JAARPROGRAMMA GROEP 3

Transcriptie

1 JAARPROGRAMMA GROEP 3 1. Maandopening Elke eerste maandag van de maand om 8.35 uur verzamelen alle kinderen zich in de grote hal. Eén van de groepen heeft de maandopening voorbereid. Uit onze catechesemethode Hemel en aarde laten ze een gebed of gedichtje horen, of laten een andere activiteit uit deze methode aan de anderen zien. Daarnaast laten ze iets zien uit de methode Kanjertraining. 2.Maandsluiting Aan het eind van de maand verzamelen alle kinderen zich in de grote hal voor de maandsluiting. Elke groep heeft dan 5 minuten om te laten zien wat zij de afgelopen maand in de klas hebben geleerd of gedaan. De leerlingen laten dit op een creatieve manier zien, bijvoorbeeld door gedichten, toneelstukjes, dansjes of een lied. 3. Zelfstandig werken Elke dag werken we in groepen. Deze zijn ingedeeld per niveau. Deze niveaus noemen wij in de klas aanpakken. De kinderen zijn dan zelfstandig met opdrachten bezig. Deze opdrachten variëren van taal, lezen tot creatieve opdrachten. Ook tijdens rekenen zijn er per week 3 zelfstandige werklessen. Tijdens het zelfstandig werken kunnen er vragen komen van de kinderen. Ze lossen dit op, door te werken met het rood/groene blokje. Wanneer een kind een vraag heeft, probeert hij /zij het eerst op te lossen met een ander kind. Heeft het kind toch nog vragen waar het niet uit komt, kan het vraagteken worden neergelegd op de tafel. Dat is het teken dat de leerkracht weet, dat het kind een vraag heeft. Het kind kan doorwerken en de leerkracht kan op haar moment het kind helpen. Rood= zelfstandig doorwerken Groen= er mag hulp gevraagd worden door een ander kind Vraagteken= hulp vragen aan de leerkracht 4. Werken met groepsplannen. In alle groepen wordt gewerkt m.b.v. groepsplannen. Deze worden gemaakt voor de vakken gedrag, begrijpend lezen, lezen/aanvankelijk lezen, spelling en rekenen. In een groepsplan wordt beschreven welke leerlingen in welke aanpak zitten, op welke momenten er aan de komende leerdoelen wordt gewerkt en hoe de leerkracht dat organiseert. De leerkrachten kijken naar de resultaten van methode gebonden toetsen en van de halfjaarlijkse CITO toetsen en aan de hand daarvan bepalen ze welke kinderen in welke aanpak komen. Zo werken we met instructie-afhankelijke leerlingen, instructiegevoelige leerlingen, instructie-onafhankelijke leerlingen en leerlingen met een individuele leerlijn. Dit betekent dat ieder kind kan werken op de manier die bij

2 hem/haar past. Op deze manier kan de leerkracht extra aandacht besteden aan kinderen die dat nodig hebben en kunnen kinderen instructie krijgen naar behoefte. De indeling in aanpakken worden bij gesteld na de toetsen/cito. 5. Coöperatieve werkvormen. Vorig schooljaar zijn we al van start gegaan met coöperatief leren. Dit jaar wordt het team op verschillende studiedagen daar verder in geschoold vanuit het CED ( Centrum Educatieve Dienst) Coöperatieve structuren kunnen toegepast worden bij het terugvragen van de voorkennis, bij de instructie, bij het inoefenen en bij het toetsen van de lesstof. Ze stimuleren dat kinderen betrokken en actief leren. Wat de leeropbrengsten positief zal beïnvloeden. Tevens is coöperatief leren een middel om bij kinderen meer verantwoordelijkheid en eigenaarschap voor het eigen leren te bewerkstelligen. Daarnaast zullen we de klas- en teambouwers gaan gebruiken die horen bij coöperatief leren. Deze hebben sociale verbondenheid en een veilig klimaat als doel in zich. 6. Rekenen We werken met de methode: Pluspunt. Er is 2x in de week een instructie les en 3x per week werken de kinderen zelfstandig, na een korte uitleg, in hun werkschrift. Tijdens het zelfstandig werken wordt er in 3 aanpakken gewerkt. De kinderen volgen de klassikale instructie om daarna zelfstandig aan het werk te gaan. Naast de basisstof zijn er kinderen die extra leerstof aankunnen, sneller aan het werk kunnen met de leerstof en daarnaast werken met verdiepingsstof of extra uitdagende stof. De kinderen die verlengde instructie krijgen (extra uitleg van de leerkracht) en hebben extra inoefening nodig. Het kan voorkomen dat zij niet alle opdrachten of een gedeelte van de opdrachten maken. De volgende onderdelen worden behandeld: Getallen en getal relaties (bijv. getallenlijn, vooruit en achteruit tellen) Bewerkingen (bijv. splitsen, verdubbelen) Meten, tijd en geld (bijv. klokkijken hele uren, bedragen samenstellen met munten) Meetkunde (bijv. ruimtelijke figuren, tangram) Verhoudingen (bijv. tabellen) Grafieken (bv. staafgrafiek; aantal blokjes inkleuren) 7. Lezen / taal De kinderen krijgen het aanvankelijk leesonderwijs, verdeeld over 6 kernen ( 3 weken per kern). We werken met de methode Veilig Leren Lezen. Iedere kern wordt afgesloten met een toets. Deze gaat over het vlot lezen van de woorden die ze deze kern hebben geleerd. Iedere leesles is iedere dag hetzelfde opgebouwd volgens een instructiemodel. Over het hele jaar genomen krijgen de kinderen 12 kernen te verwerken. Na elke 3 e kern sluiten we af met een signalering. De herfstsignalering (na 3 maanden leesonderwijs) De wintersignalering (na 6 maanden leesonderwijs) De lentesignalering (na 9 maanden leesonderwijs) en De zomersignalering (na 12 maanden leesonderwijs)

3 Bij het lezen wordt gebruik gemaakt van de methode Veilig Leren Lezen. Deze methode heeft de volgende hulpmiddelen: 1. Werkboekje, oefeningen met de zojuist aangeleerde letter en de al eerder aangeleerde letters. Achter in het boekje zijn een twee- of drietal toetsen opgenomen waarmee de kern wordt afgesloten. 2. Leesboekje, de kinderen lezen de woorden die opgebouwd zijn uit de al aangeleerde letters. 3. Klik-klak-boekje, iedere aangeleerde letter komt in dit boekje. Spelenderwijs leren de kinderen woordjes maken en lezen. 4. Letterdoos, zelf woordjes en zinnen leggen. Al snel kan een echt dictee worden gegeven. 5. Structureerstroken, om zingend te leren lezen. 6. Veilig en Vlot leesboekjes. Kinderen leren de woordjes van de methode vlot lezen. 7. Ringboekjes, waarmee de kinderen visuele en schriftelijke oefeningen kunnen doen. Zowel individueel als in groepsverband. 8. Verrijkingsstof voor alle aanpakken, letterzetter, woordzetter en feestneus. 9. Computerprogramma van Veilig Leren Lezen Werken met het planbord Vanaf februari beheersen de leerlingen alle letters en bestaat het lezen uit het voortgezet technisch lezen. Spellingsproblemen worden behandeld in de methode en de aandacht gaat ook uit naar het vlot en begrijpend lezen. (zie oudergedeelte) Tijdens de zelfstandige verwerking werken we met krasbladen. Hierop kunnen de leerlingen zelf zien wat ze moeten doen. Op deze manier kunnen we in de groep op drie verschillende aanpakken werken (ster, maan, en zon ). Op deze manier kunnen wij de kinderen onderwijs op maat aanbieden. Deze verschillende aanpakken kunnen per kind veranderen gedurende het schooljaar. 8. Spelling De spelling zit verweven in de leesmethode. 9. Schrijven Wij werken met de methode: Schrijven leer je zo!. Schrijven leer je zo! is een bloklettermethode. De kinderen leren dus geen verbonden schrift meer. Bij het schrijfonderwijs richten wij ons er op dat de kinderen: Op een ontspannen manier kunnen schrijven Zelfstandig de kleine letters en cijfers in blokschrift uit het hoofd leren schrijven Gedurende een bepaalde tijd in een vlot tempo kunnen schrijven Zelfstandig hun eigen handschrift kunnen beoordelen op de kwaliteit ervan. 10.Wereldoriëntatie Dit wordt gegeven naar aanleiding van onderwerpen in de leesmethode en de gebeurtenissen in de leefomgeving van de kinderen. N.a.v. school-tv worden er ook projecten gegeven.

4 Verkeer Een keer per jaar hebben we een verkeersproject. Biologie Wij doen mee aan de projecten van de schoolbiologische dienst in Woerden. Voor groep 3 kan dat bijvoorbeeld zijn: les kist thee zetten, les kist klokken en de excursie de koeien van boer Jan. 11. Sociaal - emotionele vorming (Kanjertraining) Binnen de hele school wordt met de methode van de Kanjertraining gewerkt. De Kanjertraining bestaat uit een serie lessen met bijbehorende oefeningen die de leerkracht in de klas op de eigen school geeft. De Kanjertraining is bedoeld om de sfeer in de klas goed te houden (preventief), of te verbeteren (curatief). De kanjertraining heeft de volgende doelen: - Het bevorderen van vertrouwen en veiligheid in de klas. - Het versterken van de sociale vaardigheden bij leerlingen. - Beheersing van verschillende oplossingsstrategieën bij pesten en andere conflicten. - Bewustwording van de eigenheid bij leerlingen. - Leren om verantwoordelijkheid te nemen. - Het bevorderen van actief burgerschap en sociale integratie. 12. Bewegingsonderwijs - 1 x per week in Gymnastiekzaal Bulwijk. Tijdens deze les besteden we aandacht aan spel en bewegingstechniek. Daarnaast bewegen we in de speelzaal en buiten. Tijdens de pauze wordt de Sportsterrenkist ingezet. Op het schoolplein zijn vakken die staan voor: - Blauw = samen spelen: Ieder mag meedoen Niemand speelt de baas - Geel: tegen elkaar: Iedereen houdt zich aan de regels Je blijft sportief - Grijs: iedereen mag anders spelen. De ruimte wordt met elkaar gedeeld. - Groen: rust: Niemand is stoorzender Zitten en kletsen mag - Rood: alleen: Je stoort niet je buren Elkaar helpen mag Groep 3 heeft pauze van uur tot uur en speelt op het grote plein met groep 4 en Beeldende vorming Elke vrijdagmiddag besteden we aan creatieve vorming. Hierbij komen allerlei aspecten aan bod, bijvoorbeeld, ruimte, vorm, kleur, contrast. Dit in verschillende vormen, bijvoorbeeld tekenen, kleien, textiel, etc. Wij gebruiken daarvoor lesideeën van Ook hebben we met de onderbouw crea-uur. We hebben een aantal keer per jaar een cyclus.

5 14. Techniek. Voor techniek gebruiken we (de in de grote hal staande) techniektorens. Deze zetten we in tijdens het circuit van crea op de vrijdagmiddag. De kinderen zullen in een jaar tijd 10 keer met een techniekdoos aan de slag gaan. In alle techniekdozen zit een doorlopende lijn door de school heen. 15.Muziek We werken met de muziekmethode Moet je doen ; Nieuwe liedjes worden m.b.v. een cd aangeleerd. Voorafgaand aan het zingen voeren de kinderen activiteiten uit die hen spelenderwijs en op een zinvolle wijze vertrouwd maken met aspecten als tekst, ritme of melodie van het lied. Bijvoorbeeld: - Het lied beluisteren en vragen over de tekst beantwoorden - Passende geluiden bij het lied maken - In gedachten meezingen - De tekst ritmisch spreken - De tekst expressief voordragen - Geluiden bij het liedje maken 16. Dramatische vorming Dit wordt gegeven door de vakleerkracht Tessy Jansen. Wij gebruiken onder andere de methode Moet je doen: Drama. Deze methode beschrijft verschillende spelvormen, die in ieder leerjaar weer op een andere manier gebruikt worden. Naast het "leren spelen" besteedt zij aandacht aan fantasieontwikkeling, improviseren, maar ook aan samenwerking, durf ontwikkelen, kritiek kunnen geven en krijgen. 17.School-TV Een keer per week volgen we het leesprogramma van Leesdas. Daarnaast kijken we naar het wereldoriëntatieprogramma van Huisje Boompje Beestje. Na de cyclus van het leesprogramma Leesdas vervolgen we weer meer de Huisje Boompje Beestje programma s. Incidenteel kijken we naar een uitzending passend bij een thema. 18. Catechese Voor de catecheselessen gebruiken wij de methode: `Tussen Hemel en Aarde. Deze methode wordt gebruikt in alle groepen. De thema s van de catecheselessen van dit schooljaar kunt u vinden op de prikborden in de hallen. Deze thema s sluiten aan op de belevingswereld van de kinderen en zijn gekoppeld aan de gezinsvieringen (zie de jaarkalender). 19. Toetsen Elke 3 weken krijgen de kinderen een methodegebonden toets van de leesmethode. Ook wordt er 4 x per jaar een signaleringstoets afgenomen. In februari en mei/juni wordt bij de kinderen de AVI toets en DMT ( = Drieminutentoets) afgenomen. Elke 3 weken is er een methodegebonden toets van rekenen. Tevens worden er landelijk CITO toetsen van het rekenen, spelling en woordenschat gedaan.

6 20. Handelingsplan r.t. (remedial teaching) Zodra een leerling gedurende een langere periode opvalt (gedragsmatig of cognitief), wordt er een handelingsplan opgesteld en in de klas uitgevoerd. Zo krijgt het kind extra aandacht op het gebied dat hij of zij nodig heeft. Tijdens de drama les van groep 3 en 6 geven de leerkrachten RT aan de kinderen/kind die hiervoor in aanmerking komen/komt. Yvonne Deerenberg Els Edelbroek Liza van Putten September 2015