De keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd"

Transcriptie

1 De keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd Auteurs: Sanne Heerkens en Suzanne van Meer Afstudeerproject: , januari 2010 Flevoziekenhuis Almere Hogeschool van Amsterdam Bacheloropleiding Voeding & Diëtetiek 1

2 De keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd Een literatuuronderzoek in opdracht van het Flevoziekenhuis Almere. Auteurs Suzanne van Meer Lange Poellaan VV Haarlem suzanne.van.meer@hva.nl Sanne Heerkens Langswater EG Amsterdam sanne.heerkens@hva.nl Afstudeerproject Opdrachtgevers Docentbegeleiders E. de Bruin, M. Husrefovic Afdeling Diëtetiek Flevoziekenhuis Almere Hospitaalweg RA Almere H. Ozturk, E. Groenewoud Hogeschool van Amsterdam Dr. Meurerlaan SM Amsterdam 2

3 Voorwoord Deze scriptie is geschreven ter afronding van de bacheloropleiding Voeding en Diëtetiek aan de Hogeschool van Amsterdam Wij hebben een literatuur- en veldonderzoek verricht gedurende 20 weken naar de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot zes maanden gecorrigeerde leeftijd. Dit in opdracht van het Flevoziekenhuis in Almere voor de diëtisten van de afdeling Neonatologie. Langs deze weg willen wij graag een aantal personen bedanken, te weten H. Ozturk, docentbegeleidster van de opleiding Voeding en Diëtetiek en de praktijkbegeleidsters E. de Bruin en M. Husrefovic, diëtisten van de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis, voor de actieve begeleiding gedurende het proces. Ook de ziekenhuizen die hebben meegewerkt aan de vragenlijst en Nutricia willen we graag bedanken voor de interessante en informatieve workshop die wij hebben mogen bijwonen. Als laatste willen wij iedereen in onze omgeving bedanken voor de aanmoediging en steun tijdens de afgelopen periode. Amsterdam, januari 2010 Sanne Heerkens en Suzanne van Meer 3

4 Samenvatting Doel(groep) Sinds 2004 wordt in het Flevoziekenhuis op de afdeling neonatologie een vast enteraal voedingsbeleid voor pre- en dysmaturen aangehouden. In de afgelopen vijf jaar is er nieuwe literatuur verschenen over dit onderwerp en hebben er nieuwe ontwikkelingen plaatsgevonden. Om het huidige beleid aan te passen aan de nieuwste inzichten, is er een literatuuronderzoek en een veldonderzoek verricht. Het beleid wordt gebruikt door de verschillende disciplines op de afdeling neonatologie. De probleemstelling voor dit literatuuronderzoek luidde: Wat is de evidence-based aanbeveling voor de keuze van enterale voeding voor pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd? Onderzoeksmethode Voor het literatuuronderzoek zijn wetenschappelijke artikelen verkregen uit diverse databases, onder andere Pubmed, Medline, Cochraine. Vooraf zijn criteria opgesteld. Alle artikelen moesten full-text zijn, uitsluitend gaan over pre- (dys)maturen en hun voeding en de onderzoeken moesten van niveau A1, A2 of B zijn. Er is een klinische PICO opgesteld als hulpmiddel, zodat de probleemstelling beantwoordbaar en klinisch relevant is. Tevens is er een verkennend veldonderzoek uitgevoerd, waarvoor een vragenlijst is opgesteld welke naar vijf ziekenhuizen in de regio almere zijn verstuurd. De uitkomsten van deze vragenlijst konden meegenomen worden bij de aanbeveling van de aanpassing van het huidige enterale voedingsbeleid voor pre- en dysmaturen in het Flevoziekenhuis. Discussie Over de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen is op dit moment geen landelijk eenduidig beleid. Hierdoor kunnen er geen overeenkomsten en verschillen benoemd worden met eerder uitgevoerd onderzoek binnen Nederland. Er is veel onderzoek gedaan naar de effecten van enterale voeding op pre- en dysmaturen. Echter was de probleemstelling van ons literatuuronderzoek zeer specifiek waardoor er weinig onderzoeken waren die de probleemstelling konden beantwoorden en meegenomen konden worden bij het opstellen van een nieuwe aanbeveling. Er is meer specifiek onderzoek nodig op het gebied van de voedingsbehoefte van prematuren met pre- en postnatale groeiachterstanden 1, de verandering in lichaamssamenstelling 13,17, de voedings- en gezondheidsstatus van de moeder 13, het effect van een hoge eiwitintake 14,17 en van voedingsinterventies op groei op de lange termijn, neurologische ontwikkeling1 en de ontwikkeling van insulineresistentie. 17 Aanbeveling In veel van de gevonden onderzoeken werden de effecten van de voedingen tot ontslag of tot de à terme leeftijd gemeten, aangezien de ontslagdatum en à terme leeftijd in de praktijk dicht bij elkaar liggen. Ook werd er vaak uitgegaan van gecorrigeerde leeftijden. 5,6,8,13 Dit is de enige wijziging in het stroomschema. In de aanbeveling wordt de ontslag- of à terme leeftijd aangehouden in plaats van 36 weken of 2000 g. Uiteindelijk is de aanbeveling gebaseerd op zes wetenschappelijke onderzoeken. Keywords: Pre-(dys)matuur, Moedermelk, (met) BMF, Preterme formule, Post discharge voeding, Groei en Ontwikkeling 4

5 Inhoudsopgave 1. Inleiding Onderzoeksmethode Literatuuronderzoek Overleving van pre- (dys)maturen Ontwikkeling van pre- (dys)maturen Enterale voeding Resultaten Veldonderzoek Resultaten Discussie Aanbeveling Literatuurlijst Bijlagen Bijlage I Voedingsschema Flevoziekenhuis Bijlage II Vragenlijst Bijlage III Brochure Bijlage IV Terminologie

6 6

7 1. Inleiding Het Flevoziekenhuis is een semi-topklinisch ziekenhuis en er wordt steeds meer specialistische zorg geleverd. Door de groei van de kinderafdeling is er een toenemende vraag naar specialistische zorg. In 2008 is een grotere neonatologie afdeling geopend. Hier wordt sinds kort ook high care neonatale zorg geleverd. De afdeling neonatologie in het Flevoziekenhuis telt momenteel 10 bedden. Dit wordt uitgebreid tot 14 bedden in Op de afdeling komen zuigelingen terecht die onder andere prematuur en/of dysmatuur zijn. Deze kinderen hebben extra zorg nodig, voeding speelt daarbij een belangrijke rol. 1 Om het voedingsbeleid actueel te houden, is er vraag vanuit de diëtisten van de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis om de richtlijnen aan te scherpen op basis van de nieuwste onderzoeken. De overleving van zeer prematuren (< 32 weken en 1500 g) is de afgelopen jaren verbeterd door optimalisering van de neonatale voeding en zorg. Tevens is er veel vooruitgang geboekt op medisch-technisch gebied, dit zorgt voor een aanzienlijk lagere sterfte bij pre- en dysmaturen. 2 Pre- en dysmaturiteit geeft een hoger risico op uiteenlopende ontwikkelingsproblemen en aandoeningen en/of ziekten. 3, 4, 5-8 Uit vele studies is gebleken dat vroege start van de juiste ondersteunende voeding dit risico verlaagt. 6, 7, 9, 10 Bij pre- en dysmaturen komen voedingsdeficiënties zeer geregeld voor, aangezien zij een hogere voedingsbehoefte hebben dan à terme zuigelingen. Voedingen die in de praktijk toegepast worden zijn: moedermelk met of zonder verrijking, of kunstmatige (preterme formule of postdischarge) voeding. 11 Ondanks dat er nationaal en internationaal onderzoek is verricht naar voeding voor pre- en dysmature zuigelingen, bestaat er tot op heden nog geen eenduidig landelijk beleid. In het Flevoziekenhuis wordt sinds 2004 een vaste richtlijn aangehouden (Bijlage I). Sindsdien is er nieuwe literatuur verschenen over dit onderwerp. Om de richtlijnen aan te passen aan de nieuwste inzichten is er vraag vanuit het Flevoziekenhuis om literatuuronderzoek te verrichten. Deze scriptie dient als een aanbeveling op grond van literatuur- en veldonderzoek voor de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis. Het doel van deze scriptie is om een eenduidige aanbeveling te geven aan de artsen en diëtisten op de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis omtrent de enterale voeding voor prematuren en dysmaturen, zowel gericht op (verrijkte) moedermelk als op kunstmatige (prematuren- of postdischarge) voeding tijdens ziekenhuisopname en na ontslag. Om erachter te komen welk enteraal voedingsbeleid er in andere ziekenhuizen in de regio Almere op de afdeling neonatologie gehanteerd wordt en waar dat beleid op gebaseerd is, is er een veldonderzoek uitgevoerd onder de diëtisten van de afdeling neonatologie met behulp van een vragenlijst. Aan de hand van deze 7

8 resultaten wordt er inzicht verkregen in strategie, beleidsbeslissingen en procedures wat betreft de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmature zuigelingen in de verschillende ziekenhuizen (Bijlage II). Tevens wordt er een brochure voor de ouders/verzorgers van pre- (dys)maturen over de voeding van hun kindje geschreven (Bijlage III). Het doel van de brochure is dat er meer eenduidigheid en helderheid ontstaat bij ouders/verzorgers omtrent de speciale voeding voor de pre- en dysmatuur geboren kinderen. De informatie in de brochure kan nuttig zijn voor consultatiebureauverpleegkundigen om een eenduidig beleid uit te dragen. In de brochure zal te lezen zijn waarom er een andere voeding voor pre- en dysmaturen is geadviseerd, hoe de ouders/verzorgers de verrijkte moedermelk en kunstvoeding klaar kunnen maken en kunnen bewaren. Er zal uitleg gegeven worden over bijvoeding en het doel ervan. Bovendien wordt er in samenwerking met Nutricia een workshop gegeven door het Flevoziekenhuis en Zorggroep Almere over de zorg van prematuren. Het is gebleken dat zowel (kinder)artsen en verpleegkundigen in de Jeugdgezondheidszorg aangeven dat als het gaat om het voedingsbeleid en de nazorg van prematuren, de samenwerking hiervoor in de regio Almere niet optimaal is en verbeterd kan worden. Tijdens deze workshop zullen wij de uitkomsten van het literatuuronderzoek presenteren, om te bespreken wat het beleid op het gebied van voeding en zorg voor prematuren zou kunnen zijn, gezien dit een praktisch knelpunt is. De probleemstelling luidt: Wat is de evidence-based aanbeveling voor de keuze van enterale voeding voor pre- en dysmaturen tijdens ziekenhuisopname tot 6 maanden gecorrigeerde leeftijd? De volgende deelvragen zijn gedurende de literatuurstudie naar voren gekomen en zullen in de scriptie beantwoord worden: 1. Bestaat er speciale voeding voor prematuren tijdens ziekenhuisopname en na ontslag en is dit nodig? 2. Welke criteria zijn er voor het starten en/of stoppen met prematurenvoeding? 3. Wanneer wordt er bij pre- en dysmaturen gestart met bijvoeding? 4. Hoe is de ontwikkeling van eten en drinken tijdens het eerste jaar bij pre- en dysmaturen vergeleken met à terme zuigelingen? In Bijlage IV is een terminologielijst te vinden. Hierin worden termen nader toegelicht. 8

9 2. Onderzoeksmethode Voor het literatuuronderzoek zijn wetenschappelijke artikelen verkregen uit diverse databases, zoals Pubmed, Medline, Cochraine, CINAHL, Academia, Bohn Stafleu Van Loghum Vakbibliotheek, Science Direct, Wiley Intersience etc. Ook zijn studieboeken gebruikt als literatuur. Er zijn zoektermen opgesteld om zo relevante artikelen te vinden. Tevens zijn er vooraf criteria opgesteld waaraan de artikelen moesten voldoen en er is een algemene PICO beschreven als hulpmiddel, zodat de probleemstelling beantwoordbaar en klinisch relevant is. De gevonden bruikbare artikelen die voldeden aan de criteria, zijn geanalyseerd. De uitkomsten zijn vervolgens gebruikt om de probleemstelling te beantwoorden. Vooraf opgestelde criteria De volgende criteria zijn gehanteerd om de gevonden artikelen te beoordelen: - Alle artikelen moeten uitsluitend gaan over onderzoek naar pre- (dys)maturen en hun voeding. - LIMITS: toegevoegd aan de databases bij voorkeur in de afgelopen vijf jaar en maximaal in de afgelopen 10 jaar, bij voorkeur gepubliceerd in de afgelopen vijf jaar en maximaal in de afgelopen 10 jaar, onderzoek gedaan bij mensen, alleen onderzoeken in het Engels en Nederlands en alleen full-text artikelen. - Alleen onderzoeken van niveau 1 of 2, dus onderzoeken van het type A1, A2 en B. Gebruikte zoektermen literatuuronderzoek Nutritional care in preterm infants (1065 hits) Nutrition in premature infants (2489 hits) Postdischarge nutrition, preterm/ premature (15 hits) Premature nutrition (234 hits) Preterm formula (70 hits) NICHD Neonatal research network (3153 hits) Preterm infant (3549 hits) Preterm birth (2044 hits) Minimal enteral feeding (10 hits) Preterm infant and nutrition (248 hits) Preterm infant and bottle feeding (13 hits) Nutrition in ELBW (6 hits) Tevens is er doorgelinkt naar verwante artikelen wat uiteindelijk het meeste resultaat heeft opgeleverd. Op deze wijze zijn de meest bruikbare en relevante artikelen gevonden. Uiteindelijk zijn zes artikelen gevonden die voldeden aan de vooraf opgestelde criteria 9

10 en die een antwoord gaven op de probleemstelling. De overige gevonden artikelen voldeden wel aan de criteria, maar waren niet specifiek genoeg om de probleemstelling te beantwoorden. Algemene PICO De PICO die is opgesteld bij het zoeken naar literatuur is: P = Patiënt/probleem : Pre- (dys)maturen. I = Intervention : Moedermelk met BMF, preterme formule of postdischarge voeding. C = Comparison : Moedermelk, standaard zuigelingenvoeding. O = Outcome : Snellere groei in lengte en gewicht, sneller ontslag uit het ziekenhuis, minder complicaties, optimaliseren groei/ontwikkeling op langere termijn ten opzichte van pre- en dysmaturen die standaard zuigelingenvoeding of moedermelk kregen. 10

11 3. Literatuuronderzoek Pre- en dysmaturen hebben na hun geboorte een andere start dan à term geboren zuigelingen. Dit kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van de zuigeling en de keuze van voeding. Overleving van pre- (dys)maturen De overleving van zeer prematuren is de afgelopen jaren verbeterd door optimalisering van de neonatale voeding en zorg. Door deze verfijning worden er verdere vragen opgeroepen met betrekking tot voeding van pre- en dysmaturen en de effecten op de langere termijn. 2 Uit onderzoek van Ward et al. (2003) blijkt dat de overlevingskans van prematuren in de afgelopen 20 jaar is gestegen. De kans op overleving van een prematuur geboren bij 23 weken is gestegen van 0 naar 65%. Voor elke week dat de zwangerschap voortduurt, stijgt de kans op overleving met nog eens 3%. Bij een zwangerschapsduur van 33 weken is de overlevingskans dan 95%. 12 Stabiele prematuren worden in Europa over het algemeen vaak ontslagen uit het ziekenhuis bij een postconceptionele leeftijd van rond de 35 tot 36 weken en met een gewicht van ongeveer 1800 tot 2100 gram. 3 In de afgelopen 20 jaar hebben belangrijke ontwikkelingen plaatsgevonden op het gebied van neonatale zorg. Er is veel vooruitgang geboekt op medisch-technisch gebied. Zo zijn bijvoorbeeld door toepassing van medicatie die longrijping stimuleren, ademhalingsproblemen kleiner dan vroeger. Door minder ademhalingsproblemen, treden er minder vaak hersenbeschadigingen op door een tijdelijk tekort aan zuurstof. Tevens zijn de beademingstechnieken verbeterd. Beide ontwikkelingen, zowel medisch als technisch, zorgen voor een aanzienlijk lagere sterfte bij prematuren. 2 Hiernaast is de voedingstoestand voor pre- en dysmaturen sterk verbeterd door de komst van prematuren- en post discharge voeding wat ook positieve gevolgen heeft op de overleving. 13 Ontwikkeling van pre- (dys)maturen Pre- en dysmaturen lopen een hoger risico op groeiachterstanden, achterstanden in de neurologische ontwikkelingen en gedragsproblemen. 3, 4, 7, 8, 14 Er is zelfs toenemend bewijs dat door een laag geboortegewicht, een snelle postnatale gewichtstoename of een combinatie van beiden, er nadelige lange termijn effecten kunnen optreden tijdens adolescentie. Bijvoorbeeld een verhoogd risico op hypertensie, hart- en vaatziekten, Diabetes Mellitus II en osteoporose. 3, 5, 6, 14 Er is weinig bekend over de prevalentie van groeiachterstanden of hetgeen de inhaalgroei bemoeilijkt bij prematuren na ziekenhuisontslag. 15 Wel is bekend dat vroege start van de juiste ondersteunende voeding van prematuren de kans op bovengenoemde ziekten vermindert. 6, 7, 9, 10 11

12 Uit de systematic review van ESPGHAN (2006) blijkt dat een vroege inhaalgroei door een voeding met een hoge energiedichtheid de neurologische ontwikkelingen bevorderd. Bij het maken van de keuze ten aanzien van de voeding kan zowel het belang van een vroege inhaalgroei op korte termijn, als het reduceren van groeiachterstanden op lange termijn overwogen worden, door middel van wel of geen speciale prematurenvoeding (preterme formule en/of post discharge voeding). 3 Enterale voeding Zuigelingen hebben een hoge energie- en eiwitbehoefte voor de opbouw van nieuwe weefsels, zodat ze kunnen groeien. Pre- en dysmature zuigelingen hebben een hogere behoefte dan á terme kinderen. Hoe hoog de voedingsbehoefte is, hangt af van onder andere de postconceptionele leeftijd, de groei(achterstand) en de ziektefactor. Deze factoren zorgen mede voor een hoger energie- en eiwitverbruik. Er wordt gestreefd naar een evenredige groei van de premature zuigeling en een ongeboren foetus van dezelfde leeftijd door middel van aangepaste voeding. Het streven naar een gelijke groei in de baarmoeder is vaak niet haalbaar in verband met fysiologie en metabolisme. 3, 10, 11 Standaard voeding kan niet geconcentreerd worden tot een niveau waarbij eiwit en calcium de hoge behoefte van de pre- en dysmaturen dekt, wat kan resulteren in een onacceptabele verhoging in osmolariteit en verhoging in concentraties van andere nutriënten. Mede om deze reden is preterme formule (tijdens ziekenhuisopname) en post discharge voeding (na ziekenhuisontslag) nodig. Het potentiële voordeel van post discharge voeding bij pre- en dysmaturen wordt steeds meer erkend. Verbeterde groei, ontwikkeling en botmineralisatie is gezien bij prematuren die post discharge voeding kregen na ziekenhuisontslag. 3, 4, 5-8, 13 Voedingen die in ziekenhuizen of na ontslag toegepast worden zijn: (verrijkte) moedermelk of kunstmatige (preterme formule of post discharge) voeding. 3, 10, 11 (Par)enterale voeding: Bij kinderen die zeer prematuur zijn kunnen de maag en darmen enterale voeding nog niet goed verdragen en worden de zuigelingen vaak gevoed met behulp van een voeding die rechtstreeks in de bloedbaan komt. Om de maag en darmen te stimuleren wordt na een aantal dagen overgegaan op een zeer kleine hoeveelheid sondevoeding (minimal enteral feeding). Na 11 tot 34 dagen kan een zuigeling meestal volledig enteraal gevoed worden (ofwel via sonde ofwel via borst of fles). Bij een zwangerschapsduur van ongeveer 34 weken heeft de zuigeling de benodigde motoriek en reflexen om zelf uit de borst of fles te drinken. 11, 13 Er wordt verder niet ingegaan op deze voeding, aangezien dit de taak van de behandelend arts is. 12

13 Moedermelk: Moedermelk bevat voedingsstoffen die goed zijn voor de zuigeling en die beter worden opgenomen dan flesvoeding. Moedermelk is zeer complex van samenstelling. Voor de meeste zuigelingen bevat moedermelk voldoende energie en voedingsstoffen voor de eerste zes maanden, met uitzondering van de vetoplosbare vitamines D en K. Bovendien bevat moedermelk een groot aantal stoffen die het kind beschermt tegen ziekten, waaronder immunoglobulines. De moedermelk van een te vroeg geboren zuigeling is anders van samenstelling dan de moedermelk voor een à terme zuigeling en voldoet dus in de eerste weken redelijk aan de voedingsbehoefte van de zuigeling. Na een aantal weken verdwijnt deze aanpassing en is een moedermelkverrijker nodig voor een snelle groei van het te vroeg geboren kindje. Dit heet BreastMilkFortifier, ofwel BMF. 11 BMF wordt toegevoegd om de voeding beter op de behoefte van een vroeg geboren baby af te stemmen. Het bevat extra energie, eiwit, vitaminen, mineralen en spoorelementen. BMF geeft een zo optimaal mogelijke voorziening van voedingsstoffen voor een goede groei en botopbouw. 16, 17 (Tabel 1) Preterme formule Wanneer ouders ervoor kiezen om geen borstvoeding te geven, is het alternatief flesvoeding. Aan de grote voedingsbehoefte van de premature zuigeling kan niet worden voldaan met een standaard zuigelingenvoeding, vandaar dat er een speciale prematurenvoeding (preterme formule) is ontwikkeld die per 100 ml meer energie, eiwit, calcium en fosfaat bevat dan standaard zuigelingenvoeding. 11, 16, 17 Preterme formule bevat meer energie dan standaard flesvoeding (Tabel 1). Bij een te snelle inhaalgroei is de kans op het ontwikkelen van het metabool syndroom groter op latere leeftijd. Om deze reden is er post discharge voeding op de markt gekomen. Dit bevat minder energie en eiwit dan de preterme formule. 11 (Tabel 1) Post discharge voeding Dit is speciale prematurenvoeding die ontwikkeld is voor in de thuissituatie. Deze voeding bevat minder energie en eiwit dan de preterme formule in het ziekenhuis. Uit de STEP-studie (2007) blijkt dat een post discharge voeding een positieve invloed heeft op de lichaamssamenstelling. Zuigelingen die hiermee gevoed zijn, bleken een lager vetpercentage te hebben en een grotere spiermassa, botmassa en botdichtheid dan de zuigelingen gevoed met een standaard flesvoeding. 11, 13, 18 (Tabel 2) 13

14 Tabel 1. Voedingen voor pre- en dysmaturen per 100 ml bereid product Voedingsstof Preterme moedermelk 19 À terme moedermelk 19 BMF * 17 Nutrilon Nenatal Start 17 Nutrilon Nenatal 1 17 Kcal Eiwit (g) Koolhydraten (g) Vet (g) Calcium (mg) Fosfor (mg) Ijzer (mg) Overzicht preterme moedermelk (bij een vroeggeboorte), à terme moedermelk (bij een voldragen zwangerschap), Nutrilon Nenatal BMF, Nutrilon Nenatal Start (preterme formule) en Nutrilon Nenatal 1 (post discharge voeding). Voedingsstoffen zijn per 100 ml bereid product. Bovengenoemde producten zijn van Nutricia, aangezien het Flevoziekenhuis dit merk gebruikt op de afdeling neonatologie en wordt geadviseerd in de thuissituatie. * Hier zijn voedingswaarden van moedermelk niet bij inbegrepen, aangezien de voedingswaarden tussen preterme en rijpe moedermelk onderling verschillen. 14

15 Resultaten In onderstaande tekst volgt een opsomming van de resultaten van het literatuuronderzoek. Deze resultaten dienen als bewijs voor de aanbeveling wat betreft het enterale voedingsbeleid voor pre- (dys)maturen van de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis Almere. In Tabel 2 is een overzicht te zien van de gebruikte onderzoeken met de resultaten. Het onderzoek van O Connor et al. uit 2008 vergelijkt moedermelk met verrijkte moedermelk bij 39 zuigelingen van een postconceptionele leeftijd van < 33 weken. Het onderzoek is uitgevoerd vanaf ontslag uit het ziekenhuis tot 12 weken daarna. Het gemeten effect op het gewicht, de lengte en de schedelomtrek is significant groter in de groep die verrijkte moedermelk kreeg. 5 Carver et al. (2001) onderzocht het effect van standaard flesvoeding en post discharge op gewicht, lengte en schedelomtrek bij zuigelingen < 37 weken. De onderzoekspopulatie bij zes maanden follow-up was 74 en bij 12 maanden follow-up 53. Het onderzoek begon bij ontslag van de zuigelingen uit het ziekenhuis en eindigde op de leeftijd van 12 maanden gecorrigeerd. De gemeten effecten waren significant groter bij de postdischarge groep met uitzondering van de lengte (p=<0.08). 6 Ook Lucas et al. (2001) richtte zijn onderzoek op gewicht, lengte en schedelomtrek. Hier werd het effect gemeten tussen moedermelk, standaard flesvoeding en post discharge voeding bij een groep van 229 zuigelingen met een postconceptionele leeftijd van < 37 weken en werd tot negen maanden na ontslag gevolgd. Het effect van post discharge voeding op het gewicht en de lengte was groter dan in de groep die moedermelk of standaard flesvoeding kreeg, met name bij jongens. Er werd geen verschil in schedelomtrek gemeten tussen standaard flesvoeding en post discharge voeding. 5 Bij 113 zuigelingen 34 weken werd door Cooke et al. (2001) gemeten wat het effect was van standaard flesvoeding en preterme formule op het gewicht, de lengte, schedelomtrek en botmineralisatie. Deze zuigelingen werden gedurende zes maanden gevolgd. Het gemeten effect op gewicht en lengte was groter in de groep zuigelingen die post discharge voeding kreeg dan de groep die standaard flesvoeding kreeg, met name bij jongens. 5 In de STEP-studie van Lafeber et al. (2007) werden in totaal 152 zuigelingen van < 32 weken postconceptionele leeftijd gevolgd tot zes maanden gecorrigeerd. Het effect van de volgende voedingen werd onderzocht: moedermelk, verrijkte moedermelk, standaard flesvoeding, preterme formule en post discharge voeding op de lichaamssamenstelling. Er is geen significant verschil gemeten in gewicht en lengte tussen standaard flesvoeding en post discharge voeding. Bij de spiermassa, botmassa en botdichtheid zijn significante verschillen gevonden bij de groep die post discharge 15

16 voeding kreeg ten opzichte van de groepen die standaard flesvoeding en moedermelk kregen, de vetmassa van de postdischarge groep was minder dan die van de standaard flesvoeding groep, pre- en dysmaturen gevoed met post discharge voeding hebben significant hogere nuchtere IGF waarden (insuline-like growth factor) dan borstgevoede zuigelingen. Tot slot geeft moedermelk een kleinere kans op insulineresistentie op latere leeftijd dan standaard flesvoeding en post discharge voeding. 13 In het meest recente onderzoek van Cooke et al. (2009) is de intra-uteriene groei (bij 35 en 37 weken) vergeleken met de extra-uteriene groei van 149 prematuren met een postconceptionele leeftijd van 34 weken tijdens ziekenhuisopname (van geboorte tot en met ontslag). De voedingen die gegeven werden waren moedermelk, verrijkte moedermelk, standaard flesvoeding en preterme formule. Bij geen van de voedingen was de extra-uteriene groei evenredig aan de intra-uteriene groei. 8 Deze resultaten vormen een belangrijk onderdeel voor de onderbouwing van de aanbeveling voor de afdeling neonatologie van het Flevoziekenhuis Almere. 16

17 Tabel 2. Overzicht uitkomsten literatuuronderzoek met betrekking tot enterale voeding bij pre- (dys)maturen. Artikel N= Postconceptionele leeftijd (wk) Follow-up Soort voeding Gemeten effect Outcome O Connor DL et al < 33 Vanaf ontslag tot 12 weken daarna. MM, MM + G (P<0.07)* ; L (P <0.02)* ; SO 1250g C < I* ; MM < MM + Carver JD et al Follow-up 6 mnd: 74 Follow-up 12 mnd: 53 < 37 Vanaf ontslag tot 12 maanden gecorrigeerde leeftijd. SF, PD G (P<0.04)* ; L (P<0.08)* ; SO (P<0.04)* ; SF < PD Lucas A et al < 37 9 mnd MM, SF, PD G, L SO MM, SF < PD m.n. bij jongens SF = PD Cooke RJ et al mnd SF, PTF G, L, SO, BTM SF < PTF m.n. bij jongens STEP-studie Lafeber H et al. 152 < 32 Tot 6 mnd gecorrigeerde leeftijd. MM, MM +, SF, PTF, PD G, L SM, BM, BD VM IGF IR SF=PD PD > SF, MM PD < SF PD > MM MM < SF, PD Cooke RJ et al Geboorte t/m ontslag. MM, MM +, SF, PTF Vergelijking E-U ( 34 wk) met I-U (35+37 wk) E-U groei niet evenredig aan I-U, mogelijk door tekort aan eiwit in relatie tot energie in voeding. MM=moedermelk; MM + =moedermelk met BMF; SF=standaard flesvoeding; PD=post discharge voeding; PTF=preterme formule; G=gewicht; L=lengte; SO=schedelomtrek; C=controlegroep; I=interventiegroep; SM=spiermassa; BM=botmassa; BD=botdichtheid; VM=vetmassa; IGF=insuline-like growth factor; IR=insuline resistentie; BTM=botmineralisatie; E-U=extra-uterien; I-U=intrauterien. * P<0.05 = significant 17

18 4. Veldonderzoek Tot op heden bestaat er geen landelijk eenduidig beleid omtrent de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmature zuigelingen. Om te achterhalen welk enteraal voedingsbeleid andere ziekenhuizen in de regio Almere hanteren op de afdeling neonatologie en waar dit beleid op gebaseerd is, is er naast het literatuuronderzoek een veldonderzoek gedaan met behulp van een semigestructureerde vragenlijst (Bijlage II) voor kinderdiëtisten. Aan de hand van deze semigestructureerde vragenlijst wordt er transparantie gecreëerd wat betreft de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmature zuigelingen in verschillende ziekenhuizen in de regio Almere. De antwoorden op de semigestructureerde vragenlijst kunnen meegenomen worden in de aanbeveling voor de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen. De vragen zijn gesteld aan de hand van het stroomschema van het Flevoziekenhuis (Bijlage I). Materialen Er is allereerst telefonisch contact gezocht met vijf ziekenhuizen in de regio Almere. Na toestemming gekregen te hebben, zijn er semigestructureerde vragenlijsten verstuurd per . Er is voornamelijk gekozen voor een open vraagstelling. Op deze manier kan de diëtist in eigen woorden vertellen en eventueel belangrijk gevonden punten er nog bij vermelden. De onderwerpen van de vragen waren: soort voeding bij pre- en dysmaturen, welke voeding bij welk gewicht /hoeveel weken, wanneer overgaan op andere voeding, welke evidence is er voor het huidige beleid en of dit recentelijk nog gewijzigd/aangepast is. Na goedkeuring van de semigestructureerde vragenlijst door opleiding en opdrachtgever is deze lijst naar vijf ziekenhuizen verstuurd. Er is voor deze ziekenhuizen gekozen, omdat het grotere ziekenhuizen zijn in de regio Almere en omdat kinderen uit de desbetreffende ziekenhuizen soms worden doorverwezen naar het Flevoziekenhuis Almere. De volgende ziekenhuizen zijn benaderd in overleg met de opdrachtgever: 1. AMC Amsterdam 2. Wilhelmina Kinderziekenhuis (UMC Utrecht) 3. LUMC Leiden 4. OLVG Amsterdam 5. UMC St. Radboud Nijmegen Doelgroep vragenlijst De doelgroep van het veldonderzoek was diëtisten die werkzaam zijn op de afdeling neonatologie. Van te voren waren er inclusie- en exclusiecriteria opgesteld om te 18

19 mogen deelnemen aan het veldonderzoek. Inclusiecriteria veldonderzoek: Diëtisten die minimaal zes maanden werkzaam waren op de afdeling neonatologie en die minimaal 24 uur per week werkten. Op deze manier was het zeker dat de diëtisten voldoende ervaring hadden op dit gebied. Exclusiecriteria veldonderzoek: Diëtisten die korter dan zes maanden werkzaam waren op de afdeling neonatologie en die minder werkten dan 24 uur per week. 19

20 Resultaten Drie van de vijf benaderde ziekenhuizen hebben de vragenlijst per beantwoord. Van de overige twee benaderde ziekenhuizen is geen reactie gekomen. Uit de uitkomsten van de ontvangen vragenlijst blijkt dat er zowel overeenkomsten als verschillen zijn tussen de desbetreffende ziekenhuizen. Soort voeding Wat opvalt, is dat twee van de drie ziekenhuizen dezelfde soort voeding hanteren, namelijk moedermelk met/zonder BMF, preterme formule, post discharge voeding en standaard flesvoeding. Eén ziekenhuis gebruikt geen post discharge voeding in de thuissituatie, maar preterme formule en adviseert hypo allergene voeding in plaats van standaard flesvoeding. Tevens verschillen de merken van de flesvoedingen per ziekenhuis. Onderbouwing beleid De keuze van voeding wordt in sommige ziekenhuizen gemaakt op basis van alleen het gewicht of op basis van het gewicht met postconceptionele leeftijd. In alle ziekenhuizen worden koolhydraatverrijkte, eiwitverrijkte en/of vetverrijkte modules toegevoegd aan de enterale voeding, wanneer er sprake is van een vochtbeperking en/of onvoldoende groei. Eén ziekenhuis geeft duidelijk aan over te stappen op post discharge voeding bij een gewicht > 2000 g, aangezien het calcium- en vitamine D gehalte in de preterme formule te hoog wordt bij dit gewicht. Echter na herberekening van het vitamine D en calciumgehalte in de preterme formule, wordt de bovengrens niet bereikt mede door het nieuwe advies van de verhoogde vitamine D behoefte voor kinderen tot vier jaar. 28 Een ander ziekenhuis adviseert preterme formule of moedermelk met BMF in de thuissituatie bij een geboortegewicht tussen de 1750 en 2300 g tot een gewicht van 3500 g. Zij adviseren geen post discharge voeding. Na de preterme formule wordt direct overgegaan op standaard moedermelk of hypo allergene zuigelingenvoeding. De andere ziekenhuizen adviseren wel een post discharge voeding tot een gecorrigeerde leeftijd van zes maanden. Het is opvallend dat twee verschillende ziekenhuizen het beleid op dezelfde literatuur baseren (Werkboek enterale voeding bij pasgeborenen), maar dat het beleid onderling verschilt. Het andere ziekenhuis baseert hun beleid gedeeltelijk op basis van ervaring in de praktijk, literatuur en samenstelling van de voedingen. Toekomst Om het enterale voedingbeleid van ziekenhuizen actueel te houden, worden deze na enige tijd herzien. Dit verschilt per ziekenhuis. Eén ziekenhuis meldt niet of het protocol wordt herzien. Een ander ziekenhuis laat de herziening afhangen van de werkgroep sectie neonatologie en één ziekenhuis meldt dat het beleid in de toekomst 20

21 herzien gaat worden in verband met aanpassingen in onder andere de eiwitadvisering. 21

22 5. Discussie Over de keuze van enterale voeding bij pre- en dysmaturen is op dit moment geen landelijk eenduidig beleid. De enterale voedingsrichtlijnen voor pre- en dysmaturen verschillen hierdoor per ziekenhuis. Gezien het belang van voeding, is er in de afgelopen jaren onderzoek verricht naar het effect van voeding op lichaamssamenstelling, groei en ontwikkeling. Op basis van de nieuwste literatuur kunnen de huidige enterale voedingsrichtlijnen van het Flevoziekenhuis herzien en aangepast worden. Eerst zullen er een aantal discussiepunten volgen vanuit de gevonden onderzoeken: Uit onderzoek van Raiten DJ et al (2007) blijkt dat er algemene consensus is over de behoefte aan nieuw en meer onderzoek om meer fundamentele informatie te ontwikkelen over de optimale groeifactor en verandering in lichaamssamenstelling bij prematuren. Ondanks de grotere overlevingskansen, is de groei bij pre- en dysmaturen niet optimaal. 7 Momenteel is er weinig informatie over hoe pre- en dysmaturen het best gevoed kunnen worden. Een reden hiervoor kan zijn dat er niet goed beoordeeld kan worden of de voedings- en gezondheidsstatus van de moeder voldoende is voor een goede groei en ontwikkeling van het kind. Er is te weinig kennis over bovengenoemde statussen en of dit de intra-uteriene omgeving kan beïnvloeden. 7 Gedurende de eerste levensweken zijn veel zuigelingen over het algemeen fysiek gestresst en ontwikkelen zij een hyperkatabole staat, waarin eiwit wordt gekataboliseerd om in de verhoogde energiebehoefte te kunnen voorzien. Een eiwitintake van 3 g/100 kcal is onvoldoende bij de zeer premature zuigelingen. Het effect van stress, vertraagde aminozuren voorziening en enterale eiwitintake veroorzaken een eiwittekort dat niet hersteld zal zijn voor ontslag. 8 Om het effect van een hoge eiwitintake, zowel intraveneus als in voeding, te meten, is er meer onderzoek nodig. 7 Het advies van Lafeber H (STEP-studie 2007) voor prematuren (< 32 weken of < 1500 g), is een eiwitintake van 4-5 g eiwit/kg/dag gedurende de eerste vier weken na de geboorte om de hoge eiwitbehoefte zo goed mogelijk de dekken. De huidige prematurenvoedingen die in de praktijk worden toegepast, bevatten niet 4-5 g eiwit/kg/dag, vanwege het mogelijke risico op nierschade. Hierdoor wordt de hoge eiwitbehoefte niet gedekt. Daarom is er meer onderzoek nodig naar een hoge eiwitintake. 13 Er zijn een aantal kanttekeningen te plaatsen bij dit systematische kwalitatieve literatuuronderzoek. Zo waren er soms geen full-text artikelen verkrijgbaar en voldeden veel onderzoeken niet aan onze vooraf opgestelde criteria. Deze artikelen konden niet meegenomen worden in het literatuuronderzoek, waardoor de 22

23 kwantiteit van de artikelen naar beneden gehaald werd. Daarnaast was de hoofdvraag zeer specifiek, hierdoor waren niet alle gevonden onderzoeken relevant en specifiek genoeg om de vraagstelling te kunnen beantwoorden. In het onderzoek van ESPGHAN (2006) en de STEP-studie (2007) werd gezien dat de vet vrije massa hoger was bij jongens dan bij meisjes, terwijl de globale vetmassa hoger was bij de meer premature zuigelingen. Dit suggereert dat de energiebehoefte beter gedekt werd bij de zeer prematuren. 3, 13 In het onderzoek van O Connor DL (2008) wordt het geven van borstvoeding na ontslag lang volgehouden, waarschijnlijk door de ongebruikelijke, intensieve lactatieondersteuning op hoog niveau. Ook werd gebruik gemaakt van speciale apparatuur om de melkproductie te stimuleren en speciale weegschalen om een precieze hoeveelheid voeding nauwkeurig af te kunnen wegen. In een normale thuissituatie is dit minder voor de hand liggend. 5 Het volledige artikel van de STEP-studie is nog niet verkrijgbaar, omdat deze nog niet gepubliceerd is. Dit artikel is wel meegenomen in het literatuuronderzoek, aangezien het onderwerp zeer specifiek is en de gevonden resultaten relevant zijn met betrekking tot het onderwerp van deze scriptie. Zij hebben zich gericht op lichaamssamenstelling metingen, welke mogelijk nieuwe informatie kunnen geven. In de gevonden onderzoeken wisselde de doelgroep per studie in postconceptionele leeftijd, evenals het tijdstip waarop werd overgestapt van preterme formule naar post discharge voeding. Ook de samenstelling en duur van de post discharge voeding varieerde per studie. De helft van de onderzoeken die bruikbaar waren, gaven een significantie weer van de gemeten effecten. De andere onderzoeken vermeldden dat de gevonden verschillen significant waren, maar drukten deze significanties niet uit in concrete getallen. Daarentegen was er een specifieke vraagstelling. Door de vooraf opgestelde criteria waren de gevonden onderzoeken erg toegespitst op het onderwerp, van hoog niveau en actueel waardoor de aanbeveling volgens de nieuwste inzichten is opgesteld. Veel onderzoeken gaven dezelfde resultaten weer. De betrouwbaarheid van de conclusie is hierdoor groter. Op de vragenlijst van het veldonderzoek is 60% respons verkregen. Er is een minder duidelijk beeld van diversiteit in het enterale voedingsbeleid van ziekenhuizen in de regio Almere, omdat drie van de vijf benaderde ziekenhuizen de vragenlijst hebben beantwoord en teruggestuurd. Echter waren de ontvangen antwoorden uitvoerig omschreven en werd daarmee een volledig beeld verkregen van het enterale voedingsbeleid. Wat opviel was dat één ziekenhuis aangaf over te stappen op post discharge voeding bij een gewicht van > 2000 g, aangezien het calcium- en vitamine D gehalte in de preterme formule te hoog werd bij dit gewicht. Echter na herberekening van het vitamine D en calciumgehalte in de preterme formule, werd de bovengrens niet 23

24 bereikt mede door het nieuwe advies van de verhoogde vitamine D behoefte voor kinderen tot vier jaar. 28 Tevens adviseert Nutricia om preterme formule te gebruiken tot een maximaal gewicht van 3500 g. 16,17 In dit literatuuronderzoek is hiervoor geen evidence gevonden om deze grens mee te kunnen nemen in de uiteindelijke aanbeveling. 24

25 6. Aanbeveling Het huidige enterale voedingsbeleid voor pre- en dysmaturen van het Flevoziekenhuis Almere op de afdeling neonatologie kan worden herzien naar aanleiding van het uitgevoerde literatuur- en veldonderzoek. Op pagina 23 staat een voorbeeld van de aanbeveling wat betreft het enterale voedingsbeleid voor pre- en dysmaturen in een stroomschema. Wanneer een kindje pre- en/of (dys)matuur geboren wordt, is de postconceptionele leeftijd in weken en/of het geboortegewicht van belang, om de voeding zo optimaal mogelijk te kunnen afstemmen op de zuigeling. Het schema kan als volgt geïnterpreteerd worden: Bij een postconceptionele leeftijd van < 32 weken of een geboortegewicht < 1500 g, is de aanbeveling moedermelk te verrijken met BMF of Nenatal Start te geven. Afhankelijk van de groei kan er voor gekozen worden deze voeding te geven tot ontslag of tot de à terme leeftijd. Na ontslag of à terme leeftijd kan over worden gegaan op moedermelk zonder BMF of Nenatal 1 tot een leeftijd van zes maanden gecorrigeerd. Hierna kan opvolgmelk gegeven worden. Bij een postconceptionele leeftijd van weken en > 1500 g of > 34 weken en < 2000 g is het advies moedermelk met BMF of Nenatal Start te geven. Ook hier kan, afhankelijk van de groei, ervoor gekozen worden om deze voeding te geven tot ontslag of tot à terme leeftijd. Na ontslag of à terme leeftijd kan over worden gegaan op moedermelk zonder BMF of standaard flesvoeding tot een gecorrigeerde leeftijd van zes maanden. Op deze leeftijd kan gekozen worden voor opvolgmelk. Wanneer de pre- of dysmatuur een postconceptionele leeftijd heeft van > 34 weken en een geboortegewicht van > 2000 g volstaat onverrijkte moedermelk of standaard flesvoeding tot een gecorrigeerde leeftijd van zes maanden. Hierna kan gekozen worden voor opvolgmelk. In veel van de gevonden onderzoeken werden de effecten van de voedingen tot ontslag of tot de à terme leeftijd gemeten, aangezien de ontslagdatum en à terme leeftijd in de praktijk dicht bij elkaar liggen. Ook werd er vaak uitgegaan van gecorrigeerde leeftijden. 5, 6, 8, 13 De nieuwe aanbeveling is gebaseerd op deze grenzen. De grens van 2000 g van het stroomschema uit 2004 is hierdoor gewijzigd. Tevens omdat er geen sprake meer is van eventuele overschrijding van de bovengrens van de vitamine D en calciumbehoefte. 28 Na goedkeuring van het Flevoziekenhuis zou de aanbeveling kunnen worden geïmplementeerd. 25

26 Na ontslag uit het ziekenhuis kan de brochure Eindelijk naar huis met uw kindje! (Bijlage IV) meegegeven worden aan de ouders/ verzorgers van pre- en dysmature zuigelingen. De brochure bevat meer informatie over de soorten voedingen, hoe te bereiden, gebruiken en bewaren. Ook bevat de brochure meer informatie over het introduceren van bijvoeding bij pre- en dysmaturen. 26

27 Aanbeveling enteraal voedingsbeleid pre- en dysmaturen Geboorte < 32 wk OF < 1500g wk EN > 1500g OF > 34 wk EN < 2000g > 34 wk EN > 2000g Moedermelk + BMF of Nenatal Start Moedermelk + BMF of Nenatal Start Moedermelk of standaard flesvoeding Ontslag À Term Moedermelk of Nenatal 1 Moedermelk of standaard flesvoeding Tot 6 mnd gecorr. Na 6 mnd gecorrigeerd opvolgmelk Na 6 mnd gecorrigeerd opvolgmelk Na 6 mnd gecorrigeerd opvolgmelk Bij volumebeperking: Basisvoeding concentreren volgens schema Volume enterale voeding toevoeging extra poeder 140ml/kg/dag 2% 130ml/kg/dag 3,5% 120ml/kg/dag 5% Bij verhoogde behoefte in overleg met kinderdiëtiste: Extra toevoegingen zoals koolhydraatmodule of sojavetemulsie, eiwit of een combinatie hiervan. 27

28 Literatuurlijst 1. Flevoziekenhuis Almere. Afdeling neonatologie. (datum van raadpleging: ) 2. Vroeggeboorte. Welke verwachtingen bestaan er voor vroeggeborenen? (datum van raadpleging: ) 3. ESPGHAN. Committee on nutrition. Aggett P.J. et al. Feeding preterm infants after hospital discharge. Journal of Pediatric Gastroenterology and Nutrition, 2006 May; No. 5 42: Georgieff MK. Nutrition and the developing brain: nutrient priorities and measurement. Am J Clin Nutr 2007;85(suppl):614S 20S) 5. O Connor DL et al. Growth and nutrient inatkes of human milk-fed prterm infants provided with extra energy and nutrients after hospital discharge. Pediatrics April 2008, Vol 121, No. 4, pp Carver JD et al. Growth of preterm infants fed nutrient-enriched or term formula after hospital discharge. Pediatrics April 2001, Vol. 107, No. 4, pp Raiten DJ et al. Maternal nutrition and optimal infant feeding practices: executive summary. American Journal of Clinical Nutrition February 2007, Vol. 85, No. 2, 577S-583S. 8. Cooke RJ et al. Altered body composition in preterm infants at hospital discharge. Acta Paediatrics August 2009;98(8): Patti J. et al. Early aggressive nutrition in preterm infants. Semin Neonatal 2001; 6: , 10. Denne S.C. Protein and energy requirements in preterm infants. Semin Neonatal 2001; 6: Mw. drs. J.M. Kerstjens en mw. dr. A.M.W. Bulk-Bunschoten. Praktijkboek nazorg voor prematuren 3 april p Ward RM, Beachy JC. Neonatal complications following preterm birth. BJOG: an International Journal of Obstetrics and Gynaecology. April 2003, Vol 110 (Suppl.20), pp STEP-studie, Amesz EM et al. Wat is de optimale voeding voor een prematuur geboren zuigeling? Vrije Universiteit Medisch Centrum, Amsterdam, Henderson G et al. Multicomponent fortification of human breast milk for preterm infants following hospital discharge. Cochrane Database Syst Rev Oct 17;(4):CD Sices L. et al. Postdischarge growth failure among extremely low birth weight infants: Correlates and consequences. Paediatr Child Health January; 12(1): Nutricia brochure Zuigelingenvoeding, productinformatie 2008/2009. p Nutricia brochure Enterale voedingswijzer kinderen p. 18, 22, 28, 64-67, Kneepkens C.M.F., Carmiggelt E.C., De Leeuw M.B.A. Voedingsadvisering bij jonge kinderen. Eerste druk. Assen: Koninklijke van Gorcum; p

29 19. Kenniscentrum Borstvoeding. De samenstelling van moedermelk. (datum van raadpleging ) 20. Kenniscentrum voor prematuren. À term. (datum van raadpleging: ) 21. Kenniscentrum voor prematuren. BMF. (datum van raadpleging: ) 22. Kenniscentrum voor prematuren. Dysmatuur. (datum van raadpleging: ) 23. Nutricia workshop. Hoe worden kleine eters groot (datum van aanwezigheid: ) 24. Pubmed Central. Insulin-like growth factor 1 (IGF- 1) (datum van raadpleging: ) 25. Kenniscentrum voor prematuren. Nazorg. (datum van raadpleging: ) 26. Kenniscentrum voor prematuren. Neonatologie. (datum van raadpleging: ) 27. Kenniscentrum voor prematuren. Prematuur. (datum van raadpleging: ) 28. Vitamine informatie bureau. Hoeveel heb ik nodig? Baby. (datum van raadpleging: ) 29

30 Voor de brochure: Kenniscentrum Borstvoeding. Opwarmen van moedermelk. (datum van raadpleging: ) Kenniscentrum Borstvoeding. Bewaren van moedermelk. (datum van raadpleging: ) Kenniscentrum Borstvoeding. Vitamine D en kindervoeding. (datum van raadpleging: ) Kenniscentrum Borstvoeding. Borstvoeding en de introductie van bijvoeding. (datum van raadpleging: ) Nutricia voor professionals. Praktische informatie flesvoeding. (datum van raadpleging: ) Nutricia brochure Zuigelingenvoeding, productinformatie 2008/2009. Nutricia brochure Enterale voedingswijzer kinderen Vitamine informatie bureau. Hoeveel heb ik nodig? Baby. (datum van raadpleging: ) Vitamine informatie bureau brochure van baby naar peuter met vitamines en mineralen. Brochure Voedingscentrum Goed eten voor baby en peuter Friso voedingswijzer productinformatiewijzer

31 Bijlagen 31

32 Bijlage I Voedingsschema Flevoziekenhuis 32

33 Bijlage II Vragenlijst Geachte heer/ mevrouw, Naar aanleiding van ons telefoongesprek hebben wij toestemming gekregen om u een aantal vragen te stellen over het volgende: Wij zijn twee studenten die momenteel afstuderen aan de opleiding Voeding en Diëtetiek van de Hogeschool van Amsterdam. Wij doen een literatuuronderzoek naar de voeding voor pre- en dysmaturen om zo een duidelijke aanbeveling te kunnen schrijven omtrent de soort voeding en de duur ervan. De vragen die wij aan u stellen zijn gebaseerd op het huidige voedingsbeleid op de afdeling neonatologie. De antwoorden hiervan kunnen wij meenemen in ons literatuuronderzoek. 1. Welke voeding wordt er geadviseerd bij een geboorte van < 32 weken en/of een geboortegewicht van < 1500 gram?* 2. Welke voeding wordt er geadviseerd bij een geboorte van weken en/of een geboortegewicht van > 1500 gram?* 3. Welke voeding wordt er geadviseerd bij een geboorte van > 34 weken en/of een geboortegewicht van < 2000 gram of > 2000 gram?* 4. Bij welke leeftijd/ gewicht wordt er de keuze gemaakt voor post discharge voeding? 5. Op welk moment wordt er overgestapt van de prematurenvoeding of post discharge voeding naar gewone zuigelingenvoeding of moedermelk (zonder verrijking)? 6. Waar is het beleid op gebaseerd? a) wetenschappelijke literatuur b) ervaring c) anders, namelijk 7. Wordt het beleid herzien, ja of nee? Zo ja, wanneer is er voor het laatst herzien? Wat is herzien en waarom? Wanneer u geïnteresseerd bent, kunnen wij u de uitkomsten van ons literatuuronderzoek doorgeven. Dit zal eind december/ begin januari zijn. Hartelijk dank voor uw medewerking! Sanne Heerkens en Suzanne van Meer *Of worden er andere criteria gebruikt, zo ja, welke? 33

34 Bijlage III Brochure Eindelijk naar huis met uw kindje! Uw kindje heeft een andere start gehad dan verwacht. In de baarmoeder zou het de laatste weken nog een grote groeispurt hebben doorgemaakt. Door de vroeggeboorte wordt deze groeispurt gemist. Hierdoor worden speciale eisen gesteld aan de voeding. In het ziekenhuis is daarom aangepaste voeding gegeven. Deze voeding verschilt van de standaard voeding en zorgt ervoor dat het kindje net wat extra s krijgt om goed te groeien. Een inhaalgroei in het eerste levensjaar is bij te vroeg geborenen van essentieel belang. De voeding in het ziekenhuis bestond voor een groot deel uit verrijkte moedermelk of aangepaste prematuren flesvoeding. Eenmaal thuis kan de voeding opnieuw veranderen. Misschien hoeft de moedermelk niet meer verrijkt te worden of wordt er een andere flesvoeding geadviseerd door de arts of diëtist. In de laatste weken zijn een hoop dingen veranderd. Deze brochure geeft u een steuntje in de rug om u te helpen uw kindje de juiste voeding te geven voor een optimale groei. Hierbij wordt informatie gegeven over moedermelk, (speciale) flesvoeding en de start van bijvoeding. Speciale voeding voor pre- en dysmaturen Pre- en dysmature zuigelingen hebben een hogere voedingsbehoefte dan à term geboren zuigelingen. Om in die hogere voedingsbehoefte te kunnen voorzien en inhaalgroei te kunnen bewerkstelligen, wordt er aangepaste voeding gebruikt. Dit kan op twee manieren, namelijk: 1. Moedermelk verrijken met behulp van BMF. BMF, BreastMilk Fortifier, wordt toegevoegd om de voeding beter op de behoefte van uw te vroeg geboren baby af te stemmen. Het bevat extra energie, eiwit, vitamines, mineralen en spoorelementen. BMF geeft een optimale voorziening van voedingsstoffen voor een goede groei en botopbouw. Na ontslag uit het ziekenhuis wordt vaak gestopt met het verrijken van moedermelk en volstaat gewone moedermelk. 2. Prematurenvoeding. Indien borstvoeding niet (langer) mogelijk of onvoldoende is, is prematurenvoeding een goed alternatief. Aan de hoge voedingsbehoefte van de premature zuigeling kan niet worden voldaan met een standaard flesvoeding, vandaar dat er speciale prematurenvoeding is ontwikkeld dat meer energie, eiwit, calcium en fosfaat bevat dan standaard flesvoeding. De prematurenvoeding in het ziekenhuis verschilt van de prematurenvoeding die na ontslag gebruikt wordt, omdat naar mate uw baby ouder wordt, de voedingsbehoefte verandert. 34

Voeding na ontslag. Eerste symposium regionale neonatologie. Sophie van der Schoor OLVG, Amsterdam

Voeding na ontslag. Eerste symposium regionale neonatologie. Sophie van der Schoor OLVG, Amsterdam Voeding na ontslag Eerste symposium regionale neonatologie Sophie van der Schoor OLVG, Amsterdam Presentatie 1. Belang groei eerste jaar 2. Wel of niet verrijkte voeding/bmf 3. Best practice 4. Conclusie

Nadere informatie

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding SAMENVATTING VOEDINGSPROTOCOL MCA Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (g) 1 < 1000 g 1000 1500 g > 1500 g A terme Dag 1 80-120 80-100 60-80 40-80 Dag 2 100-140 100-120 80-100 60-120

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Achtergrond In 2016 werden in Nederland 169.136 kinderen geboren; hiervan werden 11.622 kinderen prematuur ofwel te vroeg geboren (na minder dan 37 weken zwangerschap) en 2.295 extreem prematuur (na minder

Nadere informatie

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding

Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (ml/kg/dg) 1. Tabel 3a. Basisschema s parenterale voeding: indien geen enterale voeding SAMENVATTING VOEDINGSPROTOCOL NoordWest lokatie Alkmaar Tabel 1. : Aanbevelingen voor parenterale vochttoediening (g) 1 < 1000 g 1000 1500 g > 1500 g A terme Dag 1 80-120 80-100 60-80 40-80 Dag 2 100-140

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Informatie voor ouders van prematuren

Patiënteninformatie. Informatie voor ouders van prematuren Informatie voor ouders van prematuren Inleiding De medewerkers van de kinderafdeling heten u en uw baby hartelijk welkom op onze afdeling. Vanwege prematuriteit heeft uw baby zorg nodig op onze afdeling.

Nadere informatie

Een goed begin.. 12-11-2012. De zuigelingenperiode is een zeer kritieke en kwetsbare levensfase wat betreft de voeding

Een goed begin.. 12-11-2012. De zuigelingenperiode is een zeer kritieke en kwetsbare levensfase wat betreft de voeding Erica Post Kinderarts St Antoniusziekenhuis Utrecht/ Nieuwegein Een goed begin.. De zuigelingenperiode is een zeer kritieke en kwetsbare levensfase wat betreft de voeding Een goed begin.. De "Hongerwinterbaby

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting nederlandse samenvatting De groei en de ontwikkeling van diverse orgaansystemen en regelmechanismen in de foetus tijdens de periode in de baarmoeder worden verstoord door vroeggeboorte.

Nadere informatie

Erica Post Kinderarts St Antoniusziekenhuis Utrecht/ Nieuwegein

Erica Post Kinderarts St Antoniusziekenhuis Utrecht/ Nieuwegein Erica Post Kinderarts St Antoniusziekenhuis Utrecht/ Nieuwegein Een goed begin.. De zuigelingenperiode is een zeer kritieke en kwetsbare levensfase wat betreft de voeding Een goed begin.. De "Hongerwinterbaby

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Informatie voor ouders van prematuren

Patiënteninformatie. Informatie voor ouders van prematuren Informatie voor ouders van prematuren Inleiding De medewerkers van de kinderafdeling heten u en uw baby hartelijk welkom op onze afdeling. Vanwege prematuriteit heeft uw baby zorg nodig op onze afdeling.

Nadere informatie

Kind en Voeding Effect op langere termijn

Kind en Voeding Effect op langere termijn Kind en Voeding Effect op langere termijn Arend F Bos Kinderarts neonatoloog UMCG Food for Healthy Ageing, Groningen, June 2012 Opzet presentatie Het vakgebied Neonatologie Relatie voeding groei Hersengroei

Nadere informatie

HEEFT HET GEBRUIK VAN HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES 4/16/2013 TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPODUCTIE? INVLOED OP DE MELKPRODUCTIE?

HEEFT HET GEBRUIK VAN HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES 4/16/2013 TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPODUCTIE? INVLOED OP DE MELKPRODUCTIE? HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPODUCTIE? Een blik in de literatuur. Ilse Dejaeger HEEFT HET GEBRUIK VAN TEPELHOEDJES INVLOED OP DE MELKPRODUCTIE? Inleiding Zoekstrategie Literatuur

Nadere informatie

Prematuur en/of dysmatuur geboren baby. Afdeling Neonatologie

Prematuur en/of dysmatuur geboren baby. Afdeling Neonatologie Prematuur en/of dysmatuur geboren baby Afdeling Neonatologie Als een baby bij een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken wordt geboren dan spreken we van een prematuur geboren baby. Als het geboortegewicht

Nadere informatie

CHAPTER 12. Samenvatting

CHAPTER 12. Samenvatting CHAPTER 12 Samenvatting Samenvatting 177 In hoofdstuk 1 wordt een toegenomen overleving gerapporteerd van zeer vroeggeboren kinderen, gerelateerd aan enkele nieuwe interventies in de perinatologie. Uitkomsten

Nadere informatie

Wist je dat...? In dit nummer: Moedermelk is de gouden standaard NESTLÉ

Wist je dat...? In dit nummer: Moedermelk is de gouden standaard NESTLÉ NESTLÉ innoveert Eiwitten en mijn baby's gezondheid. Zoek In dit nummer: Moedermelk is de gouden standaard De sleutelrol van eiwitten in moedermelk Nestlé innoveert Wist je dat -Quiz Zorg dat jij één van

Nadere informatie

Bijna alle levensmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten.

Bijna alle levensmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten. Elk kind wegen bij opname, groeicurve invullen Anamnese : allergie, nierinsufficiëntie, gluten intolerantie, Hoe is zijn eetlust? Is hij vegetariër? Heeft hij pijn? Koolhydraten zijn een belangrijke energieleverancier.

Nadere informatie

Welke voeding gaat u uw baby geven?

Welke voeding gaat u uw baby geven? Welke voeding gaat u uw baby geven? Inleiding Nu u zwanger bent, heeft u veel keuzes te maken. Zo gaat u bijvoorbeeld kiezen welke voeding u aan uw baby gaat geven. De beste voeding voor uw baby is borstvoeding.

Nadere informatie

Prematuur en/of SGA geboren baby. Geboortecentrum

Prematuur en/of SGA geboren baby. Geboortecentrum Prematuur en/of SGA geboren baby Geboortecentrum Als een baby bij een zwangerschapsduur van minder dan 37 weken wordt geboren dan spreken we van een prematuur geboren baby. SGA is een afkorting voor Small

Nadere informatie

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen

Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Richtlijn JGZ-richtlijn Vroeg en/of small voor gestational age (SGA) geboren kinderen Inleiding Aanleiding In Nederland werden in 2008 in totaal 13.649 kinderen (7,7% van alle pasgeborenen) te vroeg (zwangerschapsduur

Nadere informatie

IJZERSUPPLETIE. Samenvatting advies ijzersuppletie

IJZERSUPPLETIE. Samenvatting advies ijzersuppletie IJZERSUPPLETIE Premature pasgeborenen hebben een relatief kleine ijzervoorraad en minder erytrocyten. Ook de transferrinespiegel is laag. In de eerste 2 weken na de geboorte daalt het hemoglobine gehalte

Nadere informatie

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie!

De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! De NVD heet je van harte welkom bij deze sessie! Angela Fleming en Yvonne Verhulst, Ter Gooi Diëtistendagen 2016 4 De meerwaarde van de diëtist bij de behandeling van de klinische COPD patiënt. Angela

Nadere informatie

Kunstvoeding vs borstvoeding

Kunstvoeding vs borstvoeding Ontoereikende productie en een hongerige baby Welke voeding bijgeven? Lesgever Dr. Apr. Eline Tommelein Kunstvoeding vs borstvoeding 2 1 Samenstelling moedermelk Totale energie-inhoud 60 à 75 kcal/100ml

Nadere informatie

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft.

Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft. Verloskunde Als uw baby extra zorg nodig heeft www.nwz.nl Inhoud Opname op de afdeling verloskunde 3 Het team van de afdeling verloskunde 4 Hoe draagt u zelf bij aan veilige zorg? 5 Ontwikkelingsgerichte

Nadere informatie

Ontslag van de afdeling neonatologie

Ontslag van de afdeling neonatologie Ontslag van de afdeling neonatologie Informatie voor ouders Waarom deze folder? Van de arts en de verpleegkundige heeft u gehoord dat uw kind naar huis mag. In deze folder vindt u informatie over voeding,

Nadere informatie

Zoeken naar evidence

Zoeken naar evidence Zoeken naar evidence Faridi van Etten-Jamaludin Clinical librarian Medische Bibliotheek AMC 2 december 2008 Evidence Based Practice? Bij EBP worden klinische beslissingen genomen op basis van het best

Nadere informatie

development of sucking patterns in preterm infants

development of sucking patterns in preterm infants 9 Samenvatting 123 Dit proefschrift gaat over de ontwikkeling van zuigpatronen bij premature pasgeborenen. Deze baby s hebben vaak problemen met het leren drinken uit de borst of de fles en het is niet

Nadere informatie

Sustained Aeration of Infant Lungs (SAIL) study Onderzoek naar beademing van te vroeg geborenen bij de geboorte

Sustained Aeration of Infant Lungs (SAIL) study Onderzoek naar beademing van te vroeg geborenen bij de geboorte Sustained Aeration of Infant Lungs (SAIL) study Onderzoek naar beademing van te vroeg geborenen bij de geboorte Lokale hoofdonderzoeker: Arjan te Pas, neonatoloog 071-5265839 Lokale onderzoeker: Ilona

Nadere informatie

Borstvoedingspaspoort

Borstvoedingspaspoort Borstvoedingspaspoort Voor u ligt het borstvoedingspaspoort Een document waarmee wij willen proberen om de borstvoedingsperiode voor u en uw kind zo goed mogelijk te laten verlopen. Dit paspoort zorgt

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden

Nederlandse samenvatting 161. Samenvatting. Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden Nederlandse samenvatting 161 1 2 3 Samenvatting Nederlandse samenvatting voor niet ingewijden 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Nederlandse samenvatting 163 Wereldwijd is het percentage kinderen dat te vroeg geboren

Nadere informatie

Intra-uteriene groeivertraging. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Intra-uteriene groeivertraging. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Intra-uteriene groeivertraging Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Inleiding U krijgt deze folder omdat u zwanger bent van een kind dat in verhouding te klein is voor uw zwangerschapsduur. Een groeivertraging

Nadere informatie

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.5493

Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.5493 Downloaded from UvA-DARE, the institutional repository of the University of Amsterdam (UvA) http://hdl.handle.net/11245/2.5493 File ID Filename Version uvapub:5493 Chapter 10: Samenvatting unknown SOURCE

Nadere informatie

The RIGHT food is the best medicine

The RIGHT food is the best medicine The RIGHT food is the best medicine Nutritie Support Team : Dr G..Lambrecht, E. Museeuw, N. Baillieul Dienst gastro-enterologie: Dr. G. Deboever Dr. G. Lambrecht Dr. M. Cool Inhoud Ondervoeding Voedingsbeleid

Nadere informatie

Nieuws over vitamine K. Suzan Tuinier 26 maart 2011

Nieuws over vitamine K. Suzan Tuinier 26 maart 2011 Nieuws over vitamine K Suzan Tuinier 26 maart 2011 Hoe zien de komende 45 minuten er uit? Vitamine Informatie Bureau Vitamines algemeen Vitamine K in theorie Vitamine K advies NVK en Gezondheidsraad Praktijk:

Nadere informatie

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik.

stoppen zware drinkers minder vaak met het drinken van alcoholhoudende drank dan vrouwen met een lager alcoholgebruik. Samenvatting In Nederland gebruikt ongeveer 80% van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd alcoholhoudende drank. Veel vrouwen staken het alcoholgebruik zodra ze zwanger zijn of eerder al, als ze zwanger

Nadere informatie

Growing into a different brain

Growing into a different brain 221 Nederlandse samenvatting 221 Nederlandse samenvatting Groeiend in een ander brein: de uitkomsten van vroeggeboorte op schoolleeftijd De doelen van dit proefschrift waren om 1) het inzicht te vergroten

Nadere informatie

gezond zwanger met vitamines en mineralen

gezond zwanger met vitamines en mineralen gezond zwanger met vitamines en mineralen Vitamines en mineralen: we kunnen geen dag zonder We weten dat we ze elke dag nodig hebben. Maar wat zijn het nu eigenlijk? Vitamines en mineralen zijn voedingsstoffen

Nadere informatie

De beantwoordbare vraag (PICO)

De beantwoordbare vraag (PICO) 4. Interpretatie effect (relevantie) 5. Toepassen in de praktijk De beantwoordbare vraag (PICO) Welke patiënten? P Welke interventie? Welk alternatief (comparison)? Welke uitkomst (outcome)? I C O P I

Nadere informatie

Prematuriteit en Dysmaturiteit

Prematuriteit en Dysmaturiteit 1/5 Kindergeneeskunde Prematuriteit en Dysmaturiteit Inleiding Uw kind is opgenomen op de afdeling neonatologie in verband met een prematuriteit en/of een dysmaturiteit. In deze folder vindt u meer informatie

Nadere informatie

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer

Algemeen. Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren. Leen De Schuymer Prematuur geboren kinderen: Sociaalcommunicatieve ontwikkeling in de eerste levensjaren Leen De Schuymer Algemeen Deze resultatenbundel is gebaseerd op het doctoraatsonderzoek van Leen De Schuymer. Dit

Nadere informatie

Intra-uteriene groeivertraging. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie

Intra-uteriene groeivertraging. Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Intra-uteriene groeivertraging Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Inleiding U krijgt deze folder omdat u zwanger bent van een kind dat in verhouding te klein is voor uw zwangerschapsduur. Een groeivertraging

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Cenaman Drinkvoeding

Inhoudsopgave. Cenaman Drinkvoeding INFORMATIE CENAMAN Inhoudsopgave Cenaman Drinkvoeding Cenaman Drink Energy Drink - Energieverrijkte drinkvoeding 1.5 kcal 8 2 kcal Drink - Energieverrijkte drinkvoeding 2.0 kcal 10 Energy Fiber - Vezelverrijkte

Nadere informatie

FLESVOEDING. Moedermelk of kunstmelk met behulp van een fles. Eline Tommelein Rolinde Demeyer

FLESVOEDING. Moedermelk of kunstmelk met behulp van een fles. Eline Tommelein Rolinde Demeyer FLESVOEDING Moedermelk of kunstmelk met behulp van een fles Eline Tommelein Rolinde Demeyer Uitgeverij Academia Press Ampla House Coupure Rechts 88 9000 Gent België www.academiapress.com Uitgeverij Academia

Nadere informatie

Chapter 10. Samenvatting

Chapter 10. Samenvatting Chapter 10 Samenvatting 1 Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrondinformatie van de relatie tussen intrauteriene groeivertraging, waarvan het lage geboortegewicht een uiting kan zijn, en de gevolgen in de

Nadere informatie

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland.

2. De incidentie van zwangerschap beëindiging voor hypertensieve aandoeningen op de grens van foetale levensvatbaarheid in Nederland. Tijdens de zwangerschap kan de gezondheid van de moeder ernstig bedreigd worden door verschillende aandoeningen. Deze aandoeningen kunnen veroorzaakt worden door de zwangerschap zelf, zoals bijvoorbeeld

Nadere informatie

Project: Nursery Care Mwanza District Hospital

Project: Nursery Care Mwanza District Hospital Stichting FO4R Mwanza Malawi Fazantlaan 10 5056 JJ Berkel-Enschot Tel: 0135113449 E-mail: info@fo4rmalawi.nl www.fo4rmalawi.nl Project: Nursery Care Mwanza District Hospital Achtergrondinformatie en probleemanalyse

Nadere informatie

Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD

Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD Voeding en beweging bij patiënten tijdens en na de behandeling Martine Sealy, MSc, RD Onderzoeker Lectoraat Healthy Ageing, Allied Health Care and Nursing Disclosure belangen spreker: M. Sealy Geen (potentiële)

Nadere informatie

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest.

Dit proefschrift presenteert de resultaten van het ALASCA onderzoek wat staat voor Activity and Life After Survival of a Cardiac Arrest. Samenvatting 152 Samenvatting Ieder jaar krijgen in Nederland 16.000 mensen een hartstilstand. Hoofdstuk 1 beschrijft de achtergrond van dit proefschrift. De kans om een hartstilstand te overleven is met

Nadere informatie

Voedingsprotocol afdeling Neonatologie MCA

Voedingsprotocol afdeling Neonatologie MCA Voedingsprotocol afdeling Neonatologie MCA F.Maingay, B Boersma, E Winder, N. Stecher Medisch Centrum Alkmaar Ingangsdatum: 01-07-2013 Expiratiedatum: 01-07-2016 Versie 3.0 DD 01-05-2016 1 INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting

Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen. Nr. 2018/19. Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen Nr. 2018/19 Samenvatting Voedingsnormen voor vitamines en mineralen voor volwassenen pagina 2 van 5 De Gezondheidsraad heeft voor 25 vitamines

Nadere informatie

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE

Zittingsdocument B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE EUROPEES PARLEMENT 2009-2014 Zittingsdocument 24.2.2011 B7-0000/2011 ONTWERPRESOLUTIE ingediend overeenkomstig artikel 88, lid 2, van het Reglementdoor Glenis Willmott, Daciana Sarbu, Nessa Childers, Karin

Nadere informatie

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding

Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen bij zwangerschap en borstvoeding Geneesmiddelen en zwangerschap Enige tientallen jaren geleden dacht men nog dat ongeboren kinderen in de baarmoeder goed beschermd waren tegen schadelijke

Nadere informatie

ZWANGERSCHAPSDIABETES. - Patiëntinformatie -

ZWANGERSCHAPSDIABETES. - Patiëntinformatie - ZWANGERSCHAPSDIABETES - Patiëntinformatie - Zwangerschapsdiabetes is een vaak miskende aandoening die bij 16% van alle zwangere vrouwen optreedt, meestal in de tweede helft van de zwangerschap. Omdat

Nadere informatie

Naam: www.aurorastudy.org

Naam: www.aurorastudy.org Naam: www.aurorastudy.org JOEPIE ZWANGER!!! Proficiat met je zwangerschap! Negen maanden draag je een kindje. Een unieke, maar ook ingrijpende gebeurtenis in het leven van jou en je partner. Zwanger na

Nadere informatie

Kinder- / jeugdafdeling. Naar huis, hoe verder..

Kinder- / jeugdafdeling. Naar huis, hoe verder.. Kinder- / jeugdafdeling Naar huis, hoe verder.. 1 Naar huis, hoe verder De arts of de verpleegkundige heeft u verteld dat uw baby naar huis mag. Het verblijf op de kinderafdeling zit er op. Om de overgang

Nadere informatie

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s. Adviezen voor ouders en verzorgers. www.nwz.nl

Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s. Adviezen voor ouders en verzorgers. www.nwz.nl Borstvoeding bij te vroeg geboren baby s Adviezen voor ouders en verzorgers www.nwz.nl Omdat uw kindje te vroeg geboren is, is het opgenomen op de afdeling neonatologie van de Noordwest Ziekenhuisgroep

Nadere informatie

Patiënten informatie over een studie naar zwangerschaps-complicaties bij vrouwen met het Polycysteus Ovarium Syndroom:

Patiënten informatie over een studie naar zwangerschaps-complicaties bij vrouwen met het Polycysteus Ovarium Syndroom: Patiënten informatie over een studie naar zwangerschaps-complicaties bij vrouwen met het Polycysteus Ovarium Syndroom: Geachte mevrouw, de C opper studie Uw behandelend arts heeft u geïnformeerd over de

Nadere informatie

Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding. Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding

Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding. Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding Aanpak van ondervoeding bij kanker: screening, sonde- en bijvoeding Sanne Mouha Competentiecentrum klinische voeding Inhoud Inleiding Screening Aanpak na screening Energie-en eiwitrijke voeding Drinkvoeding

Nadere informatie

Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk.

Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk. Erytrocytentransfusie: van literatuur naar praktijk. Amerik de Mol Kinderarts-neonatoloog Albert Schweitzer ziekenhuis 1 e Symposium Regionale Neonatologie Inhoud Cochrane review Eén review, één richtlijn?

Nadere informatie

Borstvoeding geven op de kinderafdeling. Afdeling kindergeneeskunde

Borstvoeding geven op de kinderafdeling. Afdeling kindergeneeskunde Borstvoeding geven op de kinderafdeling Afdeling kindergeneeskunde Over Alrijne Zorggroep Het Diaconessenhuis Leiden en Rijnland Zorggroep (Rijnland Ziekenhuis en de verpleeghuizen Leythenrode en Oudshoorn)

Nadere informatie

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010

Dirk Ubbink. Evidence Based Surgery Workshop 2010 Dirk Ubbink Evidence Based Surgery Workshop 2010 Jaarlijks: 20.000 tijdschriften 17.000 nieuwe boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties per dag!

Nadere informatie

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE

VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE VAN KLINISCHE ONZEKERHEID NAAR EEN ZOEKSTRATEGIE Drs. Willemke Stilma Docent verpleegkunde HvA Mede met dank aan dr. Anne Eskes 1 INHOUD 5 stappen EBP Formuleren van een klinische vraagstelling PICO Zoekstrategie

Nadere informatie

Borstvoeding en een hartafwijking. Conny Mooij

Borstvoeding en een hartafwijking. Conny Mooij 5 Borstvoeding en een hartafwijking Conny Mooij Inhoud presentatie Casus Klaasje Waarom borstvoeding? Kolven Early Feeding Skills Stellingen Werken naar ontslag Casus Klaasje wordt geboren na 41 weken

Nadere informatie

De fysiologische basis van de melkproductie. Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC

De fysiologische basis van de melkproductie. Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC De fysiologische basis van de melkproductie Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC De fysiologische basis van de melkproductie Moedermelk; hoe? Moedermelk; hoeveel? Moedermelk; samenstelling? Aandachtspunten

Nadere informatie

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing

de voedingskundige samenstelling + onderbouwing de voedingskundige samenstelling + onderbouwing algemene informatie van de drinkvoeding, waarop de hoeveelheden van de ingrediënten zijn gebaseerd: Volledige voeding; drinkvoeding wordt zes keer op een

Nadere informatie

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting

Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9. Samenvatting Chapter 9 Samenvatting CHAPTER 9 Samenvatting 155 Chapter 9 Samenvatting SAMENVATTING Richtlijnen en protocollen worden ontwikkeld om de variatie van professioneel handelen te reduceren, om kwaliteit van

Nadere informatie

Informatie over. borstvoeding & kunstvoeding

Informatie over. borstvoeding & kunstvoeding Informatie over borstvoeding & kunstvoeding Wat voor voeding gaat u uw kindje geven? U wilt kiezen voor iets wat goed is voor uw kind en ook bij u past. Er is veel onderzoek gedaan naar de voor- en nadelen

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Vaak is het door keuze van het juiste geneesmiddel mogelijk om borstvoeding veilig te handhaven 11. Niveau 4 Toelichting Indien

Nadere informatie

Intra-uteriene groeivertraging

Intra-uteriene groeivertraging Intra-uteriene groeivertraging Afdeling Verloskunde/Gynaecologie Locatie Purmerend/Volendam Inleiding U krijgt deze folder omdat u zwanger bent van een baby dat in verhouding te klein is voor uw zwangerschapsduur.

Nadere informatie

Aan het einde van deze workshop weet u: Welke voedingsaspecten belangrijk zij bij de behandeling en preventie van wonden. Wat de gevolgen zijn van de

Aan het einde van deze workshop weet u: Welke voedingsaspecten belangrijk zij bij de behandeling en preventie van wonden. Wat de gevolgen zijn van de (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële) vergoeding Aandeelhouder Andere relatie, namelijk

Nadere informatie

Zorgpad bariatische operatie ia

Zorgpad bariatische operatie ia Zorgpad bariatische operatie ia Periode Professional Actie en Beleid Informatie Preconceptioneel Verloskundige - ZwangerWijzer bespreken en risicoschatting - Nagaan of zwangere nog gevolgd wordt door chirurg/diëtiste,

Nadere informatie

Borstvoeding bij de premature pasgeborene

Borstvoeding bij de premature pasgeborene Borstvoeding bij de premature pasgeborene Inleiding In deze folder vindt u informatie over het geven van borstvoeding aan uw te vroeg geboren baby (prematuur), die opgenomen is op afdeling 2 West. Ook

Nadere informatie

Disclosure belangen spreker

Disclosure belangen spreker Disclosure belangen spreker Wondzorg Symposium 14 oktober 2014 (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of

Nadere informatie

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting

Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting Vereenvoudigde Nederlandse samenvatting 151 152 Vroeggeboorte In de westerse wereld wordt 5 tot 13 procent van alle kinderen te vroeg geboren, waarbij vroeggeboorte wordt gedefinieerd als een zwangerschapsduur

Nadere informatie

Brandwonden en voedingstherapie

Brandwonden en voedingstherapie Brandwonden en voedingstherapie Auteur: A. Meijer Vertaald/bijgewerkt: Nieuwsbrief: 1989 Pagina: 31-33 Jaargang: 5 Nummer: 1 Toestemming: Illustraties: Bijzonderheden: Kernwoorden: voeding brandwonden

Nadere informatie

Follow-up spreekuur voor zuigelingen

Follow-up spreekuur voor zuigelingen Follow-up spreekuur voor zuigelingen Het Follow up spreekuur van Bernhoven biedt extra zorg en begeleiding aan u en uw baby, als uw baby op de couveuse afdeling heeft gelegen. Dit kan zijn doordat uw kind

Nadere informatie

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0

VSV Zoetermeer. Ketenprotocol. Diabetes gravidarum. Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits. Versie 1.0 Ketenprotocol Auteurs: Esther van Uffelen Ingrid Mourits 1 Inleiding Het Verloskundig Samenwerkings Verband Zoetermeer (VSV Zoetermeer ) is in 2012 opgericht ter verbetering van de verloskundige zorg in

Nadere informatie

Onderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders

Onderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders Onderzoek naar de keuze voor borst/kunstvoeding bij jonge moeders Inleiding: Ik ben Sascha en ik ben 20 jaar, sinds eind november 2008 ben ik moeder van een flinke zoon die ik volledige borstvoeding op

Nadere informatie

Borstvoeding prematuur

Borstvoeding prematuur lk Borstvoeding prematuur 1 Uw kindje is opgenomen op de couveuse afdeling. Ook wanneer een kindje te vroeg wordt geboren is het mogelijk om borstvoeding te geven. Deze folder informeert u over het geven

Nadere informatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie

12-11-2012. De fysiologische basis van de melkproductie. De fysiologische basis van de melkproductie. Hormonen tijdens lactatie De fysiologische basis van de melkproductie Anita Badart, diëtist / lactatiekundige IBCLC Moedermelk; Aandachtspunten hoe? hoeveel? samenstelling? De fysiologische basis van de melkproductie Lactose Vetten

Nadere informatie

Geboortegewicht: kg. (Gewicht.././. :..kg) Lengte: cm. (Lengte.././. :..cm) Hoofdomtrek: cm. (Schedelomtrek.././. :..cm)

Geboortegewicht: kg. (Gewicht.././. :..kg) Lengte: cm. (Lengte.././. :..cm) Hoofdomtrek: cm. (Schedelomtrek.././. :..cm) 1 Identificatiesticker Reden van opname: Geboortegewicht: kg. (Gewicht.././. :..kg) Lengte: cm. (Lengte.././. :..cm) Hoofdomtrek: cm. (Schedelomtrek.././. :..cm) Apgarscore: 1 minuut na de geboorte:...

Nadere informatie

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind

Obstetrie. Extreme vroeggeboorte van uw kind Obstetrie Extreme vroeggeboorte van uw kind Inhoudsopgave 1. Vroege geboorte...4 2. Perinatologisch Centrum...5 Overplaatsing...5 3. Levenskansen en kwaliteit van leven...6 Risico s...7 4. Gesprek over

Nadere informatie

Kinderafdeling. Uw kind komt naar huis

Kinderafdeling. Uw kind komt naar huis Kinderafdeling Algemeen Uw kind is opgenomen in het Diaconessenhuis Leiden en komt binnenkort naar huis. In deze folder vindt u adviezen over de verzorging van uw kind thuis. Als u na het lezen nog vragen

Nadere informatie

Evidence zoeken @ WWW

Evidence zoeken @ WWW Evidence zoeken @ WWW Dirk Ubbink Evidence Based Surgery 2011 Informatie Jaarlijks: >20.000 tijdschriften en boeken MEDLINE: >6.700 tijdschriften Jaarlijks 2 miljoen artikelen gepubliceerd 5500 publicaties

Nadere informatie

nazorg-poli neonatale intensive care unit

nazorg-poli neonatale intensive care unit nazorg-poli neonatale intensive care unit inleiding Door vroeggeboorte en/of problemen voorafgaand aan, of rondom de bevalling, verbleef uw kind op de Neonatale Intensive Care Unit (NICU) van ons ziekenhuis.

Nadere informatie

Addendum. Nederlandse Samenvatting

Addendum. Nederlandse Samenvatting Addendum A Nederlandse Samenvatting 164 Addendum Cardiovasculaire ziekten na hypertensieve aandoeningen in de zwangerschap Hypertensieve aandoeningen zijn een veelvoorkomende complicatie tijdens de zwangerschap.

Nadere informatie

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene

Het nagaan van het verloop van borstvoeding bij de pasgeborene INFANT BREASTFEEDING ASSESSMENT TOOL (IBFAT) Matthews M.K. (1988) Developing an instrument to assess infant breastfeeding behavior in early neonatal period. Midwifery, 4, 154-165. Meetinstrument Afkorting

Nadere informatie

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015

Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Voedingsrichtlijn Diabetes 2015 Esther Pekel diëtist Diabetescentrum 2015 1 Voedingsrichtlijn 2015 1e wetenschappelijke onderbouwde voedingsrichtlijn DM geschreven i.o.v. de NDF in 2006. 2e herziene richtlijn

Nadere informatie

Borstvoeding bij ontslag Moeder & Kind

Borstvoeding bij ontslag Moeder & Kind Logo Quality Indicators Project Borstvoeding bij ontslag Moeder & Kind TABEL 1 INFORMATIE Naam Borstvoeding bij ontslag Domein Moeder & Kind Identificatie M&K002 Auteur Geert Van de Water Datum 4/10/2013

Nadere informatie

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts

EBM. Domein arts. Overwegingen bij domein arts EBM Wetenschappelijke uitkomsten uit klinisch relevant prognostisch, diagnostisch en therapeutisch onderzoek. Kennis, ervaring, persoonlijke waarden en verwachtingen van de dokter zelf. De individuele

Nadere informatie

Zwangerschap en IBD. ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-, darm- en leverziekten. Beter voor elkaar

Zwangerschap en IBD. ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-, darm- en leverziekten. Beter voor elkaar Zwangerschap en IBD ziekte van Crohn en colitis ulcerosa Maag-, darm- en leverziekten Beter voor elkaar 2 Inleiding U wilt zwanger worden en heeft de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa. Op dat moment

Nadere informatie

Waarom worden uw risico s in kaart gebracht?

Waarom worden uw risico s in kaart gebracht? Deze folder is ontwikkeld door het Expect onderzoeksteam van de Universiteit Maastricht. Meer informatie over het Expect onderzoek vindt u op www.zwangerinlimburg.nl Waarom worden uw risico s in kaart

Nadere informatie

Samenvatting. Wat is de achtergrond van dit advies? Regelgeving en onderzoek zijn volop in ontwikkeling

Samenvatting. Wat is de achtergrond van dit advies? Regelgeving en onderzoek zijn volop in ontwikkeling Samenvatting Wat is de achtergrond van dit advies? Regelgeving en onderzoek zijn volop in ontwikkeling Europese wet- en regelgeving en onderzoek op het gebied van vitamines, mineralen en spoorelementen,

Nadere informatie

Waarom richtlijnen? Hoe komen richtlijnen tot stand? Pols voelen. Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes?

Waarom richtlijnen? Hoe komen richtlijnen tot stand? Pols voelen. Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes? Richtlijnen 2006: Goed voor kleintjes en hele kleintjes? Waarom richtlijnen? Matthijs de Hoog Hoe komen richtlijnen tot stand? In God we trust. All others must bring data. ILCOR 403 worksheets over 276

Nadere informatie

Dutch summary. Nederlandse samenvatting

Dutch summary. Nederlandse samenvatting Dutch summary Nederlandse samenvatting 127 Kinderen die te vroeg geboren worden, dat wil zeggen bij een zwangerschapsduur korter dan 37 weken, worden prematuren genoemd. Na de bevalling worden ernstig

Nadere informatie

KNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015

KNOV-Visie. Voeding van de pasgeborene. Utrecht 2015 1 5 KNOV-Visie Voeding van de pasgeborene Utrecht 015 6 1 7 8 9 10 11 1 1 1 15 16 17 18 19 0 1 5 6 7 8 9 0 1 5 6 7 8 9 0 CLIËNTE De cliënte en haar partner maken een geïnformeerde keuze over de voeding

Nadere informatie

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte

Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Vroegtijdige weeën en dreigende vroeggeboorte Deze brochure geeft informatie over de oorzaak, gevolgen en behandeling van vroegtijdige weeën, een dreigende vroeggeboorte en vroegtijdig gebroken vliezen.

Nadere informatie

Follow-up polikliniek Neonatologie

Follow-up polikliniek Neonatologie Follow-up polikliniek Neonatologie Uw kind werd behandeld op de afdeling neonatologie, meestal in de neonatale intensive care unit (NICU). Dat was voor u ongetwijfeld een spannende tijd waarin u veel

Nadere informatie

Pag. Inleiding 1 Visie 1

Pag. Inleiding 1 Visie 1 Inhoudsopgave Pag. Inleiding 1 Visie 1 1. Het voedingsaanbod 2 1.1 Zuigelingen/flesvoeding 2 1.2 Broodmaaltijd 2 1.3 Broodbeleg 2 1.4 Drinken en keuze dranken 3 1.5 Fruit en groente 3 1.6 Overige tussendoortjes

Nadere informatie

Pro s en contra s van ijzersuppletie bij neonaten

Pro s en contra s van ijzersuppletie bij neonaten Pro s en contra s van ijzersuppletie bij neonaten Willemijn Luyendijk- van Heel Kinderarts- fellow neonatologie Erasmus MC - Sophia kinderziekenhuis Afdeling neonatologie 31-05-2013 Symposium Regionale

Nadere informatie

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen

Ellen Govers. Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen Ellen Govers Waarom een dieet dat afwijkt van de RGV? Het dieet in 3 fasen Casussen Conclusies en aanbevelingen 1. patiënten kunnen goed afvallen op de Richtlijnen Goede Voeding 2. overgewicht behandelen

Nadere informatie