1. INLEIDING 2. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN 1.1 BESCHRIJVING 1.2 BEOOGD GEBRUIK 1.3 VOORWOORD

Transcriptie

1 1

2

3 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING BESCHRIJVING BEOOGD GEBRUIK VOORWOORD ALGEMENE WAARSCHUWINGEN INHOUD VAN DE VERPAKKING INSTALLATIE EN CONFIGURATIE INSTALLATIE CONFIGURATIE Het printermodel op de sterilisator instellen Automatisch printen Handmatig printen Bewaartijd/weken FUNCTIES DIE VOOR DE ADMINISTRATOR TOEGANKELIJK ZIJN TOEGANG TOT DE ADMINISTRATOR-FUNCTIES EEN GEBRUIKERSNAAM WIJZIGEN PASWOORD VAN ADMINISTRATOR VERANDEREN PASWOORD VAN EEN GEBRUIKER NAAR DE STANDAARDWAARDE (0000) RESETTEN EEN GEBRUIKER VERWIJDEREN EEN NIEUWE GEBRUIKER TOEVOEGEN DE IDENTIFICATIEOPTIES VOOR ALLE GEBRUIKERS INSTELLEN FUNCTIES DIE VOOR DE OPERATOR(EN) TOEGANKELIJK ZIJN EEN STERILISATIECYCLUS OPSTARTEN EN BEËINDIGEN MET IDENTIFICATIE VAN DE GEBRUIKER EEN STERILISATIECYCLUS OPSTARTEN EINDE VAN EEN STERILISATIECYCLUS KLANTENDIENST VERVANGING VAN VERBRUIKSARTIKELEN NABESTELLING VERBRUIKSARTIKELEN...17 a

4

5 1. INLEIDING 1.1 BESCHRIJVING De W&H-sterilisators LISA 500 Fully Automatic, LISA 500 (en 300, indien voorzien van de LOG-optie) vormen, in combinatie met het optionele LisaSafe-pakket, een ultraveilig traceerbaarheidsconcept dat uiterst gebruikersvriendelijk is. Ze bieden de volgende opties, die alle afzonderlijk kunnen worden geselecteerd: Beheer van meerdere gebruikers door de administrator (tandarts) Identificatie via gebruikersnaam en bewaring van de gebruiker die de cyclus heeft opgestart Met een paswoord beschermde cyclusstart nadat de gebruiker is geïdentificeerd Identificatie via gebruikersnaam en bewaring van de gebruiker die de lading heeft vrijgegeven Met een paswoord beschermde vrijgave van de lading nadat de gebruiker is geïdentificeerd Het printen van streepjescode-etiketten met de naam van de gebruiker die de lading heeft vrijgegeven Blokkering van het printen van etiketten indien de cyclus niet succesvol is voltooid (alarmsignaal, onderbreking van de cyclus, etc.), teneinde alle menselijke fouten uit te sluiten Gemakkelijk beheer en toegang tot alle traceerbaarheidsopties rechtstreeks vanuit het aanraakscherm van de sterilisator 1.2 BEOOGD GEBRUIK De LisaSafe-optie is bedoeld om traceerbaarheidsetiketten te printen en is ontworpen om in combinatie met de W&H LISA 500- en (indien voorzien van de LOG-optie) LISA 300-sterilisator te functioneren. LisaSafe kan niet in combinatie met andere typen/modellen sterilisators werken. LET OP Voor LISA 500 en LISA 300 is softwareversie 12 of later noodzakelijk. Het is steeds aangeraden om naar de meest recente softwareversie up te graden alvorens de LisaSafe optie te installeren. 1.3 VOORWOORD De volgende twee typen gebruikers kunnen het LISASAFE-systeem gebruiken: Administrator De administrator is het hoofd van de tandheelkundige praktijk of kliniek, dat wettelijk verantwoordelijk is voor de doeltreffendheid van het hygiëneprotocol dat van kracht is, het sterilisatieproces en de traceerbaarheidsprocedure. Hij/zij is tevens verantwoordelijk voor de scholing van de OPERATOREN, alsmede voor de correcte werking en het onderhoud van de apparatuur. De ADMINISTRATOR heeft een administrator"-paswoord, dat toegang geeft tot alle LisaSave-functies. Operator De persoon (personen) die de sterilisator overeenkomstig de instructies van de ADMINISTRATOR gebruikt (gebruiken). De OPERATOR(EN) heeft/hebben een gebruikers -paswoord. 2. ALGEMENE WAARSCHUWINGEN Vóór installatie, inwerkingstelling en onderhoud van het apparaat deze handleiding lezen. Vóór installatie, inwerkingstelling en onderhoud van het apparaat de handleiding lezen die bij de printer wordt geleverd. Het apparaat dient te worden gebruikt overeenkomstig de procedures die in deze handleiding worden beschreven en nooit voor andere doelen dan in deze handleiding zijn aangegeven. De eigenaar is er verantwoordelijk voor dat het apparaat conform de instructies in deze handleiding wordt geïnstalleerd, in werking wordt gesteld en wordt onderhouden. 1

6 3. INHOUD VAN DE VERPAKKING Beschrijving van voorwerp Aantal Opmerkingen Hardware key 1 Gegevensoverdrachtkabel 1 Druklint-rol 1 Verbruiksartikel: zie 8.2 voor nabestellingscode Etikettenrol 1 Verbruiksartikel: zie 8.2 voor nabestellingscode Printerverpakking, met printer, de voeding van de printer en de 1 Uitsluitend in de LisaSafe Print -kit gebruikershandleiding. Gebruikershandleiding (cd of gedrukte versie). 1 "Snelle start"-beschrijving 1 4. INSTALLATIE EN CONFIGURATIE 4.1 INSTALLATIE Volg de instructies die in de "Snelle start"-beschrijving worden gegeven om de printer op de juiste wijze te installeren en op het elektriciteitsnet en de sterilisator aan te sluiten. 4.2 CONFIGURATIE Schakel de printer in door op de AAN/UIT-knop aan de rechterkant van de printer te drukken. Het systeem is nu klaar om te worden geconfigureerd Het printermodel op de sterilisator instellen Druk op de commando-icoon van het menu om de lijst van beschikbare opties op het scherm te krijgen. Kies SET-UP door op de bevestigingsknop te drukken: Menu in de lijst in de lijst De lijst toont de opties voor de set-up en hun status. Scrol omlaag in de lijst totdat de optie "Etiketprinter" gemarkeerd is en bevestig de keuze. Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen 2

7 Kies het TLP2824-model met de scrolknoppen en druk op de bevestigingsknop. De geselecteerde printer is nu in de optielijst te zien onder de optie "Etiketprinter". Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen Automatisch printen In dit menu kan het aantal etiketten worden geselecteerd dat na afloop van elke cyclus automatisch moet worden geprint, zonder dat de gebruiker daar iets voor hoeft te doen. Automatisch printen is uitsluitend toegestaan nadat de sterilisatiecyclus met succes, dat wil zeggen zonder alarmsignalen of handmatige onderbrekingen door de gebruiker, is voltooid. Na afloop van testcyli worden geen etiketten geprint. Indien meer etiketten nodig zijn, kunnen die via het menu Cyclusgeschiedenis worden geprint. Zie rubriek 6.3 van de gebruikershandleiding van LISA 300/500. Indien de optie "identificatie van de gebruiker na afloop van een cyclus" is geactiveerd, worden de etiketten pas geprint nadat de gebruiker zich heeft geïdentificeerd (indien nodig ook met een paswoord). Zie hoofdstuk 5.7 van deze handleiding voor meer informatie. Scrol In het SET-UP-menu door de lijst totdat Automatisch printen is gemarkeerd en druk op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen Stel in het volgende scherm met de knoppen verhogen en verlagen het aantal etiketten in dat u na afloop van elke cyclus automatisch wilt printen. Druk op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Annuleren en naar vorig scherm Verhogen Keuze bevestigen Verlagen 3

8 4.2.3 Handmatig printen Indien deze optie is geactiveerd, kunnen etiketten handmatig worden geprint nadat de lading is vrijgegeven. Onmiddellijk nadat het deurtje na afloop van elke sterilisatiecyclus is geopend, verschijnt een scherm voor het printen van etiketten (zie hiernaast), om het aantal etiketten te selecteren dat moet worden geprint. Indien de optie "identificatie van de gebruiker na afloop van de cyclus" actief is, verschijnt het scherm voor het printen van de etiketten pas nadat de gebruiker zich heeft geïdentificeerd, indien nodig met een paswoord. Zie 7.7 voor meer informatie. Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen Verhogen Verlagen Om de optie te activeren gaat u naar het SET-UP-menu, scrolt u door de lijst totdat de optie Handmatig printen is gemarkeerd en drukt u op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Kies Ja met de scrolknoppen en druk op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Annuleren en naar vorig scherm Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen Keuze bevestigen De nieuwe instellingen zijn in het keuzescherm "Handmatig printen" te zien. LET OP Zowel handmatig als automatisch printen is uitsluitend toegestaan nadat de sterilisatiecyclus met succes is voltooid, dat wil zeggen zonder alarmsignalen of handmatige onderbrekingen door de gebruiker. Na afloop van testcyli worden geen etiketten geprint. Indien meer etiketten nodig zijn, kunnen die via het menu Cyclusgeschiedenis worden geprint. Zie rubriek 6.3 van de gebruikershandleiding van LISA 300/500. Indien "identificatie van de gebruiker na afloop van een cyclus om de lading vrij te geven" is geactiveerd, worden de etiketten pas geprint nadat de gebruiker zich heeft geïdentificeerd (indien nodig ook met een paswoord). Zie hoofdstuk 5.7 van deze handleiding voor meer informatie. LET OP Het is mogelijk om ZOWEL de optie automatisch printen ALS handmatig printen te activeren. In dat geval zal de printer automatisch het gespecificeerde aantal etiketten printen, waarna het printscherm voor etiketten verschijnt dat het mogelijk maakt om extra etiketten te printen. 4

9 4.2.4 Bewaartijd/weken In dit scherm kan een vaste bewaartijd (in weken) van de verpakte en gesteriliseerde voorwerpen worden geprogrammeerd. Dit is heel belangrijk, omdat deze tijd wordt gebruikt om de vervaldatum te berekenen die op de etiketten wordt geprint (zie bovenste voorbeeld hiernaast). Indien de ingestelde tijd nul is, wordt geen vervaldatum op het geprint (zie onderste voorbeeld hiernaast). LISA Lading vrijgegeven door: Lisa Taylor Cyclus: PRION 134 Aantal Datum Vervaldatum: 21/12/10 C00EABD00169 LISA Lading vrijgegeven door: Lisa Taylor Cyclus: PRION 134 Aantal Datum Cyclus voltooid LET OP: Op etiketten voor testcycli en op etiketten die vanuit het C00EABD00169 menu "Cyclusgeschiedenis" worden geprint, wordt geen vervaldatum vermeld. Gebruik een bewaartijd die overeenkomt met de aanbevelingen van de gebruikte houders/verpakkingen, en die voldoet aan de geldende normen. Ga naar het SET-UP-menu, scrol door de lijst omlaag totdat de optie Bewaartijd/weken is gemarkeerd en druk op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Annuleren en naar vorig scherm Keuze bevestigen Stel in het volgende scherm de bewaartijd in met de knoppen verhogen en verlagen. Druk op de bevestigingsknop om uw keuze te bevestigen. Annuleren en naar vorig scherm Verhogen Keuze bevestigen Verlagen 5

10 5. FUNCTIES DIE VOOR DE ADMINISTRATOR TOEGANKELIJK ZIJN 5.1 TOEGANG TOT DE ADMINISTRATOR-FUNCTIES Om toegang tot de ADMINISTRATOR-functies te krijgen: 1) Druk op de Menu -icoon op het hoofdscherm, dat verschijnt zodra het apparaat is ingeschakeld. 2) Scrol door de opties totdat de optie Verificatie gebruiker" is gemarkeerd en bevestig. Annuleren en naar Bevestigen en doorgaan 3) Er verschijnt een lijst gebruikers: scrol door de lijst totdat de ADMINISTRATOR is gemarkeerd en bevestig. Bevestigen en doorgaan 4) Voer het geheime paswoord in om toegang tot de ADMINISTRATOR-functies te krijgen. (Het standaardpaswoord voor de administrator (en voor elke nieuwe gebruiker) is Naar vorige positie gaan Laatst ingevoerde getal wissen 6

11 5) Selecteer de gewenste optie met de scrolknoppen en bevestig uw keuze. U kunt de volgende opties kiezen: 1) Een gebruikersnaam wijzigen 2) Mijn paswoord veranderen 3) Paswoorden van een gebruiker naar de standaardwaarde resetten (0000) 4) Een gebruiker verwijderen 5) Een nieuwe gebruiker toevoegen 6) Identificatie-opties van de gebruiker definiëren en doorgaan 5.2 EEN GEBRUIKERSNAAM WIJZIGEN 1) Scrol door de menu-opties en selecteer de optie Gebruikersnaam wijzigen. en doorgaan 2) Selecteer de naam van de gebruiker die moet worden gewijzigd en bevestig. 3) Selecteer de letter(s) die moet(en) worden gewijzigd met de knoppen voor VORIGE en VOLGENDE positie. Gebruik de knoppen OMHOOG SCROLLEN en OMLAAG SCROLLEN om de juiste letter te selecteren. Als u klaar bent, bevestigt u de veranderingen: hiermee worden de veranderingen opgeslagen en verlaat u het menu. De letter die wordt veranderd, is gemarkeerd door letters De veranderingen bevestigen door letters Naar vorige positie gaan Naar volgende positie gaan 7

12 5.3 PASWOORD VAN ADMINISTRATOR VERANDEREN Het standaardpaswoord voor de administrator (en voor elke nieuwe gebruiker) is Om het paswoord van de administrator te veranderen gaat u als volgt te werk: 1) Scrol door de menu-opties, selecteer de optie Mijn paswoord veranderen en bevestig. 2) Het nieuwe, 4-cijferige paswoord invoeren. Naar vorige positie gaan Laatst ingevoerde getal wissen WAARSCHUWING! Het paswoord wordt opgeslagen zodra het vierde cijfer is ingevoerd. Als u niet zeker weet welke reeks u hebt ingevoerd, DE FUNCTIE NIET VERLATEN maar de procedure herhalen. 3) Druk op de bevestigingsknop om de ingevoerde cijfers op te slaan en de functie te verlaten. Drukken om door te gaan 8

13 5.4 PASWOORD VAN EEN GEBRUIKER NAAR DE STANDAARDWAARDE (0000) RESETTEN Gebruik deze functie indien een gebruiker zijn/haar eigen paswoord kwijt is of niet meer weet: het paswoord kan naar "0000" worden gereset, waarna de gebruiker zich met 0000 kan aanmelden en een nieuw, valide paswoord kan opslaan. Om het paswoord van een gebruiker te resetten gaat u als volgt te werk: 1) Scrol door de menu-opties, selecteer de optie Paswoord resetten (0000) en bevestig. 2) Selecteer de naam van de gebruiker die een nieuw paswoord nodig heeft en bevestig. 3) Het oude paswoord is gedeletet en het nieuwe paswoord is Druk op de bevestigingsknop om het deelmenu te verlaten. Drukken om door te gaan LET OP De gebruiker kan nu een nieuw paswoord invoeren. Zie rubriek 6. 9

14 5.5 EEN GEBRUIKER VERWIJDEREN Om de naam te deleten van een gebruiker die de sterilisator niet meer gebruikt, gaat u als volgt te werk: 1) Scrol door de menu-opties en selecteer de optie Gebruiker verwijderen. 2) Selecteer de gebruiker die moet worden gedeletet en bevestig. 3) Bevestig de handeling. Verwijdering bevestigen 10

15 5.6 EEN NIEUWE GEBRUIKER TOEVOEGEN Met deze functie kan een nieuwe gebruiker worden aangemaakt die de sterilisator mag bedienen. 1) Scrol door de menu-opties, selecteer de optie Nieuwe gebruiker toevoegen en bevestig. 2) Voer de gebruikersnaam in door met de OMHOOG- en OMLAAG-knoppen de juiste letter te selecteren, en door met de VORIGE- en VOLGENDE-knoppen van de ene karakterpositie naar de andere te gaan. Bevestigen nadat de naam juist is ingevoerd. LET OP! De nieuwe gebruiker wordt aangemaakt zodra u op de bevestigingsknop hebt gedrukt. De letter die wordt voorgesteld, is gemarkeerd De naam bevestigen door letters door letters Naar vorige positie gaan Naar volgende positie gaan of een spatie toevoegen 11

16 5.7 DE IDENTIFICATIEOPTIES VOOR ALLE GEBRUIKERS INSTELLEN Afhankelijk van de organisatie van de praktijk en de traceerbaarheidseisen kan de ADMINISTRATOR de volgende opties instellen: - Identificatie en bewaring van de operator die de cyclus heeft opgestart; - Met een paswoord beschermde cyclusstart nadat de operator is geïdentificeerd; - Identificatie en bewaring van de operator die de lading heeft vrijgegeven; - Met een paswoord beschermd vrijgeven van de lading en printen van de etiketten nadat de operator is geïdentificeerd. 1) Scrol door de menu-opties en selecteer Opties voor gebruikersidentificatie. 2) Het volgende scherm verschijnt. Gebruik de OMHOOG- en OMLAAG-knoppen, en activeer/deactiveer elke optie met de AANVINK-knop. Het -symbool bevestigt dat de optie is geactiveerd. Accepteren en naar vorig scherm in de lijst Het gemarkeerde item selecteren - deselecteren in de lijst De volgende opties kunnen worden geactiveerd: - Gebruikersnaam bij cyclusstart: Nadat de cyclus is geselecteerd en wordt opgestart, wordt de gebruiker gevraagd om zich te identificeren. De naam van de operator wordt opgeslagen en in het cyclusrapport opgenomen. Indien deze optie is geactiveerd en geen operator wordt geïdentificeerd, is het niet mogelijk om de cyclus op te starten. - Paswoord bij cyclusstart: Nadat de gebruiker is geïdentificeerd, zal hij/zij worden gevraagd om het geheime paswoord in te voeren. Als het paswoord niet juist wordt ingevoerd, is het niet mogelijk om de cyclus op te starten. - Gebruikersnaam bij vrijgave van lading: Wanneer na afloop van de cyclus de deur wordt geopend, zal de gebruiker worden gevraagd om zich te identificeren voordat de lading wordt vrijgegeven. De gebruiksnaam wordt opgeslagen, in het cyclusrapport opgenomen en afgedrukt op de etiketten die de lading identificeren. Indien deze optie is geactiveerd en geen gebruiker wordt geïdentificeerd, worden geen etiketten geprint. - Paswoord bij vrijgave van lading: Nadat de gebruiker is geïdentificeerd, zal hij/zij worden gevraagd om het geheime paswoord in te voeren. Indien het paswoord niet juist wordt ingevoerd, worden geen etiketten geprint. LET OP Als de gebruiker zich niet identificeert aan het einde van de cyclus, of als het wachtwoord verkeerd is, wordt de naam niet afgedrukt op de traceabiliteits etiketten. OPMERKINGEN - Het gebruik van paswoorden kan uitsluitend worden geactiveerd indien ook de betreffende identificatieoptie is geactiveerd. - De geselecteerde opties voor de identificatie van gebruikers gelden voor alle operatoren en voor de administrator. 12

17 6. FUNCTIES DIE VOOR DE OPERATOR(EN) TOEGANKELIJK ZIJN De enige functie die voor een operator beschikbaar is, is het veranderen van het eigen paswoord. Ga als volgt te werk: 1) Druk op de Menu -icoon op het hoofdscherm, dat verschijnt zodra het apparaat is ingeschakeld. 2) Scrol door de menu-opties en selecteer de optie Authenticatie gebruiker. Bevestigen en doorgaan 3) Er verschijnt een lijst gebruikers: scrol door de lijst totdat uw naam gemarkeerd is, en druk vervolgens op de bevestigingsknop. Bevestigen en doorgaan 4) Daarna wordt u gevraagd om uw OUDE paswoord in te voeren. Als u voor het eerst een paswoord invoert of nadat het paswoord naar de standaardwaarde is gereset, is het paswoord Naar vorige positie gaan Laatst ingevoerde getal wissen 13

18 5) De Mijn paswoord veranderen -functie is nu beschikbaar: kiezen door op de bevestigingsknop te drukken. 6) Het toetsenpaneel voor het paswoord verschijnt. Voer uw nieuwe, 4-cijferige paswoord in. Naar vorige positie gaan WAARSCHUWING! Het paswoord wordt opgeslagen zodra het vierde cijfer is ingevoerd. Als u niet zeker weet welke reeks u hebt ingevoerd, DE FUNCTIE NIET VERLATEN maar de procedure herhalen. Laatst ingevoerde getal wissen 7) Het volgende scherm verschijnt: druk op de bevestigingsknop om door te gaan. 14

19 7. EEN STERILISATIECYCLUS OPSTARTEN EN BEËINDIGEN MET IDENTIFICATIE VAN DE GEBRUIKER LET OP De instructies in dit hoofdstuk zijn uitsluitend van kracht als de etiketprinter op de juiste wijze is aangesloten en de printer is ingesteld op het automatisch en/of handmatig printen van etiketten (zie tot van de gebruikershandleiding van LISA ). 7.1 EEN STERILISATIECYCLUS OPSTARTEN De stappen die nodig zijn om een sterilisatiecyclus op te starten zijn feitelijk hetzelfde als de stappen die in de handleiding van LISA , hoofdstuk worden beschreven, met de volgende veranderingen: - Na selectie en bevestiging van de cyclus verschijnt een lijst met alle geautoriseerde gebruikers, indien de optie Gebruikersnaam bij cyclusstart is geactiveerd. Scrol door de lijst totdat uw naam gemarkeerd is en bevestig. Bevestigen en doorgaan - Indien de optie Paswoord bij cyclusstart is geactiveerd, verschijnt het toetsenpaneel voor het paswoord. Voer uw paswoord in om de sterilisatiecyclus op te starten, zoals beschreven in hoofdstuk 7 van de LISA handleiding. De gebruiker die de cyclus opstartte, zal worden opgeslagen. Naar vorige positie gaan Laatst ingevoerde getal wissen 15

20 7.2 EINDE VAN EEN STERILISATIECYCLUS Wanneer de deur na afloop van een cyclus wordt geopend, verschijnt een lijst van alle geautoriseerde gebruikers, indien de optie "Gebruikersnaam bij vrijgave van lading" is geactiveerd. Scrol door de lijst totdat uw naam gemarkeerd is en bevestig. - Indien de optie Paswoord bij vrijgave van lading is geactiveerd, verschijnt het toetsenpaneel voor het paswoord. Voer uw paswoord in. Sla de identificatie procedure over en ga terug naar vorig scherm Naar vorige positie gaan Laatst ingevoerde getal wissen De naam van de gebruiker die de lading vrijgaf, wordt opgeslagen en zal worden afgedrukt op de etiketten die de lading identificeren. - Na invoer van het paswoord: Indien de optie automatisch printen van de etiketten is geactiveerd, zal de printer het vooraf ingestelde aantal etiketten afdrukken (op het scherm van de sterilisator verschijnt een "a.u.b. wachten -venster). Indien de optie handmatig printen van de etiketten is geactiveerd, verschijnt het volgende venster, waarin het aantal af te drukken etiketten moet worden ingevoerd. Gebruik de knoppen verhogen en verlagen totdat het gewenste aantal verschijnt en bevestig, of annuleer als geen etiketten hoeven te worden geprint. Annuleren en naar vorig scherm Aantal verhogen Keuze bevestigen Aantal verlagen LET OP Indien zowel de automatische als de handmatige printoptie is geactiveerd, zal de printer automatisch het vooraf ingestelde aantal etiketten afdrukken, waarna het scherm voor handmatig afdrukken verschijnt, zodat extra etiketten kunnen worden geprint. LET OP Als de gebruiker zich niet identificeert aan het einde van de cyclus wordt de naam niet afgedrukt op de traceabiliteits etiketten Plak een etiket op elke zak of cassette en bewaar deze. 16

21 8. KLANTENDIENST 8.1 VERVANGING VAN VERBRUIKSARTIKELEN Volg de instructies in de handleiding van de printer en de "Snelle start"-beschrijving om het druklint en de etikettenrol te vervangen. 8.2 NABESTELLING VERBRUIKSARTIKELEN Nabestellingscode Beschrijving Klantendienst A810500X Set verbruiksartikelen voor LisaSafe 2 etikettenrollen, met elk 2100 etiketten 2 zwarte inktlinten 17

22

23

24