Algemene informatie BoFEB. Maartgroep 2012

Transcriptie

1 Maartgroep 2012

2 INHOUDSOPGAVE 1. Algemeen Aanstelling Salaris Reiskostenvergoeding Bijdrage in de opleidingskosten Introductieweek en buitenlandse excursie Vertrouwelijke informatie Publicaties Het eerste halfjaar: opleidingsdeel Algemeen Aanwezigheid/afwezigheid/ziekteverzuim Verlof/roostervrije dagen Rooster Colloquium Vaardigheidstraining College Tentamen Praktijkdossier Werkbezoek Congres Evaluaties...8 2

3 3. Afronding opleidingsdeel Het tweede halfjaar: stage Algemeen Aanwezigheid/afwezigheid/verlof Stageverslag en beoordeling Afronding BoFEB

4 1. Algemeen 1.1 Aanstelling Deelnemers aan BoFEB zijn gedurende een jaar in tijdelijke dienst van de desbetreffende stageverlenende instelling. De aanstelling van leden van de maartgroep 2012 begint op donderdag 1 maart 2012 en eindigt op donderdag 28 februari Tussentijdse beëindiging van het dienstverband is in beginsel niet mogelijk. Indien deelnemers het dienstverband toch beëindigen, kan dat als contractbreuk worden beschouwd. 1.2 Salaris Deelnemers worden doorgaans aangesteld in de salarisschaal voor beginnende academici bij de rijksoverheid (schaal 10 van het BBRA met 0 periodieken). 1.3 Reiskostenvergoeding Deelnemers hebben recht op de vergoeding voor het woon-werkverkeer die voor medewerkers van de stageverlenende instelling geldt. Voor zover reizen plaatsvinden in het kader van het opleidingsdeel van BoFEB kunnen de kosten (op basis van tweede klasse openbaar vervoer) worden gedeclareerd bij het secretariaat van BoFEB. 1.4 Bijdrage in de opleidingskosten Deelnemers zijn een bijdrage in de opleidingskosten verschuldigd. Deze bijdrage is gelijk aan de helft van het collegegeld bij universiteiten. Dit betekent dat deelnemers die op 1 maart 2012 van start gaan een bijdrage verschuldigd zijn van 856,50. Dit bedrag moet zijn overgemaakt vóór 1 september 2012 op bankrekeningnummer , ten name van BoFEB te Den Haag. De bijdrage kan desgewenst in zes maandelijkse termijnen van 142,75 worden voldaan. De hoogte van de bijdrage in de opleidingskosten wordt afgeleid van de hoogte van het collegegeld bij universiteiten, maar is geen collegegeld. Voor zover een deelnemer in het studiejaar nog collegegeld verschuldigd is, vervalt daarmee dan ook niet de verplichting om deze bijdrage te betalen. 4

5 1.5 Introductieweek en buitenlandse excursie Het BoFEB-programma start op donderdag 1 maart. Het traditionele introductieprogramma vindt van maandag 5 maart tot en met vrijdag 9 maart plaats in een vakantiepark in de gemeente Oisterwijk. De BoFEB-groep gaat tijdens het eerste halfjaar bovendien drie dagen op excursie naar Europese instellingen. Voor deelnemers wordt voor de introductieweek en de buitenlandse excursie een reisverzekering afgesloten. 1.6 Vertrouwelijke informatie Deelnemers nemen vaak kennis van vertrouwelijke informatie. Zij dienen met betrekking tot dergelijke informatie geheimhouding te betrachten, ook indien niet nadrukkelijk op het vertrouwelijke karakter wordt gewezen. 1.7 Publicaties Deelnemers worden aangemoedigd om te publiceren. Er is wel toestemming vereist van de directie van BoFEB. Een artikel moet met andere woorden van tevoren aan deze directie worden voorgelegd. 2. Het eerste halfjaar: opleidingsdeel 2.1 Algemeen Het opleidingsdeel van de maartgroep 2012 begint op 1 maart 2012 en eindigt op 31 augustus Dit programma bestaat uit diverse onderdelen. Deelnemers volgen colleges, nemen deel aan discussiebijeenkomsten en doen mee aan vaardigheidstrainingen. Zij maken schriftelijke tentamens en praktijkopdrachten. Er vinden bovendien werkbezoeken aan diverse instellingen plaats. De meeste colleges en dergelijke vinden plaats in het gebouw van het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). 2.2 Aanwezigheid/afwezigheid/ziekteverzuim Aan de deelnemers wordt verzocht om op tijd bij de groepsactiviteiten aanwezig te zijn. De BoFEB-groep moet er vanzelfsprekend voor zorgen dat haar aanwezigheid in het EL&I-gebouw niet tot overlast voor de medewerkers van EL&I leidt. 5

6 Als er bij een bijeenkomst geen vertegenwoordiger van de directie van BoFEB aanwezig is, heet een deelnemer namens de groep de docent welkom. Een van de deelnemers brengt bovendien de pc in gereedheid door in te loggen met behulp van de gebruikersnaam Bofeb en het actuele wachtwoord. De deelnemers wordt verzocht om onderling af te spreken wie een en ander doet. Indien een deelnemer om wat voor reden dan ook niet aan een bepaalde activiteit kan deelnemen, moet vooraf toestemming aan de directie van BoFEB worden gevraagd. Die toestemming wordt slechts voor uitzonderlijke gebeurtenissen (zoals een huwelijk) verleend. Indien deelnemers vanwege ziekte verzuimen, moet dat worden gemeld aan zowel het secretariaat van BoFEB als het secretariaat van de stageverlenende instelling. 2.3 Verlof/roostervrije dagen Het programma voor het eerste halfjaar is zo opgezet dat ervan wordt uitgegaan dat deelnemers een aantal vakantie- en ADV-dagen verbruiken dat overeenkomt met de helft van het jaartegoed. Dit betekent dat deelnemers tijdens de stageperiode recht hebben op de helft van het reguliere jaarlijkse aantal vakantie- en ADV-dagen. Vrijdag 18 mei (de dag na Hemelvaartsdag) is een vrije dag. Tijdens het opleidingsdeel zijn er twee vakanties: van maandag 30 april tot en met vrijdag 4 mei en van donderdag 9 augustus tot en met vrijdag 31 augustus. Deze vakantieperioden zijn en blijven roostervrij. 2.4 Rooster Deelnemers ontvangen een rooster. Hierin zijn roostervrije dagdelen opgenomen waarop zij tentamens kunnen voorbereiden en praktijkopdrachten kunnen maken. Er zijn veranderingen in het rooster mogelijk, die resulteren in verschuivingen van of invulling van eerder roostervrije dagdelen. Het rooster heeft dus altijd een voorlopig karakter. Het rooster bevat de volgende onderdelen: Colloquium Vaardigheidstraining College 6

7 Tentamen Praktijkdossier Werkbezoek Congres Evaluaties Colloquium Colloquia zijn discussiebijeenkomsten, waarin een bepaald onderwerp centraal staat. De inhoud van colloquia wordt niet getentamineerd Vaardigheidstraining De vaardigheidstrainingen hebben betrekking op specifieke vaardigheden: presentatietechnieken, schriftelijk rapporteren en gesprekstechnieken College De opleiding bestaat voorts uit een aantal reeksen colleges. Deelnemers krijgen ten behoeve van de colleges readers met de te bestuderen literatuur uitgereikt. Voor enkele vakken wordt gebruikgemaakt van boeken. De docenten geven aan welke literatuur voor tentamina van belang is. Deze literatuur kan een verplicht of een aanbevolen karakter hebben. Verplichte literatuur wordt door BoFEB verstrekt. Niet elke collegereeks wordt afgesloten met een tentamen. Als er bij een serie colleges geen tentamen hoort, is er sprake van minimaal één bijbehorend praktijkdossier Tentamen Tentamens toetsen de kennis die is verworven via colleges en de daarbij behorende literatuur. Voor elk tentamen wordt een cijfer vastgesteld. Indien de vragen afkomstig zijn van verschillende docenten, is het cijfer het (gewogen) gemiddelde van de toegekende deelcijfers. Tentamens hebben doorgaans een open-boek -karakter, maar kunnen ook een gesloten-boek -karakter hebben. Wanneer het een gesloten-boek -tentamen betreft, worden de studenten daarover van tevoren geïnformeerd. 7

8 2.4.5 Praktijkdossier Deelnemers oefenen via praktijkopdrachten, die als praktijkdossiers (prado s) worden aangeduid, de werkzaamheden van beleidsmedewerkers. Het is de bedoeling dat deelnemers op basis van achtergrondmateriaal (een dossier) een beleidsnotitie schrijven of een andere opdracht maken. Het streven is erop gericht dat deelnemers twee weken vóór de inleverdatum van hun werk de beschikking hebben over het desbetreffende praktijkdossier. De opdrachten komen echter soms later beschikbaar. Hiervoor wordt begrip gevraagd. De uitwerking van een praktijkdossier moet op tijd via worden ingeleverd bij zowel het secretariaat van BoFEB als de betrokken docent. Als een deelnemer de deadline door ziekte niet gaat halen, moeten het BoFEB-secretariaat en de docent tijdig worden geïnformeerd. Voor de uitwerking van een praktijkdossier wordt een cijfer toegekend. Ruim een week nadat de deelnemers hun werk hebben ingeleverd, vindt een nabespreking van het praktijkdossier plaats Werkbezoek Deelnemers bezoeken diverse instellingen die relevant zijn voor het financieel-economische beleid. Verschillende sprekers informeren de deelnemers bij een dergelijk bezoek doorgaans over de activiteiten van de betrokken instelling en over enkele recente projecten. De lijst van te bezoeken instellingen wisselt van groep tot groep Congres Een aantal congressen maakt deel uit van het opleidingsprogramma. Aanwezigheid hierbij is verplicht Evaluaties Van deelnemers wordt verwacht dat zij gezamenlijk van alle colloquia, vaardigheidstrainingen, colleges, praktijkdossiers en werkbezoeken evaluaties maken. Het rooster geeft aan wanneer evaluaties (van een deel van het programma) worden besproken met een vertegenwoordiger van de BoFEB-directie. De definitieve evaluaties 8

9 (van het desbetreffende deel van het programma) moeten na elke bespreking naar het secretariaat van BoFEB worden gestuurd. Deelnemers kunnen de hieraan verbonden werkzaamheden onderling verdelen, maar moeten er wel voor zorgen dat de hele groep de evaluaties kan onderschrijven. 3. Afronding opleidingsdeel De opleiding wordt met succes afgerond indien sprake is van een voldoende resultaat (het cijfer 5,5 of hoger) voor alle verplichtingen (tentamens, praktijkdossiers). Deelnemers mogen voor maximaal vier verplichtingen een cijfer lager dan 5,5 scoren, op voorwaarde dat geen enkel cijfer lager is dan 4,5 en het gemiddelde cijfer niet beneden 6,0 uitkomt. Deelnemers die gezien de behaalde resultaten de opleiding niet met succes kunnen afronden, komen voor maximaal drie herkansingen in aanmerking. De aard van de opdracht die deelnemers als herkansing moeten maken, kan verschillen van de aard van de oorspronkelijke opdracht. 4. Het tweede halfjaar: stage 4.1 Algemeen De stage begint op 1 september 2012 en eindigt op 28 februari Tijdens de stage worden de vaardigheden, die in het eerste halfjaar zijn geleerd, toegepast. De stage maakt daarmee onderdeel uit van de opleiding. Het is de bedoeling dat deelnemers een goed zicht krijgen op de werkzaamheden van de afdeling of directie waar zij werkzaam zijn. Dit lukt alleen indien zij tijdens de stage uiteenlopende werkzaamheden verrichten, en niet slechts met een grote klus worden belast. Een stageverlenende instelling kan desgewenst een contractperiode van anderhalf jaar hanteren. Als dit het geval is, rondt de desbetreffende deelnemer de BoFEB-opleiding gelijktijdig met de andere deelnemers af, maar blijft hij of zij daarna nog een halfjaar in dienst van de instelling in kwestie. 9

10 4.2 Aanwezigheid/afwezigheid/verlof Indien deelnemers vanwege BoFEB-activiteiten niet aanwezig kunnen zijn op de stageplaats, dienen zij dit van tevoren te melden aan de stagebegeleider. Van dergelijke activiteiten is tijdens de stageperiode overigens slechts bij hoge uitzondering sprake. Deelnemers bouwen vanaf 1 september 2012 aanspraken op vakantie- en ADV-dagen op. 4.3 Stageverslag en beoordeling Deelnemers dienen halverwege februari 2013 een stageverslag in te leveren. Dit verslag moet in ieder geval uit de volgende elementen bestaan: Een korte beschrijving van de verrichte werkzaamheden. Een aanduiding van de contacten die men tijdens de stage met uiteenlopende personen/instellingen heeft gehad. Een beoordeling van de stageplaats als onderdeel van BoFEB. Indien een deelnemer dat op prijs stelt, is aan het eind van het BoFEB-jaar een evaluatiegesprek met de directie van BoFEB mogelijk. De directie van BoFEB voert na afloop van de stage gesprekken met de stagebegeleiders. Elke stagebegeleider wordt verzocht om schriftelijk te rapporteren over het functioneren van de desbetreffende deelnemer. Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar. 5. Afronding BoFEB Deelnemers die BoFEB met succes afronden, ontvangen een diploma. De volgende vier judicia worden onderscheiden: zeer goed, goed, ruim voldoende en voldoende. Het judicium van een deelnemer wordt gebaseerd op het gemiddeld behaalde cijfer voor de onderdelen van de opleiding (50%) en de beoordeling van de stage door de stagebegeleider (50%). Deze beoordeling wordt daartoe vertaald in een cijfer. 10

11 Het judicium zeer goed wordt toegekend aan deelnemers met een gemiddeld cijfer van 8,5 of hoger. Voor de judicia goed, ruim voldoende en voldoende is een gemiddeld minimumcijfer vereist van achtereenvolgens 7,5, 6,5 en 5,5. 11