Wetenschappelijke verhandeling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wetenschappelijke verhandeling"

Transcriptie

1 UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: Een vergelijkende analyse van uitspraken en richtlijnen in België, Nederland en Groot-Brittannië Wetenschappelijke verhandeling Aantal woorden: BRAM DE BRABANDER MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN Afstudeerrichting JOURNALISTIEK PROMOTOR: PROF. DR. D. VOORHOOF COMMISSARIS: PROF. DR. K. RAEYMAECKERS COMMISSARIS: LIC. H. CANNIE ACADEMIEJAAR

2 ABSTRACT Wanneer journalisten er undercover met de verborgen camera op uit trekken, durft dit wel al eens voor controverse zorgen. Journalisten maken zich hier namelijk schuldig aan misleiding en diegenen die met deze methode geconfronteerd worden voelen zich vaak bedrogen. Het blijkt ook onduidelijk onder welke voorwaarden undercoverjournalistiek precies toegelaten is. Met deze Masterproef proberen we daar wat duidelijkheid in te scheppen. Wij gingen na welke juridische en ethische grenzen aan dit journalistiek garingsmiddel gesteld worden. Zijn die gelijkaardig? We maakten daarbij een vergelijking tussen drie landen: België, Nederland en Groot-Brittannië. Wordt de undercovermethode in deze landen dezelfde voorwaarden opgelegd? Of is in Groot-Brittannië, dat bekend staat om zijn tabloid- en paparazzicultuur, meer toegestaan? Zijn België en Nederland in dit opzicht vergelijkbaar? En is er een verschil tussen Wallonië en Vlaanderen? Om deze vragen te beantwoorden voerden we een kwalitatieve comparatieve analyse uit van juridische en ethische cases. Uit onze analyse bleek dat in elk land, zowel op juridisch en ethisch vlak, de proportionaliteits-en subsidiariteitsvoorwaarde de belangrijkste principes zijn waarmee een undercoverjournalist rekening moet houden. De undercoverreportage moet een maatschappelijk belang dienen dat niet met de gebruikelijke informatiegaringsmethoden blootgesteld kan worden. Bovendien moet men ervoor zorgen dat technische hulpmiddelen zoals een verborgen camera niet tot een ongerechtvaardigde inbreuk op de privacy leiden.

3 INHOUDSOPGAVE DEEL 1: DEFINIËRING EN SITUERING 1 HOOFDSTUK 1: Inleiding en probleemstelling 1 HOOFDSTUK 2: Definiëring en situering Onderzoeksjournalistiek Onthullingsjournalistiek Undercoverjournalistiek Definiëring en methode Een toename van undercoverjournalistiek? 5 HOOFDSTUK 3: Juridisch basisidee: vrijheid van nieuwsgaring Definiëring Vrijheid van nieuwsgaring in internationale verdragen 6 HOOFDSTUK 4: Juridische beperkingen op vrijheid van nieuwsgaring De beperkingsgrond van artikel 10 lid 2 EVRM Recht op privacy 9 HOOFDSTUK 5: Journalistieke ethiek Definiëring Zelfregulering Deontologische codes Persraden 12 HOOFDSTUK 6: Internationale ethische grenzen aan undercoverjournalistiek 13 HOOFDSTUK 7: Recht versus ethiek 14 DEEL 2: ONDERZOEK 15 HOOFDSTUK 1: Onderzoeksdesign 15 HOOFDSTUK 2: België Juridisch luik Vrijheid van nieuwsgaring Situering van het Belgisch rechtssysteem Recht op privacy Andere beperkingsregels aan undercoverjournalistiek 21 a) aannemen van een valse naam, titel of graad 21 b) recht op afbeelding en gebruik van verborgen camera 21 EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK:

4 INHOUDSOPGAVE c) afluisteren en heimelijk vastleggen op geluidsband 22 d) uitlokking en kleine misdrijven Juridische cases in verband met undercoverjournalistiek 22 a) aliasjournalistiek 23 b) gebruik van verborgen camera 23 c) uitlokking van misdrijven en strafbare handelingen 24 d) minor offences 24 e) andere Principes van proportionaliteit en subsidiariteit Sensatie/amusement Ethisch luik Raad voor de Journalistiek Conseil de déontologie journalistique Deontologische codes en hun beperkingen op undercoverjournalistiek Ethische cases in verband met undercoverjournalistiek 27 a) aliasjournalistiek 27 b) gebruik van verborgen camera 28 c) heimelijk vastleggen op geluidsband (ook telefoongesprekken) 28 d) uitlokking 29 e) fishing expedition 29 f) minor offences 29 g) andere De principes van proportionaliteit en subsidiariteit Sensatie/amusement Conclusie België 30 HOOFDSTUK 3: Nederland Juridisch luik Vrijheid van nieuwsgaring Korte situering van het Nederlandse rechtssysteem Recht op privacy Andere beperkingsregels aan undercoverjournalistiek 33 EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK:

5 INHOUDSOPGAVE a) aannemen van een valse naam, titel of graad 33 b) recht op afbeelding en gebruik van verborgen camera 33 c) afluisteren en het heimelijk vastleggen op geluidsband 34 d) uitlokking en kleine misdrijven Juridische cases in verband met undercoverjournalistiek 35 a) aliasjournalistiek 35 b) gebruik van verborgen camera 36 c) heimelijk vastleggen op geluidsband (ook telefoongesprekken) 38 d) uitlokking 38 e) fishing expedition 42 f) minor offences 43 g) andere Principes van proportionaliteit en subsidiariteit Sensatie/amusement Ethisch luik De Raad voor de Journalistiek Ethische codes en hun beperkingen op undercoverjournalistiek Analyse van de ethische cases 48 a) incognitojournalistiek 48 b) aliasjournalistiek 48 c) gebruik van verborgen camera 50 d) heimelijk vastleggen op geluidsband (ook telefoongesprekken) 51 e) uitlokking 51 f) fishing expedition 53 g) minor offences 53 h) andere Proportionaliteit en subsidiariteit Sensatie/amusement Conclusie Nederland 56 HOOFDSTUK 4: Groot-Brittannië Juridisch luik 58 EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK:

6 INHOUDSOPGAVE Vrijheid van nieuwsgaring Recht op privacy Specifieke beperkingsregels aan undercoverjournalistiek 60 a) aannemen van een valse naam, titel of graad 60 b) afluisteren en het heimelijk vastleggen op geluidsband Analyse van juridische cases 60 a) Aliasjournalistiek 60 b) gebruik van verborgen camera 61 c) heimelijk vastleggen op geluidsband (ook telefoongesprekken) 62 d) uitlokking 63 e) fishing expedition 63 f) minor offences 63 g) andere Principes van proportionaliteit en subsidiariteit Sensatie/amusement Ethisch luik De PCC, de NUJ en de BBC Beperkingen op undercoverjournalistiek Analyse van ethische cases 63 a) incognitojournalistiek 67 b) aliasjournalistiek 68 c) gebruik van verborgen camera 70 d) heimelijk vastleggen op geluidsband (ook telefoongesprekken) 71 e) uitlokking 71 f) fishing expedition 72 g) andere De principes van proportionaliteit en subsidiariteit Conclusie Groot-Brittannië 76 HOOFDSTUK 5: Vergelijking drie landen (Algemene conclusie) 78 DEEL 3: BIBLIOGRAFIE 81 EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK:

7 DEEL 1: DEFINIËRING EN SITUERING Hoofdstuk 1: Inleiding en probleemstelling Een journalist wordt vaak gezien als waakhond van de samenleving. Hij oefent een controlerende functie uit en heeft de taak om misstanden aan het licht te brengen. Soms lukt het niet om met de gebruikelijke informatiegaringsmethoden deze wanpraktijken te onthullen. Een manier om dit probleem op te lossen is het gebruik van de undercovermethode. Het kan dus zeker nuttig zijn indien men als journalist een andere hoedanigheid aanneemt om aan verborgen informatie te geraken. Maar aan undercoverjournalistiek zijn ook risico s verbonden en men kan zich heel wat vragen stellen bij deze journalistieke methode. Deze journalisten begeven zich vaak in een schemerzone waarbij men balanceert op de grenzen van wat ethisch en juridisch toelaatbaar is. Om te beginnen bezondigen zij zich aan misleiding van hun gesprekspartners, en dat feit alleen al is een argument om er voorzichtig mee om te springen. Is het ethisch en juridisch aanvaardbaar om de mensen op deze manier om de tuin te leiden? Voorts gaat een undercoveroptreden voor de televisie gewoonlijk gepaard met het gebruik van een verborgen camera, en ook dat kan problematisch zijn. Zorgt deze methode niet voor een inbreuk op de privacy? Bovendien wordt undercoverjournalistiek ook vaak gehanteerd omwille van het spannende karakter en om hogere kijkcijfers te scoren. Er heerst nog heel wat onduidelijkheid over de voorwaarden waaronder undercoverjournalistiek precies toegelaten is. Met deze Masterproef proberen we daarin wat klaarheid te scheppen. Er is ook nog maar weinig onderzoek hiernaar verricht. Hierin schuilt dan ook een belangrijke wetenschappelijke relevantie. Ook voor journalisten is het uitermate handig om over een leidraad te beschikken die men kan raadplegen wanneer men twijfelt over een undercovermissie. Dit onderzoek bevat dus ook een grote maatschappelijke relevantie des te meer omdat men met deze vorm van journalistiek vaak grote mistoestanden aan het licht brengt. Het is dus heel belangrijk dat een journalist weet wanneer hij precies undercover kan gaan. We gaan allereerst na onder welke voorwaarden undercoverjournalistiek toegelaten is in België door uitspraken van Raad en rechter over undercoverzaken te bestuderen. Ook bekijken we daarbij de toelaatbaarheid van enkele hulpmiddelen waarop een undercoverjournalist zich kan beroepen. Zo hebben tv-journalisten beelden nodig, waardoor een grotere inbreuk op de privacy geriskeerd kan worden. Zijn er daarom op audiovisuele media strengere voorwaarden van toepassing? Daarnaast leek het ons ook interessant om even te gaan loeren bij twee naburige landen, namelijk Nederland en Groot-Brittannië. Onder welke voorwaarden is undercoverjournalistiek daar toegestaan? Zijn er grote verschillen met België? Is in Groot-Brittannië, dat bekend staat om zijn tabloidcultuur, meer toegestaan? Undercoverjournalistiek kan vanuit een ethische en een juridische kant begrensd worden EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 1

8 en daarom onderzoeken wij ook deze twee perspectieven. Oordelen Raad en rechter gelijkaardig over deze journalistieke vorm? Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden hebben we een comparatieve kwalitatieve analyse uitgevoerd van juridische en ethische uitspraken uit de drie landen in verband met undercoverjournalistiek. Alvorens meer uitleg te geven over onze onderzoeksmethode is het echter eerst nodig dat we een aantal begrippen verduidelijken die we zullen tegenkomen bij onze analyse. We beginnen met het juridisch luik. Wanneer een (undercover)journalist voor de rechter wordt gedaagd kan hij een beroep doen op zijn vrijheid van nieuwsgaring om zijn journalistiek gedrag te verdedigen. Maar wat houdt dit precies in en is dit een absoluut recht? Daarna springen we over naar het ethisch luik waar we stilstaan bij de begrippen journalistieke ethiek, zelfregulering, ethische codes en persraden. Daarnaast bekijken we enkele bepalingen uit internationaal erkende beroepscodes die van toepassing kunnen zijn op undercoverjournalistiek. Tot slot kijken we naar het verschil tussen journalistieke ethiek en recht. Maar laten we beginnen bij het begin. Aangezien deze Masterproef over undercoverjournalistiek handelt is het natuurlijk logisch dat we eerst dit begrip definiëren. Want wat is undercoverjournalistiek en waar kunnen we dit genre situeren binnen het journalistieke veld? EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 2

9 Hoofdstuk 2: Definiëring en situering 2.1. Onderzoeksjournalistiek Over wat onderzoeksjournalistiek precies inhoudt, valt eindeloos te twisten. Wij hanteren de definitie die de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) heeft opgesteld. Volgens hen is onderzoeksjournalistiek kritische en diepgravende journalistiek. Met kritisch bedoelt men dat de journalistiek niet enkel fungeert als doorgeefluik van nieuws dat er al was, maar dat nieuws actief wordt gemaakt. Met diepgravend bedoelt men dat een substantiële eigen journalistieke inspanning verricht is, hetzij in kwantitatieve zin (veel tijd gestoken in het onderzoek, veel bronnen geraadpleegd, etc.), hetzij in kwalitatieve zin (scherpe vragen geformuleerd, nieuwe benaderingen gebruikt, etc.), hetzij een combinatie daarvan (Desmet, 2002, p. 1). Aan de hand van deze definitie worden vervolgens drie soorten onderzoeksjournalistiek onderscheiden, met elk een eigen doel voor ogen. Eerst is er de onderzoeksjournalistiek die schandalen blootlegt en gericht is op overtredingen door organisaties of personen van wetten, regels of fatsoennormen. Dit noemt men onthullingsjournalistiek (cf. infra). Verder heb je ook onderzoeksjournalistiek die zich bezighoudt met het toetsen van het beleid of het functioneren van organisaties. Als laatste categorie is er die onderzoeksjournalistiek die sociale, politieke, culturele en economische trends signaleert (Desmet, 2002, pp. 1-4). In Vlaanderen wordt er ondanks de aanwezigheid van journalistiek talent en de interesse vanwege het publiek maar weinig aan onderzoeksjournalistiek gedaan. Redenen hiervoor zijn markteconomische factoren die steeds nadrukkelijker bepalen wat nieuws is en wat niet. Ook de financiering van dergelijke onderzoeksprojecten blijft een groot struikelblok. Initiatieven zoals het Fonds Pascal Decroos proberen daar iets aan te doen door werkbeurzen toe te kennen aan bijzondere journalistieke projecten. Daarnaast is er ook de VVOJ die journalisten op dit domein het een en ander probeert bij te brengen (Debruyne, 2002, p. 10 & Muelenaer, 2002, p.11). Daarnaast wijst Raeymaeckers (2008, pp ) erop dat hoewel onderzoeksjournalistiek vertrekt van de gedachte dat het algemeen belang moet gediend worden, het soms onduidelijk is in hoeverre deze vorm van journalistiek in bepaalde gevallen niet eerder een uiting is van onvervalste sensatiezucht. Daardoor past het ook voor een stuk in de huidige trend naar tabloidisering. Zo zijn er een aantal gevallen waarbij het onderscheid tussen onthulling en sensatie niet altijd even duidelijk was, denk aan de X1-verhalen in De Morgen. Doordat zulke bijdragen de geloofwaardigheid van kranten onder druk zet, is de onderzoeksjournalistiek minder prominent geworden, in Vlaanderen althans. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 3

10 2.2. Onthullingsjournalistiek Schreuders (1991, pp ) omschrijft onthullingsjournalistiek als een vorm van nieuwsgaring waarbij de journalist systematisch en optimaal bronnenonderzoek doet, gericht op de openbaarmaking van verborgen informatie. Deze vorm van journalistiek onderscheidt zich door het stelselmatige karakter van de research en de doelgerichtheid. Ook is er een verschil in kwantitatief opzicht: het onderzoek is hier langdurig en arbeidsintensief en de bronnen zijn talrijk en divers. Hieruit blijkt dat onthullingsjournalistiek niet zo sterk afwijkt van onderzoeksjournalistiek. Aangezien men in de literatuur ook niet altijd een onderscheid maakt en er geen eensgezindheid bestaat over deze definities, zullen beide termen door elkaar gebruikt worden. Bakker (1991, pp ) geeft aan dat men bij het beoefenen van onthullingsjournalistiek een beroep kan doen op veel uiteenlopende methoden: het interview, het raadplegen van documenten en bronnen zijn daar maar enkele van. Als documenten uitgeput zijn en interviews onmogelijk worden, staan er de journalist nog andere minder eerlijke methoden ter beschikking om achter feiten te komen, zoals stelen en bedriegen. De meest onorthodoxe methode is volgens hem het undercoverwerk Undercoverjournalistiek Definiëring en methode Undercoverjournalistiek past zowel binnen het kader van de onderzoeks- als de onthullingsjournalistiek. Maar wat houdt deze journalistieke vorm nu precies in? Volgens een ruime definitie van Deltour (2003, p. 4) komt 'undercover' neer op elk handelen als journalist zonder dat men zich als journalist voorstelt. Volgens de definitie van MacFayden (2008, p. 149) wil undercoverjournalistiek zeggen dat die contactpersonen die voor de berichtgeving van een journalist relevant zijn niet op de hoogte gebracht worden over de beroepshoedanigheid van de journalist. Evers (1994, p. 78) omschrijft de journalistieke methode dan weer als volgt: De journalist verzwijgt bewust zijn identiteit als journalist en speelt een rol, om aldus door te dringen in bepaalde kringen met het oogmerk eventuele misstanden op te sporen en deze vervolgens te onthullen. Deze definitie gaat een stapje verder dan de omschrijving van Deltour. Centraal in al deze definities staat dat de journalist zijn beroepshoedanigheid verzwijgt. Deltour (2003, pp. 4-5) maakt een tweedeling van het begrip undercoverjournalistiek, die ook wij zullen hanteren in ons onderzoeksdeel. Enerzijds is er de zogenaamde incognitojournalistiek. Hier verzwijgt de journalist louter zijn beroepshoedanigheid. De journalisten van Test-Aankoop kan men bijvoorbeeld onder deze noemer plaatsen. Een journalist verzwijgt zijn hoedanigheid soms omdat er vaak een soort mise-en-scène in werking treedt en mensen zich anders gaan gedragen wanneer ze weten dat ze van doen hebben met een journalist. De tweede, iets verdergaande vorm van EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 4

11 undercoverjournalistiek, kan men omschrijven als aliasjournalistiek. Hier gaat men undercover door actief te liegen en zich te verschuilen achter een andere functie en/of identiteit. De vraag is dan welke werkwijze als problematisch wordt beschouwd. Deltour (2003, p. 12) stelt alvast dat aan incognitojournalistiek moeilijk grenzen gesteld kunnen worden. Overal waar burgers vrij in en uit kunnen, moet ook een journalist dat kunnen zonder zich kenbaar te maken. Verzwijgen mag volgens hem, liegen niet. Wanneer een journalist undercover opereert zijn een verborgen camera en microfoon de hulpmiddelen bij uitstek. Zeker bij televisiereportages heeft men beeldmateriaal nodig. Het scala aan technische apparatuur is trouwens ook immens, van vingerhoedcamera s en knoopcamera s tot opnameapparatuur verborgen in een pen. Daarnaast kan een journalist ook strafbare feiten plegen bij de nieuwsgaring, denk aan het wegnemen van vertrouwelijke documenten of het afluisteren van telefoongesprekken. Ook kan een undercoverjournalist het verwijt krijgen dat hij bepaalde strafbare feiten uitlokt door zijn infiltratie Een toename van undercoverjournalistiek? Deltour (2003, p. 4) geeft aan dat het lijkt alsof undercoverjournalistiek, zeker bij audiovisuele media, aan een bloeiperiode toe is. Volgens hem hebben we tegenwoordig te maken met een kritische publieke opinie, die van haar journalisten verwacht dat ze tot het uiterste gaan om wantoestanden te detecteren. Daarbij komt dat zowel de overheid als private ondernemingen misgroeiingen in hun schoot alsmaar meer proberen weg te stoppen achter mistige en verblindende officiële communiquees. Hierdoor ontwikkelen heel wat journalisten de stelling dat undercover werken nog de enige methode is die toelaat door te stoten naar de rauwe werkelijkheid. Verder heeft de undercovertechniek iets heroïsch, iets sensationeels. Dat verklaart volgens hem mogelijk waarom bij uitstek commerciële nieuwsbrengers er een beroep op doen. Parallel hiermee zou het best wel eens kunnen dat de betrokken deontologische beroepsregels een stuk soepeler worden geïnterpreteerd en toegepast dan traditioneel het geval was. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 5

12 Hoofdstuk 3: Juridisch basisidee: vrijheid van nieuwsgaring Undercoverjournalistiek kan vanuit twee richtingen begrensd worden: een juridische en een ethische. We beginnen met de bespreking van het juridisch luik. De taak van de journalist bestaat uit ruwweg twee aspecten. In de eerste plaats het verzamelen van betrouwbare informatie over maatschappelijk relevante en nieuwswaardige feiten. In de tweede plaats uit het uitzenden/publiceren van die verzamelde gegevens. Om deze taken te kunnen uitvoeren, beschikt de journalist over twee fundamentele rechten, namelijk het recht op vrije nieuwsgaring en het recht op vrije meningsuiting. We besteden vooral aandacht aan de vrijheid van nieuwsgaring omdat hier de grondslag ligt die undercoverjournalisten kan toelaten in exceptionele omstandigheden andere wetsregels te overtreden. De meeste juridische en ethische problemen bij undercoverjournalistiek komen ook voor in de fase van de nieuwsgaring. Steeds zal de individuele afweging moeten worden gemaakt of het recht op informatie voorrang verdient op, of ondergeschikt is aan die andere juridisch vastgelegde waarden en normen Definiëring Schuijt (2006, p. 25) pleit ervoor om de term vrijheid van nieuwsgaring te reserveren voor de actieve garingsvrijheid ten dienste van de informatievoorziening door de nieuwsmedia. Dit leidt tot de volgende definitie: vrijheid van nieuwsgaring is een species van de aan iedere burger toekomende vrijheid om inlichtingen en denkbeelden te ontvangen en te garen zonder inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Als zodanig is het een recht van journalisten om ongehinderd inlichtingen in te winnen en te ontvangen over zaken van welke aard dan ook, waarover zij, op welke grond dan ook, ten behoeve van de informatievoorziening door de nieuwsmedia meer te weten willen komen. Deze vrijheid van nieuwsgaring verhoudt zich dus tot de ontvangstvrijheid zoals de persvrijheid zich verhoudt tot de uitingsvrijheid Vrijheid van nieuwsgaring in internationale verdragen De vrijheid van nieuwsgaring wordt gewaarborgd door twee mensenrechtenverdragen, die voor alle EU-landen een directe werking hebben. Het eerste is het Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (BUPO-verdrag). Deze heeft eerder een moreel gezag. Artikel 19 van dit verdrag zegt dat iedereen het recht heeft om zonder inmenging een mening te koesteren. Daarnaast heeft ook iedereen het recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat mede de vrijheid om inlichtingen en denkbeelden van welke aard dan ook te garen, te ontvangen en door te geven, ongeacht grenzen, hetzij in geschreven of gedrukte vorm, in de vorm van kunst, of met behulp van andere media naar keuze. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 6

13 Hier wordt de vrijheid om informatie te garen dus expliciet vermeld (Schuijt, 2006, pp & Grosheide, 2007, p. 248). Verder is het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden (EVRM) van belang. Artikel 10 lid 1 van dit verdrag waarborgt de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of door te geven ongeacht grenzen en stelt dat dit vrijheidsrecht niet onderworpen mag zijn aan inmenging van de overheid. Dit verbod op overheidsinmenging is echter niet absoluut (cf. infra). Dat het woord garen in dit artikel niet voorkomt, betekent niet dat de garingsvrijheid als aspect van de wel expliciet genoemde ontvangstvrijheid niet beschermd zou zijn door dit verdragsartikel. Blijkens een interpretatieve verklaring wordt deze garingsvrijheid namelijk impliciet door artikel 10 beschermd. Want om een mening te uiten, moet men er eerst één hebben en die mening wordt gevormd op basis van informatie die men heeft opgespoord of waargenomen. Ook het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) heeft in een reeks arresten (bv. zaak Fressoz & Roire) uit artikel 10 EVRM afgeleid dat zowel de ontvangstvrijheid als de garingsvrijheid zijn beschermd. Daarnaast beschermt ook de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) de vrijheid van nieuwsgaring. Dit verdrag heeft net als het BUPO-verdrag moreel gezag en is niet afdwingbaar (Schuijt, 2006, pp ; Martens, 2005, pp ; Grosheide, 2007, p. 248). EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 7

14 Hoofdstuk 4: Juridische beperkingen op de vrijheid van nieuwsgaring Schuijt (2006, pp ) merkt op dat de vrijheid van nieuwsgaring geen absoluut recht is en aan een aantal beperkingen onderworpen kan worden, zowel op civielrechtelijk als strafrechtelijk vlak. Naast rechten, hebben de media namelijk ook bepaalde verplichtingen. Het uitoefenen van de vrijheid van nieuwsgaring kan botsen met andere grondrechten, zoals het belang beschermd te zijn tegen inbreuken op de persoonlijke levenssfeer. Welke beperkingen er precies aan undercoverjournalistiek opgelegd kunnen worden, wordt per land besproken in het onderzoeksdeel. Hier worden enkele algemeenheden uit internationale verdragen besproken die op de drie landen betrekking hebben De beperkingsgrond van art 10 lid 2 EVRM De Clercq (2002, p. 47) merkt op dat het Europees recht een steeds belangrijkere plaats inneemt bij de beperking van de journalistieke vrijheid en de vrijheid van nieuwsgaring. Vooral het EVRM is hier opnieuw van belang. Het tweede lid van artikel 10 stelt meteen al dat de uitoefening van dit vrijheidsrecht ook plichten en verantwoordelijkheden met zich meebrengt, waardoor deze vrijheid onderworpen kan worden aan bepaalde restricties. Deze overheidsinmenging kan echter slechts onder strikte voorwaarden. Beperkingen kunnen enkel gelegitimeerd worden wanneer deze voorzien zijn bij wet, wat wil zeggen dat ze een wettelijke basis moeten hebben. Het EHRM heeft in talrijke arresten geoordeeld dat de term wet elke norm van intern recht kan zijn, geschreven of niet, eventueel geïnterpreteerd door de rechtspraak. Verder moeten restricties ook noodzakelijk zijn in een democratische samenleving, dat wil zeggen dat er een dwingende sociale behoefte voor moet zijn. Eveneens moet de beperking pertinent zijn en proportioneel met het wettig nagestreefde doel. De straffen moeten dus in verhouding staan met de overtredingen. Bovendien moeten de restricties een bestaansreden kunnen vinden in de limitatief opgesomde beperkingsgronden van artikel 10 lid 2. Uit de Straatsburgse jurisprudentie blijkt dat de vraag naar de noodzakelijkheid in een democratische samenleving het decisief criterium vormt bij het beoordelen van een beperking op artikel 10 (Voorhoof, 2007, p. 35 & Maters, 1996, pp ). Ook het UVRM en het BUPO-verdrag bevatten gelijkaardige bepalingen die de vrijheid op nieuwsgaring en de uitingsvrijheid beperken (von Dewall, 1997, pp ). EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 8

15 4.2. Recht op privacy De vrijheid van nieuwsgaring kan door vele factoren beperkt worden, maar een van de belangrijkste is het recht op privacy. Journalisten moeten voortdurend een afweging maken tussen deze twee grondrechten. Dit is zeker het geval bij undercoverjournalistiek waar het recht op privacy vaak flagrant geschonden wordt. In de meeste democratische landen wordt de bescherming van de privacy (grond)wettelijk geregeld. Daarnaast beschermt ook het EVRM het recht op privacy. Artikel 8 stelt dat elke persoon recht heeft op de eerbiediging van zijn privéleven, gezinsleven, thuis en correspondentie. Artikel 8 lid 2 EVRM stelt de bijkomende voorwaarde dat een beperking op dit recht op privacy bij wet voorzien moet zijn en noodzakelijk moet zijn in een democratische samenleving in het belang van een aantal limitatief opgesomde beperkingsgronden. Artikel 17 EVRM vermeldt dat het niet mogelijk is met een beroep op artikel 10 andere in het Verdrag neergelegde grondrechten verder te beperken dan het Verdrag toestaat. Ook het recht op privacy krijgt dus een sterke bescherming. Daarnaast is dit recht ook nog vastgelegd in artikel 17 van het BUPO-verdrag en artikel 12 van de UVRM (Quinn, 2009, p. 57). EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 9

16 Hoofdstuk 5: Journalistieke ethiek Hierboven zagen we dat de wet een belangrijke beperkende factor kan zijn op de journalistiek. Belsey & Chadwick (Geciteerd in: Motmans, 1999, p. 44) stellen echter dat de wettelijke route wel noodzakelijk is, maar niet voldoende om tot journalistieke kwaliteit te komen. Die route moet aangevuld worden met een ethische route, die volgens hen onmisbaar is om ethisch gedrag te bevorderen. Deltour (2003, p. 9) merkt in dit verband op dat recht en ethiek meer dan eens parallel lopen, maar dat ze toch soms verschillende klemtonen kunnen leggen of elkaar zelfs ronduit kunnen tegenspreken. Het is daarom interessant om te bekijken of er op ethisch vlak andere voorwaarden aan undercoverjournalistiek worden gesteld. Het is namelijk niet omdat iets juridisch door de beugel kan, dat het daarom ook ethisch verantwoord is en omgekeerd Definiëring Evers (1987, p. 51) definieert journalistieke ethiek als de beroepsethiek van communicatoren, eventueel geconcretiseerd in gedragscodes of richtlijnen voor journalisten en situeert dit binnen het bredere veld van communicatie-ethiek en media-ethiek. De regels van de journalistieke ethiek vervullen een functie met het oog op de continuïteit van het medium waarvoor de journalist werkt. Ze willen een professionele en ethische kwaliteit garanderen, waardoor het journalistieke product als het ware een kwaliteitslabel krijgt. Die journalistiek-ethische normen zijn zowel historisch veranderlijk als cultureel bepaald. Frost (2007, pp ) geeft een definitie van een goede, ethische journalist: someone who gathers, in a morally justifiable way, topical, truthful, factually-based information of interest to the reader or viewer and then publishes it in a timely and accurate manner to a mass audience. Veel journalisten hanteren volgens hem een andere definitie, namelijk één die stelt dat getting the story het allerbelangrijkste aspect is. De laatste jaren is deze journalistieke ethiek een hot issue geworden en het aantal publicaties erover stijgt exponentieel. Van Dijck (1995, pp. 8-15) en De Clercq (2002, pp ) situeren drie ontwikkelingen die de noodzaak aan een explicitering van deontologische normen op de voorgrond plaatsen. 1) De technologische evolutie: de opkomst van computer en databanken stelt de journalist in de mogelijkheid om zeer snel en op een erg breed terrein informatie te vergaren en door te geven. Het bevattings- en selectievermogen van journalisten wordt hierdoor zwaar op de proef gesteld. Daarnaast is er ook nog een toename van onmiddellijke verslaggeving. Dit houdt het risico in dat een aantal vuistregels van de journalistiek in het gedrang komen, zoals de objectiviteit, hoor en wederhoor en feitelijke juistheid. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 10

17 2) De sterke toename van het media-aanbod bracht enorme concurrentiestrijd op gang gebracht. Nieuwsorganisaties kampen hierdoor met een commerciële druk die zwaar doorweegt op de journalistieke kwaliteit en onafhankelijkheid. Sensatie slaat aan bij het publiek en hierdoor worden soms grenzen overschreden. 3) Vervaging van grenzen tussen informatie, entertainment en promotie: het zogenaamde infotainment komt meer op de voorgrond. De brute werkelijkheid achterhalen staat centraal en journalistieke technieken zoals de undercovermethode helpen hierbij Zelfregulering Het waken over de journalistieke ethiek gebeurt in de meeste landen via verschillende systemen van zelfregulering. Er is sprake van zelfregulering wanneer journalisten zelf normen kunnen ontwikkelen waar ze zich aan dienen te houden, en wanneer ze zelf het gedrag van collega s aan die normen kunnen toetsen (Vandeplassche, 2000, pp ). Verdoodt (Geciteerd in: Vanheerentals, 2007, p. 8) ziet in zelfregulering twee functies voor de media. Enerzijds is er de interne functie van belangenbehartiging. Via zelfregulering wordt de eigen beroepsidentiteit afgebakend, worden beroepsnormen ontwikkeld en praktische richtlijnen uitgevaardigd. Anderzijds is er de externe functie waarbij men klachten van buitenaf behandelt met een degelijke procedure en zorgvuldig gemotiveerde beslissingen. Die twee functies zorgen voor een voortdurend spanningsveld. Vooraleer persraden ook een externe functie gaan opnemen, is doorgaans enige druk van buitenaf vereist, stelt Verdoodt vast. Ook von Dewall (1997, p. 12) stelt vast dat zelfregulerende systemen vaak een poging zijn om wetgeving af te wenden. In journalistieke kringen gaat de voorkeur uit naar deze zelfregulering. De Meij (Geciteerd in: Evers, 1987, p. 37) onderscheidt vier vormen van zelfcontrole op journalistieke gedragingen. Een eerste, zwakke vorm is de geschreven gedragscode, een stelsel van door de journalistiek zelf geformuleerde beroepsethische normen. Daarnaast heb je de wettelijk verankerde organen van tuchtrechtspraak, die erop toezien dat de leden van de journalistenverenigingen zich houden aan bepaalde normen van beroepsethiek door te dreigen met eventuele sancties. Verder heb je de raden voor de journalistiek op publiekrechtelijke grondslag. Deze op wettelijke regelingen gebaseerde raden kunnen in sommige landen wel en in andere landen geen disciplinaire maatregelen opleggen. Tenslotte zijn er de raden voor de journalistiek in engere zin. Dit zijn opinieraden die door de persorganisaties zelf zijn opgericht en ook uit gewone burgers bestaan. In Groot-Brittannië, Nederland en België zijn het vooral deze raden die toezien op de naleving van de ethische codes. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 11

18 5.3. Deontologische codes Eén manier om aan zelfregulering te doen is door deontologische codes op te stellen. Hierin wordt het geheel van journalistieke gedragsregels beschreven. Deontologische codes kunnen onderling erg verschillen en kunnen verschillende functies vervullen. Zo kan de code uitgaan van een specifiek mediabedrijf, een bepaalde bedrijfssector (bijvoorbeeld de geschreven pers) of een beroepsorganisatie (bijvoorbeeld de AVBB). Het belangrijkste verschil tussen codes van mediabedrijven en redacties en diegene die door beroepsorganisaties opgesteld zijn is de afdwingbaarheid. Mediabedrijven kunnen immers dwingend optreden en werknemers bij overtreding van de code schorsen of ontslaan. De codes van mediabedrijven zijn meestal ook veel specifieker. Een ander verschilpunt heeft te maken met het feit dat sommige codes focussen op een welbepaald item, terwijl anderen een verzameling vormen van diverse items en uitgangspunten (De Clercq, 2002, p ). Het uitgangspunt van al deze codes is dat de persvrijheid de voornaamste waarborg is voor de vrijheid van meningsuiting, zonder dewelke de bescherming van de andere fundamentele burgerrechten niet kan gewaarborgd worden. De pers moet het recht hebben ongehinderd gegevens te verzamelen en informatie en commentaren te publiceren teneinde de vorming van de publieke opinie te verzekeren (Lievens, 2005, pp ) Persraden Een persraad is een van de overheid onafhankelijk orgaan opgericht door de beroepsgroep met als doel het toezicht op de journalistieke deontologie en het behandelen van klachten over de pers. Normaal treft een persraad geen sancties omdat dit te zeer in strijd zou zijn met het recht op uitingsvrijheid. De effectiviteit van hun werkzaamheid is afhankelijk van het morele gezag dat de raden genieten. Sonninen & Laitila (Geciteerd in: von Dewall, 1997, p. 13) identificeren vier hoofdfuncties van persraden. Ten eerste beschermen zij de rechten van het publiek door hen de mogelijkheid tot klagen te geven over onethische journalistiek. Ten tweede beschermen persraden ook de media zelf. Journalisten en uitgevers tonen zo aan de staat en het publiek dat ze zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheden en dat ze geen verdere regulering behoeven. De derde functie is een combinatie van de twee voorgaande, namelijk functioneren als een bemiddelaar tussen de media en het publiek. Tot slot verbeteren persraden ook de kwaliteit van de journalistiek door te definiëren wat goede en slechte journalistiek is. Dit kan ook als een manier gezien worden om journalistiek te professionaliseren. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 12

19 Hoofdstuk 6: Internationale ethische grenzen aan undercoverjournalistiek Er zijn heel wat ethische richtlijnen waaraan een journalist zich dient te houden. In dit algemeen deel bespreken we enkel de richtlijnen die aangenomen zijn door verschillende onderzoekslanden en die bepalingen bevatten die relevant zijn voor undercoverjournalistiek. Zo is er de Verklaring der Rechten en Plichten van 1971, die onder andere door de Internationale Federatie van Journalisten is ondertekend. Als beginsel geldt hier dat de pers het recht moet hebben ongehinderd gegevens te verzamelen en informatie en commentaren te publiceren teneinde vorming van de publieke opinie te verzekeren. De vierde plicht, namelijk Geen oneerlijke methodes gebruiken om informatie, foto s en documenten te bekomen, vormt voor undercoverjournalistiek het grootste obstakel. Ook de vijfde plicht, zich ertoe verplichten het privéleven van de personen te eerbiedigen, is van belang. Ook artikel 1 van de rechten kan van toepassing zijn: De journalisten eisen vrije toegang tot alle informatiebronnen alsmede het recht vrijuit opzoekingen te mogen uitvoeren naar alle feiten die het openbaar leven kunnen beïnvloeden (Deltour, 2001, p.7). Naast de Verklaring der Rechten en Plichten is er ook de Code van Bordeaux die in april 1954 aangenomen is door de Internationale Federatie van Journalisten. Deze code bevat negen algemene richtlijnen waarover internationaal gezien nagenoeg consensus bestaat. In verband met undercoverjournalistiek kunnen we wijzen op artikel 4 die stelt dat de journalist bij het verkrijgen van nieuws, foto s en documenten op faire wijze te werk zal gaan. Met fair bedoelt men onder andere dat een journalist zich als zodanig bekend moet maken (Hogeschool Utrecht, 2004; De Clercq, 2002, p. 57). Daarnaast halen we ook nog de ethische principes hoor en wederhoor aan. Indien iemand niet met open vizier wordt benaderd, is het maar al te fair om die persoon achteraf te confronteren met de bevindingen van het undercoverwerk, liefst voor de publicatie of uitzending. Hoor en wederhoor mag niet verward worden met het recht op antwoord. Het principe van hoor en wederhoor stelt namelijk dat journalisten voorafgaand aan een publicatie dit principe moeten toepassen. Het recht op antwoord kan pas na een publicatie ingeroepen worden. Toch haspelen Raad en rechter deze principes vaak door elkaar. Hoor en wederhoor behoort uitsluitend tot het journalistiek-ethische domein. Wederhoor toepassen is in het recht op zichzelf nooit een juridische verplichting (ten Hoove, 2003, p. 69). EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 13

20 Hoofdstuk 7: Recht versus ethiek Om dit eerste deel af te sluiten bekijken we nog enkele verschilpunten en gelijkenissen tussen recht en ethiek. Het essentiële verschil zit vervat in het feit dat ethische normen nooit onmiddellijk kunnen worden afgedwongen. Het recht daarentegen kan dwingend optreden op basis van bepaalde rechtsmiddelen (De Clercq, 2002, p. 37). Of zoals Frost (2007, p. 192) het stelt: Wetgeving vertelt ons wat we moeten doen en ethiek zet eerder de zaken uit die we zouden moeten doen. Andere verschilpunten zijn dat een juridisch proces kostbaar en langdurig is, terwijl een zaak aanspannen bij de Raad gratis is en men sneller tot een uitspraak komt. Daarnaast bekijkt de civiele rechter slechts of een journalistieke gedraging in zijn geheel een onrechtmatige daad oplevert. Hij geeft geen schadevergoeding voor onethisch journalistiek gedrag, zoals het niet verlenen van wederhoor of onbeschoft gedrag (ten Hoove, 2003, p. 198). Ten Hoove (2003, p. 33) stelt dat de Raad strenger kan oordelen dan de rechter. Die laatste is verplicht om bij een sanctieoplegging te toesten of deze inmenging voldoet aan de beperkingsvoorwaarden van artikel 10 lid 2 EVRM. Deze zogenaamde noodzakelijkheidstoets hoeft de Raad niet toe te passen, aangezien deze geen sancties kan opleggen en daarom de vrijheid van meningsuiting niet beperkt. Mentink (2006, p. 88) is echter van mening dat deze stelling sedert een uitspraak van het EHRM uit 2003 nog moeilijk te verdedigen valt. Het Hof maakt daar duidelijk dat vanwege het chilling effect ervan ook oordelen die slechts opiniërend zijn, een ontoelaatbare inbreuk kunnen vormen op de in artikel 10 EVRM verankerde uitingsvrijheid. Hieruit volgt volgens hem dat de Raad zich in zijn opiniërende uitspraken ook moet houden aan de noodzakelijkheidstoets van artikel 10 lid 2. Ondanks de verschilpunten zien enkele academici toch een osmose tussen recht en ethiek. Rechters gaan namelijk vaker deontologische normen hanteren in rechtszaken. De Clercq (2002, p. 111) merkt op dat dit nuttig kan zijn. De rechters moeten zich wel bewust zijn van het feit dat ze deontologische normen binnen de sfeer van het recht halen en moeten deze dan ook op een strikte en behoedzame wijze hanteren. Op die manier kunnen de adviezen van de Raden wel degelijk een bron van inspiratie vormen voor de rechter. Bovendien stelt Schuijt (2006, pp ) dat ook het EHRM in uitspraken al heeft benadrukt dat het belangrijk is dat journalisten zich houden aan de journalistieke beroepsnormen. In voorkomende gevallen kunnen uitspraken van de Raad voor de rechter een richtsnoer zijn als hij staat voor de vraag of de journalist wel gehandeld heeft overeenkomstig zijn beroepsnormen. Wel moet de rechter elke uitspraak van de Raad beoordelen op zijn eigen merites en mag een uitspraak nooit klakkeloos overgenomen worden. EHISCHE EN JURIDISCHE GRENZEN AAN UNDERCOVERJOURNALISTIEK: 14

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen B EUR

2de bach PSW. Mediarecht. Lesnotities. uickprinter Koningstraat Antwerpen   B EUR 2de bach PSW Mediarecht Lesnotities Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be B17 3.00 EUR Nieuw!!! Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be MEDIARECHT 2014-2015 INHOUD

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 13 februari 2012 ADVIES 2012-8 met betrekking tot de openbaarheid van voorbereidende documenten

Nadere informatie

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek Gedragscode Persoonlijk Onderzoek Bijlage 1.C Januari 2004 Deze gedragscode is opgesteld door het Verbond van Verzekeraars en is bestemd voor verzekeraars, lid van het Verbond, onderzoeksbureaus die werken

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN

NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling Aangenomen door de algemene vergadering op 7 oktober 2003 Gewijzigd door de algemene vergadering op 24 oktober 2006) Art.

Nadere informatie

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra

The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra The Impact of the ECHR on Private International Law: An Analysis of Strasbourg and Selected National Case Law L.R. Kiestra Samenvatting Dit onderzoek heeft als onderwerp de invloed van het Europees Verdrag

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling

Deontologische Code inzake notariële bemiddeling NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN Deontologische Code inzake notariële bemiddeling (Aangenomen door de A.V. op 7 oktober 2003; gewijzigd door de A.V. op 24 oktober 2006 en gewijzigd door de A.V. van 22 oktober

Nadere informatie

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. 21 december 2011

Gedragscode Persoonlijk Onderzoek. 21 december 2011 Gedragscode Persoonlijk Onderzoek 21 december 2011 Inleiding Verzekeraars leggen gegevens vast die nodig zijn voor het sluiten van de verzekeringsovereenkomst en die van belang zijn voor het nakomen van

Nadere informatie

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Rapport Een onderzoek naar een klacht over informatieverstrekking aan derden. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de Nationale ombudsman de klacht over het Openbaar Ministerie gedeeltelijk gegrond.

Nadere informatie

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek,

De belangrijkste bron van het burgerlijk recht is het burgerlijk wetboek, Recht is alomtegenwoordig. Of het nu gaat om een verbod iets te doen (door het rood licht rijden), een verplichting iets te doen (deelnemen aan verkiezingen), een werkwijze die men dient na te leven (procesrecht)

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073

Rapport. Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni Rapportnummer: 2013/073 Rapport Rapport over een klacht over de gemeente Weert. Datum: 27 juni 2013 Rapportnummer: 2013/073 2 Klacht Verzoeker klaagt erover dat een consulent van de sociale dienst van de gemeente Weert hem heeft

Nadere informatie

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum

Wob en Wbp. Wob en Wbp. Basisnormen. Basisnormen Wbp. Persoonsgegevens. Persoonsgegeven. Datum Datum Wob en Wbp 1 2 Wob en Wbp Basisnormen Wbp 27 oktober 2011 Stadhuis Assen Mr. dr. Aline Klingenberg Ontwikkelingen Wob Afweging tussen beide Basisnormen Wbp Verdrag van Straatsburg uit 1981, EU richtlijn

Nadere informatie

Persoonsgegevens in de zorg 2019 (AVG)

Persoonsgegevens in de zorg 2019 (AVG) Persoonsgegevens in de zorg 2019 (AVG) Inhoud Wat zijn persoonsgegevens? o Voorbeelden van persoonsgegevens o Bescherming van persoonsgegevens Bewaren van persoonsgegevens o Vernietiging of archiveren

Nadere informatie

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening

NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening NAV Gedragscode Ethisch verantwoord handelen bij de beroepsuitoefening Preambule Integriteit van wetenschappers is essentieel om het vertrouwen in de wetenschap te handhaven en te versterken. Dit geldt

Nadere informatie

Inleiding tot het recht

Inleiding tot het recht 1ste bach PSW Inleiding tot het recht Prof. Janvier Q uickprinter Koningstraat 13 2000 Antwerpen www.quickprinter.be R B08 3,50 Online samenvattingen kopen via www.quickprintershop.be Inleiding tot het

Nadere informatie

Aanleiding en opdracht

Aanleiding en opdracht Aan: President van de KNAW, prof. dr. José van Dijck Van: Rectoren College Auteur: Prof. mr. Carel Stolker, rector magnificus Universiteit Leiden Betreft: Notitie inzake gevolgen uitspraak van de Raad

Nadere informatie

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen

1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen 1. Soorten wetenschappelijke informatiebronnen Wanneer je als student in het hoger onderwijs de opdracht krijgt om te zoeken naar wetenschappelijke informatie heb je de keuze uit verschillende informatiebronnen.

Nadere informatie

LETTERLIJKE TEKST GRONDWET

LETTERLIJKE TEKST GRONDWET In Nederland mag je andermans brieven niet openen behalve als de wet dat toestaat. Telefoons mag je niet afluisteren behalve als de wet dat toestaat of als de rechter er toestemming voor geeft. LETTERLIJKE

Nadere informatie

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden

Reikwijdte WBP ten aanzien van archiefbescheiden R e g i s t r a t i e k a m e r Rijksarchiefdienst..'s-Gravenhage, 8 mei 2000.. Onderwerp Naar aanleiding van uw verzoek om commentaar op het conceptartikel "Archiefdiensten en de Wet bescherming persoonsgegevens"

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 2. TOEPASSINGSGEBIED VAN HET RECHT OP AFBEELDING...33 INHOUDSOPGAVE DANKWOORD... v VOORWOORD...vii HOOFDSTUK 1. DE GRONDSLAG... 1 1. De grondslag: het persoonlijkheidsrecht op afbeelding... 1 2. Invloed van de mensenrechten... 3 A. Art. 22 G.W.... 4 B. Art.

Nadere informatie

A. ALGEMENE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE WEBSITE

A. ALGEMENE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE WEBSITE A. ALGEMENE GEBRUIKSVOORWAARDEN VAN DE WEBSITE Het gebruik van deze website (hierna de Jeram website ) impliceert uw onvoorwaardelijke aanvaarding van alle onderstaande algemene voorwaarden (hierna de

Nadere informatie

Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen

Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen Gedragscode Commissies van Toezicht bij de justitiële inrichtingen November 2011 Inleiding Een fatsoenlijke samenleving wordt wel omschreven als een samenleving waarin mensen niet worden vernederd door

Nadere informatie

Gedragsregels voor de geneesheer in verband met de

Gedragsregels voor de geneesheer in verband met de Gedragsregels voor de geneesheren in verband met de klinische biologie Doc: a027032 Tijdschrift: 27 p. 79 Datum: 01/01/1979 Origine: NR Thema's: Biologie (Klinische-) Gedragsregels voor de geneesheer in

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Cassatie Onderwerp Overeenkomst - Bestanddelen - Toestemming - Gebrek - Geweld - Morele dwang - Gebrekkige wil - Voorwaarde - Artt. 1109 en 1112, BW Datum 23 maart 1998 Copyright and

Nadere informatie

Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19

Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19 Spreken of zwijgen.fm Page 5 Monday, November 5, 2012 10:12 AM INHOUDSTAFEL Voorwoord 3 Begrippenkader 15 Deel I Het principe: spreekrecht, ook voor ambtenaren 19 Hoofdstuk 1 De internationaalrechtelijke

Nadere informatie

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012

No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 ... No.W03.12.0197/II 's-gravenhage, 16 juli 2012 Bij Kabinetsmissive van 18 juni 2012, no.12.001344, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Veiligheid en Justitie, bij de Afdeling advisering

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 3 FEBRUARI 2015 P.13.0908.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.13.0908.N J W S, beklaagde, eiser, met als raadsman mr. Kurt Mollekens, advocaat bij de balie te Mechelen, tegen I M (roepnaam D),

Nadere informatie

Deontologische Code. Deze Deontologische Code is zowel op individuen als op entiteiten die interne auditdiensten verlenen van toepassing.

Deontologische Code. Deze Deontologische Code is zowel op individuen als op entiteiten die interne auditdiensten verlenen van toepassing. Deontologische Code INLEIDING Het doel van de Deontologische Code van het Instituut is het stimuleren van een ethische cultuur binnen het geheel van de professionele uitoefening van interne audit. Interne

Nadere informatie

Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht

Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht Portretrecht: 10 basisprincipes onder Belgisch recht Mr. Bart Van Besien Advocaat bart@finnian.be Het portretrecht (ook wel het recht op afbeelding genoemd) hangt nauw samen met het recht op privacy. Het

Nadere informatie

Camera-toezicht op de werkplek

Camera-toezicht op de werkplek Camera-toezicht op de werkplek december 2006 mr De auteur heeft grote zorgvuldigheid betracht in het weergeven van delen uit het geldende recht. Evenwel noch de auteur noch kan aansprakelijk worden gesteld

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank

1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2011 1. Onderwerp van de klacht schending van wetenschappelijke integriteit bij uitbrengen deskundigenbericht aan rechtbank 2. Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit KLACHT Bij brief van 2010,

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I

maatschappijwetenschappen vwo 2018-I Opgave 2 Juridische aanpak jihadi s Bij deze opgave horen de teksten 2 en 3. Inleiding In januari 2016 gaf strafrechter Jan van der Groen een interview aan NRC Handelsblad, waarin hij zijn twijfel uitte

Nadere informatie

INFANO VZW : SOCIALE MEDIA POLICY

INFANO VZW : SOCIALE MEDIA POLICY INFANO VZW : SOCIALE MEDIA POLICY 1. Doelstelling sociale media policy Werknemers hebben een rol als ambassadeur voor Infano vzw. Deze rol als ambassadeur geldt ook online en in het bijzonder voor sociale

Nadere informatie

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015

De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI. woensdag 11 maart 2015 De toenemende invloed van het Handvest op het auteursrecht AIPPI woensdag 11 maart 2015 1 Quaedvlieg 2006 Het lijkt geen goed idee dat iedere individuele rechter in ieder individueel geval een eigen afweging

Nadere informatie

CCBE Toelichting bij de kernbeginselen van de Europese advocaat

CCBE Toelichting bij de kernbeginselen van de Europese advocaat CCBE Toelichting bij de kernbeginselen van de Europese advocaat 1. Op 24 november 2006 heeft de CCBE unaniem het Handvest van de kernbeginselen van de Europese advocaat goedgekeurd. Dit Handvest bestaat

Nadere informatie

Inleiding. A. analyse per programma

Inleiding. A. analyse per programma Inleiding De Vlaams-fractie in het Vlaams Parlement heeft een analyse gemaakt van de voornaamste VRT-programma s waarin politici worden uitgenodigd. Tijdens de periode 1-11- 2006 t.e.m. 29-04-2007 werden

Nadere informatie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie

Zaak C-540/03. Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Zaak C-540/03 Europees Parlement tegen Raad van de Europese Unie Immigratiebeleid - Recht van minderjarige kinderen van onderdanen van derde landen op gezinshereniging - Richtlijn 2003/86/EG - Bescherming

Nadere informatie

EDITIE 2011 HANDBOEK MEDIARECHT DIRK VOORHOOF EN PEGGY VALCKE I.S.M. HANNES CANNIE

EDITIE 2011 HANDBOEK MEDIARECHT DIRK VOORHOOF EN PEGGY VALCKE I.S.M. HANNES CANNIE HANDBOEK MEDIARECHT DIRK VOORHOOF EN PEGGY VALCKE I.S.M. HANNES CANNIE EDITIE 2011 1 VOORWOORD VOORWOORD Hoe is een rechterlijk verbod tot verspreiding van een boek of een tijdschrift te verklaren, hoewel

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 027 Wijziging van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met de invoering van een onafhankelijke bindende toets voorafgaand

Nadere informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie

Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie 13 mei 2019 ADVIES 2019-1 Over de openbaarmaking van vergunningen (FBC/2019/1advies SCIENSANO) 2 1. Een overzicht Bij e-mail van 5 april

Nadere informatie

18-12-2013. Inleiding. Inleiding: Nederlandse I&V-diensten. Inhoud. Technische briefing

18-12-2013. Inleiding. Inleiding: Nederlandse I&V-diensten. Inhoud. Technische briefing Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Ministerie van Defensie Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Technische briefing interceptie,

Nadere informatie

Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I

Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I Leidraad bij het sjabloon onderzoeksvoorstel Masterscriptie Deel I Deze leidraad heeft tot doel om studenten uitleg te geven bij het opmaken van hun onderzoeksvoorstel voor de masterscriptie. Er wordt

Nadere informatie

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012

GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken. versie 3.7 januari 2012 GEDRAGSCODE voor gerechtelijk deskundigen in civielrechtelijke en bestuursrechtelijke zaken versie 3.7 januari 2012 Op verzoek van de Raad voor de rechtspraak en onder de verantwoordelijkheid van de landelijke

Nadere informatie

RECHT & MEDIA IN EEN DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT WIE BEWAAKT DE WAAKHOND?

RECHT & MEDIA IN EEN DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT WIE BEWAAKT DE WAAKHOND? RECHT & MEDIA IN EEN DEMOCRATISCHE RECHTSSTAAT WIE BEWAAKT DE WAAKHOND? S. Lust en P. Luypaers (eds.) C. Baekeland - P. Deltour- D. Stevens - F. Voets - K. Wauters 2010 IIII GAP die Keure INHOUDSTAFEL

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 21 maart 2011 ADVIES 2011-102 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal

Nadere informatie

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen

de minister van Economische Zaken, de heer mr L.J. Brinkhorst Postbus 20101 2500 EC Den Haag Ministeriële regeling afsluitingen POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN de minister van Economische Zaken,

Nadere informatie

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld

Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Beroepsgeheim en Huiselijk Geweld Workshop Landelijk Congres Huiselijk Geweld 16 november 2009 Inhoud Waar hebben we het over Juridisch Kader Achtergrond Afweging: geheim doorbreken? Stappenplan Casusposities

Nadere informatie

SWPBS vanuit juridisch oogpunt

SWPBS vanuit juridisch oogpunt SWPBS vanuit juridisch oogpunt Samenvatting uit: De Wilde M., en Van den Berg A. (2012), SWPBS, vanuit juridisch oogpunt, afstudeerrapport juridische afdeling Christelijke Hogeschool Windesheim, Zwolle

Nadere informatie

SIG Research Data veiligheid

SIG Research Data veiligheid SIG Research Data veiligheid Privacy om te beginnen, grondrecht of farce Utrecht, 27 november Rob van den Hoven van Genderen Computer/Law Institute, Vrije Universiteit Amsterdam Switchlegal advocaten Amsterdam

Nadere informatie

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University

Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Rapport ad hoc-commissie Wetenschappelijke Integriteit Tilburg University Prof. Dr. Ton Hol, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht (voorzitter) Prof. Dr. em. Léon de Caluwé (VU) (tevens consultant) Dr.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 MAART 2015 D.13.0022.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. D.13.0022.N M. W., eiser, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 2000 Antwerpen, Amerikalei

Nadere informatie

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus)

Vertaling C-291/13-1. Zaak C-291/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Vertaling C-291/13-1 Zaak C-291/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 27 mei 2013 Verwijzende rechter: Eparchiako Dikastirio Lefkosias (Cyprus) Datum van de verwijzingsbeslissing:

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING VAN DE PERSOONLIJKE LEVENSSFEER ADVIES Nr 07 / 96 van 22 april 1996 ------------------------------------------- O. ref. : 10 / A / 96 / 011 BETREFT : Ontwerp van koninklijk

Nadere informatie

DEEL III. Het bestuursprocesrecht

DEEL III. Het bestuursprocesrecht DEEL III Het bestuursprocesrecht Inleiding op deel III In het voorgaande deel is het regelsysteem van art. 48 (oud) Rv besproken voor zover dit relevant was voor art. 8:69 lid 2 en 3 Awb. In dit deel

Nadere informatie

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven:

Een ander domein is de wetenschap. Wetenschap kan men als volgt omschrijven: Pagina B 1 Samenvatting inleidende les ethiek 8/02/06 ETHIEK. Filosofie is denken, hard nadenken over vanalles en nog wat, en hoort eigenlijk bij ethiek. Ethiek zelf kan me ook een beetje vergelijken met

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 6861 12 februari 2018 Gedragscode voor gerechtelijk deskundigen bij de Afdeling bestuursrechtspraak De Afdeling bestuursrechtspraak

Nadere informatie

Waarneming 1 WAARNEMING 1 (CBE18.1/CREBO:52696)

Waarneming 1 WAARNEMING 1 (CBE18.1/CREBO:52696) WAARNEMING 1 (CBE18.1/CREBO:52696) sd.cbe18.1.v1 ECABO, Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd, overgenomen, opgeslagen of gepubliceerd in enige vorm of wijze, hetzij

Nadere informatie

RECHT VAN ANTWOORD OP HET INTERNET

RECHT VAN ANTWOORD OP HET INTERNET RECHT VAN ANTWOORD OP HET INTERNET SENAAT Commissie Transversale bevoegdheden - Gemeenschapsbevoegdheden Hoorzitting 30 november 2018 1 Link met de deontologie We erkennen absoluut het belang van de mogelijkheid

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 16 mei 2011 ADVIES 2011-265 over de weigering om toegang te verlenen tot het volledige fiscaal dossier

Nadere informatie

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten

Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten Bron : Wet van 22 april 1999 betreffende de beroepstucht voor accountants en belastingconsulenten (Belgisch Staatsblad,

Nadere informatie

(Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

(Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende) Leidraad voor het nakijken van de toets GEDRAGSRECHT 8 FEBRUARI 2013 (Uit het antwoord moet blijken dat de cursist de stof heeft begrepen en juist heeft toegepast; een enkel ja of nee is niet voldoende)

Nadere informatie

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht

2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht 2014 Advies Commissie Wetenschappelijke Integriteit Universiteit Maastricht Aanleiding De Commissie Wetenschappelijke Integriteit UM heeft op (..) 2014 een door (..) (klager) ingediende klacht ontvangen.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 18 APRIL 2013 F.11.0142.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.11.0142.F N. D., Mr. Marc Levaux, advocaat bij de balie te Luik, tegen BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint,

Nadere informatie

LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN

LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN LEIDRAAD KLEDING OP SCHOLEN Inleiding De laatste tijd is er veel publiciteit geweest rond scholen die hun leerlingen verboden gezichtsbedekkende kleding of een hoofddoek te dragen. Uit de discussies die

Nadere informatie

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts

Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Factsheet De aansprakelijkheid van de arts Algemeen Als u vermoedt dat een beroepsbeoefenaar uw rechten heeft geschonden, kunt u hem of de zorginstelling waarbinnen hij werkt aansprakelijk stellen. Volgens

Nadere informatie

Privacybescherming in Nederland: van Koopmans naar AVG. dr. Jan Holvast

Privacybescherming in Nederland: van Koopmans naar AVG. dr. Jan Holvast Privacybescherming in Nederland: van Koopmans naar AVG dr. Jan Holvast 1 Overzicht presentatie Even voorstellen Kort overzicht ontwikkeling Nederland Gemeenschappelijke kenmerken AVG: van verwachting naar

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 9 januari 2012 ADVIES 2012-1 met betrekking tot de openbaarheid van auditverslagen (CTB/2011/337)

Nadere informatie

Aanbevelingen getuigenissen en beeldvorming minderjarigen in de jeugdhulp

Aanbevelingen getuigenissen en beeldvorming minderjarigen in de jeugdhulp Brussel, versie 2015 Aanbevelingen getuigenissen en beeldvorming minderjarigen in de jeugdhulp De jeugdhulp worstelt reeds geruime tijd met het beeld in de media en in de samenleving over zijn activiteiten

Nadere informatie

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse

Inleiding. 1.1 Probleemanalyse HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Probleemanalyse Winstafdracht conform art. 6:104 BW geeft de benadeelde, die schade lijdt als gevolg van een onrechtmatige daad of tekortkoming in de nakoming van een verbintenis,

Nadere informatie

EUROPESE CENTRALE BANK

EUROPESE CENTRALE BANK NL Deze inofficiële versie van de Gedragscode voor de leden van de Raad van Bestuur dient uitsluitend ter informatie B EUROPESE CENTRALE BANK GEDRAGSCODE VOOR DE LEDEN VAN DE RAAD VAN BESTUUR (2002/C 123/06)

Nadere informatie

gebruikersvoorwaarden

gebruikersvoorwaarden Gebruikersvoorwaarden van Aristoco International BVBA, fabrikant van Cubigo en MaxxGemak, leverancier van Cubigo NL Toestemming Als bezoeker of lid van Cubigo ga je akkoord met de onderstaande bepalingen

Nadere informatie

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen

GEDRAGSCODE. Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen GEDRAGSCODE Nederlands Register Gerechtelijk Deskundigen Het College gerechtelijk deskundigen, met inachtneming van artikel 51k, eerste lid van de Wet deskundige in strafzaken (Stb. 2009, 33; hierna de

Nadere informatie

Voorstel van resolutie. betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland

Voorstel van resolutie. betreffende het stopzetten van de openbareomroepactiviteiten in Griekenland stuk ingediend op 2115 (2012-2013) Nr. 1 19 juni 2013 (2012-2013) Voorstel van resolutie van de heren Bart Tommelein, Jo De Ro, Jean-Jacques De Gucht, Peter Gysbrechts en Sas van Rouveroij betreffende

Nadere informatie

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013

Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Steven Dewulf Studiecentrum voor militair recht en oorlogsrecht KMS 15 mei 2013 Rechtsmachtrecht Misdrijven op Belgisch grondgebied gepleegd Misdrijven buiten het grondgebied van het Rijk gepleegd Territorialiteitsbeginsel

Nadere informatie

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V.

Zorgverzekeraars Nederland Definitieve bevindingen Ambtshalve onderzoek aangaande toepassing Controle op Verzekering van VECOZO B.V. POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 E-MAIL info@cbpweb.nl INTERNET www.cbpweb.nl AAN Zorgverzekeraars Nederland DATUM

Nadere informatie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG 1 Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Directie Wetgeving sector staats- en bestuursrecht Schedeldoekshaven 100 2511 EX Den Haag Postbus 20301 2500 EH

Nadere informatie

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15

AFDELING III DE AANLEIDING VOOR EEN SOCIALE CONTROLE 13 DE VOORBEREIDING VAN EEN AANGEKONDIGDE SOCIALE CONTROLE 15 AFDELING I DE VASTSTELLING VAN HET BELEID TER BESTRIJDING VAN SOCIALE FRAUDE 1 1. Inleiding 1 2. De Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst 2 3. Arrondissementscellen 6 3.1. Samenstelling van de arrondissementscellen

Nadere informatie

ISSAI 30 Ethische code

ISSAI 30 Ethische code ISSAI 30 Ethische code Vertaling ISSAI 30VERTALING REKENHOF, MEI 2017 / 2 INHOUD Hoofdstuk 1 - Inleiding 4 Concept, achtergrond en doel van de ethische code 4 Vertrouwen en geloofwaardigheid 5 Hoofdstuk

Nadere informatie

REGLEMENT HOUDENDE GEDRAGSREGELS

REGLEMENT HOUDENDE GEDRAGSREGELS REGLEMENT HOUDENDE GEDRAGSREGELS als bedoeld in artikel 19 van de statuten van de Stichting VRT - Verenigd Register van Taxateurs (de stichting), gevestigd te Rotterdam. Inleiding Blijkens artikel 2.1.

Nadere informatie

Verwijzen naar digitale bronnen

Verwijzen naar digitale bronnen Verwijzen naar digitale bronnen Aanvulling op de Leidraad voor juridische auteurs 2013 I. Bennigsen mr. dr. L.D. van Kleef-Ruigrok 2 februari 2015 1 1 Inleiding In de Leidraad voor juridische auteurs 2013

Nadere informatie

(B.S., 14 november 1998)

(B.S., 14 november 1998) Wet 31 augustus 1998 houdende omzetting in Belgisch recht van de Europese richtlijn van 11 maart 1996 betreffende de rechtsbescherming van databanken (B.S., 14 november 1998) HOOFDSTUK I. Voorafgaande

Nadere informatie

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA)

Verordening gedrags- en beroepsregels accountants (VGBA) (VGBA) Geldend per 1 januari 2014 Verordening gedrags- en beroepsregels accountants De ledenvergadering van de Nederlandse beroepsorganisatie van accountants, Gelet op artikel 19, tweede lid, aanhef en

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/123348

Nadere informatie

Algemene begrippen AVG

Algemene begrippen AVG Vooraf: dit document is bedoeld om informatie te geven en vragen te beantwoorden over de gevolgen van de AVG voor Medlon. Hoewel het soms gaat om juridische begrippen en concepten mag dit document niet

Nadere informatie

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni 2001. Ons kenmerk z2001-0054. Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming

R e g i s t r a t i e k a m e r. ..'s-gravenhage, 14 juni 2001. Ons kenmerk z2001-0054. Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming R e g i s t r a t i e k a m e r..'s-gravenhage, 14 juni 2001.. Onderwerp Rouwkrant en privacybescherming In het kader van het onderzoek van de Registratiekamer naar De Rouwkrant bericht ik u het volgende.

Nadere informatie

Inhoud 1. Inleiding 2. De akten en registers van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters sensu latu als bron van informatie

Inhoud 1. Inleiding 2. De akten en registers van de burgerlijke stand en de bevolkingsregisters sensu latu als bron van informatie Inhoud 1. Inleiding 9 1.1 Identiteit, identiteitsgegevens en hun registratie 9 1.2 Terminologische onduidelijkheid 14 1.3 Vormen van toegang tot informatie/documenten in veelheid 16 1.4 De specifieke relatie

Nadere informatie

Opgave 3 De burger als rechter

Opgave 3 De burger als rechter Opgave 3 De burger als rechter Bij deze opgave horen tekst 5 en de tabellen 2 en 3 uit het bronnenboekje. Inleiding Hoe behoren volgens het Nederlandse publiek veroordeelde plegers van misdrijven gestraft

Nadere informatie

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten

Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Commissie voor de toegang tot en het hergebruik van bestuursdocumenten Afdeling openbaarheid van bestuur 7 mei 2018 ADVIES 2018-41 met betrekking tot de toegang tot informatie die in een databank aanwezig

Nadere informatie

Inleiding. Geen one size fits all

Inleiding. Geen one size fits all Kabinetsreactie op advies nr. 27 van de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) inzake aansprakelijkheid van internationale organisaties Inleiding In december 2015 heeft het kabinet

Nadere informatie

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht.

Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Rapport Een onderzoek naar het gebruik van een bodycam/pda door een BOA van de gemeente Maastricht. Oordeel Op basis van het onderzoek vindt de klacht over gemeente Maastricht gegrond. Datum: 8 januari

Nadere informatie

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder.

het college van bestuur van de Universiteit Leiden, gevestigd te Leiden, verweerder. Zaaknummer: 2008/008 Rechter(s): mrs. Loeb, Lubberdink, Mollee Datum uitspraak: 20 juni 2008 Partijen: appellant tegen college van bestuur van de Universiteit Leiden Trefwoorden: Bijzondere omstandigheden,

Nadere informatie

Praktijkhandleiding Privacygedragscode. voor. particulier onderzoekers

Praktijkhandleiding Privacygedragscode. voor. particulier onderzoekers Praktijkhandleiding Privacygedragscode voor particulier onderzoekers April 2004 1 1 Doel praktijkhandleiding Deze praktijkhandleiding heeft tot doel om particulier onderzoekers een praktisch kader te bieden

Nadere informatie

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016

34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 34300 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Veiligheid en Justitie (VI) voor het jaar 2016 Nr. 75 Brief van de minister van Veiligheid en Justitie Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek. Gedragscode op basis van artikel 25 Wet bescherming persoonsgegevens

Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek. Gedragscode op basis van artikel 25 Wet bescherming persoonsgegevens Gedragscode voor Onderzoek & Statistiek Gedragscode op basis van artikel 25 Wet bescherming persoonsgegevens Inhoudsopgave 1. Considerans...3 2. Begripsbepaling...3 3. Omschrijving van de sector en toepassingsgebied...4

Nadere informatie

Aanbeveling tot herziening van artikel 150 van de Grondwet

Aanbeveling tot herziening van artikel 150 van de Grondwet Onze ref: 2014/AAR 19 Contactpersoon: ingrid.aendeboom@cntr.be Korte inleiding Aanbeveling tot herziening van artikel 150 van de Grondwet Artikel 150 van de Belgische Grondwet stelt : De jury wordt ingesteld

Nadere informatie