Jaarverslag Project LiNK Samenwerking BJB - GGZ. 1. Inleiding. 2. Doelstellingen

Transcriptie

1 1 Project LiNK Samenwerking BJB - GGZ Jaarverslag Inleiding Ontstaan vanuit de feedbackgroep BIJPASS, stelde het regionale project LiNK zich tot doel linken te leggen tussen bijzondere jeugdbijstand en geestelijke gezondheidszorg. Dit in de vorm van een samen zoeken naar trajecten voor kinderen en jongeren die binnen de hulpverlening uit de boot vallen door middel van het opvolgen en analyseren van casussen. In het eerste LiNKproject (LiNK I: 09/ /2007) werden acht casussen geselecteerd en werden de bevindingen neergeschreven in een uitgebreid rapport (via website In het tweede LiNKproject (LiNK II: 05/ /2007) zou het project LiNK op zoek gaan naar een geïntensifieerde samenwerking met verwijzers (JRB-CBJ) en verkennen op welke wijze de jongeren en hun context betrokken kunnen worden. Daarnaast werd een uitbreiding van het aantal deelnemende voorziening vooropgesteld. In wat volgt gaan we eerst in op de vooropgestelde doelstellingen van LiNK II. Daarna schetsen we de concrete werking binnen het project, waarna de doelgroep wordt geschetst en de vormen van samenwerking die zich ontwikkelden. We werpen hierbij ook ons licht op de factoren die samenwerking faciliteren of bemoeilijken. We schetsen nadien de stappen die we vanuit LiNK zetten naar buiten toe. De ondersteunende structuur wordt verder toegelicht, waarna we enkele besluiten formuleren. U vindt verder nog het financiële verslag en een overzicht van alle betrokkenen in de project- en adviesgroep. Gezien dit project permanent evolueert en groeit zullen we in dit verslag ook al evoluties opnemen die zich tijdens LiNK III manifesteren. Het definitieve LiNK III-rapport zal daar vanzelfsprekend dieper op ingaan. 2. Doelstellingen De doelstellingen van LiNK I van vorig jaar bleven behouden. Naar aanleiding van de bevindingen in het rapport werden doelstellingen toegevoegd. In september 2007 kwamen we tot volgende doelen: LiNK wil op basis van concrete casussen het overleg tussen hulpverleners uit verschillende sectoren ondersteunen. Doel is het uitwerken van coherente trajecten voor jongeren die tussen sectoren dreigen te vallen. het komende werkjaar willen we een verbreding van de casussen over meerdere voorzieningen realiseren. De casussen moeten gespreid blijven overheen verschillende werkvormen en leeftijdscategorieën. we zoeken op welke wijze de verwijzende instanties een plaats kunnen krijgen we trachten uit te breiden naar andere gespecialiseerde hulpverlening, vb. drughulpverlening wat met de jongeren in voorzieningen van gehandicaptenzorg die een psychiatrische problematiek vertonen? we gaan ook op zoek gaan naar de plaats van de cliënten in of rond het overleg. Vanuit de ervaringen van het voorbije jaar proberen we te komen tot expliciet geformuleerde samenwerkingsafspraken/engagementen en ook tot een uniform LiNK-casusdossier dat aanmelding en opvolging moet vereenvoudigen.

2 3. Concrete werking Vorig projectjaar, LiNK I, maakte de projectgroep de keuze om een halftijdse psycholoog/coördinator voor zes maanden aan te werven. Deze kreeg als opdracht mee de bedoelde problematiek zichtbaar te maken vanuit een gestructureerd casusoverleg. Tijdens het begin van de LiNK II periode werd dezelfde halftime ingezet om het verslag af te maken en de studiedag te organiseren. Om continuïteit te garanderen tot einde 2007, in de opvolging van de casussen over het volledige jaar 2007, met dezelfde financiële middelen, werd de coördinatiefunctie teruggebracht van 0.5 tot 0.35 FTE, aangevuld met 6 weken een extra halftime om het verslag af te werken en de studiedag voor te bereiden. Een deel van het budget bleef behouden voor tussenkomsten in kosten die buiten de subsidiëring van de voorzieningen viel (vb. financiering van therapeutische begeleiding en/ of psychiatrisch consult). In LiNK III, gegeven het feit dat dit project over een jaar zal lopen, diende de personeelsinbreng teruggebracht te worden tot een niet evidente 0.25 FTE. Vanaf september 2007 werd het aanbrengen van casussen niet meer beperkt tot de leden van de bestaande projectgroep. Alle voorzieningen uit de verschillende hulpverleningssectoren in Vlaams- Brabant konden een casus aanmelden bij LiNK. Dit gaf de mogelijkheid om een breder werkveld te bereiken en meer casussen te kunnen opvolgen. Aanbrengers van een casus werden wél lid van de projectgroep. Bij aanvang van het projectjaar werden een aantal criteria ter inclusie van een casus vooropgesteld, namelijk: In het traject van de jongere zijn hulpverleners uit meerdere sectoren betrokken. De hulpverleners engageren zich om het traject op lange termijn te blijven opvolgen, hun hulpverleningsaanbod vlot ter beschikking te stellen binnen het traject en systematisch te participeren aan de projectgroep. De casussen worden heterogeen gekozen om zoveel mogelijk relevante informatie met betrekking tot samenwerking en mogelijke trajecten te bekomen. Minstens één van de partners in de hulpverlening is gevestigd in Vlaams-Brabant en maakt deel uit van de projectgroep. Geen beperkingen op het vlak van leeftijd, ambulante of residentiële werkvorm, aanmeldingsproblematiek Er werden 24 casussen aangebracht en allen werden geïncludeerd. De casussen werden binnen de projectgroep opgevolgd. Hier werden suggesties gegeven met betrekking tot het mogelijk trajectverloop van de casus Synthese casussen De doelgroep betreft kinderen of jongeren met een (rand)psychiatrische problematiek, de zogenaamde 'restgroep'; de moeilijk bereikbare/ begeleidbare minderjarigen. Doorheen de aanmeldingen van de casussen vinden we bevestiging voor de talrijke mislukkingen in hulpverlening aan deze jongeren. We stellen vast dat veel van deze jongeren gekend zijn in de Gemeenschapsvoorzieningen, de Begeleidingstehuizen van BJB, maar tevens in de Geestelijke Gezondheidszorg. Bij nieuwe jongeren zien we herkenbare kenmerken en bemerkingen. Hun traject doorheen de hulpverlening wordt haast voorspelbaar. De aanmelding bij LiNK vanuit verschillende hoeken wordt gemotiveerd vanuit een dreigen vast te lopen in de begeleiding, het niet kunnen vinden van een gepast hulpverleningsaanbod of de vraag om een specifiek aanbod van een andere sector te kunnen toevoegen aan het eigen traject. In mei 2008 ligt het aantal LiNK-casussen op 31, waarvan 23 aangemeld sinds oktober Zes eerdere casussen zijn niet meer lopende. In wat volgt proberen we eerst een beschrijving te geven van de doelgroep aan de hand van kenmerken van de casussen. Vervolgens kijken we welke vormen van samenwerking er ontstonden. Ten slotte gaan we na wat samenwerking bemoeilijkt of faciliteert.

3 1. Kenmerken van de doelgroep 3 Geslacht Vrouwelijk 15 Mannelijk 16 Leeftijd 17- > <12 6 Schoolverloop Problematisch 17 Niet-problematisch 4 Onbekend 10 Gezinssamenstelling Intact 2 Niet-Intact 29 Verwijzer JRB 18 CBJ 13 Hulpverlening Residentieel 18 Ambulant 10 Geen 3 Etniciteit Belgische 22 Andere 9 Kenmerken bij de kinderen: Over geslacht zijn het aantal casussen ongeveer gelijkmatig verdeeld. Ongeveer de helft van de casussen bevindt zich in de leeftijdsgroep 14 tot 16 jaar. Tien jongeren zijn reeds meerderjarig of staan op de rand van meerderjarigheid. Er zijn twee heel jonge kinderen (< zes jaar). Ongeveer twee derde van de casussen staat onder jeugdrechtbank. De anderen hebben het CBJ als verwijzer. Alle casussen, op één na, werden aangemeld vanuit BJB, waarvan vier casussen vanuit MDT. Vijf oudere jongeren werden reeds op jonge leeftijd (< zes jaar) geplaatst. Negen jongeren hebben een andere dan de Belgische etniciteit. Voor de helft van de jongeren verloopt het schoolparcours op één of andere manier problematisch. Deze jongeren bevinden zich voornamelijk in de leeftijdsgroep jaar. Ongeveer de helft van de jongeren wordt residentieel begeleid. Momenteel hebben drie casussen nergens een plaats binnen het hulpverleningsaanbod. Agressie, depressie, een zwakke intelligentie en een drugproblematiek zijn kenmerken die bij deze jongeren vaak naar voor komen. In de helft van de casussen hadden de jongeren reeds in het verleden contact met GGZ. Kenmerken bij de gezinnen: In 11 casussen gaat het om een KOPP-problematiek In negen gezinnen is er slechts één kind De gezinssamenstelling is in slechts twee gezinnen nog intact. Bij de niet-intacte gezinnen hebben 17 jongeren geen contact meer met één of beide ouders (vnl. ontbreekt vader). In de meeste gezinnen is er een gebrek aan steunfiguren. Bijna alle jongeren hebben een traumatisch verleden. Agressie, verwaarlozing, mishandeling/misbruik en/of een vechtscheiding zijn vaak kenmerkend voor de gezinnen. Bij acht casussen worden meerdere kinderen uit het gezin begeleid door de betrokken setting, waarvan twee onder de vorm van gezinsbegeleiding. Vaak vertonen ouders weerstand naar hulpverlening toe. Dit is vooral kenmerkend bij thuisen gezinsbegeleiding. In één derde van de gezinnen krijgt moeder ook hulpverlening.

4 2. Vormen van samenwerking Binnen het traject van de jongeren zagen we volgende samenwerkingsverbanden tot stand komen. 4 ambulant ambulant Ter ondersteuning en advisering van het team ontstond er een samenwerking tussen de thuisbegeleidingsdienst en een dienst gespecialiseerd in dadergedrag. residentieel residentieel Er ontstond een samenwerking tussen een K-dienst en twee voorzieningen binnen de bijzondere jeugdbijstand. De samenwerking gebeurde voor de twee voorzieningen ieder onder een andere vorm. Bij de ene voorziening verbleef de jongere gedurende de week in de K-dienst en gedurende het weekend in het begeleidingstehuis. Bij de andere voorziening verbleef de jongere in het begeleidingstehuis. De K-dienst had hier een soort van time-outfunctie. Voor deze jongere kon er gebruikt gemaakt worden van een crisisbed in de betrokken K-dienst. De aanleiding hoefde geen crisis te zijn, er kon ook nood zijn bij de jongere of de begeleiding om deze jongere even tot rust te laten komen, om dan de begeleiding verder te kunnen zetten in de voorziening. Ook werd er vorm gegeven aan een samenwerking tussen een begeleidingstehuis en volwassenpsychiatrie (opname van de jongere). Deze vorm van samenwerking lijkt ons eveneens belangrijk omdat we vaststelden dat bijna een derde van de casussen de leeftijd van meerderjarigheid heeft of weldra zal bereiken. residentieel - ambulant Een vorm van samenwerking die plaatsvond was consult voor de begeleiders (mbt een concrete jongere) en/of voor de jongeren door een psychiater in de betrokken voorziening. Een andere vorm van samenwerking is die waarbij ambulante therapie wordt geboden aan jongeren die in een residentiële voorziening verblijven. Dit soort samenwerking kon verschillende vormen aannemen. De meeste casussen in dit samenwerkingsverband kregen ambulante therapie buitenshuis en er werd vertrokken vanuit een expliciete vraag. Voor één casus werd er vertrokken vanuit de impliciete nood van therapeutische begeleiding: er werd ingeschat dat het extreme (agressief-manipulerende) gedrag van de jongere slechts leefbaar zou kunnen worden (en aldus een breuk in de hulpverlening vermeden), als de jongere gemotiveerd zou kunnen worden om een therapie op te starten. De jongere zelf stelde geen expliciete vraag en stond zelfs weigerachtig ten opzichte van therapeutische begeleiding. Door echter de mogelijkheid van ambulante therapie door het CGG aan te bieden in de voorziening (uitnodigende laagdrempeligheid), kon er met deze jongere een proces naar therapeutische begeleiding toe ontwikkeld worden. Concreet: doordat het begeleidingstehuis het aanbod vanuit het CGG achter de hand had en therapeutische begeleiding dus onmiddellijk beschikbaar was, kon er met deze jongere over therapie gepraat worden. Voorheen was dit niet mogelijk. Belangrijk hierbij is dat de CGG-therapeut er als betrouwbare persoon voor deze jongere blijft staan, ondanks dat de jongere herhaaldelijk niet op de afgesproken momenten komt opdagen. Dit blijkt voor het CGG een engagement te zijn dat niet gemakkelijk te realiseren is omwille van de sectorale regelgeving. andere Aanvullend ontstond er ook nog een samenwerkingsvorm met volwassenpsychiatrie en gehandicaptenzorg voor volwassenen, waar ouders van LiNK-jongeren in begeleiding zijn. Dit lijkt ons belangrijk enerzijds omdat KOPP-problematiek sterk aanwezig is binnen de casussen. Anderzijds lijkt ons samenwerking tussen alle betrokkenen hulpverleners in het gezin belangrijk om voldoende afstemming en complementaire hulpverlening te realiseren. Reeds vorig projectjaar bleek de inbreng van de consulenten en jeugdrechters een belangrijke rol in deze samenwerkingsvormen te spelen en werden zij als noodzakelijke partner genoemd. Bijgevolg sloot het multidisciplinair team ter ondersteuning van de verwijzers (MDT) aan bij de projectgroep. Consulenten vanuit de verschillende Sociale Diensten of Comités van de provincie kunnen nu via het MDT rechtstreeks jongeren aanmeldingen bij LiNK. 3. Wat faciliteert of bemoeilijkt samenwerking. Het is belangrijk dat binnen de samenwerking de verschillende settings achter elkaars werking staan en er een zelfde lijn is in de begeleiding. Het is dan ook essentieel dat de verschillende partners met

5 elkaar in dialoog gaan om zo de begeleiding door de verschillende diensten op elkaar af te stemmen, zowel in het heden als naar de toekomst toe. We stelden vast dat er een aantal elementen zijn die een dergelijke samenwerking kunnen faciliteren of bemoeilijken. Elementen die samenwerking faciliteren 5 informele contacten Good Practices engagement: de bereidheid om buiten de lijnen te kleuren en om op lange termijn de casus mee op te volgen het ontwikkelen van een gezamenlijke visie de rol van de zorgcoördinator frequent overleg een duidelijke vraagstelling uitwisseling en verduidelijking van terminologie kennis en bevestiging van elkaars expertise het samen denken over mogelijke oplossingen anticiperen op crisismomenten Elementen die samenwerking bemoeilijken wachtlijsten het niet kunnen bieden van een lange termijn engagement vanuit psychiatrie en CGG evidenties voor de ene zijn dit niet voor de andere de juiste personen binnen een dienst te pakken krijgen is niet altijd evident verschillende, onduidelijke of veranderende doelstellingen Bad Practices / slechte ervaringen slechte communicatie te grote verschillen in cultuur en werking van de specifieke settings onvoldoende kennis over de cultuur en werking van de specifieke settings een te veel aan hulpverleners 5. Werking naar buiten toe Om het netwerk van betrokken hulpverleners te vergroten en aldus voor meer jongeren in de hulpverlening de mogelijkheid van gemengde trajecten te realiseren, zetten we met LiNK de stap naar buiten. Studiedag Project LiNK Met de steun van de provincie organiseerden we op 15 juni een studienamiddag in het Provinciehuis, waarop naast talrijke collega s uit verschillende sectoren ook beleidsmakers uit verschillende geledingen aanwezig waren. De bevindingen van 9 maanden LiNK werden voorgesteld door Imke Van Herrewegen, er was de presentatie van een project Orthopsychiatrie uit Nederland door Paula Langen, waarna gedebatteerd werd, oa. over de vraag of er gespecialiseerde centra nodig zijn voor de door LiNK beoogde doelgroep. Publicatie in het Tijdschrift voor Welzijnswerk 1 We schreven voor het septembernummer van het Tijdschrift voor Welzijnswerk (een uitgave van het Vlaams Welzijnsverbond) een artikel waarin het opzet, de werking en de bevindingen binnen het project LiNK werden voorgesteld: Link tussen POS en PSY. Een vangnet door het linken' van Bijzondere Jeugdbijstand en geestelijke Gezondheidszorg. 1 Van Herrewegen, I., Stegen, R. (2007). Link tussen pos en psy. Een vangnet door het 'linken' van Bijzondere Jeugdbijstand en geestelijke Gezondheidszorg. Tijdschrift voor Welzijnswerk, 31, 286, (downloaden op

6 Studiedag nav voorstelling Regioplan Integrale Jeugdhulp Vanuit het project LiNK verzorgden we een chatroom tijdens de voorstelling van het Regioplan Integrale Jeugdhulp op 13 december in Zellik. De verschillende chatrooms stelden projecten voor die sectoroverschrijdende samenwerking of daarbij relevante thema s betroffen. 6 Symposium Congres Kinderpsychiatrie en Psychotherapie LiNK droeg bij aan het zesde Vlaamse Congres Kinder- en Jeugdpsychiatrie en -psychotherapie onder de vorm van een symposium. Dit congres vond plaats op 7 en 8 februari Het symposium droeg als titel LiNKen tussen BJB en GGZ. We stelden de algemene werking van het project LiNK voor, Johan Ieven schetste de noden binnen pleegzorg van samenwerking met de geestelijke gezondheidszorg, Jean-Pierre Van Eeckhout en Alice Andries vertelden over de samenwerking tussen Thuisbegeleidingsdienst Radar en een psychiater. Nadien brachten Elke Janssens (De Wissel) en Dr. Inez Vandenbussche (Pathways) een casestudy waarin het hulpverleningstraject van een jongere en de daarin ontstane residentiële samenwerkingsverbanden werden geschetst. Uit de vragen van de aanwezigen bleek de grote interesse, maar ook de nood aan deze vormen van samenwerking. We ontvingen vele positieve reacties op dit initiatief. Samenwerking met Faculteit PPW departement Pedagogische Wetenschappen Reeds tijdens LiNK I werd Prof. Dr. Hans Grietens uitgenodigd om als supervisor/wetenschappelijk onderzoeker mee te kijken naar de verwerking van de gegevens die uit de 8 casussen naar voor kwamen. Hans Grietens nam deel aan een bijeenkomst van de adviesgroep en volgde verder vanop afstand de evolutie binnen (de casussen van) LiNK II. Nu het aantal casussen en bijgevolg de beschikbare informatie een aanzienlijke hoeveelheid geworden is, bekijken we met de Prof of en op welke wijze LiNK het onderwerp kan uitmaken van thesisonderzoek door studenten. We denken hierbij aan verwerking van gegevens mbt de jongeren, maar tevens mbt de ontstane intersectorale samenwerkingsverbanden tussen de voorzieningen. Tijdens LiNK III zal dit verder uitgewerkt worden. 6. Ondersteunende structuur: advies- en projectgroep De adviesgroep De vroegere feedbackgroep van BIJPASS werd omgevormd tot adviesgroep van LiNK. Hij heeft als doel een soort ruimere denkcel en ontmoetingsplaats te creëren voor alle mogelijke geïnteresseerden en betrokkenen. Vanuit de projectgroep wordt er teruggekoppeld wat er zich afspeelt binnen het concrete project. De adviesgroep heeft zich het voorbije jaar ook ontwikkeld tot ontmoetingsplaats van alle gelijkaardige of verwante projecten uit de regio. Samenhang en verschillen tussen de projecten kunnen hier duidelijk worden. Het gaat hierbij om het Therapeutisch project arrondissement Leuven, het project Stent (vervolg op BIJPASS) en het For-K outreachingproject dat verbonden is met KITT en de dienst Kinderpsychiatrie. Daarnaast wordt er in de adviesgroep gepraat over de evolutie die zich afspeelt binnen de residentiële For-K en crisisbedden en wordt er actief meegedacht vanuit het team Integrale Jeugdhulp en de provincie Vlaams-Brabant. In bijlage vindt u een overzicht van de deelnemers aan de adviesgroep. De adviesgroep komt één keer per trimester samen. De projectgroep De projectgroep stuurt LiNK aan vanuit een dubbele doelstelling. Enerzijds worden hier de aangemelde casussen voorgesteld en geïncludeerd. Er wordt samen gedacht over het aangewezen traject van de jongeren doorheen de hulpverlening. Anderzijds wordt in de projectgroep ook stilgestaan bij de structurele samenwerking die er ontstaat en hoe we hier continuïteit in kunnen brengen. Knelpunten op de twee terreinen worden besproken en mogelijke oplossingen voorgesteld. Deelnemers aan de projectgroep vanuit de voorzieningen dienen dus best op de twee niveaus een voldoende inhoudelijke informatie te hebben.

7 De projectgroep die het eerste projectjaar van LiNK aanstuurde werd inmiddels uitgebreid vanuit meerdere voorzieningen en het MDT. De samenstelling van de projectgroep vindt u in bijlage. De projectgroep komt om de vier à zes weken samen. 7 Door het grote aantal casussen is het onmogelijk om alle casussen aan bod te laten komen in de projectgroep. Follow-up gebeurt dan ook via schriftelijke en telefonische bevraging door de projectleider en medewerkster Marie Dupont (in het kader van Psychologie-stage). Enkel de knelpunten of opvallende elementen uit de casussen worden aan de projectgroep voorgelegd. 7. Besluit Tijdens het voorbije jaar hebben we een aantal bevindingen mbt de samenwerking van BJB en GGZ en de kenmerken van de casussen die hierbij aan bod komen, samengebracht in een uitgebreid rapport. We hebben nadien getracht continuïteit te bieden binnen het project en anderzijds een verbreding te realiseren. Dit zowel op het vlak van het aantal betrokken voorzieningen als op het vlak van aantal aangemelde casussen. De doelstelling bleef tweeledig: - Enerzijds zoveel mogelijk moeilijke trajecten zichtbaar maken die jongeren in de gesegmenteerde hulpverlening doorlopen: nu reeds meer dan 30 casussen. - Anderzijds door het organiseren van concreet overleg de structurele samenwerking overheen sectoren stimuleren en stap voor stap verder uitbouwen. Momenteel bestaat de projectgroep uit 16 vaste leden, die regelmatig samenkomen. Er werden een aantal bijkomende doelstellingen geformuleerd. Vorig projectjaar werd reeds het belang van de rol van consulenten en jeugdrechters duidelijk. Ze zijn noodzakelijke partners die mee het traject van de jongere aansturen. We stelden vast dat door de hoge werkdruk zij niet altijd de tijd hebben hun taak als 'zorgcoördinator' uit te voeren. Dit wordt dan overgenomen door de voorziening waar de jongere verblijft. Zij hebben echter vaak niet het hele proces van de jongere mee. De doelstelling om de verwijzers bij LiNK te betrekken werd gerealiseerd door toetreding van het MDT tot de projectgroep en de deelname van meerdere consulenten aan de adviesgroep. Consulenten meldden via het MDT casussen aan bij het project. Ook zij hebben een duidelijke vraag naar samenwerking tussen en expertise vanuit verschillende sectoren. In de vragen van de consulenten stellen we vast dat het voor hen op dit moment extra moeilijk is om een gepast traject uit te werken voor de moeilijkste jongeren omwille van de zeer lange wachtlijsten waar ze bij alle diensten op stuiten. Het lijkt ons belangrijk te vermelden dat het project LiNK niet gezien mag worden als mogelijkheid om wachtlijsten in te korten, maar gezien de doelstellingen ook de wachtlijsten als belemmerende factor wenst te signaleren. Bij aanvang van dit projectjaar werden ter inclusie van de casussen een aantal criteria vooropgesteld, o.a. dat in het traject van de jongere hulpverleners uit meerdere sectoren betrokken dienden te zijn. Dit criterium hebben we na verloop van tijd niet meer strikt gehanteerd. We stelden vast dat een aantal casussen werd aangemeld die nergens een plaats binnen de hulpverlening konden vinden. Enerzijds weerom door de lange wachtlijsten, maar anderzijds ook door de beoordeling dat ze een 'te zware problematiek' betroffen. Het aantal van dergelijke casussen neemt toe. Het lijkt ons dan ook belangrijk en interessant het traject van deze jongeren in kaart te brengen. Gedurende de bijeenkomsten van de projectgroep kwam communicatie naar ouders en clïent regelmatig als belangrijk aandachtspunt naar boven. Er werd besloten tot kennisgeving van aanmelding en inclusie bij LiNK. Bij deze kennisgeving moeten we er echter over waken dat we bij de jongeren en hun ouders geen verwachtingen creëren die niet kunnen waargemaakt worden. De concrete uitwerking van deze kennisgeving is nog niet duidelijk, dient nog verder geconcretiseerd te worden. Naar de toekomst toe willen we ook nagaan welke rol LiNK kan hebben binnen andere reeds bestaande projecten. We stelden bvb. vast dat sommige casussen van LiNK ook aangemeld en geïncludeerd werden binnen het Therapeutisch Project voor jongeren. Het lijkt ons zinvol om samen te werken en na te gaan hoe we dergelijke projecten op elkaar kunnen laten inspelen ipv naast elkaar te werken. Aan de projectleider van LiNK werd gevraagd om toe te treden tot de inclusiegroep van het

8 Therapeutisch Project, zodat ook de Bijzondere Jeugdzorg daar een vaste partner is, waardoor het BJB-aanbod meer beschikbaar kan worden voor de in het TP geïncludeerde jongeren. 8 De doelstellingen om drughulpverlening en gehandicaptenzorg te betrekken werden nog niet concreet gemaakt, blijven wel behouden. De vragen zijn er, maar lijken op dit moment te hoog gegrepen voor een klein project als LiNK. Het is duidelijk dat de thematiek die door het project LiNK wordt aangekaart zeer prangend is. Door de versnippering van de hulpverlening in sectoren en gespecialiseerde diensten, dreigen van langsom meer jongeren van het kastje naar de muur gestuurd te worden, vaak op jonge leeftijd. Dit proces op zich vormt de aanleiding om hen de stempel onbegeleidbaar of randpsychiatrisch te geven. Het is maar door hulpverleners samen te brengen rond deze casussen dat er terug naar oplossingen gezocht kan worden. Vanuit deze ervaring in het samenwerken vinden we hoe langer hoe meer argumenten om een oplossing voor hulp aan deze jongeren niet te gaan zoeken in nog meer gespecialiseerde diensten. Het is duidelijk dat voor deze jongeren heil gezocht dient te worden in een samenwerking tussen de sectoren BJB, CGG en KJP, waarbij verschillende expertises samengebracht kunnen worden en waarbij flexibiliteit in de trajecten wordt ingebouwd, zodat soepel ingespeeld kan worden op het explosieve, momentane gedrag dat meestal deel uitmaakt van de problematiek van deze jongeren. Op deze wijze wordt het mogelijk om gedurende voldoende lange tijd een hulpaanbod te realiseren voor deze jongeren. Want laat ons niet naïef zijn: jongeren die jarenlang dienden te (over)leven in onveilige opvoedingssituaties en hierdoor ernstige kwetsuren opliepen en ondertussen een persoonlijkheidsstoornis ontwikkelen, kunnen niet met snelle kortdurende programma s genezen worden. Het project LiNK neemt zich voor om het komende jaar haar aanbod voor meer jongeren beschikbaar te stellen en te blijven rapporteren over de faciliterende en belemmerende factoren in de samenwerking. We bekijken samen met Prof. Hans Grietens op welke wijze de dossiers en daarin aanwezige informatie geanalyseerd kan worden. We willen de provincie Vlaams-Brabant, afdeling Welzijn van harte danken voor de middelen die zij biedt om dit project mogelijk te maken, maar komen toch tot de vaststelling dat met de huidige groei van het project extra personele middelen noodzakelijk zullen zijn, daar waar deze de facto afnemen. Gezien het beschikbare gedeelte voor verloning binnen het project kon voor de coördinatiefunctie in LiNK I 0.5 EFT ingezet worden over een periode van 6 maanden, in LiNK II 0.35 EFT over een periode van +/- 8 maanden, in LiNK III slecht 0.25 EFT om tijdens het volledige kalenderjaar 2008 toch continuïteit te kunnen bieden. We zullen dan ook niet nalaten om LiNK kenbaar te maken bij andere overheden met het oog op ondersteuning van hunnentwege.

9 9 8. Financiëel verslag Boordtabel : besteding ytd tegenover budget budget Budget 2007 realisaties per 31/12/2007 wedde ,00 totale loonkost ,45 acerta 163,93 provisie arb ong verzek 107,36 gsm 50,00 38,90 toerekening gebruikskost 800,00 800,00 verplaatsingen medewerker 150,00 30,80 supervisie, diagnostiek, ,00 508, ,00 0, ,02

10 10 9. Bijlagen Samenstelling adviesgroep LiNK Naam Johan Ieven Mark Neyens Krista Mommen Mon Vandekeybus Sarah Polspoel Barbara Walgrave Karen Bauwens Bieke Vander Cruys Karine Geukens Jean-Pierre Van Eeckhout Tine Marain Chris Gautier Katrien Scheers Gie Kiesekoms Sigrid De Muynck Linda Van den Elzen Hilde Van der Borght Inez Vandenbussche Mark Frederickx Jo Jespers Jan De Vos Eddy Van Den Hove Patricia Leyssens Willy Van Nieuwenhuyzen Hans Grietens Marie Dupont Remi Stegen Dienst of werkvorm Centrum Pleegzorg Kessel-Lo CGG PassAnt Leuven De Dam Leuven Integrale Jeugdhulp Vlaams-Brabant Therapeutisch Project arr. Leuven CGG Leuven De kade St. Jozef Kortenberg Huize Levensruimte Averbode Plan-Aid Tonuso Vzw Monte Rosa Vzw Radar Ternat Forensische Outreaching UZ Leuven MDT Bijzondere Jeugdbijstand MDT Bijzondere Jeugdbijstand vzw Sporen Stent (OSBJ) CBJ Halle-Vilvoorde / Brussel De Wissel Leuven Pathways Tienen Pathways Tienen Oikoten Psychiater CGG De Vest Brussel Vlaams Welzijnsverbond Amber Leuven Provincie Vlaams-Brabant Faculteit PPW Departement PW Project LiNK (stage) Projectleider LiNK Samenstelling projectgroep LiNK Naam Johan Ieven Mark Neyens Krista Mommen Liliane Barthélemy Jean-Pierre Van Eeckhout Barbara Walgrave Karen Bauwens Ann Dekeyser Chris Gautier Katrien Scheers Gie Lambeir Mark Frederickx Hilde Van der Borght Ilse Mariën Marie Dupont Remi Stegen Dienst of werkvorm Centrum Pleegzorg Kessel-Lo CGG PassAnt Leuven De Dam Leuven Amber Leuven Vzw Radar Ternat De kade St. Jozef Kortenberg Huize Levensruimte Averbode Plan-Aid Tonuso MDT Bijzondere Jeugdbijstand MDT Bijzondere Jeugdbijstand vzw Sporen Pathways Tienen De Wissel Leuven Malpertuus Buken Project LiNK (stage) Projectleider LiNK