SPRAAK-TAALADVIEZEN. Voorwoord
|
|
- Jeroen ten Wolde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1
2 SPRAAK-TAALADVIEZEN Voorwoord Kwaliteitskring Midden Brabant, met 15 logopedisten uit Tilburg en omgeving, heeft voor u spraak-taal adviezen onder de loep genomen. Het betreft spraak-taalstimuleringsadviezen aan ouders/verzorgers van kinderen in de onderbouw van de basisschool die een spraak- taalontwikkelingsstoornis hebben. Het product is het resultaat van het proces rondom een intercollegiale toetsing waarbij duidelijk werd dat er behoefte bestond aan een meer gestructureerd verstrekken van adviezen voor taal- en spraakontwikkeling. Na inventarisatie van alle door de kringleden gegeven adviezen, zijn de adviezen geordend, geselecteerd, herschreven en voorzien van voorbeelden en afbeeldingen. De afbeeldingen zijn professioneel en met een tikje humor ontworpen en dragen zeker bij tot een effectieve wijze van advisering aan de ouders. Het geheel van 49 spraak-taaladviezen is bijeengebracht in een losbladig systeem en op een CD-rom. De verschillende adviezen kunnen zo per stuk of in kleine aantallen op een visuele manier aan de ouders worden verstrekt. Wij hopen dat u veel gebruik zult maken van deze gebundelde adviezen. November 2004 Kwaliteitskring Midden Brabant
3 VERANTWOORDING Inleiding 15 Logopedisten die samen al meer dan 225 jaar werkzaam zijn in de Vrije Vestiging, hebben hun kennis ten aanzien van advisering aan ouders/verzorgers met betrekking tot spraak en taal gebundeld. Zoals eenieder die als hulpverlener werkt weet, onthoudt niet elke ouder/verzorger de adviezen die tijdens een oudergesprek en behandelingen worden aangereikt. De gegeven informatie tijdens zo n gesprek is vaak veel omvattend. Daarom ontstond het idee om de spraak-taaladviezen voor de ouders/verzorgers overzichtelijker te maken. Tevens is het gezien de kwaliteitseisen en wensen van vandaag de dag belangrijk om als logopedist over goed, eenduidig, gebruiksvriendelijk en handzaam materiaal te beschikken, zodat men doelgericht kan werken en de behandeleffectiviteit wordt vergroot. Eisen Ons inziens moeten de spraak-taaladviezen aan bepaalde eisen voldoen. Ten aanzien van de inhoud: Alle adviezen moeten eenduidig zijn De adviezen moeten kort en kernachtig zijn Het taalgebruik in de adviezen moet eenvoudig zijn en de ouder direct aanspreken Alle adviezen moeten zijn voorzien van enkele voorbeelden uit het dagelijks leven bij ieder advies moet een duidelijke tekening staan waarmee het advies op vrolijke en humorvolle wijze wordt uitgebeeld. Ten aanzien van de vormgeving en het gebruik: Er mag maar één advies worden gegeven per pagina het moet een losbladig systeem zijn, zodat ieder advies apart en in willekeurige volgorde kan worden meegegeven de adviezen moeten bij voorkeur in kleur worden weergegeven, zodat ze meer opvallen en aanspreken De adviezen moeten goed kopieerbaar zijn Alle adviezen moeten ook op CD-rom staan, zodat iedere gebruiker naar behoefte een kleurenprint kan uitdraaien
4 Doelgroep Ouders/verzorgers van kinderen, met een spraak-taalniveau tot en met groep 2 van de basisschool, die behoefte hebben aan adviezen ter stimulering van de spraak-taalontwikkeling van hun kind. Gebruikersgroep Logopedisten die werken met kinderen met een spraak-taalniveau tot en met groep 2 van de basisschool en die gebruik maken van spraak-taaladviezen om de effectiviteit van hun behandeling te vergroten Logopedisten die voorlichting geven over spraak en taal aan groepen ouders/verzorgers van jonge kinderen, zoals bijvoorbeeld op een peuterspeelzaal of een kinderdagverblijf Eenieder die kennis heeft van de spraak-taalontwikkeling bij kinderen en die hierover beroepsmatig adviezen geeft aan ouders/verzorgers, hulpverleners en leerkrachten Gebruik De logopedist kan een mondeling gegeven advies op papier meegeven, zodat de ouder/verzorger (hulpverlener of leerkracht) het nog eens rustig kan nalezen cq. ophangen als reminder Door in de wachtkamer of openbare ruimte wekelijks een wisselend advies op te hangen kunnen meerdere ouders/verzorgers indirect worden bereikt en alert worden gemaakt op hoe zij de spraak-taalontwikkeling van het kind kunnen stimuleren Op een voorlichtingsbijeenkomst kunnen de adviezen naast elkaar worden tentoongesteld, opgehangen, neergelegd, uitgedeeld, enz. Wijze van bestellen Door middel van het overmaken van 75,- (dit is inclusief verzendkosten) op rek. nr t.v.n. W. Gerrits-Vonk inzake kwaliteitskring Midden-Brabant onder vermelding van Spraak-taaladviezen, naam en adres. Het grafische en illustratieve ontwerp van dit boekwerk is gedaan door: Rudi Vriends, rudivriends@hotmail.com, tel. nr.:
5 INDEX 01. Gebruik woorden die het kind kent. Als U een nieuw woord gebruikt zorg er dan voor dat het kind weet wat er mee bedoeld wordt. Bijvoorbeeld: 'Pappa gaat naar een vergadering'. Vereenvoudig: 'Pappa gaat praten met andere mensen'. 02. Spreek langzaam. Spreek de woorden langzaam uit. 03. Maak uw zinnen niet te lang. Zodoende kan uw kind uw zinnen goed begrijpen en eventueel nazeggen. 04. Gebruik woorden die het kind kent. Als u een nieuw woord gebruikt, zorg dan dat het kind het snapt. 05. Vraag niet voortdurend: Wat is dit? Hoe heet dat? Misschien weet uw kind het antwoord niet en daardoor wordt spreken steeds minder leuk. Het kind krijgt geen kans om zelf te bepalen wat het wil vertellen. Wat u kunt doen: Benoem zelf. Het kind wil dan mee praten en zal zelf ook dingen gaan benoemen. Laat uw kind een zin afmaken. Bijvoorbeeld. In de wei zie ik een... Geef uw kind de keus uit twee antwoorden. Bv. Staat daar een paard of een olifant? 06. Speel samen met uw kind. Volg uw kind in zijn spel. Laat uw kind bepalen wat het met het speelgoed wil doen. Bijvoorbeeld: Uw kind speelt met een auto en zet deze bovenop het huis. Zeg niet: Die auto hoort toch niet op het huis. Maar zeg: Goh, die auto staat daar hoog op het huis, knap hoor.
6 07. Zoek 1 moment van de dag uit waarop u samen met uw kind kunt lezen of zingen. Laat het kind een boek uitkiezen. Al heeft u dit boek al 10 keer gelezen, het kind vindt herhaling heerlijk. U hoeft zich niet aan de letterlijke tekst van het boek te houden. U kunt zelf vertellen bij de plaatjes. U kunt af en toe eens wachten en kijken of uw kind begint met vertellen. Begint uw kind niet te praten dan kunt u weer doorgaan. 08-a. Verwoord de handelingen van uw kind. Bijvoorbeeld: Jij maakt een mooie toren. Wat heb jij een mooie toren gemaakt! Ga jij een toren maken? 08-b. Benoem waar uw kind naar kijkt. Bijvoorbeeld: Dat is een vogel. Goh, dat is een mooie vogel. Hij eet zaadjes. Oh, nou vliegt hij weg. Dag vogel. 08-c. Benoem waar uw kind mee speelt. Bijvoorbeeld: 'Ik zie een auto, een hele grote auto met vier wielen. 08-d. Maak uw zin net iets moeilijker dan die van uw kind. Bijvoorbeeld: 'Beer au!'. (2-woordszin). Ouder reageert: 'De beer heeft pijn'. (3-woordszin + vervanging 'au' door 'pijn'). 09. Praat terwijl u dingen doet zoals: 'Ik ga nu de tafel dekken. Ik pak een mes en een vork en nog een vork. En dit bord is voor pappa en dit kommetje is voor jou'. 10. Verwoord de gebaren van uw kind: Bijvoorbeeld: Het kind laat een beker vallen en doet een hand voor zijn mond. Wat zegt u: 'Oh o, de beker met limonade is om gevallen. Daar schrik je van! Wat zullen we gaan doen?' Uw kind wijst naar een doekje. Uw reactie: 'Ja, we moeten poetsen. Pak het doekje maar'. 11. Laat uw kind niet alles nazeggen: a.) Herhaal de zin van uw kind, maar dan in de goede vorm. Bv. Uw kind: 'Ik wil bank zitten'. Uw reactie: 'Wil jij OP de bank zitten?' Bv. Uw kind: 'Mamma, moooie boeme!' Uw reactie: 'Nou, dat zijn mooie bloemen!' b.) Laat uw kind goed naar uw mond kijken. Bv. Tijdens een lotto-spel kunt u het plaatje naast uw mond houden als u het plaatje benoemt. 12. Ga naar de bibliotheek of speelotheek en vraag naar speelgoed wat geschikt is voor de leeftijd van uw kind. (NB. De bibliotheek is voor kinderen gratis). 13. Informeer de directe omgeving van uw kind over de taalmogelijkheden en over hoe ook zij uw kind kunnen stimuleren. De directe omgeving kan zijn: oma, opa, oppas, alle mensen die regelmatig met uw kind omgaan.
7 14. Zing samen liedjes of zeg versjes op. Als u zelf zingt kunt u zelf het tempo bepalen en kunt u ook stoppen om het kind verder te laten zingen. De liedjes op cd's gaan vaak te snel waardoor uw kind niet goed mee kan zingen. 15. Kijk samen televisie Door samen te kijken, weet u waar uw kind naar kijkt en kunt u er samen over praten. 16. Er zijn CD-rom's die de taalvaardigheid stimuleren. 17. Spreek op ooghoogte met uw kind. Zodat het merkt dat u geïnteresseerd bent in datgene wat het vertelt. 18. Maak eerst contact met uw kind voordat u tegen hem/haar gaat praten. Raak uw kind aan, kijk het aan en ga dan pas praten. 19. Een goede beurtwisseling is belangrijk bij het praten in het gezin. Als hulpmiddel kun je een 'praatpop' gebruiken. Degene die deze pop heeft mag zijn verhaal vertellen. 20. Ga na of uw kind u begrepen heeft als hij niet doet wat u hebt gevraagd. Maak contact met uw kind door uw kind aan te raken, kijk uw kind aan, en vraag bijvoorbeeld: Wat moest je ook al weer doen van mij? 21a. Indien u uw kind niet begrijpt probeer dan te vertalen wat u denkt dat uw kind wil zeggen, zodat het weet dat u het probeert te begrijpen. Bijvoorbeeld: Uw kind wijst iets aan, benoem waar uw kind naar wijst en vraag: Wil je dat hebben?. Herhaal boekjes en spelletjes, als u uw kind daarom vraagt. Ook van herhaling leert uw kind. Als uw kind niet of nauwelijks spreekt, leer uw kind dan luisteren naar geluiden. Bijvoorbeeld: Ik hoor een vogel of Ik hoor een vliegtuig. Doe geluiden na. Misschien gaat uw kind die geluiden ook nadoen. 21b. Stel niet alleen vragen waarop uw kind, met ja of nee kan antwoorden. Voorbeeld van een ja/nee-vraag: Wil je jam op je boterham? Gaat die jongen fietsen? Voorbeeld van een open vraag: Wat wil je op je boterham? Wat gebeurt hier (met die jongen)? En dan... Dus... De jongen gaat slapen want Geef uw kind de tijd om antwoord te geven. Soms kan het even duren voordat uw kind weet wat hij/zij wil zeggen. Om dit te leren aan uw kind, kunt u zelf ook eens wat langer wachten met antwoord geven. 23. Indien u geen tijd heeft om naar uw kind te luisteren zeg dit dan eerlijk. En zeg ook wanneer u wel tijd heeft.
8 24. Als uw kind niet direct antwoord geeft op een vraag, probeer dan die vraag dan makkelijker te maken, zodat uw kind misschien wel het antwoord weet. Bijvoorbeeld: Wie was er vandaag bij ons op bezoek. Makkelijkere vraag: Was oma of was tante Ina op bezoek? Nog makkelijker: Tante... (laat uw kind aanvullen). 25. Maak uw kind duidelijk wat er op een dag gaat gebeuren, zodat het weet waar het aan toe is. Bijvoorbeeld: Maak een dagrooster voor uw kind: teken de dingen die op die dag zullen gaan gebeuren. Vertel uw kind wat u die ochtend of middag gaat doen. Breng structuur aan in uw handelingen, bijvoorbeeld: als het tijd is om te eten, eerst het speelgoed opruimen en de televisie uitzetten, dan de tafel dekken, handen wassen en dan gaan eten. 26. Laat niet de hele dag de radio en de televisie aanstaan, want dan is er continu lawaai in huis en kan het kind u niet goed horen. Zet radio en de televisie alleen aan als er echt naar gekeken wordt. 27. Ga veel met het kind doen. Bijvoorbeeld naar de dierentuin, wandelen in het park of gewoon op straat, naar de speeltuin, praat met hem/haar als je in de bus zit of als u wandelt, over wat u allebei ziet in de winkel als u boodschappen gaat doen. Vooral over dingen waarvoor uw kind belangstelling heeft. 28. Verwacht niet dat uw kind meteen (goed) praat. Een kind leert van zijn fouten. Zeg niets steeds nee, dat is fout, maar zeg ja en herhaal de zin in de goede vorm. Geef het goede voorbeeld en gun het kind de tijd om het spreken stapje voor stapje te leren. 29. Rook niet binnenshuis. Roken kan CARA klachten en middenoorontstekingen verergeren. Een slechter gehoor kan de spraak-taalontwikkeling vertragen. 30. Neem iedere dag de tijd om rustig met uw kind te praten of te spelen. Dit mag best een halfuurtje duren. Laat uw werk gewoon even liggen. 31. Spreek met uw kind in uw eigen taal. Spreek bijvoorbeeld liever goed Chinees met uw kind dan slecht Nederlands. 32. Zorg ervoor dat uw kind met andere kinderen speelt. Bijvoorbeeld op een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf, in de speeltuin, met kindjes uit de buurt, nichtjes en neefjes, klasgenootjes.
9 33. Lok uw kind uit tot praten door, bijvoorbeeld door: Te vertellen wat u ziet of doet. Bijvoorbeeld: als je knoeit met het inschenken van de koffie: 'Oh, oh, mama heeft geknoeid. Nou moet ze even de tafel poetsen'. Uw kind uit te nodigen mee te praten als er meerdere kinderen zijn die praten. Vragen te stellen waarop het kind langer kan antwoorden met alleen ja of nee. Bijvoorbeeld: 'Wat zie je op de tekening'? Zelf expres iets fout te zeggen; uw kind zal het dan goed willen zeggen. Bijvoorbeeld u zegt: 'De hond ligt op de bank'. Uw kind zegt: 'Nee, de poes ligt op de bank'. 34. Maak een ik-boek of ik-schrift voor het kind. Dit is een soort dagboek, waarin u weergeeft, met tekeningen, knip- of plakwerkjes, foto's wat uw kind heeft meegemaakt. U kunt dan later met uw kind praten over wat het heeft meegemaakt aan de hand van dat dagboek. 35. Gebruik natuurlijke gebaren ter ondersteuning van uw taal. Bijvoorbeeld breng uw hand naar uw mond als u vertelt dat jullie gaan eten. 36. Praat met uw kind als u spelletjes speelt. Benoem de plaatjes, bijvoorbeeld: Dit is een koe. Maak er een korte zin bij, bijvoorbeeld: De koe is zwart met wit. Omschrijf de plaatjes, bijvoorbeeld: Hij heeft 4 poten, wit met zwarte vlekken. Hij heeft twee horens en zegt: 'Boe!. Het kind kan dan het woord raden. Doe het ook eens andersom: het kind omschrijft en u raadt. Let er tijdens een spelletje erop dat u elkaar aankijkt als u met elkaar praat en dat iedereen aan bod komt. 37. Een lijstje met geschikte spellen: Dick Bruna lottino (Ravensburger) Dick Bruna memorie (Ravensburger) Nijntje lotto (Dick Bruna) (Ravensburger) Mijn eerste lotto (Ravensburger) Luisterlotto (Jumbo) Kleurenlotto (Ravensburger) Wat hoort bij wat (Jumbo) 38. Bedenk samen met uw kind allerlei woorden die horen bij een thema. Bijvoorbeeld woorden bij: circus, herfst, aankleden, huiskamer, verjaardag, tafel dekken, vakantie, familie. 39. Help uw kind niet te snel. Laat hem ook zelf dingen uitzoeken, hiervan leert een kind. Bijvoorbeeld: Laat het kind zelf uitzoeken waar het puzzelstukje past en help hem door hem te zeggen wat hij kan doen. Bijvoorbeeld: 'Draaien, draaien, die moet daar, eerst de poten bij elkaar zoeken, zachtjes duwen'. Help uw kind in ieder geval voordat hij het het echt niet meer weet en de moed opgeeft. Het moet wel leuk blijven.
10 40. Gebruik niet altijd verkleinwoorden. Bijvoorbeeld: 'Alle kindjes moeten eerst hun handjes wassen en dan kunnen ze pas de bordjes met de boterhammetjes met hagelslagjes pakken'. 41. Als u een boekje leest, merkt u vaak dat het kind het laatste woord van de zin nazegt. Oefen ook eens het nazeggen van een stukje van de zin of een hele zin. 42. Lees het kind een verhaaltje voor en praat er daarna samen over. Maak korte eenvoudige zinnen Praat over de inhoud van het verhaaltje: Wie kwamen er in het verhaaltje voor? Wat deden ze en waarom? Waar gingen ze naar toe? Hoe voelden ze zich (boos, blij, verdrietig, bang) en waarom? Hoe liep het verhaaltje af? Enzovoort. 43. Laat de moeilijke klanken wat duidelijker horen of laat ze los van het woord horen. (ssssoep, ssss-oep of sssss-pel). 44. Als iemand uw kind iets vraagt, laat het dan zelf antwoorden. Lukt dit niet of niet goed, dan kunt u daarna helpen. 45. Als uw kind geen zin heeft om te praten, laat het dan, dwing het niet tot spreken Gebruik begrippen als groot-klein, dun-dik, kort-lang, hoog-laag, langzaam-snel, lekker-vies, ver-dichtbij, enz. Bijvoorbeeld: Het huis is groot. Mag ik het korte potlood? 47. Gebruik woorden die een plaats aanduiden: op, onder, boven, in, voor, achter, tussen naast, in het midden, enz. Bijvoorbeeld: De kever zit onder de steen. De slak zit op de paddestoel. 48. Benoem de kleuren tijdens het vertellen. Bijvoorbeeld: Jos heeft een groene trui. Zijn fiets is blauw. 49. Benoem de voorwerpen en gebruik niet alleen 'die' en 'daar'. Bijvoorbeeld niet: 'Die moet daarin', maar: 'De pen moet in de doos'.
11 1. Gebruik woorden die het kind kent. Als U een nieuw woord gebruikt zorg er dan voor dat het kind weet wat er mee bedoeld wordt. Bijvoorbeeld: 'Pappa gaat naar een vergadering' Vereenvoudigd: 'Pappa gaat praten met andere mensen'.
12 2.
13 3. Maak uw zinnen niet te lang. Zodoende kan uw kind uw zinnen goed begrijpen en eventueel nazeggen.
14 4. Gebruik woorden die het kind kent. Als u een nieuw woord gebruikt, zorg dan dat het kind het snapt.
15 5. Vraag niet voortdurend: "Wat is dit? Hoe heet dat?" Misschien weet uw kind het antwoord niet en daardoor wordt spreken steeds minder leuk. Het kind krijgt geen kans om zelf te bepalen wat het wil vertellen. Wat u kunt doen: Benoem zelf. Het kind wil dan mee praten en zal zelf ook dingen gaan benoemen. Laat uw kind een zin afmaken. Bv. In de wei zie ik een... Geef uw kind de keus uit twee antwoorden. Bv. Staat daar een paard of een olifant?
16
17 7. Zoek 1 moment van de dag uit waarop u samen met uw kind kunt lezen of zingen. Laat het kind een boek uitkiezen. Ook al heeft u dit boek al 10 keer gelezen. (het kind vindt herhaling heerlijk). U hoeft zich niet aan de letterlijke tekst van het boek te houden. U kunt zelf vertellen bij de plaatjes. U kunt af en toe eens wachten en kijken of uw kind begint met vertellen. Begint uw kind niet te praten dan kunt u weer doorgaan.
18
19 8-b. Benoem waar uw kind naar kijkt. Bv. Dat is een vogel. Goh, dat is een mooie vogel. Hij eet zaadjes. Oh, nou vliegt hij weg. Dag vogel.
20 8-c. Benoem waar uw kind mee speelt. Bijvoorbeeld: 'Ik zie een auto, een hele grote auto met vier wielen.'
21 8-d. Maak uw zin net iets moeilijker dan die van uw kind. Bv. 'Beer au!'. (2-woordszin). Ouder reageert: 'De beer heeft pijn'. (3-woordszin + vervanging 'au' door 'pijn').
22 9. Praat terwijl u dingen doet zoals: 'Ik ga nu de tafel dekken. Ik pak een mes en een vork en nog een vork. En dit bord is voor pappa en dit kommetje is voor jou'.
23 10. Verwoord de gebaren van uw kind: Bv. Het kind laat een beker vallen en doet een hand voor zijn mond. Wat zegt u: 'Oh o, de beker met limonade is om gevallen. Daar schrik je van! Wat zullen we gaan doen?' Uw kind wijst naar een doekje. Uw reactie: 'Ja, we moeten poetsen. Pak het doekje maar'.
24 11. Laat uw kind niet alles nazeggen: a.) Herhaal de zin van uw kind, maar dan in de goede vorm. Bv. Uw kind: 'Ik wil bank zitten'. Uw reactie: 'Wil jij OP de bank zitten?' Bv. Uw kind: 'Mamma, moooie boeme!' Uw reactie: 'Nou, dat zijn mooie Bloemen!' b.) Laat uw kind goed naar uw mond kijken. Bv. Tijdens een lotto-spel kunt u het plaatje naast uw mond houden als u het plaatje benoemt.
25 12. Ga naar de bibliotheek of speelotheek en vraag naar speelgoed wat geschikt is voor de leeftijd van uw kind. (NB. De bibliotheek is voor kinderen gratis).
26 13. Informeer de directe omgeving van uw kind over de taalmogelijkheden en over hoe zij ook uw kind kunnen stimuleren. De directe omgeving kan zijn: oma, opa, oppas, alle mensen die regelmatig met uw kind omgaan.
27 14. Zing samen liedjes of zeg versjes op. Als u zelf zingt kunt u zelf het tempo bepalen en kunt u ook stoppen om het kind verder te laten zingen. De liedjes op CD's gaan vaak te snel waardoor uw kind niet goed mee kan zingen.
28 15. Kijk samen televisie Door samen te kijken, weet u waar uw kind naar kijkt en kunt u er samen over praten.
29 16. Er zijn CD-rom's die de taalvaardigheid stimuleren.
30 17. Spreek op ooghoogte met uw kind Zodat het merkt dat u geïnteresseerd bent in datgene wat het vertelt.
31 18. Maak eerst contact met uw kind voordat u tegen hem/haar gaat praten. Raak uw kind aan, kijk het aan en ga dan pas praten.
32 19. Een goede beurtwisseling is belangrijk bij het praten in het gezin. Als hulpmiddel kun je een 'praatpop' gebruiken. Degene die deze pop heeft mag zijn verhaal vertellen.
33 20. Ga na of uw kind u begrepen heeft als hij niet doet wat u hebt gevraagd. Maak contact met uw kind door uw kind aan te raken, kijk uw kind aan en vraag bijvoorbeeld: 'Wat moest je ook al weer doen van mij?'
34 21-a. W
35 21-b. Stel niet alleen vragen waarop uw kind, met ja of nee kan antwoorden. Voorbeeld van een ja/nee-vraag: 'Wil je jam op je boterham? Gaat die jongen fietsen?' Voorbeeld van een open vraag: 'Wat wil je op je boterham? Wat gebeurt hier (met die jongen)? En dan... Dus... De jongen gaat slapen want...'
36 22. Geef uw kind de tijd om antwoord te geven. Soms kan het even duren voordat uw kind weet wat hij/zij wil zeggen. Om dit te leren aan uw kind, kunt u zelf ook eens wat langer wachten met antwoord geven.
37 23. Indien u geen tijd heeft om naar uw kind te luisteren zeg dit dan eerlijk. En zeg ook wanneer u wel tijd heeft.
38 24. of Bijvoorbeeld: 'Wie was er vandaag bij ons op bezoek?' Makkelijkere vraag: 'Was oma of was tante Ina op bezoek?' Nog gemakkelijker: 'Tante...'. (laat uw kind aanvullen).
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62 48. Benoem de kleuren tijdens het vertellen Bijvoorbeeld: Jos heeft een groene trui. Zijn fiets is blauw.
63
TAAL IS LEUK. Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren
TAAL IS LEUK Adviezen om de taalontwikkeling te stimuleren 1 Inhoudsopgave Pagina Besteed extra aandacht aan de taal van uw kind 4 Adviezen die u kunt toepassen tijdens een gesprekje met uw kind 5 Maak
Nadere informatieAdviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling. Afdeling Logopedie
Adviezen voor het bevorderen van de taalontwikkeling Afdeling Logopedie Uw kind gaat praten, omdat er vanaf zijn geboorte in zijn nabijheid gepraat wordt en omdat vanaf zijn geboorte tegen hem gesproken
Nadere informatiePraten leer je niet vanzelf
jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd 0 tot 4 jaar
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd 0 tot 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met
Nadere informatieLeren praten. Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen.
Leren praten Leren praten Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten door horen, zien en doen. De rol van de ouders is heel belangrijk. Zij geven het goede voorbeeld, zij reageren
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND 0 tot 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het leren praten niet zo vlot. Eén op de vijf kinderen op de basisschool start
Nadere informatieTips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind?
Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Tips voor Taal Hoe stimuleer je de taalontwikkeling van je kind? Ga op ooghoogte met je kind zitten Door op ooghoogte te gaan zitten tijdens
Nadere informatiemaakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) begint steeds meer woorden te herhalen en (na) te zeggen
Mondelinge taal 1 Spraak-taalontwikkeling Baby blauw maakt (kirrende) geluidjes of brabbelt (tegen personen en speelgoed) herhaalt geluidjes Dreumes brabbelt bij (eigen) spel oranje begint steeds meer
Nadere informatiePRAATPRET
PRAATPRET peuters&kleuters@2008 1. Praatpret Kinderen leren praten door taal te horen en na te doen. Kinderen leren praten door herhaling. Kinderen leren praten tijdens dagelijkse bezigheden. Kinderen
Nadere informatieSpraak-taal 0-1½ jaar
Spraak-taal 0-1½ jaar HOE LEERT EEN KIND PRATEN? Leren praten gaat vaak natuurlijk en vanzelf. De meeste ouders staan er niet bij stil. Het gaat stap voor stap, net als leren lopen. Het ene kind leert
Nadere informatieMEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1
MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieAls praten niet vanzelf gaat
Libra R&A locatie AC Eindhoven Als praten niet vanzelf gaat Niet alle kinderen leren vanzelf goed praten. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn. In deze folder leest u waar u op moet letten en wat
Nadere informatieSOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN
SOCIALE VAARDIGHEDEN MET AFLATOUN Dit thema is opgesplitst in drie delen; gevoelens, ruilen en familie. De kinderen gaan eerst aan de slag met gevoelens. Ze leren omgaan met de gevoelens van anderen. Daarna
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 3 Kinderen
Spreekopdrachten thema 3 Kinderen Opdracht 1 bij 3.2 Jullie zijn bij het consultatiebureau. Cursist A: je bent arts bij het consultatiebureau. Cursist B: je bent met je baby van twee maanden bij het consultatiebureau.
Nadere informatieSoms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram,
Soms is er thuis ruzie Dan is mama boos en roept soms omdat ik mijn speelgoed niet opruim Maar ik heb daar helemaal niet mee gespeeld Dat was Bram, mijn kleine broer Dat is niet van mij mama Dan zegt ze
Nadere informatieEr zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind:
Er zijn enkele dingen waar u als ouder al op kunt letten in de uitspraak van uw kind: Luister naar wát uw kind zegt en niet naar hóe het gezegd wordt. Als u steeds verbetert wat uw kind zegt, zal het plezier
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND vanaf 4 jaar ZEG HET MAAR Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Soms gaat het niet zo vlot met leren praten. Eén op de vijf kinderen op de basisschool
Nadere informatieTijdens de video- hometraining worden verschillende begrippen gebruikt. In de bijlage geven we een korte omschrijving van deze begrippen.
Bijlage 11 Voorbeeld informatie VHT: Bouwstenen voor geslaagd contact Informatie Video - hometraining Belangrijke begrippen initiatieven herkennen volgen ontvangstbevestiging beurt verdelen leidinggeven
Nadere informatieZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND. Leeftijd vanaf 4 jaar
ZEG HET MAAR HET PRATEN VAN UW KIND Leeftijd vanaf 4 jaar Het leren praten van uw kind gaat vaak bijna vanzelf. Toch is er heel wat voor nodig voordat uw kind goed praat. Soms gaat het niet zo vlot met
Nadere informatieJe spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind!
Je spreekt thuis verschillende talen? Dat is goed voor je kind! Tips om je kind op te voeden in verschillende talen Heb je vragen over hoe je je kind kan opvoeden in verschillende talen? In deze folder
Nadere informatieBenodigdheden: A. Inleiding: kringgesprek 15 minuten.
Handleiding Groep Les Thema Wat zie je en wat vind je ervan? Weet wat je ziet Welkom bij de eerste les van het Nationaal Media paspoort voor uw groep! De kinderen (en u als leerkracht) worden zich in deze
Nadere informatieLeerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015. Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Leerlijnen peuters en jonge kind (MET extra doelen) versie juli 2015 Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-stap 1 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20
Nadere informatieOntwikkelingslijnen 0-4 jaar (MET extra doelen) - versie januari Naam kind. Taal Beginnende geletterdheid. Beginnende geletterdheid-fase 5
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatieLeren praten Turks. Colofon. Hart voor Brabant
Colofon Uitgave : GGD Hart voor Brabant Oplage : 500 Datum : februari 2007 Illustraties : Hendriks van den Hout Druk : Graphiset bv, Uden Hart voor Brabant Leren praten Turks GGD Hart voor Brabant Postbus
Nadere informatieLeren praten Arabisch
Colofon Hart voor Brabant Uitgave : GGD Hart voor Brabant Oplage : 500 Datum : februari 2007 Illustraties : Hendriks van den Hout Druk : Graphiset bv, Uden Leren praten Arabisch GGD Hart voor Brabant Postbus
Nadere informatieBaby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam!
Baby s houden van boeken! voorlezen leuk, gezellig én leerzaam! Waarom zo vroeg beginnen? Baby s kunnen veel meer dan je denkt. Luisteren Vanaf de eerste dag luistert je baby naar jouw stem. Al begrijpt
Nadere informatieAfasie. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!
Afasie Afasie is een taalstoornis ontstaan door hersenletsel. Iemand met afasie heeft moeite met het uiten en het begrijpen van de taal. In deze brochure leest u wat afasie inhoudt en vindt u een aantal
Nadere informatieDirect aan de slag met Baby- en kindergebaren
Direct aan de slag met Baby- en kindergebaren Inhoudsopgave Welkom Blz. 3 Wat zijn baby- en kindergebaren? Blz. 4 Voordat je begint Blz. 5 De eerste gebaren Blz. 6 & 7 Gebaren- tips Blz. 8 Veel gestelde
Nadere informatieC Relaties. C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22
C Relaties C1 Bij wie hoor ik? 3 C2 Vriendschap 7 C3 Verliefd 12 C4 Verkering 16 C5 Trouwen 22 C1 Bij wie hoor ik Geeft door middel van ja of nee aan of hij iemand aardig/lief vindt (leerlijn vso 4.1)
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 1 bij 1.2 * Doe de opdracht met de groep. Uitleg voor de docent: De cursisten lopen door elkaar door het lokaal. Laat de cursisten elkaar in tweetallen begroeten,
Nadere informatieBasiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling
Basiswerkboek Gebaren 0-3 jaar, aanvulling Inhoudsopgave Inleiding 2 Toetsing 3 Aanbieden 4 Gebaren Algemeen 5 Familie 16 Eten en drinken 20 Binnen en buiten spelen 33 Verzorging en kleding 44 Het weer
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatie2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Nadere informatieTerwijl uw kind niet kijkt, pakt u één van deze dingen op en maakt u er geluid mee. Uw kind zegt wat het hoort.
Luisterspelletjes Welk geluid hoor je? Uw kind doet de ogen dicht of krijgt een blinddoek voor. U laat allerlei geluiden horen die het moet raden. Bijvoorbeeld: in de handen klappen, op de deur kloppen,
Nadere informatieSpreekopdrachten thema 1 Voorstellen
Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen Opdracht 2 bij 1.2 Vraag en antwoord. Cursist A: lees de vraag hardop. Cursist B: lees het antwoord hardop. Klaar? Dan leest cursist B de vragen. Cursist A Cursist
Nadere informatieKinderen op bezoek op de Intensive Care
Kinderen op bezoek op de Intensive Care Informatie voor ouders/verzorgers Als een ouder of een familielid op de Intensive Care is opgenomen, kan dit voor kinderen veel vragen oproepen. Kinderen hebben
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 0-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatiePapa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet.
Bezoek op kantoor Papa en mama hebben ruzie. Ton en Toya vinden dat niet leuk. Papa wil graag dat Ton en Toya bij hem op bezoek komen, maar van mama mag dat niet. Ton en Toya hebben wat problemen thuis.
Nadere informatieVerklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor ouders
Pagina 1 van 10 Verklarende woordenlijst bij de strategieën uit Praten doe je met z n tweeën voor Strategieën ter bevordering van interactie communicatiestijl van het kind Rol van de ouder 1: Laat je kind
Nadere informatieleerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen
leerlingbrochure nld Door: Jolanthe Jansen Dit is een brochure, gemaakt voor leerlingen met NLD. Naast deze brochure is er ook: - een brochure met informatie voor ouders van kinderen met NLD en - een brochure
Nadere informatieAMIGA4LIFE. Hooggevoelig, wat is dat? WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN
AMIGA4LIFE Hooggevoelig, wat is dat? 7-10 jaar WWW.AMIGA4LIFE.NL T. 06-424 99985 @AMIGA4LIFECOACH VLAARDINGEN 1 voorlichtingsbrochure hooggevoeligheid - www.amiga4life.nl Ik heb een talent! Ik kan goed
Nadere informatiePraten met kinderen over de wereld: Tien Tips voor Ouders
Praten met kinderen over de wereld: Tien Tips voor Ouders 1. Kies een goed moment! Neem elke dag de tijd voor een gesprek met je kind. Zoek naar een moment dat het beste past bij jullie gezin. Voor de
Nadere informatieVoor jezelf? Les 1 Welkom!
Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.
Nadere informatieLeer- en ontwikkelingslijnen 2-7 jaar (ZONDER extra doelen) - versie januari Naam leerling. Taal Beginnende geletterdheid
Taal eginnende geletterdheid eginnende geletterdheid-fase 5 OEKORIËNTATIE: Herkent een boek en weet dat er een verhaal in staat -20--20 OEKORIËNTATIE:Slaat de bladzijden van een boek één voor één om -20--20
Nadere informatieLesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis
Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.
Nadere informatieHoe gaat het in groep 1/2 b
Hoe gaat het in groep 1/2 b Binnenkomst: - Als je op school komt hang je je jas op je eigen haakje onder je tent. Je tas zet je op de plank. - In de klas geef je de juf een hand en je pakt een spelletje
Nadere informatieKinderen op bezoek op de intensive care (IC) Informatie voor ouders/verzorgers
Kinderen op bezoek op de intensive care (IC) Informatie voor ouders/verzorgers Als een ouder of een familielid op de intensive care (IC) is opgenomen, kan dit voor kinderen veel vragen oproepen. Kinderen
Nadere informatieUtrecht, Gooi & Vecht. Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind
Utrecht, Gooi & Vecht Ondersteuning bij leven met een beperking Zeer moeilijk lerend Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind Inhoudsopgave Wat betekent het dat uw kind zeer moeilijk lerend
Nadere informatieER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO
GEN SAMEN DOE THEMA: DIN N s Speelbrief Speelbrief - Januari 2017 - p1 JANUARI 2017 Als kinderen elkaar op straat of in de speeltuin tegenkomen, gaan ze vaak meteen naar elkaar toe. Om contact te krijgen,
Nadere informatieWaar kunt u nu aan merken dat uw kind niet goed hoort of moeite heeft met luisteren?
Horen en Luisteren Horen en luisteren Horen en luisteren zijn niet hetzelfde. Horen heeft te maken met de geluiden die het oor binnenkomen; luisteren heeft te maken met wat je met die geluiden doet. Om
Nadere informatieActielessen. Lesbrief 1. Nederlands leren. Wat leert u in deze les? Veel succes!
http://www.edusom.nl Actielessen Lesbrief 1. Nederlands leren Wat leert u in deze les? Op welke manieren je Nederlands kunt leren. Zinnen met als. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente
Nadere informatieAdviezen stimulatie taalontwikkeling
Adviezen stimulatie taalontwikkeling 2 Inhoud 1 Inleiding 4 2 Taalontwikkelingsniveau van uw kind 5 2.1 Uw kind zegt nog geen woordjes 5 2.2 Uw kind zegt een paar woordjes en de woordenschat 6 breidt zich
Nadere informatieSabine Wisman. Uitgeverij Ploegsma Amsterdam
Sabine Wisman Uitgeverij Ploegsma Amsterdam 8, 10, 13 8, 9, 10, 11, 12, 13 10 11 21 18, 19, 20, 21, 22, 23, 24, 25 25 18, 19, 21, 23 30, 31, 32, 36, 39, 41 30, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40, 41 30, 31,
Nadere informatieTussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling
Tussendoelen Taal: Spraak- Taalontwikkeling 0 1;6 2 2;6 3 3,6 4 4;6 1. Praat in één-woordzinnen ( bal? betekent bijvoorbeeld: ik wil de bal hebben). 2. Kent de betekenis van ongeveer 70 3. Kan woorden
Nadere informatieOp weg met Jezus. eerste communieproject. Hoofdstuk 7 Delen maakt blij. H. Theobaldusparochie, Overloon
Op weg met Jezus eerste communieproject H. Theobaldusparochie, Overloon Hoofdstuk 7 Delen maakt blij Eerste communieproject "Op weg met Jezus" hoofdstuk 7 blz. 1 Als je niet wilt delen krijg je ruzie.
Nadere informatieLEESTIP. Speel- & Leerbrief MEI 2015 1. Marja Baeten. Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! MEI 2015.
Pedagogisch werken met plezier s Speel- & Leerbrief MEI 2015 ZE KOMEN VOOR DE VRIENDJES! Als je aan kinderen in de kinderopvang vraagt wat ze er leuk vinden, klinkt het steevast: de andere kinderen. De
Nadere informatieKern 3: doos-poes-koek-ijs
Kern 3: doos-poes-koek-ijs In deze kern leert uw kind: Letters: d - oe - k - ij z Woorden: doos, poes, koek, ijs, zeep Herhaling van de letters van kern 1 en 2 Deze nieuwe woorden en letters worden aangeboden
Nadere informatieHet is goed om een dagelijks ritueel te hebben, bv. even lezen en zingen voor het naar bed gaan.
TIPS bij taal: Tips voor ouders van kinderen tussen 2-3 jaar: - Praat over een onderwerp en neem de tijd om te luisteren en te antwoorden. Breid het gesprek uit door informatie over het onderwerp toe te
Nadere informatieThema Gezondheid. Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht.
http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Lesbrief 33. In gesprek met de leerkracht. Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren met de leerkracht. Zinnen maken met omdat. Hulp vragen. Veel succes! Deze les
Nadere informatieVideo-hometraining. Informatie voor ouders
Video-hometraining Informatie voor ouders Video-hometraining In het omgaan met kinderen komen we dagelijks grote en kleine problemen tegen. Bijvoorbeeld omdat kinderen moeilijk gerdag laten zien of problemen
Nadere informatieHANDIG ALS EEN HOND DREIGT
l a n d e l i j k i n f o r m a t i e c e n t r u m g e z e l s c h a p s d i e r e n HANDIG ALS EEN HOND DREIGT OVER HOUDEN VAN HUISDIEREN HIER LEES JE HANDIGE INFORMATIE OVER HONDEN DIE DREIGEN. JE KUNT
Nadere informatieJoepie!! Ik mag naar de basisschool. Welkom op basisschool De Mussenberg
Joepie!! Ik mag naar de basisschool Welkom op basisschool De Mussenberg Zo ziet mijn school er uit Jouw nieuwe school ligt in Horn. De school heeft twee ingangen naar de speelplaatsen. Eén ingang ligt
Nadere informatieVeilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod
Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat
Nadere informaties Speelbrief ZO LEES IK PIPPO PIPPO-thema prentenboeken JULI 2017 Speelbrief - Juli p1
THEMA: OP VAKANTIE MET DE ALLERKLEINSTEN! s Speelbrief JULI 2017 Aapje Pippo gaat met de trein op reis. Bruintje Beer en peuter Max spelen aan de waterkant en nijntje logeert bij haar opa en oma. Allemaal
Nadere informatieSTEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL
Hotel Hallo - Thema 6 Hallo opdrachten STEENSOEP 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en leg
Nadere informatiePRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS
PRAATPRET DOE EN PRAAT BOEKJE VOOR THUIS Thema 1: Ik (lichaam/familie) Dit boekje is van:................. Logo gemeente Auteursteam Projectgroep Kinderklanken & Peuterpraat Margriet van Engen Maaike Preijde
Nadere informatieTheorieboek. leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over,
3F Wat is vriendschap? 1 Iedereen heeft vrienden, iedereen vindt het hebben van vrienden van groot belang. Maar als we proberen uit te leggen wat vriendschap precies is staan we al snel met de mond vol
Nadere informatieDe kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan gebeuren vooraan in de klas. Iedereen moet dat goed kunnen zien.
Foto s uitbeelden 1 Doel: de leerlingen kunnen een eenvoudige handeling uitbeelden in houding en mimiek Benodigdheden: een fototoestel De kinderen zitten in een hoefijzeropstelling, omdat er iets gaan
Nadere informatieThema Op het werk. Les14. Opdrachten
www.edusom.nl Thema Op het werk. Les14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Daarna
Nadere informatie*Tijdens dit thema leren de kinderen verschillende plaatsen te benoemen bijv. op de kast, in het bedje, onder de tafel enz.
WELKOM PUK!!! Van week 35 t/m 40 gaan wij van start met het thema Welkom Puk. De vakantie is weer voorbij, dat betekent dat er nieuwe baby s en kinderen bij ons op De Boerderij komen. Zo wordt ook Puk
Nadere informatieMiauw! Miauw!
Onderbouw Thema: jaloezie Miauw! Een verhaal over een meisje dat jaloers is op haar babyzusje. Sinds Dian een zusje heeft moet ze de aandacht van moeder delen. Dat vindt Dian soms heel moeilijk. Miauw!
Nadere informatieVeilig Thuis. Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod
Veilig Thuis Werkboekje voor kinderen en ouders bij een tijdelijk huisverbod 2 Een stukje uitleg Dat je samen met papa/mama, of een andere persoon in dit boekje gaat werken is niet zo maar. Dat komt omdat
Nadere informatieFruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Brood eten:
Liedjes Zingen Fruit eten: Appel, kiwi en banaan Fruit, dat moet je eten. Stop het nu maar in je mond Fruit, dat is gezond! En jullie krijgen een bakje fruit Dan worden jullie sterk en stoer Bewegingen
Nadere informatieWat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.
Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me
Nadere informatieMEE Utrecht Ondersteuning bij leven met een beperking. Zeer moeilijk lerend. Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind
MEE Utrecht Ondersteuning bij leven met een beperking Zeer moeilijk lerend Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend kind Zeer moeilijk lerend Uitleg over het leven van een zeer moeilijk lerend
Nadere informatieWeekprogramma: Week 1; 0 jaar De meegenomen foto s worden met de baby s bekeken. 1 jaar De kinderen wijzen zichzelf en de familie op foto s aan.
Ik en mijn familie 2 februari starten we met het thema ik en mijn familie, tijdens deze drie weken staat de familie van het kind centraal. We starten daarom ook in de eerste week met de familie foto s.
Nadere informatieWeet wat je kan Samenvatting op kaarten
Samenvatting op kaarten 16 kaarten met samenvattingen van de inhoud van de module, psychoeducatie over een Lichte verstandelijke Beperking (LVB) voor cliënten en hun naasten. De kaarten 1 14 volgen de
Nadere informatietoont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes)
1 Omgaan met en uiten van eigen gevoelens en ervaringen toont enthousiasme (lacht, kirt, trappelt met de beentjes) laat non-verbaal zien dat hij/zij iets niet wil (bijv. slaat fles weg, draait hoofd als
Nadere informatieDe Kracht van Herhaling 28 september 2019
De Kracht van Herhaling 28 september 2019 Voorstellen Bianca van den Bos Wie zijn jullie? Stukje theorie Filmpje Zelf aan het werk Opdracht 1 Opdracht 2 Welke tools neem je mee? Schrijf ze op Tijd voor
Nadere informatieWERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA
WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA Verhalen van de Hodja: Hassan en de tijgers Introductie van het verhaal - DILIT-luisteren: o De cursisten gaan per 2 zitten (bij voorkeur 2 cursisten met dezelfde moedertaal
Nadere informatieWorkshop Vertellen. Workshop Vertellen
Workshop Vertellen Er is om ons heen veel aandacht voor het (voor)lezen, maar veel minder voor het vertellen vanuit eigen verbeeldingskracht. Verhalenverteller en theatermaker Adrie Gloudemans geeft in
Nadere informatieIn je kracht. Werkboek voor deelnemers
In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers
Nadere informatieflitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas.
flitsletters spellenbundel Voor speelse oefenmomenten, thuis en in de klas. Beste ouders, Van de leerkracht van uw kind heeft u een setje flitsletters ontvangen. Flitsen is het kort (enkele seconden) laten
Nadere informatieZORGELOOS OP UITJE, VOOR OUDERS EN BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE KINDEREN
ZORGELOOS OP UITJE, VOOR OUDERS EN BEGELEIDING VAN AUTISTISCHE KINDEREN Inhoud: - Zorgeloos op uitje -Wat is autisme? - Wat houd een uitje precies in? - 15 TIPS om uw uitje tot een succes te maken Marinka
Nadere informatieInformatie over afasie. Afdeling logopedie
Informatie over afasie Afdeling logopedie Wat is afasie? Vooraf Uw partner of familielid heeft afasie. In deze folder kunt u lezen wat afasie inhoudt en hoe u hiermee kunt omgaan. Wat is afasie Afasie
Nadere informatieThema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school
Thema Kinderen en school. Lesbrief 18. Voor het eerst naar school brengt zijn dochter Ama voor het eerst naar school. Hij praat met de juf. Ama is al op een peuterspeelzaal geweest. Is Ama verlegen? Wat
Nadere informatieVideo-hometraining. Informatie voor ouders
Video-hometraining Informatie voor ouders Sterk Huis is er voor iedereen die hulp nodig heeft. Wij bieden een warme en veilige omgeving waar je terechtkunt met grote opvoedings- en ontwikkelingsvragen.
Nadere informatieLeerlingdossier Dyslexie
Leerlingdossier Dyslexie ouders - Gemeente Lekstroom Let op: voor het digitaal invullen van dit formulier heeft u de meest recente versie van Adobe Acrobat Reader nodig. Download dit formulier eerst naar
Nadere informatieHet onderzoek van de burgemeester 5/6
Het onderzoek van de burgemeester De burgemeester hoorde dat kinderen ongerust zijn. Nee, ze zijn niet bang voor onweer of harde geluiden. Ze maken zich zorgen over de natuur. Dieren krijgen steeds minder
Nadere informatieInleiding. Drie taalvormen
Inleiding Uw kind gaat binnenkort naar of zit inmiddels op de basisschool. Vaak horen wij van ouders: Tja, mijn kind zit nu in groep 1 of 2. Het stempelt daar met letters en het bekijkt en luistert naar
Nadere informatieLeerlingdossier Dyslexie
LET OP! Voor het invullen van dit formulier is Adobe Reader nodig. U kunt deze gratis downloaden via www.adobe.nl. Leerlingdossier Dyslexie Deze intakevragenlijst is bedoeld voor ouders/verzorgers van
Nadere informatieSoms ben ik eens boos, en soms wel eens verdrietig, af en toe eens bang, en heel vaak ook wel blij.
Lied: Ik ben ik (bij thema 1: ik ben mezelf) (nr. 1 en 2 op de CD) : Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Weet ik wie ik ben? Ja, ik weet wie ik ben. Ik heb een mooie naam, van achter en vooraan.
Nadere informatieLesbrief Waar de Wind Woont
Lesbrief Waar de Wind Woont Deze lesbrief bevat 4 opdrachten. Opdracht 1 is een nagesprek. In opdracht 2 maakt de docent met de kinderen een klank-koor. Hiermee gaan ze in opdracht 3 verder en gebruiken
Nadere informatieOpstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen
www.edusom.nl Opstartles 10. EXTRA Oefenen met woorden bij de lessen Het is belangrijk om veel woorden te leren. In deze extra les vindt u extra woorden bij de Opstartlessen 1 t/m 5. Kijk ook eens naar
Nadere informatieKinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma
Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma Week 15 Datum 7 tot en met 11 April 09.15 uur - Kring: Kern 0 1½ fruit eten. Fruit onder een doek verstoppen. Wat ligt er
Nadere informatieRV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164
R.K. Basisschool De Vlinder RV 07 R.K. Basisschool de Vlinder groep 8 Stockholm 3 / 8 3124 SG Schiedam Tel.: 010-4717036 / 010-2470164 GOEDE STUDIEGEWOONTEN Bij goed studeren (leren) of huiswerk maken
Nadere informatieLESMATERIAAL ONDERBOUW. Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect. Vo or Groep 1-
LESMATERIAAL ONDERBOUW Lespakket CliniClowns Geen kinderachtig effect Vo or 4 Groep 1- ACTIVITEIT 1: AANGENAAM KENNIS TE MAKEN In deze handleiding staat de activiteitenbeschrijving voor groep 1-4. Hier
Nadere informatieTaalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat
Thema Bobbi in de zomer Taalontwikkeling: woordenschat en woordgebruik passieve woordenschat Wijst de juiste persoon aan als een bepaalde naam wordt genoemd (papa, mama). Wijst bij het benoemen van twintig
Nadere informatieLes 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Nadere informatie