ADVIES. NL In verscheidenheid verenigd NL 2013/0136(COD) van de Commissie visserij. aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie visserij /0136(COD) ADVIES van de Commissie visserij aan de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling inzake het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad voor diergezondheid (COM(2013)0260 C7-0124/ /0136(COD)) Rapporteur voor advies: Isabella Lövin AD\ doc PE v02-00 In verscheidenheid verenigd

2 PA_Legam PE v /24 AD\ doc

3 BEKNOPTE MOTIVERING Het voorstel van de Commissie voor een nieuwe EU-verordening inzake diergezondheid is bedoeld als het wettelijk kader ter ondersteuning van de in 2007 gepubliceerde strategie voor diergezondheid. De rapporteur is zich ervan bewust dat dit voorstel zijn werkingssfeer beperkt doordat het alleen overdraagbare ziekten bestrijkt en dat de Commissie een voorstel wil doen voor een nieuwe verordening specifiek inzake dierenwelzijn. Toch is de rapporteur nog altijd van mening dat enkele aspecten van het huidige voorstel sterker tot uiting moeten komen, zodat de algehele EU-doelstelling van verhoging van het dierenwelzijn in het voorstel wordt weerspiegeld. In artikel 13 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) wordt verklaard: "Bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt en onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte, houden de Unie en de lidstaten ten volle rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel". Er bestaat een onlosmakelijk verband tussen het welzijn en de gezondheid van dieren. Dieren die gedwongen worden onder stressrijke omstandigheden te leven, ontwikkelen een minder goed functionerend immuunsysteem en zijn daarom eerder geneigd om ziekten, ook overdraagbare ziekten, aan te trekken en te ontwikkelen. Aangezien het motto van de EUstrategie voor diergezondheid "voorkomen is beter dan genezen" luidt, stelt de rapporteur voor een nieuwe alinea toe te voegen aan artikel 9, lid 1, waarmee de personen die zich beroepsmatig met dieren bezighouden de extra verantwoordelijkheid krijgen om passende maatregelen op het gebied van dierenwelzijn te nemen, zodat een goede diergezondheid tot stand kan komen. Dit is tevens in overeenstemming met de strekking van artikel 10 op grond waarvan personen die zich beroepsmatig met dieren bezighouden kennis verwerven van de interactie tussen diergezondheid en dierenwelzijn, en van ziekten en de beginselen van biobeveiliging. Een van de grootste bedreigingen voor zowel de gezondheid van mensen als de gezondheid van dieren is de snelle ontwikkeling en verspreiding van antibioticaresistentie. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (2011) sterven alleen al in de EU jaarlijks mensen aan infecties die veroorzaakt zijn door antibioticaresistente bacteriën. Resistente bacteriën en resistente genen kunnen door het gebruik van antibiotica bij voedselproducerende dieren via de voedselketen worden overgedragen van dieren op mensen. In de aquacultuur kan beter beheer, waaronder lagere visdichtheden en de invoering van vaccins het gebruik van antibiotica aanzienlijk terugdringen. Dit illustreert hoe belangrijk het is ziekten te voorkomen, hetgeen betrekking heeft op alles wat voedselproducerende dieren voortbrengen. Parasieten en alle soorten ziekten, waaronder overdraagbare ziekten, zijn een plaag voor de meeste activiteiten op het gebied van aquacultuur. In 2005 is een nieuwe ziekte ontdekt bij Noorse gekweekte kabeljauw: francisella sp. Een paar jaar later is de ziekte vastgesteld bij wilde kabeljauw aan de westkust van Zweden. De interactie tussen gekweekte en wilde vis is over het algemeen zeer groot wanneer aquacultuur plaatsvindt in de open zee of in meren. Vaak blijkt wilde vis zich bij de kooien te laten voederen, en gekweekte vis ontsnapt maar al te vaak uit de kooien tijdens stormen of wanneer de kooien om andere redenen kapot gaan. Daarom moet veel aandacht worden besteed aan de risico's van nieuwe overdraagbare aandoeningen die zich in de aquacultuur ontwikkelen en zich verspreiden onder wilde AD\ doc 3/24 PE v02-00

4 populaties, waarbij niet alleen de visgezondheid in het geding is, maar zelfs hele ecosystemen bedreigd worden. Wanneer bijvoorbeeld wilde kabeljauw sterk getroffen wordt door een ziekte, ondervindt niet alleen de visserijsector hiervan de gevolgen, maar raakt ook de balans tussen soorten in de voedselketen verstoord. Daarom is de rapporteur van mening dat het zeer belangrijk is om aan artikel 9, lid 1, onder b) toe te voegen dat exploitanten de verantwoordelijkheid hebben om niet alleen het verspreiden van ziekten onder verschillende gehouden dieren te voorkomen, maar ook het verspreiden van ziekten tussen gehouden dieren en wilde dieren. De door de Commissie voorgestelde definitie van gehouden dieren voldoet niet wanneer het gaat om waterdieren, aangezien waterdieren uitsluitend als "aquacultuurdieren" worden gedefinieerd. Wat betreft waterdieren is het duidelijk dat overdraagbare ziekten bij waterdieren ook hun oorsprong kunnen vinden bij dieren die worden gehouden in aquaria in restaurants of huizen van particulieren en die vervolgens in het wild worden uitgezet, soms door vissers of sportvissers die nieuwe soorten proberen te introduceren. Daarom moet het laatste deel van de definitie van gehouden dieren worden geschrapt. Ten slotte worden aquacultuurdieren, zelfs met het oog op de bestrijding van ziekten, meestal geslacht in gewone verwerkingsinrichtingen. Voor een beter begrip van de vereisten en verantwoordelijkheden op grond van deze verordening dient de term "verwerkingsinrichtingen" gelijktijdig met de term "ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen" gebruikt te worden. AMENDEMENTEN De Commissie visserij verzoekt de ten principale bevoegde Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen: 1 Overweging 3 bis (nieuw) (3 bis) Bescherming van dierenwelzijn wordt in het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (titel II) genoemd als één van de cruciale beginselen die de Unie in acht moet nemen, op gelijke voet met andere belangrijke beginselen die onder dezelfde titel worden genoemd, zoals bescherming van de gezondheid van de mens, PE v /24 AD\ doc

5 bevordering van duurzame ontwikkeling en waarborging van de consumentenbescherming. In artikel 13 wordt het volgende bepaald: "Bij het formuleren en uitvoeren van het beleid van de Unie op het gebied van landbouw, visserij, vervoer, interne markt en onderzoek, technologische ontwikkeling en de ruimte, houden de Unie en de lidstaten ten volle rekening met hetgeen vereist is voor het welzijn van dieren als wezens met gevoel". 2 Artikel 1 lid 1 1. Deze verordening stelt bepalingen vast met betrekking tot de preventie en bestrijding van dierziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen. 1. Deze verordening stelt bepalingen vast met betrekking tot de preventie en bestrijding van dierziekten die kunnen worden overgedragen op dieren of mensen, en bevordert daarmee de diergezondheid. 3 Artikel 1 lid 2 letter a punt -i (nieuw) (-i) een betere diergezondheid; 4 Artikel 1 lid 2 letter b punt i streepje 4 bis (nieuw) - antibioticaresistentie; AD\ doc 5/24 PE v02-00

6 5 Artikel 4 lid 1 punt 5 (5) "gehouden dieren": dieren die door de mens worden gehouden; in het geval van waterdieren, aquacultuurdieren; (5) "gehouden dieren": levende dieren die door de mens worden gehouden; Motivering De definitie van 'gehouden waterdieren' moet tevens dieren gehouden voor sierdoeleinden, gezelschapsdieren en door de mens gehouden wilde dieren omvatten. Veel ziekten worden in de natuur verspreid door voor sierdoeleinden gehouden waterdieren die voor aquaria bestemd zijn, of wilde, gevangen schaaldieren die zijn bestemd voor restaurants. Deze dieren moeten in de verordening worden opgenomen voor een betere preventie en traceerbaarheid van ziekten. 6 Artikel 4 lid 1 punt 51 [...] Schrappen 7 Artikel 4 lid 1 punt 50 bis (nieuw) (50 bis) 'verwerkingsinrichting': een levensmiddelenbedrijf dat is erkend overeenkomstig artikel 4 van Verordening (EG) nr. 853/2004, voor de verwerking van aquacultuurdieren voor voedingsdoeleinden. PE v /24 AD\ doc

7 Motivering Meestal worden aquacultuurdieren in gewone verwerkingsinstellingen geslacht, zelfs wanneer geslacht wordt met het oog op de bestrijding van ziekten. Voor een beter begrip van de vereisten en verantwoordelijkheden op grond van deze verordening dient de term 'verwerkingsinrichtingen' gelijktijdig met de term 'ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen' gebruikt te worden. 8 Artikel 4 lid 1 punt 50 ter (nieuw) (50 ter) "ziektebestrijdende inrichting voor aquatische levensmiddelen": een levensmiddelenbedrijf dat is erkend overeenkomstig artikel 177 van deze verordening, voor het slachten van waterdieren met het oog op de bestrijding van ziekten overeenkomstig titel II van deel IV. 9 Artikel 5 lid 2 letter a punt -i (nieuw) (-i) diergezondheid; 10 Artikel 9 lid 1 letter b (b) nemen, rekening houdend met de betrokken risico's, passende biobeveiligingsmaatregelen om de gezondheid van die gehouden dieren en (b) nemen, rekening houdend met de betrokken risico's, passende biobeveiligingsmaatregelen om de gezondheid van die gehouden dieren en AD\ doc 7/24 PE v02-00

8 producten te garanderen en om te beletten dat ziekten worden geïntroduceerd, zich ontwikkelen en vermeerderen bij en zich verspreiden onder en van bij die gehouden dieren en producten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, tenzij dat om wetenschappelijke doeleinden specifiek is toegestaan, op een wijze die passend is voor: producten te garanderen en om te beletten dat ziekten worden geïntroduceerd, zich ontwikkelen en vermeerderen bij en zich verspreiden onder en van bij die gehouden dieren en producten waarvoor zij verantwoordelijkheid dragen, alsook van bij die gehouden dieren en wilde dieren, tenzij dat om wetenschappelijke doeleinden specifiek is toegestaan, op een wijze die passend is voor: 11 Artikel 9 lid 1 letter b bis (nieuw) (b bis) nemen passende maatregelen op het gebied van dierenwelzijn met het oog op waarborging van de diergezondheid. 12 Artikel 9 lid 1 letter b ter (nieuw) (b ter) volgen bij het verzorgen van hun dieren goede praktijken c.q. goede dierhouderijpraktijken, zoals vermindering van de behoefte aan antimicrobiële geneesmiddelen, zodat zij bijdragen tot het voorkomen van de ontwikkeling en verspreiding van antimicrobacteriële resistentie bij door de mens gehouden dieren en producten. 13 Artikel 10 lid 1 letter c bis (nieuw) PE v /24 AD\ doc

9 c bis) passen algemene beginselen inzake de ontwikkeling en verspreiding van antimicrobiële resistentie toe; 14 Artikel 11 lid 1 letter c punt iii bis (nieuw) iii bis) het bijdragen tot een verantwoordelijk gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen om de ontwikkeling en verspreiding van antimicrobiële resistentie te voorkomen; 15 Artikel 12 lid 1 letter c bis (nieuw) c bis) een actieplan met ziektepreventiemaatregelen voor het monitoren, voorkomen en beheersen van overdraagbare dierziekten, teneinde het gebruik van antibiotica - en daarmee het risico dat er antimicrobiële resistentie ontstaat - te verminderen. Dat actieplan wordt regelmatig bijgewerkt. 16 Artikel 46 lid 1 1. De lidstaten kunnen maatregelen treffen 1. De lidstaten treffen maatregelen AD\ doc 9/24 PE v02-00

10 betreffende het gebruik van diergeneesmiddelen voor in de lijst opgenomen ziekten, om te zorgen voor een zo efficiënt mogelijke preventie of bestrijding van die ziekten, mits die maatregelen stroken met de bepalingen inzake het gebruik van diergeneesmiddelen in krachtens artikel 47 vastgestelde gedelegeerde handelingen. betreffende het verantwoorde gebruik van diergeneesmiddelen voor overdraagbare ziekten, om te zorgen voor een zo efficiënt mogelijke preventie of bestrijding van die ziekten, mits die maatregelen stroken met de bepalingen inzake het gebruik van diergeneesmiddelen in krachtens artikel 47 vastgestelde gedelegeerde handelingen. 17 Artikel 46 lid 2 2. Wanneer de lidstaten beoordelen of ter preventie en bestrijding van een bepaalde in de lijst opgenomen ziekte al dan niet diergeneesmiddelen mogen worden gebruikt, en zo ja, hoe, houden zij rekening met de volgende criteria: 2. Wanneer de lidstaten beoordelen of ter preventie en bestrijding van een bepaalde ziekte al dan niet diergeneesmiddelen mogen worden gebruikt, en zo ja, hoe, houden zij rekening met de volgende criteria: 18 Artikel 47 lid 1 letter b (b) specifieke voorwaarden voor het gebruik van diergeneesmiddelen voor een specifieke in de lijst opgenomen ziekte; (b) specifieke voorwaarden voor het gebruik van diergeneesmiddelen voor een specifieke ziekte; 19 Artikel 47 lid 1 letter d (d) risicobeperkende maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van in de lijst opgenomen ziekten door dieren die (d) risicobeperkende maatregelen ter voorkoming van de verspreiding van ziekten door dieren die zijn behandeld met PE v /24 AD\ doc

11 zijn behandeld met de diergeneesmiddelen of door producten van die dieren; de diergeneesmiddelen of door producten van die dieren; 20 Artikel 47 lid 1 letter e (e) surveillance na het gebruik van vaccins en andere diergeneesmiddelen voor specifieke in de lijst opgenomen ziekten. (e) surveillance na het gebruik van vaccins en andere diergeneesmiddelen voor specifieke ziekten. 21 Artikel 177 titel Erkenning van ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen Erkenning van verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen 22 Artikel 177 lid 1 1. De exploitanten van ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen zien erop toe dat hun inrichtingen door de bevoegde autoriteit zijn erkend voor het slechten van waterdieren voor ziektebestrijding overeenkomstig artikel 61, lid 1, onder b), artikel 62, artikel 68, lid 1, en artikel 78, leden 1 en 2, en de regelgeving vastgesteld krachtens artikel 63, artikel 70, lid 3, artikel 71, lid 3, en artikel 78, lid De exploitanten van verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen zien erop toe dat hun inrichtingen door de bevoegde autoriteit zijn erkend voor het slechten van waterdieren voor ziektebestrijding overeenkomstig artikel 61, lid 1, onder b), artikel 62, artikel 68, lid 1, en artikel 78, leden 1 en 2, en de regelgeving vastgesteld krachtens artikel 63, artikel 70, lid 3, artikel 71, lid 3, en artikel 78, lid 3. AD\ doc 11/24 PE v02-00

12 23 Deel IV Titel II Hoofdstuk 1 Afdeling 3 titel REGISTER VAN DE BEVOEGDE AUTORITEIT VAN AQUACULTUURINRICHTINGEN EN ZIEKTEBESTRIJDENDE INRICHTINGEN VOOR AQUATISCHE LEVENSMIDDELEN REGISTER VAN DE BEVOEGDE AUTORITEIT VAN AQUACULTUURINRICHTINGEN, VERWERKINGSINRICHTINGEN EN ZIEKTEBESTRIJDENDE INRICHTINGEN VOOR AQUATISCHE LEVENSMIDDELEN 24 Artikel 183 titel Register van aquacultuurinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen register van aquacultuurinrichtingen, verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen 25 Artikel 183 lid 1 letter c (c) alle ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen die zijn erkend overeenkomstig artikel 179, lid 1. (c) alle verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen die zijn erkend overeenkomstig artikel 179, lid Artikel 186 titel PE v /24 AD\ doc

13 Documentatieverplichting voor ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen Documentatieverplichting voor verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen 27 Artikel 186 lid 1 1. De exploitanten van ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen die moeten worden erkend overeenkomstig artikel 177 houden actuele documentatie bij van alle verplaatsingen van aquacultuurdieren en van producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn van dergelijke dieren naar en uit dergelijke inrichtingen. 1. De exploitanten van verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen die moeten worden erkend overeenkomstig artikel 177 houden actuele documentatie bij van alle verplaatsingen van aquacultuurdieren en van producten van dierlijke oorsprong die afkomstig zijn van dergelijke dieren naar en uit dergelijke inrichtingen. 28 Artikel 186 lid 2 2. De exploitanten van ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen: 2. De exploitanten van verwerkingsinrichtingen en ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen: 29 Artikel 187 lid 1 inleidende formule De vervoerders van aquacultuurdieren en De vervoerders van aquacultuurdieren en AD\ doc 13/24 PE v02-00

14 wilde waterdieren bestemd voor aquacultuur houden actuele documentatie bij over: wilde waterdieren bestemd voor aquacultuur of uitzetting in de natuur met het oog op herbevolking van wilde populaties houden actuele documentatie bij over: 30 Artikel 187 lid 1 1. De vervoerders van aquacultuurdieren en wilde waterdieren bestemd voor aquacultuur houden actuele documentatie bij over: 1. De vervoerders van aquacultuurdieren en wilde waterdieren bestemd voor aquacultuur of uitzetting in natuurlijke wateren houden actuele documentatie bij over: 31 Artikel 193 lid 1 1. De exploitanten van inrichtingen en levensmiddelenbedrijven die aquacultuurdieren ontvangen: 1. De exploitanten van inrichtingen en levensmiddelenbedrijven die waterdieren ontvangen: Motivering Met het oog op betere preventie en traceerbaarheid van ziekten moeten deze verplichtingen voor alle waterdieren gelden. 32 Artikel 193 lid 1 letter b punt i (i) de ontvangen aquacultuurdieren; (i) de ontvangen waterdieren; PE v /24 AD\ doc

15 33 Artikel 196 titel Verplaatsingen van aquacultuurdieren bestemd voor lidstaten, zones of compartimenten die ziektevrij zijn verklaard of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt en gedelegeerde handelingen Verplaatsingen van gehouden waterdieren bestemd voor lidstaten, zones of compartimenten die ziektevrij zijn verklaard of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt en gedelegeerde handelingen 34 Artikel 196 lid 1 1. De exploitanten verplaatsen aquacultuurdieren slechts uit een aquacultuurinrichting voor de onder a) of b) van dit artikel bedoelde doeleinden indien deze aquacultuurdieren afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 3, of artikel 37, lid 4, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment daarvan, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) of c), ingeval de dieren behoren tot in de lijst opgenomen soorten voor die in de lijst opgenomen ziekten, en indien de aquacultuurdieren: 1. De exploitanten verplaatsen gehouden waterdieren slechts uit een inrichting voor de onder a) en b) van dit artikel bedoelde doeleinden indien deze dieren afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 3, of artikel 37, lid 4, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment daarvan, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) of c), ingeval de dieren behoren tot in de lijst opgenomen soorten voor die in de lijst opgenomen ziekten, en indien de waterdieren: 35 Artikel 196 lid 2 letter a (a) de soorten, categorieën en de levensfase van de aquacultuurdieren; (a) de soorten, categorieën en de levensfase van de gehouden waterdieren; AD\ doc 15/24 PE v02-00

16 36 Artikel 196 lid 2 letter c (c) het beoogde gebruik van de aquacultuurdieren; (c) het beoogde gebruik van de gehouden waterdieren; 37 Artikel 196 lid 2 letter d (d) de plaats van bestemming van de aquacultuurdieren; (d) de plaats van bestemming van de gehouden waterdieren; 38 Artikel 198 De lidstaten kunnen voorschrijven dat aquacultuurdieren slechts in het wild worden vrijgelaten wanneer zij afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 1, of artikel 37, lid 1, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) en c), waarvoor de soort aquacultuurdieren die wordt verplaatst een in de lijst opgenomen soort is, ongeacht de gezondheidsstatus van het gebied waar de aquacultuurdieren worden vrijgelaten. De lidstaten kunnen voorschrijven dat waterdieren slechts in het wild worden vrijgelaten wanneer zij afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 1, of artikel 37, lid 1, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) en c), waarvoor de soort waterdieren die wordt verplaatst een in de lijst opgenomen soort is, ongeacht de gezondheidsstatus van het gebied waar de waterdieren worden vrijgelaten. PE v /24 AD\ doc

17 Motivering Het is altijd riskant om waterdieren in een ziektevrije zone in het wild uit te zetten. Met wilde dieren is extra voorzichtigheid geboden, aangezien zij minder goed gecontroleerd worden dan aquacultuurdieren. Daarom moeten wilde dieren ook in dit artikel worden opgenomen. 39 Artikel 199 lid 1 1. De artikelen 196 en 197 zijn tevens van toepassing op verplaatsingen van wilde waterdieren bestemd voor aquacultuurinrichtingen of ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen met verplichte: 1. De artikelen 196 en 197 zijn tevens van toepassing op verplaatsingen van wilde waterdieren bestemd voor aquacultuurinrichtingen, verwerkingsinrichtingen of ziektebestrijdende inrichtingen voor aquatische levensmiddelen met verplichte: 40 Artikel 200 titel Verplaatsingen van aquacultuurdieren bestemd voor lidstaten, zones of compartimenten die ziektevrij zijn verklaard of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt en gedelegeerde handelingen Verplaatsingen van gehouden waterdieren bestemd voor menselijke consumptie in de lidstaten, zones of compartimenten die ziektevrij zijn verklaard of waarvoor een uitroeiingsprogramma geldt en gedelegeerde handelingen Motivering Het is belangrijk dat ook wilde dieren, bijvoorbeeld voor restaurants bestemde schaaldieren, in de verordening worden opgenomen. 41 Artikel 200 lid 1 AD\ doc 17/24 PE v02-00

18 1. De exploitanten verplaatsen aquacultuurdieren slechts uit een aquacultuurinrichting voor de onder a) of b) van dit lid bedoelde doeleinden indien deze aquacultuurdieren afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 3, of artikel 37, lid 4, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment daarvan, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) of c), ingeval de dieren behoren tot in de lijst opgenomen soorten voor die in de lijst opgenomen ziekten, en indien zij bestemd zijn voor: 1. De exploitanten verplaatsen gehouden waterdieren die zijn bestemd voor menselijke consumptie slechts uit een inrichting voor de onder a) of b) van dit lid bedoelde doeleinden indien deze dieren afkomstig zijn van een overeenkomstig artikel 36, lid 3, of artikel 37, lid 4, ziektevrij verklaarde lidstaat, of een ziektevrij verklaarde zone of ziektevrij verklaard compartiment daarvan, wat betreft de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) of c), ingeval de dieren behoren tot in de lijst opgenomen soorten voor die in de lijst opgenomen ziekten, en indien zij bestemd zijn voor: 42 Artikel 200 lid 2 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen lidstaten aan exploitanten toestemming verlenen voor het binnenbrengen van aquacultuurdieren in een zone of een compartiment waarvoor overeenkomstig artikel 30, leden 1 en 2, een uitroeiingsprogramma is vastgesteld met betrekking tot de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) en c), vanuit een andere zone of compartiment waarvoor eveneens een dergelijk programma voor dezelfde in de lijst opgenomen ziekten is vastgesteld, op voorwaarde dat een dergelijke verplaatsing geen gevaar vormt voor de gezondheidsstatus van de lidstaat, of de zone of het compartiment daarvan. 2. In afwijking van lid 1 van dit artikel kunnen lidstaten aan exploitanten toestemming verlenen voor het binnenbrengen van gehouden waterdieren in een zone of een compartiment waarvoor overeenkomstig artikel 30, leden 1 en 2, een uitroeiingsprogramma is vastgesteld met betrekking tot de in de lijst opgenomen ziekten zoals bedoeld in artikel 8, lid 1, onder b) en c), vanuit een andere zone of compartiment waarvoor eveneens een dergelijk programma voor dezelfde in de lijst opgenomen ziekten is vastgesteld, op voorwaarde dat een dergelijke verplaatsing geen gevaar vormt voor de gezondheidsstatus van de lidstaat, of de zone of het compartiment daarvan. PE v /24 AD\ doc

19 43 Artikel 200 lid 3 3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 253 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot afwijkingen van de verplaatsingsvoorschriften zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel voor verplaatsingen van aquacultuurdieren die geen significant risico vormen voor de verspreiding van ziekten door: 3. De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 253 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot afwijkingen van de verplaatsingsvoorschriften zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel voor verplaatsingen van gehouden waterdieren die geen significant risico vormen voor de verspreiding van ziekten door: 44 Artikel 200 lid 3 letter a (a) de soorten, categorieën en de levensfase van de aquacultuurdieren; (a) de soorten, categorieën en de levensfase van de gehouden waterdieren; 45 Artikel 200 lid 3 letter b (b) de houderijmethoden voor de aquacultuurdieren en het soort productie die worden toegepast in de aquacultuurinrichting van oorsprong en van bestemming; (b) de houderijmethoden voor de waterdieren en het soort productie die worden toegepast in de inrichting van oorsprong en van bestemming; 46 Artikel 200 lid 3 letter c AD\ doc 19/24 PE v02-00

20 (c) het beoogde gebruik van de aquacultuurdieren; (c) het beoogde gebruik van de gehouden waterdieren; 47 Artikel 200 lid 3 letter d (d) de plaats van bestemming van de aquacultuurdieren; (d) de plaats van bestemming van de gehouden waterdieren; 48 Artikel 207 lid 1 letter e (e) eventuele specifieke omstandigheden waarin de aquacultuurdieren worden gehouden; (e) eventuele specifieke omstandigheden waarin de waterdieren worden gehouden; 49 Artikel 207 lid 1 letter f (f) specifieke verplaatsingspatronen voor het soort aquacultuurinrichting en de desbetreffende soorten of categorieën aquacultuurdieren; (f) specifieke verplaatsingspatronen voor het soort inrichting en de desbetreffende soorten of categorieën waterdieren; 50 Artikel 218 titel PE v /24 AD\ doc

21 Eigen verklaring van de exploitanten voor verplaatsingen van aquacultuurdieren naar andere lidstaten en gedelegeerde handelingen Eigen verklaring van de exploitanten voor verplaatsingen van waterdieren naar andere lidstaten en gedelegeerde handelingen 51 Artikel 218 lid 1 1. Indien voor de waterdieren niet wordt vereist dat zij vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in de artikelen 208 en 209 of in de krachtens de artikelen 211 en 214 vastgestelde regelgeving, geven de exploitanten op de plaats van oorsprong een document met eigen verklaring af voor verplaatsingen van aquacultuurdieren van hun plaats van oorsprong in de ene lidstaat naar de plaats van bestemming in een andere lidstaat en zien zij erop toe dat het document de waterdieren vergezelt. 1. Indien voor de waterdieren niet wordt vereist dat zij vergezeld gaan van een diergezondheidscertificaat zoals bedoeld in de artikelen 208 en 209 of in de krachtens de artikelen 211 en 214 vastgestelde regelgeving, geven de exploitanten op de plaats van oorsprong een document met eigen verklaring af voor verplaatsingen van waterdieren van hun plaats van oorsprong in de ene lidstaat naar de plaats van bestemming in een andere lidstaat en zien zij erop toe dat het document de waterdieren vergezelt. 52 Artikel 218 lid 2 2. Het in lid 1 bedoelde document met eigen verklaring bevat over de waterdieren ten minste de volgende gegevens: (Niet van toepassing op de Nederlandse versie) 53 Artikel 218 lid 2 letter b AD\ doc 21/24 PE v02-00

22 (b) een beschrijving van de aquacultuurdieren, de soort, de hoeveelheid, het gewicht of het volume naargelang van de relevantie voor de betrokken dieren; (b) een beschrijving van de waterdieren, de soort, de hoeveelheid, het gewicht of het volume naargelang van de relevantie voor de betrokken dieren; 54 Artikel 218 lid 2 letter c (c) de gegevens die nodig zijn om aan te tonen dat de aquacultuurdieren voldoen aan de verplaatsingsvoorschriften van de afdelingen 1 tot en met 5. (c) de gegevens die nodig zijn om aan te tonen dat de waterdieren voldoen aan de verplaatsingsvoorschriften van de afdelingen 1 tot en met Artikel 218 lid 3 letter a (a) uitvoeringsbepalingen betreffende de inhoud van het document met eigen verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel voor verschillende soorten en categorieën aquacultuurdieren; (a) uitvoeringsbepalingen betreffende de inhoud van het document met eigen verklaring zoals bedoeld in lid 2 van dit artikel voor verschillende soorten en categorieën waterdieren; 56 Artikel 222 lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Waterdieren die gezelschapsdieren zijn en die worden vervoerd voor nietcommerciële sieraquaria of voor alle andere specifieke doeleinden, worden PE v /24 AD\ doc

23 uitsluitend voor de beoogde doeleinden gebruikt. AD\ doc 23/24 PE v02-00

24 PROCEDURE Titel Document- en procedurenummers Commissie ten principale Datum bekendmaking Advies uitgebracht door Datum bekendmaking Rapporteur voor advies Datum benoeming Gezondheid van dieren COM(2013)0260 C7-0124/ /0136(COD) AGRI PECH Isabella Lövin Behandeling in de commissie Datum goedkeuring Uitslag eindstemming +: : 0: Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) John Stuart Agnew, Antonello Antinoro, Alain Cadec, Chris Davies, João Ferreira, Carmen Fraga Estévez, Pat the Cope Gallagher, Dolores García-Hierro Caraballo, Isabella Lövin, Gabriel Mato Adrover, Guido Milana, Maria do Céu Patrão Neves, Ulrike Rodust, Raül Romeva i Rueda, Struan Stevenson, Isabelle Thomas, Jarosław Leszek Wałęsa Izaskun Bilbao Barandica, Ole Christensen, Jens Nilsson PE v /24 AD\ doc