ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO

Transcriptie

1 GEN SAMEN DOE THEMA: DIN N s Speelbrief Speelbrief - Januari p1 JANUARI 2017 Als kinderen elkaar op straat of in de speeltuin tegenkomen, gaan ze vaak meteen naar elkaar toe. Om contact te krijgen, zie je dat peuters elkaar uitdagen. Een kind loopt bijvoorbeeld door een plas en kijkt uitdrukkelijk naar het andere kind. Dat tweede kind begrijpt de bedoeling en imiteert. Imitatiespel is een belangrijke vorm van leren. Je ziet het ook in spelsituaties. Peuters spelen nog niet doelgericht samen. Al spelend ontstaat het spel door direct op elkaar te reageren. Aapje Pippo doet dat als hij samen met een vriendje PIPPO-thema prentenboeken Op zoek naar peuterboeken die passen bij het PIPPO-thema van deze maand? Via deze link vind je er een heleboel: een blokkentoren bouwt, Papa Beer en Mama Beer zwaaien Beertje Bruin uit als hij met de trein gaat. Heel herkenbaar is waarschijnlijk ook het verhaal van peuter Max, die wel wil dat zijn vriendinnetje komt spelen, maar dan mag ze niet aan zijn autootjes komen... Ik hoop dat jullie met PIPPO en de bijbehorende Speelbrief lekker gaan lezen en spelen. Marja Baeten redactie PIPPO

2 ER KOMT EEN VRIENDJE BIJ AAPJE PIPPO Aapje Pippo speelt vandaag voor bakker. Hij rolt het deeg zoals het moet en vult zijn eigengemaakte broodje met een stukje chocola. Omdat de fotoverhaaltjes van aapje Pippo uitgaan van herkenbare situaties voor peuters, en omdat de foto s door peuters als echt worden ervaren, is het niet moeilijk om kinderen bij de inhoud te betrekken. Ze reageren meestal spontaan. Als je dan in gesprek raakt, ben je interactief aan het voorlezen. Speelbrief - Januari p2 Vanaf anderhalf jaar kunnen peuters een eenvoudige situatie naspelen. Gebruik het verhaaltje van aapje Pippo. Om het spel te stimuleren speel je zelf de eerste keer de rol van aapje Pippo. Als je een knuffel van Pippo hebt, gebruik je die. Je vraagt een kind om aan te bellen. En dan begint het naspelen van het verhaal. Misschien wil het kind geen toren bouwen. Ga in op de suggestie van het kind en speel mee. Door een vraag te stellen kun je het fantasiespel stimuleren. Als de cake op is, kun je nog doorgaan met spelen. Je vraagt bijvoorbeeld: En wat zullen we nu eens gaan doen? Als jullie klaar zijn met spelen, trekt het kind zogenaamd de jas weer aan en gaat het naar huis. DE FUNCTIE VAN ROLLENSPEL - Kinderen krijgen inzicht in sociale situaties. De kinderen spelen de rollen zoals zij die waarnemen. Ze vergroten hun greep op de werkelijkheid door opeenvolgende handelingen na te spelen. - Kinderen spelen situaties na die voor hen belangrijk zijn. Door het spelen kunnen ze hun emoties uiten en een plek geven. - Kinderen leren tijdens het rollenspel na te denken over gebeurtenissen die op dat moment niet in werkelijkheid plaatsvinden. Dit wordt gezien als een voorloper van het abstracte denken. - Kinderen leren met taal te onderhandelen over rollen: Jij bent de moeder, ik ben het kindje. VRIENDJE OP JE VINGER Rollenspel kun je stimuleren door het spelen van een rol uit te lokken. Bijvoorbeeld via dit vingerspelletje. Teken met een viltstift op de wijsvinger van elk kind een gezichtje. Je kunt nog een mutsje van een pleister maken en haartjes van wol, maar dat hoeft niet. Praat tegen het vriendje via je eigen wijsvinger, waarop ook een gezichtje is getekend. Doe alsof die andere vinger je beste vriendje is. Geef hem eventueel een naam. Dit spel stimuleert om met elkaar in contact te komen. Via een vinger praten is soms makkelijker dan rechtstreeks. Het zet ook aan tot actief taalgebruik.

3 PLAATJES en woordjes ALLES NETJES Goeie morgen Mo! zegt vogel Miro. Oei, wat een rommel! Zal ik helpen opruimen? Help jij ook mee? Op deze bladzijden zoeken kinderen de losse voorwerpen terug op de grote tekening: de sloffen, de laarsjes, de schoenen, de regenlaarzen, de handschoenen en de wanten. Je kunt naar aanleiding hiervan ook een sorteerspel spelen. Beertje Bruin speelt met papa en mama Peuters vinden het vaak fijn om te spelen in de buurt van volwassenen. Die kunnen je helpen, daar kun vragen aan stellen en... die willen vaak wel meespelen in een fantasiespel. Papa en Mama Beer doen dat ook. Als Beertje Bruin zogenaamd op reis gaat met zijn trein, zwaaien ze hem enthousiast uit. In dit verhaaltje zijn een aantal woorden vervangen door plaatjes. Bij elk plaatje staat het woord dat gezegd wordt, als je dit verhaaltje voorleest. Het is de bedoeling dat je tijdens het lezen het plaatje aanwijst en dat het luisterende kind het woord zegt. Op deze manier zijn kinderen direct betrokken bij het voorlezen. Bovendien stimuleert het hardop zeggen van de woorden de uitbreiding van de woordenschat. Sorteerspel: Schoen bij schoen 1. Je legt de helft van elk paar aan een kant op de grond. Speelbrief - Januari p3 Iemand kiest een van de voorwerpen en legt die in het midden. De ander moet de helft zoeken die erbij hoort. 2. Iets moeilijker: je legt alle voorwerpen in het midden bij elkaar. Iemand pakt er de helft van een paar uit. De ander zoek de andere helft van het paar. 3. Nog moeilijker: iemand pakt de helft van een paar. De ander is geblinddoekt en voelt of hij/zij de andere helft van het paar kan vinden. Kleurplaat sorteren Maak een kopie van de kleurplaat op de volgende bladzijde. Kinderen kleuren de twee voorwerpen die bij elkaar horen in dezelfde kleur. Wat blijft er over?

4 Deze kleurplaat is van:... Wat hoort bij elkaar? Geef dat dezelfde kleur. Illustratie: Pascale Bigand-Gault

5 Max wil niet delen Max heeft gevraagd of Lila komt spelen. Maar ze mag niet aan de gele auto komen. En ook niet aan de rode en de blauwe. Iedereen die wel eens spelende peuters meemaakt, herkent de situatie in dit verhaal. Peuters lijken vaak samen te willen spelen, maar zijn vooral erg op zichzelf gericht. Ze hebben nog maar weinig besef van het feit dat anderen ook wensen en gevoelens hebben. Daarom vinden ze het vaak moeilijk om speelgoed te delen, maar ook om het eigen spel aan te passen aan wat het andere kind wil. Samen spelen, samen delen? Het is goed om een kind te leren delen, maar het is beter om het niet hiertoe te dwingen. Dwang zorgt ervoor dat het kind zich enkel meer gaat verzetten tegen het delen en nog meer de eigen spullen in de gaten gaat houden, omdat hij of zij het gevoel heeft deze misschien wel weer te moeten afstaan aan het andere kind. Daarbij wordt met dwingen om te delen ook de boodschap gegeven dat de behoefte van het ene kind (het houden van het speelgoed) ondergeschikt is aan de behoefte van het andere kind (het hebben van het speelgoed). Wel kan het kind gestimuleerd worden om toch te delen wanneer het zich hier in eerste instantie tegen verzet. En het kind kan uitgelegd worden dat, als er niet gedeeld wordt, er ook niet samen gespeeld kan worden. Soms is het ook beter om als ouder een stapje terug te doen en de kinderen zelf het probleem te laten oplossen. Vaak zien we dan dat het kind toch besluit te delen of dat er een compromis gesloten wordt. Hier leren beide kinderen veel van. Bron: Opvoedadvies.nl Speelbrief - Januari p5 (D. Dubbeldam/J. van der Plas Django Music & Publishing) WIL JIJ DE POP OF LIEVER DE BAL DAN PAK IK DE PUZZEL OF HEB JIJ DIE AL? WIL JIJ HET BOEK OF LIEVER DE BEER OF SPELEN WE SAMEN DEZE KEER? Refrein: SAMEN DELEN DAT IS PAS FIJN SAMEN DELEN DAT IS LEUKER DAN ALLEEN TE ZIJN LIEDJE Dit liedje heeft nog meer refreinen. Wil je ernaar luisteren? Samenstelling en teksten: Marja Baeten. Pedagogische bron: Pedagogisch kader kindercentra 0-4 jaar.