UITVOERINGSPLAN en CONVENANT 2010/2011 CENTRUM. Versie 2.2 (juni 2010) GWI-gebiedsoverleg Centrum

Transcriptie

1 UITVOERINGSPLAN en CONVENANT 2010/2011 CENTRUM Versie 2.2 (juni 2010) GWI-gebiedsoverleg Centrum

2 Inhoud: Hoofdstuk 1. Inleiding Hoofdstuk 2. Doelen en prestaties Hoofdstuk 3. Uitvoeringsplan Bijlage 1: Begroting aanloopkosten 2010 Bijlage 2: GWI-convenant voor het gebied Centrum 2

3 Hoofdstuk 1 Inleiding Het gemeentebestuur van Breda wil bevorderen dat mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en leven in hun eigen vertrouwde wijk of dorp, ook als ze ouder worden of beperkingen hebben. Daarvoor moeten woningen geschikt worden gemaakt voor mensen met een functiebeperking. Ook moet de woonomgeving veilig en toegankelijk zijn. Nabij de woningen zijn voldoende winkels en andere voorzieningen nodig. Mensen moeten deel kunnen nemen aan activiteiten en de ondersteuning kunnen krijgen waar ze behoefte aan hebben. Het gemeentebestuur gaf deze aanpak de naam Geschikt Wonen voor Iedereen (GWI). De gemeente ontwikkelde samen met een groot aantal organisaties criteria voor de "levensloopbestendigheid" van een wijk of dorp. Breda is verdeeld in 15 GWI-gebieden. Een gebiedsanalyse brengt voor elk gebied in beeld aan welke criteria al wordt voldaan en wat de tekorten zijn. Medio 2009 stelde de gemeente zo n gebiedsanalyse vast voor het gebied Centrum. Het is nu zaak om te bekijken hoe de tekorten zoveel mogelijk kunnen worden weggewerkt en om daarvoor concrete plannen te maken. Het GWI gebiedsoverleg GWI Centrum-gebied heeft die taak op zich genomen. Daarin zitten: Bredaas Centrum Gehandicaptenbeleid (BCG) Careyn Thuiszorg Breda GGz Breburg Steunpunt Informele zorg Breda (Stib) Stichting Ouderenwerk Breda Stichting Woonzorgcentrum Raffy/Lâle-Huzurevi Surplus Welzijn Woningcorporatie Laurentius Woningcorporatie Singelveste Alleewonen Woningcorporatie WonenBreBurg Wijkraad Chassé-Oud Boeimeer Wijkraad Fellenoord-Schorsmolen Wijkraad Stadshart-Valkenberg Zorg- en behandelcentrum Elisabeth Gemeente Breda Het GWI-gebiedsoverleg geeft in het tweede hoofdstuk aan, welke prestaties nodig zijn om de GWIdoelstellingen in het gebied te realiseren. In hoofdstuk 3 zijn deze prestaties verder uitgewerkt. Bij elk actiepunt is aangegeven welke organisatie de trekker is, welke organisaties de samenwerkingspartners betrokken zijn en wanneer resultaten te verwachten zijn. 3

4 Hoofdstuk 2 Doelen en prestaties 2.1 Wonen Doel: Voldoende aanbod aan levensloopgeschikte woningen en woonvoorzieningen met een bereikbare huur, voor ouderen en voor mensen met een beperking Prestaties: Inventariseren en inzichtelijk maken van het aantal geschikte woningen van de corporaties op niveau van het GWI-gebied, Het ontwikkelen van strategieën teneinde het geschikt wonen op wijkniveau zoveel mogelijk te realiseren. Bevorderen van aanpassing van bestaande woningen t.b.v. ouderen: geven van advies en informatie aan eigenaren van woningen over de mogelijkheden van woningaanpassing Realisatie van de doelen uit de woonvisie Woonomgeving Doelen: een veilige en goed toegankelijke en doorgankelijke woonomgeving een breed samengesteld en goed bereikbaar, toegankelijk en doorgankelijk voorzieningenaanbod Prestaties het verbeteren van de veiligheid, de toegankelijkheid en doorgankelijkheid van het centrumgebied o Het verbeteren van de toegankelijkheid van winkels, openbare gebouwen en andere voorzieningen voor mensen met een beperking inventariseren behoeften aan en mogelijkheden van versterking sociale samenhang tegengaan drugs- en geweldsoverlast door dak- en thuislozen het verhogen van de veiligheid voor bewoners met een beperking: toetsen van het Rampenplan op mate van inclusiviteit 2.3. Zorg en Welzijn Doel: een goed voorzieningenaanbod op het gebied van welzijn en zorg, voor bewoners mèt en zonder beperkingen geïntegreerd aanbod van activiteiten en diensten en samenwerking tussen burgers, vrijwilligers en professionals in zorg en welzijn Prestaties: aandacht voor mensgerelateerde in plaats van zorggerelateerde voorzieningen o ontmoetings-, inloop- en informatiemogelijkheden op locaties waar bewoners vaak komen realiseren van een zorgkruispunt en zorgsatelliet o het benoemen en invullen van de GWI-functies o inrichting van een zorgkruispunt zbc Elisabeth o opzetten van een zorgsatelliet aan de oostzijde van het centrum 1 Streven naar minimaal 25% bereikbare huurwoningen 4

5 o het uitwerken en realiseren van een wijkinformatiecentrum voor bewoners van het GWIgebied Centrum verbeteren van het zorg- en welzijnsaanbod o betaalbare parkeermogelijkheden in de nabijheid voor professionele en informele zorgverleners o voldoende aanbod eerstelijnszorg 5

6 Hoofdstuk 3 Uitvoeringsplan voor de periode 2010 en Inleiding Dit uitvoeringsplan sluit aan op de in het vorige hoofdstuk genoemde doelen en prestaties. Bij elk actiepunt wordt aangegeven: Wie: de organisatie die ervoor verantwoordelijk is dat het actiepunt wordt uitgevoerd Met wie: de organisaties die in ieder geval bij de uitvoering van het actiepunt betrokken zullen worden. Dit sluit niet uit dat ook andere organisaties bij de uitvoering van het actiepunt, of elementen daarvan, zullen worden betrokken Wanneer: het jaar of de jaren waarin het actiepunt in uitvoering wordt genomen Het GWI-gebiedsoverleg zal, na de ondertekening van het convenant, een stuurgroep instellen en met de trekkers van de verschillende actiepunten periodiek bijeenkomen om de voortgang te bespreken. 3.2 Algemeen Actiepunt 1: Communicatietraject Wie/Trekker: de drie wijkraden Binnenstad Met wie: SOB, BCG, corporaties, Surplus Welzijn Klaar: doorlopend Aanpak: - In de buurtkrant en de website van "Breda van Binnen" worden artikelen gepubliceerd over GWI activiteiten. De eerste artikelen worden in de buurtkranten van juni geplaatst en geven een algemene beschrijving wat GWI is, wie er aan meedoen en wat de bedoeling ervan is. Tevens wordt een oproep gedaan aan bewoners om actief mee te denken en punten door te geven aan één contactadres: Bas Driehuijs. Daarnaast worden bewoners geïnformeerd over de schouw in juli. - De drie wijkraden zullen het onderwerp GWI tijdens een bewonersbijeenkomst op de agenda zetten. - SOB, BCG en corporaties wordt verzocht om artikelen over het GWI in eigen (digitale) kranten te publiceren. - BN de Stem, Stadsblad en de Bode wordt door de wijkraden verzocht om te publiceren over o.a. de schouw. - Gemeente en wijkraden zullen GWI op de agenda zetten van het volgende stakeholdersoverleg binnenstad. Resultaat: bewoners zijn geïnformeerd over de GWI-activiteiten en kunnen daarover actief meedenken. Het draagvlak voor GWI wordt versterkt. 6

7 3.3 Wonen Actiepunt 2: Inventarisatie aantal geschikte woningen van het corporatiebezit in het GWI Gebied Wie/Trekker: WonenBreburg Met wie: Laurentius en Singelveste AlleeWonen Start: januari 2010 Klaar: oktober 2010 Aanpak: inventarisatie en inzichtelijk maken van het aantal geschikte woningen van de drie Bredase woningcorporaties op het niveau van de 15 GWI-gebieden, waaronder het Centrum. Op basis daarvan ontwikkelen de corporaties strategieën om geschikt wonen op wijkniveau zoveel mogelijk te realiseren. Resultaat: overzicht van de GWI-gebieden, de tekorten aan geschikte woningen en de wijze waarop de corporaties daaraan tegemoet willen komen. Actiepunt 3: Voorlichting aan eigenaar-bewoners over de mogelijkheden van woningaanpassing Wie/Trekker: de drie wijkraden Binnenstad Met wie: BCG, Surplus Welzijn Klaar: 2010 Aanpak: Adressen van de VVE s in de binnenstad worden opgevraagd bij de Kamer van Koophandel. Eigenaarbewoners worden schriftelijk geïnformeerd over de aanpasbaarheid van hun eigen woning en de algemene voorzieningen in het pand met behulp van informatie uit Prinsenbeek, Graaf Hendrik III plein, het BCG en de gemeente. Indien gewenst worden voorlichtingsbijeenkomsten hierover georganiseerd. Knelpunt: het aanpassen van algemene voorzieningen in een VVE pand komt ten laste van alle bewoners en wordt (daarom) vaak niet uitgevoerd. Coördinatie: Bas Driehuijs Kosten GWI: 500, Woonomgeving Actiepunt 4: Wijkschouw bereikbaarheid en toegankelijkheid en uitgankelijkheid. Wie/trekker: De drie wijkraden Met wie: BCG, Surplus Welzijn Aanpak: De datum voor de schouw is woensdag 14 juli 2010 van uur tot uur. Start en eindpunt is zbc Elisabeth/Leuvenaarstraat. De route wordt gelopen met verschillende groepen, bestaande uit o.a. de wijkraadleden, BCG, gehandicapten uit de buurt, raadsleden, collegeleden, ambtenaren, zorgverleners, politie, corporaties. Afwisselend komt iedereen in een rolstoel te zitten, krijgt een verduisteringsbril en blindenstok en is begeleider. Na afloop worden de knelpunten verzameld en krijgt iedereen een flyer met adviezen van het BCG. Coördinatie: Chris van Faassen (BCG). - Het BCG heeft voorafgaande aan de schouw twee trainingsbijeenkomst verzorgd voor de drie wijkraden. - Het BCG en de wijkraden organiseren in het najaar een schouw van het winkel- en uitgaansgebied. Het retailplatform, KvK, VCOB, VVV en Horeca Nederland wordt gevraagd dit mede te organiseren. Start: Juni 2010 Klaar: najaar 2010 Resultaat: een overzicht van knelpunten en een plan met verbeteracties, tijdpad en uitvoerders. 7

8 Actiepunt 5: Verkenning behoefte en mogelijkheden versterking sociale cohesie Wie/trekker: Surplus Welzijn Met wie: de drie wijkraden, ouderenbonden, gemeente, Stib, BCG Klaar: 2011 en later Aanpak: De sociale cohesie is laag, er is veel verloop en er is mogelijk sprake van isolement van ouderen en mensen met een beperking. Met het relatief grote aantal jongeren en de doorstroom van de bewoners van de wijk is het reservoir aan potentiële mantelzorgers/burenhulp gering. Het is de vraag of dat een probleem is en zo ja, welke aanpak daaraan tegemoet kan komen (zie bijv. eenzaamheidsproject Prinsenbeek; inzet van eenzame vrijwilligers bij mantelzorg; TijdVoorElkaar/Buurtsaam Hoge Vucht). Het actiepunt is vooral een oriëntatie op mogelijke aanpak, uitgaande van bestaand behoefte-onderzoek en beschikbare studies naar effectiviteit van interventies. Bij de uitvoering dient aandacht te worden besteed aan: - maatwerk per deelgebied. - beeldvorming bij en voorlichting aan wijkbewoners - het inzetten van stagiairs van Avans Resultaat: duidelijkheid over de wenselijkheid en mogelijkheid van een vervolgproject. Indien daarvan sprake is: ontwikkeling van een plan van aanpak. Actiepunt 6: Uitvoeringsprojecten versterking sociale cohesie Wie/trekker: Singelveste AlleeWonen Met wie: SOB, Surplus Welzijn Klaar: november 2010 Aanpak: Ter verbetering van de sociale cohesie worden projecten in de vorm van nieuwe vormen van participatie opgezet in Chassé, Valkenberg, Schorsmolen en Fellenoord. Het project Op de Koffie, waarbij medewerkers van Singelveste AlleeWonen bij bewoners op de koffie zijn geweest, krijgt een vervolg. Tijdens de gesprekken is namelijk o.a. naar voren gekomen, dat bewoners sociale contacten missen. Actiepunt 7: Drugs- en geweldsoverlast van dak- en thuislozen Wie/trekker Surplus Welzijn in de rol van linking pin Met wie: politie, 't IJ (beheer SMO), bemoeizorg, beheerders van complexen, gemeente (veiligheidsregisseur), Novadic-Kentron, de drie wijkraden Klaar: doorlopend Aanpak: behalve het VAST-overleg is er een structureel wijkveiligheidsoverleg ( Spoorbuurt, Valkenberg, Belcrum), een interventieplan voor Fellenoord en een jaarlijks veiligheidsoverleg politieteam Centrum. Binnenkort wordt gestart met het opzetten van een buurtnetwerk in Valkenberg en Chassé door de betreffende wijkagente. De wijkagenten nemen deel aan het eerste agendapunt, veiligheid en overlast, tijdens alle bestuursvergaderingen van de wijkraden. Resultaat: het GWI-overleg blijft geïnformeerd over acties en ontwikkelingen vanuit het veiligheidsoverleg. 8

9 Actiepunt 8: Veiligheid bij calamiteiten en rampen Wie/trekker: BCG Met wie: de drie wijkraden, brandweer en andere hulpdiensten Klaar: 2011 Aanpak: Het GWI-gebied grenst aan het spoor. Dat brengt veiligheidsrisico s voor de bewoners met zich mee. Hiervoor is een Rampenplan ontwikkeld. De vraag is in hoeverre het Rampenplan Centrum/Spoorzone rekening houdt met de bewoners met beperkingen, bijvoorbeeld bij eventuele evacuatie. BCG brengt samen met de wijkraden in beeld waar mensen met een beperking wonen, welke specifieke ondersteuning ze nodig hebben en waar ze bij evacuatie ondergebracht kunnen worden. Daarnaast voorlichtingsactiviteiten voor de hulpdiensten (brandweer, politie) en het houden van rampenoefeningen met mensen met beperkingen. BCG heeft daar materiaal voor beschikbaar 3.5 Zorg en welzijn Prestatie: het realiseren van een goed aanbod van zorg en welzijn, zowel formeel als informeel Aandachtspunt: bij de actiepunten 9, 10 en 11 ook rekening houden met andere voorzieningen, zoals buurthuizen Actiepunt 9: Realisatie "zorg"kruispunt: samenhangende structuur van activiteiten en diensten in de wijk Wie/trekker: zbc Elisabeth Met wie: Alle relevante aanbieders van zorg- en welzijnsdiensten Klaar: 2011 Aanpak: Realisatie van een samenhangende structuur van activiteiten en diensten, waardoor bewoners ongeacht eventuele beperkingen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in de eigen woonomgeving. Het betreft zowel de accommodatiegebonden (haaldiensten) als de ambulante diensten (brengdiensten). De voorzieningen hoeven niet op één locatie aanwezig te zijn. Een groot aantal haaldiensten kan evenwel geclusterd worden aangeboden vanuit zorg- en behandelcentrum Elisabeth. Een nog te vormen werkgroep omschrijft de functies en geeft per functie aan vanuit welke accommodatie en onder welke voorwaarden de ondersteuning wordt verleend. De volgende BCG-rapporten kunnen behulpzaam zijn: Geschikt wonen voor iedereen, dus vanuit uw wens en Sturen en verbinden. Resultaat: een plan van aanpak met praktische doelen, uitvoerders en tijdspad voor de realisatie van een samenhangende structuur met een cluster van voorzieningen rond zbc Elisabeth Kosten GWI: 1.200,- t.b.v. aanschaf PC en meubilair 9

10 Actiepunt 10: Oostelijke satelliet: realisatie knooppunt activiteiten en diensten oostkant Centrum-gebied Wie/trekker: Met wie: SOB Alle relevante aanbieders van zorg- en welzijnsdiensten, wijkraden Stadshart/Valkenberg en Chassé/Oud Boeimeer. Start: Eind 2010 Klaar: 2011 Aanpak: Het GWI-overleg kiest voor een samenhangende structuur van zorg- en welzijnsdiensten. Die zijn in het westelijk deel van het gebied geclusterd rond zbc Elisabeth. Voor de bewoners van de oostzijde wordt aanvullend aanbod van diensten en activiteiten gerealiseerd. Een werkgroep van relevante aanbieders onderzoekt samen met de wijkraden welke verbeteringen in het aanbod bewoners wensen. Samen met het Turks zorgcentrum Lâle Huzurevi wordt ook gekeken naar de mogelijkheid om het wijkrestaurant te ontwikkelen. Na de verbouwing van het Rondeel zijn daar de volgende functies gerealiseerd: wijkrestaurant (vijf dagen per week) dagactiviteiten (vijf dagen per week waaronder bewegen) open inloop (vijf dagen per week) diensten aan huis. Actiepunt 11 Inrichting Wijkinformatiepunt Wie/trekker: SOB, ZBC Elisabeth Met wie: Alle relevante aanbieders van zorg- en welzijnsdiensten Klaar: 2011 Aanpak: Inrichting van een wijkinformatiepunt, training van vrijwilligers, organisatie van de backoffice en op termijn aansluiting bij het virtuele loket WijkWijs, in samenhang met actiepunten 9 en 10. Het virtuele loket WijkWijs is tot stand gekomen met alle relevante partners in de stad, die elk hun top tien van meest gestelde vragen hebben aangeleverd. Via een touchscreen vinden bewoners antwoorden op vragen over wonen, welzijn, zorg en dienstverlening: antwoorden op stedelijk niveau, maar ook in de eigen wijk. Ervaringen elders (Heksenwiel) tonen aan dat een dergelijk infopunt het best gerealiseerd wordt op een plaats waar al een natuurlijke aanloop is. In overleg met wijkraden en andere partners worden criteria opgesteld waaraan een geschikte locatie moet voldoen. Daar is in elk geval een persoon aanwezig om mensen met vragen op weg te helpen. Resultaat: een laagdrempelig fysiek informatiepunt op een drukbezochte plaats, waar bewoners persoonlijk antwoord krijgen van goed getrainde vrijwilligers en een virtueel loket Wijkwijs met op de wijk toegesneden informatie. Kosten GWI: eenmalige kosten opzetten WijkWijs (vormgeving, implementatie, techniek): Actiepunt 12 Betaalbare parkeergelegenheid voor professionele zorg en mantelzorgers in de nabijheid - Wie/trekker: Surplus Welzijn (als linking pin ) - Met wie: de drie wijkraden, Stib, thuiszorgorganisaties (Careyn, Thebe, Elisabeth Zorg Thuis, Huispitaal) gemeente (parkeerbedrijf), de klankbordgroep parkeren - - Klaar: Aanpak: bewoners van het GWI Centrum-gebied zijn moeilijk te bereiken voor mantelzorgers en professionele zorgverleners. Inventarisatie van de aard en omvang van knelpunten. Alle bewoners met een Wmo- of AWBZindicatie kunnen een bezoekerspas aanvragen voor hun (mantel) zorgverleners. Zorginstellingen krijgen een parkeervergunning. Knelpunt is het ontbreken van voldoende veilige parkeerplaatsen. Resultaat: Overleg met gemeentelijke dienst parkeerbeheer over realisatie. 10

11 Actiepunt 13 Voldoende aanbod eerstelijnszorg Wie/trekker: zbc Elisabeth Met wie: wijkraden Start: augustus 2010 Klaar: november 2010 Aanpak: inventarisatie van behoefte, aanbod, ervaren leemtes en de mate van fysieke toegankelijkheid. Uitwerken oplossing knelpunten (bijv. bereikbaarheid, vervoer, informatievoorziening). Resultaat: Rapportage Actiepunt 14: Uitwisseling ervaringen achter de voordeur Wie/trekker: SOB Met wie: Woningcorporaties, Thuiszorgorganisaties, Stib, GGz Breburggroep, MEE, Lâle Klaar: doorlopend Aanpak: Ouderenadviseurs, huismeesters en thuiszorgmedewerkers komen bij bewoners thuis en worden geconfronteerd met zaken die voor anderen aan het zicht onttrokken zijn. Uitwisseling van ervaringen, signalering structurele problematiek en voorstellen voor een betere werkwijze van deelnemende professionals en organisaties. Opzet en deelnemers nader uit te werken. In de loop van 2010 komen de resultaten beschikbaar van het onderzoek naar de gevolgen van versobering van de AWBZ. Resultaat: Drie keer per jaar een uitwisselingsbijeenkomst en jaarlijks een plan van aanpak Actiepunt 15 Consultatiebureau Ouderen en mensen met een (beginnende) beperking Wie/trekker: zbc Elisabeth/ Careyn Thuiszorg Breda Met wie: BCG, Raffy Start: najaar 2010 Klaar: doorlopend Aanpak: het consultatiebureau is gericht op het voorkomen en vroegtijdig opsporen van gezondheidsproblemen bij mensen met een beperking en ouderen. Het streven is een toename van het aantal klachtenvrij jaren door goede screening en gerichte voorlichting. Resultaat: een plan met mogelijke functies, partners en werkwijze voor de start van een consultatiebureau Actiepunt 16 De Gezonde wijk: voeding en beweging Wie/trekker: Surplus Welzijn Met wie: Breda Actief, Bredase Aangepaste Sporten, SOB, zbc Elisabeth Klaar: 2011 Aanpak; overgewicht is een groeiend probleem in de gehele Nederlandse samenleving en een risico voor de volksgezondheid. Ontwikkeling van een wijkgericht programma gericht op gedragsverandering (voeding, sport, e-fitness etc.) kan een bijdrage leveren aan het terugdringen ervan. Ouderen en mensen met beperking worden gestimuleerd om meer te bewegen Resultaat: meer ouderen en mensen met beperkingen bewegen meer 11

12 Actiepunt 17 Gebiedsgebonden Consultatie Te verbinden met de activiteiten 9 t/m 15 en verbindingen met MASS overleg en inloopvoorzieningen Wie/trekker: GGz Breburg Groep Met wie: relevante partners in zorg en welzijn, huisartsen, wijkraden, burgers, BCG Start: 2011 Klaar: doorlopend Aanpak: Opzet van een geïntegreerde samenwerking tussen wijkbewoners, vrijwilligers en professionals op het terrein van psychische problematiek. Inzet van expertise bij vrijwilligers en werkers in de wijk gericht op preventie, signalering en advies. Concreet worden wijkgebonden werkers met GGz deskundigheid ingezet die structureel contacten onderhouden met en ondersteuning bieden aan genoemde partners. Resultaat: Gezamenlijk, niet-gefragmenteerd aanbod zorg & welzijn. Vragen van burgers worden beantwoord voordat het problemen zijn. Zorg blijft ook in de toekomst betaalbaar omdat de verantwoordelijkheid van burgers en de inzet van preventie bevorderd worden. 12

13 Bijlage 1 Begroting 2010 Kosten Bedrag Voorlichting woningaanpassing eigenaar/bewoners (actiepunt 3) 500,- Inventaris Zorgkruispunt Elisabeth (actiepunt 8) 1.200,- Wijkwijs (actiepunt 10) 6.000,- Kosten ondertekening (zbc Elisabeth) 350, Totaal 8.050,- Opmerking: medio juni 2010 is bekend geworden dat het niet-benutte Gwi-stimuleringsbudget uit 2009 voor Gwi-Centrum ad 8.900,- alsnog beschikbaar wordt gesteld voor Gwi-activiteiten in Op het eerstvolgende gebiedsoverleg Gwi-Centrum zal de besteding van het nog beschikbare budget worden geagendeerd. 13

14 Bijlage 2 GWI-convenant voor het gebied GWI Centrum-gebied Ondergetekenden: Hierna gezamenlijk te noemen: partijen Overwegende: a) dat de groeiende vraag naar zelfstandig wonen van mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking, leeftijdsbreed en ongeacht afkomst, nopen tot samenwerking op de terreinen van wonen, welzijn en zorg b) dat partijen zich conformeren aan de uitgangspunten bij de doelstelling en de verantwoordelijkheid nemen voor de uitwerking hiervan in het GWI Centrum-gebied c) dat vanwege de veranderingen in het zorg- en dienstverleningsstelsel partijen maatregelen treffen die leiden tot ontschotting, ontkokering, deregulering, efficiënt en resultaatgericht werken en dorpgerichte zorg- en dienstverlening; d) dat de partijen op 7 november 2007 het Manifest GWI hebben ondertekend en zich volgens de afspraken in dit convenant zullen inspannen en inzetten om de opgenomen afspraken ook te realiseren e) dat de bovengenoemde partijen per 14 juli 2010 officieel starten met de uitvoering in het GWI Centrum-gebied van Breda f) dat in later instantie partijen, die zich nu niet laten vertegenwoordigen maar wel relevant zijn voor de uitvoering van het manifest en dit ook hebben ondertekend, aan kunnen sluiten als ze een bijdrage willen leveren aan de GWI ambitie in het GWI Centrum-gebied g) dat met het convenant niet is bedoeld in het GWI Centrum-gebied afspraken te maken over markt- of klantenverdeling h) dat elke aanbieder vrij is om die diensten in het GWI Centrum-gebied aan te bieden waartoe deze in staat is i) dat het convenant bedoeld is om in het GWI Centrum-gebied een minimum aanbod te garanderen Gelet op: 1. het Manifest GWI en de daarin gemaakte afspraken; 2. de gebiedsanalyse en visie GWI voor het gebied Komen het volgende overeen: 1. Doel De doelstelling van GWI is om mensen in staat te stellen zo zelfstandig mogelijk te wonen en te leven, ook wanneer zij behoefte krijgen aan begeleiding, ondersteuning of zorg. De geschikte woonplek ligt daarbij voor veel mensen in de eigen, vertrouwde buurt. De ondertekenaars van dit convenant stellen daartoe een uitvoeringsplan op dat gericht is op het daadwerkelijk realiseren van:. een voldoende (*1) aanbod van geschikte woningen voor mensen met een beperking. voldoende benodigde voorzieningen voor welzijn en zorg 14

15 . een levensloopbestendige woonomgeving. (verbetering van) kleinschalige dienstverlening dicht bij huis (1*) Voldoende aanbod volgens de Bredase norm. Basis hiervoor is het onderzoek van Onderzoek en Informatie van de gemeente Dat betekent dat: a. kwetsbare groepen met behoeften op het gebied van sociale participatie, o.a. vrijetijds- en dagbesteding, sociaal contact en sociaal netwerk, informatie, hand & spandiensten en zorg, in het dorp voor op hun vraag afgestemd aanbod in het dorp terecht kunnen b. de betrokken partners optimale samenwerking ten behoeve van de cliënt laten prevaleren boven de eigen organisatiespecifieke werkwijze 2. Uitgangspunten bij de doelstelling Bij de uitwerking van GWI worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. a) Klantgestuurd De behoeften en de beleving van de bewoners staan centraal bij het formuleren van het aanbod. Dat geldt binnen de dorpgerichte aanpak van GWI op twee schaalniveaus: op het niveau van het dorp en het niveau van de individuele klant b) Keuzevrijheid De inwoner van de gemeente Breda is vrij in diens keuze uit het aanbod op het gebied van wonen, welzijn en zorg c) Transparantie in informatievoorziening Om keuzevrijheid mogelijk te maken is een goed toegankelijke en bovenal onafhankelijke informatievoorziening een voorwaarde d) Ontkoppeling wonen, welzijn en zorg Om keuzevrijheid en zelfstandigheid te bevorderen wordt een vergaande ontkoppeling tussen wonen, welzijn en zorg nagestreefd. Vernieuwende en open samenwerkingsstructuren tussen de aanbieders zullen nodig zijn om dit te bereiken e) Niet apart, maar samen Bewoners moeten, ook wanneer zij behoefte hebben aan begeleiding, ondersteuning of zorg, de uitdaging behouden om volwaardig in de samenleving te participeren. Voorzieningen dienen daarom zo te worden opgezet dat gebruikers uitgenodigd worden om in contact te komen met mensen van andere leeftijden en leefstijlen f) Algemeen vóór specifiek/doelgroepgericht Om zo gewoon en zelfstandig mogelijk te blijven wonen is het van belang dat mensen gebruik kunnen blijven maken van reguliere voorzieningen. Specifieke voorzieningen zijn alleen nodig wanneer het niet anders kan g) Gemeenschappelijkheid in behoeften 15

16 Het is van belang geen onderscheid te maken op basis van beperkingen maar gemeenschappelijkheid te zoeken op basis van behoeften. Dit wordt gedaan door op basis van de vraag vanuit het dorp zoveel mogelijk combinatie te zoeken tussen klantgroepen met- en zonder beperking. Dit vergroot tevens het economische draagvlak voor de voorzieningen en dienstverlening h) Ketensamenwerking Om optimaal te kunnen voldoen aan de vraag in de samenleving, dienen alle schakels in de keten van zorg, wonen en welzijn met elkaar verbonden te zijn. Binnen de verschillende ketens is het van belang, zowel te werken aan participatie, preventie en vroegsignalering, als aan hulp en herstel. Schakels moeten naadloos samenwerken rondom individuele cliënten én verbonden zijn op niveau van het GWI-gebied. Wanneer er zich in de uitvoering knelpunten voordoen of het tempo in één van de ketens anders verloopt dan verwacht, dan verbinden de maatschappelijke partners zich om tot gezamenlijke oplossingen te komen i) Kwaliteit in coalitie vóór kwantiteit rond de vergadertafel Voor de realisatie van de GWI-doelstellingen is op gebiedsniveau samenwerking noodzakelijk. Hierbij dient een juist evenwicht te worden gevonden tussen de wens samenwerking te realiseren tussen de partijen die een sleutelrol vervullen. De maatschappelijke partners kiezen op gebiedsniveau zelf hun partners waarmee zij een goed, sluitend en vraag gestuurd aanbod willen realiseren, dat past binnen de uitgangspunten van GWI j) Sociale samenhang Sociale vitaliteit is voor vrijwel iedereen belangrijk om prettig te kunnen wonen en is voor veel kwetsbare mensen de voorwaarde om zich geborgen, geaccepteerd en veilig te voelen. Vanuit de Wmo vormt de omgeving als sociaal vangnet de basis. Activiteiten die vanuit GWI worden ontplooid dienen dan ook altijd mede te worden beoordeeld op hun meerwaarde op het gebied van de versterking van de sociale samenhang. 3. Uitvoeringsplan Op gebiedsniveau zijn prestaties of clusters van prestaties te benoemen. Veel maatschappelijke partners zijn al jaren bezig met GWI en nemen actief deel aan, of initiëren de activiteiten die er mee samenhangen. Het succes van GWI is voor een belangrijk deel te danken aan de inspanningen van de maatschappelijke partners in Breda. Op gebiedsniveau geven partijen in het Uitvoeringsplan concreet aan welke prestaties zij in het gebieden kunnen realiseren en met wie ze die willen realiseren. De maatschappelijke partijen kunnen in de uitvoeringsplannen per woongebied bijvoorbeeld aangeven dat ze uitvoerder zijn van een concreet deelproject, participeren in een samenwerkingsverband of als trekker van een samenwerkingsproject fungeren. In het samenwerkingsverband levert iedere partner onderdelen waar hij goed in is; de werkzaamheden die buiten de eigen kerncompetenties vallen besteedt men uit aan de partner die daar wel over beschikt. Voorzieningen worden ontwikkeld en afgestemd op de wensen en behoeften van ouderen, mensen met een beperking of anderszins kwetsbare bewoners van het dorp. Een recente GWI analyse en visie voor als mede het manifest GWI vormen de basis voor het Uitvoeringsplan GWI. 16

17 4. Structuur Basis voor de aanpak is het Manifest GWI en andere relevante beleidstukken voor het gebied Centrum. De Gemeente Breda is regievoerder van het stedelijk GWI-proces. Op gebiedsniveau faciliteert de gemeente het aanloop- en ontwikkelingsproces door menskracht en middelen in te zetten. De gemeente heeft als inspanningsverplichting: o het creëren van goede randvoorwaarden o het belonen van goed samenwerkingsgedrag en positieve inzet van partners o het zorgdragen voor een adequate en daadwerkelijke afstemming van gemeentelijk beleid, procedures, regelgeving en ambities o het zorgdragen voor tijdige oplossingen van problemen c.q. knelpunten o het meedenken en meewerken om de uitgangspunten van GWI binnen de bestaande mogelijkheden te realiseren De directie/bestuurders wijzen namens hun organisatie een vertegenwoordiger aan die werkzaam is voor het gebied Centrum. De vertegenwoordigers werken samen c.q. nemen deel aan het Gebiedsoverleg Centrum. Namens de gemeente neemt een medewerker van de directie MO deel aan het Gebiedsoverleg o hij/zij draagt zorg voor de communicatie, de terugkoppeling en de verbinding met uitvoeringsplannen van de gemeentelijke directies Ruimtelijke Ordening en Buitenruimte o hij/zij bereidt samen met één of twee vertegenwoordigers van de maatschappelijke instellingen de vergaderingen voor 5. Middelen a) De personele inzet van de instellingen gebeurt binnen de reguliere formatie en reguliere budgetten. Immers het gaat voor het grootste deel om regulier werk van de instellingen t.b.v. de klant b) De bijdrage aan de realisering van GWI-voorzieningen wordt gedekt uit het reguliere budget van de instellingen c) De gemeente stelt in en 2010 en mogelijk in 2011 ter stimulering van de uitvoeringsplannen GWI in de gebieden een budget van 8.900,- per jaar beschikbaar. d) Deze middelen worden beschikbaar gesteld na positieve toetsing door de gemeente Breda van het gemeenschappelijk gedragen uitvoeringsplan en het wijkconvenant voor het gebied en na aftrek van eventuele voorbereidingskosten, waarvoor van te voren door de gemeente toestemming is verleend e) De SOB is budgethouder en voert de financiële administratie 6. Overige zaken a) Elk jaar wordt er voor 1 mei een kort jaarverslag gemaakt b) Het uitvoeringsplan is niet statisch, het kan jaarlijks worden aangevuld en verbeterd c) De samenwerkende partners werken eind 2011 mee aan een beknopt onderzoek gericht op tussentijdse rapportage van de voortgang 17

18 18

19 19