EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2010)4944 definitief. Betreft: Steunmaatregel N 718/2009 Nederland

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 20.7.2010 C(2010)4944 definitief. Betreft: Steunmaatregel N 718/2009 Nederland"

Transcriptie

1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, C(2010)4944 definitief Betreft: Steunmaatregel N 718/2009 Nederland Ontwikkeling van marginale gasvelden offshore Excellentie, 1. PROCEDURE 1. Na vooraanmeldingscontacten meldde Nederland op 22 december 2009 de bovenstaande steunmaatregel aan. Op 2 maart 2010 werd een verzoek om inlichtingen gericht aan de Nederlandse autoriteiten, waarop werd geantwoord bij brief van 16 april Een verzoek om aanvullende inlichtingen werd op 7 juni 2010 aan Nederland gericht. De Nederlandse autoriteiten hebben bij brief van 11 juni 2010 geantwoord. Nadere toelichting werd ontvangen op 23 juni 2010 en op 6 juli OMSCHRIJVING VAN DE AANGEMELDE MAATREGEL Inleidende opmerkingen 2. In het belang van de energievoorziening en de leveringszekerheid streeft de Nederlandse regering naar een maximale opsporing en winning van de offshoregasreserves waarover het land beschikt. Spoed is hierbij volgens de Nederlandse autoriteiten geboden vanwege de naderende ontmanteling en verwijdering van bestaande platforms en infrastructuur. 3. Volgens de Nederlandse autoriteiten produceert Nederland jaarlijks gemiddeld 45 miljard m 3 aardgas uit gasvelden onshore en 25 miljard m 3 uit gasvelden offshore. De thans nog producerende grote(re) gasvelden offshore zullen naar verwachting over 10 à 15 jaar zijn uitgeproduceerd. Deze velden zijn grotendeels gelegen in Zijne Excellentie de Heer Maxime VERHAGEN Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 NL EB Den Haag Commission européenne, B-1049 Bruxelles/Europese Commissie, B-1049 Brussel Belgium Telephone: (0)

2 geografische gebieden die thans worden geëxploiteerd (waar er bestaande platforms en infrastructuur zijn), maar niet tot ontwikkeling zijn gebracht. Als nieuwe, in de thans geëxploiteerde geografische gebieden nog tot ontwikkeling te brengen kleine velden offshore er in de komende 5 à 10 jaar niet op zijn aangesloten, zullen de betrokken platforms en infrastructuur worden ontmanteld en verwijderd. Zonder deze platforms en infrastructuur zijn deze kleine velden niet meer rendabel te produceren en zullen de desbetreffende hoeveelheden aardgas in de ondergrond achterblijven. Deze gasvoorkomens zijn beperkt van omvang, zeker bezien in een wereldwijde context. Het gaat alleen om specifieke marginale velden op het Nederlandse deel van het continentaal plat (aan de zeezijde, conform de definitie in artikel 54, onder e), van de Mijnbouwwet) die door de minister van Economische Zaken als zodanig zijn aangewezen naar aanleiding van een aanvraag om investeringsaftrek door een mijnbouwonderneming. 4. De platforms en productiepijpleidingen naar de platforms worden geëxploiteerd door de exploitanten/vergunninghouders 1. Het betreft 174 platforms per 1 januari , zowel voor olie- als voor gaswinning. Voor gas alleen gaat het om ongeveer 153 platforms, die worden geëxploiteerd door 15 verschillende ondernemingen, waaronder Gaz de France, Nederlandse Aardolie Maatschappij B.V. (NAM), Total, BP en Chevron. In Nederland in het algemeen (onshore én offshore) zijn de belangrijkste gasproducenten de volgende ondernemingen: ATP Oil and Gas Netherlands B.V., Chevron E&P Netherlands B.V., Cirrus Energy Nederland B.V., GDF Suez E&P Nederland B.V., NAM, Northern Petroleum Nederland B.V., Petro-Canada Netherlands B.V., TAQA Offshore B.V., TAQA Onshore B.V., Total E&P Nederland B.V., Venture Production Nederland B.V., Vermillion Oil & Gas Netherlands B.V. en Wintershall Noordzee B.V. 3. Het gewonnen gas wordt aan wal gebracht via particuliere distributienetten, die eigendom zijn van en worden geëxploiteerd door (consortia van) exploitanten. Deze pijpleidingen sluiten aan op de entrypunten van het gastransmissienet van Gasunie/GTS 4. De producenten kunnen kiezen aan wie zij hun gas verkopen, hetzij rechtstreeks, hetzij via een handelsfaciliteit (bv. Title Transfer Facility) 5. Het extra gas kan derhalve zowel binnen als buiten Nederland worden verkocht De autoriteiten willen een fiscale maatregel nemen die investeringen in de opsporing en winning van anders niet ontgonnen gasreserves stimuleert ten einde de marginale gasvelden offshore ten volle te exploiteren, zoals omschreven in de voorgenomen wetgeving (nader uitgewerkt in de punten 9 en 10). 1 Voor een overzicht van de bestaande infrastructuur op het Nederlands continentaal plat (platforms en pijpleidingen op het Nederlands continentaal plat per 1 januari 2010), zie: Voor een kaart waarop de productieplatforms en pijpleidingen offshore zijn aangegeven (per 1 januari 2010), zie: 2 Voor een overzicht van de platforms en de namen van de bijbehorende exploitanten per 1 januari 2010, zie: 3 Zie: 4 Voor het merendeel wordt het gas aan wal gebracht via de volgende drie grote gasproductie(verzamel)pijpleidingen offshore: WestGasTransportleiding (eigendom van EBN, NAM, Nuon, Wintershall, Total, Oranje-Nassau Energie; NoordGasTransportleiding (eigendom van GdF Suez, Taqa, XTO, Rosewood, NAM, EBN) en Noordelijke Offshore GasTransportleiding (eigendom van GdF Suez, Total, Centrica, EBN, EWE, RWE-DEA, Wintershall) Het gas dat in Nederland en op het Nederlandse deel van het continentaal plat wordt gewonnen, wordt verkocht op de Noordwest-Europese gasmarkt, die bestaat uit Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Daarnaast wordt ook gas verkocht aan Italië en Zwitserland. Zie het jaarverslag Gasterra 2008, blz. 16: 2

3 De maatregel 6. De aangemelde maatregel bestaat in een investeringsaftrek voor elke mijnbouwonderneming die houder of medehouder is of wordt van een vergunning ingevolge de Nederlandse Mijnbouwwet om koolwaterstoffen te winnen en die voor dergelijke niet eerder gebruikte reserves investeert in bedrijfsmiddelen. Het gaat om investeringen in: putten, platforms en pijpleidingen alsmede aanverwante installaties, onder meer voor exploratie- en evaluatieboringen. De Nederlandse autoriteiten hebben verduidelijkt dat alleen aanspraak kan worden gemaakt op de investeringsaftrek voor investeringen in bedrijfsmiddelen die zijn gedaan nadat de bewuste wet van kracht is geworden en die niet eerder zijn gebruikt voor de exploratie en exploitatie van een nieuw gasvoorkomen offshore dat voor de maatregel in aanmerking komt. 7. Investeringen in een platform dat eerder elders is gebruikt (een "tweedehandsplatform") komen in aanmerking, daar de maatregel voor het bereiken van zijn doel geen onderscheid maakt tussen een nieuw en een gebruikt platform. Als een marginaal gasveld wordt aangesloten op een bestaand platform, kunnen alleen de kosten van de aansluiting van het gasveld op het bestaand platform of de bestaande infrastructuur in het kader van de regeling voor belastingaftrek worden ingebracht. Uitgaven voor bv. onderhoud van bestaande installaties of infrastructuur komen niet in aanmerking voor de belastingaftrek. 8. Mijnbouwondernemingen zijn wettelijk verplicht om, naast de vennootschapsbelasting, een additioneel jaarlijks bedrag te betalen aan de Nederlandse staat, de zogeheten afdracht van winstaandeel 7. De maatregel staat mijnbouwondernemingen toe in het jaar waarin de investering wordt gedaan, naast de reguliere afschrijving, 25% van het investeringsbedrag aanvullend ten laste te brengen van het resultaat waarover op grond van de Mijnbouwwet hun mijnbouwwettelijke afdracht van winstaandeel wordt berekend. 9. In de Mijnbouwwet en nader ingevuld in een ministeriële regeling worden objectieve criteria vastgelegd aan de hand waarvan de Nederlandse minister van Economische Zaken op verzoek van de vergunninghouder bepaalt of en vaststelt dat een marginaal gasvoorkomen offshore in aanmerking komt voor de investeringsaftrek. De minister van Economische Zaken heeft geen beoordelingsmarge ten aanzien van wat een marginaal gasvoorkomen is, daar de desbetreffende criteria in de wetgeving worden vastgelegd. 7 Naast de vennootschapsbelasting zijn mijnbouwondernemingen krachtens de Mijnbouwwet verplicht om een additioneel bedrag te betalen aan de Nederlandse staat, de zogeheten afdracht van winstaandeel, die gebaseerd is op het resultaat van kosten en opbrengsten van de geëxploiteerde gasvelden. Zo verwerft de staat extra inkomsten uit de aardgaswinning. 3

4 10. De in de ontwerpwetgeving opgenomen criteria zijn de afstand van het voorkomen tot bestaande infrastructuur en de omvang en de productiviteit van het voorkomen 8. Deze criteria worden op technische grondslag vastgesteld, ongeacht de criteria die mijnbouwondernemingen mogelijk gebruiken om te besluiten of zij al dan niet investeren in de ontwikkeling van een gasvoorkomen. Er is een formule uitgewerkt om aan de hand van deze criteria te bepalen of een gasvoorkomen offshore in aanmerking komt voor de investeringsaftrek 9. Volgens de overgelegde ontwerpwetgeving wordt de drempel om te bepalen of een voorkomen als "marginaal" kan worden beschouwd, getoetst aan de huidige lijst van bekende maar nog niet tot ontwikkeling gebrachte reserves, waarvoor binnen 5 jaar nadat het voorkomen was aangetoond nog geen ontwikkelingsplan bestond (stranded fields) Naar verwachting zullen in de eerste jaren dat de maatregel van kracht is overwegend de "stranded fields", d.w.z. de gasvelden die reeds zijn aangetoond maar nog niet in productie zijn genomen, tot ontwikkeling worden gebracht, terwijl daarna, tegen 2020 en later, de extra productie voornamelijk afkomstig zal zijn van prospects, d.w.z. gasvoorkomens die nog geboord en opgespoord moeten worden. Volgens de berekeningen van de Nederlandse autoriteiten zal de maatregel ervoor zorgen dat 21 miljard m 3 gas extra in productie zal worden gebracht op het Nederlandse deel van het continentaal plat (waarvan circa 20% uit stranded fields en circa 80% uit prospects), boven op de 91 miljard m 3 die zonder de maatregel uit stranded fields en prospects in productie zou worden gebracht 11. Rechtsgrondslag 12. De rechtsgrondslag van de steunregeling is de wet van 26 november 2009 tot wijziging van de Mijnbouwwet 12, met name artikel 68a, eerste lid, alsmede de parlementaire Toelichting bij deze wet 13. Begunstigden 13. Alle ondernemingen die als mijnbouwonderneming een winningsvergunning hebben naar Nederlands recht, komen in aanmerking voor de regeling mits de gasvoorkomens aan de vastgestelde criteria voldoen. Het verwachte aantal begunstigden ligt tussen 11 en De Nederlandse autoriteiten leggen uit dat een gasvoorkomen "marginaal" is wanneer de investeringskosten en exploitatiekosten ternauwernood worden gecompenseerd door de inkomsten uit dat voorkomen (d.w.z. dat het breakevenpoint amper wordt gehaald). Voor prospects komt daar nog de doorgaans grote kans op mislukking bij. De inkomsten worden hoofdzakelijk bepaald door de winbare reserves, de olie- of gasprijs en het belastingregime. De kosten worden voornamelijk bepaald door de ligging, de reserves en de productiviteit. Er is in Nederland niet veel verschil in de diepte van het water offshore, zodat de kostenstructuur vrij uniform is. Het enige verschil is de afstand tot de bestaande infrastructuur. 9 Zie artikel 1 van het ontwerp van ministeriële regeling "Regeling investeringsaftrek marginale gasvoorkomens Nederlands continentaal plat". 10 Voor een overzicht van de stranded fields per april 2010, zie: 11 Dankzij de maatregel zal naar verwachting circa 21 miljard m 3 aan extra reserves gedurende de komende jaren in productie kunnen worden gebracht. De extra productie zal volgens de Nederlandse autoriteiten blijven aanhouden tot na Ongeveer 30-40% van het extra volume van 21 miljard m 3 zal echter worden geproduceerd in de komende 10 jaar, d.w.z. vóór Staatsblad, 2009, Tweede Kamer, vergaderjaar , , nr. 6, p

5 Duur 14. De regeling is aangemeld voor de periode van 1 januari 2010 tot en met 31 december 2016, mits de Commissie de steun goedkeurt. De Nederlandse autoriteiten hebben verduidelijkt dat de maatregel is gebaseerd op de geraamde resterende productietijd van de gasvelden die thans nog in productie zijn, alsmede op de operationele kosten en de economische levensduur van de platforms en de infrastructuur die thans voor de winning, de behandeling en het vervoer van het gas wordt gebruikt. Die gasvoorkomens zullen naar verwachting over 10 tot 15 jaar uitgeput zijn. Als de nieuwe kleine/marginale velden er in de komende 5 à 10 jaar niet op zijn aangesloten, zullen bestaande platforms en infrastructuur worden ontmanteld of verwijderd 14. Begrotingsmiddelen 15. De Nederlandse autoriteiten zijn van mening dat de maatregel staatssteun inhoudt omdat er sprake is van een selectief voordeel voor bepaalde ondernemingen (mijnbouwondernemingen met een winningsvergunning in de zin van de Mijnbouwwet). De autoriteiten hebben niet aangegeven welke begrotingsmiddelen precies worden uitgetrokken voor de maatregel, maar hebben verklaard dat naar verwachting 21 miljard m 3 extra zal worden geproduceerd als gevolg ervan 15. Het is de algehele verwachting dat de staatsinkomsten zullen stijgen ten gevolge van de maatregel. Indien evenwel hypothetisch, bij overigens gelijkblijvende omstandigheden, dit extra volume onder het geldende belastingregime zou worden geproduceerd zonder de maatregel, zou dit de Nederlandse staat nominaal 194 miljoen EUR extra inkomsten opleveren. Bijgevolg kan worden gesteld dat de Nederlandse staat als gevolg van de maatregel dit bedrag van 194 miljoen EUR aan inkomsten derft. Dat bedrag kan in het kader van deze zaak dan ook worden beschouwd als het indicatieve totaalbedrag aan begrotingsmiddelen. 14 De meeste gasvelden offshore zijn over hun hoogtepunt heen en vele zullen in de komende jaren uitgeproduceerd zijn. Wanneer een platform eenmaal niet meer voor productiedoeleinden wordt gebruikt, wordt het verlaten. Prospects in de buurt van dat platform zullen moeten aansluiten op andere platforms die gewoonlijk verder weg zijn gelegen, en dat zal de investeringskosten verhogen. Die prospects worden dus minder aantrekkelijk. Daarenboven geschiedt de toewijzing van de exploitatiekosten van de infrastructuur doorgaans op basis van de productie. Omdat de productie van de bestaande gasvelden terugloopt, zullen nieuwe gasvoorkomens een groter deel van die exploitatiekosten moeten dragen wanneer zij pas later in productie gaan. Bij het huidige niveau van opsporing offshore zou het volgens de Nederlandse autoriteiten vele jaren duren om alle prospects te boren. Bij een laag activiteitsniveau zal er minder tijd zijn om de marginale prospects aan te boren, want de gelegenheid ("window of opportunity") om een nieuw prospect aan te boren zal definitief voorbij zijn wanneer de exploitatiekosten te hoog worden of de noodzakelijke infrastructuur verdwijnt. 15 Volgens de Nederlandse autoriteiten zouden de reserves die reeds in productie zijn voor de periode tot 2020 zonder de maatregel 91 miljard m 3 bedragen (prospects en stranded fields samen); dank zij de maatregel zou 21 miljard m 3 extra kunnen worden gewonnen uit de resterende aardgasreserves op het Nederlandse continentaal plat. De ontvangsten van de staat zouden zonder de maatregel 5,517 miljard EUR (nominaal) bedragen bij een olieprijs van 50 USD per vat, terwijl dit bij een olieprijs van 100 USD per vat 13,932 miljard EUR (nominaal) zou zijn. Met de maatregel zouden de extra ontvangsten van de staat 685 miljoen EUR (nominaal) bedragen bij een olieprijs van 50 USD per vat, terwijl dit bij een olieprijs van 100 USD per vat 2,575 miljard EUR (nominaal) zou zijn. 5

6 3. BEOORDELING 3.1. Is er sprake van staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU 16. Volgens artikel 107, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie ("VWEU") 16 "zijn steunmaatregelen van de staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt, voor zover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt". 17. De onderzochte steun wordt toegekend door een nationale autoriteit en door de staat met staatsmiddelen bekostigd in de zin van artikel 107 VWEU. Deze steun vervalst de mededinging of dreigt deze te vervalsen door selectief de ondernemingen te begunstigen die voor de belastingaftrek in aanmerking komen. Meer bepaald wordt de maatregel als selectief beschouwd omdat alleen bepaalde ondernemingen de belastingaftrek zullen kunnen toepassen, met name die mijnbouwondernemingen die houder of medehouder zijn of worden van een vergunning uit hoofde van de Mijnbouwwet voor de winning van koolwaterstoffen uit een marginaal gasveld, dat door de Nederlandse minister van Economische Zaken als zodanig is aangewezen 17. Aangezien dit elke onderneming kan zijn en aardgas daarenboven intensief wordt verhandeld binnen de Europese Unie, beïnvloedt de maatregel het handelsverkeer tussen lidstaten. De krachtens de voorgestelde regeling aan de begunstigde verleende steun vormt derhalve staatssteun in de zin van artikel 107, lid 1, VWEU. 18. In artikel 107, lid 3, onder c), VWEU is bepaald dat steunmaatregelen om de ontwikkeling van bepaalde vormen van economische bedrijvigheid of van bepaalde regionale economieën te vergemakkelijken als verenigbaar met de interne markt kunnen worden beschouwd, mits de voorwaarden waaronder het handelsverkeer plaatsvindt daardoor niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. 19. De Commissie merkt op dat de maatregel niet onder bestaande richtsnoeren betreffende de toepassing van artikel 107, lid 3, onder c), VWEU valt, zodat de maatregel rechtstreeks aan de genoemde Verdragsbepaling moet worden getoetst. Om verenigbaar te zijn overeenkomstig artikel 107, lid 3, onder c), moet een steunmaatregel op een noodzakelijke en evenredige wijze gericht zijn op het behalen van een doel van gemeenschappelijk belang. In dit verband dienen volgens de Commissie de volgende vragen te worden beoordeeld: 16 Met ingang van 1 december 2009 zijn de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag respectievelijk vervangen door de artikelen 107 en 108 VWEU; de bepalingen in beide verdragen zijn inhoudelijk identiek. In het kader van dit besluit moeten verwijzingen naar de artikelen 107 en 108 VWEU waar nodig worden begrepen als verwijzingen naar respectievelijk de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag. 17 Dit wil meer bepaald zeggen, elke mijnbouwonderneming die houder of medehouder is of wordt van een vergunning uit hoofde van de Mijnbouwwet voor de winning van koolwaterstoffen en die: - te rekenen vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de voorgenomen maatregel, - uit hoofde van een opsporings- of winningvergunning offshore, - ten behoeve van de opsporing of winning, - van een op zijn verzoek door de minister van Economische Zaken - op basis van vooraf bekendgemaakte, objectief en non-discriminatoir toegepaste criteria, - aangewezen marginaal voorkomen van aardgas, - investeert in voor dat voorkomen niet eerder gebruikte bedrijfsmiddelen (putten, platforms en pijpleidingen, onder meer voor exploratie- en evaluatieboringen). 6

7 (1) Is het doel van de steunmaatregel duidelijk omschreven en van gemeenschappelijk belang (met andere woorden, wordt met de voorgestelde steun een marktfalen of een andere doelstelling aangepakt)? (2) Is de steunmaatregel geschikt om het doel van gemeenschappelijk belang te bereiken? Met name: (a) (b) Is de steunmaatregel een passend instrument? Is er een stimulerend effect, d.w.z. verandert de steun de gedragingen van ondernemingen? (c) Is de steunmaatregel evenredig, met andere woorden kan dezelfde gedragswijziging niet met minder steun worden verkregen? (3) Zijn de vervalsingen van de mededinging en de beïnvloeding van het handelsverkeer zo beperkt dat de balans al met al positief is? Heeft de maatregel een duidelijk omschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang? 20. De Nederlandse autoriteiten hebben aangevoerd dat een doeltreffend en rationeel beheer van de resterende winbare gasreserves in Nederland bijdraagt tot de voorzienings- en leveringszekerheid van de Europese Unie. In dit verband wordt onder meer verwezen naar de conclusies van de Energie Raad van 19 februari 2009: Om minder afhankelijk te worden van externe energiebronnen, moet de EU zoveel mogelijk haar eigen bronnen, waaronder hernieuwbare energiebronnen, fossiele brandstoffen en in landen die daarvoor kiezen kernenergie, benutten en een klimaat creëren dat investeringen daarin bevordert. De Europese Raad heeft op 19/20 maart 2009 ook beklemtoond dat de energiezekerheid van de Europese Unie kan worden versterkt door onder andere optimaal gebruik te maken van de eigen energiebronnen. 21. Het streven van de Nederlandse autoriteiten om te komen tot een doeltreffend en rationeel beheer van de eigen gasreserves moet worden gezien tegen de achtergrond van het feit dat de gasproductie in Nederland tegen 2033 aanzienlijk zal teruglopen 18. Tabel 1: Werkelijke aardgasproductie in Nederland in en prognose van de productie in de periode

8 Volume (mld m 3 Geq) Evenredige profilering productieruimte Groningen voorkomen ( ) Verwachte productie uit Groningen voorkomen o.b.v winningsplan (vanaf 2016) Verwacht aanbod uit nog te ontdekken voorkomens Verwacht aanbod uit nog niet ontwikkelde voorkomens op land Verwacht aanbod uit nog niet ontwikkelde voorkomens op zee Verwacht aanbod uit ontwikkelde voorkomens op zee Verwacht aanbod uit ontwikkelde voorkomens op zee Historisch aanbod Groningen Voorkomen Historisch aanbod 'kleine velden' 22. Volgens de bovenstaande tabel zal de huidige Nederlandse gasproductie van circa 85 miljard m 3 per jaar geleidelijk dalen tot ongeveer 20 miljard m 3 in Uitgaande van de verwachting dat de Nederlandse binnenlandse vraag naar aardgas zich de komende decennia zal stabiliseren op miljard m 3 per jaar, zal tussen 2020 en 2025 het kantelpunt worden bereikt waarop Nederland een netto gasinvoerder wordt. Naar verwachting zou Nederland dan miljard m 3 aardgas meer moeten invoeren dan thans het geval is. 23. Meer bepaald zal de productie van de bestaande installaties offshore tot 2020 steil dalen, met een verwachte productie van 22,4 miljard m 3 in 2010, 7,8 miljard m 3 in 2015 en 2,8 miljard m 3 in Op het eerste gezicht zal de voorgenomen maatregel de aardgasvoorziening inderdaad doen toenemen en aldus de leveringszekerheid vergroten. Dit wordt beschouwd als een rechtmatige doelstelling van gemeenschappelijk belang, en wel om de volgende redenen. 25. Allereerst noemt Richtlijn 2004/67/EG van de Raad van 26 april 2004 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de aardgasvoorziening 19 eigen gasproductie uitdrukkelijk als één van de instrumenten om de zekerheid van de gasvoorziening te vergroten. 19 PB L 127 van

9 26. Voorts doet het geven van stimulansen voor de exploitatie van deze marginale velden in de nabije toekomst (wanneer de infrastructuur nog beschikbaar is) de gasvoorraden in Nederland toenemen. Aangezien de extra gasvoorraden worden verkocht op de Noordwest-Europese gasmarkt, in Italië en in Zwitserland (zoals vermeld in voetnoot 6), heeft de maatregel ook een gunstige invloed op de voorzieningszekerheid van de betrokken uitvoerlanden. 27. Ten tweede hebben de Nederlandse autoriteiten aangevoerd dat de maatregel een doeltreffend en rationeel beheer van de resterende winbare gasreserves offshore in Nederland beoogt. De maatregel beoogt met andere woorden een vergroting van de hoeveelheid gas die beschikbaar is voor de markt. Aangezien gas concurreert met andere brandstoffen, kan de maatregel het gebruik van gas onder economisch rendabele voorwaarden doen toenemen of verlengen. 28. De maatregel lijkt derhalve een doeltreffend en rationeel beheer van beperkte winbare reserves ten doel te hebben, met name ten aanzien van kleine en marginale gasvoorkomens. 29. Verder valt op te merken dat aardgas een fossiele brandstof met een lage CO 2 - uitstoot is, die in vergelijking met andere conventionele energiebronnen relatief schoon is. Hoewel van fossiele herkomst, kan gas worden beschouwd als een overbruggingsbrandstof totdat een koolstofvrije economie tot stand kan worden gebracht. 30. Ten slotte is, zoals hieronder nader wordt uitgelegd, de onderhavige investeringssteun op zodanige wijze ontworpen dat de betrokken marginale gasvelden op levensvatbare wijze kunnen worden opgespoord en geëxploiteerd. 31. Bijgevolg is de Commissie van oordeel dat de voorgenomen maatregel een duidelijk omschreven doelstelling van gemeenschappelijk belang heeft Is de steunmaatregel adequaat genoeg ontworpen om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te realiseren? 32. Om aan te tonen dat de maatregel adequaat is ontworpen om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te realiseren, hebben de Nederlandse autoriteiten erop gewezen dat deze zou leiden tot extra gasproductie uit de marginale velden offshore, die anders niet zou worden gehaald. Of een project in aanmerking komt voor steun, hangt uitsluitend af van technische parameters en heeft niets te maken met de criteria en economische overwegingen die individuele mijnbouwondernemingen hanteren. Op basis van de in de voorgenomen maatregel vervatte regels, d.w.z. de strenge criteria voor de ontwikkeling van de marginale gasvelden (zoals bedoeld in punt 9 en punt 10), trachten de autoriteiten zoveel mogelijk de gasvelden uit te sluiten die ook zonder de steun op economisch rendabele wijze zouden kunnen worden geëxploiteerd. 33. Andere beleidsinstrumenten van algemene strekking zijn door de autoriteiten in overweging genomen, onder meer de mogelijkheid van een willekeurige afschrijving op investeringen of een verhoogd afschrijvingspercentage. Deze mogelijkheden werden echter minder geschikt bevonden, precies om "free rider"- gedrag of overcompensatie uit te sluiten. 9

10 34. Meer in het bijzonder hebben de Nederlandse autoriteiten in dit verband verduidelijkt dat zij een vergelijking hebben gemaakt tussen het effect van de maatregel en dat van de willekeurige afschrijving continentaal plat ("WACP"), die in 2003 werd afgeschaft 20. Een van de problemen die aan het licht kwam, was dat er bij de WACP geen onderscheid wordt gemaakt tussen projecten. Bijgevolg profiteerden alle projecten, ook de economisch rendabele, van de WACP en waren er veel "free rider"-projecten, volgens de autoriteiten. WACP-projecten met hoge investeringskosten profiteerden veel meer dan projecten met lagere investeringskosten. Anders dan de WACP heeft de voorgestelde maatregel hetzelfde effect voor alle marginale velden. 35. Voorts hebben de autoriteiten uitgelegd dat een openbare veiling, waarbij ondernemingen zouden bieden om het recht op gaswinning (in plaats van de afdracht van winstaandeel te betalen) niet zou passen in de Nederlandse regeling voor de toewijzing van opsporings- en winningsvergunningen, die is neergelegd in artikel 9 van de Mijnbouwwet en die in het algemeen gebaseerd is op een systeem van concurrerende aanvragen, overeenkomstig Richtlijn 94/22/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 1994 betreffende de voorwaarden voor het verlenen en het gebruik maken van vergunningen voor de prospectie, de exploratie en de productie van koolwaterstoffen (meer bepaald artikel 3, lid 2, onder b), van die richtlijn) Voorts moet een vergunninghouder actief gebruik maken van zijn vergunning en mag hij niet voor langere tijd (een deel van) zijn vergunningsgebied ongebruikt laten indien anderen daar activiteiten zouden willen uitvoeren. Krachtens een wijziging van de Mijnbouwwet krijgt de minister van Economische Zaken de bevoegdheid om ongebruikte delen van vergunningsgebieden ter beschikking van derden te stellen Ten slotte valt op te merken dat de prikkel voor een onderneming om een gasveld te exploiteren mede van invloed is op en beïnvloed wordt door het aantal andere velden die op het net zijn aangesloten, welk aantal bepalend is voor de rentabiliteit van de netwerkinfrastructuur. Ervan uitgaande dat met dergelijke netwerkeffecten geen rekening wordt gehouden bij individuele beslissingen om bepaalde velden te exploiteren, leidt de maatregel tot coördinatievoordelen. Zonder de maatregel zouden de marginale velden waarschijnlijk niet worden geëxploiteerd, daar de noodzakelijke netwerkinfrastructuur niet langer voorhanden zou zijn. 20 Vóór de afschaffing van de willekeurige afschrijving konden opsporingskosten worden opgevoerd als een uitgave en in één keer worden afgeschreven. Kapitaaluitgaven kunnen niet langer willekeurig worden afgeschreven. De WACP maakte het ondernemingen mogelijk investeringen in platforms en pijpleidingen bij het vaststellen van hun belastbaar inkomen te behandelen als gewone uitgaven. Zonder die mogelijkheid moeten investeringen voor belastingdoeleinden worden geboekt per productie-eenheid danwel lineair worden afgeschreven. Het directe effect van de WACP, in vergelijking met andere regelingen, was een uitstel van belastingbetalingen, wat de ondernemingen een rentevoordeel bezorgde. 21 PB L 164 van , blz Een veld dat als "marginaal" is aangemerkt in de zin van artikel 68a, lid 1, van de Mijnbouwwet, valt onder de procedures van het convenant tussen de minister van Economische Zaken en de mijnbouwindustrie over een actieve benutting van vergunningen, dat op 1 januari 2010 van kracht is geworden. Bijgevolg zijn de bepalingen van dit convenant betreffende een verkleining van het vergunningsgebied mutatis mutandis van toepassing (de minister van Economische Zaken kan besluiten het gebied waarvoor een vergunning is verleend te verkleinen, indien in een deel ervan gedurende de voorafgaande twee jaren geen significante activiteiten met betrekking tot opsporing, winning of opslag hebben plaatsgevonden of indien de winningsactiviteiten zijn gestaakt). 10

11 38. Gelet op het vorenstaande is de Commissie van oordeel dat de maatregel adequaat ontworpen is om de doelstelling van gemeenschappelijk belang te realiseren Stimulerend effect 39. Staatssteun moet noodzakelijk zijn en een stimulerend effect hebben. In dat verband moet de aanmeldende lidstaat het bewijs leveren dat de investering zonder de steun niet zou zijn gedaan. 40. De Nederlandse autoriteiten hebben uitgelegd dat voor de beoordeling van projecten (zonder opsporingsrisico) vaak gebruik wordt gemaakt van de VIR (Value Investment Ratio), die wordt verkregen door de NCW (netto contante waarde) te delen door de in het project gedane investering. De VIR moet een bepaalde drempelwaarde halen. Voor prospects (opsporingsprojecten) is er een bijkomende complicatie, nl. het risico. Voor prospects wordt vaak gebruik gemaakt van de RVIR (Risked Value Investment Ratio), die wordt verkregen door de risicoopbrengsten te delen door de risico-investering. Voor zowel opbrengsten als investeringen wordt rekening gehouden met de kans van slagen. 41. Het niveau van de drempelwaarde hangt af van de onderneming en het project en varieert van 0,10 tot 0,40, volgens de Nederlandse autoriteiten 23. Volgens de overgelegde informatie verhoogt de maatregel de VIR voor ontwikkelingsprojecten of de RVIR voor opsporingsprojecten met een vaste factor van 0,125 (namelijk 25% aftrek van de 50% afdracht van winstaandeel). Aldus zou de maatregel projecten die de drempel net niet halen, aanvaardbaar maken en de mijnbouwondernemingen een stimulans geven om te investeren 24. In het geval van prospects is voor de berekeningen uitgegaan van een rentabiliteitsdrempel van RVIR > 0,2. In het geval van stranded fields waarmee geen opsporingsrisico meer gemoeid is bedraagt de drempelwaarde van de VIR 0,4. De rentabiliteitsdrempel is de waarde op basis waarvan een optimale extra gashoeveelheid te verwachten is ten gevolge van de maatregel (zowel voor prospects als voor stranded fields). 42. Meer specifiek hebben de Nederlandse autoriteiten vertrouwelijke informatie verstrekt die onder het zakengeheim valt, over 40 prospects (goed voor circa 80% van de verwachte extra gasproductie ten gevolge van de maatregel) die dankzij de maatregel rendabel zouden worden, uitgaande van een rentabiliteitsdrempel van RVIR > 0,2 25. De desbetreffende velden staan onder het beheer van 11 verschillende exploitanten De Nederlandse autoriteiten voeren aan dat Energie Beheer Nederland (EBN, 100% eigendom van de Nederlandse staat en belast met het beheer van de participatie van de staat in de opsporing en winning van olie en aardgas) vanuit haar positie zicht heeft op alle projecten, zowel op het gebied van exploratie als van ontwikkeling, en dat EBN alle inputdata ontvangt voor de economische analyse. Ookal kent EBN niet de toegepaste kortingen en de prognoses van de individuele ondernemingen inzake de ontwikkeling van de olie- en gasprijzen, toch heeft EBN volgens de Nederlandse autoriteiten een goed idee van wat er bij de ondernemingen gangbaar is. De marge van 0,1-0,4 is vastgesteld door EBN. 24 De berekende VIR of RVIR hangt zeer sterk af van de olie- of gasprijs. Per project kan worden berekend vanaf welke olie- of gasprijs het project economisch niet langer rendabel is en de maatregel dus noodzakelijk zou zijn. Er is echter niet één niveau waarop alle marginale voorkomens of prospects rendabel worden. 25 De prospects worden beoordeeld aan de hand van dezelfde aangenomen rentabiliteitsdrempel voor alle ondernemingen. Hoewel de drempel (screening olieprijs 50 USD per vat, NCW 11% na belasting, RVIR > 0,2) afkomstig is van Nogepa (Vereniging van alle Nederlandse gasproducenten; NL/Home.aspx) en weergeeft wat de gemiddelde rentabiliteitsdrempel is voor alle Nederlandse producenten, heeft elke onderneming haar eigen drempel, die daarvan kan afwijken. De Nederlandse autoriteiten leggen uit dat, naast de 11

12 43. Op basis van de informatie en de onderliggende gegevens die door de Nederlandse autoriteiten zijn verstrekt, is de Commissie van oordeel dat aan het criterium dat de maatregel een stimulerend effect moet hebben, is voldaan. Deze conclusie wordt versterkt door de wijze waarop de voorgenomen wetgeving is opgezet, waardoor alleen voor investeringen in bedrijfsmiddelen, gedaan nadat de bewuste wet van kracht is geworden, en die niet eerder zijn gebruikt voor de opsporing en winning van een nieuw gasvoorkomen offshore dat voor de maatregel in aanmerking komt, aanspraak kan worden gemaakt op de investeringsaftrek Evenredigheid van de steun 44. Vooraf wil de Commissie alvast opmerken dat de geldigheidsduur van de maatregel, die beperkt is tot zes jaar, volgens haar evenredig en passend is. Indien de marginale velden niet binnen 5 à 10 jaar worden aangesloten, zullen de bestaande platforms en de bestaande infrastructuur die naar verwachting over 10 tot 15 jaar uitgeput zullen zijn worden ontmanteld of verwijderd, zoals reeds in punt 3 werd opgemerkt. Daarom rest er slechts weinig tijd voor de opsporing en de winning van de resterende gasreserves van de kleine velden. 45. Voorts bedraagt de steunintensiteit van de maatregel 12,5% van de investering (25% extra aftrek van de afdracht van winstaandeel, waarvan het tarief 50% bedraagt). De steunintensiteit is in absolute termen hoe dan ook bescheiden. Ter verdere bevestiging van de evenredigheid van de maatregel kan uit de door de Nederlandse autoriteiten verstrekte gegevens over de prospects die dankzij de maatregel rendabel zouden worden (zoals eerder beschreven), worden afgeleid dat de RVIR in de meeste gevallen de rentabiliteitsdrempel met niet meer dan 0,1 overschrijdt. 46. De Commissie is daarom van oordeel dat aan het evenredigheidscriterium is voldaan Invloed op de mededinging en de handel tussen de lidstaten 47. De Commissie stelt vast dat de voorgenomen maatregel niet discrimineert, maar open staat voor en toepasselijk is op alle (mijnbouw)ondernemingen die, ongeacht hun herkomst, actief zijn (of actief willen worden) op het gebied van de opsporing en winning van aardgas in de betrokken marginale gasvelden in het Nederlandse VIR/RVIR-drempel, ook de olieprijs (gasprijs) en de toegepaste kortingen belangrijk zijn voor de berekening van het effect van de maatregel en dat de VIR/RVIR-drempel in combinatie met die twee parameters moet worden bekeken. De autoriteiten delen mee dat er een werkgroep mijnbouwklimaat bestaat, met vertegenwoordigers van Nogepa (de Nederlandse Olie en Gas Exploratie en Productie Associatie), EBN en het ministerie van Economische Zaken. EBN heeft het "Monte Carlo"-model ontwikkeld voor de Nederlandse offshore-sector. De in dat model gehanteerde economische parameters, waaronder de VIR/RVIR-drempels, zijn in die werkgroep vastgesteld. Nogepa heeft alle producenten geraadpleegd over hun rentabiliteitsdrempel en daaruit gemiddelde parameters afgeleid. Wanneer de gemiddelde parameters worden toegepast op het hele bestand van prospects, zou het resultaat volgens de Nederlandse autoriteiten een goede weergave moeten zijn van het uiteindelijke resultaat van de maatregel. 26 Niet elk van deze prospects zal echter automatisch kunnen profiteren van de maatregel, aangezien niet alle prospects na verloop van tijd nog rendabel blijven. De rentabiliteit van een prospect of voorkomen hangt onder meer af van het toegewezen aandeel in de exploitatiekosten van de bestaande infrastructuur waarop het voorkomen of prospect wordt aangesloten. Aangezien de bestaande productie terugloopt en de exploitatiekosten worden toegewezen op basis van de productie, zal het aandeel in de exploitatiekosten mettertijd toenemen. Daarenboven is het mogelijk dat de infrastructuur waarop het veld wordt aangesloten, op een bepaald ogenblik wordt verlaten en dat moet worden uitgeweken naar andere afvoerroutes die verder weg liggen, met bijgevolg hogere investeringskosten. Voorts hangt het aantal prospects op de lijst dat daadwerkelijk aangeboord wordt mede af van het jaarlijkse niveau van de exploratieactiviteit. 12

13 deel van het continentaal plat en die op grond van de winningsvergunning die krachtens de Mijnbouwwet is verleend verplicht zijn aan de Nederlandse staat een afdracht van winstaandeel te betalen Zoals aangegeven in punt 42 zou de maatregel potentieel een groot aantal verschillende exploitanten ten goede kunnen komen. Volgens de Nederlandse autoriteiten zijn de prospects die dankzij de maatregel op rendabele wijze geëxploiteerd zouden kunnen worden, in handen van 11 verschillende ondernemingen. Gelet op dit relatief grote aantal potentiële begunstigden/concurrenten die actief zijn in de offshore gassector, is het onwaarschijnlijk dat de maatregel een ongunstige invloed zou hebben op de mededinging. Daarenboven hebben de Nederlandse autoriteiten gegevens verstrekt betreffende de bestaande gasvelden waaruit blijkt dat de voordelen van de maatregel waarschijnlijk breed gespreid zullen zijn en dat vermoedelijk geen enkele individuele exploitant er onevenredig profijt van zal trekken. 49. De maatregel staat ook open voor nieuwkomers. Er zijn weliswaar voor het grootste stuk van het Nederlandse deel van het continentaal plat reeds opsporingsen winningsvergunningen verleend en een groot deel van de prospects en nietaangetoonde reserves bevindt zich in de bestaande vergunningsgebieden, maar geregeld hebben ondernemingen zich teruggetrokken uit en zijn andere ingetreden in bestaande (hoofdzakelijk opsporings)vergunningen en hebben er algehele of gedeeltelijke overdrachten van vergunningen en teruggaven voor (delen van) vergunningsgebieden plaatsgevonden Wegens de beperkte tijd die nog rest tot de verdwijning van de infrastructuur op het continentaal plat, hebben de Nederlandse autoriteiten daarnaast ook andere middelen aangewend om nieuwkomers aan te moedigen om actief te worden in prospects en niet-aangetoonde reserves. Zoals eerder aangegeven (voetnoot 22), beoogt het convenant tussen de minister van Economische Zaken en de mijnbouwondernemingen een actieve benutting van gebieden onder Nederlandse bodem voor opsporing, winning en opslag. 51. Ten slotte zal de maatregel naar verwachting niet leiden tot vervalsing van de mededinging en de handel tussen lidstaten niet ongunstig beïnvloeden. 52. Volgens de Nederlandse autoriteiten speelt de mededinging op het gebied van de opsporing en winning van aardgas zich af op wereldschaal. In eerdere concentratiebesluiten heeft de Commissie de relevante markt voor de opsporing van aardgas beschouwd als een afzonderlijke relevante productmarkt met een wereldwijde omvang 29. Lager in de bedrijfsketen werd geoordeeld dat de relevante geografische markt voor de productie van aardgas meer dan waarschijnlijk de EER omvatte, met inbegrip van de invoer uit Rusland en Algerije (al zou de precieze afbakening van de geografische markt open kunnen worden gelaten, aangezien de 27 De Nederlandse autoriteiten delen mee dat er momenteel 13 exploitanten actief zijn in de Nederlandse gasproductiesector offshore, waaronder: ATP Oil and Gas Netherlands, Chevron, Cirrus Energy, GDF Suez E&P Nederland, NAM, Total E&P Nederland, Grove Energy, Wintershall Noordzee en Petro-Canada Netherlands. Daarnaast zijn nog 20 licentienemers actief in deze sector. 28 Zie 29 Concentratiebeschikking M4545, in de zaak Statoil-Hydro, van (punt 7). 13

14 transactie bij geen enkele denkbare geografische marktafbakening aanleiding gaf tot mededingingsbezwaren) Volgens informatie 31 die de Nederlandse autoriteiten met betrekking tot de onderhavige zaak hebben verstrekt, zou de totale gasproductie in de Europese Unie 32 in miljard m 3 hebben bedragen. De extra reserves van 21 miljard m 3 zullen ertoe leiden dat de productie tot na 2020 kan worden voortgezet (zie punt 11). Als er echter wordt uitgegaan van volle productie tot 2020, zou dit neerkomen op ongeveer 2,1 miljard m 3 per jaar. Dit jaarvolume van 2,1 miljard m 3 vertegenwoordigt ongeveer 1% van de totale gasproductie van 2009 in de Europese Unie (dit is zelfs een kleinere schaal dan de door de Commissie afgebakende relevante geografische markt). Ten opzichte van een markt voor de opsporing/winning van aardgas die wereldwijd van omvang is, zou dit percentage derhalve nog kleiner zijn. 4. BESLUIT 54. Op grond van de vorenstaande beoordeling heeft de Commissie besloten geen bezwaar te maken tegen de aangemelde maatregel aangezien deze voldoet aan de voorwaarden om overeenkomstig artikel 107, lid 3, onder c), VWEU als verenigbaar met de interne markt te worden beschouwd. 55. De Commissie herinnert de Nederlandse autoriteiten eraan dat, overeenkomstig artikel 108, lid 3, VWEU, voornemens om deze regeling anders te financieren of te wijzigen bij de Commissie moeten worden aangemeld overeenkomstig Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie Bv. concentratiebeschikking M5220, in de zaak ENI/Distrigas, van (punten 35-36). 31 Bron: IHS-CERA (IHS Cambridge Energy Research Associates). 32 D.w.z. de EU27: Oostenrijk, België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Nederland, Polen, Portugal, Roemenië, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden en het Verenigd Koninkrijk. 33 Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag [thans artikel 108 VWEU]; PB L 140 van , blz

15 Ingeval deze brief vertrouwelijke gegevens mocht bevatten die niet mogen worden bekendgemaakt, wordt u verzocht de Commissie daarvan binnen vijftien werkdagen vanaf de ontvangst van dit schrijven in kennis te stellen. Ontvangt de Commissie binnen de vastgestelde termijn geen met redenen omkleed verzoek, dan neemt zij aan dat u instemt met mededeling aan derden en bekendmaking van de volledige tekst van dit schrijven in de authentieke taal op het internet: Dit verzoek dient bij aangetekend schrijven of per faxbericht te worden gericht aan: Europese Commissie Directoraat-generaal Concurrentie Griffie Staatssteun B-1049 BRUSSEL Fax: Hoogachtend, Voor de Commissie Joaquín ALMUNIA Vicevoorzitter van de Commissie

Embargo Vista illimité

Embargo Vista illimité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.1.2018 C(2018) 587 final Embargo Vista illimité OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA.37084 (2013/N) Nederland Compensatie van indirecte EU-ETS-kosten EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6636 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Excellentie, Steunmaatregel

Nadere informatie

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU.

Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de EU. Europese Commissie Brussel, 30.06.2004 C (2004)2042 fin Betreft: Steunmaatregel N 118/2004 -België (Vlaanderen) Subsidies voor haalbaarheidsstudies met betrekking tot bouw- en milieuprojecten buiten de

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij

Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/ Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-03-2004 C(2004) 706 Betreft : Steunmaatregelen van de staten / Nederland - Steunmaatregel nr. N 8/2004 - Verlenging sociaal-economisch plan veehouderij Excellentie, De Commissie

Nadere informatie

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL

BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013) 7725 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37017 (2013/N)

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (2017/N) Nederland Wijziging van de SDE+-regeling voor steun voor biogas EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.5.2017 C(2017) 3217 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46960 (2017/N)

Nadere informatie

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.XII.2005 C (2005) 5280 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 491/2005 - Nederland Subsidieregeling sanering glastuinbouwbedrijven in vanuit milieu opzicht kwetsbare

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259. Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie,

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259. Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 Eneco duurzame energie  Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11-VII-2006 C(2006) 3259 Betreft: Steunmaatregel nr. N 96/06 "Eneco duurzame energie " Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te stellen dat zij, na onderzoek

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36315 (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36315 (2013/N) Nederland Botlek Zuid - stoompijpleiding EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.10.2013 C(2013) 6627 final In de openbare versie van dit besluit zijn, overeenkomstig de artikelen 24 en 25 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 20.12.2001. Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 20.12.2001. Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun. Excellentie, PROCEDURE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2001 C (2001)4509fin Betreft: Staatssteun N 544/2001 België Ford Genk Opleidingssteun Excellentie, PROCEDURE 1. Bij schrijven van 24 juli 2001 heeft België, overeenkomstig

Nadere informatie

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL

Brussel, SG-Greffe (2009) DI 1160 BRUSSEL EUROPESE COMMISSIE ONTVANGEN 1 6 DEC Z009 SECRETARIAAT-GENERAAL Brussel, SG-Greffe (2009) DI 16. 12. 2009 11551 PERMANENTE VERTEGENWOORDIGING VAN NEDERLAND BIJ DE EUROPESE UNIE Herrmann-Debrouxlaan, 48

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregelen der Staten N 780/ Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9-07-2003 C(2002)2019fin Betreft: Steunmaatregelen der Staten N 780/2002 - Pays-Bas Tijdelijke defensieve maatregelen voor de scheepsbouw Excellentie, (1) De Commissie wenst

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3).

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA (N 447/2005) (PB C 133 van , blz. 3). EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.11.2018 C(2018) 7484 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.46727 (2016/N)

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel,19.12.2012 C(2012) 9473 final

EUROPESE COMMISSIE. Brussel,19.12.2012 C(2012) 9473 final EUROPESE COMMISSIE Brussel,19.12.2012 C(2012) 9473 final Betreft: Steunmaatregel SA.35377 (2012/N) Nederland Groene energiebelasting verlenging van de toepassing van het verlaagde tarief voor de glastuinbouwsector

Nadere informatie

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen

Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.08.2002 C(2002)2904 fin. Betreft: Staatssteun nr. N 14/2002 - België Belgische federale steunregeling ten behoeve van hernieuwbare energiebronnen Excellentie, Bij schrijven

Nadere informatie

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB"

Steunmaatregel SA (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het MKB EUROPESE COMMISSIE Brussel, 13.03.2012 C(2012) 1656 final Betreft: Steunmaatregel SA.34102 (2012/N) - Nederland Aanpassing risicokapitaalregeling "Omnibus Decentraal - Module 9: risicokapitaal voor het

Nadere informatie

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:.

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 06-12-2002 C (2002) 4854 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 210/02 Subsidieverordening sloop agrarische en overige bebouwing buitengebied

Nadere informatie

Brussel, C(2012) 7541 final

Brussel, C(2012) 7541 final EUROPESE COMMISSIE Brussel, 07.11.2012 C(2012) 7541 final Betreft: Staatssteun SA.34404 (2012/NN) (ex 2012/CP) Nederland Beweerde aankoop van grond boven de marktprijs en daaropvolgende verkoop van grond

Nadere informatie

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland MultiplierGiftenaftrek - Verlenging EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.10.2013 C(2013) 6254 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37097 (2013/N)

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000)

Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.07.2001 SG (2001) D/ 289629 Betreft: Steunmaatregel nr. 271/01 - Nederland Investeringspremieregeling Flevoland 2000 (IPR Flevoland 2000) Excellentie, 1. PROCEDURE Bij brief

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2016) 5566 final. Steunmaatregel SA (2016/N) Nederland SDE+ biomassa bijstook - NL. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.8.2016 C(2016) 5566 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.43422 (2016/N)

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.III.2008 C(2008)1275 Betreft: Steunmaatregel nr. N 687/2007 Nederland Verlenging van de kaderregeling voor steun ten behoeve van de reductie van CO 2 -emissies in de sector

Nadere informatie

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid

Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.04.2004 C(2004)1357fin Betreft : Steunmaatregel N 603/2003 België Steun ten gunste van nacht- en ploegenarbeid Excellentie, 1- PROCEDURE 1. Bij schrijven van 5 december 2003,

Nadere informatie

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1 Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) Interinstitutionele dossiers: 2017/0900 (E) 2013/0900 (E) EUCO 7/1/18 REV 1 INST 92 POLGEN 23 CO EUR 8 RECHTSHANDELINGEN Betreft: BESLUIT VAN DE EUROPESE RAAD

Nadere informatie

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie,

Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.12.2009 C(2009)10665 Betreft: Steunmaatregel N 524/2009 Nederland Wijzigingen in het Nederlands Fonds voor de Film (N 291/2007) Excellentie, 1. PROCEDURE (1) Bij brief van

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 16.5.2007 COM(2007) 256 definitief 2007/0090 (CNS) Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD overeenkomstig artikel 122, lid 2, van het Verdrag betreffende

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018. Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I Uitgave in de Nederlandse taal Wetgeving 61e jaargang 2 juli 2018 Inhoud II Niet-wetgevingshandelingen BESLUITEN Besluit (EU) 2018/937 van de Europese Raad van

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 22.2.2019 L 51 I/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2019/316 VAN DE COMMISSIE van 21 februari 2019 tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1408/2013 van de Commissie inzake

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging

Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8-XII-2005 C(2005) 5300 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 301/2005 Programma Beheer, functiewijziging Excellentie, Ik heb de eer u mee te

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I.

Steunmaatregel nr. N 212/ Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) I. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.01.2001 SG(2001) D/ 285215 Betreft: Steunmaatregel nr. N 212/1999 - Nederland Steunregeling Willekeurige afschrijving nieuwe gebouwen in aangewezen gebieden (1999) Excellentie,

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten.

Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6-VIII-2007 C (2007) 3862 Betreft: Steunmaatregel nr. N 825/06 -NL - Alternatieve verwerking slachtbijproducten. Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te

Nadere informatie

Steunmaatregel N 253/2005 - Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw

Steunmaatregel N 253/2005 - Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.VII.2005 C (2005) 2704 def. Betreft: Steunmaatregel N 253/2005 - Nederland Garantieregeling voor financiering scheepsbouw Excellentie, I. Procedure (1) Bij schrijven van

Nadere informatie

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V.

Hierbij doe ik u toekomen het Jaarverslag 2010, Delfstoffen en aardwarmte in Nederland en het Jaarverslag 2010 van Energie Beheer Nederland B.V. > Retouradres Postbus 20101 2500 EC Den Haag De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 22 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal voor Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 30 2594 AV Den

Nadere informatie

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun

Steunmaatregel N 51/ Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel regionale steun Europese Commissie Brussel, 30-04-2003 C (2003)1214fin Betreft: Steunmaatregel N 51/2003 - Nederland Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel 2003 - regionale steun Excellentie, PROCEDURE Bij brief van

Nadere informatie

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/

BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE EUROPESE COMMISSIE. Brussel, SG(2001) D/ EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.04.2001 SG(2001) D/ 287863 BETREFT: N 627/2000 NEDERLAND STEUNREGELING WILLEKEURIGE AFSCHRIJVING NIEUWE GEBOUWEN IN AANGEWEZEN GEBIEDEN (2000-2006) Excellentie, I. PROCEDURE

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, XXX [ ](2013) XXX draft MEDEDELING VAN DE COMMISSIE Uitvoering van artikel 260 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie Aanpassing van de gegevens die worden

Nadere informatie

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij:

1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 9. ENERGIE 1. 31958 Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van 6.12.1958, blz. 534), gewijzigd bij: 31973 D 0045: Besluit 73/45/Euratom van de Raad van 8 maart

Nadere informatie

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 - EB 's-gravenhage

Zijne Excellentie de Heer J.N.G. DE HOOP SCHEFFER Minister van Buitenlandse Zaken Bezuidenhoutseweg 67 Postbus 20061 NL - 2500 - EB 's-gravenhage EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.10.2003 C(2003)3886fin Betreft: Steunmaatregel N 68/2003 Nederland Cultuurbeleggingsfondsen Excellentie, 1 PROCEDURE Bij schrijven van 7 februari 2003, dat op 10 februari

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2009)9833. Steunmaatregel nr. N 492/ België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2009)9833. Steunmaatregel nr. N 492/ België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 03.12.2009 C(2009)9833 Betreft: Steunmaatregel nr. N 492/2009 - België Ondersteuning hoogwaardig televisiedrama Excellentie, I. SAMENVATTING (1) Ik kan u meedelen dat de Europese

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. N 217/2002 - Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers

Steunmaatregel nr. N 217/2002 - Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers EUROPESE COMMISSIE Brussel, 06.06.2002 C (2002) 1674 Betreft: Steunmaatregel nr. N 217/2002 - Nederland Vuurwerkramp Enschede - Schadevergoeding aan ondernemers Excellentie, PROCEDURE Bij brief van 13

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 33 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2012 Nr.

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr

STAATSCOURANT. Nr STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 14855 27 september 2010 Convenant ter bevordering van de opsporing en ontwikkeling van de olie- en gasreserves en de opslag

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel

Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27-02-2001 SG(2001) D/ 286469 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten nr. N 699/00 - België (Vlaanderen) Regeling afbouw varkensstapel Excellentie, Ik heb de eer U ervan in

Nadere informatie

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart

Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.07.2000 SG(2000) D/ 105460 Betreft: Staatssteun nr. 142/2000 België Steun aan de koopvaardij, de baggersector en de sleepvaart Excellentie, 1. Bij schrijven van de Permanente

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 21.III Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 21.III Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.III.2007 C (2007) 1164 def. Betreft: Steunmaatregel N 447/ 2005 Nederland Uitbreiding afdrachtvermindering zeevaart Excellentie, 1. Procedure 1. Bij brief van 10 augustus

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 227 final 2014/0129 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité NL NL TOELICHTING

Nadere informatie

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK

1. DOEL EN TOEPASSINGSBEREIK EUROPESE COMMISSIE Directoraat-generaal Concurrentie Beleid en coördinatie inzake staatssteun Brussel, DG D(2004) COMMUNAUTAIRE KADERREGELING INZAKE STAATSSTEUN IN DE VORM VAN COMPENSATIES VOOR DE OPENBARE

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.6.2014 COM(2014) 226 final 2014/0128 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's NL NL TOELICHTING 1. ACHTERGROND

Nadere informatie

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen

Steunmaatregel SA (2013/N) Nederland Wijzigingen in de Suppletieregeling Filminvesteringen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2013 C(2013)7964 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA.37124 (2013/N)

Nadere informatie

Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland

Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02.10.2001 SEC(2001)1491fin Betreft: Subsidieregeling energiebesparing huishoudens met lage inkomens N 698/2000 Nederland Excellentie, Bij brief van 20 oktober 2000 hebben de

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek

Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek EUROPESE COMMISSIE Brussel, 02-09-2003 C(2003) 3218 Betreft : Steunmaatregelen van de Staten / Nederland Steunmaatregel nr. N 499/02 Subsidie voor een kaasfabriek Excellentie, De Commissie wenst Nederland

Nadere informatie

Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland

Staatssteun N 462/ Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.XI.2005 C (2005) 4567 Betreft: Staatssteun N 462/2005 - Nederland Regeling capaciteitsvermindering zeevisserij in de provincie Flevoland Excellentie, 1. Procedure Deze regeling

Nadere informatie

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten EUROPESE COMMISSIE Brussel, 01-07-2005 C (2005) 2457 Betreft: Steunmaatregelen van de staten / Nederland Steunmaatregel N 246/2005 houdende wijziging van N 222/2004 Unieke Kansen Regeling en demonstratieprojecten

Nadere informatie

1) Bij brief van 16 november 2005 heeft de Nederlandse overheid de bovengenoemde steunmaatregel aangemeld.

1) Bij brief van 16 november 2005 heeft de Nederlandse overheid de bovengenoemde steunmaatregel aangemeld. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.XII.2005 C(2005)5946 Betreft: Steunmaatregel N 570/2005 - Nederland Vermindering accijns biobrandstoffen Excellentie, De Commissie deelt Nederland hierbij mede dat zij na

Nadere informatie

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen:

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de navolgende overwegingen: 1 EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30-10-2002 C(2002) 4142 Betreft :Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 29/2002 Platform Biologica 2001 Excellentie, De Commissie wenst Nederland mee

Nadere informatie

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen 2006R1412 NL 01.07.2013 003.001 1 Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen B VERORDENING (EG) Nr. 1412/2006 VAN DE RAAD van 25

Nadere informatie

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Notitie bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte Aanleiding In bijna alle van de tot op heden in Nederland geboorde aardwarmteputten is naast warm water ook opgelost gas en in een enkel geval olie aangetroffen.

Nadere informatie

2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen

2. Deze aanmelding heeft betrekking op wijziging en verlenging van MEPsteunregelingen EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.XII.2007 C(2007)6875 Betreft: Steunmaatregel nr. N 478/2007 - Nederland "Stimulering van duurzame energie, wijziging en verlenging van de MEP-regeling (N 707/02) en MEP stimulering

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199. Steunmaatregel nr. N 401/ Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.V.2006 C(2006)2199 Betreft: Steunmaatregel nr. N 401/2005 - Nederland Subsidie CO2-reductie gebouwde omgeving Excellentie, De Commissie wenst Nederland ervan in kennis te

Nadere informatie

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines

Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines Toelichting bij het begrip onderneming binnen de call voor kleine en middelgrote windturbines De voorwaarden waaraan voldaan moet worden in het kader van de steunregeling voor kleine en middelgrote windturbines,

Nadere informatie

Eigendom bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte

Eigendom bijvangst koolwaterstoffen bij aardwarmte (Deze notitie is de integrale versie van de Notitie bijvangst Ministerie EZ van april 2014 en ook onder andere op de site van Platform Geothermie te vinden.) Aanleiding In bijna alle van de tot op heden

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO)

Steunmaatregel nr. N 346/ Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.IX.2005 C(2005) 3712 Betreft: Steunmaatregel nr. N 346/2005 - Nederland Subsidiekader voor Programma's voor Innovatief Onderzoek en Ontwikkeling (PRIOO) Excellentie, 1. PROCEDURE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2008-2009 31479 Wijziging van de Mijnbouwwet in verband met het stimuleren van een actief gebruik van vergunningen voor opsporing, winning en opslag A GEWIJZIGD

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Steunmaatregel N 588/2006 Nederland "Subsidieregeling vitaal Gelderland" Excellentie,

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Steunmaatregel N 588/2006 Nederland Subsidieregeling vitaal Gelderland Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 04-IV-2007 C (2007) 1434 def. Betreft: Steunmaatregel N 588/2006 Nederland "Subsidieregeling vitaal Gelderland" Excellentie, I. PROCEDURE (1) Bij brief van 4 september 2006

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA.33105 (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur

EUROPESE COMMISSIE. Staatssteun SA.33105 (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur EUROPESE COMMISSIE Brussel, 05.02.2013 C(2013) 472 final Betreft: Staatssteun SA.33105 (2011/N) Nederland Methodiek berekening garanties aquacultuur Excellentie, Naar aanleiding van staatssteundossier

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.11.2006 COM(2006) 677 definitief 2006/0226 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD houdende aanpassing van Verordening (EG) nr. 1782/2003 tot

Nadere informatie

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: I. PROCEDURE BESCHRIJVING

Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de volgende overwegingen: I. PROCEDURE BESCHRIJVING EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.05.2000 SG(2000) D/ 103751 Betreft: Steunmaatregel nr. N 247/99 - Nederland Milieu-investeringsaftrek Excellentie, De Commissie wenst Nederland mee te delen dat zij, na bestudering

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2012 2013 33 400 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (XIII) voor het jaar 2013 Nr.

Nadere informatie

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014

Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 P7_TA(2013)0082 Samenstelling van het Europees Parlement met het oog op de verkiezingen van 2014 Resolutie van het Europees Parlement van 13 maart 2013 over de samenstelling van het Europees Parlement

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA 's-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag

Nadere informatie

Steunmaatregel N 270/ Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector

Steunmaatregel N 270/ Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.12.2010 C(2010)9636 definitief Betreft: Steunmaatregel N 270/2010 - Nederland Groene energiebelasting, verlaagd tarief voor de glastuinbouwsector Excellentie, 1. DE PROCEDURE

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van BETREFFENDE STEUNREGELING SA (2013/C) (ex 2012/NN) door België ten uitvoer gelegd

EUROPESE COMMISSIE. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van BETREFFENDE STEUNREGELING SA (2013/C) (ex 2012/NN) door België ten uitvoer gelegd EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.01.2015 C(2015) 130 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23.01.2015

Nadere informatie

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 1.6.2012 COM(2012) 255 final Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot verlening van een machtiging om onderhandelingen te openen over aanpassing van de volgende overeenkomsten

Nadere informatie

Staatssteun - Nederland (Groningen) SA (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven

Staatssteun - Nederland (Groningen) SA (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven EUROPESE COMMISSIE Brussel, 22.9.2011 C(2011) 6812 definitief Betreft: Staatssteun - Nederland (Groningen) SA.31587 (2010/N) Bedrijfsbeëindiging grondgebonden agrarische bedrijven Excellentie, Hierbij

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)4647fin. Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling.

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, C(2003)4647fin. Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.12.2003 C(2003)4647fin Betreft: Steunmaatregel N 274/2003 België Stichting voor duurzame visserijontwikkeling Excellentie, 1. Procedure Bij brief van 26 juni 2003 hebben

Nadere informatie

BESLUIT VAN DE COMMISSIE

BESLUIT VAN DE COMMISSIE 27.4.2012 Publicatieblad van de Europese Unie L 115/27 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 23 april 2012 betreffende de tweede reeks gemeenschappelijke veiligheidsdoelen voor het spoorwegsysteem (Kennisgeving

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.6.2017 COM(2017) 299 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds Europees Ontwikkelingsfonds (EOF): prognoses

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409 NOTA van: de Franse, de Duitse, de Italiaanse, de Spaanse en de Britse delegatie aan: het Comité van artikel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 000 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken (XIII) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar

Nadere informatie

Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden

Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.01.2004 C (2004)186 Betreft: Steunmaatregel nr. N 292/2003 Nederland Maatregelen ter bevordering van de duurzame economische en sociale ontwikkeling in ontwikkelingslanden

Nadere informatie

Steunmaatregel N 651/ België Financiering van een terminal voor het intermodaal vervoer van continentale containers

Steunmaatregel N 651/ België Financiering van een terminal voor het intermodaal vervoer van continentale containers EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.2.2009 C(2009) 690 definitief Betreft : Steunmaatregel N 651/2008 - België Financiering van een terminal voor het intermodaal vervoer van continentale containers Excellentie,

Nadere informatie

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA Presentatie door de heer J.M. Barroso, Voorzitter van de Europese Commissie, voor de Europese Raad van 4 februari 2011 Inhoud 1 I. Waarom energiebeleid ertoe doet II. Waarom

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen.

EUROPESE COMMISSIE. Bij dit besluit heeft de Commissie zich gebaseerd op de onderstaande overwegingen. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.12.2008 C(2008)8738 Betreft: Staatssteun/ Nederland Steunmaatregel N 526/2008 Aanpassing van de heffing waaruit onderzoek en ontwikkeling in de pluimveesector en de preventie

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36188 (2013/N) België (Vlaanderen)

EUROPESE COMMISSIE. Steunmaatregel SA. 36188 (2013/N) België (Vlaanderen) EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.7.2013 C(2013) 4906 final OPENBARE VERSIE Dit document is een intern document van de Commissie dat louter ter informatie is bedoeld. Betreft: Steunmaatregel SA. 36188 (2013/N)

Nadere informatie

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan IP/04/1250 Brussel, 20 oktober 2004 Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan De Europese Commissie gaat akkoord met een tweede

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0298 (E) 14563/14 ACP 166 FIN 764 PTOM 51 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2015 COM(2015) 295 final MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds NL NL 1. VOORWOORD Het elfde Europees Ontwikkelingsfonds

Nadere informatie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg Wanneer u op basis van uw daadwerkelijkaantal zendingen boven de 49 zendingen per jaar uitkomt, dan kunt u ons contacteren voor verbeterde tarieven. Wij passen uw prijzen dan direct aan. Volume: 0-49 zendingen

Nadere informatie

10889/10 VP/mg DG G I

10889/10 VP/mg DG G I RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 juni 2010 (OR. en) 10889/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0135 (E) ECOFIN 360 UEM 209 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD overeenkomstig

Nadere informatie

3. Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel.

3. Ik heb de eer u mee te delen dat de Commissie besloten heeft geen bezwaar te maken tegen de bovengenoemde steunmaatregel. EUROPESE COMMISSIE Brussel, 03-06-2005 C(2005) 1740 Betreft: Steunmaatregelen van de Staten/Nederland Steunmaatregel nr. N 309/2004 Parafiscale heffing voor Onderzoek en Ontwikkeling en technische ondersteuning

Nadere informatie

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

VERSLAG VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.9.2016 COM(2016) 618 final VERSLAG VAN DE COMMISSIE Verslag met het oog op de berekening van de toegewezen hoeveelheid van de Unie, alsook het verslag met het oog op de berekening

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en) 9438/17 ADD 1 MAP 12 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 17 mei 2017 aan: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van

Nadere informatie

14072/14 roe/lep/hh DG C 1

14072/14 roe/lep/hh DG C 1 Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0292 (E) 14072/14 ACP 154 FIN 727 PTOM 45 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Besluit van de

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT PE-CONS 3659/1/01 REV 1 EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 27 mei 2002 2001/0138 (COD) LEX 311 PE-CONS 3659/1/01 REV 1 TRANS 181 PECOS 199 CODEC 1126 VERORDENING (EG) Nr. /2002 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN

Nadere informatie

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 20 juni 2017 (OR. en) 2016/0186 (COD) PE-CONS 25/17 CULT 69 AELE 49 EEE 27 CODEC 867 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN

Nadere informatie

Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica

Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica EUROPESE COMMISSIE Brussel, 16.03.2004 C(2004)479fin Betreft: Steunmaatregel N 521/2003 Nederland Scheepsbouw, ontwikkelingshulp voor Jamaica Excellentie, I. PROCEDURE (1) Bij schrijven van 6 november

Nadere informatie

3. VERGUNNINGEN, Nederlands Territoir per 1 januari 2009

3. VERGUNNINGEN, Nederlands Territoir per 1 januari 2009 3. VERGUNNINGEN, Nederlands Territoir per 1 januari 2009 Wijzigingen met betrekking tot vergunningen voor opsporing, winning en opslag op het territoir gedurende 2008 staan in onderstaande tabellen vermeld.

Nadere informatie

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415. Steunmaatregel nr. N 543/2005 - Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie,

EUROPESE COMMISSIE. Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415. Steunmaatregel nr. N 543/2005 - Nederland Stimulering van WKK onder de MEP Excellentie, EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.VI.2006 C(2006)2415 Betreft: Steunmaatregel nr. N 543/2005 - Nederland "Stimulering van WKK onder de MEP" Excellentie, De Commissie deelt de Nederlandse autoriteiten mee

Nadere informatie

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

RESTREINT UE. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Straatsburg, 1.7.2014 COM(2014) 447 final 2014/0208 (NLE) This document was downgraded/declassified Date 23.7.2014 Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening

Nadere informatie

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST EN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST AF/EEE/BG/RO/DC/nl 1 BETREFFENDE DE TIJDIGE BEKRACHTIGING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE

Nadere informatie