Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente

Transcriptie

1 > Retouradres Postbus GX Den Haag Aan het college van Burgemeester en Wethouders v/d gemeente Wijken en Rijnstraat 8 Postbus GX Den Haag Interne postcode IPC Betreft Informatiebrief n.a.v. de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam inzake Turkse inburgeringsplichtigen Bijlage(n) 2 Geacht College, Met deze brief wil ik u informeren over de gevolgen van de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam d.d. 12 augustus jl. inzake de inburgeringsplicht van Turkse onderdanen. Uit signalen die ik uit het land krijg, begrijp ik dat gemeenten graag willen weten waar ze aan toe zijn. Met deze brief wil ik u daarvoor enkele handvatten aanreiken. Voordat ik inga op de juridische aspecten en gevolgen voor de uitvoeringspraktijk, wil ik nog opmerken hoe belangrijk inburgering voor Turkse onderdanen is. Mede naar aanleiding van de uitspraken van de rechtbank heeft de minister nog eens op het belang van inburgering gewezen en aangegeven dat hij ervan uitgaat dat de Turkse onderdanen met die inburgering doorgaan. Inburgering levert een positieve bijdrage aan de positie van Turkse onderdanen in de Nederlandse samenleving en vergroot hun kansen op de arbeidsmarkt. Het juridische geschil dat momenteel speelt mag er mijns inziens niet toe leiden dat minder Turkse onderdanen dan voorheen inburgeren in Nederland. Ik ga ervan uit dat u en de Turkse inburgeringsplichtigen in uw gemeente dit gemeenschappelijke belang onderschrijven. De rechtszaken De rechtbank heeft in deze uitspraken geoordeeld dat de inburgeringsplicht niet geldt voor de twee Turkse inwoners van de gemeenten Rotterdam en Vlaardingen die de rechtszaken aanhangig hebben gemaakt. De rechtbank heeft daarbij overwogen dat het opleggen van de inburgeringsplicht voor deze twee Turkse onderdanen in strijd is met de Associatieovereenkomst EEG/Turkije en het Besluit 1/80 Associatieraad (hierna: associatierecht). Bovendien zou de inburgeringsplicht betrokkenen beperken bij de toegang tot werk. Voor de verdere inhoud van deze uitspraken verwijs ik u naar (LJN: BN3934 en LJN: BN3935). De minister en de betrokken gemeenten hebben inmiddels besloten tegen deze uitspraken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep. Pagina 1 van 6

2 Reikwijdte van de uitspraken Vanwege het belang van de inburgering van Turkse onderdanen is een uitspraak gewenst van de hoogste Nederlandse rechter over de verenigbaarheid van de inburgeringsplicht met het associatierecht. Daarom is hoger beroep ingesteld tegen de uitspraken. Gegeven dit hoger beroep is er vooralsnog geen aanleiding om de inburgeringsplicht voor Turkse onderdanen te negeren en te stoppen met de uitvoering en de handhaving van de Wet inburgering. De uitkomst van het hoger beroep zal verder uitsluitsel moeten geven over de inburgeringsplicht van Turkse onderdanen. Wijken en Gevolgen voor reeds vastgestelde beschikkingen De periode waarbinnen bezwaar ingesteld kan worden tegen een beschikking bedraagt zes weken. De consequentie hiervan is dat Turkse onderdanen van wie de inburgeringsplicht en termijn in een beschikking is vastgelegd en waarvan de bezwaartermijn is verstreken, onherroepelijk inburgeringsplichtig zijn. Er bestaat geen reden om terug te komen op deze beschikkingen. Indien toch bezwaar wordt gemaakt nadat de termijn van zes weken is verstreken, dan is dit bezwaar nietontvankelijk. Dit geldt eveneens voor beschikkingen op bezwaar waartegen niet tijdig dat wil zeggen binnen zes weken beroep is ingesteld bij de rechtbank. Bezwaar, voorbeeldbrief en -beschikking U kunt geconfronteerd worden met bezwaarschriften van individuele Turkse onderdanen tegen de hen opgelegde inburgeringsplicht. Daarbij zullen zij zich op het standpunt kunnen stellen dat zij rechten kunnen ontlenen aan het associatierecht en dat zij om die reden zouden zijn vrijgesteld van de inburgeringsplicht. Omdat ik mij kan voorstellen dat de afhandeling van deze bezwaarschriften een behoorlijk beslag kan leggen op uw capaciteit, geef ik u de volgende mogelijkheden in overweging. Allereerst kunt u de beschikkingen op deze bezwaarschriften aanhouden zolang nog geen uitspraak in het hoger beroep is gegeven. Daarvoor is op grond van de Algemene wet bestuursrecht instemming van de bezwaarmaker vereist. Bijgaand treft u een voorbeeldpassage aan die u kunt gebruiken in een brief aan de bezwaarmaker, in het geval deze heeft ingestemd met het aanhouden van de beschikking op bezwaar (bijlage 1). Indien de bezwaarmaker echter niet instemt met het verlenen van nader uitstel, zal een inhoudelijke beslissing moeten worden genomen op het bezwaarschrift. Hoewel elk individueel bezwaar waarin een dergelijk beroep wordt gedaan, op zijn merites moet worden bezien, adviseer ik u om bezwaarschriften waarbij een beroep wordt gedaan op het associatierecht, hangende het hoger beroep, ongegrond te verklaren. Bijgaand treft u hierbij een voorbeeldpassage aan, die u kunt gebruiken bij het afhandelen van bezwaren die betrekking hebben op het associatierecht (bijlage 2). 1 1 Het instellen van bezwaar heeft overigens geen schorsende werking, hetgeen inhoudt dat de beschikking, waartegen bezwaar is gemaakt, van kracht blijft ondanks het instellen van bezwaar. Mocht de bezwaarmaker instemmen met het aanhouden van de beschikking op bezwaar, dan zal de primaire beschikking feitelijk als opgeschort moeten worden beschouwd. Pagina 2 van 6

3 Sancties Zolang het hoger beroep loopt, blijven de bepalingen van de Wet inburgering onverkort van kracht. Indien er aanleiding bestaat om de Turkse onderdaan een bestuurlijke boete op te leggen op grond van het niet nakomen van zijn inburgeringsplicht, is er vooralsnog geen aanleiding dit proces niet te laten doorgaan. Ook de verblijfsrechtelijke gevolgen van het niet behalen van het inburgeringsexamen (het niet verkrijgen van een zelfstandige verblijfsvergunning voor voortgezet verblijf en een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd) blijven van kracht. Wijken en Inburgering in relatie tot re-integratietrajecten. Voor de volledigheid geef ik aan dat in het kader van re-integratietrajecten op grond van de Wet werk en bijstand en andere sociale zekerheidswetten of sociale zekerheidsregelingen aan (Turkse) inburgeringsplichtigen het volgen van een inburgeringsvoorziening verplicht kan worden gesteld. In die situatie kunnen bij niet nakoming van het volgen van de inburgeringsvoorziening maatregelen, dan wel sancties, op grond van die wetten en regelingen worden opgelegd. Deze situatie is niet aan de orde in de uitspraken van de Rechtbank Rotterdam. Naturalisatie Ook wil ik u erop attenderen dat het inburgeringsexamen ten behoeve van naturalisatie door Turkse onderdanen behaald moet worden. Deze eis geldt immers ook voor onderdanen van EU-lidstaten. Ook zij moeten slagen voor dit examen willen zij kunnen naturaliseren. Kosten inburgering nu nog vergoed Ik kan mij voorstellen dat u en uw medewerkers te maken krijgen met Turkse onderdanen die vraagtekens zetten bij het voor hen verplichte karakter van de inburgering. Mijn advies is om niet alleen het belang van het kunnen spreken van de Nederlandse taal en het verkrijgen van kennis van de Nederlandse samenleving voor betrokkenen en hun kinderen te benadrukken, maar deze inburgeringsplichtigen er ook op te wijzen dat de Nederlandse overheid hen verregaand tegemoet komt door op dit moment het grootste deel van de kosten van de inburgeringsvoorziening voor haar rekening te nemen. Het is geenszins zeker dat deze faciliteit in de komende jaren in stand blijft. Indien zij een aanbod weigeren, lopen zij derhalve gerede kans in de toekomst de cursussen ter voorbereiding op het inburgeringsexamen zelf te moeten betalen. Taalaanbieders Verder adviseer ik u om de in uw gemeente werkzame taalaanbieders op de hoogte te stellen van de uitspraken, omdat taalaanbieders direct met Turkse inburgeringsplichtigen in gesprek kunnen gaan over hun motivatie en het belang van inburgering voor hun deelname aan de samenleving om zodoende te trachten hen bij de les te houden. Tevens kunt u hen erop wijzen dat reeds geslagen beschikkingen van kracht blijven en dat Turkse inburgeringsplichtigen de in die beschikkingen opgenomen verplichtingen dienen na te komen. Pagina 3 van 6

4 Ten slotte Ik ben bereid u zo veel mogelijk hulp en steun te bieden. Daarvoor heb ik evenwel ook uw hulp nodig. Daarom verzoek ik u hierbij om uw procesmanager bij de directie Inburgering en zo spoedig als mogelijk is te informeren indien door Turkse inburgeringsplichtigen bezwaar wordt gemaakt of beroep wordt ingesteld tegen een beslissing waarbij het associatierecht een rol speelt. Mijn directie neemt daarbij graag een coördinerende rol op zich. Ik zal u via de bekende kanalen op de hoogte houden van de voortgang in deze zaak. Ik vertrouw erop u met het bovenstaande voldoende te hebben ingelicht. Wijken en Hoogachtend, De directeur Inburgering en mr. M.L. Haimé Pagina 4 van 6

5 Bijlage 1 Voorbeeldpassage brief instemmen met nader uitstel van de beschikking op bezwaar totdat op het hoger beroep van de Minister voor Wonen, Wijken en en de gemeenten Rotterdam en Vlaardingen is beslist U heeft bij brief van <datum> bezwaar gemaakt tegen de beschikking van het college van <datum, kenmerk>. In verband met de behandeling van het hoger beroep, dat door de Minister voor Wonen, Wijken en en de gemeenten Rotterdam en Vlaardingen is ingesteld tegen twee uitspraken van de Rechtbank Rotterdam van 12 augustus 2010 over de inburgeringsplicht van Turkse onderdanen, heeft het college u bij brief van <datum> verzocht om op grond van artikel 7:10, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht in te stemmen met uitstel van het nemen van een beschikking op bezwaar totdat een uitspraak is gewezen in hoger beroep. U heeft het college bij brief van <datum> bericht dat u akkoord gaat met een dergelijk uitstel. Gelet hierop neemt het college geen beschikking op uw bezwaarschrift voordat een uitspraak op het hoger beroep is verkregen. Wijken en Pagina 5 van 6

6 Bijlage 2 Voorbeeldpassage beschikking op bezwaar Turkse inburgeringsplichtigen beroep op associatierecht Wijken en De inburgeringsplicht van Turkse onderdanen vloeit voort uit de wet. De vraag is of een inburgeringsplicht valt onder het associatierecht. Daarover loopt op dit moment een procedure bij de Centrale Raad van Beroep. Zolang de uitkomst in die procedure niet vaststaat, stelt het college zich op het standpunt dat het associatierecht niet aan uw plicht om in te burgeren in de weg staat. Daarbij merkt het college het volgende op. Doel van het associatierecht is om de geleidelijke integratie van Turkse onderdanen in de EU te bevorderen. Er bestaat tot op heden geen recht op vrij verkeer van personen tussen de EU en Turkije, zoals dat tussen burgers van de EU-Lidstaten onderling plaatsvindt. Het is, op grond van dit associatierecht, niet toegestaan om nieuwe beperkingen op te werpen die de toegang tot (kort gezegd) de arbeidsmarkt voor Turkse onderdanen belemmeren. De kennis van de Nederlandse taal en samenleving hebben geen belemmerend, maar juist een stimulerend effect op de geleidelijke integratie van Turkse onderdanen in Nederland. Inburgering draagt daarmee bij aan de realisatie van het doel van het associatierecht, te weten bevordering van de geleidelijke integratie van Turkse onderdanen in de EU. De wijze waarop aan de inburgeringsplicht wordt voldaan, kan grotendeels naar eigen inzicht vorm worden gegeven. Bovendien worden de kosten grotendeels vergoed. Het verblijfsrecht wordt ook niet beëindigd als het inburgeringsexamen niet wordt behaald. Om deze redenen wijst het college uw bezwaar dat de inburgeringsplicht in strijd is met het associatierecht af. Pagina 6 van 6