Veldwerkhandleiding Monitoringsprotocollen
|
|
- Gerrit Smets
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Veldwerkhandleiding Monitoringsprotocollen Onderzoek naar de verschillen in invloed tussen natuurlijke jaarrond begrazing en seizoensbegrazing door boerenvee op de biodiversiteit bij het Naardermeer C.H. Razenberg A.A.J. Willems HAS Hogeschool, Toegepaste Biologie, juni 2014, s-hertogenbosch
2 Veldwerkhandleiding monitoringsprotocollen Onderzoek naar de verschillen in invloed tussen natuurlijke jaarrond begrazing en seizoensbegrazing door boerenvee op de biodiversiteit bij het Naardermeer HAS Kennistransfer en Bedrijfsopleidingen Onderwijsboulevard 221 Postbus MA s-hertogenbosch Telefoon: (088) Projectcode 7437FRE4 Auteurs Catharina Hendrika Razenberg Anique Anna Josepha Willems Opleiding Toegepaste Biologie HAS Hogeschool Den Bosch In opdracht van Chris Braat, FREE Nature In samenwerking met Annemieke Ouwehand, Natuurmonumenten Wouter Slors, kuddebeheerder FREE Nature Marco Baars, rundveehouder Margreet ter Horst, HAS Hogeschool Margje Voeten, HAS Hogeschool Datum en locatie 30 juni 2014 's-hertogenbosch
3 Monitoring vegetatiestructuur De monitoring van de vegetatiestructuur vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle onderzoekshectaren worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. Met behulp van de drop-disc methode wordt binnen ieder onderzoeksgebied in kaart gebracht hoe hoog de variatie in vegetatiestructuur is. 1. Telgebied Het telgebied voor de monitoring van de vegetatiestructuur moet voldoen aan de volgende eisen: Onderzoekshectaren van 150 x 50 meter of 100 x 100 meter o 28 gebieden bij de Galloways o 17 gebieden bij het boerenvee De onderzoeksgebieden zijn onderverdeeld in verschillende typen, gerelateerd aan de doeleinden van de grazers: o Kernweiden (groen): Delen van het gebied waar de runderen het vaakst verblijven, herkauwen en rust zoeken. o Loopweiden (geel): Gedeelten van het gebied waar de runderen wisselend grazen en doorheen trekken. o Moeras- en kruid voedingsweiden (oranje): Delen van het gebied waar de runderen mogelijk enkel voor speciale (voedings-)behoeften zouden kunnen komen en maar zelden worden gezien. o Beschutte geboorteweiden (roze): Op deze, vaak afgelegen, locaties worden het vaakste runderen met pasgeboren kalfjes gezien. In afbeelding 1 zijn de onderzoekshectaren voor in het onderzoeksgebied van de Galloways te zien. In afbeelding 2 zijn de onderzoekshectaren te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. Alle hectaren hebben een nummer gekregen waar niet van mag worden afgeweken i.v.m. de dataverwerking. De telgebieden zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. De onderzoekshectaren kunnen worden gevonden aan de hand van de kaarten. Er wordt aanbevolen om gebruik te maken van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden.
4 Afbeelding 1 - Onderzoekshectaren voor de monitoring van de vegetatiestructuur in onderzoeksgebied Galloways Afbeelding 2 - Onderzoekshectaren voor de monitoring van de vegetatiestructuur in onderzoeksgebied boerenvee. 2. Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring: Monitoring van augustus tot en met oktober (let hierbij op dat het groeiseizoen voorbij is) Gemiddeld neemt dit onderzoek 5 tot 7 veldwerkdagen in beslag. Per onderzoekshectare 20 willekeurige metingen, waarbij men altijd begint in het midden van het hectare: Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een kompas, een GPS apparaat en twee random number tables o Het linkerdeel van tabel 1 bevat een voorbeeld van willekeurig gegenereerde getallen van 0 tot 360 : dit is de richting waarin gelopen moet worden (a.h.v. een kompas) o Het rechterdeel van tabel 1 bevat een voorbeeld van willekeurig gegenereerde getallen van 1 tot 25: dit zijn de aantal passen die gezet moeten worden in de richting die van tevoren is vastgesteld.
5 Tabel 1 - Random nummer tabellen. De ene tabel bevat willekeurig gegenereerde getallen van 0 tot 360, de andere van 1 tot 25. Deze tweede tabel geeft aan hoeveel passen er gezet moeten worden tot de volgende meting, terwijl de eerste tabel de richting waarin gelopen moet worden bepaald. Deze nummer worden verkregen via de website Random Number Table Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring : Drop-disc (zie afbeelding 3) o Cirkelvormige schijf van polyethyleen schuim o Diameter van 30 centimeter o Gewicht 200 gram (Bezem)stok van meter met daarop een centimeterverdeling, waarlangs de drop-disc naar beneden glijdt en op de vegetatie blijft rusten (zie afbeelding 3) Afbeelding 3 - Drop-disc zoals deze is gebruikt tijdens het onderzoek in het voorjaar van De schijf heeft een diameter van 30 centimeter, een gewicht van 200 gram en wordt geschoven over een stok van 1.60 meter. De schijf rust op de vegetatie, waarna de hoogte kan worden afgelezen.
6 Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Waarnemingsformulieren (zie hoofdstuk 4) Random number tables (zie tabel 1 als voorbeeld) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Digitale camera (eventueel) Fotografeer vooral ook de onderscheidende kenmerken
7 4. Waarnemingsformulier Hectarenummer Metingnummer GPS-coördinaten Vegetatiehoogte Bijzonderheden X Y cm
8 Monitoring amfibieën De monitoring van amfibieën vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle telgebieden worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. Amfibieën leven zowel op het land- als in een waterbiotoop. Het habitat moet rijk zijn aan kleinschalige mozaïeken. Op het land leiden ze een teruggetrokken leven verstopt tussen vegetatie, in de grond, etc. Hierdoor zijn ze op het landbiotoop moeilijker te monitoren. In het voorjaar komen de volwassen dieren samen in allerlei typen zoet water. Deze zijn van belang voor de voortplanting, waarin wordt gepaard, eieren worden afgezet en de larven opgroeien. Deze periode is dan ook ideaal om de amfibieën te monitoren, waarbij de methodiek samen te vatten valt als: 'Eerst luisteren, dan kijken en daarna eventueel vangen'. 1. Telgebied Het telgebied voor de monitoring van de amfibieën moet voldoen aan de volgende eisen: Homogeen landschap Telgebied is één hectare en bevat meerdere wateren Ieder jaar precies hetzelfde gebied en dezelfde wateren inventariseren Alle wateren eenmalig nummeren en datzelfde nummer behouden gedurende alle opvolgende jaren (zie afbeelding 1 en 2 voor de nummering) Gebied met daarbij de genummerde waarnemingen worden ingetekend op een veldkaart bij de eerste monitoring In afbeelding 1 zijn de telgebieden voor in het onderzoeksgebied van de Galloways te zien. In afbeelding 2 zijn de telgebieden te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. De telgebieden zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 staan de coördinaten van de hoekpunten van de telgebieden. De telgebieden kunnen worden gevonden aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden. G1 G2 G3 Afbeelding Amfibieën telgebieden in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de coördinaten.
9 B2 B1 B3 Afbeelding 2 - Amfibieën telgebieden in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 1 voor de coördinaten. Tabel 1 - Coördinaten van de hoekpunten van de telgebieden voor de monitoring van amfibieën. Het eerste coördinaat is de linker bovenhoek van het 100 bij 100 meter telgebied (1 ha). Zie afbeelding 1 en 2 welke coördinaten bij welke telgebieden horen. Telgebieden amfibieën X - coördinaat Y - coördinaat G Galloway G G B Boerenvee B B
10 2. Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring: Monitoring van maart tot en met augustus o Eerste periode: voorjaar (maart - april) o Tweede periode: zomer (mei t/m augustus) Bezoekdata zijn afhankelijk van de periode(n) waarin de aanwezige soorten meest actief zijn (zie hoofdstuk 5) Gebied tweemaal overdag en tweemaal 's avonds bezoeken (zie tabel 2) Bezoeken overdag en avond kunnen gecombineerd worden o Monitoring kan enkele uren tot een halve dag in beslag nemen Alle aanwezige soorten amfibieën worden gevolgd Verstoring van water en dieren tot minimum beperken Tabel 2 - Aanbevolen periodes en tijdstippen voor monitoring amfibieën. Periode Tijdstip maart overdag april - begin mei 's avonds eind mei - begin juni 's avonds juli - augustus overdag 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring: Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's (zie hoofdstuk 5.1.) Waarnemingsformulieren met afkortingen en codes (zie hoofdstuk 6) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Digitale camera (eventueel) Fotografeer vooral ook de onderscheidende kenmerken Schepnet Gestandaardiseerd model tegen kostprijs verkrijgbaar bij RAVON, Nijmegen Zaklamp Amfibieën opsporen die vooral 's avonds actief zijn Emmer, fotobak of cuvet Attributen om amfibieën goed te kunnen bekijken (in water) Loep Determineren van larven van bepaalde amfibieën Waarnemingen Bij elk bezoek waarnemingen noteren op waarnemingsformulier Per water aangeven of een soort afwezig (0) is dan wel zeldzaam (1), algemeen (2) of zeer algemeen (3) voorkomt
11 Bureauwerk Na laatste veldbezoek stelt de waarnemer voor elk water vast wat maximale presentie is waarmee een soort dat jaar is aangetroffen. 4. Hygiëneprotocol In Nederland zijn de huidziekte chytridiomycose, veroorzaakt door de schimmel Batrachochytrium dendrobatidis, en het ranavirus aangetoond. Deze kunnen zorgen voor massale sterfte van amfibieën en reptielen (en vissen). Het is dus van belang om tijdens de monitoring voorzorgsmaatregelen te treffen om verspreiding van deze ziektes tegen te gaan. Er is geen reden om aan te nemen dat deze ziekten schadelijk kunnen zijn voor mensen. Het volgende wordt geadviseerd gedurende veldonderzoekmethoden: Advies Hanteer amfibieën alleen als het echt noodzakelijk is. Er zijn geen beperkingen in het veld, zolang u voorzorgsmaatregelen neemt. Amfibieën moeten altijd weer op de exacte vanglocatie worden losgelaten. Als uw handen in contact komen met water of met amfibieën moeten wegwerphandschoenen (poederloos) worden gedragen. Neem ook handzeep mee. Alle materialen die tussen verschillende locaties gebruikt worden, moeten worden gedesinfecteerd. Als u het water in bent gelopen, of contact hebt gemaakt met het water (of modder), moeten schoenen/laarzen/waadpak worden gedesinfecteerd. Parkeer uw auto iets verderop op een verhard pad en niet op (zachte modderige) vegetatie. De amfibieschimmel overleeft droogte niet, maar ranavirus kan wel 200 dagen in leven blijven op droge oppervlakten. Het laten drogen (4 uur of langer) van je veldmaterialen tussen veldbezoeken door is dus voldoende effectief tegen chytridiomycose, maar niet voor ranavirus. Dode en/of zieke amfibieën zijn high risk. Hanteer ze enkel met handschoenen, rapporteer zieke dieren en neem dode dieren mee (in dubbele plastic zak). Neem bij het aantreffen van dode dieren contact op met het DWHC (voor contactgegevens ), meld het aantreffen van massale sterfte bij RAVON en meld ook vondsten van ziek uitziende dieren (a.spitzen@ravon.nl). Desinfecteren Borstel plantenresten, modderkluiten etc. af Spoel met water. Water uit een poel of vijver is prima Desinfecteer op 1 van onderstaande manieren, op ruime afstand van het oppervlaktewater en probeer geen, of zo min mogelijk residu in het milieu te laten komen. De voorkeur heeft het om met verschillende sets materialen te werken, zodat er geen chemicaliën gebruikt hoeven te worden. o Reinig met 70% alcohol. o Maak een 1% Virkon oplossing en laat materialen gedurende 1 minuut inweken. o Andere desinfectanten zijn bleek (3 5% concentratie gedurende 1 minuut) en Nolvasan (0.75% concentratie gedurende 1 minuut), maar chemische desinfectanten hebben niet de voorkeur o Bent u niet in staat om uw materiaal op de locatie schoon te maken, neem het dan mee, van elkaar gescheiden in plastic zakken en doe het thuis. Was uw handen met een desinfectant. Alle drogisten verkopen zeep waarbij geen water nodig is. TIP: neem 2 (of meer) sets materialen mee
12 5. Soorten Onderstaande amfibieën worden verwacht gedurende de monitoring. Zie hoofdstuk 5.1. voor determinatiefoto's van de volwassen dieren. Voor determinatie van eieren en larven, zie 'Herkenning amfibieën en reptielen', Diepenbeek & Creemers (2009). Voor herkenning van de roep van kikkers en padden, zie Bij elk soort wordt een andere methodiek voor monitoring toegepast: Kleine watersalamander Verzameling in voortplantingswater: eind maart - juni (piek april - begin mei) o avondtellingen van volwassen dieren in het voortplantingswater (maart t/m mei) Larven: juli (beste maand) o zoeken naar eitjes (april t/m mei) o zoeken naar larven (juni t/m augustus) Gewone pad Verzameling in voortplantingswater: begin maart Paartijd: half maart (piek) o tellingen van volwassen dieren in het voortplantingswater (maart) Geen kooractiviteit Eisnoeren: april o zoeken van eisnoeren (maart t/m begin april) Larven: mei o zoeken van larven (mei t/m juni) Gemetamorfoseerde padjes: juni o zoeken van pas gemetamorfoseerde dieren (juli) Rugstreeppad Paartijd: half april - eind juni Kooractiviteit: half april - eind juni (piek in mei) o avondtellingen van kooractiviteit (mei) o Let op: verwarring met veenmol mogelijk! Eisnoeren: mei o zoeken van eisnoeren (mei) Larven: tot juli o zoeken van larven (juni) Gemetamorfoseerde padjes: juli o zoeken van pas gemetamorfoseerde dieren (juli) Heikikker Verzameling in voortplantingswater: half maart o avondtellingen van volwassen dieren in het voortplantingswater (maart) Kooractiviteit: eind maart - begin april (één week, bubbelend geluid) o avondtellingen van kooractiviteit bij het voortplantingswater (maart) Eiklompen: eind maart - begin april o tellen van eiklompen (maart t/m begin april) Larven: mei (beste maand) o zoeken van larven (mei t/m juni) o zoeken van pas gemetamorfoseerde kikkertjes (juli)
13 Bruine kikker Verzameling in voortplantingswater: maart o avondtellingen van volwassen dieren in het voortplantingswater (maart) Kooractiviteit: maart (roepende mannetjes) o avondtellingen van kooractiviteit bij het voortplantingswater (maart) Eiklompen: maart o tellen van eiklompen (maart t/m begin april) Larven: april - mei (beste maanden) o zoeken van larven (mei t/m juni) Gemetamorfoseerde kikkertjes: juni o zoeken van pas gemetamorfoseerde kikkertjes (juli) Groene kikker (Bastaard- en Meerkikker) Verzameling in voortplantingswater: april Paartijd: eind juni - begin juli (piek begin mei - half juni) o avondtellingen van kooractiviteit bij het voortplantingswater (mei t/m juni) Kooractiviteit: begin mei - half juni (hoofdzakelijk 's avonds, maar ook overdag op warme zonnige dagen) Tellen van plonzen: juni - augustus Eiklompen: half mei o zoeken van eiklompen (half mei t/m half juni) Larven: half juni - half augustus o zoeken van larven (half juni t/m half augustus) o zoeken van pas gemetamorfoseerde kikkertjes (augustus) In tabel 3 staat overzichtelijk weergegeven welke soorten waarneembaar zijn in een welke maand. Ook staat erbij vermeldt in welke levensstadia de soorten kunnen worden aangetroffen. Tabel 3 - Perioden waarin verschillende levensstadia van de te verwachten amfibieën waarneembaar zijn.
14 5.1. Determinatiefoto's Heikikker Bruine kikker
15 Groene kikker Rugstreeppad Gewone pad Kleine watersalamander
16 6. Waarnemingsformulier Amfibieën - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Inventarisatiegebied: Naam gebied: Telgebied: Aanwezige soorten: Aantal wateren: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek In onderstaande tabel worden alle waarnemingen tijdens dit veldbezoek genoteerd, gegroepeerd per waternummer. Gebruik bij het invullen de aangegeven afkortingen op de achterkant van dit telformulier Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Telgebied Soort Type waarneming Aantal Presentie Koorindex Opmerkingen
17 Telgebied Soort Type waarneming Aantal Presentie Koorindex Opmerkingen
18 Toelichting afkortingen telformulier Tabel 4 - Afkortingen soortnamen amfibieën. Nederlandse naam Latijnse naam Afkorting Kleine watersalamander Lissotriton vulgaris Lv Gewone pad Bufo bufo Bb Rugstreeppad Bufo calamita Bc Heikikker Rana arvalis Ra Bruine kikker Rana temporaria Rt Groene kikker complex Rana esculenta synklepton Rec Poelkikker Rana lessonae Rl Bastaardkikker Rana klepton esculenta Re Meerkikker Rana ridibunda Rr Tabel 5 - Afkortingen type waarneming. Type waarneming Adult Kooractiviteit Subadult Larven Eiklompen Afkorting Ad Roep Subad Larf Ei Tabel 6 - Richtlijnen van de presentie / abundantieklasse (mate van voorkomen van een soort). Klasse Status Toelichting 0 Ontbreekt Aanwezigheid van deze soort niet aangetoond 1 Zeldzaam De soort wordt incidenteel waargenomen, waarschijnlijk zijn hooguit enkele volwassen dieren aanwezig 2 Algemeen De soort wordt regelmatig waargenomen, waarschijnlijk zijn er enkele tientallen volwassen dieren van deze soort aanwezig 3 Zeer algemeen De soort wordt veel waargenomen, waarschijnlijk zijn er meer dan honderd volwassen exemplaren van deze soort aanwezig Tabel 7 - Richtlijnen voor de koorindex (vaststellen aantal roepende mannetjes). Klasse Status Toelichting 0 Ontbreekt Geen dieren horen roepen. 1 Zeldzaam Enkele individuele dieren kwaken, de roepen zijn goed van elkaar te onderscheiden. 2 Algemeen Het gekwaak van individuele dieren is te onderscheiden, maar er is sprake van geluidsoverlap. 3 Zeer algemeen Volledige koorvorming; de geluiden zijn niet meer apart te onderscheiden maar overlappen en vormen een continu geluid.
19 Monitoring reptielen De monitoring van reptielen vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle routes worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. Reptielen prefereren open plaatsen waar het zonnig is om op te warmen, waarna ze beschutting en verkoeling zoeken in dichtere vegetatie. De ringslang is het enige reptiel dat in het Naardermeer voorkomt. Deze slang komt voor in een waterrijke habitat, vandaar dat het goed kan gedijen in het laagveen. 1. Telgebied De route voor de monitoring van de ringslang moet voldoen aan de volgende eisen: Homogeen landschap en beheer Lengte is maximaal 2000 m lang Het traject is uitgezet op kansrijke plekken Binnen het traject mogen geen harde barrières voorkomen In afbeelding 1 is de route te zien voor in het onderzoeksgebied van de Galloways. In afbeelding 2 en 3 zijn de routes G1 en G2 ingezoomd en duidelijker zichtbaar. In afbeelding 4 is de route te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. In afbeelding 5 en 6 zijn de routes B1 en B2 ingezoomd en duidelijker zichtbaar. Aan weerszijden van de looproute moet een strook van circa 5 meter worden geïnventariseerd, waarbij rustig wordt gelopen en om de paar meter gestopt wordt om de omgeving goed te bekijken. De routes zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 en 2 staan de begin en eindcoördinaten van de routes. De routes worden gelopen aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden. G1 G2 Afbeelding 1 - Reptielen routes in onderzoeksgebied Galloways.
20 Afbeelding 2 - Reptielen route G1 in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van route G1. Afbeelding 3 - Reptielen route G2 in onderzoeksgebied Galloways.Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van route G2. Tabel 1 - Coördinaten van het begin en einde van de routes voor de monitoring van de reptielen. De routes hebben een lengte van meter. Galloway Traject reptielen X - coördinaat Y - coördinaat G1 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat G2 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat
21 B1 B2 Afbeelding 4 - Reptielen routes in onderzoeksgebied boerenvee. Afbeelding 5 - Reptielen route B1 in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 2 voor de begin en eind coördinaten van route B1. Afbeelding 6 - Reptielen route B2 in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 2 voor de begin en eind coördinaten van route B2.
22 Tabel 2 - Coördinaten van het begin en einde van de routes voor de monitoring van de reptielen. De routes hebben een lengte van meter. Boerenvee Traject reptielen X - coördinaat Y - coördinaat B1 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat B2 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring: Standaardisering inventarisatietijd: ± 2 uur Eerste periode: eind maart tot eind juli - 4 keer lopen Tweede periode: augustus en september - 3 keer lopen Tussen twee opeenvolgende bezoeken zitten minimaal 5 dagen (2 weken worden geprefereerd) Inventarisatie tijdens gunstige weersomstandigheden o Zonnige dagen in het voorjaar (april, mei) o Op warme dagen (juni - augustus) monitoren in de vroege ochtend en late middag. o > 30 C niet tellen o Niet tellen bij regen o Niet tellen bij harde wind zonder zon o Niet tellen bij > windkracht 4 (zie tabel 3) Tabel 3 - Overzicht van windkracht met kenmerken voor monitoring reptielen Windkracht Kenmerken 0 - windstil Rook stijgt recht omhoog, planten bewegen niet 1 - zwakke wind Rookpluim geeft richting aan 2 - zwakke wind Wind merkbaar in het gezicht, ritselende bladeren 3 - matige wind Stof waait op, bladeren en twijfel in beweging 4 - matige wind Haar in de war, losse wapperende kleren, takken bewegen 5 - vrij krachtige wind Op grote wateren gekuifde golven, kleine bomen bewegen, nauwelijks insecten in de lucht 6 - krachtige wind Wind fluit in hoogspanningsdraden, paraplu's moeilijk hanteerbaar, weinig vogels in de lucht 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring: Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's (zie afbeelding 7) Waarnemingsformulieren (zie hoofdstuk 5) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Digitale camera (eventueel)
23 4. Soorten In onderstaande staat beknopt beschreven wanneer de ringslang het beste waarneembaar is. Zie afbeelding 7 voor determinatiefoto's. Er zijn ook waarnemingen mogelijk van de roodwangschildpad. Dit is een exoot en moet als bijvangst worden genoteerd. Ringslang Half maart - eind april: net uit winterslaap en makkelijkste vindbaar Half mei: regelmatig waarneembaar Juni: vrouwtjes zetten eieren af (waarneembaar rondom broeihopen) Zomer: slecht waarneembaar (kan wel worden aangetroffen rondom water) Half augustus - begin september: jonge slangen waarneembaar die uit hun eieren komen Beste inventarisatieperiode: Half maart tot begin mei: o Meeste activiteit, laten zich niet snel verstoren en blijven lang liggen Vanaf eind augustus: o Zoek op plaats waar de slang in het voorjaar is gezien, want het dier gaat terug naar het winterverblijf Afbeelding 7 - Determinatiefoto's ringslang
24 5. Waarnemingsformulier Reptielen - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Traject: Nr.: Aanwezige soorten: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Trajectnummer Soortnaam Aantal Bijzonderheden Opmerkingen
25 Trajectnummer Soortnaam Aantal Bijzonderheden Opmerkingen
26 Monitoring dagvlinders, libellen en juffers De monitoring van dagvlinders, libellen en juffers vinden plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle telgebieden worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. 1. Telgebied De route voor de monitoring van de dagvlinders, libellen en juffers moet voldoen aan de volgende eisen: De route ligt in een homogeen landschap De route is 500 meter lang Telling gedurende de route neemt gemiddeld een half uur tot een uur in beslag (constante rustige wandelpas) Gedurende de route tot 2,5 m opzij en tot 5 m voor en boven u tellen (zie afbeelding 1) Specifiek voor libellen en juffers: o De route is zowel gesitueerd langs water als in het veld (dit om de aanwezigheid van libellen en juffers te koppelen aan de representativiteit van de graasdruk) o Route langs water: Juffers tellen die opzij tot een afstand van 2 meter oever en 3 m water te zien zijn (zie afbeelding 2) Libellen tellen die opzij tot een afstand van 2 meter oever en 5 m water te zien zijn (zie afbeelding 2) Afbeelding 1 - Denkbeeldige telkooi. Per sectie tot 2,5 meter opzij en tot 5 meter voor en boven u tellen. Afbeelding 2 - Telafstand van de libellenroute. Kleine libellen worden geteld van twee meter oever tot drie meter water. Grote libellen van twee meter oever tot vijf meter water. In afbeelding 3 zijn de routes te zien voor in het onderzoeksgebied van de Galloways. In afbeelding 4, 5 en 6 zijn de routes G1, G2 en G3 ingezoomd en duidelijker zichtbaar. In afbeelding 7 zijn de routes te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. In afbeelding 8, 9 en 10 zijn de routes B1, B2 en B3 ingezoomd en duidelijker zichtbaar. De routes zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 en 2 staan de begin en eindcoördinaten van de routes. De routes worden gelopen aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden.
27 Onderzoeksgebied Galloways Afbeelding 3 - Dagvlinders, libellen en juffers routes in onderzoeksgebied Galloways. Afbeelding 4 - Dagvlinders, libellen en juffers route G1 in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van route G1.
28 Afbeelding 5 - Dagvlinders, libellen en juffers route G2 in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van route G2. Afbeelding 6 - Dagvlinders, libellen en juffers route G3 in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van route G3. Tabel 1 - Coördinaten van het begin en einde van de routes voor de monitoring van de dagvlinders, libellen en juffers. De routes hebben een lengte van 500 meter. Galloways Traject dagvlinders X - coördinaat Y - coördinaat G1 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat G2 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat G3 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat
29 Onderzoeksgebied boerenvee Afbeelding 7 - Dagvlinders, libellen en juffers routes in onderzoeksgebied boerenvee. Afbeelding 8 - Dagvlinders, libellen en juffers route B1 in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 2 voor de begin en eind coördinaten van route B1.
30 Afbeelding 9 - Dagvlinders, libellen en juffers route B2 in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 2 voor de begin en eind coördinaten van route B2. Afbeelding 10 - Dagvlinders, libellen en juffers route B3 in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 2 voor de begin en eind coördinaten van route B3. Tabel 2 - Coördinaten van het begin en einde van de routes voor de monitoring van de dagvlinders, libellen en juffers. De routes hebben een lengte van 500 meter. Traject dagvlinders X - coördinaat Y - coördinaat B1 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat Boerenvee B2 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat B3 Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat
31 2. Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring van de dagvlinders, libellen en juffers: Monitoring van april tot en met september Minimaal wekelijks tellen (4-5x per week is beter tot meerdere keren per dag) Alleen monitoren bij lekker weer o Dagvlinders: Tussen en uur (zomertijd) o Libellen en juffers: tussen en uur (zomertijd) o < 13 C niet tellen o C: alleen tellen bij 50% of minder bewolking o > 17 C: ook tellen bij meer dan 50% bewolking o > 22 C ook tellen tussen en uur o > 30 C liever niet tellen rond middaguren o Niet tellen bij neerslag o Niet tellen bij windkracht > 5 Beaufort (tabel 3) Tabel 3 - Windkracht in Beaufort met omschrijving Windkracht Beschrijving 1 Wind zichtbaar aan rookpluimen, niet aan windvaan 2 Windvaan beweegt, wind voelbaar aan het gelaat 3 Bladeren en twijgen voortdurend in beweging 4 Kleine takken bewegen, stof en papier dwarrelen op 5 Kleine takken met bladeren maken zwiepende bewegingen, gekuifde golven op het water 6 Grote takken bewegen, er mag niet meer geteld worden 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring: Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's voor de dagvlinders (zie hoofdstuk 4.1.) Determinatiefoto's voor de libellen en juffers (zie hoofdstuk 4.2.) Waarnemingsformulieren voor de dagvlinders (zie hoofdstuk 5) Waarnemingsformulieren voor de libellen en juffers (zie hoofdstuk 6) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Digitale camera (eventueel)
32 4. Soorten De volgende dagvlinders worden verwacht gedurende de monitoring. Zie hoofdstuk 4.1. voor determinatiefoto's. Kleine vos - Aglais urticae Klein koolwitje - Pieris rapae Klein geaderd witje - Pieris napi Kleine vuurvlinder - Lycaena phlaeas Oranje luzernevlinder - Colias crocea Zwartsprietdikkopje - Thymelicus lineola Dagpauwoog - Aglais io Icarusblauwtje - Polyommatus icarus Citroenvlinder - Gonepteryx rhamni Atalanta - Vanessa atalanta Bont zandoogje - Pararge aegeria Bruin zandoogje - Maniola jurtina Gehakkelde aurelia - Polygonia c-album Landkaartje - Araschnia levana Eikenpage - Favonius quercus Groot dikkopje - Ochlodes sylvanus Distelvlinder - Vanessa cardui Oranjetipje - Anthocharis cardamines Boomblauwtje - Celastrina argiolus De volgende libellen en juffers worden verwacht gedurende de monitoring. Zie hoofdstuk 4.2. voor determinatiefoto's. Heidelibel spec. - Sympetrum spec. Paardenbijter - Aeshna mixta Gewone oeverlibel - Orthetrum cancellatum Blauwe glazenmaker - Aeshna cyanea Bruine glazenmaker - Aeshna grandis Vroege glazenmaker - Aeshna isoceles Steenrode heidelibel - Sympetrum vulgatum Bloedrode heidelibel - Sympetrum sanguineum Bruinrode heidelibel - Sympetrum striolatum Zwarte heidelibel - Sympetrum danae Geelvlekheidelibel - Sympetrum flaveolum Grote keizerlibel - Anax imperator Smaragdlibel - Cordulia aenea Vuurlibel - Crocothemis erythraea Noordse witsnuitlibel - Leucorrhinia rubicunda Viervlek - Libellula quadrimaculata Glassnijder - Brachytron pratense Watersnuffel - Enallagma cyathigerum Houtpantserjuffer - Chalcolestes viridis Bruine winterjuffer - Sympecma fusca Kleine roodoogjuffer - Erythromma viridulum Grote roodoogjuffer - Erythromma najas Zwervende pantserjuffer - Lestes barbarus Tengere pantserjuffer - Lestes virens Variabele waterjuffer - Coenagrion pulchellum Lantaarntje - Ischnura elegans Azuurwaterjuffer - Coenagrion puella Bruine korenbout - Libellula fulva
33 4.1. Determinatiefoto's dagvlinders Kleine vos Kleine koolwitje Dagpauwoog Klein geaderd witje Eikenpage Citroenvlinder Atalanta
34 Oranje luzernevlinder Bont zandoogje Kleine vuurvlinder Bruin zandoogje Gehakkelde aurelia Distelvlinder Icarusblauwtje Oranjetipje
35 Boomblauwtje Zwartsprietdikkopje Landkaartje Voorjaarsvorm Zomervorm Groot dikkopje
36 4.2. Determinatiefoto's libellen en juffers Steenrode heidelibel 35-40mm Hangsnor: zwarte streepje tussen de ogen langs de oogranden naar beneden Zwarte poten met gele strepen Bloedrode heidelibel 34-39mm Geheel zwarte poten Bruinrode heidelibel 35-44mm Zwarte poten met gele strepen Geen hangsnor: streepje stopt bij de oogranden Blauwe glazenmaker 67-76mm Lampionnetje: vlekken achterlijfsegmenten 'samengevloeid' 29-34mm Zwarte heidelibel Vroege glazenmaker Geheel zwarte poten zwarte band zijkanten van borststuk, waarin drie kleine gele vlekjes 62-66mm Mannetjes: blauwe vlekjes oog Smaragdlibel 47-55mm Voorhoofd geen gele vlekken Glanzend metaal-/ donkergroen Bruine glazenmaker 70-77mm Zijkant borst twee gele strepen Duidelijk donkerdere vleugels 32-37mm Geelvlekheidelibel Smaragdgroene ogen Zwarte poten met gele strepen Grote oranjegele vlekken in de vleugels
37 56-64mm Paardenbijter Rugzijde achterlijfsegment 2 staat een grote gele spijkervormige figuur 44-50mm Gewone oeverlibel Onopvallende bruingrijze ogen Heldere vleugels 64-84mm Grote keizerlibel Streep op achterlijf doorlopend 42-45mm Bruine korenbout Opvallend blauwgrijze ogen Donkere vlekken basis vleugels 36-45mm Vuurlibel 31-38mm Noordse witsnuitlibel 40-48mm Viervlek Aders in donkere vlekken opvallend geel Halverwege voorranden van vleugels donker vlekje Glassnijder 54-63mm Borststuktekening uitgebreider geel/groen met verticale strepen Watersnuffel 29-36mm Brede blauwe schouderstrepen 33-35mm Azuurwaterjuffer Slanker en minder brede blauwe schouderstrepen dan Watersnuffel 34-38mm Variabele waterjuffer Mannetjes: meer zwart op achterlijf en onderbroken blauwe schouderstrepen
38 39-48mm 40-45mm Houtpantserjuffer Zwervende pantserjuffer Lang, slank, geheel metaalgroen Geheel donker achterhoofd Tweekleurige pterostigma s 30-39mm 30-34mm Tengere pantserjuffer Klein en fijn gebouwd, metaalgroen tot bronskleurig Onderzijde achterhoofd geel, scherpe overgang naar donkere bovenzijde Lantaarntje 26-32mm Kleine roodoogjuffer Man: blauwe tekening aan basis en punt van achterlijf: niet scherp afgesneden en doorlopend segment 2 en mm Bruine winterjuffer Vrouw: volledige schouderstreep & zijaanzicht bont: zowel gele als groene of blauwe kleuren 30-36mm Grote roodoogjuffer Man: blauwe tekening aan basis en punt van achterlijf scherp afgesneden: segment 2 en 8 zwart Vrouw: onderbroken schouderstreep & lichte lichaamsdelen eenkleurig geel, groen of blauwig
39 5. Waarnemingsformulier dagvlinders Dagvlinders - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Traject: Nr.: Aanwezige soorten: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Toelichting 'type waarneming' Type waarneming Afkorting Adult Ad Pop Po Rups Ru Ei Ei Trajectnummer Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen
40 Trajectnummer Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen
41 6. Waarnemingsformulier libellen en juffers Libellen en juffers - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Traject: Nr.: Aanwezige soorten: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Toelichting 'type waarneming' Type waarneming Afkorting Imago Im Larven Larf Larvenhuid Lhu Trajectnummer Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen
42 Trajectnummer Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen
43 Monitoring nachtvlinders De monitoring van nachtvlinders vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle telgebieden worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. 1. Telgebied De telpunten voor de monitoring van de nachtvlinders moeten voldoen aan de volgende eisen : Telpunt van denkbeeldig 2x2 meter (i.v.m. de grootte van de val, zie hoofdstuk 3) Zet de val 0.3 tot 1 meter hoog i.v.m. predatie (mieren, spinnen, egels, etc.) Van zonsondergang tot zonsopgang staat de lamp aan Haal de val zo snel mogelijk leeg na het uitdoen van de lamp (klamboe kan helpen om ontsnappen van vlinders te voorkomen) Zorg ervoor dat de val bij het legen niet in de volle zon staat Laat de nachtvlinders na determinatie los bij goede schuilmogelijkheden In afbeelding 1 zijn de telpunten te zien voor in het onderzoeksgebied van de Galloways. In afbeelding 2 zijn de telpunten te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. De telpunten zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 staan de coördinaten van de telpunten. De punten kunnen worden gevonden aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden. G1 G2 Afbeelding 1 - Nachtvlinders telpunten in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de coördinaten.
44 B1 B2 Afbeelding 2 - Nachtvlinders telpunten in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 1 voor de coördinaten. Tabel 1 - Coördinaten van de telpunten voor de monitoring van de nachtvlinders. Telpunten nachtvlinders X - coördinaat Y - coördinaat Galloway G G Boerenvee B B Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring van de nachtvlinders: Tellingen mogen gedurende het hele jaar (minimaal 6x) Voorkeur: o Tussen april en november: 2 tellingen per maand o Tussen mei en juni: 3 tellingen per maand o In ieder geval één telling per maand in periode april - oktober De val dient aan te staan tussen zonsondergang en zonsopgang (zie voor de tijden van zonsondergang en zonsopgang in Naarden 's Ochtends een kwartier tot enkele uren tellen Tellingen zijn minimaal 3 dagen uit elkaar i.v.m. impact van het licht in de nacht op het ecosysteem Goede weersomstandigheden: o Min of meer droog weer o Weinig wind (<4 Beaufort, zie tabel 2) o > 8 C (minimale begintemperatuur) o Weinig maan (zie o Beste weer: bewolkt, warm en broeierig
45 Tabel 2 - Windkracht in Beaufort met omschrijving Windkracht Beschrijving 1 Wind zichtbaar aan rookpluimen, niet aan windvaan 2 Windvaan beweegt, wind voelbaar aan het gelaat 3 Bladeren en twijgen voortdurend in beweging 4 Kleine takken bewegen, stof en papier dwarrelen op 5 Kleine takken met bladeren maken zwiepende bewegingen, gekuifde golven op het water 6 Grote takken bewegen, er mag niet meer geteld worden 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring van de nachtvlinders: Val (te koop bij o Voorkeur voor Skinnerval (koffermodel, afmetingen 44 x 42 x h35 cm, met een opening van 2.5 cm tussen de 2 plexiglazen platen) o Zes eierdozen (van 10 eieren) waarin vlinders weg kunnen kruipen Gebruikt u een ander type val, noteer dit dan. Wisselt u van valtype, dan is dit een nieuw telpunt. Lamp o Voorkeur voor type Philips ML 160 W of Philips HPL 125 W. o Accu voor stroomvoorziening gedurende hele nacht Kan ook met menglichtlampen van Philips van 250 W, of kleine TL-buisjes (Philips TLD-18W08 Blacklight 59mm TL armatuur, lampvoet G13 of een 12 V/8W TL armatuur) Blacklight lamp trekt lagere aantallen vlinders aan, maar heeft als voordeel dat het weinig zichtbaar licht geeft. Gebruikt u een ander type lamp, dan noteer dit. Wisselt u van lamptype, dan is dit een nieuw telpunt. Afzetting rondom de val tegen de grazers Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's (zie hoofdstuk 4.1.) Waarnemingsformulieren (zie hoofdstuk 5) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Potjes voor determinatie Digitale camera (eventueel) Klamboe (eventueel)
46 4. Soorten De volgende nachtvlinders worden verwacht gedurende de monitoring. Zie hoofdstuk 4.1. voor determinatiefoto's. Kroosvlindertje - Cataclysta lemnata Grote beer - Arctia caja Brandnetelmot - Anthophila fabriciana Waterleliemot - Elophila nymphaeata Kleine rietvink - Simyra albovenosa Rietvink - Euthrix potatoria Glad beertje - Eilema griseola Lieveling - Timandra comae Donkere marmeruil - Protodeltote pygarga Braamvlinder - Thyatira batis Hageheld - Lasiocampa quercus Bij de vangst van de nachtvlinders kunnen ook andere soorten in de val komen. Wespen, hommels, hoornaars en kevers zijn 's ochtends vaak rustig en makkelijk te verwijderen met een potje. Deze bijvangsten worden apart genoteerd.
47 4.1. Determinatiefoto's Grote beer Glad beertje Kleine rietvink Rietvink Lieveling Donkere marmeruil Braamvlinder Hageheld Kroosvlindertje Brandnetelmot Waterleliemot
48 5. Waarnemingsformulier Nachtvlinders - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Telpunt: Type val & lamp.: Aanwezige soorten: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Toelichting 'type waarneming' Type waarneming Afkorting Adult Ad Pop Po Rups Ru Ei Ei Telpunt Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen
49 Telpunt Soortnaam Type waarneming Aantal Opmerkingen Bijvangst
50 Monitoring sprinkhanen en krekels De monitoring van sprinkhanen en krekels vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle telgebieden worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. Sprinkhanen prefereren open schrale vegetatiestructuren. Gezien determinatie aan de hand van geluid specialistisch werk is, wordt bij deze methodiek uitgegaan van determinatie op zicht. 1. Telgebied Het plot voor de monitoring van de sprinkhanen en krekels moet voldoen aan de volgende eisen : Plot van 5 bij 5 meter (1 meter hoog plastic scherm rondom het plot ter voorkoming van wegvliegenof springen van de sprinkhanen en krekels) In afbeelding 1 zijn de telpunten te zien voor in het onderzoeksgebied van de Galloways. In afbeelding 2 zijn de telpunten te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. De telpunten zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 staan de coördinaten van de telpunten. De punten kunnen worden gevonden aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden. G1 G2 G3 G4 Afbeelding 1 - Sprinkhanen en krekels telpunten in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de coördinaten.
51 B1 B2 B3 Afbeelding 2 - Sprinkhanen en krekels telpunten in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 1 voor de coördinaten. Tabel 1 - Coördinaten van de telpunten voor de monitoring van de sprinkhanen en krekels. Telpunten sprinkhanen en krekels X - coördinaat Y - coördinaat Galloway G G G G Boerenvee B B B Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de monitoring: Monitoren van mei tot en met augustus Minimaal vier maal inventariseren Na het plaatsen van een plastic scherm het plot gedurende een aantal opeenvolgende perioden van 5 minuten leeg vangen. o Maximaal 4 keer herhalen. Monitoring bij goed weer (meeste activiteit) o Tussen uur en uur o Zonnig o > 20 C o Niet monitoren bij regen (uitstellen tot de volgende droge dag)
52 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de monitoring van de sprinkhanen en krekels: Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's (zie hoofdstuk 4.1.) Waarnemingsformulieren (zie hoofdstuk 5) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Plastic scherm van 1 meter hoog Potjes voor determinatie 4. Soorten De volgende sprinkhanen en krekels kunnen worden verwacht gedurende de monitoring. Zie hoofdstuk 4.1 voor determinatiefoto's. Veldsprinkhaan - Gomphocerinae spec. Moerassprinkhaan - Stethophyma grossum Gewoon Spitskopje - Conocephalus dorsalis Grote Groene Sabelsprinkhaan - Tettigonia viridissima Zeggendoorntje - Tetrix subulata Kustsprinkhaan - Chorthippus albomarginatus Bruine Sprinkhaan - Chorthippus brunneus Veenmol - Gryllotalpa gryllotalpa
53 4.1. Determinatiefoto's Veldsprinkhaan Zeggedoorntje Gewoon spitskopje Grote groene sabelsprinkhaan Felgroen Lichaam 3-4 cm Vleugels steken stuk achter lichaam uit Moerassprinkhaan Langwerpige lichtere en donkere vlekken lichaam Kustsprinkhaan Vrouwtjes: witte vleugelrand Rode lijn achterschenen Bruine sprinkhaan Veenmol
54 5. Waarnemingsformulier Sprinkhanen en krekels - monitoring Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Traject: Nr.: Aanwezige soorten: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Telgebied Soortnaam Aantal Opmerkingen
55 Telgebied Soortnaam Aantal Opmerkingen
56 Monitoring vogels De monitoring van de vogels vindt plaats ten behoeve van de vraag welke invloed begrazing heeft op de biodiversiteit bij het Naardermeer. Dit gebeurt in twee onderzoeksgebieden, waarbij het ene wordt begraasd door Galloways en het andere door boerenvee. Eenmaal in de vier jaar zullen alle routes worden gemonitord om verstoring van het gebied te minimaliseren. De monitoring moet plaatsvinden met minimaal 2 personen in verband met de toegankelijkheid en veiligheid in het laagveengebied. Gedurende de monitoring worden de vogels waargenomen die onder de BMP-A soorten ingedeeld zijn (Broedvogel Monitoring Project - Alle soortensoorten). 1. Telgebied Het telgebied voor de monitoring van de vogels moet voldoen aan de volgende eisen: Homogeen landschap Het telgebied beslaat 10 tot 250 ha Traject is tussen de en meter lang Min of meer rond of vierkant telgebied met herkenbare grenzen Startpunt en looprichting van de route worden steeds verlegd om maximale activiteit op andere delen van de route mee te maken o Vuistregel: bij iedere volgende bezoekronde een uur verder langs de route beginnen Constante loopsnelheid waarbij eventueel tussendoor kan worden gestopt In afbeelding 1 is de route te zien voor in het onderzoeksgebied van de Galloways. In afbeelding 2 is de route te zien voor in het onderzoeksgebied van het boerenvee. De routes zijn geheel willekeurig gekozen en aangepast aan de begaanbaarheid van het gebied. In tabel 1 staan de begin en eindcoördinaten van de routes. De routes worden gelopen aan de hand van de kaarten en GPS. Eventueel kan er gebruik worden gemaakt van een standaard kaart applicatie, waarmee men kan zien waar ze zich bevinden. Afbeelding 1 - Vogels route in onderzoeksgebied Galloways. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van de route.
57 Afbeelding 2 - Vogels route in onderzoeksgebied boerenvee. Zie tabel 1 voor de begin en eind coördinaten van de route. Tabel 1 - Coördinaten van het begin en einde van de routes voor de monitoring van de vogels. Telpunten nachtvlinders X - coördinaat Y - coördinaat Galloway Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat Boerenvee Begin traject - coördinaat Einde traject - coördinaat Frequentie Aan de volgende richtlijnen moet worden voldaan gedurende de inventarisatieronde van de vogels: Monitoren van maart tot en met juli (accent in april, mei en juni) Minstens 7 (vogelarm gebied) tot 10 maal (vogelrijkgebied) monitoren Jaarlijks dezelfde monitoring frequentie aanhouden Tussen de bezoeken liggen ongeveer 10 dagen Gemiddelde inventarisatietijd: 3 uur Bezoektijden: o Zonsopgang: 1,5 uur vóór zonsopgang tot zonsopkomst (zangvogels) o Late ochtend: zonsopkomst tot 4 uur erna (weide- en watervogels) o Overdag: 4 uur na zonsopkomst tot uiterlijk 1,5 uur voor zonsondergang (roof- en watervogels) o Avond: 1,5 uur voor en 1,5 uur na zonsondergang o Nacht: 1,5 uur na zonsondergang tot uiterlijk 1,5 uur voor zonsopgang Minstens 1-2 maal 's nachts monitoren Goede weersomstandigheden: o Rustig zonnig weer o Gemiddelde temperaturen o Hoge luchtvochtigheid is gunstig voor zangactiviteit o Gelieve niet bij slecht weer monitoren (harde neerslag, veel wind, kou). Bij langdurige slechte weersomstandigheden toch monitoren, gezien anders gehele inventarisatie kan mislukken.
58 3. Materialen De volgende materialen zijn van belang gedurende de inventarisatieronde van de vogels: Ontheffingen van Flora- en Faunawet en Natuurmonumenten voor betreding van het gebied o Overleg dit met Natuurmonumenten Naardermeer GPS Kaarten van de te onderzoeken gebieden Determinatiefoto's (via website Waarnemingsformulieren met afkortingen en codes (zie hoofdstuk 5) Notitieboekje met potlood Bij nat weer kan het beste met potlood worden geschreven, zodat het schrift altijd leesbaar blijft. Verrekijker / telescoop 4. Soorten De volgende vogels die onder BMP-A vallen kunnen worden verwacht gedurende de monitoring. Deze lijst bevat broed-, winter- en watervogels. Determinatiefoto's zijn te vinden via website Fuut - Podiceps cristatus Knobbelzwaan - Cygnus olor Grauwe gans - Anser anser Canadese gans - Branta canadensis Nijlgans - Alopochen aegyptiacus Krakeend - Anas strepera Wilde eend - Anas platyrhynchos Soepeend - Anas unox Slobeend - Anas clypeata Kuifeend - Aythya fuligula Tafeleend - Aythya ferina Zomertaling - Anas querquedula Havik - Accipiter gentilis Waterral - Rallus aquaticus Waterhoen - Gallinula chloropus Kleinste waterhoen - Porzana pusilla Meerkoet - Fulica atra Kleine Plevier - Charadrius dubius Bontbekplevier - Charadrius hiaticula Kievit - Vanellus vanellus Tureluur - Tringa totanus Koekoek - Cuculus canorus Groene specht - Picus viridis Kleine Bonte Specht - Dendrocopos minor Grote Bonte Specht - Dendrocopos major Boompieper - Anthus trivialis Witte Kwikstaart - Motacilla alba alba Winterkoning - Troglodytes troglodytes Heggenmus - Prunella modularis Roodborst -Erithacus rubecula Blauwborst - Luscinia svecica Gekraagde Roodstaart - Phoenicurus phoenicurus Merel - Turdus merula Zanglijster - Turdus philomelos Grote Lijster - Turdus viscivorus Sprinkhaanzanger - Locustella naevia Snor - Locustella luscinioides Rietzanger - Acrocephalus schoenobaenus Bosrietzanger - Acrocephalus palustris Kleine Karekiet - Acrocephalus scirpaceus Grote Karekiet - Acrocephalus arundinaceus Spotvogel - Hippolais icterina Grasmus - Sylvia communis Tuinfluiter - Sylvia borin Zwartkop - Sylvia atricapilla Tjiftjaf - Phylloscopus collybita Fitis - Phylloscopus trochilus Grauwe Vliegenvanger - Muscicapa striata Bonte Vliegenvanger - Ficedula hypoleuca Baardmannetje - Panurus biarmicus Staartmees - Aegithalos caudatus Glanskop - Parus palustris Matkop -Parus montanus Pimpelmees - Parus caeruleus Koolmees - Parus major Boomkruiper - Certhia brachydactyla Wielewaal - Oriolus oriolus Gaai - Garrulus glandarius Zwarte Kraai - Corvus corone corone Vink - Fringilla coelebs Groenling - Carduelis chloris Putter - Carduelis carduelis Kneu - Carduelis cannabina Goudvink - Pyrrhula pyrrhula
59 Appelvink - Coccothraustes coccothraustes Rietgors - Emberiza schoeniclus Kwartel - Coturnix coturnix Kwartelkoning - Crex crex Scholekster - Haematopus ostralegus Watersnip - Gallinago gallinago Grutto - Limosa limosa Dodaars - Tachybaptus ruficollis Roerdomp - Botaurus stellaris Purperreiger - Ardea purpurea Wintertaling - Anas crecca Wespendief - Pernis apivorus Blauwe reiger - Ardea cinerea Kolgans - Anser albifrons Soep-/Boerengans - Anser anser forma domesticus Bergeend - Tadorna tadorna Smient - Anas penelope Wilde eend - Anas platyrhynchos Kokmeeuw - Chroicocephalus ridibundus Brandgans - Branta leucopsis Bruine Kiekendief - Circus aeruginosus Buizerd - Buteo buteo Boomvalk - Falco subbuteo Fazant - Phasianus colchicus Houtsnip -Scolopax rusticola Visdief -Sterna hirundo Houtduif - Columba palumbus Zomertortel - Streptopelia turtur Bosuil - Strix aluco Ransuil - Asio otus Aalscholver - Phalacrocorax carbo Grote zilverreiger - Ardea alba Grote zaagbek - Mergus merganser Stormmeeuw -Larus canus Grote mantelmeeuw - Larus marinus Ruigpootbuizerd - Buteo lagopus Pijlstaart -Anas acuta IJsvogel - Alcedo atthis Kleine zwaan - Cygnus bewicki
60 5. Waarnemingsformulier Vogels BMP-A Telformulier Jaar van inventarisatie: Gegevens traject: Regio: Traject: Nr.: Startpunt: Waarnemer: Naam: Organisatie: Adres: Postcode en plaats: Tel.: Waarnemingen formulier e veldbezoek Datum Begintijd Eindtijd dag mnd jaar uur min uur min Weer Temperatuur ( C): Bewolking onbewolkt 1.. half bewolkt 2.. geheel bewolkt 3.. Windkracht (Beaufort): Windrichting: Traject nummer Soortnaam Aantal Type waarneming Broedcodes Opmerkingen
DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016
DAGVLINDERS EN LIBELLEN OP HET GOLFCENTRUM DE BATOUWE in ZOELEN 2016 KARIN VERSPUI 2016 Inleiding Het golfcentrum De Batouwe in Zoelen besteedt veel aandacht aan de natuurwaarden in hun terrein. In zowel
Nadere informatieMonitoringsplan. C.H. Razenberg A.A.J. Willems. HAS Hogeschool, Toegepaste Biologie, 2013-2014 30 juni 2014, s-hertogenbosch
Monitoringsplan Onderzoek naar de verschillen in invloed tussen natuurlijke jaarrond begrazing en seizoensbegrazing door boerenvee op de biodiversiteit bij het Naardermeer C.H. Razenberg A.A.J. Willems
Nadere informatieLibellenfauna in het Stropersbos
Libellenfauna in het Stropersbos - 2017 Stekene - Sint-Gillis-Waas STEENRODE HEIDELIBEL Sympetrum vulgatum Brigitte Van Passel Stroperbos Oost 17 juli 2017 Libellen zijn geschikt als indicatoren voor de
Nadere informatieKick-off TEEB Stad. Biodiversiteit bij groene investeringen
Kick-off TEEB Stad Biodiversiteit bij groene investeringen Meer kleur in stedelijk groen Niet alleen kwantiteit groen, Maar ook (bio)kwaliteit telt! Groen Meer kleur in het groen: meer biodiversiteit Drie
Nadere informatieEnkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer
Brigitte Van Passel Inleiding Werkingsgebied Krekengebied 2007-2010 Besluit Enkele pareltjes uit het Saleghem krekensnoer Inleiding Werkingsgebied Krekengebied 2007-2010 Besluit Werkingsgebied Natuurpunt
Nadere informatieLibellen inventarisatie de Pan. door Hugo van der Slot. Steenrode heidelibel
Libellen inventarisatie 2012 de Pan Steenrode heidelibel door Hugo van der Slot Verslag Libellen inventarisatie de Pan 2012 Beschrijving gebied De poelen bevinden zich in de duinen van Voorne ( atlasblok
Nadere informatieVERSLAG DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS VLINDERROUTE boomblauwtje
VERSLAG DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS VLINDERROUTE 2015 boomblauwtje Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland
Nadere informatieLibellen herkennen. Weidebeekjuffer Vrouwtjes zijn metaalglanzend groen, de mannetjes zijn blauw. Ze leven langs beken en rivieren (stromend water).
1 Libellen herkennen In Nederland leven 71 soorten libellen. Veel daarvan zijn zeldzaam en zul je niet snel tegenkomen. Zo n 25 soorten kun je wel in de stad tegenkomen. Van deze libellen bespreken we
Nadere informatieAGENDA. verslag vergadering 3 april opmerkingen
AGENDA Libellenwerkgroep Waasland vergadering - 27 februari 2018 verslag vergadering 3 april 2017 - opmerkingen terugblikken 2017 * activiteiten Libellenwerkgroep Waasland * jaarverslag - Wakona * communicatie
Nadere informatieJUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Gekleurde vleugels Vrij groot Blauw glanzend Langs stromend water
Beekjuffers -> 2 Lijken vlinders breedscheenjuffer weidebeekjuffer bosbeekjuffer JUFFERS klein, smal, ogen ver uiteen, zittend liggen vleugels meestal op achterlijf. Deel vleugel blauw Stromend water groen
Nadere informatieLibellen in het najaar
Libellen in het najaar De waarnemer liep vermoeid langs de waterkant, mijmerend over de vangsten van 1994. Het hele voorjaar en de zomer was de waarnemer al actief geweest in het veld en dat had hem geen
Nadere informatieVerslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld
Verslag libellenmonitoring 2017 Leersumse Veld Jan Katsman, januari 2018 Libellenmonitoring 2017 in het Leersumse Veld. Het gebied Hert Leersumse Veld is eigendom van en wordt beheerd door Staatsbosbeheer.
Nadere informatieAGENDA. verslag vergadering 14 januari opmerkingen
AGENDA Libellenwerkgroep Waasland vergadering - 29 oktober 2016 verslag vergadering 14 januari 2016 - opmerkingen terugblikken 2016 * activiteiten Libellenwerkgroep Waasland * eerste resultaten voorbije
Nadere informatieLibellen in de Wellemeersen
Libellen in de Wellemeersen 2008-2016 Een actualisatie van de verspreiding van libellen in de Wellemeersen, een natuurreservaat langs de Dender (België -Oost-Vlaanderen) Situering Natuurreservaat De Wellemeersen
Nadere informatieDAGVLINDERS WOUDSE BOS 2013 VLINDERMONITOR
DAGVLINDERS WOUDSE BOS 2013 VLINDERMONITOR Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland http://twitter.com/#!/knnvafddelfland
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2011 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2011 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieNatuurmeetnet. Zuiderpark. resultaten A. de Baerdemaeker & M.A.J. Grutters bsr-rapport 119
Natuurmeetnet Zuiderpark resultaten 2008 A. de Baerdemaeker & M.A.J. Grutters bsr-rapport 119 Gemeentewerken Rotterdam in opdracht van Werf Charlois Colofon bsr-rapport 119 titel Natuurmeetnet Zuiderpark
Nadere informatieDAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS 2015 VLINDERMONITOR-VLINDERBIOTOOP. dagpauwoog
DAGVLINDERS ABTSWOUDSE BOS 2015 VLINDERMONITOR-VLINDERBIOTOOP dagpauwoog Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland
Nadere informatieInsecten van de Potpolder
Insecten van de Potpolder Toen we begin 2006 aan het Potpolderproject begonnen hadden we geen idee welke soorten insecten we zouden ontdekken. Geen probleem want we zouden alles inventariseren! Dat er
Nadere informatieDagvlinders vouwen in rust hun vleugels verticaal, recht boven hun lijf samen (met één uitzondering: de dikkopjes).
1 Vlinders herkennen Er zijn veel meer nachtvlinders dan dagvlinders; in Nederland leven 53 soorten dagvlinders en zo n 2000 soorten nachtvlinders. Nachtvlinders zie je echter veel minder omdat veel soorten
Nadere informatieJaarverslag Vlinders en Libellen
2013 Jaarverslag Vlinders en Libellen Werkgroep Vlinders en Libellen Hoekschewaards Landschap 2 Inhoud KORTE TERUGBLIK... 3 WAARNEMERS... 5 WEERSOMSTANDIGHEDEN... 5 HWL-TERREINEN... 6 DE STAART... 6 OUDENDIJK,
Nadere informatiegebeten door LIBELLEN
grote keizerlibel Claudia Piens gebeten door LIBELLEN 1 presentatie LVV Libellenstudiedag waarnemingen.be weinig waarnemingen uit het Waasland 2006 2008 2011 2012 2014 2015 Natuurstudiewerkgroep Waasland
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieTUINMEETNET. BC Molsbroek Lokeren Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied. VVE WG DV - project tuinmeetnet
TUINMEETNET Project dagvlinders Durme- en Scheldegebied BC Molsbroek Lokeren 218-2-17 Aanwezig Katy Beke Koenraad Bracke Sandra Cassier Jurgen Couckuyt Nico Cougé Sylvain Cuvelier Jan De Coninck Beau De
Nadere informatieLibellenfauna in het Stropersbos
Libellenfauna in het Stropersbos Stekene - Sint-Gillis-Waas ZWARTE HEIDELIBEL Sympetrum danae mannetje Brigitte Van Passel Stroperbos Oost 23 augustus 2016 Libellen zijn geschikt als indicatoren voor de
Nadere informatieDAGVLINDERS ABTWOUDSE BOS 2012 VLINDERMONITOR
DAGVLINDERS ABTWOUDSE BOS 2012 VLINDERMONITOR KNNV afdeling Delfland 1 Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl
Nadere informatieagenda oefenmiddag 14 februari 2018
Na de zoektocht naar de rups van de kleine ijsvogelvlinder in het Stroperbos schreef Marc in een mail van 11 oktober 2017 dat hij graag in februari 2018 een lokale oefenmiddag wilde organiseren: herkennen
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2017 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2017 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2013 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2016 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2016 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieLIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002
2002 LIBELLEN IN DE UITERWAARDEN ROND ZALTBOMMEL VINCENT KALKMAN 2002 FEBRUARI 2002 tekst Vincent Kalkman productie Stichting European Invertebrate Survey - Nederland postbus 9517, 2300 RA Leiden tel.
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2015 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2015 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2012 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2012 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieDagvlinders en libellen Rijswijkse Golfclub
Dagvlinders en libellen Rijswijkse Golfclub Dagvlinders en libellen Rijswijkse Golfclub 2006 Tekst en foto s: Kars Veling Rapportnummer: VS2006.028 Productie: De Vlinderstichting Postbus 506 6700 AM Wageningen
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2012 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2013 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieJaarverslag 2015 Samenstelling: Henk Wagenaar
Jaarverslag 2015 Samenstelling: Henk Wagenaar Jaarverslag 2015 Vlinder en Libellenwerkgroep Zeeland Met medewerking van : Insectenwerkgroep Oost Zeeuws-Vlaanderen ( w erkgroep van Natuurbeschermingsver.
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieDagvlinders van de Strabrechtse Heide
Dagvlinders van de Strabrechtse Heide Roel van den Heuvel Inhoud Dikkopjes 4 Grote Pages 5 Witjes 6 Blauwtjes, Kleine Pages en Vuurvlinders 9 13 Inleiding 3 Dankwoord 21 Inleiding Dit rapport geeft een
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2013 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2013 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieJAARVERSLAG INSECTENWERKGROEP
JAARVERSLAG INSECTENWERKGROEP - 2016 We hebben een goed vlinder- en insectenjaar achter de rug. Het seizoen begon iets later dan het voorgaande jaar, maar het hield lang stand, tot in oktober. We hebben
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Laegieskamp In 2015 met een overzicht van incidentele waarnemingen 1992 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2016 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C.
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder In 2015 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2015 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieWaasland-Noord / natuurstudie
WERKGROEP : LIBELLEN ODONATA / waarnemingen 2010 Del Het centraliseren van alle infrmatie met betrekking tt waarnemingen van LIBELLEN in de natuurgebieden Waasland-Nrd en dicht bij huis in de gemeenten
Nadere informatieHandleiding Landelijk Meetnet Nachtvlinders
Handleiding Landelijk Meetnet Nachtvlinders Handleiding Landelijk Meetnet Nachtvlinders Tekst: Annette van Berkel Dick Groenendijk Mathilde Groenendijk Kars Veling Met medewerking van : Chris van Swaay
Nadere informatieLibelleninventarisatie. Natuurmonumentengebied. Hollands Ankeveen
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Hollands Ankeveen In 2009 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen - 2 / 43 - - 3 / 43 - Copyright 2010 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen
Nadere informatieAanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur
Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur 2017 Aanvullend natuuronderzoek TATA tbv tijdelijke natuur C. van den Tempel & V. Ronde 2017 Projectleider Afdeling Opdrachtgever Financiering Foto
Nadere informatieDAGVLINDERS TALUD A4 2010
DAGVLINDERS TALUD A4 21 KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 26 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland
Nadere informatieWaarnemingen Noord-Hollands Duinreservaat Verslag 2009
Libellenwerkgroep Noord Kennemerland Waarnemingen Noord-Hollands Duinreservaat Verslag 9 John van Roosmalen, Harm Niesen, Arnold Wijker, Wilbert Kerkhof Bruine winterjuffer in de sneeuw, januari. Van deze
Nadere informatieLibelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder
Libelleninventarisatie Natuurmonumentengebied Horstermeerpolder In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356 w.j.a.hoeffnagel@hccnet.nl
Nadere informatieWAARNEMINGENOVERZICHT KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland
WAARNEMINGENOVERZICHT 2018 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland WAARNEMINGENOVERZICHT 2018 KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland KNNV-Libellenwerkgroep Zuid-Kennemerland, Haarlem Tekst Tabellen
Nadere informatieLibellen in de gemeente Kampen
Libellen in de gemeente Kampen Kleine roodoogjuffer en rivierrombout door Gerrit Koopman Algemeen Libellen (Odonata) zijn bij Kampen en in de rest van Nederland door twee van de drie bestaande onderorden
Nadere informatieWesthoofdvallei 2010.
Westhoofdvallei 2010. Inventarisatie: Dagvlinders Nachtvlinders Dagactieve nachtvlinders Libellen + juffers. Onderzoekers/vrijwilligers: Joke van Leeuwen Peter Rooij Wim Prins Terrein: Het terrein bestaat
Nadere informatieLibelleninventarisatie Goois Natuurreservaat Gebied Zanderij Cruysbergen
Libelleninventarisatie Goois Natuurreservaat Gebied Zanderij Cruysbergen In 2014 W.J.A. Hoeffnagel Ankeveen Copyright 2014 W.J.A. Hoeffnagel (Willem-Jan) Mr. J.C. Buhrmannlaan 54 1244 PH Ankeveen 035-6919356
Nadere informatieMees Ruimte & Milieu T.a.v. de heer mr. M.W. van der Hulst Postbus AW Zoetermeer. Ons kenmerk: MEHA Datum: Versie:
Mees Ruimte & Milieu T.a.v. de heer mr. M.W. van der Hulst Postbus 854 2700 AW Zoetermeer Ons kenmerk: MEHA151056 Datum: Versie: 1 oktober 2015 Definitief Behandeld door: Mevr. M. Boer MSc Betreft: Resultaten
Nadere informatieJaarverslag 2014 Samenstelling: Henk Wagenaar
Jaarverslag 2014 Samenstelling: Henk Wagenaar Jaarverslag 2014 Vlinder en Libellenwerkgroep Zeeland Met medewerking van : Insectenwerkgroep Oost Zeeuws-Vlaanderen ( w erkgroep van Natuurbeschermingsver.
Nadere informatieDAGVLINDERS: WOUDSE BOS 2009
DAGVLINDERS: WOUDSE BOS 2009 KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT email: afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland
Nadere informatieResultaat vlinder monitoring Juli 2013
Resultaat vlinder monitoring Juli Algemeen In Juli is het wisselend weer geweest. Toch hebben we het Vreewater 3x en de Ravenvennen plus Heideverbindingsroute 2x gelopen (begin aug bij Juli geteld) Bij
Nadere informatieJaaroverzicht Libellen van de Gelderse Poort 2009
Jaaroverzicht Libellen van de Gelderse Poort 2009 Peter Hoppenbrouwers Figuur 1: overzichtskaart Gelderse Poort (bron: www.geldersepoort.net) Colofon Uitgave van de Stichting Flora- en Faunawerkgroep Gelderse
Nadere informatieMet de steun van. Inhoud:
Inhoud: - Voorwoord - Waarnemingen 2007 - Soortbespreking - Lijst Belgische libellensoorten - Vliegperiode libellen - Favoriete uitsluipplaatsen volgens soort Met de steun van Milieudienst Libelleninventarisatie
Nadere informatieMonitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010
Monitoringroutes van libellen in de Gooi en Vechtstreek 2009 en 2010 Vlinder- en Libellenwerkgroep Gooi en Vechtstreek Ronald Hofmeester Hans van Oosterhout Informatie over dit rapport: Ronald Hofmeester,
Nadere informatieMeetnet Zuiderpark Resultaten monitoring
Meetnet Zuiderpark 2011 Resultaten monitoring A. de Baerdemaeker & R.W.G. Andeweg bsr-rapport 195 2011 Colofon bsr-rapport 195 projectnummer 0694 titel Meetnet Zuiderpark 2011 auteur(s) opdrachgever A.
Nadere informatieBC Molsbroek Lokeren Aanwezig
BC Molsbroek Lokeren 2017-11-11 Aanwezig 1. Sandra Casier 2. Jurgen Couckuyt 3. Sylvain Cuvelier 4. Beau De Block 5. Luc Dierick 6. Marc Gevers 7. Ortwin Hoffmann 8. Dave Maertens 9. Thomas Maertens 10.
Nadere informatieNieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012
Nieuwsbrief 8 van RAVON Afdeling Utrecht juli 2012 Contactpersoon RAVON Utrecht Wim de Wild Couwenhoven 7221 3703 HW Zeist wim.de.wild@ziggo.nl tel. 030-6963771 RAVON Utrecht verstuurt onregelmatig een
Nadere informatieDe Heikikker De Heikikker
De Heikikker Brabant Water beheert 2200 hectare grond waarvan 1500 hectare natuurgebied. Hiermee zijn wij een van de grootgrondbezitters in Noord-Brabant. In deze natuurgebieden liggen ook de waterwingebieden
Nadere informatieVLINDERS. generatie van o.a. de Kleine vos en Gehakkelde aurelia NATUURRIJK TESPELDUYN AUGUSTUS 2018
Als je je bal weer eens in de waterkant ziet verdwijnen, hebben sommige golfers toch enige huiver om in de kant te zoeken. De kikkers springen onverwacht op, libellen grazen over je hoofd en vreemde beestjes
Nadere informatieEen onderzoek naar de herpetofauna, vissen, dagvlinders, libellen en sprinkhanen op golfbaan De Hooge Vorssel te Nistelrode
1 Een onderzoek naar de herpetofauna, vissen, dagvlinders, libellen en sprinkhanen op golfbaan De Hooge Vorssel te Nistelrode Bruine vuurvlinder H. Cuppen Adviesbureau Cuppen September 2011 2 1. Inleiding
Nadere informatieTUINMEETNET t.o.v. D & S /03/2019 VVE Werkgroep Dagvlinders 1
TUINMEETNET 2018 t.o.v. D & S 2018 31/03/2019 VVE Werkgroep Dagvlinders 1 Agenda Quiz Inleiding Algemene gegevens van het tuinmeetnet 2018 & D & S 2018 Analyse Tuinmeetnet 2018 Belangrijkste parameters?
Nadere informatieAMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON
AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON AMFIBIEËN EN REPTIELEN IN HET PLANGEBIED EN OMGEVING VAN DE UITBREIDINGSLOCATIE RENDAC TE SON juni 2007 In
Nadere informatieDAGVLINDERS TALUD A VLINDERMONITOR
DAGVLINDERS TALUD A4 2012 VLINDERMONITOR zwartsprietdikkopje KNNV afdeling Delfland Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT Email: afdelingdelfland@knnv.nl
Nadere informatieMonitoring Ecocorridor Zwaluwenberg
Monitoring Ecocorridor Zwaluwenberg Nieuwsbrief Versie: oktober 2014 Inhoud 1. Inleiding 2. Zoogdieren 3. Herpetofauna 4. Vlinders 5. Overig 6. Colofon Wat dragen de ecoducten bij de Zwaluwenberg bij aan
Nadere informatieMeertje De Waal en Strypsche Wetering
Meertje De Waal en Strypsche Wetering - 2011. KNNV afd. Voorne: Inventarisatierapportage dag- en nachtvlinders + libellen en juffers. Overzicht van de geïnventariseerde gebiedjes. Gebiedsomschrijving:
Nadere informatieVlinders in de vogelakkers van de gemeente Eersel In vergelijking met de regulier verpachte akkers
Vlinders in de vogelakkers van de gemeente Eersel In vergelijking met de regulier verpachte akkers Bruin blauwtje Samenstelling Wim Deeben Uitgave: Vogelwerkgroep De Kempen Oktober 2018 Inhoud 1. Inleiding...
Nadere informatieLIBELLEN - ODONATA LIBELLEN HOUDEN VAN MENSEN
LIBELLEN - ODONATA LIBELLEN HOUDEN VAN MENSEN 2 ONDERORDEN - JUFFERS ZYGOPTERA - ECHTE LIBELLEN ANTISOPTERA LIBEL JUFFER ECHTE LIBELLEN ACHTERVLEUGELS BREDER VLEUGELS IN RUSTSTAND AAN WEERSZIJDEN VAN
Nadere informatieInventarisatie van de dagvlinders, libellen en sprinkhanen in het bosreservaat COOLHEMBOS te Kalfort-Puurs in 2007
Inventarisatie van de dagvlinders, libellen en sprinkhanen in het bosreservaat COOLHEMBOS te Kalfort-Puurs in 2007 Rapport van Natuurpunt afdeling Klein-Brabant Paul Mees Joost Reyniers INLEIDING In 2006
Nadere informatieWat valt er te kiezen?
Marijn Nijssen Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Begrazing Wat valt er te kiezen? Effecten van duinbegrazing op faunadiversiteit Wat valt er te kiezen? Marijn Nijssen Bart Wouters Herman van
Nadere informatieDAGVLINDERS TALUD A VLINDERMONITOR
DAGVLINDERS TALUD A4 2015 VLINDERMONITOR Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging KNNV afdeling Delfland Postbus 133 2600 AC DELFT afdelingdelfland@knnv.nl www.knnv.nl/afdelingdelfland twitter:
Nadere informatieDe Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 3 juli 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een heerlijke, zonnige dag met niet teveel wind. Met een beetje sluierbewolking zou het een ideale dag zijn geweest
Nadere informatieNationale Bijentelling. Onderzoeksactiviteit 1
Nationale Bijentelling Onderzoeksactiviteit 1 1 Nationale BIJENTELLING Onderzoeksactiviteit 1 Hoe gaat het met de wilde bijen in Nederland? Vincent Kalkman, onderzoeker bij Naturalis en EIS Kenniscentrum
Nadere informatieHans Hollander Rapport 29 8 februari Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013
Hans Hollander Rapport 29 8 februari 2014 Dagvlinderwaarnemingen in en om Wijchen 2004 t/m 2013 Hans Hollander Oudelaan 2005 6605 SC Wijchen 024-6412564 hanshollander@xmsnet.nl Overige publicaties: 1 Hollander,
Nadere informatieSOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND
SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND Vlinder Bont zandoogje Sterke toename Vogel Lepelaar Sterke toename Vogel Kolgans Sterke toename Vogel Appelvink Sterke
Nadere informatieDETERMINATIE SLEUTEL VOOR DE NEDERLANDSE HEIDELIBELLEN
DETERMINATIE SLEUTEL VOOR DE NEDERLANDSE HEIDELIBELLEN VRAAG 1: Zijn de onderzijdes van de ogen blauw tot grijzig gekleurd? (bestudeer voorbeeld 1.1) JA, NEE, De onderzijdes van de ogen zijn duidelijk
Nadere informatieDagpauwoog Hoe ziet hij eruit? Wanneer vliegt hij? Waar kun je hem vinden? Waar leven de rupsen? Atalanta
Je hebt vast wel eens een vlinder gezien. Maar heb een vlinder wel eens goed bekeken? Weet je welke planten een rups lekker vindt? En weet je het verschil tussen dagvlinders en nachtvlinders? De vlinders
Nadere informatieDe Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april 2017 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was donderdag de 20 ste een stuk aangenamer dan de dinsdag ervoor en dus koerste ik al fietsend weer richting De
Nadere informatieDagvlinderinventarisatie Open Duin Schiermonnikoog 2013
Dagvlinderinventarisatie Open Duin Schiermonnikoog 2013 Wilfred Alblas Tera en René Boelen Mireille de Heer Erik Jansen Joost Uittenbogaard Christa en Cees van der Wal 1 Dagvlinderinventarisatie Open Duin
Nadere informatieLibellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen
Libellenmonitoring in Nederland ervaringen na 16 jaar tellen Tim Termaat Libellenstudiedag Vlaanderen 15 februari 2014 1999 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 Hoe gaat
Nadere informatieDit was nooit gelukt zonder de vele waarnemingen van de vele vrijwilligers! Wij zijn jullie zeer dankbaar!
Dit was nooit gelukt zonder de vele waarnemingen van de vele vrijwilligers! Wij zijn jullie zeer dankbaar! project dagvlinders Durme- en Scheldegebied 2013 waarom een project dagvlinders in deze streek?
Nadere informatieLibellen in de duinen van de Noordkop 2000
Libellen in de duinen van de Noordkop 2000 SAMENVATTING In navolging van 1999 zijn dit jaar de monitorroutes van de libellenfauna in de Grafelijkheidsduinen, Doggersplaats (Refugium) en Zwanenwater in
Nadere informatieRAVON Hemelvaartweekeind
RAVON Hemelvaartweekeind Veluwe en Achterhoek 2016 Peter Frigge RAVON Hemelvaartweekeind Veluwe en Achterhoek 2016 Colofon Status uitgave: Rapportnummer: 2016.000 Datum uitgave: 9 maart 2017 Titel: RAVON
Nadere informatieHet libellenjaar 2006: een overzicht
Het libellenjaar 2006: een overzicht Geert De Knijf Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), Kliniekstraat 25, 1070 Brussel. geert.deknijf@inbo.be Summary. The season 2006 for Dragonflies (Odonata)
Nadere informatieDe Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 21 augustus 2018 Beste natuurliefhebber/-ster, Het was een prima dag. In de loop van de dag werd het warmer, een beetje benauwd zelfs en wat mij betreft had er iets
Nadere informatieLibellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh
Libellen in Drenthe René Manger Gerard Abbingh Assen 2005 Inhoud Voorwoord 3 Inleiding 5 Libellenfauna van Drenthe 6 Soortbespreking en verspreidingskaarten 15 Toekomst 110 Nieuwe natuurgebieden 110 Aandachtsgebieden
Nadere informatieDit boomblauwtje fladderde er lustig op los en liet zich moeilijk fotograferen, maar ook hier geldt De aanhouder wint.
De Wiershoeck-Kinderwerktuin, dinsdag 9 augustus 2016 Beste natuurliefhebber/-ster, Regelmatig wordt het weer iets anders dan de deskundigen hadden verwacht. Maar dit keer kregen ze toch gelijk. In de
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE BOOMKIKKER SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 BOOMKIKKER De Achterhoek is voor de boomkikker momenteel het belangrijkste gebied in Nederland. In de jaren 80 van de
Nadere informatieGrote vos Nymphalis polychloros
Nymphalis polychloros Jan Goedbloed Soortbeschrijving De is een grote bruinrode vlinder, behorend tot de familie van de schoenlappers Nymphalidae waar ook, Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde aurelia en Distelvlinder
Nadere informatieLibellenwerkgroep Waasland vergadering - 29 november 2018
Libellenwerkgroep Waasland vergadering - 29 november 2018 Aanwezig: Marc Bogaerts, Frank Cornelis, Hugo De Beuckeleer, Chris De Buyzer, Etienne De Schrijver, Guy De Vos, Marian Kiefer, Kris Peeters, Brigitte
Nadere informatieKUIPERSVEER. Jaarverslag 2013. FREE nature Esther Linnartz-Nieuwdorp februari 2014. In opdracht van
KUIPERSVEER Jaarverslag 2013 FREE nature Esther Linnartz-Nieuwdorp februari 2014 In opdracht van Inleiding Aan de noordkant van de Hoeksche Waard ligt aan de oever van de Oude Maas het gebied Kuipersveer.
Nadere informatiePoelen vol libelle. Theo de Jong
^^^YB Poelen vol libelle Inventarisaties in 989, 990 en 99 toonden aan dat in grote delen van de provincie Utrecht, met name in de Utrechtse Vallei, het aantal kleine geïsoleerde wateren ten opzichte van
Nadere informatieAMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP
AMFIBIEËN IN DE ACHTERHOEK DE KNOFLOOKPAD SAMEN WERKEN AAN EEN OPTIMAAL LANDSCHAP 1 2 KNOFLOOKPAD De knoflookpad is één van de meest bedreigde amfibie soorten in Nederland. Er zijn landelijk nog 40 restpopulaties
Nadere informatieMonitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide
Monitoring en inventarisatie reptielen en amfibieën Loonse en Drunense Duinen / Huis ter Heide 2010 Mark Klerks November 2010 Inleiding: Het jaar 2010 kwam maar langzaam op gang. Vooral het voorjaar was
Nadere informatie