i de Veense Put imi 30/12/2013 \ ^ ' l-'l-í. -'! ļv vù..

Transcriptie

1 i de Veense Put imi 30/12/2013 \ ^ ' l-'l-í. -'! ļv vù.. Veense Put la, 4264 AL Veen Vcořî, 20 december Onderwerp: Antwoord op uw schrijven van 22 november 2013 Geacht college, Op 22 november 2013 heeft u ons een schriftelijk voorstel gestuurd met betrekking tot de aanpak van de vermeende instabiliteitsproblematiek rondom de Veense Put. Dit voorstel vormt een nadere uitwerking van uw brief van 18 oktober In uw voorstel verzoekt u ~ kort gezegd de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Exploitatiemaatschappij Broeksewaard B V. (hierna: "de Exploitatiemaatschappij"), alsmede de ruim 200 individuele eigenaren van kavels op de landtong (hierna: "de kaveleigenaren'), een volmacht aan de gemeente Aalburg te verlenen tot het namens hen aangaan van een bouwteamovereenkomst met Martens en Van Oord. Hoewel wij het belang onderschrijven van een adequate analyse en voortvarende aanpak van de gesignaleerde problematiek, en wij de bereidheid van de gemeente Aalburg om hierbij de nodige ondersteuning te leveren waarderen, kunnen wij (in onze hoedanigheid van bestuur van de Exploitatiemaatschappij) aan dit verzoek op dit moment geen gehoor geven. Wij lichten dit toe. 1. Geen instemming met volmachtverlening De eerste reden om op dit moment niet in te stemmen met het verlenen van de door u verlangde volmacht, is dat volstrekt onduidelijk is waarvoor deze precies kan (en zal) worden aangewend. De tekst van de door u overgelegde bijlage 3.2 laat naar onze mening veel te veel onduidelijkheid bestaan over wat precies de reikwijdte is van de vertegenwoordigingsbevoegdheid die hiermee in het leven zou worden geroepen. Als bestuur van de Exploitatiemaatschappij voorzien wij de nodige risico's aan het mogelijke handelen van de gemeente Aalburg op basis van deze volmacht. Zo is de kans reëel dat op enig moment discussie ontstaat over de vraag in welke hoedanigheid de gemeente Aalburg handelt (voor zich, of als vertegenwoordiger van de Exploitatiemaatschappij), en of hier voor derden (zoals bijvoorbeeld Martens en Van Oord) rechtens afdwingbare verplichtingen jegens de Exploitatiemaatschappij uit voortvloeien. Gezien de betrokkenheid van (potentieel) omvangrijke financiële belangen, spreekt het voor zich dat wij een dergelijke situatie absoluut willen vermijden. Belangrijker nog is dat wij er niet van overtuigd zijn dat voor de stappen die op dit moment moeten worden gezet om tot een aanpak van de problematiek te komen, de gemeente Aalburg dient te beschikken over de bevoegdheid om voor rekening en risico van de Exploitatiemaatschappij (en de kaveleigenaren) rechtshandelingen te verrichten. Mocht het op enig moment komen tot een daadwerkelijke uitvoering van werken op basis van het kostenneutrale scenario dat op dit moment voorwerp is van onderzoek, dan is daarvoor Rabobank Wijk en Aalburg, rek.nr K.v.K. nr

2 de Veense Put Veense Put la, 4264 AL Veen pagina 2 uiteraard de toestemming van de Exploitatiemaatschappij als eigenaar van de putten vereist. Vooralsnog is echter waarschijnlijk dat zij in dat geval formeel als opdrachtgever zal optreden. Daarmee is haar toestemming een gegeven. Dit ligt uiteraard anders voor zover er werkzaamheden plaats zouden moeten vinden aan de eigendommen van de individuele kaveleigenaren. Of, en in hoeverre, dit het geval zal zijn is op dit moment echter nog volstrekt onduidelijk. Aan het verzoek, gedaan op 21 november jl. waarin wordt gevraagd op perceelsniveau aan te wijzen waar en welke werkzaamheden er zouden moeten worden verricht is tot op heden niet voldaan. Dit verzoek was in eerder stadium ook al gedaan. Dat betekent dat leden worden aangesproken op en verantwoordelijk worden gesteld voor een 'overtreding', waarvan niet bekend is hoe en waar er overtreden wordt. Wij zijn er bovendien stellig van overtuigd dat als betrokkenen (Exploitatiemaatschappij/VVP en gemeente Aalburg) overeenstemming weten te bereiken over een aanpak die tegemoet komt aan de eerder geformuleerde uitgangspunten, ook de kaveleigenaren hiermee zullen instemmen en toestemming tot gebruik van hun eigendommen zullen verlenen. Hoe dan ook, dit alles gaat pas spelen in de uitvoeringsfase van de werken. En deze fase is nu nog niet aan de orde. Wij achten hef dan ook prematuur om reeds nu over te gaan tot verlening van enige volmacht, aan welke partij clan ook. 2. Hoe nu verder? Daarmee komt de vraag in beeld hoe wij het vervolg van het project voor ons zien. Op hoofdlijnen kunnen wij ons vinden in door u in Bijlage 1 bij uw brief voorgestelde aanpak, die er in essentie op neer komt dat in bouwteamverband een conceptaannemingsovereenkomst zal worden voorbereid. Daarbij menen wij wel dat op enkele essentiële punten concrete afspraken zullen moeten worden gemaakt, om de procedurele kaders waarbinnen gehandeld wordt helder te hebben. De inhoudelijke kaders, zoals bijvoorbeeld de juistheid van het Fugrorapport, laten wij thans nog even buiten beschouwing. Deelnemers en hoedanigheid In de eerste plaats is het van belang dat de hoedanigheid van de deelnemers aan het bouwteam helder is. Uw voorstel is op dit punt niet eenduidig. Zo merkt u op pagina 5 van uw brief op dat de Exploitatiemaatschappij en eigenaren eveneens vertegenwoordigd behoren te zijn in het bouwteam, bijvoorbeeld door middel van de beraadgroep. In onderdeel 4.4 van Bijlage 1 bij uw brief wordt echter gesuggereerd dat deelname aan het bouwteam door Exploitatiemaatschappij en kaveleigenaren enkel geschiedt door tussenkomst van de gemeente Aalburg, hierbij optredend krachtens volmacht.

3 de Veense Put Veense Put la, 4264 AL Veen pagina 3 Voor ons is het instellen van een bouwteam enkel bespreekbaar indien de deelnemers hierin alleen voor zichzelf optreden. Om (de schijn van) belangenverstrengeling en dubbele pettenproblematiek te voorkomen, achten wij een constructie waarin de gemeente Aalburg tevens handelt als vertegenwoordiger van de Exploitatiemaatschappij en/of de kaveleigenaren, ondenkbaar. Dit betekent dat de Exploitatiemaatschappij eigen vertegenwoordigers zal leveren voor deelname aan het bouwteam. Een afvaardiging van twee personen uit de beraadgroep ligt hierbij voor de hand. Gezien de verantwoordelijkheden als eigenaar dient een van de vertegenwoordigers van de Exploitatiemaatschappij de regie te voeren in het bouwteam. Voor de individuele kaveleigenaren zien wij geen rol weggelegd binnen het bouwteamoverleg, al was het maar omdat het ondoenlijk is met meer dan 200 personen tot consensus te komen over een conceptaannemingsovereenkomst. Wij vertrouwen erop dat door middel van de vertegenwoordiging van de beraadgroep een voor de kaveleigenaren aanvaardbaar resultaat kan worden bereikt. De individuele kaveleigenaren vervullen uiteindelijk, na interne besluitvorming binnen de VVP, geen andere rol dan die van (vrijwillige) gedoger van de uit íe voeren werkzaamheden. Contractsvrijheid en kostenverdeling Een tweede aandachtspunt is de contractsvrijheid van de Exploitatiemaatschappij als beoogd toekomstig opdrachtgever, en de verdeling van eventueel tijdens het bouwteamtraject te maken kosten. Ook op dit punt is uw voorstel niet eenduidig. In Bijlage 1 bij uw brief wordt op verschillende plaatsen gesteld dat, ervan uitgaande dat het bouwteamtraject leidt tot daadwerkelijke gunning van een opdracht, deze gunning plaatsvindt aan Martens en Van Oord. Op pagina 6 van uw brief stelt u evenwel dat de Exploitatiemaatschappij haar 'handen vrij' houdt richting de aannemer. De vraag is wat dit laatste nu precies betekent. Met betrekking tot kosten en opbrengsten is er sprake van enige onduidelijkheid: Verkenning van de huidige prijzen van grond, baggerspecie, gesteente en vervoerskosten leiden tot de conclusie dat de door de gemeente voorgestelde werkwijze een batig saldo oplevert van 1 à 3 miljoen euro. Het is niet duidelijk waar dat geld blijft als het niet ten goede komt aan de eigenaren van de Veense Put. Er moet daarom met een open begroting worden gewerkt waarin exact staat aangegeven wat de kosten en de opbrengsten zijn. Door de VVP (i.e. de Beraadgroep) is reeds met drie aannemers gesproken. Door samen te werken met één aannemer wordt de integriteit van de Beraadgroep inzake die gevoerde gesprekken geschaad. De inmiddels aan u gestuurde mail van Paans onderstreept dit nog eens. Verder schaadt het samenwerken met één aannemer de concurrentiepositie met alle (financiële) gevolgen van dien. Daarnaast kan van een aannemer die een voorkeurspositie bekleedt (begrijpelijk) worden verwacht dat deze zijn eigen belang laat prevaleren.

4 ţ de Veense Put Veense Put 1 a, 4264 AL Veen pagina 4 De Beraadgroep heeft zich uitgesproken voor maatwerk (vandaar de gewenste nuancering I detaillering van het stabiliteitsprobleem) en wil dus gebruik van toe te passen materiaal tot een minimum beperken. Dit staat haaks op de voorgestelde aanpak van de gemeente waar vrijwel ongebreideld baggerspecie in de putten wordt gestort. De Exploitatiemaatschappij wil de volledige vrijheid behouden om op enig moment te besluiten de eventuele opdracht te gunnen (of in het geheel geen opdracht te gunnen), zonder dat hier kosten uit voortvloeien, bijvoorbeeld uit hoofde van precontractuele aansprakelijkheid. Hierover zullen afspraken moeten worden gemaakt. Hetzelfde geldt voor eventueel te maken (deskundigen)kosten tijdens het bouwteamtraject. Daarbij is, overeenkomstig onderdeel 1.3 van Bijlage 1 van uw voorstel, het uitgangspunt dat het bouwteamíraject voor de Exploitatiemaatschappij kostenneutraal verloopt. T.a.v. de kostenverdeling wordt gemakshalve uitgegaan van het op grote schaal toepassen van baggerspecie Klasse B. Omdat er nog geen inrichtingsplan is gemaakt kunnen geen aannames op dit gebied worden gemaakt. Dit nog afgezien van de vraag of Klasse B mag worden toegepast in zwemwater, binnen 5 km van een innamepunt voor het maken van drinkwater en direct naast een gebied dat deel uitmaakt van de Ecologische Hoofd Structuur etc. Hier zal nog onderzoek naar moeten worden gedaan. 3. Planologische aspecten In de aanloop naar de totstandkoming van uw voorstel van 22 november 2013 hebben wij gesproken over de mogelijkheden om samengevat verruiming van de planologische bouwen gebruiksmogelijkheden op de Sportlaan en de landtong, te koppelen aan oplossing van de vermeende instabiliteit. Van uw zijde is te kennen gegeven dat de gemeente Aalburg hiervoor geen mogelijkheden ziet, en dat zij deze aspecten loskoppelt van de stabiliteitsproblematiek. Eén en ander is door wethouder Vreugdenhil toegelicht in een brief van 11 november Wij begrijpen dat het college c.q. de gemeente Aalburg, bij de huidige stand van zaken nog geen bindende toezeggingen kan doen met betrekking tot toekomstige planologische besluitvorming door de gemeenteraad. De Exploitatiemaatschappij en de VVP beschouwen de verruiming van de planologische mogelijkheden en de aanpak van de instabiliteitsproblematiek echter nadrukkelijk wel als een totaalpakket. Uw burgemeester heeft in dit verband in de vergadering van 10 oktober jl. benadrukt dat de wensen die er op dit gebied zijn 'open en eerlijke verwoord mogen worden'. Het ligt daarom niet in de rede dat de Exploitatiemaatschappij een onvoorwaardelijke opdracht tot uitvoering van werken zal verstrekken, voordat de daadwerkelijke realisering van de toegezegde planologische verruimingen genoegzaam za! zijn geborgd.

5 s de Veense Put Veense Put 1 a, 4264 AL Veen pagina 5 Omwille van de voortgang van het project lijkt het ons evenwel goed de discussie over de exacte inhoud van de planologische verruimingen, en de wijze waarop deze moeten worden geborgd, los te koppelen van het bouwteamoverleg. Wij stellen voor deze discussie te parkeren tot het moment dat binnen het bouwteam meer duidelijkheid is gebracht over de mogelijke oplossingsrichting(en) en de (financiële) consequenties hiervan voor alle betrokkenen. Alsdan kan op basis van de op dat moment beschikbare informatie, (opnieuw) over de planologische aspecten in onderhandeling worden getreden. Uiteindelijk dient het proces naar onze mening namelijk uit te monden in één overkoepelende overeenkomst tussen Exploitaíiemaatschappij, WP en gemeente Aalburg, waarin zowel de oplossing van de instabiliteiîsproblernatiek, als de planologische aspecten worden geregeld. In deze overeenkomst zullen verder bijvoorbeeld ook afspraken moeten worden gemaakt over de risicoverdeling na oplevering van tie eventueel te realiseren werken. Het lijkt echter niet bevorderlijk voor de voortgang van het project om al deze aspecten nu ai uitputtend íe regelen, aangezien de uitkomsten van het bouwteamoverleg in grote mate bepalend zullen zijn voor het verdere verloop hiervan, en de (financiële) mogelijkheden van betrokkenen. Voor de goede orde merken wij op dat hei tijdelijk opschorten van de onderhandelingen in de hiervoor bedoelde zin, de gemeente Aalburg niet de mogelijkheid biedt om terug íe komen op reeds gedane toezeggingen. Wij doelen in het bijzonder op de toegezegde verruiming van de dagrecreatiefuncíie naar seizoensrecreatie op de Sportlaan, en de uitbreiding van de gebruiksmogelijkheden in het algemeen tot 365 dagen per jaar recreëren. Naar mening van de Exploitatiemaatschappij en de VVP is de gemeente Aalburg aan deze concrete toezeggingen, die zijn vervat in de brief van wethouder Vreugdenhil van 11 november 2013, gebonden. 4. Communicatie en positie kaveleigenaren Onze indruk is dat de versnipperde wijze waarop de communicatie tussen de gemeente Aalburg, WP, Ľxploiíatiemaatschappij en kaveleigenaren de afgelopen tijd heeft plaatsgevonden, in belangrijke mate heeft bijgedragen aan de (dreigende) impasse in de voortgang van het project. Op dit vlak is stroomlijning noodzakelijk. De situatie is op dit moment aldus dat de gemeente Aalburg zowel wordt aangesproken door individuele kaveleigenaren, als door leden van het bestuur van de WP, de Exploitaíiemaatschappij, en leden van de beraadgroep, en dit bovendien op verschillende niveaus binnen de organisatie (ambtelijk, bestuurlijk en politiek). Tegelijkertijd communiceert de gemeente Aalburg over het hoofd van het bestuur van de Exploitatiemaatschappij I WP rechtstreeks met kaveleigenaren, hetgeen tot de nodige onrust leidt binnen de WP, en daarmee een effectieve informatievoorziening en het bereiken van consensus frustreert. Ervan uitgaande dat wij gezamenlijk hei hiervoor geschetste traject ingaan, stellen wij voor de communicatie tussen betrokkenen in beginsel te beperken tot de vertegenwoordigers in het bouwteam. Mocht het daadwerkelijk tot een oplossing komen waarbij verondieping van de putten plaats moet vinden, dan is het namelijk de Exploitatiemaatschappij die op dit punt formeel als opdrachtgever op zal moeten gaan treden. Als aandeelhouder van de

6 t de Veense Put Veense Put 1 a, 4264 AL Veen pagina G Exploiíatiemaaíschappij heeft de WP, en daarmee indirect de individuele kaveleigenaar, hierin uiteraard wel de nodige zeggenschap, maar wij beschouwen de besluitvorming op dit punt, en de hiertoe vereiste informatievoorziening nadrukkelijk als een interne aangelegenheid van de WP. Zoals ook hiervoor uiteen is gezet is er in deze fase van het traject dus nog geen rol weggelegd voor de individuele kaveleigenaren. Er is voor de gemeente Aalburg naar ons idee dan ook geen enkele reden om kaveleigenaren te vragen om een machtiging, onder dreiging van toepassing van bestuursdwang. Uiteraard staat het een bestuursorgaan vrij om te dreigen met handhavend optreden met het doel de overtreder er toe te bewegen zijn overtreding vrijwillig te beëindigen. Een dergelijke dreiging mag echter niet gericht zijn op het afdwingen van een privaatrechtelijke volmacht om namens een vermeende overtreder allerlei (onbepaalde) overeenkomsten aan te gaan mei derden. In dat geval is sprake van dėíournernení de pouvoír, oftewel: misbruik van bevoegdheid. Gezien de constructieve opstelling van de leden van de WP (de kaveleigenaren) tot dusver, geeft deze houding van de gemeente Aalburg geen pas. Zij werkt overigens ook contraproductief. De kaveleigenaren zijn over hei algemeen niet in staat een dergelijke dreiging op haar juridische merites te beoordelen. Daarmee wekt zíj eerder onrust en wantrouwen dan dat zij de bereidwilligheid van de kaveleigenaren tot medewerking aan voorstellen van de gemeente Aalburg bevordert. Daarbij geldt in het algemeen dat een dreiging ook enkel effect sorteert wanneer zij enige realiteitswaarde heeft. Op basis van eerdere stukken begrijpen wij dat u een grondslag voor handhavend optreden meent íe kunnen ontlenen aan artikel 1a van de Woningwet. Dit artikel beperkt zich in zijn reikwijdte echter tot de verantwoordelijkheden van een eigenaar/rechthebbende met betrekking tot zijn perceel. Handhaving op deze grondslag zou dus vereisen dat voor elk perceel een afzonderlijke last onder bestuursdwang wordt opgelegd, waarbij ten minste wordt aangetoond (1) dat artikel 1a van de Woningwet voor dat specifieke perceel een handhavingsgrondslag biedt, (2) dát er voor dat specifieke perceel sprake is van schending van artikel 1a Woningwet, (3) waaruit deze schending precies bestaat, en (4) welke concrete maatregelen de rechthebbende dient íe nemen om aan de opgelegde last íe voldoen. Op basis van de nu beschikbare informatie is geenszins aannemelijk dat op één of meer individuele kavels sprake is van een met artikel 1a Woningwet strijdige situatie, laat staan dat inzichtelijk is welke concrete maatregelen van de betreffende kaveleigenaren zouden kunnen worden gevergd om hieraan een einde te maken. Handhavend optreden tegen weigerachtige kaveleigenaren (nota bene: in potentie zijn dit er meer dan 200) is in onze ogen dan ook een volstrekt illusoir scenario. Het staat u uiteraard vrij om op gebrekkige gronden de individuele kaveleigenaren aan te schrijven en over te gaan tot het nemen van 200 bestuutsdwangbesiuiten. Het zal echter duidelijk zijn dat de kaveleigenaren in dat geval tot in hoogste instantie bestuursrechtelijke rechtsmiddelen aan zullen wenden tegen de bestuursdwangbesluiten. Dit leidt voor alle betrokkenen tot onnodige kosten en tijdsverspilling. Aangezien ook u niet bereid zult zijn tot

7 Veense Put 1 a, 4264 AL Veen pagina 7 feitelijke tenuitvoerlegging van bestuursdwang waarvan de kans reëel is dat zij achteraf als onrechtmatig wordt beoordeeld, met als gevolg dat de hierdoor geleden schade aan de kaveleigenaren dient te worden vergoed en de door de gemeente Aalburg gemaakte kosten niet kunnen worden verhaald, resulteert dit de facto in een bevriezing van het project voor de duur van de 200 bezwaar-, beroeps- en hogerberoepsprocedures. Hiermee is geen van de betrokkenen gediend. Mei een dergelijke actie zou bovendien hei draagvlak voor, en daarmee de kans op het bereiken van een minnelijke oplossing tot nul worden gereduceerd. Het mag duidelijk zijn dat wij als bestuur van de WP en de Exploitaíiemaaíschappij deze route van een heilloze discussie in rechte, zo veel mogelijk willen vermijden. Tenslotte zal een rechtsgang van zowel de individuele eigenaren als die van de Exploitatiemaatschappij een potentiële aannemer afschrikken. Deze zal willen werken aan een grond- of waterwerk, zonder oponthoud van allerlei juridische processen. 5. Afsluiting Zoals uit het voorgaande reeds blijkt, zijn wij nog steeds van mening dat het de moeite waard is om te proberen in onderling overleg tot een oplossing van de situatie te komen. Verdere inspanningen zijn echter alleen zinvol wanneer alle partijen zich bewust zijn van hun eigen positie, en de gemeente Aalburg de autonomie van de Exploitatiemaatschappij en VVP in voldoende mate respecteert. Mochten wij over de hiervoor geschetste procedurele kaders overeenstemming bereiken, dan kan wat ons betreft op korte termijn een bouwteamovereenkomst worden gesloten op basis waarvan hei inhoudelijke traject kan worden hervat. Graag maken wij op korte termijn een afspraak met een vertegenwoordiger van uw college, de ambtelijke projectleider mevrouw Opdurp en een afgevaardigde van de beraadgroep om hei voorgaande te bespreken. Van deze brief gaat tot slot een afschrift naar de kaveleigenaren. Zoals uit hei voorgaande reeds impliciet blijkt, zal hun daarbij worden geadviseerd de door u verlangde machtiging niet íe verlenen. Voor het geval dit onverhoopt al is geschied, zal hun een modelbrief ter hand worden gesteld om de verleende machtiging te herroepen. Met vriendelijke groet, Bestuur Vereniging de Veense Put,.ambrechiś' voorzitter. E.A.M. Hus-Linschoten, secretaris. E-mai 1 adminŵ deveenseput. n 1