Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en Masterthese: de invloed van chronische framing en regulatiefit op vermijdings- en toenaderingsbewegingen bij nieuwe en bekende producten. Programmagroep: Sociale Psychologie Achternaam en initialen: E.M.C.

Nadere informatie

Samenvatting (Dutch summary)

Samenvatting (Dutch summary) De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere

Nadere informatie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie

Samenvatting Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Beloop van beperkingen in activiteiten bij oudere patiënten met artrose van heup of knie Zoals beschreven in hoofdstuk 1, is artrose een chronische ziekte die vaak voorkomt bij ouderen en in het bijzonder

Nadere informatie

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies?

Nederlandse verkorte weergave: Verborgen littekens in recidiverende depressies? Oorspronkelijk artikel: Elgersma, H. J., Glashouwer, K.A., Bockting, C.L.H., Penninx, B.W.J.H.Penninx, de Jong, P.J. (2013). Hidden scars in depression? Implicit and explicit self-associations following

Nadere informatie

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur

Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Samenvatting Impliciet leren van kunstmatige grammatica s: Effecten van de complexiteit en het nut van de structuur Hoewel kinderen die leren praten geen moeite lijken te doen om de regels van hun moedertaal

Nadere informatie

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.

Geven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte. Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van

Nadere informatie

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting

Samenvatting. Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid Samenvatting Samenvatting Gezond zijn of je gezond voelen: veranderingen in het oordeel van ouderen over de eigen gezondheid 2 2 3 4 5 6 7 8 Samenvatting 161 162 In de meeste Westerse landen neemt de levensverwachting

Nadere informatie

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels

Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten. G.E. Wessels Analyse van de cursus De Kunst van het Zorgen en Loslaten G.E. Wessels Datum: 16 augustus 2013 In opdracht van: Stichting Informele Zorg Twente 1. Inleiding Het belang van mantelzorg wordt in Nederland

Nadere informatie

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005)

DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) DATA-ANALYSEPLAN (20/6/2005) Inleiding De manier waarop data georganiseerd, gecodeerd en gescoord (getallen toekennen aan observaties) worden en welke technieken daarvoor nodig zijn, dient in het ideale

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Sinds enkele decennia is de acute zorg voor brandwondenpatiënten verbeterd, hetgeen heeft geresulteerd in een reductie van de mortaliteit na verbranding, met name van patiënten

Nadere informatie

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving

Onderzoeksopzet. Marktonderzoek Klantbeleving Onderzoeksopzet Marktonderzoek Klantbeleving Utrecht, september 2009 1. Inleiding De beleving van de klant ten opzichte van dienstverlening wordt een steeds belangrijker onderwerp in het ontwikkelen van

Nadere informatie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie

Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Seksuele inhibitie en excitatie: een verkennende studie van factoren die samenhangen met variatie in excitatie en inhibitie Wouter Pinxten (contact: Wouter.Pinxten@UGent.be) Prof. Dr. John Lievens Achtergrond

Nadere informatie

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals

Omdat uit eerdere studies is gebleken dat de prevalentie, ontwikkeling en manifestatie van gedragsproblemen samenhangt met persoonskenmerken zoals Gedragsproblemen komen veel voor onder kinderen en adolescenten. Als deze problemen ernstig zijn en zich herhaaldelijk voordoen, kunnen ze een negatieve invloed hebben op het dagelijks functioneren van

Nadere informatie

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis

Samenvatting. Tabel 8.1. Een olifant is groter dan een koe Een koe is groter dan een muis Een olifant is groter dan een muis 149 150 Ongeveer negentien procent van de Nederlandse bevolking krijgt in zijn leven een angststoornis. Mensen die lijden aan een angststoornis ervaren intense angsten die van invloed zijn op het dagelijks

Nadere informatie

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken)

Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) Dutch summary (Samenvatting van hoofdstukken) 101 102 Hoofdstuk 1. Algemene introductie Het belangrijkste doel van dit proefschrift was het ontwikkelen van de Interactieve Tekentest (IDT), een nieuwe test

Nadere informatie

SAMENVATTING Het doel van dit proefschrift is drieledig. Ten eerste wordt inzicht verschaft in het gebruik van directe-rede-constructies (bijvoorbeeld Marie zei: Kom, we gaan! ) door sprekers met afasie.

Nadere informatie

Ontwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit

Ontwikkeling van de vragenlijst Betrouwbaarheid en validiteit 109 Samenvatting 110 Inleiding Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling van een vragenlijst die door patiënten zelf in te vullen is om zowel gewenste (effectiviteit) als ongewenst effecten (bijwerkingen/tolerabiliteit)

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Dit proefschrift gaat over de invloed van inductieprogramma s op het welbevinden en de professionele ontwikkeling van beginnende docenten, en welke specifieke kenmerken van inductieprogramma s daarvoor

Nadere informatie

De wijde wereld in wandelen

De wijde wereld in wandelen 127 De wijde wereld in wandelen Valrisico schatten door het meten van lopen in het dagelijks leven Om een stap verder te komen in het schatten van valrisico heb ik het lopen in het dagelijks leven bestudeerd.

Nadere informatie

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen

Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Het effect van cognitieve bias modificatie op stoppen met roken en de rol van verlangen Joakim Looij 0592463 Instelling: Universiteit van Amsterdam Afstudeerrichting: Klinische ontwikkelingspsychologie

Nadere informatie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie 1) Vul de volgende uitspraak aan, zodat er een juiste bewering ontstaat: De verdeling van een variabele geeft een opsomming van de categorieën en geeft daarbij

Nadere informatie

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid

De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid Kees van den Bos De sociale psychologie van waargenomen rechtvaardigheid en de rol van onzekerheid In deze bijdrage wordt sociaal-psychologisch onderzoek naar sociale rechtvaardigheid besproken. Sociaal-psychologen

Nadere informatie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie

TSCYC. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. HTS Report. Julia de Vries ID Datum Ouderversie TSCYC Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen HTS Report ID 15890-3156 Datum 18.07.2017 Ouderversie Informant: Jeroen de Vries Vader INLEIDING TSCYC 2/8 Inleiding De TSCYC is een vragenlijst

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

nederlandse samenvatting Dutch summary

nederlandse samenvatting Dutch summary Dutch summary 211 dutch summary De onderzoeken beschreven in dit proefschrift zijn onderdeel van een grootschalig onderzoek naar individuele verschillen in algemene cognitieve vaardigheden. Algemene cognitieve

Nadere informatie

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen

Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen Psychologie Faculteit der Sociale Wetenschappen De invloed van emoties op de motivatie om te presteren: de effecten van affectieve valentie, actiebereidheid en context. Interne onderzoeksstage en thesis

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,

Nadere informatie

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting

Perseverative cognition: The impact of worry on health. Nederlandse samenvatting Perseverative cognition: The impact of worry on health Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Perseveratieve cognitie: de invloed van piekeren op gezondheid Iedereen maakt zich wel eens zorgen.

Nadere informatie

Introduction and thesis outline. Samenvatting. CRAVING NAAR BENZODIAZEPINEN De ontwikkeling van de Benzodiazepine Craving Questionnaire

Introduction and thesis outline. Samenvatting. CRAVING NAAR BENZODIAZEPINEN De ontwikkeling van de Benzodiazepine Craving Questionnaire Introduction and thesis outline Samenvatting CRAVING NAAR BENZODIAZEPINEN De ontwikkeling van de Benzodiazepine Craving Questionnaire Dit proefschrift beschrijft de ontwikkeling en een eerste psychometrische

Nadere informatie

Testonderdelen & Instructies

Testonderdelen & Instructies Testonderdelen & Instructies Inhoud Inleiding Test 1: Test 2: Test 3: Test 4: Test 5: edeneren Perceptiesnelheid Cijfersnelheid & Accuratesse Woordbetekenis uimtelijk Inzicht Dit document wordt gratis

Nadere informatie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie

Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen

Nadere informatie

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY)

SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) SAMENVATTING (DUTCH SUMMARY) Pacingstrategieën tijdens inspanning in de hitte Bij het leveren van een langdurige inspanning in de hitte zal de prestatie vaak minder goed zijn ten opzichte van thermoneutrale

Nadere informatie

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test

1. Reductie van error variantie en dus verhogen van power op F-test Werkboek 2013-2014 ANCOVA Covariantie analyse bestaat uit regressieanalyse en variantieanalyse. Er wordt een afhankelijke variabele (intervalniveau) voorspeld uit meerdere onafhankelijke variabelen. De

Nadere informatie

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk

Compatibility Process Scale (ACPS). De therapeutische alliantie is gemeten met de Werk De invloed van indicatiestelling door overleg (the Negotiated Approach) op patiëntbehandelingcompatibiliteit en uitkomst bij de behandeling van depressieve stoornissen 185 In deze thesis staat de vraag

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting De adolescentie is lang beschouwd als een periode met veelvuldige en extreme stemmingswisselingen, waarin jongeren moeten leren om grip te krijgen op hun emoties. Ondanks het feit

Nadere informatie

De Voorspellende Waarde van Impliciete Negatieve Associaties voor. Effecten van Exposure voor Spinnenangst en de Modererende Rol van

De Voorspellende Waarde van Impliciete Negatieve Associaties voor. Effecten van Exposure voor Spinnenangst en de Modererende Rol van De Voorspellende Waarde van Impliciete Negatieve Associaties voor Effecten van Exposure voor Spinnenangst en de Modererende Rol van Werkgeheugencapaciteit Kari Myrthe Jung* Universiteit van Amsterdam 24

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur

Nadere informatie

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte

Samenvatting. Audiovisuele aandacht in de ruimte Samenvatting Audiovisuele aandacht in de ruimte Theoretisch kader Tijdens het uitvoeren van een visuele taak, zoals het lezen van een boek, kan onze aandacht getrokken worden naar de locatie van een onverwacht

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het

Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve

Nadere informatie

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E.

Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Exposure to Parents Negative Emotions in Early Life as a Developmental Pathway in the Intergenerational Transmission of Depression and Anxiety E. Aktar Summary 1 Summary in Dutch (Samenvatting) Summary

Nadere informatie

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd 2007-2008 Modeloplossing Opmerking vooraf: Deze modeloplossing is een heel volledig antwoord op de gestelde vragen. Om de maximumscore op een vraag

Nadere informatie

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16 modulus strepen: uitkomst > 0 Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n 10 ttest ( x ) 105 101 3,16 n-1 4 t test > t kritisch want 3,16 >,6, dus 105 valt buiten het BI. De cola bevat niet significant

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting Het aantal mensen met een gestoorde nierfunctie is de afgelopen decennia sterk toegenomen. Dit betekent dat er steeds meer mensen moeten dialyseren of een niertransplantatie moeten

Nadere informatie

Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH

Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH Seksuele opwinding: Een psychofysiologisch perspectief STEPHANIE BOTH Polikliniek Psychosomatische Gynaecologie en Seksuologie,, LUMC Inhoud Seks in het lab en context Seksuele respons treedt automatisch

Nadere informatie

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/25815 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Jamal, Mumtaz Title: Smoking and the course of anxiety and depression Issue Date:

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen 3.1 Schatten: Er moet een verbinding worden gelegd tussen de steekproefgrootheden en populatieparameters, willen we op basis van de een iets kunnen zeggen over de ander.

Nadere informatie

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant:

TSCYC Ouderversie. Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen. Jeroen de Groot. ID 256-18 Datum 24.12.2014. Informant: TSCYC Ouderversie Vragenlijst over traumasymptomen bij jonge kinderen ID 256-18 Datum 24.12.2014 Informant: Mieke de Groot-Aerts moeder TSCYC Inleiding 2 / 10 INLEIDING De TSCYC is een vragenlijst die

Nadere informatie

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06

Samenvatting. Odinot_4.indd :19:06 In veel strafzaken wordt de verdachte uitsluitend of vrijwel uitsluitend veroordeeld op grond van getuigenverklaringen. Objectieve middelen voor het toetsen van de juistheid van de getuigenverklaringen

Nadere informatie

Samenvatting (Summary in Dutch)

Samenvatting (Summary in Dutch) Samenvatting (Summary in Dutch) Het aantal eerste en tweede generatie immigranten in Nederland is hoger dan ooit tevoren. Momenteel wonen er 3,2 miljoen immigranten in Nederland, dat is 19.7% van de totale

Nadere informatie

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN?

SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF- EN BELONINGSGEVOELIGHEID EN EETSTIJLEN BIJ ADOLESCENTEN? VAKGROEP ONTWIKKELINGS-, PERSOONLIJKHEID- EN SOCIALE PSYCHOLOGIE (PP07) ONDERZOEKSGROEP KLINISCHE ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE SPEELT EFFORTFUL CONTROL EEN ROL TER VERKLARING VAN HET VERBAND TUSSEN STRAF-

Nadere informatie

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model

Deel I: Integratie van Opvoeding in het I-Change Model Samenvatting Hoewel bekend is dat roken schadelijk is voor de gezondheid, beginnen adolescenten nog steeds met roken. Om dit te veranderen is het nodig een beter inzicht te krijgen in de factoren die

Nadere informatie

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse

College 7 Tweeweg Variantie-Analyse College 7 Tweeweg Variantie-Analyse - Leary: Hoofdstuk 12 (p. 255 t/m p. 262) - MM&C: Hoofdstuk 12 (p. 618 t/m p. 623 ), Hoofdstuk 13 - Aanvullende tekst 9, 10, 11 Jolien Pas ECO 2012-2013 Het Experiment

Nadere informatie

Dit jaar gaan we MULTIVARIAAT TOETSEN. Bijvoorbeeld: We willen zien of de scores op taal en rekenen van kinderen afwijken in de populatie.

Dit jaar gaan we MULTIVARIAAT TOETSEN. Bijvoorbeeld: We willen zien of de scores op taal en rekenen van kinderen afwijken in de populatie. Toetsen van hypothesen Bijvoorbeeld: nagaan of het gemiddeld IQ bij een bepaalde steekproef groter/kleiner is als in de populatie. µ = 100 Normaalverdeling, waarbij we de score van de steekproef gaan vergelijken

Nadere informatie

Avoidance: From Threat Encounter to Action Execution I.B. Arnaudova

Avoidance: From Threat Encounter to Action Execution I.B. Arnaudova Avoidance: From Threat Encounter to Action Execution I.B. Arnaudova Elke dag zit vol met kleine en grotere gevaren, zoals een auto die te snel door een klein straatje rijdt of een boze buurman met een

Nadere informatie

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch

SUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg

Nederlandse samenvatting. Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Nederlandse samenvatting Het in kaart brengen en bespreken van de kwaliteit van leven van adolescenten met type 1 diabetes in de reguliere zorg Dit proefschrift richt zich op adolescenten met type 1 diabetes

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Onze voorouders hebben moeten leren overleven in omgevingen waarin ze continu geconfronteerd konden worden met onverwachte situaties. Van cruciaal belang voor hun overleving werd

Nadere informatie

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport

CRE-W. Instrument over creatief denken in organisaties. HTS Report. Jeroen de Vries ID Datum Basisrapport CRE-W Instrument over creatief denken in organisaties HTS Report ID 5107-7038 Datum 18.07.2017 Basisrapport INLEIDING CRE-W 2/7 Inleiding De CRE-W is een vragenlijst die de mate van creatief denken van

Nadere informatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie

Onderzoek heeft aangetoond dat een hoge mate van herstelbehoefte een voorspellende factor is voor ziekteverzuim. Daarom is in de NL-SH ook de relatie Samenvatting Gehoor en de relatie met psychosociale gezondheid, werkgerelateerde variabelen en zorggebruik. De Nationale Longitudinale Studie naar Horen Slechthorendheid is een veelvoorkomende chronische

Nadere informatie

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Dienst Kwaliteit van medische laboratoria Verwerking van gecensureerde waarden 1 ste versie Pr. Albert (februari 2002) 2 de versie Aangepast door WIV (toepassingsdatum:

Nadere informatie

A c. Dutch Summary 257

A c. Dutch Summary 257 Samenvatting 256 Samenvatting Dit proefschrift beschrijft de resultaten van twee longitudinale en een cross-sectioneel onderzoek. Het eerste longitudinale onderzoek betrof de ontwikkeling van probleemgedrag

Nadere informatie

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers

Summery. Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers ummery amenvatting Effectiviteit van een interventieprogramma op arm-, schouder- en nekklachten bij beeldschermwerkers 207 Algemene introductie Werkgerelateerde arm-, schouder- en nekklachten zijn al eeuwen

Nadere informatie

Summary in Dutch. Samenvatting

Summary in Dutch. Samenvatting Samenvatting In de theorie van het menselijk kapitaal zijn kennis en gezondheid uitkomsten van bewuste investeringsbeslissingen. Veel van de keuzes hieromtrent lijken in de praktijk echter niet weldoordacht.

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/38701 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Visschedijk, Johannes Hermanus Maria (Jan) Title: Fear of falling in older patients

Nadere informatie

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting

Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131. chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 131 chapter 10 samenvatting Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 132 Marrit-10-H10 24-06-2008 11:05 Pagina 133 Zaadbalkanker wordt voornamelijk bij jonge mannen vastgesteld

Nadere informatie

NEDERLANDSE SAMENVATTING

NEDERLANDSE SAMENVATTING NEDERLANDSE SAMENVATTING CHAPTER X 188 INLEIDING Wereldwijd neemt het aantal mensen met overgewicht steeds verder toe. In Nederland heeft ruim de helft van de huidige bevolking overgewicht, en 14% heeft

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15

Nadere informatie

Fort van de Democratie

Fort van de Democratie Fort van de Democratie Stichting Vredeseducatie / peace education projects Het Fort van de Democratie WERKT! Samenvatting van een onderzoek door de Universiteit van Amsterdam naar de effecten van de interactieve

Nadere informatie