Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling

Transcriptie

1 EUROPEES PARLEMENT Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling /2091(INI) ADVIES van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling aan de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid inzake de voedselcrisis, fraude in de voedselketen en de controle daarop (2013/2091(INI)) Rapporteur voor advies: Ulrike Rodust AD\ doc PE v02-00 In verscheidenheid verenigd

2 PA_NonLeg PE v /5 AD\ doc

3 SUGGESTIES De Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling verzoekt de ten principale bevoegde Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid onderstaande suggesties in haar ontwerpresolutie op te nemen: 1. stelt vast dat fraudegevallen in de levensmiddelenketen het vertrouwen van de consumenten in de veiligheid van levensmiddelen in de EU aan het wankelen hebben gebracht, hetgeen voor de hele levensmiddelenketen, van producent tot consument, nadelige gevolgen heeft; wijst erop dat het consumentenvertrouwen dient te worden hersteld; is van mening dat korte toeleveringsketens (lokaal en regionaal) in deze context meer transparantie kunnen waarborgen en de lange, gecompliceerde toeleveringsketens die een belangrijke rol in de voedselfraudecrisis hebben gespeeld, kunnen vervangen; 2. roept de Commissie op wetgevingsvoorstellen in te dienen overeenkomstig Verordening (EU) nr. 1151/2012 (hoogwaardige producten), die betrekking hebben op een "plaatselijke afzet en rechtstreekse verkoop"-etiket om de desbetreffende markten te bevorderen en landbouwers te helpen om waarde toe te voegen aan hun producten; 3. merkt op dat levensmiddelenfraude de significante inspanningen die op nationaal en Europees niveau zijn gedaan om de gezondheids-, veiligheids- en kwaliteitscontroles in de voedselketen te versterken en te moderniseren, kan ondermijnen en de reputatie van Europese levensmiddelen kan schaden; 4. stelt vast dat er een duidelijke, rechtsgeldige EU-brede definitie van levensmiddelenfraude nodig is om bedrog in de levensmiddelenketen doeltreffend en afdoend te bestrijden; 5. benadrukt dat levensmiddelenfraude gezien de aard van de interne markt van de EU in veel gevallen de grenzen van de lidstaten overschrijdt en een bedreiging vormt voor de gezondheid van alle Europese burgers; 6. wijst erop dat in heel Europa geldende uniforme kwaliteitsnormen voor de controle van levensmiddelen, zoals deze in Verordening (EG) nr. 178/2002 zijn vermeld, onontbeerlijk zijn en dat officiële controles door de lidstaten van doorslaggevend belang zijn voor de naleving en handhaving van de EU-bepalingen; 7. stelt vast dat oneerlijke praktijken in de voedselvoorzieningsketen worden aangemoedigd door de concentratie in de groothandel en de detailhandel; 8. roept de lidstaten op hun strafrecht op het gebied van levensmiddelenfraude te toetsen om na te gaan of de strafmaat wel doeltreffend, evenredig en afschrikkend is in verhouding tot de illegale winst die met fraude kan worden verkregen, en om de strafmaat zo nodig aan te scherpen zodat deze een afschrikkend effect heeft; 9. wijst erop dat rechtstreekse, intensievere samenwerking tussen de bevoegde instanties van de lidstaten bij vermoede of bevestigde levensmiddelenfraude essentieel is voor het traceren en onderzoeken van fraude; AD\ doc 3/5 PE v02-00

4 10. stelt vast dat het van cruciaal belang is dat de bestaande wetgeving correct wordt toegepast en gehandhaafd; stelt voor informatie over producten en producenten die niet aan de Europese levensmiddelenwetgeving voldoen zo snel mogelijk beschikbaar te stellen aan de consumenten, en verzoekt de Commissie regels op dit gebied op te stellen; beveelt verder aan dat de duidelijk te identificeren bevoegde nationale autoriteiten en de politie op nationaal en Europees niveau vaker informatie delen en middelen bundelen, teneinde frauduleuze praktijken te onderzoeken en aan het licht te brengen en het consumentenvertrouwen te vergroten; 11. stelt voor onderzoekslaboratoria en laboratoriumpersoneel van bedrijven te verplichten alle resultaten van onderzoek van levens- en voedermiddelen die duiden op fraude of belangrijk zijn voor het bestrijden van fraude, aan de bevoegde toezichthoudende autoriteiten te melden; 12. benadrukt dat duidelijke en uitvoerige verplichte vermelding van de oorsprong van essentieel belang is en kan bijdragen tot de bestrijding van voedselfraude door grotere transparantie in de gehele voedselvoorzieningsketen te bewerkstelligen; roept de Commissie op zo snel mogelijk wetgevingsvoorstellen in te dienen om de traceerbaarheid in de voedselketen te verbeteren door etikettering van vlees verplicht te stellen; 13. is ingenomen met de nieuwe wetgeving inzake de verstrekking van voedselinformatie aan de consumenten, die de vermelding van de oorsprong van rund-, varkens-, gevogelte- en schapenvlees op het etiket verplicht stelt; roept de Commissie op zo snel mogelijk wetgevingsvoorstellen in te dienen om de traceerbaarheid in de voedselketen te verbeteren door voor deze vleesproducten verplichte etikettering in te voeren met vermelding van de plaatsen waar het dier is geboren, gehouden en geslacht, wanneer het verschillende plaatsen betreft; dringt voorts aan op wetgevingsvoorstellen betreffende de verplichte melding van de plaats van oorsprong op het etiket van melk en zuivelproducten, onverwerkte levensmiddelen, vlees dat als ingrediënt is gebruikt, producten die uit één ingrediënt bestaan en ingrediënten die meer dan 50 % van een levensmiddel uitmaken; 14. benadrukt dat detailhandelaren moeten zorgen voor traceerbaarheid, toezicht en zorgvuldigheid, teneinde voor veiligheid in lange toeleveringsketens te zorgen en te waarborgen dat consumenten niet buiten hun weten om het slachtoffer van fraude worden; 15. dringt aan op uitbreiding van de huidige traceerbaarheidssystemen en consequente omzetting van de in basisverordening (EG) nr. 178/2002 voorziene volledige traceerbaarheid met betrekking tot levensmiddelen, voedermiddelen, voor consumptiedoeleinden dienende dieren en alle overige stoffen die bestemd zijn om in een levensmiddel of voedermiddel te worden verwerkt of waarvan verwacht kan worden dat zij hiervoor worden gebruikt; dringt erop aan dat de weg van een product door de hele keten, in alle stadia van productie, verwerking en verkoop, transparant en in heel Europa door controleurs zonder lacunes te volgen moet zijn, zodat frauduleuze levensmiddelen in alle productiefasen snel kunnen worden geïdentificeerd; 16. vraagt om wettelijke bescherming van in de levensmiddelensector werkzame klokkenluiders die de bevoegde instanties inlichten over wantoestanden. PE v /5 AD\ doc

5 UITSLAG VAN DE EINDSTEMMING IN DE COMMISSIE Datum goedkeuring Uitslag eindstemming +: : 0: Bij de eindstemming aanwezige leden Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervanger(s) John Stuart Agnew, José Bové, Luis Manuel Capoulas Santos, Paolo De Castro, Hynek Fajmon, Iratxe García Pérez, Julie Girling, Sergio Gutiérrez Prieto, Elisabeth Jeggle, Jarosław Kalinowski, Elisabeth Köstinger, Agnès Le Brun, Gabriel Mato Adrover, Mairead McGuinness, Marit Paulsen, Ulrike Rodust, Alfreds Rubiks, Giancarlo Scottà, Alyn Smith, Ewald Stadler, Csaba Sándor Tabajdi, Marc Tarabella Karin Kadenbach, Giovanni La Via, Anthea McIntyre, Maria do Céu Patrão Neves, Dimitar Stoyanov AD\ doc 5/5 PE v02-00