Onderzoeksrapport. Het effect van het opsporingsonderzoek in hennepzaken op de ontneming

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Onderzoeksrapport. Het effect van het opsporingsonderzoek in hennepzaken op de ontneming"

Transcriptie

1 Onderzoeksrapport Het effect van het opsporingsonderzoek in hennepzaken op de ontneming Auteur: Kevin Buijs Studentnummer: Opleiding: HVA - Rechten Praktijkbegeleider: J.H.M. van Leijen Docentbegeleider: R. Benevento

2 Voorwoord Sinds maart 2009 ben ik werkzaam als adjunct parketsecretaris op het gebied van de ontnemingswetgeving bij het Arrondissementsparket Amsterdam. In deze hoedanigheid kom ik veelvuldig in aanraking met zowel het opsporingsonderzoek als de afdoening van hennepzaken. Tevens bezoek ik regelmatig terechtzittingen, waarbij hennepzaken door de rechter worden gevonnist. Gedurende het afgelopen jaar is mijn interesse in de ontnemingswetgeving nog meer toegenomen. Een onderwerp voor mijn afstudeerdossier was dan ook snel gevonden. De combinatie van de ontnemingswetgeving en de hennepzaak spreekt mij enorm aan. Graag wil ik van de gelegenheid gebruik maken om de volgende personen te bedanken, voor het behulpzaam zijn en het begeleiden bij het schrijven van mijn afstudeeronderzoek. Praktijkbegeleider Jos van Leijen voor het begeleiden bij mijn onderzoek. Afstudeerbegeleider Rocco Benevento voor de feedback op de verschillende deelvragen en afstudeerdossier in zijn geheel. Officier van justitie Martine Boheur voor het aandragen en geven van feedback op de verweren. Uiteraard wens ik de lezer veel plezier toe met het lezen van het afstudeeronderzoek. 2

3 Inhoudsopgave Verklarende woordenlijst... 4 Lijst met afkortingen... 5 Inleiding... 6 H.1. Wettelijk kader ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel Begrip ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel Hoofdlijnen van de ontnemingsmaatregel Wettelijke basis Gronden van voordeelontneming Strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) Berekeningsmethoden Voordeelsberekening per delict Voordeelsberekening per periode Conservatoir beslag Executie Verminderingsverzoek Lijfsdwang Deelconclusie H.2. Het opsporingsonderzoek in hennepzaken Aanleiding start onderzoek Redelijk vermoeden van schuld Het onderzoek in de kwekerij Ontruiming van de plantage en inschakelen NUON Buurtonderzoek Verhoor verdachte Onderzoek naar (conservatoir) beslag Opstellen financieel rapport Deelconclusie H.3. Invloed van conservatoir beslag Begrip conservatoir beslag Wettelijk kader Invloed conservatoir beslag Deelconclusie H.4. Knelpunten huidige wijze van opsporen Resultaten hennepzaken parket Amsterdam januari 2008 juni Knelpunten Verweren ter zitting Deelconclusie Literatuurlijst Beroepsproduct Bijlage

4 Verklarende woordenlijst Conservatoir beslag Situatie waarbij zaken tijdelijk uit de macht van de eigenaar zijn onttrokken in afwachting van een vonnis, zodat de beslaglegger daarop verhaal kan nemen. Draagkracht De vraag in hoeverre de verdachte / veroordeelde kan voldoen aan een op te leggen ontnemingsmaatregel. Hennepzaak Een strafzaak waarbij sprake is overtreding van art. 3/B Opiumwet, oftewel het telen van hennep. Ontnemingsvordering Vordering van het Openbaar Ministerie om tijdens of na een strafproces het financiële voordeel te ontnemen dat een persoon heeft verkregen door het plegen van een strafbaar feit. Schikking Minnelijke oplossing van het geschil, zonder dat er een gerechtelijke uitspraak is geweest. Een schikking is meestal het gevolg van onderhandelingen tussen partijen, waarbij water bij de wijn wordt gedaan. Soortgelijk feit Een feit dat tot dezelfde delictscategorie behoort als het feit dat ten laste is gelegd Vervreemden Verkopen Wederrechtelijk verkregen voordeel Geld of goederen die verkregen zijn door criminele activiteiten. Zekerheidstelling Door middel van een zekerheidsstelling wordt de verdachte in de gelegenheid gesteld om bijvoorbeeld zijn in beslag genomen voertuig terug te kopen. De opbrengst wordt dan op een rekening van het BOOM gestort, ter voldoening van een op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel. 4

5 Lijst met afkortingen BOOM Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie BKR Bureau Krediet Registratie CEBES Conservatoir en Executoriaal Beslag Systeem CJIB Centraal Justitieel Incasso Bureau EVRM Europees Verdrag tot bescherming voor de Rechten van het Mens FEPP Financieel Expert Platform Politie NND Nationaal Netwerk Drugsexpertise NRI Nationaal Recherche Informatie NUON Nu of Nooit MOT melding Melding Ongebruikelijke Transacties SEON Sociaal Economisch Overlegorgaan Noord-Holland SFO Strafrechtelijk Financieel Onderzoek Sr - Strafrecht Sv - Strafvordering 5

6 Inleiding De laatste jaren is het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel vaak in het nieuws geweest. Het Arrondissementsparket Amsterdam maakt veelvuldig gebruik van het toepassen van de ontnemingswetgeving. Er zijn steeds meer wettelijke bevoegdheden bijgekomen waardoor het afnemen van het wederrechtelijk verkregen voordeel simpeler en doeltreffender zou moeten worden. Een groot percentage van de ontnemingszaken betreffen die op het gebied van hennepteelt. De verbalisant maakt een financiële rapportage op en daaruit volgt vervolgens een schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Uit gegevens van het parket is inmiddels gebleken dat er maar een klein deel van het door de verbalisant berekende voordeel ook daadwerkelijk als ontnemingsmaatregel wordt opgelegd door de rechter. Dit kan meerdere factoren als oorzaak hebben, maar in veel gevallen heeft het te maken met een gebrekkig opsporingsonderzoek. De doelstelling van het onderzoek heeft vooral betrekking op de beantwoording van de centrale vraag, namelijk wat is een effectieve wijze van opsporen in hennepzaken en wat is hiervan de invloed op de ontneming? Dit onderzoek zal dan ook vooral gaan over het opsporingsonderzoek in hennepzaken. Hierbij zullen tevens onderwerpen als de verschillende berekeningsmethoden worden besproken. Met dit onderzoek wordt getracht te bereiken dat de opstellers van financiële rapportages en verbalisanten, die te maken hebben met het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel in hennepzaken, zich meer bewust worden van de wijze waarop een gedegen opsporingsonderzoek dient te geschieden, om zodoende te kunnen bijdragen aan een positief effect op de afneemresultaten in hennepzaken. De volgende deelvragen zullen aan bod komen: - Welke wettelijke instrumenten heeft het Openbaar Ministerie om wederrechtelijk verkregen voordeel in hennepzaken te ontnemen? (H.1) - Hoe gaat het opsporingsonderzoek in hennepzaken in zijn werk? (H.2) - Wat is de invloed van het leggen van conservatoir beslag op de ontneming? (H.3) - Welke knelpunten zijn te benoemen met betrekking tot de huidige wijze van opsporen in hennepzaken? (H.4) In hoofdstuk 5 zal ik een conclusie trekken en daarbij de nodige aanbevelingen doen. Om ervoor te zorgen dat het onderzoek niet te groot wordt heb ik mij beperkt tot de hennepzaken welke bij het parket Amsterdam draaien. Het zal gaan om politierechterzaken. Dit zijn zaken waarin de politierechter een uitspraak doet in een bepaalde hennepzaak. Onder hennepzaak wordt verstaan een strafzaak waarbij een natuurlijk persoon voor de rechter wordt gedaagd door de officier van justitie voor een strafbaar feit, namelijk het telen van hennep ex. art. 3 Opiumwet. Daar waar ik een analyse opstel van afneemresultaten in deze zaken dan zal dit de periode januari 2008 tot juli 2009 beslaan. 6

7 H.1. Wettelijk kader ontnemen wederrechtelijk verkregen voordeel In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de vraag welke wettelijke instrumenten het Openbaar Ministerie heeft om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. De onderwerpen welke aan bod zullen komen zijn: - begrip ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel - hoofdlijnen van de ontnemingsmaatregel - wettelijke basis - gronden van voordeelontneming - het Strafrechtelijk Financieel Onderzoek - verschillende berekeningsmethoden - conservatoir beslag - executie - verminderingsverzoek - lijfsdwang 1.1. Begrip ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel De huidige ontnemingswetgeving is per 1 maart 1993 in werking getreden. Ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden omschreven als het afnemen van winsten welke zijn verkregen uit strafbare feiten. Een voorbeeld is de situatie waarin iemand hennep in zijn of haar woning kweekt, vervolgens deze hennep verkoopt aan een derde en hier vervolgens geld mee verdient. Het Openbaar Ministerie kan vervolgens in aansluiting op een strafvervolging door middel van het aanhangig maken van een ontnemingsvordering het genoten voordeel bij de verdachte ontnemen. De ontnemingsmaatregel beoogt misdadigers te ontdoen van het geld dat zij met hun misdaden hebben verdiend. De grondslag van de ontnemingsmaatregel is volgens Borgers gelegen in de fundamentele rechtvaardigheidsgedachte dat misdaad niet behoort te lonen. Door de ontneming van het misdaadgeld wordt rechtsherstel bewerkstelligd doordat aan de misdadiger wordt ontnomen wat hem niet toekomt Hoofdlijnen van de ontnemingsmaatregel Een ontnemingsmaatregel is gericht op herstel van de rechtmatige toestand in financiële zin. 2 Iemand die een strafbaar feit heeft begaan en hiermee voordeel heeft genoten dient te worden teruggebracht in de positie die hij zou hebben gehad als hij het strafbare feit niet zou hebben gepleegd. De ontnemingsprocedure is als het ware een logisch onderdeel van strafvervolging. De strafzaak en de ontnemingszaak hangen nauw samen. Het opleggen van een ontnemingsmaatregel is immers alleen maar mogelijk indien er sprake is van een strafrechtelijke veroordeling. Een ingesteld hoger beroep tegen het strafvonnis heeft in beginsel geen invloed heeft op de ontnemingszaak. Het kan natuurlijk wel zo zijn dat er een volledige vrijspraak volgt in de strafzaak. In dat geval vervalt de opgelegde ontnemingsmaatregel van rechtswege (art. 511i Sv). 1 M.J. Borgers, Een onderzoek naar het karakter en de voorwaarden tot oplegging van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (art 36e Wetboek van Strafrecht).Boom Juridische uitgevers, Den Haag TK , , nr.3 (MvT), p.7 e.v., p.55. 7

8 1.3. Wettelijke basis Om te kunnen ontnemen dient in ieder geval sprake te zijn van wederrechtelijk verkregen voordeel. Daarnaast dient er een veroordeling te zijn in de onderliggende strafzaak. Het moet gaan om een veroordeling ter zake van een strafbaar feit om op grond van art. 36e van het Wetboek van Strafrecht te kunnen ontnemen. Bijvoorbeeld in het geval bij een veroordeling voor het telen van hennep ingevolge art. 3/B Opiumwet. Art. 36e Sr voorziet in de mogelijkheid om uit dit strafbare feit wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen. Art. 36e Wetboek van Strafrecht 1. Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een strafbaar feit de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel. 2. De verplichting kan worden opgelegd aan de in het eerste lid bedoelde persoon die voordeel heeft verkregen door middel van of uit de baten van het daar bedoelde strafbare feit of soortgelijke feiten of feiten waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door hem zijn begaan. 3. Op vordering van het openbaar ministerie kan bij een afzonderlijke rechterlijke beslissing aan degene die is veroordeeld wegens een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd, en tegen wie als verdachte van dat misdrijf een strafrechtelijk financieel onderzoek is ingesteld, de verplichting worden opgelegd tot betaling van een geldbedrag aan de staat ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, indien gelet op dat onderzoek aannemelijk is dat ook dat feit of andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat de veroordeelde wederrechtelijk voordeel heeft verkregen. 4. De rechter stelt het bedrag vast waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat. Onder voordeel is de besparing van kosten begrepen. De waarde van voorwerpen die door de rechter tot het wederrechtelijk verkregen voordeel worden gerekend, kan worden geschat op de marktwaarde op het tijdstip van de beslissing of door verwijzing naar de bij openbare verkoop te behalen opbrengst, indien verhaal moet worden genomen. De rechter kan het te betalen bedrag lager vaststellen dan het geschatte voordeel. Op het gemotiveerde verzoek van de verdachte of veroordeelde kan de rechter, indien de huidige en de redelijkerwijs te verwachten toekomstige draagkracht van de verdachte of veroordeelde niet toereikend zullen zijn om het te betalen bedrag te voldoen, bij de vaststelling van het te betalen bedrag daarmee rekening houden. Bij het ontbreken van zodanig verzoek kan de rechter ambtshalve of op vordering van de officier van justitie deze bevoegdheid toepassen. 8

9 Er zijn vier gevallen te onderscheiden waarin de ontnemingsmaatregel toepasbaar is. Hiermee wil ik de relatie tussen de leden 1 t/m 3 benoemen. Lid 2 formuleert in aansluiting op lid 1 drie verschillende soorten feiten die tot de ontnemingsmaatregel kunnen leiden. Lid 3 maakt zelfstandig de ontnemingsmaatregel voor een vierde soort feit mogelijk. Voor elk van die vier soorten feiten geldt de voorwaarde dat de betrokkene voor het ten laste gelegde en bewezen verklaarde delict (gronddelict) is veroordeeld. Dit gronddelict is in lid 2 jo. lid 1 een misdrijf of een overtreding en in lid 3 een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Hierna noem ik de vier soorten feiten waaruit ontneming kan plaatsvinden. Gronddelict (lid 2 jo. lid 1) De ontnemingsmaatregel kan rechtstreeks betrekking hebben op het (ten laste gelegde en bewezen verklaarde) gronddelict indien daaruit wederrechtelijk verkregen voordeel is verkregen. Soortgelijke feiten (lid 2) Indien voldaan is aan de algemene voorwaarde dat sprake is van veroordeling van het gronddelict in de strafzaak kan de ontnemingsmaatregel zich ook uitstrekken over soortgelijke feiten. Hier gaat het om feiten die niet betrokken zijn in de bewezenverklaring en de veroordeling in de strafzaak, maar waaromtrent in de ontnemingsprocedure wel voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de verdachte zijn begaan. Feiten waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd (lid 2) Indien voldaan is aan het vereiste van veroordeling voor het gronddelict, kan de ontnemingsmaatregel ook worden toegepast naar aanleiding van feiten waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd en waaromtrent voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door de betrokkene zijn begaan. Dat feit of andere strafbare feiten dan het grondmisdrijf (lid 3) Bij afzonderlijke rechterlijke beslissing kan aan degene die is veroordeeld wegens een misdrijf, waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd en tegen wie als verdachte van dat misdrijf een SFO 3 is ingesteld, de verplichting worden opgelegd tot betaling van het vastgestelde ontnemingsbedrag. Lid 3 is vooral opgenomen met het oog op de bedoelde andere strafbare feiten. Met betrekking daartoe is deze bepaling het meest verstrekkende onderdeel van de ontnemingswetgeving. Is de betrokkene wegens een misdrijf veroordeeld, dan kan hem immers de ontnemingsmaatregel worden opgelegd, niet alleen voor het wederrechtelijk voordeel dat hij uit dat misdrijf of eventuele soortgelijke misdrijven heeft verkregen, maar ook voor enigerlei andere wederrechtelijke verrijking, hoe en wanneer ook verkregen. 4 Wanneer de rechter een ontnemingsmaatregel oplegt dan dient hij twee beslissingen te nemen. Enerzijds dient hij het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat vast te stellen. Anderzijds dient hij het bedrag dat de veroordeelde aan de Staat moet betalen ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel te bepalen. Op basis van art. 36e lid 4 Sr kan de rechter de betalingsverplichting lager vaststellen dan het bedrag waarop het voordeel wordt geschat. 3 Zie par Hofstee, Strafrecht: tekst en commentaar, zesde druk, Deventer: Kluwer

10 1.4. Wijzen van voordeelsberekening In de vorige paragraaf werd al besproken dat een ontnemingsvordering gebaseerd kan zijn op art. 36e lid 1 t/m 3 Sr. Op grond van lid 2 kan het voordeel worden ontnomen dat de veroordeeld heeft verkregen door middel of uit de baten van het strafbare feit, waarvoor hij is veroordeeld, en/of uit daaraan soortgelijke feiten en/of uit feiten waarvoor een geldboete van de vijfde geldboetecategorie kan worden opgelegd. In de ontnemingszaak kunnen dus feiten worden betrokken waarvoor de verdachte niet is veroordeeld. Dit is op zichzelf genomen bijzonder nu deze feiten dus wel meegenomen worden bij de bepaling van een sanctie. Ten aanzien van deze feiten geldt het vereiste dat er naar het oordeel van de rechter voldoende aanwijzingen bestaan dat zij door betrokkene zijn begaan. Art. 36e lid 2 Sr Aan de hand van een voorbeeld geef ik aan wat met een soortgelijk feit wordt bedoeld. Verdachte X is veroordeeld voor het op 1 juni 2009 voorhanden hebben / telen van hennep. Indien door de officier van justitie voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat verdachte in de periode voorafgaande aan 1 juni 2009 hennep heeft verkocht, dan kan op basis van een soortgelijk feit het voordeel worden ontnomen. Een soortgelijk feit kan aldus worden omschreven als een feit die tot dezelfde delictscategorie behoort als het feit dat ten laste is gelegd. 5 Voorts dient het soortgelijke feit hetzelfde concrete achterliggende belang te beschermen als het feit ten aanzien waarvan een veroordeling werd uitgesproken. De uiteindelijke en concrete invulling van het begrip soortgelijke feiten, laat de wetgever met zoveel woorden aan de rechter over. 6 Art. 36e lid 3 Sr Op grond van art. 36e lid 3 Sr kan het voordeel worden ontnomen door middel van of uit de baten van een misdrijf van de vijfde geldboetecategorie waarvoor hij is veroordeeld, en/of voordeel uit andere feiten waarvan aannemelijk is dat zij voor betrokkene voordeel hebben opgeleverd. Het is hierbij niet vereist dat het misdrijf waarvoor de verdenking bestond om het Strafrechtelijk Financieel Onderzoek (SFO) te openen, zelf ook voordeel moet hebben opgeleverd. Wanneer sprake is van aanwijzingen dat ook andere strafbare feiten er op enigerlei wijze toe hebben geleid dat betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel heeft verkregen, kan het voordeel uit deze feiten worden ontnomen. Aan een verdachte kan bijvoorbeeld het telen van hennep (art. 3/B OW) ten laste worden gelegd. Uit het financiële onderzoek volgt dat verdachte in de periode voorafgaande aan het strafbare feit over onverklaarbaar vermogen beschikt. Verdachte heeft bijvoorbeeld een dure auto op zijn naam staan, terwijl hij moet rondkomen van een uitkering en verder niet over aantoonbaar vermogen beschikt. Door middel van bijvoorbeeld een kasopstelling 7 kan op basis van art. 36e lid 3 Sr het onverklaarbare vermogen bij de verdachte worden ontnomen. Het gaat hier dan om zogeheten andere feiten, waarbij het in dit geval niet duidelijk is om welke concrete strafbare feiten het gaat. In art. 36e lid 3 Sr wordt de meest ruime vorm van modelberekening beschreven. Hierbij wordt de directe koppeling tussen feiten en berekening losgelaten. 5 M.A.H. Kempen, Bewijs in ontnemingsprocedures, Deventer: Kluwer TK, , nr.3 p Zie par

11 Resumerend kan worden gesteld dat bij ontneming op grond van lid 2 een directere relatie tussen het feit en het voordeel bestaat. Het voordeel moet bij de ontneming in lid 2 teruggevoerd kunnen worden op afzonderlijke feiten die tot de verkrijging hebben geleid. Bij lid 3 is het niet vereist dat de strafbare feiten die tot voordeelsverkrijging hebben geleid, door de verdachte als strafbare dader of deelnemer zijn gepleegd. De rechter kijkt alleen of strafbare feiten hebben geleid tot het verkrijgen van voordeel door de veroordeelde. Deze feiten hoeven dan ook niet in de tenlastelegging te worden opgenomen Strafrechtelijk financieel onderzoek (SFO) Het SFO heeft tot doel de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel te onderzoeken met het oog op de ontneming daarvan. 8 Het onderzoek kan zich bijvoorbeeld richten op de omvang van het wederrechtelijk verkregen voordeel, maar ook op hetgeen de verdachte met dat voordeel heeft gedaan. Er zijn een aantal voorwaarden om een SFO te kunnen instellen. Zo dient er sprake te zijn van een verdenking van een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. Tevens moet er daardoor een op geld waardeerbaar voordeel van enig belang kunnen zijn verkregen. Het SFO staat onder leiding en verantwoordelijkheid van de officier van justitie. Op basis van art.126 lid 3 Sv dient het SFO te worden ingesteld krachtens een met redenen omklede machtiging van de rechter-commissaris, op vordering van de officier van justitie. Gegevens uit het SFO kunnen als bewijs in de strafzaak worden gebruikt. 9 Tijdens het SFO kunnen dwangmiddelen worden toegepast. De voornaamste zijn: leggen / handhaven conservatoir beslag (waarover in hoofdstuk 3 meer), de doorzoeking, het oproepen en doen medebrengen van getuigen voor verhoor etc. Wanneer bijvoorbeeld plaatsen worden doorzocht op basis van het SFO dan wordt de rechter-commissaris ingeschakeld Berekeningsmethoden De officier van justitie kan gebruik maken van verschillende berekeningsmethoden om tot het ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel te komen. Hierbij merk ik op dat een dergelijke berekening in veel gevallen geschiedt door een verbalisant, waarna deze wordt gecontroleerd door een financieel rechercheur. De berekeningsmethoden zijn de voordeelsberekening per delict (art. 36e lid 2 Sr) en per periode (art. 36e lid 3 Sr) In de volgende paragrafen worden beide methoden besproken Voordeelsberekening per delict De voordeelsberekening per delict, oftewel per concreet aangeduid feit, wordt gebruikt bij de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel op basis van art. 36e lid 2 Sr. Het uitgangspunt voor de bepaling van het wederrechtelijk verkregen voordeel is het voordeel dat de betrokkene in de concrete omstandigheden van het geval daadwerkelijk heeft behaald. 11 Deze wijze van voordeelsberekening wordt ook wel aangeduid als een berekening op transactiebasis: de opbrengsten minus de kosten die in directe relatie 12 staan tot de voltooiing van het delict. In het financieel rapport dient duidelijk tot uiting te komen wat per feit aan voordeel is verkregen Art. 126 Sv. 9 TK , , nr. 3 (MvT), p Art. 110 Sv. 11 HR 14 februari 2006, JOW 2006/ Zie bijvoorbeeld HR 8 juli 1998, JOW 1998/ Aanwijzing ontneming p

12 Onder opbrengsten kunnen in ieder geval worden aangemerkt: - Contante geldbedragen. - Goederen. Hierbij dient een waardering in geld plaats te vinden. - (Geld)vorderingen. Bijvoorbeeld op basis van levering van verdovende middelen, ontstaan bij het sluiten van de overeenkomst. Met betrekking tot kosten besprak ik hiervoor al dat volgens de Hoge Raad uitsluitend kosten in aanmerkingen komen, die in directe relatie staan tot de voltooiing van het delict. Het gaat om kosten die niet zouden zijn gemaakt als de illegale activiteiten niet waren gepleegd. 14 De rechter kan kosten in aftrek brengen, maar is daartoe niet verplicht, bijvoorbeeld indien hij dit niet redelijk acht. 15 Denk bijvoorbeeld aan een zaak van Rechtbank Breda 16 waarin een rechter in de voordeelsontneming de kosten van de aanschaf van een vuurwapen in mindering bracht op het voordeel. Maatschappelijk en gevoelsmatig geen goede keuze, aldus bijvoorbeeld prof. Borgers Voordeelsberekening per periode De voordeelsberekening per periode wordt in veel gevallen gebruikt bij de berekening van het voordeel op basis van art. 36e lid 3 Sr. De berekening kan op verschillende manieren worden gedaan, namelijk op basis van de eenvoudige kasopstelling, de uitgebreide kasopstelling of de vermogensvergelijking. Aangezien in de meeste gevallen wordt gekozen voor de eenvoudige kasopstelling, zal ik deze hierna bespreken, en de overige berekeningsmethoden achterwege laten. Bij de kasopstelling wordt nagegaan of, en zo ja, in hoeverre de betrokkene meer uitgaven heeft gedaan dan via legale bron kunnen worden verantwoord. Er wordt in dat geval dan ook geen voordeel per concreet aangeduid strafbaar feit berekend maar een totaalvoordeel. De eenvoudige kasopstelling kan als volgt schematisch worden weergegeven: 18 Beginsaldo contant geld +/+ Legale contante ontvangsten inclusief bankopnamen -/- Eindsaldo contant geld Beschikbaar voor het doen van uitgaven -/- Werkelijke contante uitgaven inclusief bankstortingen Verschil (wederrechtelijk verkregen voordeel) 14 Aanwijzing ontneming p TK , , (MvT) nr. 3, p Rechtbank Breda 7 december 2004, JOW 2006, Nederlands Juristenblad 2005, nr. 19, p H.G. Punt, Praktijkboek ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, Den Haag: SDU Uitgevers

13 Ter illustratie het volgende voorbeeld van een verdovende middelenhandelaar. Uit het onderzoek blijkt dat betrokkene al langere tijd partijen hennep invoert en verkoopt. Er zijn weliswaar een aantal partijen bekend geworden maar de meeste hebben geen voordeel opgeleverd, aangezien deze door de politie in beslag zijn genomen. Verdachte kan echter beschikken over grote hoeveelheden contant geld. Het is een feit van algemene bekendheid dat de handel in verdovende middelen enorme winsten in contant geld genereert. 19 De voordeelsberekening kan plaatsvinden via een periodeberekening. Overigens kan (de aannemelijkheid) van een periodeberekening wel verder onderbouwd worden door in de rapportage ook een transactieberekening op te nemen (bijvoorbeeld van de bekend geworden, geslaagde verdovende middelentransacties.) Van een deel van de onverklaarbare contanten wordt dan aangetoond uit welke strafbare feiten deze afkomstig zijn. 20 Dat bij een berekening op grond van art. 36e lid 3 Sr (periodeberekening) het veelal niet mogelijk is aan te geven uit welke strafbare feiten het voordeel afkomstig is, hoeft geen beletsel te vormen, zo blijkt uit een uitspraak van de Hoge Raad uit Conservatoir beslag De officier van justitie kan op basis van art. 94a Sv voorwerpen in conservatoir beslag nemen. Men kan hierbij bijvoorbeeld denken aan beslag op waardevolle goederen zoals auto s, sieraden, geld en onroerende registergoederen. Een dergelijk beslag kan worden gezien als het recht tot verhaal voor een op te leggen geldboete en/of het verhaal van voordeelontneming. Er dient hierbij te zijn voldaan aan de twee voorwaarden. Het moet gaan om een verdenking van een misdrijf van de 5 e categorie (zowel bij boetebeslag als voordeelsbeslag, art. 94a lid 1+2 Sv) en de rechter commissaris dient een schriftelijke machtiging te verlenen.(art. 103 Sv) Indien een SFO is ingesteld dan heeft de officier van justitie een algemene bevoegdheid tot het leggen van conservatoir beslag. 22 Bij het leggen van conservatoir beslag kan het BOOM te Leeuwarden te worden geraadpleegd. Het BOOM is bewaarder van het conservatoir beslag. Dat wil zeggen dat zij zorgt voor de coördinatie van het beslag. Zij kunnen in een vroeg stadium de Dienst Domeinen inschakelen om bijvoorbeeld een schatting te laten doen naar de waarde van een bepaald voorwerp. Het BOOM beheert sinds 1 januari 1997 centraal het budget voor de gerechtskosten voor het beheer van de kosten van conservatoir beslag. De voornaamste taken van het BOOM zijn: - Het aanwijzen van een bewaarder en het geven van aanwijzingen aan de bewaarder. - Het geven van een machtiging tot vervreemding op grond van art.117 Sv. - Opheffing van het beslag. - Het aangaan van een zekerheidsstelling. Door middel van een zekerheidsstelling wordt de verdachte in de gelegenheid gesteld om zijn inbeslaggenomen voorwerpen terug te kopen. De opbrengst wordt dan op een rekening van het BOOM gestort, ter voldoening van een op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel. In hoofdstuk 3 zal ik nader ingaan op de invloed van het leggen van conservatoir beslag in ontnemingszaken. 19 Hof Den Haag 28 april 1999, JOW 2002/ M.R. van Diggelen & E.A.H. Weustenraad, Berekening wederrechtelijk verkregen voordeel per periode, BOOM nieuws december 2008, nr HR 4 april 1999, JOW 2006/9. 22 Art. 126 jo 126b Sv. 13

14 1.8. Executie Wanneer een ontnemingsmaatregel onherroepelijk is geworden, dan draagt de officier van justitie (in eerste aanleg) of de advocaat-generaal (in hoger beroep) deze ter executie over aan het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB) te Leeuwarden. 23 Het Openbaar Ministerie is op grond van art. 553 Sv verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van opgelegde ontnemingsmaatregelen. De landelijke executieofficier van justitie belast met de executie van ontnemingsmaatregelen kan het CJIB in bijzondere gevallen schriftelijk aanwijzingen geven Verminderingsverzoek De veroordeelde, het Openbaar Ministerie of de benadeelde derde kan de rechter in de executiefase verzoeken de onherroepelijk opgelegde ontnemingsmaatregel te verminderen of kwijt te schelden. Dit is geregeld in art. 577b Sv. Ingevolge dit artikel kan een verminderingsverzoek worden gedaan tot drie jaren nadat het bedrag of het laatste deel daarvan is betaald of verhaald. Er is geen sprake van een schorsende werking voor de executie, tenzij de rechter dat op grond van art. 577b lid 7 Sv expliciet beveelt. Het CJIB stelt in het kader van een ingediend verminderingsverzoek een schriftelijk verslag op van de executiebevindingen en adviseert de officier van justitie of de advocaat-generaal over een standpunt ter zake Lijfsdwang Op grond van art. 577c Sv kan de rechter op vordering van het Openbaar Ministerie verlof verlenen om lijfsdwang ten uitvoer te leggen indien een veroordeelde niet aan de betalingsverplichting voldoet. Lijfsdwang kan worden omschreven als een civiele gijzeling. Een veroordeelde die niet aan de opgelegde ontnemingsmaatregel voldoet kan op basis van een vordering lijfsdwang worden overgebracht naar een huis van bewaring. De duur van de lijfsdwang is maximaal drie jaar en wordt niet toegewezen indien veroordeelde aannemelijk maakt dat hij niet in staat is aan de betalingsverplichting te voldoen. De lijfsdwang dient als pressiemiddel tegen veroordeelden die de opgelegde ontnemingsmaatregel wel kunnen maar niet willen betalen. Uitgangspunt hierbij is dat het aan de veroordeelde is om aan te tonen dat hij niet in staat is tot betalen Deelconclusie De deelvraag welke in dit hoofdstuk moest worden beantwoord luidde als volgt: Welke wettelijke instrumenten heeft het Openbaar Ministerie om wederrechtelijk verkregen voordeel te ontnemen? In dit hoofdstuk zijn een aantal onderwerpen behandeld om tot beantwoording van deze vraag te komen. Art. 36e Sr neemt een belangrijke plaats in om tot ontnemen van wederrechtelijk verkregen voordeel te komen. Dit is de wettelijke basis op grond waarvan een ontneming kan worden ingesteld. Ook het Strafrechtelijk Financieel Onderzoek kan worden gezien als wettelijk instrument op basis waarvan gegevens kunnen worden verzameld om tot een geslaagde ontneming te komen. Het is tevens van belang een keuze te maken tussen een berekening op transactiebasis of een kasopstelling te hanteren. Conservatoir beslag is tevens een belangrijk instrument omdat een dergelijk beslag kan worden gezien als het recht tot verhaal voor een op te leggen geldboete en/of het verhaal van voordeelontneming. Het CJIB speelt een belangrijke rol bij de executie van de ontnemingsmaatregel. Art. 577b lid 7 Sv biedt hiervoor de wettelijke grondslag. Tot slot kwam het wettelijke instrument lijfsdwang aan bod. Ingevolge art. 577c Sv kan het Openbaar Ministerie een veroordeelde pushen om aan de opgelegde ontnemingsmaatregel te voldoen. 23 Aanwijzing executie (vervangende) vrijheidsstraffen, taakstraffen van meerderjarigen, geldboetes, schadevergoedings- en ontnemingsmaatregelen, Europese geldelijke sancties en toepassingen voorwaardelijke invrijheidsstelling (bijlage C). 24 Aanwijzing ontneming, p

15 H.2. Het opsporingsonderzoek in hennepzaken In dit hoofdstuk wordt een beschrijving worden gegeven van de wijze waarop het opsporingsonderzoek in hennepzaken doorgaans verloopt. Hierbij zal ik tevens de verschillende fasen bespreken welke vanaf de start van het onderzoek tot aan het moment van het inleveren van het financieel rapport worden doorlopen. Hierbij maak ik tevens gebruik van de door mijzelf opgedane kennis met betrekking tot het opsporingsonderzoek in hennepzaken Aanleiding start onderzoek Het onderzoek kan op basis van meerdere gronden worden gestart. Het komt vaak voor dat een omwonende een melding aan de politie doet met betrekking tot wateroverlast, brand door afname illegale elektriciteit of stankoverlast. Het NUON kan tevens een melding doen over een opvallende toename van het stroomverbruik in een bepaalde woning of bedrijf. Ook een anonieme tip kan volgens het Gerechtshof Amsterdam als vertrekpunt dienen om het opsporingsonderzoek te starten. 25 Indien er sprake is van bijvoorbeeld een melding van wateroverlast dan kan de politie in een pand binnentreden op grond van art. 2 Politiewet. Een schriftelijke machtiging van de (hulp) officier van justitie is dan niet vereist Redelijk vermoeden van schuld Een verbalisant ter plaatse mag niet zomaar het pand betreden en een verdachte aanhouden zonder dat er sprake is van een redelijk vermoeden van schuld in de zin van art, 27 Sv. Wanneer is er hiervan nu sprake? Hierbij kan worden gekeken naar een aantal indicatoren aan de buitenkant van het pand. Hierbij merk ik op dat de verbalisant zoveel mogelijk indicatoren dient te verzamelen. Daarom moeten de onderstaande indicatoren zoveel mogelijk in samenhang met elkaar worden gezien. Ruiken van hennepgeur Wanneer bijvoorbeeld aan de voordeur van een pand een hennepgeur wordt geroken, dan is dit een indicatie dat er in het pand een hennepplantage aanwezig is. Verbalisant dient vast te stellen dat de geur inderdaad afkomstig is van hennepplanten. Er dient tevens te worden vastgesteld vanaf welke locatie de geur afkomstig is. Geblindeerde ramen Er dient te worden gekeken of de ramen zijn dichtgeplakt. Zijn deze volledig of deels dichtgeplakt? Wanneer de ramen deels zijn dichtgeplakt dan kan door het raam naar binnen worden gekeken. Wellicht worden op deze wijze meer indicatoren gevonden welke kunnen wijzen op een aanwezige hennepplantage, zoals een opvallende tussenmuur. Elektriciteitsmeter Bij veel woningen is de elektriciteitsmeter gevestigd in bijvoorbeeld een centrale hal buiten het pand. Bij nagenoeg alle kwekerijen is de elektriciteitsmeter gemanipuleerd, om zodoende grote hoeveelheden stroom af te kunnen tappen (diefstal stroom) Daar komt nog bij dat het NUON argwaan krijgt wanneer iemand ineens grote hoeveelheden stroom over de meter verbruikt. Een gemanipuleerde elektriciteitsmeter kan in veel gevallen worden herkend aan een beschadigd eikzegel. 25 Hof Amsterdam 7 februari 2005, LJN AS

16 Afvoersysteem Wanneer er sprake is van het voelen van een warme lucht vanuit een afvoersysteem dan kan dit een bijdrage leveren aan het aannemen van een redelijk vermoeden van schuld. De luchtafvoer zit meestal in de buitengevel of een raam. In een kwekerij is namelijk een luchtaan- en afvoersysteem aanwezig om de luchtvochtigheid en temperatuur aan te passen. De verbalisant ter plaatse dient zijn bevindingen uiteraard op te nemen in het proces-verbaal. Indien er inderdaad een redelijk vermoeden van schuld is dan kan door middel van een schriftelijke machtiging de hennepplantage worden betreden Het onderzoek in de kwekerij In de kwekerij dient de verbalisant op een aantal dingen te letten. Worden er bijvoorbeeld (oude) hennepresten aangetroffen? Dit is een belangrijke indicatie voor de aanname dat verdachte reeds eerder een geslaagde oogst heeft gehad. In hoeverre zijn de aanwezige koolstoffilters vervuild? Staan er vuilniszakken met hennepafval? Zit er kalkaanslag op de aanwezige watertonnen? Des te meer aanwijzingen worden verzameld, des te meer oogsten aannemelijk gemaakt kunnen worden. Dit heeft als direct gevolg dat het wederrechtelijk verkregen voordeel kan worden vastgesteld. Ook de elektriciteitsmeter kan hierbij een handig hulpmiddel zijn, indien er sprake is van een legale afname van elektriciteit. Er kan namelijk met behulp van het NUON worden gekeken vanaf welke datum het stroomverbruik omhoog is gegaan. Deze datum kan doorgaans worden aangenomen als start van de kweekperiode. In bijna alle hennepzaken is sprake van een illegale stroomafname, waardoor opvallende afwijkingen in het stroomverbruik niet meer zijn waar te nemen. In sommige gevallen houdt een verdachte een kweekschema bij in bijvoorbeeld een agenda. Het spreekt voor zich dat op deze wijze de kweekperiode makkelijk kan worden vastgesteld. Ook data op gipsplaten, kranten en andere bouwmaterialen kunnen een goed inzicht geven. De verbalisant kijkt vervolgens naar de mate van vervuiling van koolstoffilters en dergelijke. Indien er een dikke laag stof op de filters of op kappen van lampen aanwezig is kan dit een indicatie zijn voor de aanname dat er een (of meerdere) oogst(en) zijn geweest. Daarnaast behoeft het geen betoog dat het maken van foto s van de aangetroffen situatie veel kan verduidelijken. Foto s geven een goed inzicht in de mate van professionaliteit van de kwekerij Ontruiming van de plantage en inschakelen NUON De ontruiming van de hennepplantage gebeurt door het SEON. 27 SEON is een bedrijf dat door de politie wordt ingehuurd bij het opruimen en ontmantelen van hennepkwekerijen. Zij dient ervoor zorg te dragen dat er zo min mogelijk schade wordt aangericht in de woning, zij zorgt tevens voor afvoer van de hennepplanten naar de vuilverbranding. 28 Indien er sprake is van illegale afname van elektriciteit dan schakelt de verbalisant het NUON in. Er is dan, in juridische termen, sprake van diefstal van stroom ingevolge art. 310 Sr. Het NUON stelt een aangifte op waarin zij tevens een schatting maken van de hoeveelheid weggenomen elektriciteit met daaraan een bedrag gekoppeld dat de verdachte aan het NUON is verschuldigd. Zij berekenen dit bedrag aan de hand van het aantal indicatoren. Er wordt bijvoorbeeld gekeken naar het aantal assimilatielampen welke in de kwekerij aanwezig zijn en hoeveel stroom deze lampen verbruiken over de periode waarin bijvoorbeeld een geslaagde oogst is geweest. 26 Behoudens bij binnentreden op basis van art. 2. Politiewet. 27 Sociaal Economisch Overlegorgaan Noord-Holland. 28 Handboek hennep, politie Amsterdam-Amstelland. 16

17 Nadat aannemelijk is gemaakt gedurende welke periode hennep is gekweekt, zal bepaald moeten worden of die verklaring aannemelijk is. Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat de gemiddelde groei- en bloeitijd negen weken is. Rekening houdend met één week leegstand voor het oogsten, opruimen en planten van nieuwe stekken, is een gemiddelde kweekcyclus van tien weken aannemelijk Buurtonderzoek De verbalisant kan ter plaatse een buurtonderzoek starten. Vaak worden bijvoorbeeld de buren gehoord. Verbalisant kan omwonenden vragen of zij wel eens last hebben van stankoverlast en zo ja, vanaf wanneer dit het geval is geweest. Soms geeft een omwonende aan dat hij de verdachte of derden heeft zien sjouwen met bouwmaterialen of vuilniszakken. Dit zijn voorbeelden waarbij het moment van aanvang van de kweek aannemelijk kan worden gemaakt Verhoor verdachte Na de aanhouding en overbrenging van de verdachte naar het politiebureau wordt bij hem een verhoor afgenomen. Op basis van art. 29 lid 2 Sv wordt hem de cautie medegedeeld. Dit houdt in dat hij niet verplicht is om te antwoorden. Het verhoor begint meestal met wat vragen van persoonlijke aard, bijvoorbeeld over zijn baan, salaris, adresgegevens enzovoorts. Vervolgens richt het verhoor zich op de feiten waarvan de persoon in kwestie wordt verdacht. De verbalisant zal vaak beginnen met de belangrijkste vraag, namelijk of verdachte bekent dat hij het strafbare feit heeft begaan; het voorhanden hebben / telen van hennep. Er zal tevens worden gevraagd in hoeverre derden de verdachte hebben geholpen met de hennepteelt. Ook zal verdachte worden gevraagd naar specifieke gegevens omtrent de planten en materialen in de kwekerij. Men kan hierbij denken aan het aantal oogsten dat verdachte heeft gehad, waar de planten zijn gekocht, hoeveel de verdachte heeft geïnvesteerd in de kwekerij enzovoorts. Dit laatste is belangrijk aangezien de financieel rechercheur een berekening dient op te stellen aan de hand van zoveel mogelijk zaakspecifieke gegevens. Hierover later in dit hoofdstuk meer. Tevens komt de draagkracht van de verdachte aan de orde. De draagkracht is de vraag in hoeverre de verdachte in staat moet worden geacht te kunnen voldoen aan de eventueel op te leggen ontnemingsmaatregel. Er komen dan vragen aan bod over de eventuele schuldenpositie van verdachte. Ook wordt doorgaans gevraagd of verdachte onroerende registergoederen en auto s op zijn naam heeft staan. Ook kan naar gegevens omtrent bankrekeningen worden gevraagd Onderzoek naar (conservatoir) beslag De verbalisant kan ter plaatse onderzoek doen naar het leggen van beslag op grond van art. 94 en 94a Sv. Op grond van art. 94 Sv kan zogeheten klassiek beslag worden gelegd. Een dergelijk beslag dient bijvoorbeeld om de waarheid aan te tonen. Men kan hierbij denken aan beslag op de hennepplanten, kweekschema s enzovoorts. Conservatoir beslag op grond van art. 94a Sv betreft beslag op waardevolle zaken of vermogensrechten zoals auto s, sieraden, huizen, bankrekeningen enzovoorts. De verbalisant kan ter plaatse bijvoorbeeld een peperdure BMW in de garage van verdachte aantreffen. Een dergelijk beslag dient als recht tot verhaal voor een op te leggen ontnemingsmaatregel. In hoofdstuk 3 zal op dit onderwerp uitgebreid worden ingegaan. 17

18 2.8. Opstellen financieel rapport Wanneer het onderzoek ter plaatse is voltooid en geverbaliseerd in het proces-verbaal dan wordt door de verbalisant een financieel rapport opgesteld. Het doel van een dergelijk rapport is een schatting te geven van het verkregen wederrechtelijk verkregen voordeel, als bedoeld in art. 36e Sr. In hennepzaken wordt doorgaans gekozen voor een berekening als bedoeld in de bepalingen van 36e lid 2 Sr. Aan de hand van zoveel mogelijk zaakspecifieke gegevens, verkregen uit het onderzoek, dient verbalisant aannemelijk te maken in hoeverre verdachte bijvoorbeeld eerdere oogsten heeft genoten. Bij het ontbreken van specifieke gegevens kan gebruik worden gemaakt van een standaard berekeningsmethodiek en vastgestelde normen. 29 Deze rapportage heeft als doel om meer uniformiteit in de berekeningen te bewerkstelligen en meer duidelijkheid te verschaffen in de te hanteren normen. Tijdens een project, in 2005 tot stand gekomen met medewerking van de dienst Nationale Recherche Informatie (NRI), het Nationaal Netwerk Drugsexpertise (NND), het Financieel Expert Platform Politie (FEPP) en verschillende politieregio s, werden verschillende werkzaamheden verricht, bijvoorbeeld het vaststellen van het gewicht in hennep afkomstig van hennepplanten en het berekenen van benodigde elektriciteit voor een kwekerij. Aan de hand van de verzamelde gegevens zijn normen vastgesteld voor opbrengsten en kosten. Een voorbeeld van de wijze van berekenen aan de hand van het de normen uit het hiervoor genoemde rapport zal ik hierna toelichten. Verdachte beroept zich op zijn zwijgrecht. In de plantage worden 200 lege plantenbakken aangetroffen. Ook worden er oude hennepresten aangetroffen. Verbalisant acht het hiermee aannemelijk dat verdachte met een eerdere oogst voordeel heeft genoten en wel over 200 planten. Aangezien verdachte geen verklaring geeft over de juistheid van de aanname van verbalisant mag de opsteller in de berekening uitgaan van de normen uit het BOOM - rapport. In het BOOM - rapport staat namelijk genoemd dat indien er verder geen andere gegevens zijn, voor de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt uitgegaan van een constant aantal planten, dus dat er bij de vorige kweken net zoveel planten hebben gestaan als bij de doorzoeking werden aangetroffen. Verbalisant stelt de opbrengst hennep afkomstig van 200 planten vast. Hij vermenigvuldigt dit met de vastgestelde verkoopprijs per kilogram hennep. Daar worden de kosten vanaf gehaald. Hierbij kan men denken aan afschrijvingskosten voor de materialen in de kwekerij, energiekosten (indien verdachte zijn rekening aan het NUON heeft voldaan) en variabele kosten. Bij variabele kosten kan men denken aan de kosten van aanschaf van hennepstekjes en kweekmedium. Ten aanzien van de kosten is het uitgangspunt dat alleen kosten voor aftrek in aanmerking komen die in directe relatie staan tot de voltooiing van het delict. 30 Nadat de verbalisant de opbrengst heeft verminderd met de in aanmerking te nemen kosten stelt hij vervolgens vast op welk bedrag het wederrechtelijk verkregen voordeel moet worden geschat. Indien de rapportage niet klopt dan wordt het rapport, in overleg met de verbalisant, aangepast. Als het rapport akkoord wordt bevonden dan levert de financieel rechercheur deze in bij het parket Amsterdam. 29 Wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerij bij binnenteelt onder kunstlicht, standaard berekening en normen, BOOM april HR 8 juli 1998, JOW 1998,

19 2.9. Deelconclusie Het opsporingsonderzoek in hennepzaken kan op verschillende wijzen worden gestart. Vaak begint het met een melding van een omwonende waarin hij of zij melding doet van een hennepgeur. Er dient een redelijk vermoeden van schuld te zijn in de zin van art. 27 Sv. Het onderzoek in de kwekerij neemt een zeer belangrijke plaats in bij het opsporen in hennepzaken. Kweekschema s en dergelijke kunnen een goed beeld opleveren in hoeverre een verdachte eerdere oogsten heeft genoten. Ook een buurtonderzoek kan hier een bepalende rol bij spelen. Uiteraard is de verklaring van de verdachte tijdens zijn verhoor ook van belang. De financieel rechercheur maakt het financieel rapport op aan de hand van zoveel mogelijk concrete gegevens, verkregen uit het onderzoek ter plaatse en het verhoor van een verdachte. Indien geen concrete gegevens beschikbaar zijn kan aansluiting worden gezocht bij het BOOM rapport. Het is echter van essentieel belang om zoveel mogelijk aanwijzingen te verzamelen ter onderbouwing van de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Hoe minder concrete aanwijzingen beschikbaar of verzameld zijn, hoe meer de berekening is gebaseerd op de normen uit het BOOM rapport. Hierdoor wordt de factor schatting groter. Resumerend kan worden gesteld dat de wijze waarop het opsporingsonderzoek verloopt een cruciale rol speelt om tot ontnemen van wederrechtelijk voordeel te komen. 19

20 H.3 Invloed van conservatoir beslag Het Openbaar Ministerie heeft per 1 maart 1993 de mogelijkheid vooruitlopend op een ontnemingsmaatregel conservatoir beslag te leggen. Men kan hierbij denken aan beslag op dure goederen zoals auto s, sieraden en woningen. In dit hoofdstuk zal het onderwerp conservatoir beslag nader worden belicht. Er zal worden ingegaan op het begrip conservatoir beslag, de wettelijke grondslag en met name op de invloed van het leggen van conservatoir beslag op de afneemresultaten in hennepzaken Begrip conservatoir beslag De mogelijkheid tot het leggen van conservatoir beslag is per 1 maart 1993 ingevoerd. Met dit middel kunnen voorwerpen veilig gesteld worden tot verhaal van de later op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel. De achterliggende gedachte van de wetgever was om te voorkomen dat een verdachte al vóór het moment dat zij is veroordeeld, zijn eigendommen aan toekomstig verhaal door de Staat onttrekt en daarmee de tenuitvoerlegging van hoge geldboeten of de ontnemingsmaatregel frustreert. 31 Er kan onderscheid worden gemaakt tussen voordeelsbeslag en boetebeslag. Het BOOM speelt tevens een belangrijke rol bij het beheren van het conservatoir beslag. Zo kan zij bijvoorbeeld het beslag vervreemden, opheffen of aan verdachte een zekerheidsstelling aanbieden Wettelijk kader Er zijn twee strafvorderlijke conservatoire beslagen, namelijk het boetebeslag en het voordeelsbeslag. 32 Voor beide beslagen geldt dat om een voorwerp in beslag te kunnen nemen met het oogmerk de later op te leggen geldboete of ontnemingsmaatregel te kunnen verhalen uit de opbrengst, aan de volgende voorwaarden voldaan moet zijn: 33 - Het moet gaan om verdenking van een misdrijf. In geval van het leggen van voordeelsbeslag is het mogelijk dat betrokkene reeds strafrechtelijk is veroordeeld. Is dit het geval, dan moet de veroordeling een misdrijf betreffen. - Het moet gaan om een misdrijf waarvoor een geldboete van de vijfde categorie kan worden opgelegd. - Er dient sprake te zijn van een redelijke verwachting dat de verdachte daadwerkelijk tot een geldboete wordt veroordeeld, of dat hem de ontnemingsmaatregel wordt opgelegd. - Het voorwerp behoort toe aan het eigendom van de verdachte / veroordeelde. Ook voorwerpen die aan een ander dan de verdachte toebehoren kunnen onder bepaalde voorwaarden 34 in conservatoir beslag worden genomen. 31 TK , , nr. 3 (MvT) p H.G. Punt, Praktijkboek ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel, Den Haag: SDU Uitgevers Art. 94a Sv. 34 Art. 94a lid 3 Sv. 20

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329

ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 ECLI:NL:RBMNE:2014:1329 Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak 28-03-2014 Datum publicatie 10-04-2014 Zaaknummer 16-655450-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3848

ECLI:NL:RBLIM:2017:3848 ECLI:NL:RBLIM:2017:3848 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 25-04-2017 Datum publicatie 26-04-2017 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 03/866133-15

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:4588

ECLI:NL:RBROT:2017:4588 ECLI:NL:RBROT:2017:4588 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 23-05-2017 Datum publicatie 16-06-2017 Zaaknummer 10/740469-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ontnemingsbeslissing

ontnemingsbeslissing ontnemingsbeslissing GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO Parketnummer: 500.00339/16 Uitspraak: : 8 mei 2019 Tegenspraak Beslissing van dit gerecht van 8 mei 2019 gegeven op de vordering van het openbaar

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2006 2007 30 841 Voorstel van wet van de leden Van Haersma Buma en Weekers tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht met betrekking tot de invoering van

Nadere informatie

Elk voordeel heeft zijn nadeel

Elk voordeel heeft zijn nadeel Elk voordeel heeft zijn nadeel Ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel Naam: Kim Janssens Studentnummer: 2035431 Klas: UR4YD Locatie opleiding: Tilburg Stageperiode: januari 2013 mei 2013

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 40. Aanwijzing Ontneming. Samenvatting. Achtergrond. Ontnemen als kerntaak OM. Algemeen. 27 februari 2009

STAATSCOURANT. Nr. 40. Aanwijzing Ontneming. Samenvatting. Achtergrond. Ontnemen als kerntaak OM. Algemeen. 27 februari 2009 STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 40 27 februari 2009 Aanwijzing Ontneming Categorie: Opsporing, vervolging, executie, strafvordering Afzender: College

Nadere informatie

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

VOORSTEL VAN WET. Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. 32 194 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering van de toepassing van de maatregel ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In deze Aanwijzing worden de navolgende onderwerpen aan de orde gesteld:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds In deze Aanwijzing worden de navolgende onderwerpen aan de orde gesteld: STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 26875 24 december 2012 Aanwijzing ontneming Categorie: Opsporing, vervolging, executie, strafvordering Afzender: College

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2001 321 Besluit van 4 juli 2001 tot wijziging van het Besluit tenuitvoerlegging geldboetevonnissen, het Besluit tenuitvoerlegging ontnemings- en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798

ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 ECLI:NL:RBGEL:2013:5798 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 17-12-2013 Datum publicatie 17-12-2013 Zaaknummer 06/950395-12 (ontneming) Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 171 Wet van 31 maart 2011 tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten ter verbetering

Nadere informatie

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman)

arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM Parketnummer: X Datum uitspraak: 20 oktober 2016 TEGENSPRAAK (gemachtigde raadsman) Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag

Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag RAPPORT Vergoeding kosten van de bank bij conservatoir beslag Een onderzoek naar een afwijzing van het Openbaar Ministerie in Den Haag om kosten na vrijspraak te vergoeden. Oordeel Op basis van het onderzoek

Nadere informatie

Aanwijzing afpakken ( )

Aanwijzing afpakken ( ) Aanwijzing afpakken (2017.02) Rechtskarakter Aanwijzing i.d.z.v. artikel 5 lid 4 Rijkswet Openbaar Ministerie Afzender Procureur-generaal van Curaçao, van Sint-Maarten, en van Bonaire, Sint Eustatius en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5635 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 10-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-000872-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2016:2010

ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 ECLI:NL:GHSHE:2016:2010 Instantie Datum uitspraak 23-05-2016 Datum publicatie 24-05-2016 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch 20-002203-14OWV Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2014:1318

ECLI:NL:GHSHE:2014:1318 ECLI:NL:GHSHE:2014:1318 Uitspraak Afdeling strafrecht Parketnummer : 20-001156-12 OWV Uitspraak : 9 mei 2014 TEGENSPRAAK Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-hertogenbosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805

ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 ECLI:NL:RBNHO:2015:1805 Uitspraak Vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND, LOCATIE HAARLEM Strafrecht Datum uitspraak : 10 maart 2015 Parketnummer: 15/840083-08 (ontneming) Vonnis ex artikel 36e van het Wetboek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2017:465

ECLI:NL:RBROT:2017:465 ECLI:NL:RBROT:2017:465 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 17-01-2017 Datum publicatie 18-01-2017 Zaaknummer 10/996537-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

INHOUD. HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1

INHOUD. HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 INHOUD HOOFDSTUK 1 Inleiding / 1 HOOFDSTUK 2 Voordeel / 5 2.1 Inleiding / 5 2.2 Ontnemingsmogelijkheden / 6 2.2.1 Inleiding / 6 2.2.2 Ontneming op basis van artikel 36 lid 2 Sr / 6 2.2.3 Ontneming op basis

Nadere informatie

Ontnemingsvordering wietplantage (rapport Boom)

Ontnemingsvordering wietplantage (rapport Boom) Wietplantage advocaat Amsterdam Wietplantage Advocaat Haarlem Wietplantage Advocaat Groningen Wietplantage Advocaat Utrecht Wietplantage Advocaat Maastricht Overige WIETPLANTAGE OPGEROLD Wietplantage advocaat

Nadere informatie

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041

ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 ECLI:NL:RBGEL:2016:1041 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 22-02-2016 Datum publicatie 25-02-2016 Zaaknummer 05/840508-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

Op deze hoofdlijnen wordt hieronder nader ingegaan.

Op deze hoofdlijnen wordt hieronder nader ingegaan. JU Aanwijzing ontneming Categorie: Opsporing, vervolging, executie, strafvordering Afzender: College van Procureursgeneraal Adressaat: Hoofden van de parketten Rechtskarakter: Aanwijzing i.d.z.v. artikel

Nadere informatie

HANDLEIDING ONTNEMINGSWETGEVING

HANDLEIDING ONTNEMINGSWETGEVING HANDLEIDING ONTNEMINGSWETGEVING Categorie : Opsporing, vervolging, executie en strafvordering Afzender : College van Procureurs-generaal Adressaat : Hoofden van de parketten Registratienummer : 2003H003

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479

ECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479 ECLI:NL:RBSHE:2012:BV8479 Instantie Rechtbank 's-hertogenbosch Datum uitspraak 14-03-2012 Datum publicatie 14-03-2012 Zaaknummer 01/889082-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993

ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 ECLI:NL:GHLEE:2009:BK2993 Instantie Datum uitspraak 11-11-2009 Datum publicatie 11-11-2009 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-002029-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

De strafrechtelijke toepassing van de kasopstelling en de vermogensvergelijking. G.P. Vermeulen RA

De strafrechtelijke toepassing van de kasopstelling en de vermogensvergelijking. G.P. Vermeulen RA De strafrechtelijke toepassing van de kasopstelling en de vermogensvergelijking G.P. Vermeulen RA De strafrechtelijke toepassing van de kasopstelling en de vermogensvergelijking Colofon Realisatie: Kerckebosch

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROT:2004:AR5336

ECLI:NL:RBROT:2004:AR5336 ECLI:NL:RBROT:2004:AR5336 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 25-10-2004 Datum publicatie 08-11-2004 Zaaknummer 10/005054-98 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

INSTRUCTIE AFPAKKEN SAMENVATTING

INSTRUCTIE AFPAKKEN SAMENVATTING INSTRUCTIE AFPAKKEN Van : College van Procureurs-Generaal Aan : Hoofden van de OM-onderdelen Registratienummer : 2016I006 Datum inwerkingtreding : 01-01-2017 Vervallen : - Relevante beleidsregels OM :

Nadere informatie

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK

Uitspraak. Parketnummer: Datum uitspraak: 17 november 2016 VERSTEK ECLI:NL:GHAMS:2016:5593 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 17-11-2016 Datum publicatie 29-12-2016 Zaaknummer 23-001668-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833

ECLI:NL:PHR:2014:1700 Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie Datum publicatie Zaaknummer 12/04833 ECLI:NL:PHR:2014:1700 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum conclusie 01-07-2014 Datum publicatie 26-09-2014 Zaaknummer 12/04833 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken - Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015.

ONDERZOEK OP DE TERECHTZITTING Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 15 oktober 2015. ECLI:NL:RBROT:2015:7773 Instantie: Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak: 29-10-2015 Datum publicatie: 02-11-2015 Zaaknummer: 11/870399-12.ov Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken: Eerste aanleg

Nadere informatie

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak.

ECLI:NL:HR:2013:1157. 1 Geding in cassatie. 2 Beoordeling van het eerste middel. 3 Beoordeling van het derde middel. Uitspraak. ECLI:NL:HR:2013:1157 Uitspraak 12 november 2013 Strafkamer nr. 11/04366 P Hoge Raad der Nederlanden Arrest op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675

ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 ECLI:NL:RBUTR:2011:BT1675 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 07-09-2011 Datum publicatie 15-09-2011 Zaaknummer 16-600572-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5213 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-12-2015 Datum publicatie 16-12-2015 Zaaknummer 23-000433-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

CLI:NL:RBMNE:2014:6501

CLI:NL:RBMNE:2014:6501 CLI:NL:RBMNE:2014:6501 Instantie: Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak: 09-12-2014 Datum publicatie: 09-12-2014 Zaaknummer: 16/711877-11 (ontneming) Rechtsgebieden: Strafrecht Bijzondere kenmerken:

Nadere informatie

Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST

Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST Rolnummer: 22-003636-07 PO Parketnummer: 10-150153-02 Datum uitspraak: 16 juni 2010 TEGENSPRAAK Gerechtshof te s-gravenhage meervoudige kamer voor strafzaken ARREST gewezen op het hoger beroep tegen het

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken

GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken parketnummer : 20.001938.96 uitspraakdatum : 29 april 1997 verstek dip GERECHTSHOF TE 's-hertogenbosch meervoudige kamer voor strafzaken A R R E S T gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:411

ECLI:NL:OGEAA:2016:411 ECLI:NL:OGEAA:2016:411 Instantie Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Datum uitspraak 05-02-2016 Datum publicatie 22-06-2016 Zaaknummer 426 van 2015, P-2015/06927 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11

Titel II. Straffen. 1. Algemeen. Artikel 1:11 Titel II Straffen 1. Algemeen Artikel 1:11 1. De straffen zijn: a. de hoofdstraffen: 1. gevangenisstraf; 2. hechtenis; 3. taakstraf; 4. geldboete. b. de bijkomende straffen: 1. ontzetting van bepaalde

Nadere informatie

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222

Rapport. Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 Rapport Datum: 15 juni 2004 Rapportnummer: 2004/222 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat de officier van justitie te Maastricht geen uitvoering heeft gegeven aan de door het gerechtshof te 's-hertogenbosch

Nadere informatie

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de.

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting van 26 maart 2013 in de zaak tegen: thans gedetineerd in de. vonnis RECHTBANK NOORD-HOLLAND Afdeling Publiekrecht, Sectie Straf Locatie Schiphol Meervoudige strafkamer Parketnummer: Uitspraakdatum: 8 april 2013 Tegenspraak Strafvonnis Dit vonnis is gewezen naar

Nadere informatie

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)

Uitspraak. Afdeling strafrecht. Parketnummer: Datum uitspraak: 1 november TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman) ECLI:NL:GHAMS:2016:5673 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-11-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-003159-15 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012

ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 ECLI:NL:GHSGR:2003:AI1012 Instantie Datum uitspraak 11-06-2003 Datum publicatie 12-08-2003 Zaaknummer 2200326602 Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-gravenhage

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 168 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering en de Wet DNA-onderzoek bij veroordeelden in verband met de introductie van DNA-verwantschapsonderzoek

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499

ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 ECLI:NL:RBZUT:2007:BB4499 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 25-09-2007 Datum publicatie 28-09-2007 Zaaknummer 06/580261-07 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011

ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 ECLI:NL:RBAMS:2011:BU5011 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 16-11-2011 Datum publicatie 18-11-2011 Zaaknummer 13/656781-11 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273

ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 ECLI:NL:RBZUT:2004:AO7273 Instantie Rechtbank Zutphen Datum uitspraak 31-03-2004 Datum publicatie 08-04-2004 Zaaknummer 06/060115-03 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BO8408 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 17-12-2010 Datum publicatie 22-12-2010 Zaaknummer 24-002079-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2017:2188

ECLI:NL:GHARL:2017:2188 ECLI:NL:GHARL:2017:2188 Instantie Datum uitspraak 15-03-2017 Datum publicatie 15-03-2017 Zaaknummer 21-006632-16 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Strafrecht

Nadere informatie

BOOM-nieuws. Wetswijziging Verruiming Mogelijkheden Voordeelontneming 1 juli 2011. Themanummer. Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie

BOOM-nieuws. Wetswijziging Verruiming Mogelijkheden Voordeelontneming 1 juli 2011. Themanummer. Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie BOOM-nieuws Themanummer Wetswijziging Verruiming Mogelijkheden Voordeelontneming 1 juli 2011 Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie nummer 61 juli 2011 Van de redactie Met trots bieden we u de

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 1997 1998 Nr. 239 24 112 Wijziging van de Wegenverkeerswet 1994 (wijziging van de regelingen van de invordering en inhouding van rijbewijzen en de bijkomende

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150

ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150 ECLI:NL:RBUTR:2012:BV9150 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 12-03-2012 Datum publicatie 16-03-2012 Zaaknummer 16/711454-09 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572

ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 ECLI:NL:RBMAA:2006:AY6572 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 21-07-2006 Datum publicatie 21-08-2006 Zaaknummer 03/703565-05 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Eerste

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BH4974 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 05-03-2009 Datum publicatie 05-03-2009 Zaaknummer 24-002073-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

Management samenvatting

Management samenvatting Management samenvatting Achtergrond, doelstelling en aanpak Op 1 januari 2014 is de Wet conservatoir beslag ten behoeve van het slachtoffer (hierna: conservatoir beslag) 1 in werking getreden. Doel van

Nadere informatie

De Minister van Justitie

De Minister van Justitie POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN De Minister van Justitie DATUM 18

Nadere informatie

MR REGTER. Gepakt met een hennepplantage wat nu? STRAFADVOCAAT

MR REGTER. Gepakt met een hennepplantage wat nu? STRAFADVOCAAT Gepakt met een hennepplantage wat nu? U bent als verdachte aangehouden door de politie op verdenking van het kweken van hennep, een overtreding van art. 3 Opiumwet. Wat hangt u allemaal boven het hoofd?

Nadere informatie

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11

Strafprocesrecht Bijzondere kenmerken: Hoger beroep Wetsverwijzingen: Wetboek van Strafrecht 197a, geldigheid: 2014-05-11 ECLI:NL:GHSHE:2015:3566 Instantie: Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak: 16-09-2015 Datum publicatie: 17-09-2015 Zaaknummer: 20-002514-14 Rechtsgebieden: Materieel strafrecht Strafprocesrecht Bijzondere

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010

Rapport. Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014. Rapportnummer: 2014/010 Rapport Rapport over een klacht over het College van procureurs-generaal te Den Haag. Datum: 25 februari 2014 Rapportnummer: 2014/010 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat het College van procureurs-generaal

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029

ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 ECLI:NL:GHSHE:2015:2029 Instantie Datum uitspraak 03-06-2015 Datum publicatie 03-06-2015 Gerechtshof 's-hertogenbosch Zaaknummer 20-000203-14 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC.

TOEZICHT OPSPORING. Jan Willem van Veenendaal MEC. TOEZICHT EN/OF OPSPORING Jan Willem van Veenendaal MEC. Rechtshandhavingsystemen Onderwerpen: Iets over Bestuursrechtelijke bevoegdheden De sfeerovergang Iets over Strafrechtelijke bevoegdheden Toezicht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420

ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 ECLI:NL:GHARN:2011:BQ0420 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 05-04-2011 Datum publicatie 07-04-2011 Zaaknummer 21-002244-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Hoger

Nadere informatie

Kale kikker of toch kale kip?

Kale kikker of toch kale kip? Kale kikker of toch kale kip? Martine Wouters Het slachtoffer is de afgelopen jaren steeds centraler komen te staan in de Nederlandse straf(proces)wetgeving. 1 Vanaf 1 januari 2014 is het mogelijk om conservatoir

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:234

ECLI:NL:RBOVE:2017:234 ECLI:NL:RBOVE:2017:234 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 18-01-2017 Datum publicatie 23-01-2017 Zaaknummer 17/39 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer Klaagschrift.

Nadere informatie

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012

No.W /II 's-gravenhage, 2 maart 2012 ... No.W03.12.0005/II 's-gravenhage, 2 maart 2012 Bij Kabinetsmissive van 6 januari 2012, no.12.000013, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over de inbeslagname van een scooter. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over het Openbaar Ministerie te Den Haag gegrond. Datum: 13 november 2017

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992

ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 ECLI:NL:RBUTR:2011:BR2992 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2011 Datum publicatie 26-07-2011 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16/600081-11; 16/600434-10 (tul)

Nadere informatie

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN.

Algemene bepalingen. Transactie DDD. Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN. DDD Na titel VIII wordt een titel ingevoegd, luidende: TITEL VIIIA BIJZONDERE BEPALINGEN VOOR JEUGDIGEN Algemene bepalingen Artikel 79a Ten aanzien van degene die ten tijde van het begaan van een strafbaar

Nadere informatie

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a

ARTIKEL I. Het Wetboek van Strafrecht wordt als volgt gewijzigd: Artikel 54a komt te luiden: Artikel 54a Wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek van Strafvordering in verband met de verbetering en versterking van de opsporing en vervolging van computercriminaliteit (computercriminaliteit III)

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2003 2004 29 254 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering, het Wetboek van Strafrecht en de Wet op de rechterlijke organisatie in verband met het horen

Nadere informatie

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016.

Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep van 24 augustus 2016. ECLI:NL:GHAMS:2016:5663 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-09-2016 Datum publicatie 30-12-2016 Zaaknummer 23-000259-16 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341

ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ8341 Instantie Datum uitspraak 24-04-2013 Datum publicatie 24-04-2013 Zaaknummer 20-000702-11 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Gerechtshof 's-hertogenbosch Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388

ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 ECLI:NL:GHLEE:2011:BP4388 Instantie Datum uitspraak 10-02-2011 Datum publicatie 14-02-2011 Gerechtshof Leeuwarden Zaaknummer 24-001943-10 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM4290 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 12-05-2010 Datum publicatie 12-05-2010 Zaaknummer 24-002146-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688

ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 ECLI:NL:RBMNE:2016:5688 Instantie Datum uitspraak 26-10-2016 Datum publicatie 22-12-2016 Zaaknummer 16/703291-13 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Midden-Nederland Strafrecht

Nadere informatie

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling:

Als er sprake is van een incident op heterdaad (tijdens of kort na plegen) en het gaat om een mishandeling of een bedreiging met mishandeling: 1-2-3 Aangiftewijzer Geweld, bedreiging en belediging tegen de gerechtsdeurwaarder Soms heeft de gerechtsdeurwaarder te maken met agressie en geweld. Helaas worden strafbare feiten niet altijd en automatisch

Nadere informatie

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen

Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen aan LOVCK&T van Expertgroep Burgerlijk procesrecht datum 29 mei 2019 onderwerp Aanbeveling binnentreding woning i.v.m. nutsvoorzieningen / reële

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692

ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4692 Instantie Datum uitspraak 19-03-2013 Datum publicatie 19-03-2013 Zaaknummer 21-000368-12 Formele relaties Rechtsgebieden Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2009:BH3578,

Nadere informatie

Bewijsrecht in ontnemingszaken. David Emmelkamp 1. Inleiding

Bewijsrecht in ontnemingszaken. David Emmelkamp 1. Inleiding Bewijsrecht in ontnemingszaken David Emmelkamp 1 Inleiding De Hoge Raad overwoog in 2001 over het bewijsrecht in ontnemingszaken dat uit de wetshistorie volgde dat de wil van de wetgever eerder op een

Nadere informatie

Inhoudsopgave: 1. De omkering van de bewijslast in ontnemingszaken Hoe is het ontnemingsrecht in Nederland geregeld?...

Inhoudsopgave: 1. De omkering van de bewijslast in ontnemingszaken Hoe is het ontnemingsrecht in Nederland geregeld?... Inhoudsopgave: 1. De omkering van de bewijslast in ontnemingszaken... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Onderzoeksdoel... 7 1.3 Onderzoeksvraag... 8 1.4 Het theoretisch kader... 8 1.5 Deelvragen... 8 1.6 De methode...

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35062 17 december 2013 Aanwijzing bijstand van tolken en vertalers bij de opsporing en vervolging van strafbare feiten

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061

ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 ECLI:NL:GHSGR:2009:BH2061 Instantie Datum uitspraak 03-02-2009 Datum publicatie 05-02-2009 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 22-002670-08 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht

Nadere informatie

AANWIJZING AFPAKKEN SAMENVATTING

AANWIJZING AFPAKKEN SAMENVATTING AANWIJZING AFPAKKEN Rechtskarakter : Aanwijzing in de zin van art. 130 lid 4 Wet RO Aan : College van Procureurs-Generaal Van : Hoofden van de OM-onderdelen Registratienummer : 2016A009 Datum inwerkingtreding

Nadere informatie

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris

Vervolging. Getuigenverhoor rechter-commissaris Als u in de strafzaak door een advocaat wordt bijgestaan, is het van belang dat u de advocaat op de hoogte houdt van de voortgang in het onderzoek. Na aangifte zal het politieonderzoek waarschijnlijk nog

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2004 2005 30 143 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces Nr. 2 VOORSTEL VAN WET

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 30 320 Wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen

Nadere informatie

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen =====================================================================

Citeertitel: Landsbesluit bewaring inbeslaggenomen voorwerpen ===================================================================== Intitulé : LANDSBESLUIT, houdende algemene maatregelen, van ter uitvoering van enkele artikelen van het Wetboek van Strafvordering van Aruba (AB 1996 no. 75) inzake de bewaring van inbeslaggenomen voorwerpen

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 319 Wijziging van het Wetboek van Strafrecht in verband met wijzigingen van de regeling van de voorwaardelijke veroordeling en de regeling van

Nadere informatie

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek

ARRESTANTENVERZORGING. Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek ARRESTANTENVERZORGING Juridische aspecten De politie Het strafproces Verzorging Ethiek januari 2013 Doel van het strafproces / strafvordering = het nemen van strafvorderlijke beslissingen Bestaat uit =

Nadere informatie

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 ECLI:NL:RBUTR:2010:BN2158 Instantie Rechtbank Utrecht Datum uitspraak 14-07-2010 Datum publicatie 22-07-2010 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 16-711123-09 [P] Strafrecht

Nadere informatie

Aanhouding en inverzekeringstelling

Aanhouding en inverzekeringstelling Aanhouding en inverzekeringstelling 1 U bent aangehouden en meegenomen naar het politiebureau. Wat zijn uw rechten? U wordt verdacht van een strafbaar feit. De Rechercheur Opsporing van de Inspectie SZW

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775

ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 ECLI:NL:GHAMS:2014:3775 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 01-07-2014 Datum publicatie 05-12-2014 Zaaknummer 23-004323-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Lijst van gebruikte afkortingen. Inleiding 1

Lijst van gebruikte afkortingen. Inleiding 1 Inhoudsopgave Lijst van gebruikte afkortingen IX Inleiding 1 1 Algemene aspecten 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Historische schets ontnemingsmaatregel, conservatoir ontnemingsbeslag en conservatoir anderbeslag

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:264

ECLI:NL:GHAMS:2014:264 ECLI:NL:GHAMS:2014:264 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 14-01-2014 Datum publicatie 22-04-2014 Zaaknummer 23-003557-13 Rechtsgebieden Strafrecht Bijzondere kenmerken Hoger beroep Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2007 2008 31 555 Implementatie van het kaderbesluit nr. 2006/783/JBZ van de Raad van de Europese Unie van 6 oktober 2006 inzake de toepassing van het beginsel

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237

ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 ECLI:NL:RBOVE:2017:2237 Instantie Rechtbank Overijssel Datum uitspraak 26-04-2017 Datum publicatie 31-05-2017 Zaaknummer 08/910083-15 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Strafrecht Raadkamer

Nadere informatie

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht

Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Grondtrekken van het Nederlandse strafrecht Mr. J. Kronenberg Mr. B. de Wilde Vijfde druk Kluwer a Kluwer business Deventer - 2012 Inhoudsopgave Voorwoord 13 Aanbevolen literatuur 15 Afkortingenlijst 17

Nadere informatie