Michiel Van den Berghe. O Zo! Onderzoeken doe je zo Leerkrachtenkatern Preview

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Michiel Van den Berghe. O Zo! Onderzoeken doe je zo Leerkrachtenkatern Preview"

Transcriptie

1 Michiel Van den Berghe O Zo! Onderzoeken doe je zo Leerkrachtenkatern Preview

2 Opzet van het boek O Zo! biedt leerlingen en leerkrachten in het secundair onderwijs methoden, technieken en achtergrondinformatie bij het leren onderzoeken of de generieke onderzoeksvaardigheden en het realiseren van onderzoekscompetentie. Het boek is opgebouwd uit een inleiding, 25 methodewijzers, enkele focussen, een register en een uitvouwbaar schema bij het gebruik van O Zo! voor het uitwerken van een onderzoeksopdracht. De inleiding is opgevat als een eerste focus. Het omvat een theoretisch kader bij het uitwerken van een onderzoeksopdracht in combinatie met het boek. Vanuit een (voor de leerlingen) herkenbaar praktijkvoorbeeld vertrekken we met een verduidelijking van de begrippen onderzoek en onderzoeksopdracht. Bij het uitwerken van een onderzoeksopdracht wijzen we op het belang van: - het zelfstandig werken; - het zelfverantwoordelijk werken; - de keuze van een onderwerp; - de aanleiding; - de samenwerking met een leerkracht en/of andere leerlingen. Deze vijf punten wijzen op de specifieke kenmerken van een onderzoeksopdracht. Enerzijds vragen ze een grote betrokkenheid van de leerlingen bij de uitwerking van de opdracht. Leerlingen moeten zelfstandig werken, zelfverantwoordelijk werken en tegelijk ook samenwerken. Ze krijgen een grotere vrijheid in de aanpak van de opdracht en kunnen tegelijk rekenen op de ondersteuning van hun leerkracht. Anderzijds leggen de eigenschappen van een onderzoeksopdracht nadruk op het toepassen van kennis en vaardigheden in combinatie met een goede attitude. Door de keuze van het onderwerp en de aanleiding beperkt een onderzoeksopdracht zich niet enkel tot het toepassen van een reeks vaardigheden. De inhoud is hierbij even belangrijk als de vorm. De combinatie van beide zorgt ervoor dat leerlingen betekenisvol kunnen leren. Daarnaast verhogen de vijf kenmerken van een onderzoeksopdracht ook de motivatie van de leerlingen voor deze opdrachten. Aansluitend verbreden we deze twee begrippen met een overzicht van de twee types en de verschillende soorten onderzoek. We gaan ook in op de criteria voor een goed onderzoek. Afsluiten doen we met een alfabetisch overzicht en verduidelijking van de belangrijkste begrippen bij het uitwerken van een onderzoeksopdracht. Na de inleiding volgen de 25 methodewijzers. Deze zijn onderverdeeld volgens de fasen van de OVUR van een zelfstandig onderzoek: oriënteren, voorbereiden, uitvoeren, rapporteren en reflecteren. Elk deel wordt hierbij voorzien van een eigen kleur. Het kleurverloop accentueert samen het cyclisch verloop van een onderzoek. Een methodewijzer is afzonderlijk uitwerkt volgens de OVUR-methode. Bij het oriënteren schetsen we kort de inhoud. We situeren deze ook in het geheel van een onderzoek doen. De fase van het voorbereiden geeft een overzicht van de grote onderdelen of de opbouw van de methodewijzer. Het uitvoeren bestaat uit een reeks opeenvolgende stappen bij het toepassen van een onderzoeksmethode. We beperken ons hierbij niet enkel tot het geven van instructies. Veel stappen voorzien we van een concreet praktijkvoorbeeld. Daarnaast zijn aandachtspunten, tips en aanvullende informatie extra geaccentueerd. Een opsomming van één of meer aandachtspunten of tips is in de marge voorzien van een rood lijntje. Aanvullende informatie voor het begrijpen en bij het uitwerken van stap is samengebundeld in een uitgelicht. Deze zijn in de marge voorzien van een blauw lijntje. Na het uitvoeren volgt in de laatste stap van de meeste methodewijzers een vraag tot reflectie. Bedoeling is om leerlingen bij elke onderzoeksmethode te leren nadenken over en bewust worden van hun eigen handelen. Als het reflecteren zich enkel beperkt tot de allerlaatste stap van een opdracht, dan handelt het enkel over de opdracht als geheel. Daarom is het zinvol om leerlingen ook te leren reflecteren over de verschillende deelstappen die zij hebben gezet. Alleen zo kunnen zij alternatieven ontwikkelen die ze bij andere onderzoeksopdrachten en in andere vakken kunnen uitproberen. Opmerkingen: - Bij de stappen van het uitvoeren is de uitleg voor het werken met software niet opgenomen in het boek. Software wordt regelmatig vernieuwd en aangepast. Bij sommige toepassingen zijn er ook verschillende softwarepakketten beschikbaar (bv. verschillende toepassingen van presentatiesoftware zoals Microsoft Office PowerPoint, Google Slides, Prezi ). Toch bieden we de basisstappen bij het gebruik van de belangrijkste software aan. Je kunt deze via raadplegen. Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 2

3 - Bij de keuze van de voorbeelden hebben we niet gekozen voor één onderzoeksopdracht die we over het volledige boek vanaf het oriënteren tot het rapporteren en reflecteren uitwerken. Leerlingen krijgen een uitgebreide onderzoeksopdracht pas als laatste stap bij het aanleren en inoefenen van onderzoeksvaardigheden. Wij vinden het zinvoller om voorbeelden uit verschillende vakken aan te bieden. Zo kunnen we ook het generieke karakter of de vakoverschrijdende toepassing van veel onderzoeksmethoden benadrukken. - Bij het gebruik van de methodewijzers is het belangrijk dat leerlingen alle stappen nauwgezet en volledig doorlopen. Ze mogen zich niet beperken tot enkel de aandachtspunten of tips. Daarom zijn deze bewust niet te opvallend geaccentueerd. Naast de methodewijzers bevatten enkele delen ook een focus met achtergrondinformatie bij de onderdelen van een onderzoek en de onderzoeksmethoden. De focussen zijn: - een verduidelijking bij het belang van een goede voorbereiding als fundament van een onderzoek in het deel Voorbereiden ; - een overzicht van de belangrijkste informatiebronnen met hun voor- en nadelen in het deel Uitvoeren ; - een overzicht van alle onderdelen van een onderzoeksverslag met hun belangrijkste aandachtspunten in het deel Rapporteren. Het boek wil ondersteuning bieden bij het aanleren en inoefenen van de onderzoeksvaardigheden. Het is dan ook niet opgevat als een klassiek leerboek, maar als een naslagwerk. Bedoeling is dat leerlingen na een proces van instructie zelfstandig met het boek aan de slag gaan. We bevorderen het navigeren door het boek niet alleen met een inhoudsopgave. Als overgang tussen de inleiding en de methodewijzers vind je een pagina met het overzicht van alle 25 methodewijzers (zie O Zo! p. 13). Achteraan het boek staat ook een register en uitvouwbaar schema. Het register bevat een alfabetische opsomming van alle begrippen en belangrijke onderdelen met een verwijzing naar de pagina s in het boek. Het uitvouwbaar schema toont het traject dat de leerlingen zelfstandig of onder begeleiding in combinatie met het boek kunnen uitstippelen bij het uitwerken van een uitgebreid of volledig onderzoek en bij het inoefenen van één of meer onderzoeksmethoden. Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 3

4 Overzicht van de eindtermen aso die van toepassing zijn op de onderzoeksvaardigheden/methodewijzers in O Zo! Algemeen Leren leren Ict Vakgebonden 1e graad 2e graad 3e graad 1e graad 2e graad 3e graad Oriënteren: kiezen, verkennen en afbakenen van een onderwerp 1 (Voor)onderzoek naar informatie uitvoeren (met als doel MO 16* / PO 16* / MT AA / NW 1-12 GES / MT 5-12 / N / een algemeen en zeer ruim beeld van het onderwerp te NW 1 - B6 - C5 - FY6 / N 3-15 vormen) / WI 9 2 Regels voor bronvermelding toepassen en bronnenlijst AA / GES 15 / AA 16 / GES / opstellen (volgens de APA-stijl) NW 12 MT 37 / NW 12 / N 21 3 Verkennen en afbakenen van een onderwerp (als basis AA / NW 12 GES 16 / NW 31* voor een onderzoeksvoorstel) Voorbereiden: werkplan (met hoofd- en deelvragen, onderzoeksplan en tijdsplan) opmaken 4 Hoofdvraag en deelvragen formuleren (als fundament NW 20 AA / GES 20 / GES / NW 2 voor een onderzoeksplan en op basis van NW 1-2 onderzoeksvoorstel en doelstelling van onderzoek) 5 Onderzoeksplan uitwerken (met een samenhangend AA / GES 16 / GES 17 / MT 26 / NW antwoord op productgerichte en procesgerichte NW 2-12 / N * / WI 4 27 onderzoeksvragen) 6 Tijdsplan opstellen en logboek bijhouden (als hulpmiddel GES 16 / NW 12 GES 17 / MT 26 / NW voor het plannen en uitvoeren van een onderzoek) 12 / WI 4 Uitvoeren: informatie verzamelen, beoordelen en verwerken 7 Informatie zoeken voor deskresearch (literatuur, MO 16* / PO 16* / AA / AA 16 / GES / GES 17 GES 14 / NW MT statistisch materiaal en andere data en - B4 - C2 - FY6 / N / NW B6 massacommunicatieteksten): kwalitatief en kwantitatief 32 / WI 5 - C 5 - FY 6 / N 18* Informatie zoeken op het internet (met een zoekmachine MO 16* / PO 16* / AA / AA 16 / GES / en index): kwalitatief en kwantitatief GES 17 GES 14 / NW MT B4 - C2 - FY6 / N / NW B6 32 / WI 5 - C 5 - FY 6 / N 18* Enquête (schriftelijk en online) opstellen en afnemen: GES 14 / N 5-9 N kwantitatief 10 Interviewen: kwalitatief (NW 12) / N 5-9 NW 12 / N (Lab)experiment opzetten en uitvoeren (op basis van een NW NW C1 - C3 NW * - 31* - C2 - C3 - C4 - hypothese en met aandacht voor de C19 - C20 veiligheidsvoorschriften): kwantitatief 12 Waarneming (direct of indirect, verhuld of onverhuld, AA AA / GES 14 / AA / / MT 1-2 / NW GES 16 / MT participerend of niet participerend, gestructureerd of MO / PO 4 / 12 - B4 - B18 - FY8 / N 8 / NW ongestructureerd) uitvoeren: kwalitatief GES 18 / MT 2 / NW B4 - C20 / N Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 4

5 13 Informatie lezen (leesstrategieën, lezen van tabel, grafiek en diagram en lezen van kaart) 14 Informatie beoordelen (representativiteit, betrouwbaarheid, relevantie, begrijpelijkheid en actualiteit) 15 Informatie verwerken: algemeen (ordenen, bewerken en analyseren, interpreteren en conclusie trekken) 16 Informatie verwerken: samenvatten en schematiseren (van kwalitatieve informatie) 17 Informatie verwerken: statistisch (van kwantitatieve informatie) 18 Informatie verwerken: tabellen, grafieken en diagrammen (van kwantitatieve informatie) Rapporteren: onderzoeksverslag schrijven en mondelinge presentatie brengen 19 Onderzoeksverslag schrijven: algemeen (kladversie schrijven en bewerken en definitieve versie schrijven) 20 Onderzoeksverslag schrijven: taal en structuur (taalgebruik en tekststructuur) 21 Onderzoeksverslag schrijven: citaten en verwijzingen (volgens de APA-stijl) 22 Onderzoeksverslag schrijven: vormgeving (pagina, regelafstand en uitlijning, lettertype en -grootte, tekens en spaties, titels, opsommingen, afkortingen, illustraties) 23 Mondelinge presentatie brengen: algemeen (voorbereiden en uitvoeren) AA / GES 20 / MT / NW 21 / N 9-10 / WI MO 15* / PO 15* / GES 22 / NW 23 / WI 46* GES / NW NW 24 NW 24 NW 24 MT 29 / N 15 MT 29-38* / N 15 MT Mondelinge presentatie brengen: gebruik van presentatiesoftware (ontwerp en uitwerking) Reflecteren 25 Reflectie maken MT 36 / N 12* - 17* - 19* / WI 45* De getallen in het overzicht verwijzen naar het nummer van de eindterm opgesteld door de Vlaamse overheid ( 2014). AA / GES / MT / NW 12 / N / WI AA / GES 21 / MT / NW 12 / N 4 / WI 47* AA / GES / MT / NW B5 - B19 - C12 - C14 - C19 - C20 - C26 AA / GES / MT / NW 12 - B5 / N 24 AA / NW B5 / WI AA / NW B5 - Fy12 AA / GES 24 / MT / NW / N 24 AA / GES 24 / MT * / NW 12 / N 24 AA / GES 24 / MT 35 / NW 12 AA / GES 24 / MT 35 / NW 12 AA / GES 24 / MT / NW 12 / N AA / GES 24 / NW 12 AA / GES 24 / LO 6 / NW 12 / N * / WI 11* - 13* AA / GES / MT / NW 3-12 / N / WI AA 16-27* / GES * - 25* -26*/ MT / NW / N / WI 2 AA 16 / GES / MT / NW * - B9 - C7 - C 11 - C 12 - C13 / N / WI 2 AA 16 / GES 16 / MT / NW 12 - B5 / N / WI 2 NW / WI NW / WI GES 22 / MT / NW 12 / N GES 22 / MT * / NW 12 / N * - 24 GES 22 / MT 37 / NW 12 / N * - 24 GES 22 / MT 37 / NW 12 / N * - 24 GES 22 / LO 5 / MT / NW 12 / N 8-10 GES 22 / MT / NW 12 / N 8 GES / LO / MT / NW 12-27* / N 4-6* * - 22* - 29* - 30* / WI 5 Afkortingen: AA: aardrijkskunde - B: biologie (als onderdeel van natuurwetenschappen) - C: chemie (als onderdeel van natuurwetenschappen) - FY: fysica (als onderdeel van natuurwetenschappen) - GES: geschiedenis - LO: lichamelijke opvoeding - MO: muzikale opvoeding - MT: moderne talen (Frans en Engels) - N: Nederlands - NW: natuurwetenschappen - PO: plastische opvoeding - WI: wiskunde -*: attitude Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 5

6 Overzicht van de cesuurdoelen en DSETOC in het aso die van toepassing zijn op de onderzoeksvaardigheden/methodewijzers in O Zo! Oriënteren: kiezen, verkennen en afbakenen van een onderwerp 1 (Voor)onderzoek naar informatie uitvoeren (met als doel een algemeen en zeer ruim beeld van het onderwerp te vormen) 2 Regels voor bronvermelding toepassen en bronnenlijst opstellen (volgens de APA-stijl) 3 Verkennen en afbakenen van een onderwerp (als basis voor een onderzoeksvoorstel) Cesuurdoelen 2e graad DSETOC 3e graad Algemeen Onderzoekscompetentie Algemeen Onderzoekscompetentie G&L 7 EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI Voorbereiden: werkplan (met hoofd- en deelvragen, onderzoeksplan en tijdsplan) opmaken 4 Hoofdvraag en deelvragen formuleren (als fundament EC 26 / G&L 36 / HW 35 / W 31 EC / G&L / HW / MT / S / SW 34 / voor een onderzoeksplan en op basis van W / WI onderzoeksvoorstel en doelstelling van onderzoek) 5 Onderzoeksplan uitwerken (met een samenhangend EC / G&L / HW 35 - EC / G&L / HW / W / MT / S / SW 34 / antwoord op productgerichte en procesgerichte W / WI onderzoeksvragen) 6 Tijdsplan opstellen en logboek bijhouden (als hulpmiddel voor het plannen en uitvoeren van een EC 27 / G&L 37 / HW 36 / W 32 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 34 / W 30 / WI 21 onderzoek) Uitvoeren: informatie verzamelen, beoordelen en verwerken 7 Informatie zoeken voor deskresearch (literatuur, statistisch materiaal en andere data en HW 5 / W EC 28 / G&L 38 / HW 37 / W 33 S 7 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW / W 30 / WI 21 massacommunicatieteksten): kwalitatief en kwantitatief 8 Informatie zoeken op het internet (met een zoekmachine en index): kwalitatief en kwantitatief HW 5 / W EC 28 / G&L 38 / HW 37 / W 33 S 7 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW / W 30 / WI 21 9 Enquête (schriftelijk en online) opstellen en afnemen: kwantitatief HW 10 EC 28 / G&L 38 / HW 37 EC 17 /(G&L 30) / HW 26 /(MT 17) / S 20 / SW Interviewen: kwalitatief HW 10 EC 28 / G&L 38 / HW 37 / W 33 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW /(W 30) 11 (Lab)experiment opzetten en uitvoeren (op basis van W HW 37 / W 33 W 7 HW 26 / S 20 / SW / W 30 een hypothese en met aandacht voor de veiligheidsvoorschriften): kwantitatief 12 Waarneming (direct of indirect, verhuld of onverhuld, participerend of niet participerend, gestructureerd of ongestructureerd) uitvoeren: kwalitatief HW 5-7 / W EC 28 / G&L 38 / HW 37 / W 33 G&L 5 / HW 5-20/ S 7 / SW 13 / W 5 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / S 20 / SW / W 30 Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 6

7 13 Informatie lezen (leesstrategieën, lezen van tabel, grafiek en diagram en lezen van kaart) 14 Informatie beoordelen (representativiteit, betrouwbaarheid, relevantie, begrijpelijkheid en actualiteit) 15 Informatie verwerken: algemeen (ordenen, bewerken en analyseren, interpreteren en conclusie trekken) 16 Informatie verwerken: samenvatten en schematiseren (van kwalitatieve informatie) 17 Informatie verwerken: statistisch (van kwantitatieve informatie) 18 Informatie verwerken: tabellen, grafieken en diagrammen (van kwantitatieve informatie) EC / G&L / HW / W EC 18 / G&L 23 / W 28 EC / G&L / HW / W W 9-28 EC / G&L / HW / W EC 14 / G&L 15 / MT 1 EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI EC 13 / G&L 15 / MT 1 EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI EC 5 / G&L 15 / MT 1 / W 1-3 EC / G&L / HW / MT / S / SW / W / WI G&L 18 / W 21 EC 29 / G&L 39 / HW 38 / W 34 EC 1 / MT 1 / W 2 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW / W 30 / WI 21 EC 29 / HW 38 / W 34 EC 17 /(G&L 30) / HW 26 /(MT 17) / S 20 / SW / W 30 / WI 21 EC 2 / W 21 EC 29 / HW 38 / W 34 EC 1-14 / W 22 EC 17 /(G&L 30) / HW 26 /(MT 17) / S 20 / SW / W 30 / WI 21 Rapporteren porteren: onderzoeksverslag schrijven en mondelinge presentatie brengen 19 Onderzoeksverslag schrijven: algemeen (kladversie EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 35 / W 30 / WI 21 schrijven en bewerken en definitieve versie schrijven) 20 Onderzoeksverslag schrijven: taal en structuur EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 35 / W 30 / WI 21 (taalgebruik en tekststructuur) 21 Onderzoeksverslag schrijven: citaten en verwijzingen EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW: 35 / W 30 / WI 21 (volgens de APA-stijl) 22 Onderzoeksverslag schrijven: vormgeving (pagina, regelafstand en uitlijning, lettertype en -grootte, tekens EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 35 / W 30 / WI 21 en spaties, titels, opsommingen, afkortingen, illustraties) 23 Mondelinge presentatie brengen: algemeen (voorbereiden en uitvoeren) EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 35 / W 30 / WI Mondelinge presentatie brengen: gebruik van presentatiesoftware (ontwerp en uitwerking) EC 30 / G&L 40 / HW 39 / W 35 MT 1 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW 35 / W 30 / WI 21 Reflecteren 25 Reflectie maken EC 31 / G&L 41 / HW 40 / W 36 G&L 18 / MT 2 / SW: 6 EC 17 / G&L 30 / HW 26 / MT 17 / S 20 / SW: / W 30 / WI 21 De getallen in het overzicht verwijzen naar het nummer van de eindterm opgesteld door de Vlaamse overheid ( 2014). Afkortingen: EC: pool economie - G&L: pool Grieks en Latijn - HW: pool humane wetenschappen - MT: pool Moderne Talen - S: pool sport - SW: pool sportwetenschappen - W: pool wetenschappen - WI: pool wiskunde Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 7

8 Enkele voorbeelden van onderzoeksopdrachten - Spreekopdracht Een volk voorstellen (Nederlands - 2e jaar) Oriënteren: Kies een volk dat je wilt voorstellen: > Amerika: Huaorani, Krio, Mapuche-indianen, Creolen, Inuit, Maya s, Amish; > Afrika: Kikuyu, Hamer, Mursi, Tamberma, Himba, Berbers, San, Masaï, Dinka, Toearegs, Mbendjele; > Azië: Mentawaï, Bedoeïenen, Kazachen, Tibetanen, Sherpa s; > Europa: Kelten, Koerden, Roma, Lappen, Russen, IJslanders, Slaven; > Oceanië: Pokaja, Samoanen, Kombai, Asmat, Aboriginals, Huli, Sepik, Korowai. Overloop de evaluatiefiches van vorige spreekopdrachten. Ga na met welke werkpunten je rekening moet houden. Voorbereiden: > Doelpubliek: klasgenoten > Doelstelling: bespreking van een vreemd volk > Deelvragen: - Wat is hun woonplaats? - Wat is hun geschiedenis? - Welke taal spreken ze? - Waaruit bestaat hun voeding? - Wat is hun klederdracht? - Welke rituele hebben ze? - Welke speciale gewoontes hebben ze? > Methode: gebruik informatie uit minstens vijf bronnen en twee verschillende soorten informatiebronnen en verwerk deze tot een monoloog van vijf tot tien minuten met ondersteuning van een PowerPointpresentatie Uitvoeren: > Verzamel informatie uit minstens vijf informatiebronnen (bv. internet, boeken, documentaires, beeldfragmenten ). Je gebruikt hierbij ook minstens twee verschillende soorten bronnen. > Controleer je informatiebronnen op hun betrouwbaarheid. > Werk een spreekschema uit voor je monoloog. Verwerk je informatie tot een logisch en samenhangend geheel: - inleiding: vertel welk volk je hebt gekozen en waarom; - midden: stel het volk op een creatieve manier voor; - slot: vat de belangrijke informatie samen en zorg voor een (persoonlijke) afsluiter. > Werk een bijpassende PowerPointpresentatie uit als ondersteuning van je monoloog: - gebruik een sobere en eenduidige opmaak van je dia s; - beperk je dia s enkel tot passende illustraties (bv. tekeningen, foto s ); - plaats een titel bij elke illustratie; - integreer minstens één beeldfragment in je PowerPointpresentatie door de link in je presentatie te plaatsen; - plaats op de laatste dia alle informatiebronnen. > Oefen je monoloog thuis. Een tip: Bekijk de evaluatiefiches van je vorige spreekopdrachten. Hou rekening met jouw werkpunten! > Je laadt de PowerPointpresentatie op in de uploadzone. Je doet dit ten laatste de dag voor je monoloog (om u.). > Breng je monoloog met ondersteuning van een PowerPointpresentatie op (datum) Enkele tips: - Hou rekening met de evaluatiefiche. - Je gebruikt tijdens de presentatie een pointer voor het bedienen van je PowerPointpresentatie. Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 8

9 Reflecteren: > Beoordeel op basis van de zelfevaluatie jouw monoloog: Volume te luid luid gepast stil te stil Intonatie saai behoorlijk afgewisseld Tempo te rap rap gepast traag te traag Articulatie onverstaanba ar onduidelijk duidelijk Uitspraak te veel dialect soms dialect verzorgd > Bespreek je evaluatie met de medeleerlingen die jou beoordeelde. Evaluatie (tussentijdse evaluatie): > Je spreekopdracht wordt beoordeeld door je leerkracht en een medeleerling. > Per informatiebron: 1 pnt. > Gebruik van slechts één soort informatiebron: max. 4 / 5 pnt. > Indienen van je PowerPointpresentatie via de uploadzone: - drie dagen op voorhand: 5 pnt. - één dag op voorhand: 4 pnt. - de dag van de deadline: 3 pnt. - te laat maar voor je je monoloog brengt: 2 pnt. - na je monoloog: 1 pnt. Voorbereiding Je gebruikte verschillende betrouwbare informatiebronnen. Je verzamelde goede afbeeldingen, beeldfragmenten Jouw PowerPoint voldoet aan de gestelde criteria. Je hebt je PowerPointpresentatie tijdig geüpload. / 20 Uitvoering Je hebt uitgelegd waarom je dat volk gekozen hebt. Je gaf voldoende en duidelijke informatie over dat volk. Je uiteenzetting was logisch opgebouwd (IMS). Je gebruikte op een passende manier je PowerPointpresentatie. Houding en lichaamstaal ondersteunen de boodschap. Je maakt oogcontact met je publiek. Je hield rekening met je werkpunt van de vorige keer. / 35 Spreekvaardigheid: volume te luid luid gepast stil te stil - intonatie saai behoorlijk afgewisseld - tempo te rap rap gepast traag te traag - articulatie onverstaanba ar onduidelijk duidelijk - uitspraak te veel dialect soms dialect verzorgd Werkpunt volgende spreekoefening: Opmerkingen: Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 9

10 - Practicum Bepaling van de warmtecapaciteit van de calorimeter (fysica - 4e jaar) Oriënteren: Een calorimeter is een goed geïsoleerd systeem dat gebruikt wordt om de soortelijke warmtecapaciteit van een vaste stof of vloeistof te bepalen. Voorbereiden: Met dit practicum bepalen we de warmtecapaciteit C van de calorimeter in een proefopstelling. We bereiden ons hiermee voor op het experimenteel onderzoeken van de soortelijke warmtecapaciteit van een vaste stof. Het benodigde materiaal voor de proefopstelling is: > calorimeter; > thermometer; > balans; > klein bekerglas. Uitvoeren: T2 =... T1 =... Te =... (naar Impuls 2, 2013) mglas (kg) mtot1 (kg) m1 (kg) mtot2 (kg) m2 (kg) T1 (K) T2 (K) Te (K) ΔT1 (K) ΔT2 (K) Q1 Q2 Q3 Voer het experiment uit en schrijf de resultaten in bovenstaande figuur en tabel: > Meet de massa mglas van het leeg bekerglas. > Vul het bekerglas met een beetje water. > Bepaal de massa mtot1 van het water met het bekerglas. > Bereken de massa m1 van het water: m1 = mtot1 - mglas. > Giet het water in de calorimeter. > Roer even in het water zodat de calorimeter dezelfde temperatuur bezit als het water, nl. de kamertemperatuur (= T1). > Meet de temperatuur T1 van het water in de calorimeter. > De leerkracht giet warm water uit een waterkoker in je bekerglas. > Bepaal de massa mtot2 van het bekerglas met het warme water. > Bereken de massa m2 van het warme water: m2 = mtot2 - mglas. Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 10

11 > Net voor je dit warm water in de calorimeter giet, meet je (na roeren) haar temperatuur T2. > Giet het warme water in de calorimeter en bespoedig het instellen van het thermisch evenwicht door te roeren. > Lees de evenwichtstemperatuur Te af als de temperatuur niet meer verandert. > Bereken: - de temperatuurstijging ΔT1 van het koude water en calorimeter; - de opgenomen warmte door de calorimeter met Q1; - de opgenomen warmte door het water in de calorimeter met Q2. > Bereken de temperatuurdaling ΔT2 van het warme water en de afgegeven warmte door het warme water met Q3. > Bereken de warmtecapaciteit C van de calorimeter uitgaande van de warmtebalans: Q1 + Q2 = Q3. Ter info: cwater = 4, J/(kg.K) Reflecteren: > De warmtecapaciteit van de calorimeter moet hoog / laag (schrap wat niet past) zijn. > Tijdens dit practicum wat dit wel / niet (schrap wat niet past) zo omdat - Case Renaissance, kunst als spiegel van een nieuwe tijd (geschiedenis - 4e jaar) Oriënteren: In deze case maak je kennis met de belangrijkste kenmerken van de renaissance als kunststroming of spiegel van een nieuwe tijd. Het uitgangspunt vormt een kunstwerk dat je via lottrekking wordt toegewezen. De hoofdvraag is: Met welke kenmerken van de renaissance toont de kunstenaar dat de bouwkunst, beeldhouwkunst of schilderkunst een spiegel is van een nieuwe tijd in het ancien régime? Voorbereiden: > Lees de lestekst 2. Kunst als spiegel van een nieuwe tijd (ca ) in je cursus op een globale manier (O Zo! 13.2). > Ontwerp een syntheseschema van de lestekst 2. Kunst als spiegel van een nieuwe tijd (ca ) (O Zo! 16). In het schema moeten volgende onderdelen voorkomen: - begrip en begripsverklaring van de renaissance; - oorsprong van de renaissance; - belangrijkste fasen in de evolutie van de renaissance; - belangrijkste kenmerken van de renaissance als kunststroming. Zorg dat alle informatie in het schema voor jou duidelijk is. Als je onduidelijke woorden, begrippen, kenmerken vermeldt, voorzie je ze telkens van de nodige uitleg zodat ze voor jou en ook anderen duidelijk zijn. Uitvoeren: > Zoek op internet (of in een naslagwerk (bv. encyclopedie) of in de literatuur) naar relevante informatie over je toegewezen kunstwerk. Beperk je zoekopdracht naar informatie niet enkel tot het raadplegen van Wikipedia. Gebruik voor je zoekopdracht met internet ook een zoekmachine (bv. Google) om andere en betrouwbare websites met informatie over je kunstwerk te vinden (O Zo! 8). > Lees de informatie oriënterend (O Zo! 13.1) en beoordeel welke informatie bruikbaar is (O Zo! 14). > Lees de informatie intensief (O Zo! 13.3). > Vul de identiteitskaart met algemene informatie (los van de inhoud) van je kunstwerk in. > Stel een bronnenlijst (volgens de regels voor bronvermelding) samen met alle informatiebronnen die je hebt geraadpleegd en gebruikt voor de uitwerking van de opdracht (O Zo! 2). Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 11

12 Rapporteren: > Individuele opdracht: Beschrijf de belangrijkste kenmerken van het kunstwerk. - Waarover gaat het kunstwerk inhoudelijk? - Wat zijn de belangrijkste kenmerken van de renaissance als kunststijl die in het kunstwerk voorkomen? In deze opdracht ga je de belangrijkste kenmerken van het kunstwerk beschrijven in een tekst in volzin van ca. 0,5 blz. of 250 woorden (uitgewerkt met een tekstverwerkingsprogramma). Je gebruik hiervoor de beschrijvende structuur en je schrijft voor onbekende volwassenen. Je tekstopbouw bestaat uit: - een inleiding met een korte beschrijving van het kunstwerk (waarover gaat het?); - een midden met de belangrijkste kenmerken van het kunstwerk; - een slot of samenvatting. Gebruik eventueel volgend schrijfkader als hulpmiddel: kunstwerk is een voorbeeld van renaissancekunst. Het is een voorstelling van Een kenmerk van kunstwerk is. Dat betekent dat. Een ander kenmerk is. Dat betekent dat. Daarom is kunstwerk een voorbeeld van renaissancekunst. > Groepswerk: Werk op basis van je identiteitskaart en beschrijving samen met je klasgenoten die ook een kunstwerk binnen hetzelfde onderdeel (bouwkunst, beeldhouwkunst en schilderkunst) van de renaissance hebben bestudeerd een mondelinge presentatie uit van ca. 10 min. (O Zo! 23) Tijdens de mondelinge presentatie: - brengen jullie een synthese van de belangrijkste kenmerken van de bouwkunst, beeldhouwkunst en/of schilderkunst op basis van minstens twee kunstwerken naar keuze; - ondersteunen jullie de uitleg in woorden door het gebruik van een goede PowerPointpresentatie (O Zo! 24). Beperk het gebruik van PowerPoint niet enkel voor: - het weergeven van de afbeeldingen; - het opsommen (met bullets ) van je gesproken tekst. Zorg dat het gebruik van PowerPoint een meerwaarde biedt aan jullie mondelinge presentatie. Toon o.a. het kunstwerk als geheel en uitvergrote details uit het kunstwerk eventueel voorzien van een tekstkader met informatie. Reflectie: Na afloop van de mondelinge presentatie van elke groep volgt een reflectiemoment over de opdracht in klas. Beantwoordt als voorbereiding hierop onderstaande vragen (O Zo! 25): > Hoe kijk je algemeen terug op de individuele opdrachten en groepsopdracht? > Wat zijn je positieve en minder positieve ervaringen? > Hoe wil je de mindere ervaringen in de toekomst anders aanpakken? Timing: De timing is: > thuisopdracht: opdracht bij het deel voorbereiden ; > 2 lesuren in een computerlokaal (en eventueel thuis afwerken): individuele opdrachten bij het deel uitvoeren en rapporteren ; > 1 lesuur in les- en computerlokaal (en eventueel thuis afwerken): groepsopdracht bij het deel rapporteren ; > 1 lesuur in leslokaal: mondelinge presentatie. Tijdens de les van de mondelinge presentatie dien je per groep alle documenten van de individuele opdrachten en groepsopdracht in voor evaluatie. Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 12

13 Evaluatie: 40 pnt. - tussentijdse evaluatie De opdracht wordt geëvalueerd op basis van je individuele opdrachten, groepsopdracht en de toepassing van je historische vaardigheden en attitudes: > voorbereiden: 5 pnt. > uitvoeren (informatie verzamelen, beoordelen en verwerken, identiteitskaart en bronnenlijst): 10 pnt. > rapporteren: - beschrijving kunstwerk: 10 pnt. - mondelinge presentatie: 10 pnt. > reflectie en werkproces: 5 pnt. - Uitgebreide onderzoek erzoeksopdracht Sporen van de Griekse cultuur in de hedendaagse taal en tekst (Grieks - 6e jaar) Oriënteren: Je werkt samen aan een onderzoek rond het thema Sporen van de Griekse cultuur in de hedendaagse taal en tekst: in hoeverre vinden we dergelijke sporen terug en in hoeverre worden ze (nog) begrepen? : > Je kiest en onderzoekt persoonlijk een segment van hedendaagse taal/tekst (bv. journaal, songteksten, reclame, poëzie, speeches...). > Je legt de resultaten van je persoonlijk onderzoek samen met dat van de andere leerlingen. > Je selecteert samen enkele uitdrukkingen/allusies. > Je stelt op basis van deze uitdrukkingen/allusies samen een enquête op. > Je legt de enquête voor aan een valide groep mensen waarbij elk één van de drie generaties (grootouders, ouders en leeftijdsgenoten) kiest. > Je legt de resultaten van de enquête samen en formuleert hieruit samen conclusies. Kies iets dat je interesseert (O Zo! 1). Iets weten over een onderwerp kan helpen, maar de opdracht wordt leerrijker als je iets kiest wat je interesse wegdraagt en waar je weinig over weet. Wees op je hoede voor onderwerpen waarover veel informatie te vinden is: het is geen eenvoudige opdracht om de juiste informatie te selecteren uit het immense aanbod. Verken en baken het onderwerp af (O Zo! 3). Formuleer een onderzoeksvoorstel of kader waarbinnen je het onderzoek wilt onderzoeken. Dit kader geeft een antwoord op volgende vragen: > Wat weet je al? > Wat wil je nog te weten komen? > Welke onderzoekstechnieken bestaan hiervoor? > Welke onderzoekstechniek(en) kies je? Voorbereiden: Stel een werkplan op met onderzoeksplan en tijdsplan (O Zo! 4-6): > Formuleer je hoofdvraag en deelvragen. Een hoofdvraag en deelvragen formuleren is vaak moeilijker dan het lijkt: die onderzoeksvragen begrenzen je opdracht. De onderzoeksopdracht moet een antwoord bieden op deze vraag/vragen. De onderzoeksvragen leg je best voor aan de vakleerkracht. Hij/zij zal oordelen of het beantwoorden van deze onderzoeksvragen haalbaar is. > Formuleer ook een onderzoekshypothese. Dit is wat jij nu denkt dat het antwoord zal zijn op je onderzoeksvraag/-vragen. > Maak werk van je tijdsplan. Dit is de planning van hoe je de opdracht zult uitvoeren: wat zal je doen, wat ga je eerst aanpakken, tegen wanneer zal je wat doen, wanneer werk je aan je rapportering Uitvoeren: Voer je werkplan uit: > Verzamel informatie over je segment van hedendaagse taal/tekst in diverse bronnen (bv. literatuur, documenten, enquête, media - O Zo! 7 en 8). > Selecteer de nuttige informatie uit wat je hebt verzameld (O Zo! 13 en 14). > Verwerk je informatie tot een coherent geheel en leg de informatie samen met dat van de andere leerlingen (O Zo! 15). > Selecteer samen enkele uitdrukkingen/allusies. > Stel op basis van deze uitdrukkingen/allusies een enquête op (O Zo! 9). Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 13

14 > Neem de enquête af bij een valide groep mensen waarbij elk één van de drie generaties kiest: grootouders, ouders en leeftijdsgenoten. > Verwerk je informatie samen met de informatie van de andere leerlingen tot een coherent geheel (O Zo! 15, 17 en 18) > Zorg dat je conclusie(s) een antwoord biedt (bieden) op de onderzoeksvraag/-vragen (O Zo! 15). Belangrijk is dat je de gebruikte bronnen goed bijhoudt in een bronnenlijst (O Zo! 2). De leerkracht moet steeds de informatie, op basis van de bronvermelding, na kunnen trekken. Vul continue je logboek aan. Het is niet de bedoeling dat het logboek een zwaardere last wordt dan de eigenlijke onderzoeksopdracht. Vul het logboek daarom kort, bondig en gericht aan. Rapporteren: > Je werkt per groep een mondelinge presentatie uit met een functionele en relevante ondersteuning van media van 15 min. spreektijd met aansluitend een vraaggesprek over je onderzoek voor een deel van je jaargenoten en een occasioneel samengestelde jury (O Zo! 23 en 24). > Je schrijft per groep een abstract waarin je de essentie of belangrijkste elementen van het onderzoek weergeeft (O Zo! 19-21): - de hoofdvraag en deelvragen (op basis van je onderzoeksplan); - de onderzoeksmethode (op basis van je onderzoeksplan en het uitgevoerde onderzoek); - de resultaten (van het uitgevoerde onderzoek) voorzien van verwijzingen in de tekst; - de conclusie(s) (met eventueel enkele kanttekeningen en/of aanbevelingen). Het abstract werk je uit in een goed gestructureerde, intellectueel eerlijke en foutloze tekst van min. 1,5 pagina s of max woorden in het Nederlands. Je gebruikt hiervoor een tekstverwerkingsprogramma en het huiswerksjabloon met de vooraf ingestelde stijlen voor opmaak. Bij het abstract voeg je ook een bronnenlijst (O Zo! 2). Reflecteren: Regelmatig zal je tijden de opdracht over je eigen werk reflecteren. Je gaat hierbij o.a. na wat vlot ging, veel beter kon, wat je in de toekomst anders zou aanpakken... (O Zo! 25) Timing: > September: oriënteren > 3e week september: onderzoeksvoorstel > Oktober: voorbereiden > 2e week oktober: werkplan (onderzoeksplan en tijdsplan) en reflectie > Eind oktober-januari: uitvoeren > 3e week november: reflectie > 3e week januari: voorlopig spreekschema > Februari-maart: rapporteren > 1e week april: abstract en bronnenlijst indienen, mondelinge presentatie en reflectie Evaluatie: De evaluatie gebeurt op permanente wijze. Bij de evaluatie wordt zowel met het proces als het product rekening gehouden. Het werkproces dat je tussen het begin en het einde van het schooljaar doormaakt is even belangrijk als het eindresultaat of het product. De evaluatie van de onderzoeksopdrachten weegt voor: > 10 procent voor tussentijdse evaluatie op basis van het proces (onderzoeksvoorstel, werkplan, bronnenlijst, logboek en werkmomenten) in het 1e semester > 5 procent voor tussentijds evaluatie op basis van het proces (spreekschema, voorlopige conclusie, logboek en werkmomenten) en 5 procent voor tussentijdse evaluatie op basis van het product (mondelinge presentatie, abstract en bronnenlijst) in het 2e semester Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 14

15 - Uitgebreide onderzoeksopdracht Shakespeare, a writer for all seasons (Moderne Talen: Engels - 6e jaar) Oriënteren: > Maak een keuze in groepen van drie lln. voor één van volgende onderwerpen over het thema Shakespeare, a writer for all seasons (O Zo! 1 en 3): Work 1 Who is Shakespeare s most tragic character: King Lear, Hamlet or Macbeth? 2 Investigate the use of humour in Shakespeare s work, in his comedies as well as in his sonnets and even in his tragedies. 3 How accurate is Shakespeare in picturing historic events? 4 Love and transience are probably the most important themes in literature. How does Shakespeare deal with them in his dramatic and poetic work? Elizabethan drama 5 How does Elizabethan drama (playhouses, performances, audiences) compare to present-day dramatic practice? Shakespeare s legacy 6 How did Shakespeare s work inspire other artists (film makers, novelists, musicians, painters, sculptors, )? 7 How do adaptations of Shakespeare s work for film, television, musical, graphic novel, manga,...compare to the original? Shakespeare: a Renaissance man? 8 Does Shakespeare embody the characteristics of a typical Renaissance man? Shakespeare s language compared to present-day English 9 Does Shakespeare s language differ much from present-day English? Shakespeare s sexuality 10 Is there sufficient evidence in his works to prove that Shakespeare was gay or bisexual? Shakespeare s originality as a writer 11 Tragedies (e.g.: How do Shakespeare s tragedies compare to traditional Ancient Greek tragedies?) 12 Comedies (e.g.: What are the hallmarks of a Shakespeare comedy?) 13 Histories (e.g.: Is historical accuracy Shakespeare s main concern in his history plays?) 14 Poetry (e.g.: Does Shakespeare distinguish himself from traditional sonnet writers?) Shakespeare and the Elizabethan society he lived in 15 Are his plays politically correct? (e.g.: Was Shakespeare racist or anti- Semitic?) Representation of women in Shakespeare s work 16 Was Shakespeare sexist or rather a feminist? Rites of passage in Shakespeare s work 17 How do certain plots fit in the coming of age theme? The role of the supernatural in Shakespeare s plays 18 The supernatural is a recurring aspect in many Shakespeare plays. Why? The role and function of the fool in Shakespeare s plays 19 What part do clowns and fools actually play in Shakespeare s plays? The idea of revenge in Shakespeare s plays. 20 How does Shakespeare fit into the tradition of the revenge tragedy? Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 15

16 > Selecteer en bestudeer voor elk onderwerp twee of drie werken van Shakespeare. Alle werken vind je op: Kies iets dat je interesseert. Iets weten over een onderwerp kan helpen, maar de opdracht wordt leerrijker als je iets kiest wat je interesse wegdraagt en waar je weinig over weet. Wees op je hoede voor onderwerpen waarover veel informatie te vinden is: het is geen eenvoudige opdracht om de juiste informatie te selecteren uit het immense aanbod. > Verken en baken het onderwerp af (O Zo! 3). Formuleer een onderzoeksvoorstel of kader waarbinnen je het onderzoek wilt onderzoeken. Dit kader geeft een antwoord op volgende vragen: - Wat weet je al? - Wat wil je nog te weten komen? - Welke onderzoekstechnieken bestaan hiervoor? - Welke onderzoekstechniek(en) kies je? Voorbereiden (O Zo! 4-6): Stel een werkplan op met onderzoeksplan en tijdsplan in het Engels: > formuleer je hoofdvraag en deelvragen. Een hoofdvraag en deelvragen formuleren is vaak moeilijker dan het lijkt: die onderzoeksvragen begrenzen je opdracht. De onderzoeksopdracht moet een antwoord bieden op deze vraag/vragen. De onderzoeksvragen leg je voor aan de vakleerkracht. Hij/zij zal oordelen of het beantwoorden van deze onderzoeksvragen haalbaar is; > formuleer ook een onderzoekshypothese. Dit is wat jij nu denkt dat het antwoord zal zijn op je onderzoeksvraag/-vragen; > maak werk van je tijdsplan. Dit is de planning van hoe je de opdracht zult uitvoeren: wat zal je doen, wat ga je eerst aanpakken, tegen wanneer zal je wat doen, wanneer werk je aan je rapportering Uitvoeren: Voer je werkplan uit: > verzamel informatie over je onderwerp in diverse bronnen (bv. literatuur, documenten, interview, media), leg contact met deskundigen, instellingen (O Zo! 7-12); > selecteer de nuttige informatie uit wat je hebt verzameld (O Zo! 13-15); > verwerk je informatie tot een coherent geheel (O Zo! 15); > zorg dat je conclusie(s) een antwoord biedt (bieden) op de onderzoeksvraag/-vragen (O Zo! 15). Belangrijk is dat je de gebruikte bronnen goed bijhoudt in een bronnenlijst. De leerkracht moet steeds de informatie, op basis van de bronvermelding, na kunnen trekken (O Zo! 2). Vul continue je logboek aan (O Zo! 6). Het is niet de bedoeling dat het logboek een zwaardere last wordt dan de eigenlijke onderzoeksopdracht. Vul het logboek daarom kort, bondig en gericht aan. Rapporteren: > Je werkt per groep een mondelinge presentatie uit met een functionele en relevante ondersteuning van media en in het Engels van 15 min. spreektijd met aansluitend een vraaggesprek over je onderzoek voor een deel van je jaargenoten en een occasioneel samengestelde jury (O Zo! 23 en 24). > Je schrijft per groep een abstract waarin je de essentie of belangrijkste elementen van het onderzoek weergeeft (O Zo! 19-21): - de hoofdvraag en deelvragen (op basis van je onderzoeksplan); - de onderzoeksmethode (op basis van je onderzoeksplan en het uitgevoerde onderzoek); - de resultaten (van het uitgevoerde onderzoek) voorzien van verwijzingen in de tekst; - de conclusie(s) (met eventueel enkele kanttekeningen en/of aanbevelingen). Het abstract werk je uit in een goed gestructureerde, intellectueel eerlijke en foutloze tekst van min. 1,5 pag. of max woorden in het Nederlands. Je gebruikt hierdoor een tekstverwerkingsprogramma en het huiswerksjabloon met de vooraf ingestelde stijlen voor opmaak. Bij het abstract voeg je ook een bronnenlijst (O Zo! 2). Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 16

17 Reflecteren: Regelmatig zal je tijden de opdracht over je eigen werk reflecteren. Je gaat hierbij o.a. na wat vlot ging, veel beter kon, wat je in de toekomst anders zou aanpakken... (O Zo! 25) Timing: De vakleerkracht voorziet tijdens de lessen verschillende reflectie- en opvolgmomenten. De hieronder opgegeven data zijn de limietdata. Heb je een onderzoeksstap vroeger gezet, leg die dan voor aan de vakleerkracht. Uiterste datum: Begin september 1 Eind september na info in lessen Engels 2 Half oktober drawing up work scheme of research assignment Stap: Keuze maken onderzoeksopdracht. Formuleren van onderzoeksvraag/-vragen en onderzoekshypothese: wat verwacht je over de uitkomst van je onderzoek?* Opstellen van werkplan (onderzoeksplan + tijdsplan)* Hoe pak je het onderzoek aan? Waar en wanneer voert wie welke opdracht uit? Oktober Voer het onderzoeksplan uit, zoek informatie, houd bibliografie bij, vul je logboek continu in. Oktober-november Doe aan zelfreflectie: bijsturen werkplan. 3 Eind januari na feedback in les Engels Opstellen voorlopig spreekschema (structuur presentatie) Januari-februari na feedback in les Engels Optimaliseer je spreekschema. Formuleer je voorlopige conclusies* Maart na feedback in les Engels Afwerken spreekschema mondelinge presentatie in functie van je conclusies. Schrijven van abstract. 4 Begin april Mondelinge presentatie onderzoeksresultaten in het Engels Nederlandstalig abstract * Feedbackmoment: indien deze stap niet voldoet, krijg je één week de tijd om het werk in orde te krijgen. Evaluatie: De evaluatie gebeurt op permanente wijze. Bij de evaluatie wordt zowel met het proces als het product rekening gehouden. Het werkproces dat je tussen het begin en het einde van het schooljaar doormaakt is even belangrijk als het eindresultaat of het product. De evaluatie van de onderzoeksopdrachten weegt voor: > 10 procent voor tussentijdse evaluatie op basis van het proces (onderzoeksvoorstel, werkplan, bronnenlijst, logboek en werkmomenten) in het 1e semester > 5 procent voor tussentijds evaluatie op basis van het proces (spreekschema, voorlopige conclusie, logboek en werkmomenten) en 5 procent voor tussentijdse evaluatie op basis van het product (mondelinge presentatie, abstract en bronnenlijst) in het 2e semester (naar Onderzoeksopdrachten Onze-Lieve-Vrouwecollege Assebroek, 2013) Michiel Van den Berghe - Leerkrachtenkatern O Zo! Onderzoeken doe je zo (Preview) Plantyn 17

18 No otit ties s

19 No otit ties s

20 No otit ties s

SECTORWERKSTUK 2013-2014

SECTORWERKSTUK 2013-2014 SECTORWERKSTUK 2013-2014 1 HET SECTORWERKSTUK Het sectorwerkstuk is een verplicht onderdeel voor alle leerlingen uit het Mavo. Het maken van een sectorwerkstuk is een manier waarop je, als eindexamenkandidaat,

Nadere informatie

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1

Pedagogische begeleiding wiskunde oktober 2016 Pagina 1 Pedagogische begeleiding SO Vakbegeleiding wiskunde ONDERZOEKSCOMPETENTIES WISKUNDE DERDE GRAAD AS0 Specifieke eindtermen i.v.m. onderzoekscompetenties (SETOC) Wat? Leerplan a derde graad aso VVKSO De

Nadere informatie

ONDERZOEKSCOMPETENTIES

ONDERZOEKSCOMPETENTIES Naam: Nummer: JVR-Kollege Forumlaan 4 1020 Laken Klas: 4GR 4GL 4LA 4LB1 4LB2 2 e 3 e trimester ONDERZOEKSCOMPETENTIES KLASSIEKE TALEN TWEEDE GRAAD Lkr.: D. Cannaerts E. Duyck J. Thomas K. Van Bouchaute

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad

Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Onderzoekscompetenties (OC) in de 1e graad Wat zijn OC's? Een eenvoudige definitie van OC is niet voorhanden. Op het internet vind je maar liefst 16 betekenissen voor 'onderzoek' en 31 voor 'competentie'!

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) De voorbereidingsfase: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: MODEL B: Beoordelingsmodel PWS Binasvakken ( vernieuwde Tweede Fase ) Bij de beoordeling van het PWS wordt uitgegaan van vier verschillende fasen, te weten: 1. De voorbereidingsfase 2. De onderzoeksfase

Nadere informatie

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen: -1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan

Nadere informatie

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60

Onderzoekscompetenties. Schooljaar 2015-2016. GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 GO! atheneum Campus Kompas Noordlaan 10 9230 Wetteren 09 365 60 60 Schooljaar 2015-2016 E-mail: ka.wetteren@g-o.be atheneum@campuskompas.be Website: www.campuskompas.be/atheneum Scholengroep Schelde Dender

Nadere informatie

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool Sectorwerkstuk Kandinsky College locatie Sint Jorisschool schooljaar 2015-2016 1 Wat is het sectorwerkstuk? Het sectorwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over de door jou gekozen sector.

Nadere informatie

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen Tweede graad aso In de tweede graad aso kies je voor een bepaalde richting. Ongeacht je keuze, blijft er een groot gemeenschappelijk basispakket van 26 lesuren algemene vakken. Het niveau van deze vakken,

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Maatschappijleer/ geschiedenis praktische opdracht, 4hv Naam: Klas: Geschiedenis Chronologie In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat de geschiedenis

Nadere informatie

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO Beroepenwerkstuk 3 MAVO 2015 2016 1 INLEIDING Het beroepenwerkstuk: Een van de onderdelen van het programma beroepenoriëntatie in 3 mavo is het maken van een beroepenwerkstuk en het presenteren hiervan

Nadere informatie

Handleiding voor de leerling

Handleiding voor de leerling Handleiding voor de leerling Inhoudopgave Inleiding blz. 3 Hoe pak je het aan? blz. 4 Taken blz. 5 t/m 9 Invulblad taak 1 blz. 10 Invulblad hoofd- en deelvragen blz. 11 Plan van aanpak blz. 12 Logboek

Nadere informatie

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN

WISKUNDIGE TAALVAARDIGHEDEN WISKUNDIGE TLVRDIGHEDEN Derde graad 1 Het begrijpen van wiskundige uitdrukkingen in eenvoudige situaties (zowel mondeling als 1V4 2V3 3V3 (a-b-c) schriftelijk) 2 het begrijpen van figuren, tekeningen,

Nadere informatie

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3

ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 ONDERZOEK DOEN HOE DOE IK DAT? WORKSHOP PLUSWEEK KLAS 1, 2, 3 WAAROM ONDERZOEK? Onderzoek doen is een belangrijke wetenschappelijke vaardigheid. Tijdens de plusweek ga je leren hoe je dat moet doen. Je

Nadere informatie

Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar

Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar Fysica 2 e graad: Impuls & Pulsar Onderzoekend leren Voor een graadleerplan fysica van één wekelijkse lestijd (in de 2 de graad). Minimum 2 lestijden leerlingenexperimenten per schooljaar (4 u voor de

Nadere informatie

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT?

ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? ONDERZOEK VOOR JE PROFIELWERKSTUK HOE DOE JE DAT? Wim Biemans Rijksuniversiteit Groningen, Faculteit Economie & Bedrijfswetenschappen 4 juni, 2014 2 Het doen van wetenschappelijk onderzoek Verschillende

Nadere informatie

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding

Afdeling VAVO. Praktische opdracht HAVO/VWO. Handleiding Afdeling VAVO Praktische opdracht HAVO/VWO Handleiding Inleiding Voor verschillende vakken dient u een praktische opdracht te maken. In deze handleiding staan instructies voor het maken van een praktische

Nadere informatie

PROFIELWERKSTUKBOEKJE

PROFIELWERKSTUKBOEKJE PROFIELWERKSTUKBOEKJE HAVO/ATHENEUM 2012/2013 Naam: Klas: HET PROFIELWERKSTUK LEERLINGENBOEKJE HAVO4/ATHENEUM 5 2012-2013 Een van de onderdelen van het examen is het profielwerkstuk (PWS). In dit werkstuk

Nadere informatie

PRAKTISCH. BIOLOGIE 2e GRAAD ASO OVERZICHT. Telefoon: 015 36 36 36 Fax: 015 36 36 37 Bezoek onze website: www.plantyn.com

PRAKTISCH. BIOLOGIE 2e GRAAD ASO OVERZICHT. Telefoon: 015 36 36 36 Fax: 015 36 36 37 Bezoek onze website: www.plantyn.com WAT OMVAT BIO NATURALIS 3 VOOR DE LEERLING? Leerwerkboek: Laboboek: Een algemene inhoudstafel en methodewijzer Onderzoeksvragen die elk nieuw onderwerp inluiden Actieve leermethode: gevarieerde werkvormen,

Nadere informatie

Praktijkboek CKV onderzoek

Praktijkboek CKV onderzoek Praktijkboek CKV onderzoek Actief onderzoekend Nieuwsgierig naar kunst Praktijkboek CKV onderzoek, edumap.nl 1 Voorblad Inhoudsopgave, totaal pagina s inclusief 1 invulschema s Stappenplan voor CKV onderzoek

Nadere informatie

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer.

Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. 2. Een inhoudsopgave. Let op, op het voorblad staat geen paginanummer. Wat moet er in een onderzoeksverslag? Jullie onderzoeksverslag bestaat uit 9 vaste onderdelen. Die zijn hieronder beschreven. Na de beschrijving zie je een voorbeeld met uitleg. 1. Een voorblad met De

Nadere informatie

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren.

Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Hoe voer ik een onderzoek uit? Een stappenplan om te helpen een onderzoek uit te voeren. Bij het doen van onderzoek onderscheid je vier fasen: 1 De fase van voorbereiding 2 De fase van uitvoering 3 De

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Project wiskunde: iteratie en fractalen. Naam:

Project wiskunde: iteratie en fractalen. Naam: Project wiskunde: iteratie en fractalen Naam: Klas: 6EW-6LW-6WW 1 Doelstellingen De leerlingen leren zelfstandig informatie verwerven en verwerken over een opgelegd onderwerp. De leerlingen kunnen de verwerkte

Nadere informatie

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding

Afdeling VAVO. Praktische opdracht VMBO. Handleiding Afdeling VAVO Praktische opdracht VMBO Handleiding Inleiding In deze inleiding staat hoe u het maken van een praktische opdracht het beste kunt aanpakken. De aanwijzingen, die gegeven worden zijn niet

Nadere informatie

Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas

Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas Draaiboek voor de organisatie van een onderzoek m.b.v. bronnen in de klas Praktisch Beginsituatie Dit document is een mogelijk draaiboek voor de organisatie van een (beperkt) onderzoek. Het is zo algemeen

Nadere informatie

Aanpak van een cursus

Aanpak van een cursus Aanpak van een cursus Je gaat best op zoek naar een efficiënte manier van studeren. In het hoger onderwijs is het immers niet meer doeltreffend om alles op dezelfde manier aan te pakken. Je kan dus niet

Nadere informatie

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016

Voorlichting 4-HAVO. Profielwerkstuk. 7 april 2016 Voorlichting 4-HAVO Profielwerkstuk 7 april 2016 Onderwerpen voorlichtingsbijeenkomst Wat is een profielwerkstuk (pws)? Het belang van het pws Alleen of samen? Onderwerpen van het pws Welke vorm heeft

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige

Nadere informatie

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven

Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven Leerlijn van de competentie Binnen een welomschreven opdracht sociaal-wetenschappelijke en natuurwetenschappelijke onderwerpen onderzoeken (competentie 1) Tweede graad medeleerlingen en leeftijdgenoten)

Nadere informatie

Onderzoek doen 1. Algemene start

Onderzoek doen 1. Algemene start Onderzoek doen 1. Algemene start 1 Waar ga je onderzoek naar doen? Wat wil je dus te weten komen? Begin datum + tijd Klaar datum + tijd Oriënteren Voorbereiden Schrijf op: 1. Ik ga een onderzoek naar 2.

Nadere informatie

Beroepenwerkstuk 3 MAVO

Beroepenwerkstuk 3 MAVO Beroepenwerkstuk 3 MAVO 2016 2017 1 INLEIDING Het beroepenwerkstuk: Een van de onderdelen van het programma beroepenoriëntatie in 3 mavo is het maken van een beroepenwerkstuk en het presenteren hiervan

Nadere informatie

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo

Profielwerkstuk. Kandinsky College. locatie Jorismavo Profielwerkstuk Kandinsky College locatie Jorismavo schooljaar 2018-2019 1 Wat is het profielwerkstuk? Het profielwerkstuk is een werkstuk dat je maakt in klas vier over het door jou gekozen profiel. In

Nadere informatie

Het Sectorwerkstuk 2015-2016

Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Het Sectorwerkstuk 2015-2016 Inhoud Inleiding... 3 Het Sectorwerkstuk... 4 De opbouw... 4 De voorbereiding... 5 Het onderzoek... 6 De verwerking... 7 De presentatie... 7 Het filmpje... 7 Het werkstuk...

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk 5-VWO (examen 2016)

Handleiding profielwerkstuk 5-VWO (examen 2016) Handleiding profielwerkstuk 5-VW (examen 2016) 1. INLEIDING Een van de onderdelen van het schoolexamen (SE) is het profielwerkstuk (PWS). Het PWS kun je beschouwen als een uitgebreide praktische opdracht

Nadere informatie

Het profielwerkstuk

Het profielwerkstuk 1 Het profielwerkstuk 2014-2015 1. Inleiding Het profielwerkstuk (pws) is een onderdeel van het examendossier. Het profielwerkstuk is een opdracht voor de studenten van de examenklas voor een van de vakken

Nadere informatie

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN

ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN ASO - studierichtingen in VIA-TIENEN De onderwijsvorm ASO is een breed algemeen vormende doorstroomrichting waarin de leerlingen zich voorbereiden op een academische of professionele bacheloropleiding.

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK. Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar 2013-2014. Naam: Klas:

SECTORWERKSTUK. Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar 2013-2014. Naam: Klas: SECTORWERKSTUK Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Brandenberg Schooljaar 2013-2014 Naam: Klas: INHOUDSOPGAVE Inhoud Algemeen Taakverdeling begeleidende docenten Indeling en omvang sectorwerkstuk Logboek

Nadere informatie

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.wico.be www.shn.wico.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel

Nadere informatie

PWS project VWO t/m 31 maart Naam:

PWS project VWO t/m 31 maart Naam: VWO 5 PWS project 27 t/m 31 maart 2017 Naam: Het profielwerkstuk: een goede start in V5! De komende week maken jullie een start met het PWS. In groepjes van drie of vier leerlingen kiezen jullie een CE-vak

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Moderne Talen (3de graad ASO) Leerlingprofiel Wat krijg je als je in Frankrijk un pistolet vraagt? Wist je dat het Franse woord mannequin van het Nederlandse manneken

Nadere informatie

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen

Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen Eindtermen educatief project Korstmossen, snuffelpalen van ons milieu 2 de en 3 de graad SO Secundair onderwijs - Tweede graad ASO/KSO/TSO - Natuurwetenschappen - Vakgebonden eindtermen I. Gemeenschappelijke

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Maatschappijleer/ geschiedenis praktische opdracht, 2hv Naam: Klas: Geschiedenis CHRONOLOGIE In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat de geschiedenis

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar:

Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG. Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Begeleider: Beoordelaar: Titelpagina ONDERZOEKSVERSLAG Namen: Klas/groep: Cursusjaar: Plaats en datum: Begeleider: Beoordelaar: Amsterdam, mei 15 Inhoud INHOUD... 2 VOORWOORD... 3 1. INLEIDING... 4 PROBLEEMSTELLING... 4 ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam: Wereldgodsdiensten Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum Naam: Inhoudsopgave Inleiding Schema Beoordeling Deel 1 Test jezelf! Deel 2 Kies je onderwerp en aan de slag! Deel 3 Het ervaren

Nadere informatie

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën

Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Pagina 1 Profielwerkstuk: stappenplan, tips en ideeën Je gaat een profielwerkstuk maken. Dan is euthanasie een goed onderwerp. Het is misschien niet iets waar je dagelijks over praat of aan denkt, maar

Nadere informatie

Help! Ik moet op onderzoek!

Help! Ik moet op onderzoek! Help! Ik moet op onderzoek! SETOC realiseren in SO. Jan Gilté Basispatroon Op basis van informatie waarover je beschikt en die je afweegt, keuzes maken en beslissingen nemen. Onderzoek: wat?? Onderzoek

Nadere informatie

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel

Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel Beoordelingsmodel bij een PWS binnen het natuurprofiel Beoordelingsmoment 1 Oriënteren GO / NO GO Motivatie Onvoldoende: No go Voldoende 15 Goed 20 Zeer goed 25 Willen de leerlingen door in de huidige

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht

What s up Zuiderzeeland? aardrijkskunde, praktische opdracht What s up Zuiderzeeland? Aardrijkskunde praktische opdracht praktisch onderzoek in zuiderzeeland 4 HV Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje op onderzoek. Je hebt geleerd dat Waterschap

Nadere informatie

Studieaanbod eerste jaar Heilig Graf

Studieaanbod eerste jaar Heilig Graf Studieaanbod eerste jaar Heilig Graf Je behaalde het getuigschrift van het basisonderwijs. Je behaalde een attest van het basisonderwijs. 1A 1A verdieping 1B Je wil je vooral focussen op de basisleerstof.

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016

STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016 STUDIEAANBOD SINT-JOZEF HUMANIORA 2015-2016 EERSTE GRAAD Eerste leerjaar Algemene vorming (moderne) Klassieke studiën ( of CLIL-) Tweede leerjaar Grieks- Moderne wetenschappen (SEI of CLIL-SEI) ASO TWEEDE

Nadere informatie

Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel

Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel Maak je eigen folder! Leerkrachtenbundel Doelgroep: Wij denken dat dit een geschikte opdracht is voor de 2 de en 3 de graad aso, voor tso (vooral voor grafische richtingen, vormgeving) en voor kso. De

Nadere informatie

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico.

WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 25 3910 NEERPELT. Tel. +32 11 64 07 01 Fax +32 11 64 41 46. info@shn.be www.shn.be www.wico. STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD 0-0 WICO Campus Sint-Hubertus Stationsstraat 5 90 NEERPELT Tel. + 6 07 0 Fax + 6 6 info@shn.be www.shn.be www.wico.be STUDEREN IN DE DERDE GRAAD VAN HET ASO Het doel van het

Nadere informatie

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

onvoldoende voldoende goed uitstekend 1 2 3 4 Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag. Onderzoek Naam leerling:. Onderzoeksplan Er is een onderzoeksplan, maar de hoofdvraag is onduidelijk. Er is een onderzoeksplan, maar de deelvragen kunnen niet leiden tot een goed antwoord op de hoofdvraag.

Nadere informatie

Waarom een nieuwe reeks?

Waarom een nieuwe reeks? Waarom een nieuwe reeks? didactische vernieuwingen van de eindtermen natuurwetenschappen leerplan AV natuurwetenschappen (2010/004) + het keuzegedeelte wetenschappelijk werk (2010/005) Leerplan inhoudelijke

Nadere informatie

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal.

Voorbeeld: Ik werk het liefst met een tweetal. & OHHUOLQJHQKDQGOHLGLQJ LQOHLGLQJ Het sectorwerkstuk staat voor de deur. Misschien heb je er al slapeloze nachten van, misschien lijkt het je de leukste opdracht van je hele opleiding. Eindelijk iets leren

Nadere informatie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie

EINDTERMEN Bosbiotoopstudie EINDTERMEN Bosbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde De mens en het landschap Het landelijk landschap 22 milieueffecten opnoemen die in verband kunnen gebracht worden

Nadere informatie

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data

Workshop. Dataverzameling. Van onderzoeksvraag naar data Workshop Dataverzameling Van onderzoeksvraag naar data Even voorstellen: Suzanne van de Groep 24 jaar Promovendus (PhD-kandidaat) Universiteit Leiden Hoe gaan jongeren met andere mensen om? Hoe werkt dat

Nadere informatie

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk

Profielen. Inhoud. 1. Het profielwerkstuk. Stappenplan, tips en ideeën Profielwerkstuk Ben je op zoek naar een onderwerp voor je profielwerkstuk? Dan is het Woudagemaal misschien interessant voor je. Profielen Volg je het profiel Natuur & Techniek, dan zit je goed! Want in dit stappenplan

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een

Nadere informatie

Sectorwerkstuk. Logboek. Leerlingen ... Begeleider:

Sectorwerkstuk. Logboek. Leerlingen ... Begeleider: 2016-2017 mavo 4 Leerlingen Namen:... Begeleider:... Sectorwerkstuk Logboek Inhoud 1. Spelregels 3 2. Afspraken 4 3. Tijdpad 5 4. Afsprakenlijst 6 5. Planning 7, 8, 9 6. Activiteitenweek 9 7. Het verslag

Nadere informatie

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015

SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015 SECTORWERKSTUK 4VMBO - T 2014-2015 handleiding leerlingen inhoud: inleiding stappenplan logboek beoordelingsformulier tijdpad 1 INLEIDING SECTORWERKSTUK VOOR 4 VMBO Alle leerlingen van het vmbo theoretische

Nadere informatie

Praktijkboek CKV onderzoek

Praktijkboek CKV onderzoek Praktijkboek CKV onderzoek Actief onderzoekend Nieuwsgierig naar kunst Inhoud 10 stappen voor de onderzoeksopdracht Overzichtsschema CKV onderzoek Wat ga ik onderzoeken? Invulblad 1 onderwerp en vraag,

Nadere informatie

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011.

Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I. Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie. Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011. Het Profielwerkstuk HANDLEIDING I Organisatie, tijdpad en andere belangrijke informatie Een handleiding voor Havo en Vwo Mei 2011 Naam leerling: klas:. Inhoudsopgave Inleiding 3 1. Organisatie 4 2. De

Nadere informatie

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias

Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias Hoe maak ik een sectorwerkstuk? Trivium College locatie Trias Inleiding Door het werken aan je sectorwerkstuk laat je zien dat je algemene vaardigheden voldoende beheerst. Met de algemene vaardigheden

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die

Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal

Nadere informatie

Eerste graad A-stroom

Eerste graad A-stroom EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Vijverbiotoopstudie Eerste graad A-stroom Vakgebonden eindtermen aardrijkskunde Het natuurlijk milieu Reliëf 16* De leerlingen leren respect opbrengen voor de waarde van

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK VMBO-TL

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK VMBO-TL HANDLEIDING SECTORWERKSTUK VMBO-TL SCHOOLJAAR 2012-201 INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding p. 2. Afspraken p.4. Het onderzoek p.5 Stap 1: Onderwerp p.5 Stap 2: De hoofd- en deelvragen p.5 Stap : Informatie zoeken

Nadere informatie

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1

Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 Onderzoekend leren/leren onderzoeken DBOC,15/03/2011 1 1. Kennis maken met + gebruik maken van de natuurwetenschappelijke methode: 1. Probleem 2. Onderzoeksvraag 3. Hypothese 4. Verzamelen informatie,

Nadere informatie

Zappenonderzoek begeleiden en ontwerpen

Zappenonderzoek begeleiden en ontwerpen Zappenonderzoek begeleiden en ontwerpen Ondersteuning stap voor stap bij zelfstandig onderzoek doen door Henk Ankoné, SLO De uitgebreidere stappenplannen voor het doen van onderzoek gaan uit van ongeveer

Nadere informatie

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Wetenschappen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Ben je een leerling die: sterk geïnteresseerd is in de verschillende wetenschappelijke disciplines: aardrijkskunde,

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

Leidraad om een onderzoek te maken dat aan alle voorwaarden van de FLL voldoet.

Leidraad om een onderzoek te maken dat aan alle voorwaarden van de FLL voldoet. Leidraad om een onderzoek te maken dat aan alle voorwaarden van de FLL voldoet. Verwonderen.. Werkvorm Welk plaatje voelt warmer of kouder aan? Noteer dit Controleer met infrarood thermometer Wat gaat

Nadere informatie

Naam:. Handleiding voor de leerling

Naam:. Handleiding voor de leerling Naam:. Handleiding voor de leerling Inleiding Sommige leerlingen weten al lang wat ze na het VMBO willen doen. Anderen nog steeds niet. Een goede keuze is moeilijk, want wat weet je eigenlijk van je toekomstige

Nadere informatie

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties

Oefenen 1 punt verdienen Onderwerpen van de presentaties Presenteren vmbo-4 Presenteren is aan de ene kant een kunst de één is er beter in dan de ander maar aan de andere kant valt of staat elke presentatie met een goede voorbereiding en veel oefening. Bij presenteren

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot:

MODEL A: TOETSMOMENT VOORBEREIDINGSFASE I: Zijn de leerlingen op zelfstandige wijze gekomen tot: MODEL A: Beoordelingsmodel PWS ( vernieuwde Tweede Fase ) Bij de beoordeling van het PWS wordt uitgegaan van drie verschillende fasen, te weten: 1. Het voortraject. 2. Het schriftelijk werkstuk of verslag.

Nadere informatie

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent Bachelor Opleiding Sociale Geografie & Planologie Beoordelingsprotocollen Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren, Groepsonderzoekproject & Bachelorproject De Beoordelingsprotocollen van Wetenschappelijk

Nadere informatie

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek

Nadere informatie

Profilering derde graad

Profilering derde graad De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,

Nadere informatie

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1

HANDLEIDING SECTORWERKSTUK. Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1 HANDLEIDING SECTORWERKSTUK Naam: Klas: Begeleider: Sectorwerkstuk 2015 2016 Pagina 1 1 - INHOUDSOPGAVE - -------------------- Uitleg & Theorie -------------------- Stappenplan sectorwerkstuk 3 FASE 1:

Nadere informatie

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent:

2017/18. Algemene gegevens. Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent: 2017/18 Algemene gegevens Naam:. Klas:. Sector: Werkt samen met: Begeleidend docent: 1 HET SECTORWERKSTUK Een van de onderdelen van het examen is het sectorwerkstuk. Hierin worden kennis en vaardigheden

Nadere informatie

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN

DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN ACTIEFICHE - SECUNDAIR DE ENERGIEKOFFER EN ONDERZOEKSVRAGEN VERZINNEN Soorten onderzoek: Bevestigend (vraag en methode door lkr, resultaat op voorhand gekend) Gestuurd (vraag en methode door lkr) Begeleid

Nadere informatie

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels:

Stappen deelcijfer weging 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 10,0 totaalcijfer 10,0 Spelregels: Stappen deelcijfer weging 1 Onderzoeksvragen 10,0 6% 0,6 2 Hypothese 10,0 4% 0,4 3 Materiaal en methode 10,0 10% 1,0 4 Uitvoeren van het onderzoek en inleiding 10,0 30% 3,0 5 Verslaglegging 10,0 20% 2,0

Nadere informatie

Wat is een sectorwerkstuk?

Wat is een sectorwerkstuk? Het sectorwerkstuk Wat is een sectorwerkstuk? Bij het sectorwerkstuk gaat het om een vakoverstijgende thematiek die past binnen de sector. Het onderwerp moet gaan over een maatschappelijk relevant thema

Nadere informatie

Onderzoeksvraag Uitkomst

Onderzoeksvraag Uitkomst Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen

Nadere informatie

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen? Noteer ook 2 reservekeuzen: 1. 2. 1. Wat weet je al van dit beroep? Schrijf het

Nadere informatie

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27

luisteren: ET 4, 6 spreken: ET 15, 18, 23 lezen: ET 10, 12 schrijven: ET 28, 30, 31, 34 mondelinge interactie: 24, 27 TABASCO Oriëntatie + voorbereiden Leercoach Leerlingen Iemand voorstellen (schriftelijk en mondeling) Leerplandoelstellingen kiezen functionele kennis: - woordvelden: 35.1.1 en 35.1.2 en 35.1.3 - grammatica:

Nadere informatie

What s up Zuiderzeeland?

What s up Zuiderzeeland? What s up Zuiderzeeland? biologie praktische opdracht, 2vmbo Naam: Klas: In dit onderdeel ga je zelf met je groepje aan de slag. Bij de theoretische opdracht heb je gekeken welke dieren er voorkomen in

Nadere informatie

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING: beeldende vorming De DOELSTELLING van de -opdrachten & De BEOORDELING: Doelstellingen van de opdrachten. Leren: Thematisch + procesmatig te werken Bestuderen van het thema: met een open houding Verzamelen

Nadere informatie

Stichtse Vrije School

Stichtse Vrije School Studiewijzer Eindwerkstuk Stichtse Vrije School Klas 11A / 11B Schooljaar 2014-2015 Algemeen Je sluit je vrijeschooltijd af door een eindwerkstuk te maken. Je bent vrij in de keuze van de vorm en inhoud

Nadere informatie

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010

EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum. A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 EINDTERMEN en ONTWIKKELINGSDOELEN Zoektocht in het Maascentrum Derde graad LO A. Eindtermen voor het basisonderwijs vanaf 01/09/2010 Lichamelijke opvoeding Motorische competenties 1.1 De motorische basisbewegingen

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht zaterdag 17 november 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica http://fys.kuleuven.be/alon

Nadere informatie