dr" STATEN VAN ARUBA 1 Mevrouw drs. Marisol Lopez-Tromp Staten van Aruba vragen aangaande verzwaring toelatingseisen Colegio Arubano

Transcriptie

1 Aan de voorzitter van de Staten van Aruba Mevrouw drs. Marisol Lopez-Tromp Staten van Aruba STATEN VAN ARUBA 1 Ingelc 2 1 MAR 2014 Volg Aruba, 21 maart 2014 Onderwerp: vragen aangaande verzwaring toelatingseisen Colegio Arubano Geachte voorzitter, Hierbij doe ik u een aantal vragen ter doorgeleiding aan de Minister van Onderwijs toekomen, met het eerbiedig verzoek deze vragen schriftelijk to beantwoorden. dr" U dankend voor uw medewerking in deze, verblijf ik Desiree. Croes Fractie AVP

2 Vragen van het Staten lid Desiree G. Croes aan de Minister van Onderwijs, Gezinsbeleid en Volwasseneducatie, ingevolge art van de Staatregeling en art. 59 van het Reglement van Orde van de Staten van Aruba. Enke le maanden geleden heeft het Colegio Arubano besloten, en naderhand op hun website aangekondigd haar toelatingseisen tot de HAVO-4 per komend schooljaar te zullen aanscherpen, althans eigen toelatingseisen te zullen opstellen. Volgens het Colegio is dit nodig, omdat MAVO- leerlingen die doorstromen naar de HAVO minder goed presteren in het 4e leerjaar HAVO, dan de eigen kweek. Door het verscherpen van de toelatingseisen wil Colegio Arubano "zwakkere" MAYO- leerlingen behoeden voor een teleurstelling. De MAYO- decanen denken hier anders over: MAYO- leerlingen hebben op het eiland weinig passende vervolgopleidingen en worden door het aanscherpen van de toelatingseisen tot het HAVO extra zwaar benadeeld. In de afgelopen weken heeft de Minister gesprekken gevoerd met zowel de MAYO- decanen, als met het bestuur van de SMOA en het Colegio Arubano ten einde water bij de wijn te doen. De voorgenomen verscherping van de toelatingseisen is door toedoen van de Minister dan ook met een (1) jaar uitgesteld. Bovendien zal er een commissie worden samengesteld welke op zoek zal gaan naar mogelijke hiaten bij de MAVO- leerlingen en de Minister hierover informeren en adviseren. In verband hiermee wens ik de volgende vragen aan de Minister van Onderwijs te stellen: 1. Volgens het Colegio Arubano sluit de MAYO onvoldoende aan op de HAVO. Kan het Colegio Arubano deze bewering staven? Heeft de Minister enig door het Colegio Arubano of een andere instantie verricht onderzoek, steekproef of enqu'ete in handen gekregen waaruit zou blijken dat MAYO- 4 gediplomeerden minder succesvol zijn op de HAVO dan leerlingen uit HAVO- 3? Indien dit het geval is, verzoekt ondergetekende over dit document te mogen beschikken. 2. Kan de Minister ondergetekende informeren of bij het onderzoek is gekeken naar het succespercentage van de MAYO- leerling op de HAVO, of naar de succeskans of naar de factoren die hierbij een rol hebben gespeeld of kunnen spelen? 3. Kan de Minister ondergetekende informeren hoe in dit onderzoek succes is gedefinieerd? 4. Kan de Minister ondergetekende informeren of bij het verzamelen van data voor het verrichte onderzoek, de verrichte steekproef of enquete rekening is gehouden met het feit dat er geen Lang traject bestaat bij Colegio Arubano waardoor het percentage overgestapte MAVO- leerlingen beduidend lager is, en waardoor een vertekend beeld zou kunnen ontstaan? 5. Kan de Minister ondergetekende informeren of er uit enig onderzoek is gebleken dat de aansluiting MAVO-HAVO faalt over de hele linie of op bepaalde vakken?

3 6. Kan de Minister ondergetekende informeren of bij het verzamelen van data voor enig onderzoek, steekproef of enquete gekeken is naar cijfers van de eerste overhoringen / proefwerken of naar cijfers op het le HAVO-4 rapport van de MAYO- gediplomeerde zodat de vermoede achterstand werkelijk achterhaald kan worden? 7. Kan de Minister ondergetekende informeren of bij het maken van het onderzoek rekening is gehouden met de leerlingen die van school zijn verwijderd en of er bovendien is gekeken of deze leerlingen alsnog hun HAVO- diploma elders hebben behaald? 8. Het is een bekend gegeven dat MAYO- leerlingen meer begeleiding en meer uitleg krijgen van de docenten. Van een HAVO- leerling mag verwacht worden dat hij zelfstandiger is, en minder begeleiding nodig heeft. De overstap naar de zelfstandiger HAVO-cultuur is ook mede hierdoor moeilijker voor de MAYO- leerling. Kan de Minister ondergetekende informeren of er een tevredenheidsonderzoek is gehouden onder de van de MAVO-overgestapte leerlingen naar de lesgeefmethoden van de docenten van het Colegio Arubano? Indien dit niet het geval is, acht de Minister zo'n soort onderzoek wenselijk? 9. Het Colegio Arubano heeft considerabele beleidsruimte, waar het- zoals nu weer eens blijkt- gretig gebruik van maakt. Deze vrijheid lijkt te leiden tot een zekere mate van willekeur bij het stellen van (hoge) toelatingseisen en het hanteren van het zogeheten doubleerverbod. Het beleid is vaak ook niet transparant voor ouders, leerlingen of toeleverende scholen. Het Colegio San Nicolaas kent deze eisen en verboden niet. Sterker nog: het Colegio San Nicolas kent het zogeheten "langtraject" waar MAYO - leerlingen langer mogen doen over het HAVO. Een reden waarom het Colegio San Nicolaas bomvol is. Acht de Minister het wenselijk dat er op een klein eiland zoals Aruba zulke grote verschillen in beleid bestaat tussen de (voorlopig) enige twee dagscholen voor HAVO- en VWO? 10. Leerlingen die, hoewel gemotiveerd en intelligent, maar die het vereiste aantal punten niet hebben behaald op hun MAYO- examen, worden gestraft door Colegio Arubano. Die leerlingen wordt de toelating ontzegd en de kans voor het volgen van de HAVOopleiding ontnomen. Acht de Minister een dergelijke negatieve prikkel wenselijk voor de ontwikkeling van de Arubaanse jongere? 11. Is de Minister op de hoogte van het feit dat leerlingen die in Noord of omgeving wonen en die- na de invoering van de strengere toelatingseisen- door het Colegio Arubano afgewezen zullen worden, om 5u in de ochtend de bus moeten nemen om op tijd op Colegio San Nicolas te zijn? En dat ze pas om 5u 's middags weer thuis zullen zijn? Acht de Minister deze situatie wenselijk?

4 12. In Nederland bestaat er een toelatingscode, die bedoeld is om een goede en eerlijke overgang voor de VMBO - leerlingen naar de HAVO tot stand te brengen. Goed door de samenwerking tussen de toeleverende school en afnemende school, en eerlijk door eenduidigheid en transparantie. In deze toelatingscode is onder meer geregeld dat HAVO-scholen en VMBO-scholen in een bepaald gebied afspraken maken over de invulling van het toelatingsbeleid en de toelatingsprocedure die HAVO-scholen hanteren. Deze afspraken worden voor een bepaalde datum vastgelegd. Er wordt gekeken naar het advies van de VMBO-school en de motivatie van de leerling. Bij een afwijkende mening treden de scholen in overleg. En heel belangrijk: HAVOscholen stellen maximaal een 6,8 als eis aan het gemiddelde eindcijfer. Verder wordt geen onderscheid gemaakt tussen de eigen kweek en van de VMBO-overgestapte leerling voor wat betreft de bevorderingsnormen en het doubleren in HAVO-4. Onderkent de Minister dat het verscherpen van de toelatingseisen van het Colegio Arubano, door het Colegio Arubano EENZIJDIG is opgesteld? En dat voor het opstellen van de verscherpte toelatingseisen niet met de MAYO- scholen in overleg is getreden? 13. Is de Minister op de hoogte van het feit dat de door het Colegio Arubano voorgenomen toelatingseisen strenger zijn dan die in Nederland? 14. Kan de Minister ondergetekende informeren hoe de samenstelling van de in de inleiding genoemde commissie emit zal zien? 15. Is het de bedoeling dat uit het werk van de commissie nieuwe, betere en eerlijke toelatingseisen tot stand zullen komen? 16. Kan de Minister ondergetekende informeren of het Colegio Arubano heeft toegezegd te zullen meewerken aan betere en eerlijke toelatingseisen MAVO-HAVO, althans de bevindingen van genoemde commissie zal meenemen in het opstellen van nieuwe toelatingsvoorwaarden? 17. Kan de Minister ondergetekende informeren of de medewerking van Colegio Arubano aan het opstellen van betere en eerlijke toelatingseisen aan bepaalde voorwaarden is verbonden? 18. In Nederland bestaan er al onderzoeksgegevens, conclusies en aanbevelingen voor wat betreft de aansluiting MAYO- HAVO. Hoewel het waarschijnlijk op Aruba op enkele punten zal verschillen, hoeft het wiel m.i. niet nogmaals uitgevonden te worden. In Nederland is Wiskunde B het grootste struikelblok. Kan de Minister ondergetekende informeren of de aanbevelingen van het in 2009 in Nederland gehouden grootschalig onderzoek ( "Een stukje van de Nederlandse droom, doorstromen van VMBO naar HAVO") overgenomen zullen worden of dat deze

5 aanbevelingen in ieder geval meegenomen zullen worden bij het opstellen van nieuwe betere en eerlijke toelatingseisen? 19. Onlangs zou een docent van het Colegio Arubano aan ouders tijdens een ouderavond hebben medegedeeld dat het Colegio Arubano van de Minister reeds alles wat door hen was geeist als tegenprestatie voor het met 1 jaar uitstellen van de invoering van de nieuwe strengere toelatingseisen, hadden gekregen, inclusief gelden voor Remedial Teaching. Kan de Minister ondergetekende informeren of deze informatie juist is? 20. Op die zelfde ouderavond zou de docent hebben gezegd dat dit geld naar de mening van Colegio Arubano beter besteed kon worden aan de eigen kweek- kinderen van de aanwezige ouders, maar dat het nu aan "die mavo-kinderen" verkwist zou worden. Acht de Minister het wenselijk dat de MAYO- leerlingen door medeleerlingen en ouders van deze leerlingen als probleemleerlingen worden aangemerkt? En dat dit door de negatieve houding van Colegio Arubano naar deze groep leerlingen toe kan worden versterkt? 21. Kan de Minister ondergetekende informeren of le jaars EPI (MBO)- leerlingen het komend schooljaar alsnog kunnen instromen in HAVO-4? 22. Kan de Minister ondergetekende informeren of alleen Colegio Arubano als afnemende school financiele bijstand zal krijgen van de overheid om de mogelijke achterstand bij de MAYO- leerlingen weg te werken? Of krijgt ook de MAYO als afleverende school financiele bij stand om de programma's beter aan te doen sluiten? 23. Kan de Minister ondergetekende informeren of er de mogelijkheid bestaat om binnen afzienbare tijd een beter en eerlijker toelatingscode HAVO-4 in een Landsbesluit te doen opnemen opdat in de toekomst geen plaats meer mogelijk zal zijn voor willekeur, gebrek aan transparantie en eenduidigheid?