Hoofdstuk 3: Buitendienst

Transcriptie

1 3 Buitendienst 3.1 Contact Afdelingshoofden Bloedafname Ziekmeldingen moeten doorgegeven worden aan het afdelingshoofd van betreffende locatie via de mobiele nummers. Spreek een ziekmelding niet in op de voic . Bij geen gehoor bel dan het algemene nummer Algemene nummer Locatie Groningen Annet Pepping: Ineke Meijer: Tineke Oosterwijk: Algemene nummer Locatie Assen Hennie Bosscha Voor onderstaande onderwerpen moet men ook (telefonisch) contact opnemen met de afdelingshoofden Bloedafname: betermeldingen communicatie bode wagenpark alle overige vragen of opmerkingen 3.2 Privacy spreekuren Patiënten kunnen naar de locatie Damsterdiep of diverse ziekenhuislocaties verwezen worden als er meer privacy gewenst wordt. Privacygevoelige vragen kunnen schriftelijk behandeld worden. Indien de locatie het toelaat: elke werkplek een aparte tafel voldoende afstand tussen de werkplekken laat wachtende patiënten voldoende afstand bewaren 3.3 Indicatie huisbezoek Bij verschil van mening tussen de wens van de patiënt en het oordeel van de medewerker bloedafname neemt de medewerker contact op met de leidinggevende. De leidinggevende overlegt met de huisarts of het mogelijk is dat de patiënt naar het spreekuur komt. De uitkomst wordt vastgelegd in Portavita. 3.4 Materiaal Auto Neem mee: de sleutel van de auto en de bijbehorende mobiele telefoon Nadruk verboden Code: /7

2 de sleutel van het spreekuur, indien nodig de thermobutton persoonlijke token ritregistratie Bij terugkomst: leg de autosleutels, de bijbehorende mobiele telefoon, spreekuursleutel en de thermobutton terug Route Controleer op de routelijst of er mededelingen zijn die van belang zijn voor de route, bv vóór 9.00 uur. Neem, indien nodig, een patiëntensleutel mee. Lever deze weer in na de route Spreekuur met bode bestel maximaal 1x per week het materiaal via een interne bestellijst geef de interne bestellijst mee met de interne post via de bode de bode neemt de voorraad mee Spreekuur zonder bode neem materiaalvoorraad mee voor de locatie, aan de hand van het spreekurenboekje. Vervoer het materiaal in een Necontrabox. zet het spreekurenboekje terug bij de juiste dag in de tassenkamer of regiokantoor zet de Necontrabox/routetas opgeruimd in de tassenkamer of regiokantoor Bijzonderheden over de betreffende spreekuurlocaties staan in de map Spreekuurgegevens Voorraadbeheer materiaal spreekuur Voorraad van de spreekuren kan op de locatie aanwezig zijn of meegenomen worden in een spreekuurbak. Controleer wekelijks de houdbaarheid van het materiaal, zowel op locatie als spreekuurbak. Verwijder verlopen materiaal direct. Teken af op de lijst controle houdbaarheid voorraad. Naaldenbekers met gebruikte naalden erin, moeten afgesloten bewaard worden in een afgesloten kast. Indien er geen afgesloten kast is moet de naaldenbeker meegenomen worden. sluit de naaldenbeker af na gebruik en tijdens vervoer routetas Controleer de houdbaarheid van het materiaal maandelijks. Verwijder verlopen materiaal direct. Controleer de inhoud bij vertrek na lange afwezigheid of gebruik van een leentas. auto Geen voorraad in de auto. NB. BD buizen moeten worden bewaard bij een temperatuur van 4-25 C Nadruk verboden Code: /7

3 3.5 Transport alle afgenomen en ingeleverd patiëntenmateriaal moet in de Necontrabox in de safety-bag vervoerd worden vouw de safety-bag uit met de bijgeleverde plaat stop een absorptievel in de safety-bag stop het rek met afnamemonsters en de formulieren in een zakje en plaats het geheel in de safety-bag in geval van een bodetransport, moeten de urine- en fecespotjes in één zak gestopt worden en het geheel in de safety-bag geplaatst. Spoed materiaal wordt gescheiden van het routinemateriaal en in betreffende transportbox geplaatst als het materiaal van een spreekuur is, teken het naamkaartje af met de datum en unieke code en voeg dit toe aan de safety-bag sluit de safety-bag met de bijgeleverde clip plaats de safety-bag in de Necontrabox afvalzak en afgesloten naaldenbeker worden in de Necontrabox/transportbox buiten de safety-bag geplaatst in geval van een fietskoeriertransport moet de transportbox gesloten worden met de kofferriem, code 971. spreekuurmateriaal: lever de complete safety-bag met inhoud in op het regiokantoor of LALG DD of locatie Assen routemateriaal: lever het materiaal in op het LALG of locatie Assen of in de desbetreffende transportboxen op het regiokantoor de Necontrabox en transportboxen moeten afgesloten zijn tijdens transport monsters worden verdeeld op het laboratorium vanuit de Necontrabox monsters mogen niet vervoerd worden zonder Necontrabox Koeling d.m.v. koelelementen in Necontrabox Vanaf 1 april tot 1 oktober moet het patiëntenmateriaal gekoeld worden met gebruik van 2 gekoelde elementen. Als de buitentemperatuur hoger is dan 25 ºC dan 3 grote elementen gebruiken. Ook patiëntenmateriaal dat klaargezet wordt voor de bodediensten moet gekoeld worden d.m.v. koelelementen. plaats koelelementen buiten de safety-bag onder de bodemplaat zorg dat de koelelementen het patiëntenmateriaal niet raken Verwarming dmv warmte-element in Necontrabox Vanaf 1 oktober tot 1 april moet het patiëntenmateriaal verwarmd worden met behulp van het warmte-element in de Necontrabox. Dit geldt alleen voor de medewerker die zelf het materiaal transporteert in een Necontrabox. sluit de box aan met de aansluitkabel in de achterbak van de auto let op dat het LED lampje gaat branden Nadruk verboden Code: /7

4 koppel de box los van de aansluitkabel voor inleveren van het materiaal laat de aansluitkabel in de auto liggen Het transport door de medewerker gebeurt d.m.v. de Necontrabox. Het transport door de bode op spreekuren en regiokantoren gebeurt d.m.v. diverse transportboxen. grijs: routine regiokantoor rood: spoed regiokantoor blauw met Routine etiket: routine spreekuur blauw met Spoed etiket: spoed spreekuur Temperatuurregistratie afnamemateriaal tijdens transport Voor het registreren van de temperatuur wordt gebruik gemaakt van thermobuttons. De thermobuttons zijn ingesteld om zonder alarmering tussen 7 C - 30 C elke 15 minuten de temperatuur te meten Gebruik thermobutton De thermobuttons zijn voorzien van het autokenteken of van de naam van medewerkers die gebruik maken van eigen vervoer. De thermobuttons liggen in het routebakje (bij de autosleutels). plaats voor vertrek de thermobutton rechtop in het rekje voor het af te nemen materiaal, in een beschermhoesje, in de Necontrabox Thermobutton scannen Bij terugkomst op het regiokantoor, of bij bloedinname LALG, of locatie Assen moet de status van de thermobutton worden afgelezen met de thermobuttonlezer druk de thermobutton in de thermobuttonlezer De kleur (status) van de thermobutton wordt weergegeven: licht brandt groen: alle gemeten temperaturen vallen binnen de limiet licht brandt rood: enkele gemeten temperaturen vallen buiten de limiet Noteer de benodigde gegevens van de thermobutton op het formulier Temperatuuren tijdsregistratie thermobutton, zodat traceerbaar is dat de thermobutton is gescand. Noteer: het kenmerk van de thermobutton voornaam medewerker betreffende route of spreekuur tijd binnenkomst kleur van de gescande thermobutton unieke code medewerker Vervolgacties na scannen Vervolg na groen signaal: leg de thermobutton terug in het juiste autosleutelbakje Nadruk verboden Code: /7

5 bied het materiaal aan voor verwerking Vervolg na rood signaal: plaats de thermobutton terug in de Necontrabox pak het monstermateriaal NIET uit! voorzie de Necontrabox van het Etiket thermobutton 'rood' Bij een rood signaal mag het materiaal niet in het registratie-en analyse proces terechtkomen, maar moet eerst bekeken worden wanneer, hoelang en hoe hoog de temperatuursoverschrijding is. Daarom moet de Necontrabox met het materiaal apart worden afgegeven. Afgifte Necontrabox bij rood signaal: LALG: de Necontrabox met het patiëntmateriaal afgeven bij de Lab administratie Regiokantoor: de Necontrabox met het patiëntenmateriaal afgeven bij de bode. Op LALG geeft de bode vervolgens de Necontrabox af op de Lab administratie. Locatie Assen: de Necontrabox met het patiëntmateriaal afgeven bij de teamleider Het lab zorgt voor eventuele verdere acties bij een rood signaal. Bij een rood signaal ontvangt de medewerker een kopie van het rapport met de gegevens van het uitgelezen van de thermobutton Regiokantoor verstuur iedere werkdag (gelijktijdig met het preanalytisch materiaal) een kopie van het formulier Temperatuur- en tijdsregistratie thermobutton naar de locatie Damsterdiep, Lab administratie t.a.v. Temperatuurregistratie. 3.6 CoaguChek Meenemen CoaguChek: teken logboek 'Beheer CoaguChek' af met je unieke code als je een CoaguChek meeneemt controleer de inhoud van de CoaguChekkoffer, vul deze zonodig zelf aan. Inhoud CoaguChekkoffer: Coaguchek-apparaat koker teststroken, 4 teststroken per patiënt Microtainer lancets pleisters Teststroken: de teststroken zijn houdbaar tot de exp. datum op de koker de teststroken zijn gevoelig voor licht direct voor INR bepalen een teststrook uit de koker halen, daarna de koker afgesloten in de CoaguChekkoffer bewaren Gebruik CoaguChek: zet de meter aan met aan/uit toets Nadruk verboden Code: /7

6 controleer of de symbolen juist worden weergegeven pak een teststrook en schuif deze, met de belettering naar boven in de richting van de pijlen, in de CoaguChek controleer het codenummer in het display, met het nummer op de teststrookflacon komen de nummers overeen, bevestig met de M-toets komen de nummers niet overeen, dan geen INR bepalen wacht tot het apparaat gereed is desinfecteer de vinger niet, laat desgewenst de patiënt de handen wassen verricht een vingerprik, breng de bloeddruppel aan binnen 15 seconden na aanprikken de Coaguchek telt van 179 sec naar 0, binnen deze tijd moet een bloeddruppel op de opbrengzone worden aangebracht noteer de INR op het doseringsformulier Inleveren Coaguchek: teken logboek aftekenlijst Coaguchek af met je unieke code bij retour Coaguchek verwijder eventuele verontreiniging op het apparaat met een tissue met water vul de inhoud van de Coaguchekkoffer zelf aan bij ernstige vervuiling, storing of defect, de coaguchek inleveren bij het zelfmeetteam Nadruk verboden Code: /7

7 3.6.1 Foutmeldingen CoaguChek Foutmelding (altijd met Beschrijving de melding ERROR) Foutnummer: 000 Tijdsoverschrijding bij het opbrengen van het bloed Foutnummer: 3 Vervaldatum overschreden Foutnummer: 4 Teststrook defect of bloed te vroeg aangebracht Foutnummer: 5 Fout bij het opbrengen van het bloed Foutnummer: 6 Fout bij de meetprocedure Foutnummer: 7 Foutnummer: 8 Fout bij de meetprocedure Fout bij interne functietest van de meter Handeling Zet de meter uit en aan, voer de zelfde strip in, herhaal de meting Laat codechip en lotnr wijzigen door medewerker zelfmeetteam Herhaal de meting met gebruik van nieuwe teststrook Zet de meter uit en aan. Herhaal de meting met een nieuwe strip. Neem veneus bloed af. Indien dit niet mogelijk is, informeer afdelingshoofd Bloedafname. Lever het apparaat in bij het zelfmeetteam. Zet de patiënt op route. Neem veneus bloed af. Indien dit niet mogelijk is, informeer afdelingshoofd Bloedafname. Lever het apparaat in bij het zelfmeetteam. Zet de patiënt op route. Zoek contact met de coördinator zelfmeetteam 3.7 Holter loskoppelen laat de patiënt de bovenkleding uitdoen wees voorzichtig met het snoer zet de holter niet uit, verwijder de batterij niet verwijder de pleisters trek de gekleurde dopjes van de elektrodes die op de huid geplakt zitten gooi de pleisters en elektrodes weg neem het dagboekje en de holter mee in het speciale tasje * * * Nadruk verboden Code: /7