Dit werkvoorschrift is van toepassing op het in de handel brengen van:

Transcriptie

1 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 1 van 20 versie datum toelichting 02 3-juni-2010 Gewijzigde wetgeving 03 8-mei 2012 Gewijzigde wetgeving 04 1-juli-2015 Nieuwe sjabloon en Gewijzigde wetgeving 1 Onderwerp In dit werkvoorschrift worden de voorwaarden beschreven die gelden bij de uitvoer van aquacultuurdieren en de producten daarvan vanuit Nederland naar andere lidstaten. Dit werkvoorschrift is van toepassing op het in de handel brengen van: - Waterdieren voor sierdoeleinden die afkomstig zijn van of bestemd zijn voor gesloten siervoorzieningen - Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, inclusief heruitzettingsgebieden, put and take -visbedrijven, open siervoorzieningen en heruitzetting in het wild - Aquacultuurdieren en producten daarvan bestemd voor menselijke consumptie 2 Wettelijke basis EU-regelgeving: Richtlijn 2006/88/EG van de Raad van 24 oktober 2006 betreffende veterinairrechtelijke voorschriften voor aquacultuurdieren en de producten daarvan en betreffende de preventie en bestrijding van bepaalde ziekten bij waterdieren Verordening (EG) Nr. 1251/2008 van de Commissie van 12 december 2008 ter uitvoering van Richtlijn 2006/88/EG van de Raad wat betreft de voorwaarden en certificeringsvoorschriften voor het in de handel brengen en de invoer in de Gemeenschap van aquacultuurdieren en producten daarvan en tot vaststelling van een lijst van vectorsoorten. Laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011 Besluit 2010/221/EU van de Commissie van 15 april 2010 tot goedkeuring van nationale maatregelen ter beperking van het effect van bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren of wilde waterdieren overeenkomstig artikel 43 van Richtlijn 2006/88/EG Nationale wetgeving: Regeling aquacultuur 3 Begrippen Waterdier: vis die behoort tot de superklasse Agnatha en de klassen Chondrichthyes en Osteichthyes; weekdier van het phylum Mollusca; schaaldier van het subphylum Crustacea.

2 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 2 van 20 Aquacultuurdier: een waterdier in al zijn levensfases, inclusief in een kwekerij of kweekgebied van weekdieren gekweekte eieren en sperma/gameten, met inbegrip van een waterdier uit het wild dat voor een kwekerij of een kweekgebied van kweekdieren bestemd is. Aquacultuurproductiebedrijf: onderneming, zowel publiek- als privaatrechtelijk, die, al dan niet met winstoogmerk, met het kweken, houden of telen van aquacultuurdieren samenhangende activiteiten uitvoert. Kwekerij: gebouwen, gesloten ruimte of installaties van een aquacultuurproductiebedrijf waar aquacultuurdieren worden gekweekt om in de handel te worden gebracht, met uitzondering echter van bedrijven waar wilde waterdieren die voor menselijke consumptie verzameld of gevangen worden, in afwachting van de slacht tijdelijk worden gehouden zonder te worden gevoederd. Kweken: het kweken van aquacultuurdieren in een kwekerij of in een kweekgebied van weekdieren. Kweekgebied van weekdieren: een productiegebied of heruitzettingsgebied waarbinnen alle aquacultuurproductiebedrijven hun bedrijfsactiviteiten overeenkomstig een gemeenschappelijk bioveiligheidssysteem uitvoeren. "Put-en-take -visbedrijven: vijvers of andere voorzieningen waar het bestand uitsluitend voor de recreatievisserij in stand wordt gehouden door de aanvulling met aquacultuurdieren. Heruitzettingsgebied: een gebied in zoet water, in zee, in een lagune of in een estuarium dat duidelijk met boeien, palen of andere verankerde materialen is afgebakend en dat uitsluitend bestemd is voor de natuurlijke zuivering van levende weekdieren. Gesloten siervoorzieningen: dierenwinkels, tuincentra, tuinvijvers, handelsaquaria of groothandels die waterdieren voor sierdoeleinden houden die niet in rechtstreeks contact staat met de natuurlijke wateren in de Gemeenschap, of die over een systeem voor de behandeling van effluenten beschikt waardoor het risico van de overdracht van ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht. Open siervisvoorzieningen: andere siervisvoorzieningen dan gesloten siervisvoorzieningen. Heruitzetting in het wild: het uitzetten van aquacultuurdieren in de vrije natuur. Gebied: een duidelijk begrensd geografisch gebied met een homogeen hydrologisch systeem dat bestaat uit een deel van het stroomgebied van de bron(nen) tot aan een natuurlijke of kunstmatige barrière die waterdieren belet om van lager gelegen gedeelten van het stroomgebied stroomopwaarts te migreren, uit een volledig stroomgebied van de bron(nen) ervan tot het estuarium, of uit meer dan een stroomgebied, met inbegrip van de estuaria ervan, als gevolg van de verbinding die er in epizoötiologisch opzicht via de estuaria tussen de stroomgebieden bestaat.

3 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 3 van 20 Compartiment: één of meer kwekerijen waarvoor een gemeenschappelijk bioveiligheidssysteem geldt en waar een populatie waterdieren met een duidelijk onderscheiden gezondheidsstatus ten aanzien van een specifieke ziekte wordt gehouden. Ziektevrij verklaarde gebieden of compartimenten: gebieden of compartimenten die overeenkomstig artikel 49 of 50 van Richtlijn 2006/88/EG ziektevrij verklaard zijn. Vector: een soort die niet gevoelig is voor een ziekte, maar de besmetting verspreidt door pathogenen van de ene gastheer op de andere over te brengen. 4 Benodigdheden N.v.t. 5 Werkwijze Richtlijn 2006/88/EG bepaalt dat voor het in de handel brengen van aquacultuurdieren diergezondheidscertificaten moeten worden afgegeven wanneer de dieren worden binnengebracht in een lidstaat, gebied of compartiment die/dat overeenkomstig die richtlijn ziektevrij is verklaard of die/dat onderworpen is aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma. In Verordening (EG) Nr. 1251/2008 worden certificeringsvoorschriften en geharmoniseerde modellen van gezondheidscertificaten vastgesteld. Wanneer aquacultuurdieren en de producten daarvan in de handel worden gebracht, geldt dat de gezondheidsstatus op de plaats van bestemming met betrekking tot de in bijlage IV, deel II van de Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten, geen gevaar loopt. In het algemeen geldt dat geen verplaatsing mag plaatsvinden naar een bestemming met een hogere gezondheidsstatus. De richtlijn 2006/88/EG geeft gedetailleerde regels betreffende de verplaatsing van aquacultuurdieren, in het bijzonder verplaatsingen tussen lidstaten, gebieden of compartimenten met een verschillende gezondheidsstatus, zoals bedoeld in bijlage III, deel A van deze richtlijn. Bijlage III, deel A van de richtlijn bevat een schema over de mogelijkheid van verplaatsingen tussen lidstaten en geeft aan wanneer een certificaat vereist is. Deze bijlage is in Bijlage 1 van dit voorschrift opgenomen. Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzetting in het wild of in"put-en-takevisbedrijven", moeten klinisch gezond zijn en niet afkomstig zijn van een kwekerij of kweekgebied van weekdieren waar zich een onopgeloste verhoogde sterfte voordoet. Om te beslissen of een export wel of niet kan plaatsvinden en of een certificaat wel of niet vereist is, zijn verschillende factoren van belang:

4 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 4 van 20 - Soort aquacultuurdier behoort tot de gevoelige soorten voor een of meer van de ziekten die opgenomen zijn in bijlage IV deel II van Richtlijn 2006/88/EG en/of behoort tot de vectorsoorten opgenomen in Bijlage I van Verordening (EG) Nr. 1251/2008. De lijst van ziekten en gevoelige soorten die opgenomen zijn in bijlage IV deel II van Richtlijn 2006/88/EG is te vinden op Bijlage 2 van dit voorschrift. De lijst van vectorsoorten opgenomen in Bijlage I van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 is opgenomen in Bijlage 3 van dit voorschrift. De lijst van mogelijke vectorsoorten en de voorwaarden waaronder deze soorten als vector moeten worden beschouwd zijn opgenomen in Bijlage I van Verordening (EG) Nr. 1251/2008. Aquacultuurdieren die in Bijlage I, kolom 2, van deze verordening als vector zijn opgenomen, worden slechts als vector beschouwd indien deze dieren aan bepaalde voorwaarden voldoen met betrekking tot de plaats van oorsprong (kolom 3) en plaats van bestemming (kolom 4). Indien aan één van de voorwaarden niet wordt voldaan, wordt het desbetreffende aquacultuurdier niet als vector beschouwd. - Doel of bestemming van de aquacultuurdieren: De eisen zijn afhankelijk van het doel van de bestemming van de aquacultuurdieren. Deze bestemmingen kunnen zijn: kweek, uitzetting in het wild, put and take -visbedrijven, open siervisvoorzieningen, gesloten siervoorzieningen of verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie. - De gezondheidsstatus op de plaats van bestemming. Er zijn verschillende gezondheidstatus met betrekking tot de ziekten die opgenomen zijn in bijlage IV deel II van Richtlijn 2006/88/EG: vrij verklaard, onderworpen aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma, onbepaald en besmet. De gezondheidsstatus van de plaats van bestemming is te vinden op: en, - De gezondheidsstatus van land van herkomst met betrekking tot de ziekten die opgenomen zijn in bijlage IV deel II van Richtlijn 2006/88/EG. De gezondheidsstatus van Nederland voor deze ziekten is in principe onbepaald (zie tabel van Bijlage 1 van dit voorschrift) behalve voor Infectieuze zalmanemie (ISA), waarvan het hele grondgebied van Nederland vrij is verklaard. Als een uitbraak van een van deze ziekten wordt bevestigd, verandert de status waar de ziekte is geconstateerd van onbepaald naar besmet. De export vanuit een besmet gebied of lidstaat kan alleen plaatsvinden naar een gebied of lidstaat die ook besmet is voor dezelfde ziekte, in dit geval is een certificaat vereist. Om te beslissen of een export van aquacultuurdieren mogelijk is en om te bepalen of een certificaat vereist is, is als hulpmiddel een beslisboom opgesteld. Deze beslisboom is in Bijlage 4 van dit werkvoorschrift opgenomen.

5 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 5 van 20 De beslisboom is gemaakt met het uitgaanspunt dat de gezondheidsstatus van Nederland onbepaald is. Zendingen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, put and take -visbedrijven, open siervoorzieningen en heruitzetting in het wild die vaatbaar zijn voor één of meer van bovengenoemde ziekten en binnengebracht worden in lidstaten of delen daarvan die ziektevrij zijn verklaard of zijn onderworpen aan een uitroeiingsprogramma of bewakingsprogramma moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat volgens model van Bijlage II, deel A van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 Laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011 Zendingen van aquacultuurdieren bestemd voor verdere verwerking, verzendingscentra, zuiveringscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie die vaatbaar zijn voor één of meer van bovengenoemde ziekten en binnengebracht worden in lidstaten of delen daarvan die ziektevrij zijn verklaard of zijn onderworpen aan een uitroeiingsprogramma of bewakingsprogramma moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat volgens model van Bijlage II, deel B van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 Laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011. De zendingen moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften die opgenomen zijn in het certificaat en de toelichting van Bijlage 5 van deze verordening. Nationale maatregelen ter beperking van het effect van bepaalde ziekten bij aquacultuurdieren of wilde waterdieren. Besluit 2010/221/EU Naast de in Richtlijn 2006/88/EG vermelde ziekten, zijn er andere ziekten die een aanzienlijk risico kunnen vormen voor de gezondheidssituatie van aquacultuurdieren of wilde waterdieren of voor het milieu. Deze andere ziekten zijn opgenomen in Bijlage II, deel C van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011 en in Bijlage 5 van dit voorschrift. In Besluit 2010/221/EU worden nationale maatregelen goedgekeurd ter beperking van het effect van deze ziekten bij aquacultuurdieren en wilde waterdieren. De lidstaten of delen daarvan die vrij verklaard zijn van één of meer van deze ziekten of die onderworpen zijn aan een uitroeiingsprogramma kunnen voorschrijven dat de binnengebrachte zendingen van aquacultuurdieren aan bepaalde eisen voldoen. (Nationale maatregelen). Bepaalde lidstaten hebben goedgekeurde nationale bewakingsprogramma s met betrekking tot Ostreid herpesvirus 1 µνar (OsHV-1 µνar) deze lidstaten stellen ook Nationale maatregelen voor het binnenbrengen van bepaalde zendingen. De lijst van lidstaten en delen daarvan die vrij verklaard zijn, de lijst van lidstaten en delen daarvan met een goedgekeurd uitroeiingsprogramma en de lijst van lidstaten en

6 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 6 van 20 delen daarvan met een goedgekeurd bewakkingsprogramma met betrekking tot Ostreid herpesvirus 1 µνar zijn opgenomen in Bijlage 5 van dit voorschrift Zendingen van aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, put and take -visbedrijven, open siervoorzieningen en heruitzetting in het wild of bestemd voor verdere verwerking, verzendingscentra, zuiveringscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie die vaatbaar zijn voor één of meer van bovengenoemde ziekten en binnengebracht worden in lidstaten of delen daarvan die ziektevrij zijn verklaard of zijn onderworpen aan een uitroeiingsprogramma of bewakingsprogramma moeten vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat volgens model van Bijlage II, deel A of deel B van Verordening (EG) Nr. 1251/2008. De zendingen moeten voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften die opgenomen zijn in het certificaat en de toelichting van Bijlage 5 van deze verordening. Zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten die vaatbaar zijn voor Gyrodactilus salaris aanwezig zijn, moeten ook aan bovengenoemde eisen voldoen. Deze eisen zijn eveneens in de beslisboom van Bijlage 4 van dit voorschrift opgenomen. Voorschriften transport Tijdens het vervoer van aquacultuurdieren worden de noodzakelijke ziektepreventiemaatregelen genomen, zodat de gezondheidsstatus van deze dieren gedurende het vervoer niet wordt gewijzigd en het risico van verspreiding van ziekten wordt teruggedrongen. De aquacultuurdieren worden onder zodanige omstandigheden vervoerd dat de gezondheidsstatus ervan en de gezondheidsstatus van de plaats van bestemming niet in gevaar wordt gebracht. De vervoerders van aquacultuurdieren dienen een register bij te houden van: - de mortaliteit tijdens het vervoer, voor zover dit voor het soort vervoer en de vervoerde soorten in de praktijk mogelijk is; - de door het vervoermiddel bezochte kwekerijen, kweekgebieden voor weekdieren en verwerkingsbedrijven, en - de waterverversing tijdens het vervoer, met name de herkomst van nieuw water en de plaats van lozing van gebruikt water. In het geval van vis gelden de algemene voorschriften van Verordening (EG) Nr. 1/2005 ( Transportveroordening ) Voor transporten korter dan 65 kilometer heeft de transporteur geen vergunning nodig. Voor transporten die korter duren dan 8 uur (inclusief laden en lossen van de dieren) heeft de transporteur een vergunning type I (conform artikel 10 van de Transportverordening)

7 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 7 van 20 nodig. Als de vervoerder ook transporten uitvoert die langer dan 8 uur duren: vergunning type II De eigenaar van het wegvervoermiddel dient tevens een certificaat van goedkeuring te hebben voordat het wegvervoermiddel kan worden ingezet voor transport langer dan 8 uur. Een certificaat van goedkeuring wordt afgegeven door de RDW na een keuring. Meer informatie is te vinden in de NVWA website: Melding in TRACES Voor onderstaande verplaatsingen van aquacultuurdieren tussen lidstaten geldt een kennisgevingsverplichting in TRACES (TRACES-melding): verplaatsingen van aquacultuurdieren tussen lidstaten waar een diergezondheidscertificaat vereist is - alle andere verplaatsingen van levende aquacultuurdieren voor de kweek of voor uitzetting in het wild tussen lidstaten waar geen diergezondheidscertificaat vereist is - verplaatsingen van waterdieren voor sierdoeleinden die bestemd zijn voor gesloten siervoorzieningen wanneer de dieren: - bestemd zijn voor een lidstaat indien het gehele grondgebied of bepaalde gebieden of compartimenten daarvan vrij verklaard zijn van één of meer van de ziekten genoemd in bijlage IV deel twee van Richtlijn 2006/88/EG of onderworpen aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma en, - behoren tot de soorten die vatbaar zijn voor één of meer van de ziekten waarvoor betrokken lidstaat of gebied of compartiment ziektevrij is verklaard, of waarvoor een bewakings- of uitroeiingsprogramma geldt. Werkzaamheden aquacultuurbedrijf bij exportcertificering Aan de hand van de beslisboom van Bijlage 4 van dit voorschrift kan de exploitant van het aquacultuurbedrijf bepalen of de export mogelijk is. Als de export mogelijk is kan bepaald worden of een certificaat vereist is. Bij twijfel contact opnemen met de NVWA. Een export wordt via de NVWA website aangevraagd. Indien een diergezondheidscertificaat vereist is, of een kennisgevingsverplichting in TRACES is (zie punt kennisgevingsverplichting in TRACES ), dient het bedrijf een account aanvragen via de mail bij de helpdesktraces van de NVWA. helpdesktraces@vwa.nl De TRACES-coördinator zorgt dat bedrijven toegang tot TRACES krijgen en zorgt dat er een korte opleiding verzorgd wordt om TRACES te kunnen gebruiken. kennisgevingsverplichting in TRACES

8 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 8 van 20 Het bedrijf voert Deel I van het desbetreffende certificaat in TRACES. De status van de melding is dan "nieuw". De NVWA moet deze melding nog "geldig" maken. Als dat niet gebeurt, kan de ontvanger in de lidstaat van bestemming problemen met de lokale autoriteiten krijgen. Hiertoe dient het bedrijf via de mail de laatste 5 cijfers van het Intra.NL nummer van de ingebrachte melding aan de Helpdesk Traces van de NVWA door te geven met het verzoek deze melding op geldig te zetten. Mailadres: helpdesktraces@vwa.nl Als de (nieuwe) meldingen geldig gemaakt zijn ontvangt het bedrijf hierover bericht via de mail. Certificeren via TRACES Het bedrijf voert Deel I van het desbetreffende certificaat in TRACES. De status van de melding is dan "nieuw" de viscontroleur voert TRACES Deel II in van het certificaat en tekent de papierversie af. Het afgetekende certificaat dient het transport te vergezellen. Werkzaamheden medewerker NVWA (visteam) bij exportcertificering In geval er een aanvraag exportcertificeren is ingediend controleert de NVWA controleur aan de hand van het aanvraagformulier de gezondheidsstatus van herkomst. Deze status is in principe onbepaald voor alle ziekten (behalve ISA: Vrijverklaard). Er wordt gecontroleerd of geen uitbraak van een bepaalde ziekte geconstateerd is en daardoor de status van onbepaald naar besmet is veranderd. Indien de gezondheidsstatus van herkomst onbepaald is checkt de NVWA controleur afhankelijk van soort aquacultuurdier, doeleinde van de aquacultuurdieren en gezondheidsstatus van bestemming of de export kan plaatsvinden en of inderdaad een certificaat vereist is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de beslisboom van Bijlage 4 van dit voorschrift. Indien volgens de beslisboom een certificaat vereist is, controleert de NVWA controleur op de dag van certificering (verlading) of de vis geen zichtbare klinische afwijkingen vertoont. Wanneer dit het geval is kan er geen certificaat worden afgegeven. De NVWA medewerker controleert in het geval van vis of het vervoersbedrijf aan de algemene voorschriften van Verordening (EG) Nr. 1/2005 ( Transportveroordening ) voldoet. Wanneer aan alle eisen wordt voldaan kan het certificeren plaatsvinden. Deel I van het certificaat wordt door het bedrijf in TRACES ingevoerd, de viscontroleur voert TRACES Deel II van het certificaat in en tekent de papierversie af

9 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 9 van 20 Het afgetekende certificaat dient het transport te vergezellen. 6 Registratie en archivering N.v.t. 7 Interventie N.v.t. 8 Arbo, milieu en veiligheid N.v.t. 9 Divers Bijlage 1: schema van de mogelijkheid van verplaatsingen van aquacultuurdieren tussen lidstaten en wanneer een certificaat vereist is. (Bijlage III, deel A van Richtlijn 2006/88/EG). Bijlage 2: lijst gevoelige soorten per ziekte opgenomen in Bijlage IV, deel II van Richtlijn 88/2006/EG. Bijlage 3: lijst vectorsoorten per ziekte opgenomen in Bijlage I van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 Bijlage 4: beslisboom voor de verzending van aquacultuurdieren vanuit NL naar andere EU lidstaten. Bijlage 5: lijst van ziekten en gevoelige soorten van Bijlage II, deel C van Verordening (EG) nr. 1251/2008 laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011. Bijlage 6: lijst van ziektevrij verklaarde lidstaten en delen daarvan en lijst van lidstaten en delen daarvan met uitroeiingsprogramma s voor de ziekten van Bijlage II, deel C van Verordening (EG) nr. 1251/2008 laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011

10 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 10 van 20 Bijlage 1: schema van de mogelijkheid van verplaatsingen van aquacultuurdieren tussen lidstaten en wanneer een certificaat vereist is. (Bijlage III, deel A van Richtlijn 2006/88/EG). Richtlijn 2006/88/EG

11 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 11 van 20 Bijlage 2: Lijst van gevoelige soorten per ziekten: Bijlage IV, deel II van Richtlijn 88/2006/EG

12 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 12 van 20 Bijlage 3: lijst vectorsoorten per ziekte opgenomen in Bijlage I van Verordening (EG) Nr. 1251/2008 BIJLAGE I Lijst van mogelijke vectorsoorten en de voorwaarden waaronder deze soorten als vector moeten worden beschouwd

13 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 13 van 20

14 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 14 van 20

15 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 15 van 20 Bijlage 4: Beslisboom voor verzending aquacultuurdieren vanuit NL naar andere EU lidstaten JA De in de handel te brengen aquacultuurdieren horen bij de gevoelige soorten voor één of meer in bijlage IV, deel II van NEE NEE RL 88/2006/EG van genoemde ziekten? en/of (1) Zijn bestemd voor lidstaten, gebieden of compartimenten die vrij verklaard zijn of onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma voor de ziekte(s) waarvoor het aquacultuurdier gevoelig is? Gezondheidsstatus Zijn opgenomen in kolom 2 van de tabel in Bijlage I van Vo (EG) 1251/2008 als vectorsoort? NEE NEE JA GEEN export mogelijk 2 uitzonderingen (2) JA Zijn de Aquacultuurdieren bestemd voor de kweek, heruitzettingsgebieden, put and take -visbedrijven, open siervisvoorzieningen of heruitzetting in het wild? NEE Export mag GEEN CERTIFICAAT vereist (4) JA NEE NEE NEE Zijn bestemd voor lidstaten, gebieden of compartimenten die vrij verklaard zijn of onderworpen zijn aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma voor de ziekte(s) waarvoor het aquacultuurdier vector is? Gezondheidsstatus Voldoen de Voldoen de aquacultuurdieren JA aquacultuurdieren aan de JA aan de voorwaarden van voorwaarden van kolom 3 kolom 4 van de tabel in JA van de tabel in bijlage I van bijlage I van Vo (EG) 1251/2008? Vo (EG) 1251/2008? Export met certificaat volgens het model van bijlage II, Deel A Vo (EG) 1251/2008 Quarantaine vereist (3)

16 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 16 van 20 (1) Nationale maatregelen Besluit 2010/221/EU (1) Aquacultuurdieren horen bij de soorten die vatbaar zijn voor de ziekten van Bijlage II, deel C van Verordening (EU) 1251/2008? Zijn bestemd voor lidstaten of delen daarvan JA die vrij verklaard zijn of met JA JA uitroeiingsprogramma s zoals genoemd in van Bijlage I, Bijlage II of Bijlage III van Besluit 2010/221/EU? Aquacultuurdieren voldoen aan de veterinairrechtelijke voorschriften van het modeldiergezondheidscertificaat van bijlage II, deel A of B en de toelichting van Bijlage V van Verordening (EU) 1251/2008 NEE NEE Export mag GEEN CERTIFICAAT vereist GEEN export mogelijk NEE JA Export met TRACES Certificaat van bijlage II, deel A of B en de Verordening (EU) 1251/2008 Zendingen van vissen van alle soorten, die afkomstig zijn uit wateren waar soorten aanwezig zijn die in deel C van bijlage II van Verordening (EU) 346/2010 zijn opgenomen als soorten die vatbaar zijn voor besmetting met Gyrodactylus salaris, moeten aan dezelfde eisen voldoen als de vaatbare soorten wanneer die zendingen bestemd zijn voor een lidstaat of een deel daarvan, opgenomen in bij- lage I bij Besluit 2010/221/EU als zijnde vrij van Gyrodactylus salaris (GS). (2) Uitzondering 1 Het hele grondgebied van Nederland is ziektevrij verklaard van Infectieuze zalmanemie (ISA) infectie met genotype HPR-negatief van het geslacht Isavirus (ISAV) (Bijlage I Deel C van Beschikking 2009/177/EG) Dat betekent dat Nederland gevoelige soorten voor (ISA), naar lidstaten, gebieden of compartimenten die vrij verklaard van (ISA) zijn of onderworpen aan een bewakings- of uitroeiingsprogramma mag exporteren. Een certificaat volgens itspraak van de Cie. niet vereist

17 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 17 van 20 (2) Uitzondering 2 In het geval van aquacultuurdieren en producten daarvan voor verdere verwerking met het oog op menselijke consumptie mogen tijdelijk op de plaats van verwerking opgeslagen worden alleen indien: tijdelijk in verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven worden gehouden die over systemen voor de behandeling van effluenten beschikken waarmee de desbetreffende pathogenen geïnactiveerd worden, of waar de effluenten andere behandelingen ondergaan, waardoor het risico van overdracht van de ziekten naar de natuurlijke wateren tot een aanvaardbaar niveau wordt teruggebracht. Dat geldt ook voor levende weekdieren en schaaldieren die tijdelijk in communautaire wateren worden uitgezet of in verzendingscentra, zuiveringscentra of soortgelijke bedrijven worden binnengebracht. Export mogelijk met certificaat volgens model diergezondheidscertificaat voor in het handel brengen van aquacultuurdieren of producten daarvan die bestemd zijn voor verdere verwerking, verzendingscentra, zuiveringscentra en soortgelijke bedrijven met het oog op menselijke consumptie (Bilage II, deel B van Vo (EG) 1251/2008) (3) Indien voor de export van vectorsoorten quarantaine vereist is moeten de dieren naar een quarantainevoorziening gebracht worden die voldoet aan de voorschriften van Beschikking 2008/946/EG. Deze quarantainevoorziening mag zich bevinden in het land van herkomst of in het land van bestemming. Nederland heeft geen erkende quarantainevoorziening. (4) Voor alle verplaatsingen van levende aquacultuurdieren voor de kweek of voor uiteenzetting in het wild waarvoor geen diergezondheidscertificaat vereist is geldt een kennisgevingverplichting in TRACES. (Alleen Deel I van het model certificaat van bijlage II, Deel A van Vo (EG) 1251/2008 moet dan ingevuld worden)

18 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 18 van 20 Bijlage 5: Lijst van ziekten en gevoelige soorten van Bijlage II, deel C van Verordening (EG) nr. 1251/2008 laatst gewijzigd door Verordening (EU) nr. 346/2010 en Verordening (EU) nr. 350/2011

19 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 19 van 20 Bijlage 6: lijst van ziektevrij verklaarde lidstaten en delen daarvan en lijst van lidstaten en delen daarvan met uitroeiingsprogramma s voor de ziekten van Bijlage II, deel C van Verordening (EG) nr. 1251/2008 Besluit 2010/221/EU BIJLAGE I

20 code OVEAQ-01 versie 04 ingangsdatum pag. 20 van 20 Besluit 2010/221/EU BIJLAGE II Besluit 2010/221/EU BIJLAGE III