1. Concept beleidskader onderwijshuisvesting

Transcriptie

1 1. Concept beleidskader onderwijshuisvesting

2 1. Concept Beleidskader onderwijshuisvesting Inleiding Sinds de decentralisatie van de onderwijshuisvesting van het rijk naar de gemeenten per 1 januari 1997 is onderwijshuisvesting een gedeelde verantwoordelijkheid van gemeente en schoolbesturen. Deze verantwoordelijkheden zijn in belangrijke mate vastgelegd in de Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs Dordrecht. In de afgelopen jaren heeft zich echter een aantal ontwikkelingen voorgedaan dat aanleiding is voor het vaststellen van een beleidskader dat tot aanvulling of wijziging van de verordening zal leiden. Het beleidskader is bepalend en wordt vertaald in het Integraal Huisvestingsplan (IHP). 1. Integraal huisvestingsbeleid Sinds de decentralisatie ontvangt de gemeente jaarlijks via het gemeentefonds middelen voor onderwijshuisvesting. De oorspronkelijk beschikbare middelen waren echter onvoldoende. Sinds 1 januari 2002 zijn er door het Rijk extra middelen beschikbaar gesteld zowel om de bestaande achterstand deels in te lopen als om recht te doen aan de onderwijskundige eisen die het huidige onderwijs stelt. De gemeente is vrij in de aanwending van die middelen en maakt ze onderdeel van de middelen voor de kwaliteitsslag. Om tot een werkelijke kwaliteitsimpuls te komen heeft de Raad daarnaast bij de begroting 2004 en de meerjarenramingen extra middelen beschikbaar gesteld. Als uitgangspunt is gekozen voor de huidige huisvestingssituatie en de noodzakelijke en gewenste en veranderingen in de periode tot Dat is immers de verantwoordelijkheid van de gemeente. Er is niet gekozen voor een verdeling van middelen per schoolbestuur of op basis van het leerlingaantal. Een gelijkwaardige uitgangssituatie met betrekking tot de huisvesting is op grond van die uitgangspunten niet te bepalen. Uitgangspunt is de situatie van de scholen. Het streven naar gelijkwaardige behandeling van de besturen en een evenredige beschikbaarstelling van middelen is daaraan ondergeschikt. Bij de aanwending van de beschikbare middelen is gekozen voor een integrale benadering in het IHP van zowel nieuwbouw, uitbreiding en aanpassing als onderhoud en voorzieningen in de huisvesting ten behoeve van onderwijskundige en functionele aspecten. Door het in samenhang bekijken van deze aspecten wordt naar verwachting het grootste rendement behaald. Uiteraard speelt bij de gehele operatie van verbetering van de kwaliteit van huisvesting naast inhoudelijke afwegingen ook de bouwkundige en functionele kwaliteit van de huidige gebouwen een rol. Deze wordt steeds in relatie gebracht met de gewenste verandering. Absolute prioriteit wordt gegeven aan het vervangen van noodlokalen door permanente voorzieningen. Bij veranderingen in de permanente gebouwen wordt rekening gehouden met de verwachte ontwikkelingen. Uiteraard is de afschrijvingstermijn van betekenis maar ook b.v. de noodzakelijke investering in relatie met de mogelijkheden die daarmee gecreëerd worden. In het IHP wordt uitgegaan van een integrale benadering van de huisvestingsaspecten. Bij de afweging van plannen voor de toekomst kan ook rekening gehouden worden met investeringen in het verleden in zoverre ze van betekenis zijn voor de voorgestane kwaliteitsslag. Bij de noodzaak van ingrijpende, kostbare verbouwingen worden ook de consequenties van nieuwbouw onderzocht. In het IHP worden de onderbouwing van de voorstellen met de afwegingen die zijn gemaakt, opgenomen. Uitgangspunt is het leveren van maatwerk en niet het hanteren van algemene criteria.

3 2. Integraal accommodatiebeleid Naast de directe zorgplicht ten aanzien van huisvesting van scholen kan het beleid verbreed worden naar andere gemeentelijke beleidsterreinen zoals welzijn, sport en vastgoed. Daarnaast kan de gemeente ook samenhang brengen in de verschillende sectoren van gemeentelijk beleid als stadsontwikkeling en stadswerken. Uitgangspunt is dat zowel de scholen als de gemeente voordeel hebben bij een samenhangend huisvestingsbeleid. Over de plannen voor onderwijshuisvesting heeft afstemming plaats gevonden met aanpalende sectoren binnen de gemeente. De gemeente wil uitgaan van de mogelijkheid van het over een lange termijn benutten van gebouwen onafhankelijk van de fluctuerende onderwijsvraag. De gemeente acht het van groot belang om daarbij ook te kijken naar efficiëntie en rendement zowel bij de wijze van bouwen (multifunctioneel bruikbare gebouwen) als bij het (toekomstige) gebruik. Zo kan de school onderdeel worden van een groter geheel en de voordelen van multifunctioneel gebruik van ruimte ondervinden en aansluiten bij de bouw van andere woon/ zorg/ kantoor/ culturele voorzieningen. Dit beleid zal zowel voor het schoolbestuur als voor de gemeente rendement op kunnen leveren. Bij uitbreiding, nieuwbouw c.q.vervanging/aanpassing wordt uitgegaan van het realiseren van multifunctioneel bruikbare gebouwen c.q omgeving. In Dordrecht is voor het basisonderwijs gekozen voor een wijkgerichte aanpak. Binnen een wijk is het van belang dat er een centrum is waar ontmoeting plaats vindt. De school kan bij uitstek die functie vervullen. Voor mensen met een beperkte actieradius is de school een gemakkelijk te bereiken ontmoetingspunt. Zo kan de school het hart van de wijk vormen. Een klimaat van waardering in de samenleving voor de bijdrage van onderwijs en de school kan een stimulans betekenen voor alle betrokkenen om zich meer in te zetten. Huisvesting van basisscholen dient in directe relatie tot de wijk bezien te worden. Het ontstaan van een doorlopende begeleiding van kinderen, beginnend met peuterspeelzalen (vooral met WE voorziening) en het doelbewust betrekken van de ouders daarbij, vraagt om afstemming van de huisvesting. In het gemeentelijk beleid wordt uitgegaan van het realiseren van een peuterspeelzaal in de basisscholen of in de directe nabijheid daarvan. Bij aanpassing, uitbreiding c.q. nieuwbouw wordt hiermee rekening gehouden. Op korte termijn zal er een IHP voor de peuterspeelzalen worden opgesteld. Dit zal gebeuren in samenspraak tussen de besturen van peuterspeelzalen, schoolbesturen en gemeente. Bij aanpassing, uitbreiding c.q. nieuwbouw van het schoolgebouw wordt de mogelijkheid bezien van het realiseren van een peuterspeelzaal in de school of in de nabijheid ervan. Naast de directe samenwerking met peuterspeelzalen kunnen ook kinderopvang en buitenschoolse activiteiten tot het gewenste voorzieningenniveau behoren. Uit de inventarisatie is gebleken dat al een aantal scholen deze voorzieningen heeft. De scholen hebben weinig belangstelling voor het gebruik van de school door andere dan bovengenoemde maatschappelijke groepen of organisaties. Meer efficiënt gebruik van gebouwen kan echter zowel voor het schoolbestuur als voor de gemeente rendement opleveren. De gemeente zal nadrukkelijk aandacht blijven vragen van de schoolbesturen voor het gebruik van de scholen voor maatschappelijke doeleinden (ook in het kader van SiS). Naast het multifunctionele gebruik van (school)gebouwen geldt dit ook het gebruik van buitenruimte van de scholen. Op dit moment is dat gebruik slechts gering mede omdat bij veel gebouwen hekken om de terreinen staan. Deze zijn geplaatst in verband met bescherming tegen inbraak en vandalisme.

4 De gemeenteraad heeft bij het integraal speelruimtebeleid zich echter nadrukkelijk uitgesproken over onderzoek naar het gebruik van de schoolpleinen door de wijk. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is een goed geregeld beheer. De discussie hierover zal verder gevoerd worden in het kader van "Dordrecht speelt buiten". Uitgaande van de specifieke situatie bij een school zal het gebruik van de buitenruimte van de scholen, afhankelijk van de vraag van de wijk, bevorderd worden. De gemeente Dordrecht heeft de samenhang tussen het onderwijs- en het welzijnsbeleid benoemd bij de ontwikkeling van het programma School in de Samenleving (SiS). Door het ontwikkelen van een nieuwe pedagogische infrastructuur in de buurt of wijk wordt discontinuïteit in de opvoeding bestreden. Afhankelijk van de specifieke lokale situatie wordt er invulling gegeven aan de samenwerking. Bij het huisvestingsbeleid voor de scholen wordt expliciet aandacht besteed aan het beleid ten aanzien van de School in de Samenleving. Daarbij wordt prioriteit gegeven aan de intensieve wijken: Noordflank, Oud-Krispijn, Wielwijk, Staart en Crabbehof. Functionele aspecten van een gebouw kunnen 'ongezien' blijven. Maar een gebouw kan ook in visueel opzicht en in uitstraling de trekpleister van de wijk zijn. Een dergelijke school kan in meerdere opzichten de ziel van een wijk vormen. Dit kan ook bijdragen aan meer zorg voor het gebouw en aandacht voor (ongewenste) activiteiten die zich rond het schoolgebouw afspelen. Stedenbouwkundige en landschappelijke inpassing, architectonische vormgeving maar ook constructie en materiaalkeuze kunnen daarbij een rol spelen. Bij nieuwbouw en herstructurering kan vanuit die functie van de school zelfs de inrichting van een gebied aandacht krijgen. Andere faciliteiten worden in samenhang met de schoolfunctie ontworpen. Het Leerpark is daarvan een duidelijk voorbeeld. Bij vernieuwing en aanpassing van de onderwijshuisvesting zal aandacht worden besteed aan optimalisatie van de school (het gebouw) in relatie tot de wijk. 3. Capaciteit: aantal en omvang van de scholen In principe is het aantal leerlingen en de leerlingprognose bepalend voor de omvang van de school. Prognoses worden gemaakt op.basis van demografische gegevens. Deze gegevens laten zien dat het totale aantal kinderen in Dordrecht de komende tien jaar nauwelijks zal wijzigen. Stedelijke vernieuwing en het ontwikkelen van nieuwe gebieden kunnen wel enige invloed hebben op de ontwikkeling van het leerlingaantal van een school. Gebleken is dat de prognose van het Sociaal Geografisch Bureau alleen onvoldoende is om betrouwbare uitspraken te doen. Daarom wordt ook rekening gehouden met ervaringscijfers van de school uit de achterliggende 5 jaar en specifieke (toekomstige) omstandigheden. De uiteindelijke prognose vindt plaats op basis van de leerlingprognose van het SGB, de ervaringsgegevens uit de 5 voorafgaande jaren. Specifieke gegevens kunnen een rol spelen. Schoolbesturen zijn verantwoordelijk voor het aanleveren van deze gegevens, (zie bijlage II) Het door het Ministerie erkende belang van aanpassing van gebouwen aan onderwijskundige vernieuwing is van invloed op de omvang van de scholen. Formeel is de ruimtenormering nog niet aangepast. De gemeente Dordrecht heeft in de achterliggende periode al wel bij aanpassing en nieuwbouw de ruimtenorm gehanteerd zoals die door de VNG is voorgesteld. Van deze norm wordt ook uitgegaan bij de voorstellen voor huisvesting in het IHP. Sommige schoolbesturen hebben vooruitlopend op effectuering van de regeling door de gemeente reeds aanpassingen ten aanzien van onderwijskundige en functionele aspecten gedaan en zelf bekostigd. Hiervoor is bepaald dat voorzieningen van deze aard die vanaf 1 januari 2001 door schoolbesturen zijn gerealiseerd en de school voldoende aangepast gemaakt hebben voor het

5 onderwijs in de komende periode, voor bekostiging door de gemeente in het kader van het IHP in aanmerking konden worden gebracht. In een aantal situaties is dat van toepassing. Bij aanpassing, uitbreiding en nieuwbouw van scholen wordt de norm gehanteerd zoals die in het kader van onderwijskundige en functionele vernieuwing door de VNG is voorgesteld. In het verdere stuk wordt gezien de verschillende regelgeving en de ontwikkelingen in Dordrecht bij aard en omvang onderscheid gemaakt in 1. primair onderwijs 2. voortgezet onderwijs 3. speciaal onderwijs op basis van de Wet op de Expertisecentra (WEC) 4. gymnastiekonderwijs 3.1 Primair onderwijs De maat van de wijk is bepalend voor de omvang van de scholen. In principe is de omvang van de scholen gericht op het aantal kinderen dat vanuit die wijk naar de school zal gaan. Diversiteit en de natuurlijke grenzen in de wijk bepalen de mogelijke schoolpopulatie. Binnen een wijk kunnen fluctuaties optreden. Uitgangspunt blijft de wijkgebondenheid van de school tenzij de denominatie of het onderwijsconcept zo specifiek is dat aannemelijk is dat het voedingsgebied voor een belangrijk deel de gehele stad c.q. regio omvat. Dit geldt op dit moment voor de ds. J. Bogermanschool, de ds. J Polyanderschool, de Islamitische school en de Dordtse Vrije school. Uiteraard geldt dit ook voor de speciale scholen voor basisonderwijs: het Noorderlicht, de Anne Frankschool en het Kompas. Bij het realiseren van huisvesting voor de overige scholen voor basisonderwijs wordt in het algemeen uitgegaan van de wijk als voedingsgebied voor de scholen. De fluctuatie van de onderwijsvraag is een belangrijk maatschappelijk vraagstuk. Onderdeel daarvan is de segregatie in het onderwijs. Dit verschijnsel doet zich op vele manieren voor. Sociologische aspecten als samenstelling van de wijk, opleidingsniveau en inkomen zijn hier vaak mede debet aan. In de brief van 23 april 2004 van de Minister van OCW wordt hier ook aandacht aan besteed. Zij geeft aan dat de eenzijdige samenstelling van scholen een bedreiging kan zijn van de kwaliteit van het onderwijs en het isolement van bepaalde groepen versterken. Zij bepleit bij beslissingen over huisvesting de mogelijkheid van gemengde scholen te laten meewegen. De ouders moeten in de omgeving van hun woning een school kunnen vinden die aansluit bij de wensen voor zover deze niet zo zeer specifiek zijn dat de meeste scholen c.q. denominaties er niet aan voldoen. Voor het IHP wordt de bestaande (gegroeide) situatie als uitgangspunt genomen waarbij gestimuleerd wordt bij nieuwbouw c.q. uitgebreide aanpassing of vernieuwing zoveel mogelijk tot een schoolpopulatie te komen die een evenwichtige afspiegeling van de wijk is. Daarbij wordt getracht de mogelijkheden te benutten waarmee vermindering van de segregatie kan worden bereikt. De spreiding van de denominaties over de wijken is uitgangspunt bij het IHP. Uitgaande van de bestaande wijkindeling zal in iedere wijk zowel protestants- christelijk onderwijs als openbaar onderwijs beschikbaar dienen te zijn. Bij de spreiding van het rooms-katholiek onderwijs wordt een groter spreidingsgebied gehanteerd en wordt de huidige spreiding gehandhaafd.

6 Daarbij wordt er van uitgegaan dat de schoolbesturen van de verschillende denominaties zorg dragen voor een evenwichtige spreiding van de verschillende onderwijsconcepten, voor zover daar sprake van is, over de stad. Bovenstaande laat uiteraard onverlet de vrijheid van schoolbesturen, binnen de wettelijke kaders, tot stichting en/of opheffing van scholen. De gemeente is van oordeel dat scholen in een stabiele situatie een goed klimaat kunnen scheppen voor werken en leren. Hieraan levert de gemeente een bijdrage door een forse investering in de optimalisering van de huisvesting, geconcretiseerd in het IHP. Daarmee wordt beoogd zeker tot 2010 en in belangrijke mate voor de komende 10 jaar adequate huisvesting voor de scholen te realiseren. Van de scholen wordt verwacht dat ze bij het totstandkomen van het IHP uitgegaan zijn van een reëel aantal leerlingen voor de komende periode en de consequenties daarvan ook in hun beleid effectueren. De gemeente spreekt met de schoolbesturen af dat in het IHP de optimale omvang van de school voor de komende 5 jaar weergegeven is. De locatie en/of het aantal leerlingen kan hierbij uitgangspunt zijn. De scholen effectueren de afspraken in hun beleid. Dit kan tot gevolg hebben dat wachtlijsten worden gehanteerd. De gemeente zal bij afwijkingen in de huisvestingsvraag nadrukkelijk verwijzen naar andere locaties. In het verleden is o.a. ten gevolge van autonome groei, een terughoudend verwijzingsbeleid en fusies tussen scholen een groot aantal dislocaties c.q. nevenvestigingen ontstaan. Ook is er een behoorlijk aantal noodlokalen/ semi-permanente voorzieningen. De kwaliteit van dergelijke locaties laat nog al eens te wensen over. Bij het bezien van mogelijkheden van optimalisering van de huisvesting en het realiseren van de voorzieningen voor onderwijskundige en functionele aanpassing zijn de volgende uitgangspunten gekozen: Uitgegaan wordt van locaties waarop een voorziening voor een volledige basisschool, zijnde groep 1 t/m 8 wordt gerealiseerd. De gemiddelde groepsgrootte bedraagt 24 op basis van een evenwichtige spreiding van onderbouw (groep 1 t/m 4 met gemiddeld 20 leerlingen) en bovenbouw (groep 5 t/m 8 met gemiddeld 28 leerlingen). Uitgangspunt is derhalve minimaal 192 leerlingen per locatie. Bij deze omvang is ook sprake van enige flexibiliteit bij de opvang van leerlingfluctuaties. Bij een basisschool van bovengenoemde omvang wordt ook uitgegaan van de beschikbaarheid van een speellokaal, multifunctionele ruimte en ruimte voor onderwijskundige en functionele vernieuwing. Bij voorkeur zal deze locatie onder leiding staan van één schoolbestuur. Het is echter ook mogelijk dat twee schoolbesturen de locatie delen en samen gebruik maken van de aanwezige voorzieningen. De flexibiliteit wordt groter als de omvang van scholen toeneemt. De voorkeur gaat dan ook uit naar scholen met meer dan 8 groepen. In het huidige beleid is er in het basisonderwijs sprake van hoofd- en nevenvestiging. De hoofdvestiging kan worden gedefinieerd als het gebouw dat qua oppervlakte, indeling en bouwkundige staat het meest geschikt is om als enige gebouw voor een school dienst te doen en waarin de benodigde soorten voorzieningen (groepsruimten, speellokaal, nevenruimte e.a.) beschikbaar zijn. Een nevenvestiging is een deel van een school, dat op de plaats waar het onderwijs wordt gegeven voordat het een deel van de school werd, als zelfstandige school functioneerde. Ten aanzien van de gebouwstatus zijn er twee soorten: een hoofdgebouw of een dislocatie, leder gebouw niet zijnde het hoofdgebouw is dus een dislocatie ongeacht de ligging, nabij of ververwijderd van het hoofdgebouw.

7 Om het nieuwe beleid goed te kunnen beschrijven en toch aansluiting te blijven vinden bij de formele registratie van de gebouwen, worden de volgende termen ingevoerd: Een hoofdlocatie betreft één of meerdere terreinen met één of meerdere gebouwen waaronder het hoofdgebouw waar minimaal 8 groepen worden gehuisvest en waar de benodigde soorten voorzieningen (groepsruimten, speellokaal, nevenruimte e.a.) beschikbaar zijn. Een nevenlocatie betreft één of meerdere terreinen met één of meerdere gebouwen waaronder niet het hoofdgebouw, waar minimaal 8 groepen worden gehuisvest en waar de benodigde soorten voorzieningen (groepsruimten, speellokaal, nevenruimte e.a.) beschikbaar zijn. Uitgaande van bovenstaand beleid voor locaties voor minimaal 8 groepen, worden bestaande gebouwen door middel van ruimtelijke aanpassingen en eventueel uitbreiding geschikt gemaakt op basis van de onderbouwde aanvraag van de schoolbesturen. Onderwijskundige aanpassing wordt vooral gezocht in de beschikbaarheid van ruimtes voor het werken in kleine groepen en het verruimen van de werk- en vergaderruimte voor het personeel. Bij aanpassing en uitbreiding wordt rekening gehouden met de beschikbare (overmaat aan) ruimte. In de praktijk biedt een goede herschikking en bouwkundige aanpassing van de aanwezige ruimte vaak de mogelijkheid om de wensen te realiseren. De aanvragen voor uitbreiding en aanpassingen dienen in samenhang te worden gebracht met andere kwalitatieve bouwactiviteiten b.v. onderhoud. Bij nieuwbouw wordt in de normering het beschikbare aantal vierkante meters uitgebreid met de normering voor onderwijskundige vernieuwing zoals aangegeven in het voorstel van de VNG. Voor locaties die een geringere omvang hebben, is actief gezocht worden naar een (bouwkundige) oplossing bij de hoofdlocatie. In sommige gevallen zal gezien het beleid van spreiding van onderwijs op basis van denominatie of vanwege specifieke geografische ligging een uitzondering worden gemaakt. In het primair onderwijs speelt op dit moment ook nog het aantal gewichtenleerlingen een rol. In de uitwerkingsbrief toekomstig achterstandenbeleid van de minister van OCW d.d. 9 juli 2004 wordt hier expliciet op ingegaan. De minister geeft een andere verdeling van middelen aan. De berekeningswijze vraagt nog zoveel uitwerking dat de consequenties voor de huisvesting nog niet in beeld zijn. In situaties waarbij het huidige aantal gewichtenleerlingen een dominante rol speelt bij het bepalen van de toekomstige omvang van de huisvestingsbehoefte zal bij besluitvorming enige terughoudendheid worden betracht Voortgezet onderwijs Een groot gedeelte van de huisvestingsproblematiek van het voortgezet onderwijs wordt opgelost met de realisatie van het Leerpark. Daar zullen in ieder geval de beroepsgerichte leerwegen van het VMBO worden gehuisvest. Voor het Wartburgcollege wordt in de nabijheid van het Leerpark nieuwbouw gerealiseerd. Met betrekking tot de huisvesting van de theoretische leerweg is als gevolg van de fusie tussen het Stedelijk Dalton Lyceum en het Titus-Brandsmacollege besloten dat: de TL van het Insula College en van het Stedelijk Dalton Lyceum vooralsnog niet in het Leerpark wordt gevestigd; het hier om een fysieke en geen onderwijskundige scheiding gaat;

8 in onderwijskundig opzicht de TL deel uit blijft maken van het Leerpark; uiterlijk in 2010 een onderzoek afgerond is of en zo ja op welke wijze en onder welke voorwaarden de TL ook fysiek op het Leerpark gevestigd kan worden. Als gevolg van de genoemde fusie is aan het Stedelijk Dalton Lyceum en het Insula College gevraagd het onderwijskundig beleid van de TL op deze ontwikkeling af te stemmen. Voor het gehele AVO/VWO is uitgegaan van efficiënt ruimtegebruik. Door aanpassing en (beperkte)uitbreiding kan het aantal locaties worden verminderd. Zowel bij nieuwbouw als bij aanpassing en uitbreiding wordt rekening gehouden met onderwijskundige vernieuwing. Uitgangspunt daarbij is de leerlingtelling van In het kader van de discussie rondom de schaalverkleining in het Voortgezet Onderwijs wordt een vaste voet toegekend bij nevenvestigingen met meer dan 600 leerlingen. Dit beleid sluit aan op de toekenning van een vaste voet voor nevenvestigingen met spreidingsnoodzaak zoals vermeld in de verordening. De gemeente biedt de scholen voor voortgezet onderwijs in het IHP, in het kader van efficiënt ruimtegebruik en onderwijskundige vernieuwing, de mogelijkheid om de bestaande huisvesting aan te passen. Bij nevenvestigingen met meer dan 600 leerlingen wordt een vaste voet van 550 m 2 toegestaan. 3.3 Speciaal onderwijs op basis van de Wet op de Expertisecentra (WEC) In de WEC wordt onderscheid gemaakt in doelgroepen, verdeeld over 4 clusters: a. cluster 1: onderwijs aan visueel gehandicapte kinderen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met deze handicap, b. cluster 2: onderwijs aan dove kinderen, slechthorende kinderen en kinderen met ernstige spraakmoeilijkheden dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps, c. cluster 3: onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, lichamelijk gehandicapte kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met één van deze handicaps en d. cluster 4: onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten. Bij de invoering van de WEC heeft de Rijksoverheid aangegeven te streven naar een landelijk dekkend aanbod van onderwijsvoorzieningen voor de vier clusters. De wet biedt de mogelijkheid het onderwijsaanbod te complementeren door het omzetten van lesplaatsen naar een nevenvestiging en het creëren van nieuwe nevenvestigingen. De gemeente heeft deze mogelijkheid aangegrepen om in samenwerking met de diverse regionale expertisecentra te kijken welk aanbod in Dordrecht ontbreekt en welk aanbod versterking nodig heeft. Op dit moment is er voor cluster 1 nog onvoldoende vraag voor het vestigen van een lesplaats in Dordrecht. Voor cluster 2 biedt de gemeente reeds adequate huisvesting aan de Ammanschool. Binnen cluster 3 zijn de Dordtse Buitenschool, mytylschool De Vlij en de school voor zmlk De Blije Gaarde in de gemeente gehuisvest. Samen met het bestuur van deze scholen wordt naar huisvesting gezocht die aansluit bij de zich wijzigende ernstige (somatische (problematiek van deze groepen en de samenhang van voorzieningen voor deze scholen op (para)medisch terrein. Voor cluster 4 heeft de gemeente Dordrecht reeds meegewerkt aan het goedkeuren van het regionaal spreidingsplan. In de gemeente zijn De Kreek, De Steiger, De Lasenberg en Elios gehuisvest. Er is een verzoek ingediend voor huisvesting van de Parkschool als nevenvestiging van de Parkschool uit Alphen aan de Rijn.

9 De gemeente werkt actief mee aan het zorgen voor een goed onderwijsaanbod voor de diverse clusters in Dordrecht en de regio Drechtsteden. Met de schoolbesturen zal gewerkt worden aan adequate huisvesting zowel op korte als lange termijn. 3.4 Gymnastiekonderwijs Het aanbod van gymzalen zal veranderen als gevolg van aanpassing, uitbreiding en nieuwbouw van de scholen. Bij beoordeling van de noodzaak van een voorziening wordt gekeken naar andere voorzieningen in de omgeving gerealiseerd door verenigingen. Dit kan leiden tot optimalisatie van het gebruik van deze voorzieningen. Bij nieuwbouw zal ook de mogelijkheid van het realiseren van een spelzaal worden overwogen. Hierdoor ontstaat meer functionele ruimte. Tenslotte zal ook het te ontwikkelen beleid inzake bewegingsonderwijs worden betrokken bij de realisatie van de voorzieningen. De toename van het aantal leerlingen in cluster 4 met een hoge normering voor bewegingsonderwijs maakt een extra gymzaal noodzakelijk. De realisering van de voorzieningen voor gymnastiekonderwijs gebeurt in afstemming met de sector Sport en Recreatie. 4. Uitwerkingsparagraaf De inventarisatie die als nulmeting van de huisvestingsituatie per is gehouden (zie bijlage III) heeft een aantal knelpunten duidelijk gemaakt die nadere uitwerking vragen. In het onderstaande is uitgegaan van de verschillende aspecten van de inventarisatie. Algemene gegevens Het juridisch eigendom van de gebouwen in gebruik bij de Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht zal bij de verzelfstandiging moeten worden overgedragen. Dat geldt ook nog voor een aantal gebouwen van andere besturen. Voor zover van toepassing zal de juridische overdracht van gebouwen worden gerealiseerd voordat sprake is van uitbreiding en/ of aanpassing. Een opname van de bouwkundige staat is daarbij noodzakelijk. Bij sommige scholen is de omvang van de terreinen groter dan noodzakelijk. De gemeente zal een onderzoek doen naar deze overmaat en de mogelijkheden van (gemeentelijk) gebruik daarbij betrekken. Dit geldt ook voor openbaar groen dat in eigendom is van de scholen. De gemeente zal de overmaat aan buitenruimte en groen nader onderzoeken. Bij de overdracht van de verantwoordelijkheid van het Rijk naar de gemeente is er onduidelijkheid ontstaan over de regeling voor met name inrichting meubilair. Dit leidt tot verwarring over de hoeveelheid meubilair dat ter beschikking is van het schoolbestuur. De gemeente komt met een aparte notitie over dit onderwerp waarna de definitieve vaststelling van het beschikbare meubilair volgt. Bij de nieuwbouw van scholen dient rekening gehouden te worden met een fietsenstalling voor het personeel. Soms ontbreekt deze voorziening door een samenloop van omstandigheden (brand, criminaliteit). De verordening zal worden aangepast om deze voorziening toe te voegen bij gebouwen die gebouwd zijn voor 1997 (voor de decentralisatie).

10 Onderwijskundige en functionele aspecten Deze zijn integraal onderdeel van het IHP. Aspecten van veiligheid en gezondheid De inventarisatie heeft een aantal knelpunten in beeld gebracht. Door een aantal veranderingen in de regelgeving is inmiddels een gewijzigde situatie ontstaan b.v. ten aanzien van Arbo en legionella. Een aantal zaken is opgelost in het kader van voorzieningen wijziging wet en regelgeving zoals voorzieningen bij platte daken en plaatsing van CV ketels. Voor de veiligheidsbeglazing zal geen wijziging worden doorgevoerd. De gemeente blijft de normen van het bouwbesluit hanteren. Ten aanzien van maatregelen brandveiligheid geldt een aparte subsidieregeling. Op dit moment werkt de gemeente aan een Verordening Materiele Financiële Gelijkstelling. Daarin zullen specifieke zaken benoemd worden waarvoor vergoeding kan worden aangevraagd. Op dit moment is nog onduidelijk welke voorzieningen daar in ondergebracht worden en welke tot een aanpassing van de Verordening Huisvesting zouden moeten leiden. Het betreft onderwerpen als regeling voor gebruik en onderhoud historische gebouwen maar ook maatregelen in verband met veiligheid en bestrijding van vandalisme. Technische aspecten Er is duidelijk samenhang met het bovenstaande. De situatie van het onderhoud was in de achterliggende periode niet optimaal. Sinds de decentralisatie is er een verantwoordelijkheid voor gemeente en schoolbestuur. Deze worden geconcretiseerd in de meerjaren onderhoud planning (MOP). Het functioneren van de MOP behoeft dringend verbetering. De relatie met de verordening en het convenant MOP is te veel losgelaten. De totale verantwoordelijkheid voor het onderhoud in het voortgezet onderwijs zal met ingang van 2005 naar de schoolbesturen gaan. Op landelijk niveau is geen overeenstemming bereikt met het primair onderwijs over doordecentralisatie. De gemeente overweegt in het verlengde van het IHP afspraken te maken over het onderhoud. Daarbij zijn de inventarisatie en de plannen voor uitbreiding en aanpassing een goed uitgangspunt. De gemeente overweegt om ter verbetering van de technische kwaliteit, in situaties waar dat van belang is, een externe bouwkundige opname te laten maken op basis van vastgestelde criteria en beleidsuitgangspunten b.v. aanpassingen veiligheidsglas, mogelijkheden beperking energiekosten door dubbele beglazing. Gemeente en schoolbesturen streven er naar de mogelijkheden van onderhoud beter te benutten en in samenhang te bezien met andere voorzieningen. Bij gewenste vernieuwing en aanpassing wordt de beoogde kwaliteitsslag ten aanzien van de technische kwaliteit van het onderhoud meteen betrokken. In de overige gevallen wordt de beoogde kwaliteitsslag vanaf 2005 gekoppeld aan de (verbeterde) MOP. De procedure zal nadrukkelijker worden bezien bij de aanpassing van de Verordening Huisvesting.

11 2. Concept Integraal Huisvestingsplan Onderwijs

12 2. Concept Integraal Huisvestingsplan Onderwijs Algemene Uitgangspunten: Kwaliteitsimpuls via investering; Afspraken over het gehele IHP (package deal); Fasering in de uitvoering; Bedragen geraamd op basis van normbedragen/ leerlingenaantallen Primair Onderwijs Uitgangspunten: Spreiding denominaties over wijken: in iedere wijk in ieder geval protestants-christelijk en openbaar onderwijs. De onderstaande wijkindeling (l t/m IX) wordt gehanteerd; Norm minimale omvang locaties: gehele basisschool, zijnde groep 1 t/m 8 met gemiddelde groepsgrootte van 24; Dislocaties opheffen of brengen op minimum norm (zie boven); In samenhang voor meerdere scholen bouwen om meer flexibiliteit te bereiken bij wisselende aantallen; Afspraken over maximale populatie voor de scholen in stabiele wijken. Analyse per wijk Wijk l Binnenstad Stadswerven Bij de ontwikkeling van het gebied is een toename van het aantal inwoners voorzien van ongeveer personen bij een woningbestand van 1600 woningen. Gezien de aard van de woningen bedraagt het te verwachten leerlingenaantal uit het gebied in totaal ongeveer 200. Dit betekent dat de vraag naar onderwijs in de binnenstad (en directe omgeving) zal toenemen. De toename van de bevolking zal echter zeer gefaseerd verlopen. In de binnenstad zelf is bij de bestaande scholen vrijwel geen mogelijkheid voor uitbreiding. Het aantal nieuwe leerlingen zal onvoldoende zijn om tot de gewenste minimale omvang van een nieuwe basisschool te komen. Daarom is verplaatsing van een school de beste optie. Een school met voor een belangrijk deel een stedelijke functie biedt daarvoor de beste mogelijkheden. Bovendien moet er onderwijsinhoudelijk aansluiting zijn bij het concept voor het te ontwikkelen gebied. De Montessorischool sluit het beste aan bij bovengenoemde eisen. Naar deze openbare school kan ook worden verwezen als de capaciteit van de Statenschool volledig benut is. Voor het protestants-christelijk onderwijs kan verwezen worden naar de Regenboog aan de Noordendijk. Met de aanpassing van deze school zal hiermee rekening worden gehouden. Voor de Montessorischool is een omvang van groepen opgenomen, die mogelijk gefaseerd gerealiseerd wordt. IHP programma 2007: bouwvoorbereidingskrediet IHP programma 2008: nieuwbouw voor 10 groepen en 1 peuterspeelzaal/ BSO, op termijn uit te breiden tot 16 groepen

13 Binnenstad Statenschool (262 II.)' Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Op dit moment is de Statenschool in de Hofstraat nog de enige voorziening voor openbaar primair onderwijs in de binnenstad. De omvang van de school is door de geografische ligging beperkt. Binnen de school worden de mogelijkheden voor onderwijskundige aanpassing nog bekeken. De school zal met 10 groepen de maximale omvang hebben bereikt. Bij een grotere vraag naar openbaar onderwijs zal in de toekomst verwezen worden naar de Montessorischool op de Stadswerven. IHP programma 2005: aanpassing in kader van onderwijskundige vernieuwing School Vest (339 II.) Bestuur: Dordtse Schoolvereniging voor Basisonderwijs op Algemene Grondslag De school is nu nog gehuisvest op de Vest. Nieuwbouw voor 17 groepen is in voorbereiding op de Blekersdijk. De maximale omvang is daarmee bereikt. De school hanteert bij een groter aanbod een wachtlijst. In de nieuwbouw zal ook ruimte zijn voor een peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang. IHP programma 2005: nieuwbouw voor 17 groepen en 1 peuterspeelzaal De Horizon (222 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Deze school blijft in de huidige omvang gehandhaafd. Over compensatie voor onderwijskundige aanpassingen zal nader worden overlegd. Noordflank Mariaschool: (188 II.) Bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink Voor deze school is al tot uitbreiding/ aanpassing besloten. Deze wordt in 2004 gerealiseerd. Met deze aanpassing is de optimale situatie bereikt. Aanpassing programma 2004 : aanvullend krediet onderwijskundige vernieuwing Dr. H. Bavinckschool ( II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht De school is nu nog gehuisvest op twee locaties: aan de Museumstraat en aan de Singel. Het bestuur kiest voor een unilocatie aan de Singel. Uitgangspunt is de stabilisatie van het leerlingaantal op de huidige twee locaties (10 groepen). Vanwege de situering in het gebied wordt de realisatie integraal uitgewerkt in samenhang met de unilocatie voor het Johan de Witt gymnasium. IHP Programma 2005: nieuwbouw voor 10 groepen en 1 peuterspeelzaal/ BSO/ spelzaal (in combinatie met Johan de Witt-gymnasium) Leerlingenaantal van 1 september Bij de septembertelling zijn gegevens beschikbaar per locatie en per groep. Deze worden bij de oktobertelling niet verstrekt.

14 School Mühring (225 II.) Bestuur: Dordtse Schoolvereniging voor Basisonderwijs op Algemene Grondslag Deze school heeft met de uitbreiding die in 2004 gerealiseerd is, de maximale omvang van 10 groepen bereikt. Intern kan nog optimalisering van de beschikbare ruimte gerealiseerd worden mede in samenhang met de noodzakelijke aanpassing van de fundering en het herstel van de gevolgen van de schade aan de fundering. Wijk II Reeland Indische buurt / Vogelbuurt Noordhove ( II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Deze school gebruikt momenteel 2 locaties: de locatie Oranje Vrijstaatplein (204 II.), de locatie Vogelplein/ Sperwerstraat (119 II.). De locaties hebben verschillende populaties. De huidige huisvesting biedt door de aard van de gebouwen en de beschikbare ruimte onvoldoende mogelijkheden voor aanpassing aan de onderwijskundige vernieuwing. Het bestuur kiest voor een unilocatie waarin wel rekening kan worden gehouden met de noodzakelijke voorzieningen voor (onderwijskundige) vernieuwing. De mogelijkheid van een unilocatie aan de Reeweg (oude LTS) is onderzocht en deze kan benut worden, ook voor bredere voorzieningen (o.a. peuterspeelzaal en buitenschoolse opvang). Naar verwachting wordt met het ontwikkelen van de unilocatie een positieve stap gezet in het tegengaan van segregatie in het onderwijs. De situering van de locatie draagt bij aan een evenwichtige spreiding van onderwijsvoorzieningen voor primair onderwijs in het gebied. Er zal huisvesting ontwikkeld worden voor 16 groepen. IHP Programma 2005: ingebruikname voor 16 groepen en 2 peuterspeelzalen/ 2 speelzalen De Regenboog: locatie Noordendijk (233 II.), Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht De school heeft op de locatie Noordendijk een te groot aantal leerlingen voor de locatie. Daarom wordt nu gebruik gemaakt van de ruimte aan de Aalscholverstraat. Gezien het voorgestelde beleid is dit een onwenselijke situatie. Bij de locatie Noordendijk zal aanpassing en uitbreiding van het bestaande gebouw worden gerealiseerd. Mogelijk zal dit in fasen gebeuren waarbij rekening wordt gehouden met uitbreiding ten gevolge van de ontwikkeling van Stadswerven, de ontwikkeling van de Jagers- en Windhondenpolder en de eventuele (her)ontwikkeling van het gebied aan de Noordendijk. De aanpassingen ten behoeve van onderwijskundige vernieuwingen worden gelijktijdig met de uitbreiding gerealiseerd. Bij de aanpassing van de Regenboog zal ook de mogelijkheid van huisvesting van de peuterspeelzaal worden bezien. Overigens wordt ook nog de optie van nieuwbouw overwogen in het kader van de ontwikkelingsmogelijkheden van het gebied aan de Noordendijk na amovering van de schoolgebouwen in het gebied die in de komende tijd hun functie verliezen. IHP Programma 2005: onderwijskundige aanpassing/uitbreiding met 2 groepen IHP Programma 2008: uitbreiding met nog 2 groepen ( bij voldoende groei)

15 Land van Valk De Repe/aer / locatie Standhasenstraat (166 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht De school heeft op dit moment een te gering aantal leerlingen voor een zelfstandige locatie. Te verwachten is echter dat het aantal leerlingen toeneemt met name door de bouw van woningen bij het Leerpark. De school heeft op dit moment een locatie met te beperkte mogelijkheden voor aanpassing en heeft noodlokalen geplaatst. Hierin is ook een peuterspeelzaal gevestigd. De school geeft er de voorkeur aan om op de bestaande locatie te blijven. Met het bestuur is gesproken om te onderzoeken of binnen het bestaande casco of binnen de mogelijkheden van het gebied een oplossing gevonden kan worden voor de bouw van een school met een minimale omvang van 200 leerlingen. Bij ingrijpende aanpassing en/of nieuwbouw wordt rekening gehouden met het (op termijn) realiseren van 11 groepen. IHP Programma 2008: aanpassing/uitbreiding tot of nieuwbouw voor 11 groepen Wijk III Staart De geografische ligging en de sociologische kenmerken van het gebied, maken dat vooralsnog afgeweken wordt van de omvang van de scholen, zoals vermeld in de uitgangspunten bij dit IHP. Staart West Wantijschool / locatie Maasstraat (150II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht De school heeft een beperkte populatie en voldoende ruimte. Mogelijk kan een aantal SISvoorzieningen aan de school toegevoegd worden, waardoor zowel voor de wijk als voor de school een win-win situatie ontstaat. Staart Oost Wantijschool/ locatie Wielingenstraat f 67 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht De Regenboog / locatie Volkerakweg (112 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Beide scholen hebben een te beperkt aantal leerlingen om een volwaardige school met 8 groepen te vormen. Naar verwachting zal het gezamenlijke aantal leerlingen niet substantieel veranderen. Bij een gezamenlijke locatie zouden voorzieningen gerealiseerd kunnen worden die voor beiden beschikbaar kunnen zijn. Beide schoolbesturen zijn uitgenodigd om over de ontwikkelingen op de Staart Oost te praten. Dit heeft nog niet tot resultaat geleid maar het gesprek hierover zal worden voortgezet. In 2005 wordt in een fietsenstalling voor docenten voorzien. IHP Programma 2005: fietsenstalling Regenboog IHP Programma 2008: gezamenlijke aanpassing onderwijskundige vernieuwing

16 Wijk IV Oud Krispijn Krispijn Op dit moment zijn er 6 schoolgebouwen. Het leerlingenaantal in deze wijk loopt sterk terug, mede door de renovatie. Ook op langere termijn zal het aantal leerlingen lager blijven dan voor de renovatie door de definitieve afname van het aantal woningen en de komst van de Islamitische basisschool. De Meander/ locatie Patersweg (105II.) Mauveschool (142 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Mondriaan locatie B. Toussaintstraat (118 II.) en locatie Jacob Marisstraat (96 II NT2) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Al enige tijd wordt een multifunctionele accommodatie voorbereid waarin onderwijs een belangrijke participant is. Over de huisvesting van de scholen is met de schoolbesturen uitvoerig gesproken. Absolute voorrang heeft de optimalisatie van de mogelijkheden van de multifunctionele accommodatie voor het reguliere onderwijs. De huidige Meander/ locatie Patersweg, de huidige Mauveschool en Mondriaan zullen naar verwachting op termijn geheel gehuisvest kunnen worden in de MFA. Daarmee komt de nieuwe locatie voor de Meander in Krispijn, waartoe eerder besloten was, te vervallen. Uitgegaan wordt van in totaal 24 reguliere onderwijsgroepen. IHP Programma 2006: uitbreiding MFA tot 24 groepen Prins Bernhardschool (270 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Deze school, op de grens van Oud Krispijn, heeft de laatste jaren een groei doorgemaakt. Met de gewenste uitbreiding van twee lokalen wordt de maximale omvang bereikt. De voorzieningen voor onderwijskundige vernieuwing zullen in relatie daarmee beoordeeld worden. In verband met logistieke problemen wordt tot de MFA Krispijn is gerealiseerd, voor de tussenliggende periode verwezen naar een alternatieve locatie. IHP Programma 2007: afhankelijk van de leerlingtelling 1/10/2006 uitbreiding met 2 groepen; Pius X school (178II.), fuseert per met Satelliet in de wijk Sterrenburg Bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink Bij deze school wordt een uitbreiding gerealiseerd. Op dit moment is hiermee voldoende mogelijkheid om de extra ruimtevraag in verband met onderwijskundige aanpassingen intern te realiseren. Indien in de toekomst ruimte nodig is om de toename van het aantal groepen te huisvesten, zullen intern alsnog aanpassingen voor onderwijskundige vernieuwing worden gerealiseerd. IHP Programma 2008: aanpassing onderwijskundige vernieuwing (bij voldoende groei)

17 Nieuw Krispijn Prinses Julianaschool (307 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Vanwege de groei van de school zullen twee groepen worden gerealiseerd en daarmee zal de school de gewenste omvang (14 groepen) bereiken. De voorzieningen voor onderwijskundige vernieuwing zullen in relatie met deze uitbreiding beoordeeld worden. IHP Programma 2005: aanpassing/uitbreiding voor 2 groepen Weizigtschool (253 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Deze school is na de recente uitbreiding op de gewenste omvang en de onderwijskundige ruimtelijke aanpassing is vrijwel bereikt. Er zal nog een beperkte aanpassing ter afronding worden gerealiseerd. IHP Programma 2005: beperkte aanvulling onderwijskundige vernieuwing Wijk V Stadspolder Stadspolders / Oudelandshoek Oranje Nassauschool (382 H) Bestuur: Vereniging "Een Schoof met de Bijbel" De Griffioen (400II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Beide scholen hebben een dislocatie met een niet evenwichtige verdeling van leerlingen. Beide zijn al dicht bij elkaar gehuisvest. De gebouwen aan het M. Krüsemanerf verkeren in slechte staat. De besturen opteren voor een unilocatie in het gebied. Uitgegaan wordt van het realiseren van gezamenlijke huisvesting voor beide scholen in het complex Stadspolders. IHP Programma 2007: aanpassing en uitbreiding unilocatie Oranje Nassauschool en De Griffioen Oudelandshoek De Bever (542 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Johan Frisoschool (809 II.) Bestuur: Vereniging "Een School met de Bijbel" De beide schoolbesturen opteren voor een aanpassing bij de Chico Mendesring 188/196. Zij zullen een gezamenlijk plan indienen waarbij rekening wordt gehouden met vervanging van noodlokalen en de noodzakelijke uitbreiding door het opheffen van de dislocatie aan het V.d. Broekerf. De uitbreiding wordt wel gerelateerd aan een geleidelijke daling van het totale aantal kinderen in de wijk. Er wordt voorlopig uitgegaan van een uitbreiding met 8 groepen aan de permanente gebouwen. IHP Programma 2005: aanpassing en uitbreiding De Bever en Johan Frisoschool met 8 groepen

18 Vissershoek Geert Groote (627 II.) Bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink Het bestuur heeft plannen ingediend voor vernieuwing en aanpassing aan het hoofdgebouw en het gebruik van de ruimte aan het V.d. Broekerf 24 (de huidige dislocatie van De Bever). Dit is noodzakelijk omdat de noodlokalen niet meer voldoen aan de kwaliteitseisen. De plannen zijn overgenomen in het IHP. Hierbij is ook rekening gehouden met onderwijskundige aanpassing en het realiseren van een peuterspeelzaal. IHP Programma 2005: aanpassing en uitbreiding gebouw tot 22 groepen waarbinnen ruime zal ontstaan voor een peuterspeelzaal Wijk VII Wielwijk Crabbehof / Wielwijk DeAlbatros (201 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht De Meander / locatie Douwe Aukestraat (96 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Er is reeds een accommodatie in voorbereiding waarin beide scholen, in het totaal 17 groepen, worden gehuisvest. Hierbij wordt een aantal voorzieningen voor gezamenlijk gebruik opgenomen. Omdat dit de enige protestants-christelijke voorziening in de wijk is, wordt een uitzondering op het beleid gemaakt en deze locatie van De Meander gehandhaafd in de huidige omvang. IHP Programma 2005: nieuwbouw voor 17 groepen en peuterspeelzaal (voor De Albatros en De Meander) John. F. Kennedyschool, locatie Zuidendijk (219 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Voor deze school zal binnen een aantal jaren, gezien de situatie van de gebouwen en de noodlokalen, een andere voorziening moeten komen. Dat kan door nieuwbouw op de huidige locatie, maar uitbreiding (richting het park) is niet mogelijk. De mogelijkheden van een andere locatie worden ook bekeken. IHP Programma 2008: bouwvoorbereidingskrediet IHP Programma 2009: vervangende nieuwbouw voor 9 groepen/ peuterspeelzaal Crabbehof/Zuidhoven Montessorischool (208 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Voorzien is om de school te verplaatsen naar de Stadswerven (zie wijk l Binnenstad). John. F. Kennedyschool/ locatie Bosstraat (170 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Deze school opteert voor voorzieningen in het kader van SiS. In de periode waarop het IHP betrekking heeft, worden geen veranderingen in de huisvesting voorzien.

19 Don Boscoschool (181 II.) Bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink Het leerlingaantal blijft achter bij de prognoses. Er worden beperkte aanpassingen in het kader van onderwijskundige vernieuwing gerealiseerd. Wanneer het leerlingaantal weer aantrekt, zullen verdere voorzieningen worden gerealiseerd. IHP Programma 2005: beperkte onderwijskundige aanpassing IHP Programma 2008: aanvullende onderwijskundige aanpassing (bij voldoende groei) Wijk VIII Sterrenburg l Sterrenburg John. F. Kennedyschool / locatie Eddingtonweg (149 II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Op dit moment is er voldoende ruimte. In deze IHP periode zijn er verder geen plannen. In de toekomst kan de ontwikkeling van het hele gebied wellicht nieuwe mogelijkheden bieden. Gestreefd wordt naar een volledige school. De Repelaer/ locatie Eddingtonweg (86II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Vanwege de ligging van de locatie en mede in het kader van de spreiding van protestantschristelijk onderwijs wordt de positie van deze locatie (voorlopig) gehandhaafd. Gezien de beperkte populatie worden voorlopig geen voorzieningen gerealiseerd. De mogelijkheid om voor beide scholen gezamenlijk voorzieningen te realiseren wordt in overleg met de schoolbesturen nader bezien. Hiervoor is onderstaand bedrag bestemd. IHP Programma 2008: aanpassing onderwijskundige vernieuwing Sterrenburg II De Driehoek (340II.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Zowel voor de locatie Driehoek als voor de Grote Hondring is uitbreiding en renovatie aangevraagd in het kader van aanpassing onderwijskundige vernieuwing. Het aantal leerlingen loopt echter terug. Hierdoor is er op dit moment voldoende ruimte binnen de school. Bij het aantrekken van het leerlingaantal kunnen aanpassingen worden gerealiseerd. IHP Programma 2008: aanpassing onderwijskundige vernieuwing (bij voldoende groei) De Sterrekijker (364 H.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Deze school is recent aangepast aan de gewenste omvang en wensen voor onderwijskundige vernieuwingen.

20 Sterrenburg III De Meridiaan (231 II. l Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht Voor de Meridiaan is verzocht om uitbreiding en onderwijskundige aanpassing. De school groeit mede door het specifieke karakter (Dalton). Het bestuur heeft een aangepaste leerlingenprognose overlegd. Voorlopig wordt uitbreiding met 1 groep en onderwijskundige aanpassing gerealiseerd. IHP Programma 2005: aanpassing en uitbreiding voor 1 groep en onderwijskundige vernieuwing De Keerkring (26011.) Bestuur: Bestuurscommissie Openbaar Primair Onderwijs Dordrecht De onderwijskundige aanpassingen voor de Keerkring zullen in relatie tot het (verwachte) aantal leerlingen worden bezien. Voorlopig is er voldoende ruimte. IHP Programma 2008: aanpassing onderwijskundige vernieuwing (bij voldoende groei) De Satelliet (115 II.) Bestuur: Stichting Katholiek Onderwijs Bernardus Alfrink De Satelliet gaat als gevolg van het gestaag teruglopend leerlingaantal per een fusie aan met Pius X. Men wil het leerlingaantal weer terugbrengen op het oorspronkelijke niveau en dan voorzieningen aanvragen voor onderwijskundige vernieuwingen. IHP Programma 2008: aanpassing onderwijskundige vernieuwing (bij voldoende groei) Het Kristal (328II.) locatie Heimerstein (184 II.), locatie Zuilenburg (147 II.) Bestuur: Stichting Protestants-Christelijk Onderwijs Dordrecht Het bestuur heeft zelf met een aantal beperkte ingrepen voorzieningen gecreëerd. De huidige aanvragen voor onderwijskundige aanpassingen worden, in relatie met de door het bestuur gerealiseerde voorzieningen, beoordeeld. Tevens wordt in een fietsenstalling voor docenten voorzien. IHP Programma 2005: vergoeding/realisatie aanpassingen onderwijskundige vernieuwing Wijk IX Dubbeldam Dubbeldam Gezien de beperkte mogelijkheden in het gebied en de (verkeers-) druk op het gebied rond de Van Schendelstraat is de situatie van de scholen in dit gebied in samenhang bekeken. Er zijn geen mogelijkheden om in dit gebied nieuwbouw te realiseren zonder grote infrastructurele maatregelen en het (deels) verwijderen van bestaande gebouwen. Deze mogelijkheid kan wellicht in de toekomst nader worden onderzocht en nieuwe perspectieven bieden voor de langere termijn. Verder beziet de gemeente de ontwikkelingen in Dubbeldam in samenhang met de mogelijke ontwikkelingen in de Zuidpolder. Deze zullen echter nog niet op korte termijn worden ingevuld. Voor de komende tien jaar zal de huidige situatie uitgangspunt zijn. Om tot een efficiënte inzet van ruimte en middelen te komen ziet het IHP voor Dubbeldam er als volgt uit.