Inhoudsopgave. Jaarverslag

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Inhoudsopgave. Jaarverslag 2015 3"

Transcriptie

1 Jaar verslag 2015

2 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE Profiel Organisatie Kerncijfers 11 2 Bestuursverslag Hoofdlijnen Goed pensioenfondsbestuur Pensioenparagraaf Beleggingenparagraaf Financiële paragraaf Actuariële paragraaf Risicoparagraaf Toekomstparagraaf 59 3 Verslag van het verantwoordingsorgaan 61 Jaarrekening Balans per 31 december Staat van baten en lasten over Bestemming van het saldo van baten en lasten 66 Kasstroomoverzicht over Toelichting behorende tot de jaarrekening Overige gegevens 101 Informatie over de tussen het pensioenfonds en de aangesloten ondernemingen getroffen overeenkomst betreffende de financiering en de uitvoering van de pensioenregeling Statutaire regeling omtrent de bestemming van het saldo van baten en lasten 101 Gebeurtenissen na balansdatum 101 Actuariële verklaring 103 Controleverklaring

3 JAARVERSLAG 2015 Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 3

4 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 1.1 Profiel Stichting Pensioenfonds OWASE, statutair gevestigd te Zwolle, is opgericht op 1 januari De laatste statutenwijziging vond plaats op 1 december De stichting is ingeschreven bij de Kamer van Koophandel te Zwolle onder nummer Stichting Pensioenfonds OWASE is een ondernemingspensioenfonds en is aangesloten bij koepelorganisatie Pensioenfederatie. Het pensioenfonds heeft als doel de verstrekking van pensioenen en andere uitkeringen terzake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden aan deelnemers en gewezen deelnemers, alsmede aan hun nabestaanden, overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement en de statuten. Het pensioenfonds tracht dit doel te bereiken door het vormen van pensioenvoorzieningen, door het uitvoering geven aan de pensioenregeling als in het reglement omschreven en door het nemen van maatregelen die aan het doel ten goede komen. Ultimo 2015 wordt voor 26 aangesloten ondernemingen en voor deelnemers, gewezen deelnemers (slapers) en pensioengerechtigden 769 miljoen aan vermogen beheerd Ondernemingspensioenfonds voor de OWASE-ondernemingen Stichting Pensioenfonds OWASE is in 1957 opgericht als ondernemingspensioenfonds voor het Wavinconcern. Bij het pensioenfonds zijn zowel de ondernemingen van het huidige Wavin-concern aangesloten, als de ondernemingen die in de loop der jaren zijn verzelfstandigd. Wavin en de voormalige Wavinondernemingen hebben samen een vereniging opgericht: Werkgevers Vereniging OWASE (WVO). Deze vereniging heeft onder meer als doel om een gemeenschappelijk personeels- en arbeidsvoorwaardenbeleid te voeren. De pensioenregelingen zijn een belangrijk onderdeel van dit beleid. De gezamenlijke werkgevers en werknemers - lees: CAO-partijen - maken met elkaar afspraken over de pensioenen en pensioenregelingen. De werknemers van de OWASE-ondernemingen nemen op grond van hun arbeidsovereenkomst deel aan deze pensioenregelingen. Stichting Pensioenfonds OWASE voert de pensioenregelingen uit. De OWASE-ondernemingen hebben voor de uitvoering van de pensioenregelingen ieder afzonderlijk een (gelijkluidende) uitvoeringsovereenkomst gesloten met Stichting Pensioenfonds OWASE. Stichting Pensioenfonds OWASE heeft voor de uitvoering van de pensioenregelingen een pensioenreglement opgesteld waarin de regelingen zijn vastgelegd. Het pensioenfonds verstrekt op basis van het pensioenreglement pensioenen en andere uitkeringen terzake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden aan de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden en aan hun nabestaanden. Naar verwachting zal het aantal actieve deelnemers aan de pensioenregelingen van pensioenfonds OWASE in de komende jaren dalen en zullen de aantallen slapers en pensioengerechtigden toenemen. Hierdoor zal de gemiddelde leeftijd van de deelnemers toenemen. Het pensioenfonds zal rijper worden. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 4

5 1.1.2 Opbouw van het deelnemersbestand actieve deelnemers gewezen deelnemers pensioengerechtigden Bij het pensioenfonds aangesloten ondernemingen In 2015 waren onderstaande ondernemingen bij pensioenfonds OWASE aangesloten: Aangesloten ondernemingen: - Combipac B.V. (BPI Indupac) - Schoeller Allibert Services B.V. - Dion Arbo & Milieu B.V. - Smart Carriers Services B.V. - Dion B.V. * - Trepak Image Systems B.V. - Dion Groep B.V. - Sima Kunststoffen B.V. - Dion Pensioen Services B.V. - Sphere Nederland B.V. - Dion Salarisbureau B.V. - Stichting BONO - Dion Vastgoed Support B.V. - Wadinko N.V. - Future Pipe Industries B.V. - Wavin Assurantie B.V. - Pensioen Services Zwolle N.V. - Wavin B.V. - Rollepaal B.V. - Wavin Diensten B.V. - Romit B.V. - Wavin Nederland B.V. - RPC Bebo Nederland ** - Wavin Overseas B.V. - Schoeller Allibert B.V. - Wavin Technology & Innovation B.V. * Dion is in 2013 gestart met het omzetten van haar businessunits in afzonderlijke B.V. s binnen de Dion-groep (concernverband). Per 1 januari 2015 is ook Dion Arbo & Milieu B.V. aangesloten bij het pensioenfonds. ** RPC Bebo Nederland is geen lid van WVO en heeft een eigen CAO. Deze onderneming was reeds geruime tijd vóór de oprichting van WVO verzelfstandigd. De pensioenregeling van Stichting Pensioenfonds OWASE is enkel van toepassing voor de voormalige medewerkers van de vestigingen van RPC Bebo Nederland in Goor en Beuningen. De vestiging van RPC Bebo Nederland in Goor is in 2011 gesloten en de vestiging in Beuningen is in 2014 gesloten. Voormalige medewerkers van deze vestigingen die overgeplaatst zijn naar de RPC-vestiging in Deventer blijven deelnemer aan de OWASE-pensioenregeling. Behalve dat deze ondernemingen hun pensioenregelingen door een gezamenlijk pensioenfonds laten uitvoeren, zijn deze ondernemingen in beginsel ook lid van WVO en volgen ze een gezamenlijke CAO: de OWASE CAO. Hoofdstuk 12 Pensioen van deze OWASE CAO bepaalt: De werkgever is aangesloten bij de Stichting Pensioenfonds OWASE en de werknemer zal, conform het pensioenreglement, deelnemen aan dit pensioenfonds. en De inhoud van de pensioenregeling en de hoogte van de werknemersbijdrage worden vastgesteld door CAO-partijen. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 5

6 1.2 Organisatie In het kader van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen heeft het bestuur besloten om voor het zgn. paritaire bestuursmodel te kiezen. Dat model waarborgt naar het oordeel van het bestuur het best de kwaliteit van de afwegingen en de besluitvorming door het bestuur. Het bestuur was en is van oordeel dat de huidige organisatiestructuur prima functioneert. Het verantwoordingsorgaan heeft een positief advies uitgebracht bij de keuze voor het paritaire model en de door het bestuur beoogde invulling daarvan. Het bestuur heeft de keuze tevens toegelicht en afgestemd met de sociale partners. De sociale partners hebben ingestemd met de keuze voor het paritaire model Bestuur Het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE bestond in 2015 uit zes personen: drie vertegenwoordigers van de werkgevers, twee vertegenwoordigers van de werknemers en één vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden. De werkgeversvertegenwoordigers in het bestuur worden op voordracht van de Werkgeversvereniging OWASE (WVO) benoemd door het bestuur. De vertegenwoordigers van de werknemers in het bestuur worden op voordracht van de Samenwerkende Ondernemingsraden van de OWASE-ondernemingen (SOR) benoemd door het bestuur. De vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden wordt door het bestuur benoemd na te zijn gekozen door en uit de geleding van pensioengerechtigden. Het bestuur heeft bevoegdheden overeenkomstig de statuten en reglementen van het pensioenfonds, in overeenstemming met de vastlegging in de actuariële en bedrijfstechnische nota (ABTN). Het pensioenfondsbestuur had in 2015 de volgende samenstelling: Naam Functie Geleding Lid sinds Zittingsduur tot H.J. Meijerink (1958) voorzitter werkgevers A.J. van den Elst (1965) 1 plv. voorzitter werkgevers J.G.A. Terhalle (1977) 2 lid werkgevers J.W. Floor (1957) secretaris werknemers R.H.A. Brookhuis (1963) 3 plv. secretaris werknemers J. Stoffelsma (1940) 4 lid pensioengerechtigden De heer Van den Elst is per 1 januari 2015 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het bestuur. Hij blijft ook na 1 januari 2015 de plaatsvervangend voorzitter van het pensioenfondsbestuur. 2 De heer Terhalle is per 1 januari 2016 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het bestuur. 3 De heer Brookhuis is per 1 januari 2016 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werknemers in het bestuur. Hij blijft ook na 1 januari 2016 de plaatsvervangend secretaris van het pensioenfondsbestuur. 4 De heer Stoffelsma is per 1 januari 2016 zonder verkiezingen (aangezien zich geen andere kandidaten hebben gemeld) - op zijn verzoek voor een halve termijn - herbenoemd als vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden in het bestuur. Opmerking: de bestuursleden hebben geen nevenfuncties die kunnen conflicteren met hun bestuurlijke verantwoordelijkheden. Hun eventuele nevenfuncties worden jaarlijks geïnventariseerd door KPMG Compliance Services (IARCS). IARCS vermeldt de nevenfuncties in de compliance rapportages, die aan de compliance officer worden gezonden Verantwoordingsorgaan Het verantwoordingsorgaan bestond in 2015 uit zes personen: twee vertegenwoordigers van de werkgevers, twee vertegenwoordigers van de werknemers en twee vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden. De werkgeversvertegenwoordigers in het verantwoordingsorgaan worden op Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 6

7 voordracht van de Werkgeversvereniging OWASE (WVO) benoemd door het bestuur. De vertegenwoordigers van de werknemers in het verantwoordingsorgaan worden door het bestuur benoemd na te zijn gekozen door en uit de geleding van de actieve deelnemers (de werknemers van de aangesloten ondernemingen). De vertegenwoordigers van de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan worden op voordracht van de vereniging van gepensioneerden Wavin Old benoemd door het bestuur. Het verantwoordingsorgaan had in 2015 de volgende samenstelling: Naam Functie Geleding Lid sinds Zittingsduur tot F. Schepers (1943) voorzitter pensioengerechtigden L. Meijer (1945) 1 lid pensioengerechtigden D. de With (1954) lid werknemers W. van Dijk (1964) 2 lid werknemers R. de Jonge (1964) 3 secretaris werkgevers L. Hessels (1953) 4 plv. secretaris werkgevers De heer Meijer is per 1 januari 2016 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de pensioengerechtigden in het verantwoordingsorgaan. 2 De heer Van Dijk is per 1 januari 2015 zonder verkiezingen (aangezien zich geen andere kandidaten hebben gemeld) voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werknemers in het verantwoordingsorgaan. De heer Van Dijk heeft niet lang daarna besloten zijn loopbaan buiten OWASE-verband voort te zetten en hij heeft zich in verband daarmee per 1 juli 2015 teruggetrokken als lid van het verantwoordingsorgaan. De daardoor ontstane vacature was op 1 januari 2016 nog niet ingevuld (inmiddels is deze vacature wel ingevuld). 3 De heer De Jonge is per 1 januari 2016 voor een nieuwe termijn herbenoemd als vertegenwoordiger van de werkgevers in het verantwoordingsorgaan. 4 De heer Hessels heeft besloten zijn loopbaan buiten OWASE-verband voort te zetten en hij heeft zich in verband daarmee per 1 januari 2016 teruggetrokken als lid van het verantwoordingsorgaan. De daardoor ontstane vacature was op 1 januari 2016 nog niet ingevuld. Het verantwoordingsorgaan adviseert het bestuur desgevraagd of uit eigen beweging over aangelegenheden die het pensioenfonds betreffen. Het verantwoordingsorgaan heeft de bevoegdheid om een oordeel te geven over het handelen van het bestuur aan de hand van het jaarverslag, de jaarrekening en andere informatie, waaronder de bevindingen van het interne toezicht, over het door het bestuur uitgevoerde beleid, evenals over beleidskeuzes voor de toekomst. Dit oordeel wordt, samen met de reactie van het bestuur daarop, bekend gemaakt en in het jaarverslag van het pensioenfonds opgenomen. Het verantwoordingsorgaan adviseert op basis van de Pensioenwet over: - het beleid inzake beloningen; - de vorm en inrichting van het intern toezicht; - de profielschets voor leden van een (eventueel) in te stellen raad van toezicht; - het vaststellen en wijzigen van de interne klachten- en geschillenprocedure; - het vaststellen en wijzigen van het communicatie- en voorlichtingsbeleid; - de gehele of gedeeltelijke overdracht van de verplichtingen van het pensioenfonds of de overname van verplichtingen door het pensioenfonds; - het vaststellen en wijzigen van de statuten van het pensioenfonds; - de liquidatie, fusie of splitsing van het pensioenfonds; - het sluiten, wijzigen of beëindigen van een uitvoeringsovereenkomst; - het omzetten van het pensioenfonds in een andere rechtsvorm, bedoeld in artikel 18 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; - de samenvoeging van pensioenfondsen als bedoeld in de definitie van ondernemingspensioenfonds in artikel 1 van de Pensioenwet; en het verantwoordingsorgaan heeft tevens het recht om advies uit te brengen naar aanleiding van een melding van disfunctioneren van het bestuur. Het verantwoordingsorgaan stelt - op voorstel van het bestuur - normbedragen vast voor de tegemoetkoming aan de bedrijven voor het beschikbaar stellen van bestuursleden. Het verantwoordingsorgaan stelt tevens - op voorstel van het bestuur - de hoogte vast van de tegemoetkoming voor eventuele vakbestuurders en de vergoeding voor pensioengerechtigde bestuursleden. Het verantwoordingsorgaan is tot slot bevoegd om - in voorkomende gevallen - een bestuurslid of een lid van het verantwoordingsorgaan te schorsen. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 7

8 1.2.3 Intern toezicht Het bestuur organiseert het intern toezicht op het pensioenfonds door het periodiek inhuren van een visitatiecommissie bestaande uit ten minste drie onafhankelijke deskundigen. Voor het intern toezicht wordt jaarlijks een visitatiecommissie ingesteld om het functioneren van het pensioenfonds en van het bestuur te onderzoeken en zo nodig aanbevelingen te doen. De visitatiecommissie legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en in het jaarverslag. Het bestuur heeft ook begin 2015 weer een visitatiecommissie ingesteld om een visitatie uit te voeren Commissies Het pensioenfondsbestuur heeft een drietal commissies ingesteld die zich elk bezig houden met een onderdeel van de werkzaamheden van het pensioenfondsbestuur. Dit zijn: de Beleggingscommissie; de Financiële en Technische Commissie; de Communicatiecommissie. De commissies houden zich bezig met hun specifieke taken en adviseren het bestuur. De commissies hebben elk ten minste twee leden vanuit het bestuur. De commissies worden ondersteund door medewerkers van het pensioenbureau en door externe adviseurs. Door het werken met de verschillende commissies kunnen de werkzaamheden van het bestuur van het pensioenfonds efficiënter worden uitgevoerd. De commissies hebben ook leden die niet tevens bestuurslid zijn (externe leden). De communicatiecommissie heeft drie externe leden. Het gaat daarbij om twee werknemers van aangesloten ondernemingen en om één pensioengerechtigde. De financiële en technische commissie heeft één extern lid (eind 2015 was dit nog een vacature, de vacature is kort daarop ingevuld). De beleggingscommissie heeft twee externe leden: een externe voorzitter met (gewoon) stemrecht en een deelnemer, tevens kandidaat-lid van het bestuur, zonder stemrecht. Communicatiecommissie Financiële commissie Beleggingscommissie Bestuursleden Bestuursleden Bestuursleden J.G.A. Terhalle (voorzitter) H.J. Meijerink (voorzitter) A.J. van den Elst J.U. Stoffelsma J.W. Floor R.H.A. Brookhuis Externe leden Externe leden Externe leden A. Brouwer 1 E. Steffens 3 R. Albrecht (extern voorzitter) 4 R. Spijkers R.M. Botter 5 J. Schulten 2 1 Mevrouw Brouwer heeft besloten haar loopbaan buiten OWASE-verband voort te zetten en zij heeft zich in verband daarmee per 1 januari 2016 teruggetrokken als extern lid van de communicatiecommissie. 2 De heer Schulten is per 1 januari 2015 benoemd als extern lid van de communicatiecommissie. 3 De heer Steffens is per 1 januari 2016 benoemd als extern lid van de financiële commissie. 4 De heer Albrecht is per 1 juni 2014 benoemd als extern voorzitter van de beleggingscommissie (ingehuurd via zijn bedrijf Albrecht Advies B.V.). 5 De heer Botter heeft zich per 1 november 2015 teruggetrokken als extern lid van de beleggingscommissie (deze vacature is nog niet ingevuld) Compliance officer Het bestuur heeft de heer P.H. Riedijk per 1 januari 2014 benoemd als compliance officer van het pensioenfonds. De heer Riedijk is geen lid van het bestuur of van de beleggingscommissie van het pensioenfonds. De compliance officer is belast met de uitvoering van het integriteitsbeleid van het pensioenfonds en met het toezicht op de naleving van de gedragscode van het pensioenfonds. De compliance officer wordt ondersteund door het pensioenbureau en door KPMG Compliance Services (IARCS). Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 8

9 1.2.6 Uitvoeringsorganisatie Stichting Pensioenfonds OWASE heeft zelf geen mensen in dienst. Het bestuur heeft in 2014 (hernieuwd) uitbestedingsbeleid voor het pensioenfonds vastgesteld. Op basis van het uitbestedingsbeleid worden overeenkomsten gesloten met externe dienstverleners. De externe dienstverleners leggen aan het pensioenfondsbestuur verantwoording af over de wijze waarop zij hun taken uitvoeren. Uitgangspunt is dat het bestuur, overeenkomstig de eisen van de Pensioenwet, verantwoordelijk blijft voor de juiste uitvoering van de uitbestede taken. Het pensioenbureau is ondergebracht bij Dion Pensioen Services B.V., een aparte B.V. binnen de Dion-groep. Dion Pensioen Services B.V. en de andere Dionondernemingen zijn aangesloten bij het pensioenfonds. De medewerkers van het pensioenbureau zijn deelnemers aan de OWASE-pensioenregeling. Het pensioenbureau voert veel van de administratieve werkzaamheden uit, zoals het berekenen en aan de ondernemingen doorbelasten van de premies, het vaststellen van de pensioenuitkeringen en het berekenen van het hiervoor benodigde vermogen. Het pensioenbureau zorgt tevens voor de ambtelijke ondersteuning van het bestuur en de andere pensioenfondsorganen, coördineert de beleidsvoorbereiding en zorgt mede voor de operationele ondersteuning van het vermogensbeheer. Het pensioenfonds bepaalt zijn eigen beleggingsbeleid en belegt voornamelijk in fondsen die beheerd worden door externe vermogensbeheerders. Daarnaast werkt het pensioenfonds samen met een aantal externe adviseurs waaronder een actuaris en een beleggingsadviseur. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 9

10 Manager pensioenfonds H. Lubbers (Dion Pensioen Services B.V.) Administratie en informatie J.F. Lodewijk (Dion Pensioen Services B.V.) G. Bouck (Dion Pensioen Services B.V.) M.E.H. Zwiers (Dion Pensioen Services B.V.) M. van den Dijk (Dion Pensioen Services B.V.) Beleidsvoorbereiding M.E.R. Spit (Dion Pensioen Services B.V.) R. Buikema (Dion Pensioen Services B.V.) J.M. Groothuis (Dion Pensioen Services B.V.) Beleggingsondersteuning A.G. Doppenberg (Dion Pensioen Services B.V.) S. Marissen (Dion Pensioen Services B.V.) C.H. van den Berg (Willis Towers Watson te Amstelveen) Beleggingsadviseur J. Boot (Insinger de Beaufort te Amsterdam) Bewaarder KasBank te Amsterdam Actuaris P.M. Halkes (Willis Towers Watson te Apeldoorn) - adviseur W. Hoekert (Willis Towers Watson te Amstelveen) - certificeerder Accountant F.J.J. Glorie (KPMG Accountants N.V. te Amstelveen) Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 10

11 1.3 Kerncijfers (aantallen nominaal, bedragen x 1.000) Aantal werkgevers Aantal verzekerden Actieve deelnemers Premievrije rechten ( slapers ) Pensioentrekkenden (excl. IP) totaal Reglementvariabelen Indexatie actieven (in %) ,65 - cumulatieve achterstand ultimo jaar 2 2,67 2,67 2,67 2,67 - Indexatie inactieven (in %) 0,34 0,44 0,25 0 1,94 - cumulatieve achterstand ultimo jaar 2 3,66 3,38 3,38 2,10 - Franchise ultimo jaar (in Euro) Premiepercentage OP (over grondslag) Opbouwpercentage toegezegd (in %) 1,875 1,84 2,15 2,15 2,15 Opbouwpercentage toegekend (in %) 1,875 1,75 1,65 2,15 2,15 Reparatie opbouw in 2015 (in %-punt) 0,28 Nog te repareren opbouw (in %-punt) 0,09 0,22 Pensioenrichtleeftijd Pensioenuitvoering Feitelijke premie Kostendekkende premie (gedempt) Kostendekkende premie (ongedempt) Pensioenuitvoeringskosten kosten per deelnemer (in Euro) Uitkeringen, exclusief afkoop Saldo waardeoverdrachten Vermogenssituatie o.b.v. FTKmethodiek (rentetermijnstructuur) 3 FTK-rekenrente ultimo jaar (in %) 1,68 1,87 2,72 2,43 2,74 Totaal pensioenvermogen Pensioenverplichtingen Beleidsdekkingsgraad (in %) 111, Reële dekkingsgraad (in %) 91, Aanwezige dekkingsgraad (in %) 110,1 115,1 116,5 108,0 104,0 Vereiste dekkingsgraad (in %) 4 119,8 117,1 118,5 117,2 117,3 Beleggingsportefeuille Aandelen Commodities Vastrentende waarden Derivaten Vastgoed Overige beleggingen totaal Beleggingsperformance Beleggingsrendement (in %, incl. valuta afdekking) 1,27 17,83 4,39 13,37 2,99 ALM-Benchmark (in %) 3,40 16,61 4,90 15,01-1,76 Kosten vermogensbeheer (in % gem. belegd vermogen) 0,366 0,373 0,387 0,395 0,436 Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 11

12 1 De fluctuatie in het aantal aangesloten ondernemingen houdt enkel verband met wijzigingen in de concernverhoudingen van de aangesloten ondernemingen (geen daadwerkelijke toe-/uittredingen). 2 Bij het vaststellen van de cumulatieve indexatieachterstand wordt rekening gehouden met de gemiste indexatie over reeds eerder gemiste indexaties. 3 Rentetermijnstructuur ultimo 2011 met DNB-correctie o.b.v. 3 maandsgemiddelde en ultimo 2012, 2013 en 2014 met DNB correctie o.b.v. UFR en 3 maandsgemiddelde en ultimo 2015 met DNB correctie o.b.v. cufr (zonder 3 maandsgemiddelde). 4 Het pensioenfonds had ultimo 2015 een reservetekort van -7,9% (geen dekkingstekort), ultimo 2014 een reservetekort van -2,0% (geen dekkingstekort), ultimo 2013 een reservetekort van -2,0% (geen dekkingstekort), ultimo 2012 een reservetekort van -9,2% (geen dekkingstekort), ultimo 2011 een dekkingstekort van -1,0% en een reservetekort van -13,3 en ultimo 2010 een reservetekort van -0,6% (geen dekkingstekort). In 2015 wordt de reservetekortgrens vastgesteld op basis van de strategische assetmix; in de jaren vóór 2015 op basis van de feitelijke mix. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 12

13 2 Bestuursverslag 2.1 Hoofdlijnen Algemeen Met dit jaarverslag wil het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE verantwoording afleggen over en toelichting geven op het gevoerde beleid in het afgelopen jaar. Het jaarverslag geeft inzicht in vraagstukken die voor het pensioenfonds belangrijk zijn. Afhankelijk van het onderwerp zal in dit verslag naast een verantwoording over het in het verleden gevoerde beleid ook het in de toekomst te voeren beleid aan de orde komen Statutaire doelstelling Artikel 3 Doel van de Statuten van Stichting Pensioenfonds OWASE bepaalt: Het pensioenfonds heeft als doel de verstrekking van pensioenen en andere uitkeringen ter zake van ouderdom, arbeidsongeschiktheid en overlijden aan deelnemers en gewezen deelnemers, alsmede aan hun nabestaanden, overeenkomstig de bepalingen van het pensioenreglement en van deze statuten Mission statement Het pensioenfonds is het ondernemingspensioenfonds voor de OWASE-ondernemingen. De missie van het pensioenfonds is: - het binnen de kaders van wet- en regelgeving uitvoeren van de door de sociale partners afgesproken CDC-pensioenregeling voor de OWASE-bedrijven, welke regeling is vormgegeven als voorwaardelijk geïndexeerde middelloon-pensioenregeling; - waarbij de pensioenrechten op een juiste wijze worden toegewezen aan de deelnemers en gewezen deelnemers; - waarbij zowel bij het formuleren als bij het uitvoeren van beleid op een evenwichtige manier rekening wordt gehouden met de belangen van alle bij het fonds betrokken partijen: jongere en oudere deelnemers, pensioengerechtigden, partners, gewezen deelnemers, gewezen partners, en werkgevers; - waarbij de pensioengelden op een verantwoorde manier worden belegd; - waarbij er - binnen de gestelde risicokaders - naar wordt gestreefd een zodanig rendement op de beleggingen te behalen dat de nominale pensioenen (voor een relevant deel) kunnen worden geïndexeerd; - waarbij alle belanghebbenden zo optimaal mogelijk worden geïnformeerd, zowel over de beleidsvoornemens/beleidsbeslissingen van het pensioenfondsbestuur, als over de ontwikkelingen van de pensioenen/pensioenregeling Actuariële en Bedrijfstechnische Nota Om de doelstelling van het pensioenfonds te realiseren werkt het bestuur van Stichting Pensioenfonds OWASE volgens een Actuariële en Bedrijfstechnische Nota (ABTN). De bedoeling van de ABTN is om integraal inzicht te geven in het functioneren van het pensioenfonds en om een beschrijving te geven van het ten behoeve van het pensioenfonds te voeren beleid, waarbij de financiële opzet en de grondslagen waarop deze berust, gemotiveerd omschreven zijn. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 13

14 De ABTN is in 2015 geactualiseerd. De geactualiseerde ABTN is per 1 oktober 2015 van kracht geworden. De ABTN is aangepast aan de wijzigingen in het pensioenreglement, die (deels met terugwerkende kracht) per 1 januari 2015 werden doorgevoerd. 2.2 Goed pensioenfondsbestuur Per 1 januari 2014 is de nieuwe Code pensioenfondsen in werking getreden. De principes van goed pensioenfondsbestuur zijn in deze Code opnieuw geformuleerd, uitgebreid en nader uitgewerkt. Deze principes omvatten zorgvuldig bestuur; transparantie, openheid en communicatie; deskundigheid; verantwoording en intern toezicht. Het pensioenfonds dient maatregelen te treffen die goed pensioenfondsbestuur waarborgen. De principes en de Code zijn in de Pensioenwet verankerd. Pensioenfondsen hebben de mogelijkheid om gemotiveerd af te wijken van de bepalingen van de Code ( comply or explain ). Het bestuur heeft geïnventariseerd op welke punten het pensioenfonds (nog) niet voldoet aan de nieuwe Code en of er aanleiding is om het beleid te wijzigen of om de organisatie op onderdelen aan te passen. Hieronder worden de overwegingen van het bestuur op een aantal specifieke punten uit de Code geschetst. Het bestuur heeft een missie voor het pensioenfonds geformuleerd en in het jaarverslag vastgelegd (zie hierboven 2.1.3). In 2015 heeft het bestuur in het kader van de nieuwe wetgeving met de sociale partners een formele opdracht aan het pensioenfonds geformuleerd voor de uitvoering van de OWASE CDC-pensioenregeling. Deze opdracht werd per 1 juli 2015 gegeven door de sociale partners en aanvaard door het pensioenfondsbestuur. Het bestuur is van oordeel dat maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) cq. duurzaam beleggen gezien de beperkte fondsgrootte van pensioenfonds OWASE pragmatisch vormgegeven dient te worden. De beleggingscommissie heeft opdracht om bij de selectie van beleggingen nadrukkelijk ook naar MVOaspecten te kijken en om eventuele bijzonderheden op de fund requirement-formulieren vast te leggen. Anderzijds overweegt de beleggingscommissie beleggen in duurzame producten alleen als daarmee een adequaat rendement kan worden gerealiseerd. Het bestuur is gezien de beperkte fondsgrootte niet voornemens om eigen uitsluitingslijsten op te stellen of een AVA-stembeleid te formuleren, dit is mede ingegeven doordat het fonds uitsluitend in beleggingsfondsen belegt. Het bestuur kijkt bij het sluiten van dienstverleningsovereenkomsten nadrukkelijk ook naar de eventuele koppeling van de fee aan de prestatie van de dienstverlener. Er worden zodanige afspraken gemaakt over de bedongen beloningen met partijen aan wie taken worden uitbesteed, dat deze niet aanmoedigen om meer risico s te nemen dan voor het fonds aanvaardbaar is. Het beloningsbeleid binnen de organisatie van externe dienstverleners (waaronder vermogensbeheerders / medewerkers van fondsen waarin geïnvesteerd wordt) is daarentegen geen onderwerp bij contractonderhandelingen. Er is dan ook geen zicht op het beloningsbeleid van derden, behoudens op dat van het pensioenbureau dat bij Dion Pensioen Services is ondergebracht (de OWASE CAO is op Dion van toepassing en het beloningsbeleid is cf. die CAO: er zijn geen perverse prikkels die aanmoedigen tot het nemen van onaanvaardbare risico s). Het fonds heeft een eigen klokkenluidersregeling - met waarborgen voor degenen die financieel afhankelijk zijn van het fonds - die expliciet ook van toepassing is voor Dion Pensioen Services. De regeling met de te volgen procedures is nadrukkelijk onder de aandacht gebracht van betrokkenen. Het bestuur eist van alle dienstverleners dat zij een integere bedrijfsvoering waarborgen en dat zij dat ook kunnen aantonen. Het al dan niet aanwezig zijn van een klokkenluidersregeling binnen de organisatie van (andere) dienstverleners is echter geen onderwerp bij contractonderhandelingen. Er is daardoor geen zicht op eventuele klokkenluidersregelingen van derden. Wel worden medewerkers van dienstverleners in voorkomende gevallen aangemerkt als insiders of verbonden personen van het pensioenfonds en wordt dan de gedragscode van de dienstverlener opgevraagd. Een maximum aan het aantal herbenoemingen wordt niet overwogen, noch voor het bestuur, noch voor het verantwoordingsorgaan. Het bestuur is van oordeel dat zo n maximum belemmerend kan werken en de continuïteit van het fonds - gezien de beperkte omvang van het fonds - kan ondermijnen. Bij de inhuur van een visitatiecommissie wordt het verantwoordingsorgaan nadrukkelijk betrokken. In de opdrachtformulering wordt ook aan de Code Pensioenfondsen aandacht besteed. Aangezien de visitatiecommissie telkens voor één visitatieronde benoemd wordt is een bindende voordracht/advies bij de benoeming en het ontslag van visitatiecommissie-leden niet aan de orde. Het bestuur en het verantwoordingsorgaan zijn paritair samengesteld en een redelijke afspiegeling van de belanghebbenden (thans is één van de bestuurs-/vo-leden jonger dan 40 jaar). Het bestuur is blij dat er binnen de pensioenfonds-populatie geschikte mensen bereid zijn om in het bestuur en VO plaats te Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 14

15 nemen. Het bestuur onderschrijft de wenselijkheid van een zo divers mogelijke samenstelling van de pensioenfondsgremia, maar de pensioenfonds-populatie is vergrijsd en overwegend mannelijk van samenstelling: jongeren en vrouwen zijn sterk ondervertegenwoordigd binnen de populatie. In verband daarmee acht het bestuur geschiktheid het meest relevante criterium en acht het bestuur leeftijd en geslacht minder relevant. Het bestuur zal geen quotumeisen stellen, maar zal zich - bij het ontstaan van een vacature in het bestuur of VO - wel inspannen om een geschikte vrouwelijke kandidaat te werven ( bij gelijke geschiktheid ) Integere bedrijfsvoering Het beleid van het pensioenfonds is onder meer gericht op een integere bedrijfsvoering. Beheerste en integere bedrijfsvoering bestaat uit: beheersen van de pensioenfondsprocessen en risico s waarbij sprake is van: - adequate administratieve organisatie en interne controle; - adequate controlemechanismen; - beleid voor beheersing van risico s. waarborgen voor de integriteit: - systematische analyse van integriteitrisico s; - beleid voor beheersing van deze risico s; - uitvoering van dat beleid. procedures en maatregelen ter voorkoming van belangenverstrengeling. beleid voor het beheersen van (financiële) risico s die de soliditeit van het pensioenfonds kunnen aantasten. Het bestuur heeft een beleidscyclus voor integraal risicomanagement ingericht en geïmplementeerd om de risico s en de beheersmaatregelen permanent te monitoren en om permanent op deze risico s en beheersmaatregelen te kunnen sturen Deskundigheidsbevordering Om een pensioenfonds goed te kunnen besturen moeten bestuurders over voldoende kennis en kunde beschikken. Dit is in de wet verankerd. Om dit te bereiken is het bestuur verplicht hiervoor een plan te hebben. De wettelijke eisen omtrent kennis en kunde van fondsbestuurders werden in het verleden samengevat in de zogenaamde deskundigheidseisen. In 2012 is er door het pensioenfonds een deskundigheidsplan opgesteld. Met de komst van de Wet versterking bestuur pensioenfondsen en de Code pensioenfondsen is de term deskundigheid vervangen voor geschiktheid, waarbij geschiktheid een breder spectrum van eisen omvat waaraan een bestuurder moet voldoen. Deskundigheid is nu een onderdeel van deze eisen. Het oude deskundigheidsplan is in 2014 vervangen door een geschiktheidsplan. Dit plan is erop gericht om op gestructureerde wijze het niveau van geschiktheid van het bestuur te laten aansluiten bij wat nodig is voor het goed besturen van het pensioenfonds. De eerste belangrijkste wijziging is dat de eisen op het gebied van kennis (deskundigheid) en vaardigheden/competenties verder uitgebreid zijn. Dit betekent dat op het gebied van kennis een extra accent wordt gelegd op risicomanagement, uitbesteding en vermogensbeheer. Naast deskundigheid en competenties houdt geschiktheid ook het vertonen van professioneel gedrag in. Dit houdt het vooral bij praktische en meetbare gedragsaspecten zoals aantoonbaar over voldoende tijd beschikken en evident betrokken zijn bij het eigen fonds (het principe ken uw fonds ). In 2011 is een profiel voor bestuurslid bij het pensioenfonds opgesteld, waarin ook reeds de vereiste competenties werden beschreven (t.a.v. denken, voelen, kracht). Het bestuur heeft in 2013 een analyse laten maken van de competenties van de bestuursleden in relatie tot de taken en de samenstelling van het bestuur (competentiescan). Het bestuur voert jaarlijks een zelfevaluatie uit. De voorzitter van het pensioenfondsbestuur houdt jaarlijks evaluatiegesprekken met de individuele bestuursleden. Op basis van de uitkomsten van de zelfevaluatie en de evaluatiegesprekken is voor elk bestuurslid afzonderlijk een trainingsprogramma vastgesteld. De afspraken in het kader van deze programma s zijn begin 2015 en begin 2016 geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Begin 2016 heeft het bestuur de zelfevaluatie door een externe deskundige laten begeleiden, die een rapport heeft opgesteld en een aantal aanbevelingen heeft Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 15

16 gedaan. Het bestuur is blij met de aanbevelingen en gaat het komende jaar bekijken op welke wijze opvolging kan worden gegeven aan deze aanbevelingen. In 2015 werden ook weer diverse congressen, seminars en contactdagen bezocht en werd literatuur over de ontwikkelingen op pensioengebied bijgehouden. Het bestuur heeft in oktober 2015 zijn jaarlijkse studiedag gehouden, waarvoor diverse externe sprekers werden uitgenodigd Naleving wet- en regelgeving Het bestuur is goed op de hoogte van de geldende wet- en regelgeving. Voor zover aan het bestuur bekend is er geen sprake van overtreding van deze wet- en regelgeving Klachten- en geschillenprocedure Het pensioenfonds heeft een klachten- en geschillenprocedure. In het kader van deze procedure kunnen belanghebbenden worden verwezen naar de Ombudsman Pensioenen. In 2015 zijn er geen klachten ingediend Gedragscode De bestuursleden en de bij het pensioenfonds betrokken medewerkers van het pensioenbureau (bij Dion Pensioen Services B.V.) hebben een gedragscode getekend volgens het model van de Pensioenfederatie. Stichting Pensioenfonds OWASE valt onder het zgn. effecten typisch gedragstoezicht (ETGT), zoals vastgelegd in de Wet op het financieel toezicht. De gedragscode van het pensioenfonds moet daarom zowel aan de eisen van de Pensioenwet als aan de eisen van de Wet op het financieel toezicht voldoen. Ook nieuwe bestuursleden en nieuwe medewerkers van het pensioenbureau dienen de gedragscode te tekenen. De Pensioenfederatie heeft begin 2015 een nieuwe modelgedragscode opgesteld, meer in lijn met de Code pensioenfondsen. De gedragscode van het pensioenfonds is in 2015 in overeenstemming gebracht met dit nieuwe model. Het bestuur heeft tevens een breder compliance beleid vastgesteld en dit beleid vastgelegd in een Handboek Compliance. In dit handboek zijn ook de processen en procedures vastgelegd op basis waarvan het pensioenfonds vaststelt of de aan het pensioenfonds verbonden personen zich hebben gehouden aan de gedragscode en of het fonds in compliance is geweest. Het pensioenfondsbestuur heeft in 2014 een Incidenten- en klokkenluidersregeling vastgesteld. Deze regeling is ook van toepassing voor de medewerkers van het pensioenbureau en bevat een procedure voor interne en externe meldingen van (potentiële) misstanden en de afhandeling daarvan en waarborgen voor de bescherming van de verbonden persoon - de klokkenluider - die te goeder trouw melding maakt van (potentiële) misstanden. Deze regeling bevat tevens een regeling ongewenst gedrag op het werk en beoogt verbonden personen bescherming te bieden tegen ongewenste omgangsvormen en kwetsend gedrag van andere verbonden personen van pensioenfonds OWASE. Alle verbonden personen zijn geïnformeerd over de Incidenten- en klokkenluidersregeling en over de procedures die gevolgd kunnen/moeten worden. De regeling is opgenomen in het Compliance Handboek. In het kader van het compliance beleid hebben alle bij het pensioenfonds betrokken medewerkers van het pensioenbureau een door de gemeente van hun woonplaats afgegeven verklaring omtrent het gedrag ingeleverd. Ook nieuwe medewerkers dienen een dergelijke verklaring te overleggen. In opdracht van de compliance officer van het pensioenfonds wordt door KPMG Compliance Services (IARCS) jaarlijks een onderzoek uitgevoerd naar de naleving van de gedragscode en naar nevenactiviteiten en halfjaarlijks een onderzoek naar privé-beleggingstransacties. De compliance officer heeft afspraken met KPMG gemaakt over de uitvoering van het onderzoek naar de naleving van de gedragscode. Het pensioenfondsbestuur zal het compliance beleid in 2016 opnieuw onder de aandacht brengen van alle betrokken personen. Op basis van het onderzoek van KPMG over 2015 werd o.a. vastgesteld dat de gedragscode van het pensioenfonds is nageleefd, dat er door de bestuursleden geen conflicterende nevenactiviteiten zijn Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 16

17 verricht en dat er in 2015 door de insiders bij de pensioenfondsbeleggingen geen privébeleggingstransacties zijn verricht in die beleggingsfondsen waarin het pensioenfonds in de toetsingsperiode een aandeel in het belegde vermogen heeft of heeft gehad Toezichthouder Begin 2015 heeft het bestuur het nieuwe pensioenreglement, dat per 1 januari 2015 door het pensioenfondsbestuur werd vastgesteld, aan DNB gestuurd. In dat reglement is de pensioenregeling vastgelegd die de CAO-partijen bij de OWASE CAO per 1 januari 2015 hebben afgesproken. Tevens is het reglement aangepast aan de nieuwe wet- en regelgeving. Ook de nieuwe ABTN, die per 31 december 2014 door het pensioenfondsbestuur werd vastgesteld, werd meegezonden. De ABTN is aangepast aan het nieuwe pensioenreglement. De datum 31 december 2014 werd gekozen omdat het pensioenfondsbestuur nieuwe beleidsregels voor het vaststellen van de kostendekkende premie heeft vastgesteld en omdat het pensioenfondsbestuur de premie voor 2015 wilde vaststellen op basis van het nieuwe beleid. In dat verband werd ook een memo meegezonden waarin het besluit van het pensioenfondsbestuur is vastgelegd om de zgn. dempingsperiode voor de rekenrente die bij de berekening van de kostendekkende premie wordt gehanteerd te verlengen van 12 naar 120 maanden met de overwegingen en afwegingen die het bestuur bij dit besluit heeft gemaakt. In de tweede helft van 2015 heeft het bestuur nieuwe CAO-afspraken vertaalt in een nieuw OWASE CDCpensioenreglement. Dat reglement werd met terugwerkende kracht per 1 januari 2015 vastgesteld. Ook de ABTN en de statuten werden in overeenstemming gebracht met de CAO-afspraken. Tevens werden de uitkomsten van de ALM-studie en van de aanvangshaalbaarheidstoets in de fondsdocumenten verwerkt. De aangepaste documenten en de uitkomsten van de ALM-studie en de aanvangshaalbaarheidstoets werden vóór 1 oktober 2015 aan DNB gezonden Uitbesteding Het bestuur is bevoegd één of meerdere onderdelen van de bedrijfsprocessen van het pensioenfonds te laten uitvoeren door derden. In het uitbestedingsbeleid heeft het bestuur vastgelegd aan welke voorwaarden deze uitbesteding zal moeten voldoen. Bij deze beleidsregels is rekening gehouden met de voorwaarden zoals die door De Nederlandsche Bank als toezichthouder zijn voorgeschreven. Nieuwe uitbestedingsovereenkomsten en aanpassingen van bestaande uitbestedingsovereenkomsten worden steeds getoetst aan het uitbestedingsbeleid. Het uitbestedingsbeleid werd in 2015 geactualiseerd. Het uitbestedingsbeleid is van toepassing op werkzaamheden en partijen waarbij sprake is van uitbesteding in de zin van de Pensioenwet, het Besluit FTK en lagere wetgeving. Werkzaamheden die een louter adviserend of controlerend karakter hebben, zoals accountancywerkzaamheden, certificeringswerkzaamheden, actuariële-, juridische-, beleggings- en beleidsadvisering vallen hier niet onder. Het pensioenfondsbestuur, ondersteunt door de beleggingscommissie, voert zelf de invulling van het strategisch beleggingsbeleid uit. Het pensioenfondsbestuur en de beleggingscommissie worden bij deze taken geadviseerd door de beleggingsadviseur en ondersteund door het pensioenbureau en de externe beleggingsondersteuners (waaronder de performancemeter). Het pensioenfondsbestuur heeft het (operationele) beheer van een aanzienlijk deel van het totale vermogen (ca. 34%) aan één vermogensbeheerder uitbesteed (QIF Blackrock). Hierop zijn de uitbestedingsregels in de zin van de Pensioenwet en Besluit FTK (en lagere regelgeving) van toepassing. Het overige vermogen wordt belegd in investeringsfondsen (ca. 63%) en in directe staatsobligaties (circa 3%). Aangezien aan deze partijen geen beleggingsmandaat wordt verleend zijn op deze beleggingen de uitbestedingsregels op het gebied van vermogensbeheer niet van toepassing. Pensioenfonds OWASE heeft voor de beleidsvoorbereiding en de uitvoering van de administratie door het pensioenbureau een uitbestedingsovereenkomst (Service Level Agreement) gesloten met Dion Pensioen Services B.V. De dienstverlening geschiedt overeenkomstig de met het pensioenfondsbestuur gemaakte afspraken. De kwaliteitsaspecten en de monitoring daarvan door middel van kwartaal-sla-rapportages zijn vastgelegd in de SLA. De heer H. Lubbers van Dion is als manager pensioenfonds voor het bestuur het centrale aanspreekpunt bij het pensioenbureau. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 17

18 2.2.8 Communicatie In 2015 is veel aandacht besteed aan communicatie. De communicatiecommissie zet zich in om de complexe pensioenmaterie op een duidelijke en begrijpelijke manier aan de deelnemers en pensioengerechtigden uit te leggen. Communicatieplan De commissie heeft het communicatieplan in 2015 geactualiseerd. Het bestuur heeft het nieuwe communicatieplan - na een positief advies van het verantwoordingsorgaan - vastgesteld. In het communicatieplan is ook een aantal acties opgenomen naar aanleiding van de implementatie van de nieuwe CDC-pensioenregeling per 1 januari Het bestuur heeft het pensioenbureau gevraagd om alle actieve deelnemers bij het bereiken van en 55-jarige leeftijd uit te nodigen voor een kort pensioengesprek. Zo n gesprek is met name bedoeld om de deelnemer inzicht te verschaffen in de eigen pensioensituatie en de deelnemer te wijzen op zijn eigen verantwoordelijkheid voor het treffen van een adequate pensioenvoorziening voor hem zelf en voor zijn eventuele nabestaanden. Aan de deelnemers die uitgenodigd zijn wordt na elk gesprek tevens gevraagd om een evaluatieformulier in te vullen. Jaarlijks worden de antwoorden op de formulieren geïnventariseerd. De deelnemers geven vrijwel allemaal aan dat ze door het gesprek een goed beeld hebben gekregen van hun persoonlijke pensioensituatie en van de gevolgen van bepaalde gebeurtenissen - zoals trouwen, scheiden of het wisselen van baan - op hun pensioen. Al met al een goede reden om door te gaan met de pensioengesprekken. Pensioenfonds OWASE heeft een website: Op de website zijn naast algemene informatie over organisatie en structuur van het pensioenfonds ook de reglementen, brochures, nieuwsbrieven, samenvattingen van de notulen van vergaderingen van bestuur, veelgestelde vragen (en antwoorden) en andere wetenswaardigheden geplaatst. Ook werd via de website een rekenmodule (pensioenpeiler) ter beschikking gesteld waarmee de deelnemers hun persoonlijke pensioensituatie kunnen bepalen en verschillende pensioenmogelijkheden kunnen doorrekenen. Die pensioenpeiler is inmiddels gedateerd en uit de lucht gehaald. Het bestuur heeft in 2014 nieuwe pensioenadministratiesoftware aangeschaft die inmiddels word geïmplementeerd. Deze software is web-based. Er zal aan de nieuwe administratiesoftware ook een nieuwe website met een nieuwe pensioenpeiler gekoppeld worden. Een nieuwe deelnemer krijgt binnen drie maanden een startbrief van het pensioenfonds. Bij deze startbrief is een pensioenbrochure bijgevoegd waarin de pensioenregelingen en de uitvoering van deze regelingen op een voor iedereen te begrijpen wijze worden uitgelegd. De brochure is ook bedoeld als beknopt pensioenreglement. De startbrief en de brochure zijn eind 2015 aangepast aan de nieuwe CDCpensioenregeling die per 1 januari 2015 van toepassing is. In 2016 zal voor de startbrief het nieuwe pensioen format worden gebruikt. In overeenstemming met de wettelijke verplichting om eenvormige, eenduidige en duidelijke pensioenoverzichten te verstrekken, is ook in 2015 aan alle actieve deelnemers en pensioengerechtigden weer een uniform pensioenoverzicht (UPO) uitgereikt. In 2015 is tevens aan de gewezen deelnemers een UPO uitgereikt. In 2016 zal aan alle deelnemers wederom een UPO uitgereikt worden. Gewezen deelnemers, gewezen partners en pensioengerechtigden worden op het moment dat zij voornoemde status krijgen over bepaalde elementen - die voor hen op dat moment van belang zijn - in hun pensioenregeling geïnformeerd. Daarna worden de gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde jaarlijks op de hoogte gehouden over belangrijke ontwikkelingen in hun pensioenregeling. De deelnemers en pensioengerechtigden ontvangen in beginsel in de eerste helft van elk jaar een beknopt jaarverslag en in de tweede helft van het jaar een pensioenkrant. In februari 2015 is aan alle deelnemers en pensioengerechtigden een pensioenkrant gestuurd waarmee de mensen onder andere werden geïnformeerd over de actuele financiële situatie van het pensioenfonds en over de nieuwe pensioenwet- en regelgeving. Begin 2015 werd tevens een informatiebijeenkomst voor de deelnemers georganiseerd waarbij de nieuwe pensioenwet- en regelgeving werd toegelicht en waarbij de deelnemers werd verzocht om een korte enquête in te vullen om hun risicobereidheid te polsen. De uitkomsten van die enquête lagen in lijn met de uitkomsten van het OWASE Pensioenforum dat in 2013 werd georganiseerd. In juni 2015 werd het beknopte jaarverslag ook in de vorm van een pensioenkrant aan de deelnemers gestuurd. In februari 2016 is aan alle deelnemers en pensioengerechtigden wederom een pensioenkrant Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 18

19 gestuurd, ditmaal werd daarin voornamelijk aandacht besteed aan de OWASE CDC-pensioenregeling. Alle deelnemers werden eind 2015 reeds per brief over de invoering van de nieuwe CDC-regeling geïnformeerd Bestuursvergaderingen Het bestuur van het pensioenfonds heeft het afgelopen jaar verscheidene keren vergaderd. De belangrijkste onderwerpen waren naast de reguliere beleidscyclus: de financiële situatie van het pensioenfonds; het al dan niet toekennen van voorwaardelijke indexaties; de aanpassing van de pensioenregeling, eerst in verband met het nieuwe Nederlandse pensioenstelsel en daarna in verband met de nieuwe CAO-afspraken; het actualiseren van de ABTN en het pensioenreglement; de uitkomsten van de ALM-studie en de te ondernemen vervolgacties; de uitkomsten van de visitatieronde en de te ondernemen vervolgacties; de uitkomsten van de aanvangshaalbaarheidstoets en de te ondernemen vervolgacties; de inrichting van risicobudgetten binnen de beleggingsportefeuille; de ontwikkeling van de kostendekkende premie en de reparatie van de in 2013 doorgevoerde verlaging van de opbouw van nieuwe pensioenafspraken; de aanpassing van de financiële opzet van het pensioenfonds in verband met het nieuwe financiële toetsingskader (FTK). In 2015 is de frequentie van de bestuursvergaderingen uitgebreid en vond om en om vergaderingen plaats over strategische onderwerpen en over operationele onderwerpen. De beleidsvoorbereiding vindt zoveel mogelijk in de commissies plaats Visitatiecommissie Het pensioenfondsbestuur heeft begin 2015 een visitatiecommissie ingehuurd om in het kader van het intern toezicht een visitatie uit te voeren. De visitatiecommissie heeft in juli 2015 haar rapport aan het bestuur gestuurd. De commissie heeft vastgesteld dat het pensioenfonds de zaken over het algemeen goed voor elkaar heeft, maar heeft ook een aantal aandachtspunten gesignaleerd. Het bestuur heeft kennis genomen van het rapport en van de conclusies en aanbevelingen van de visitatiecommissie. Het bestuur kan zich vinden in de conclusies en aanbevelingen van de commissie. De aanbevelingen van de visitatiecommissie zijn vertaald in actiepunten. Het rapport van de commissie is als document integraal op de website van het pensioenfonds geplaatst. De visitatiecommissie is belast met het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur en legt verantwoording af over de uitvoering van de taken aan het verantwoordingsorgaan en het bestuur, alsmede in het jaarverslag. De commissie heeft de opdracht gekregen om begin 2015 een kritische beoordeling te maken van het beleid van het bestuur en van de algemene gang van zaken in het pensioenfonds. De visitatiecommissie dient binnen deze taak een oordeel uit te spreken over: - transparantie belangenafweging/realisatie; - wet en regelgeving vanuit compliance; - adequate pensioenadministratie/toezicht/actuarieel; en specifiek aandacht te besteden aan: - het beoordelen van de verwerking van punten uit het laatste visitatierapport; - de algemene organisatie van het fonds; - of het pensioenfondsbestuur in de afgelopen drie jaar de juiste prioriteiten heeft gesteld; - of het bestuur dat vervolgens heeft vertaald in beleid en of dat beleid ook is geïmplementeerd; - de juiste implementatie van wet- en regelgeving; - het risicomanagement; - de communicatie. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 19

20 Samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie (VC): Deze rapportage bevat de bevindingen van de visitatiecommissie naar aanleiding van haar onderzoek naar het functioneren van het bestuur van de Stichting Pensioenfonds OWASE over de periode maart 2013 tot januari De taak van VC bestaat uit het toezicht houden op het beleid van het bestuur van het fonds, op de algemene gang van zaken in het fonds en het toezien op adequate risicobeheersing en evenwichtige belangenafweging door het bestuur. De VC volgt bij het uitvoeren van haar rol de toezichtcode van de Vereniging Intern Toezichthouders Pensioensector. De huidige VC is benoemd door het bestuur op 17 maart 2015 voor een periode van drie jaar, op basis van een bindende voordracht van het Verantwoordingsorgaan. Tijdens het selectieproces is gesproken met meerdere bureaus en bij de gesprekken was een vertegenwoordiger van het bestuur en van het VO aanwezig. De VC legt verantwoording af aan het Verantwoordingsorgaan en het Bestuur. De VC bestaat uit: - R.P. van Leeuwen (1955) (voorzitter) is actuaris en bedrijfseconoom en momenteel actief als professioneel toezichthouder in de financiële sector. - M. Meijer-Zaalberg (1950) is pensioenjurist en fiscalist en actief als professioneel toezichthouder in de pensioensector. - J. G. Stokkel (1955) is registeraccountant en momenteel actief als zelfstandig adviseur van banken en pensioenfondsen. Algemeen oordeel De VC is van mening dat het fonds een gedreven bestuur heeft, met een deskundige, ervaren en krachtige voorzitter, dat de kwaliteit van haar eigen functioneren goed in het oog houdt. De governance bij het fonds functioneert over het algemeen genomen, waarbij de VC opmerkt dat de rol van het VO nog beter kan worden benut door het bestuur. De vastlegging van de beleids- en bestuursprocessen en procedures verdient nog nadere aandacht van het bestuur. De algemene gang van zaken in het fonds is over het algemeen genomen kwalitatief goed en transparant en zorgt dat het bestuur voldoende in controle is. De VC is van mening dat het bestuur een prudent beleid voert en voldoende evenwichtige belangenafweging toepast. Vastlegging daarvan verdient naar het oordeel van de VC nog nadere aandacht. De belangrijkste waarnemingen en aanbevelingen: Het functioneren van de governance De Wet versterking bestuur pensioenfondsen heeft niet geleid tot belangrijke wijzigingen in het bestuursmodel. Het fonds blijft het paritaire model hanteren. De VC heeft vastgesteld dat het fonds alle wettelijk voorgeschreven organen (vrijwel) tijdig heeft ingericht en statutair verankerd. Uit de notulen van het Verantwoordingsorgaan en de drie permanente commissies blijkt de VC dat deze commissies hun taak serieus opvatten, regelmatig vergaderen en de nodige acties ondernemen. Daarbij merkt de VC op dat het VO nog wel in zijn nieuwe rol moet groeien en meer bij het beleid betrokken zou kunnen worden. Het formaliseren en vastleggen van het beleid dient nog wel nader opgepakt te worden. Zo zijn er geen reglementen opgesteld voor de VC, de financiële en technische commissie en de communicatie commissie. Het reglement voor het Verantwoordingsorgaan dient geactualiseerd te worden. De VC beveelt aan om deze reglementen op te stellen dan wel te actualiseren. Het functioneren van het bestuur De VC is van mening dat de bestuursvergaderingen goed worden voorbereid. De agendapunten sluiten aan bij de pensioenactualiteit en de onderwerpen die spelen bij het fonds. Uit de gesprekken die de VC heeft gevoerd blijkt dat de vergaderstukken tijdig ter beschikking worden gesteld aan de bestuursleden. Uit de notulen blijkt de VC dat de opkomst bij de bestuursvergaderingen over het algemeen genomen goed is. In de gesprekken met de bestuursleden wordt aangegeven dat de vergaderingen zakelijk verlopen en dat in verband daarmee ervoor gekozen is om de notulen kort te houden. De VC beveelt aan om bij belangrijke besluiten, de gevoerde discussie en de argumentatie voor de besluitvorming beter in de notulen weer te geven en een besluitenlijst te hanteren. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 20

21 Het beleid van het bestuur Het bestuur heeft het voornemen om een beleidsplan voor het pensioenfonds op te stellen waarin de visie en de strategie van het pensioenfonds geherformuleerd worden. De VC beveelt aan dat dit voornemen in 2015 uit te voeren. De VC is van mening dat het fonds tevens beleid voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en beleggingen dient vast te stellen. Algemene gang van zaken in het fonds Dion Pension Services is nauw betrokken bij het fonds en vervult haar ondersteunende rol op een zeer goede wijze. De VC beveelt wel aan om ISAE 3402 verklaringen type 1 en 2 te verkrijgen van Dion Pensioen Services in aanvulling op de afgesloten SLA. De VC beveelt het bestuur aan om de AO/IC te up daten en tevens de gedragscode en de ABTN aan te passen op de door haar aangegeven punten. De VC beveelt verder aan om een formeel proces in te richten ten aanzien van het benoemen van een fondsmanager of het beëindigen van een relatie met een fondsmanager. De VC is van mening dat het raamwerk van rapportages over de beleggingen efficiënter ingericht en de kwaliteit verhoogd kan worden. Adequate risicobeheersing Het fonds heeft een uitgebreid risicokader ingericht, gebaseerd op de uitgangspunten van integraal risicomanagement met bijbehorende risicokaarten. Uit de notulen van 2014 blijkt nog niet dat risico iets is wat top of mind binnen het bestuur is. De VC beveelt dan ook aan om het risicobewustzijn binnen het bestuur te vergroten. De VC is van mening dat de compliance officer in zijn rapportage explicieter zijn eigen bevindingen dient weer te geven, waardoor meer inzicht wordt geboden in de stand van zaken met betrekking tot compliance bij het fonds dan nu het geval is. Evenwichtige belangenafweging Evenwichtige belangenbehartiging is een regelmatig terugkerend onderwerp, zo blijkt uit de notulen van het bestuur. Het meest recente voorbeeld was het al dan niet herstellen van de korting van de pensioenopbouw van de actieven, in het licht van de indexatie van de inactieven (gedeeltelijk) en van de actieven (geen). Communicatie De VC is van oordeel dat de communicatie betreffende de conversie van de pensioenrechten op 1 januari 2015 ontoereikend was om daarbij de negatieve optie toe te passen. De bijeenkomsten over de uitleg van de nieuwe pensioensregeling hadden ruimschoots voorafgaande aan het instemmingsverzoek via de negatieve optie moeten plaatsvinden. De VC beveelt dan ook aan om deze communicatie te evalueren. De VC beveelt verder aan om haar rapport volledig openbaar te maken bijvoorbeeld op de website van het fonds. Naleving Code Pensioenfondsen De VC beveelt het bestuur aan om te heroverwegen de normen Code Pensioenfondsen geheel toe te passen. Het bestuur heeft bij een aantal onderwerpen gemotiveerd afgeweken van de Code en toegelicht in het concept jaarverslag over Cultuur en gedrag Uit de interviews die de VC heeft gehouden, komt naar voren dat er open en respectvol met elkaar wordt omgegaan binnen het bestuur. De mening van de voorzitter weegt zwaar mee, mede door zijn deskundigheid en ervaring. Uit de zelfevaluatie van het bestuur zonder externe begeleiding blijkt enige (terechte) zelfgenoegzaamheid. De VC beveelt het bestuur aan om kritisch naar haar eigen functioneren te blijven kijken en de eerstvolgende zelfevaluatie door een externe deskundige te laten begeleiden. Opvolging van eerdere aanbevelingen van het interne toezicht Het bestuur heeft een open houding ten opzichte van het intern toezicht en beschouwt de aanbevelingen als opbouwend, waarmee men haar voordeel kan doen. Ten aanzien van de niet opgevolgde punten kan de VC de beweegredenen van het bestuur volgen. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 21

22 Tot slot De VC heeft vertrouwen in de opvolging door het bestuur van de aanbevelingen en ziet uit naar verdere samenwerking met het bestuur. De visitatiecommissie: 7 juli 2015 Drs. R.P. van Leeuwen AAG, (voorzitter) Mr. M. Meijer-Zaalberg J. G. Stokkel RA Het pensioenfondsbestuur heeft het volledige visitatierapport op de website van het pensioenfonds gepubliceerd, waar het door een ieder geraadpleegd kan worden Bestuursvergadering 31 mei 2016 Op 31 mei 2016 heeft de bestuursvergadering over de jaarstukken plaatsgevonden. In deze vergadering heeft het pensioenfondsbestuur de jaarstukken over het boekjaar 2015 behandeld en formeel vastgesteld. 2.3 Pensioenparagraaf Sinds 1 januari 2015 is de kern van de OWASE CDC-pensioenregeling dat de werkgever jaarlijks een volgens een vaste methodiek vastgestelde premie ( vaste werkgeverspremie ) beschikbaar stelt. Aan de hand van berekeningen van de kostendekkende premie voor toekomstige jaren komen CAO-partijen een vaste premie overeen voor meerdere jaren. De werkgever heeft geen verplichting om méér te betalen dan zijn deel van de premie - de vaste werkgeverspremie - en geeft geen garanties op opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten, toeslagverlening en de hoogte van de jaarlijkse pensioenopbouw. Het pensioenfonds zal uit de premie een jaarlijkse pensioenopbouw van 1,875% (fiscaal maximum) van de pensioengrondslag toekennen, maar zal dit percentage verminderen als de vaste premie in enig jaar niet toereikend is. Als de premie in een bepaald jaar ruim voldoende is, dan kan het meerdere worden gebruikt om de verlaagde opbouw in een voorafgaand jaar geheel of ten dele te repareren. Als een reparatie van een eerdere opbouw-verlaging niet aan de orde is, dan zal de beschikbare premieruimte in een premiedepot worden gestort waaruit toekomstige opbouwverlagingen gerepareerd kunnen worden. Daarnaast zullen afhankelijk van de financiële positie (dekkingsgraad) van het pensioenfonds indien noodzakelijk kortingen worden toegepast of indien mogelijk toeslagen worden verleend op opgebouwde pensioenaanspraken en -rechten. De hoogte van de uiteindelijke pensioenuitkeringen staan dus niet vast, maar zijn afhankelijk van (markt)ontwikkelingen die hun weerslag hebben op de toereikendheid van de premie en de financiële positie van het fonds. Omdat de vastgestelde jaarlijkse pensioenopbouw op basis van een middelloon-systematiek wordt vormgegeven kwalificeert deze pensioenregeling in de zin van artikel 10 van de Pensioenwet als een uitkeringsovereenkomst. Omdat de pensioenregeling gebaseerd is op een premie die wordt vastgesteld volgens een vooraf vastgestelde methodiek kwalificeert deze pensioenregeling volgens de internationale boekhoudkundige regels als een premieovereenkomst. Het pensioenfonds voert (thans) de volgende CDC-pensioenregeling uit: - een middelloon-pensioenregeling o.b.v. een uitkeringsovereenkomst; - met een pensioenrichtdatum van 67 jaar en een flexibele pensioeningangsdatum (met actuariële aanpassing van de pensioenuitkering bij eerder of later met pensioen gaan); - met pensioenopbouw tot uiterlijk 67 jaar en een opbouwpercentage van (maximaal) 1,875% per jaar: dit is het fiscale maximum, voor de daadwerkelijke opbouw geldt het voorbehoud dat er voldoende premie-inkomsten moeten zijn om de opbouw te financieren; - met een franchise van , die wordt aangepast overeenkomstig de OWASE CAO-loonindex (per 1 januari 2016 bedraagt de franchise ); - met een plafond van , dat wordt aangepast overeenkomstig de pensioenwet (per 1 januari 2016 bedraagt het plafond ); - met een vaste (OP-) pensioenpremie van 30% van de pensioengrondslag waarvan 22,5% door de werkgever wordt betaald en 7,5% door de werknemer wordt betaald; Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 22

23 - met voorwaardelijke na-indexatie per 1 januari van enig jaar: o.b.v. de OWASE CAO-loonindex voor de actieve deelnemers en o.b.v. de CBS-prijsindex (CPI alle huishouden, afgeleid) voor de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden; - met een ouderdomspensioen (OP), in aanvulling op het AOW-staatspensioen; - met een (levenslang) nabestaandenpensioen (NP) op opbouwbasis (waarbij NP = 70% OP); de premie voor het NP is inbegrepen in de OP-premie; - met een tijdelijk nabestaandenpensioen (tnp) op risicobasis tot de AOW-datum van de nabestaande (maar uiterlijk tot 67 jaar); de premie voor het tnp wordt betaald door de werknemer en bedraagt 15,- per maand; - met een wezenpensioen (WzP) op risicobasis (waarbij WzP = 14% OP) totdat de wees 18 jaar wordt, of - zolang de wees studeert - tot uiterlijk 27 jaar; de premie voor het WzP is inbegrepen in de OPpremie; - met een arbeidsongeschiktheidspensioen (AoP) - met excedentregeling - op risicobasis, in aanvulling op de WIA-uitkeringen (WGA en IVA); de premie voor het AoP wordt betaald door de werknemer en bedraagt 0,3% van het loon tot aan het WIA-maxdagloon (per 1 januari 2016 is dat ,37 omgerekend naar een voltijd-jaarloon) en 1,5% van het loon boven het WIA-maxdagloon; - met premievrije voortzetting van de opbouw van ouderdomspensioen bij invaliditeit (PVI), naar rato van de mate van arbeidsongeschiktheid (100% voortzetting bij volledige arbeidsongeschiktheid). Het pensioensalaris is het 12-voud van het geldende maandsalaris, vermeerderd met de jaarlijkse vakantietoeslag en - voor de deelnemers die onder de OWASE CAO vallen - 50% van de consignatietoeslag en 50% van de ploegentoeslag en - voor de deelnemers die onder de RPC CAO vallen - 20% van de ontvangen bedragen aan stertaakbeloning en 20% van de ploegentoeslag, en tot aan het wettelijk voorgeschreven opbouwplafond (per 1 januari ,-- per jaar bij een volledig dienstverband). Per 1 januari 2016 is de ploegentoeslag voor de deelnemers die onder de OWASE CAO vallen voor 75% pensioengevend, per 1 januari 2017 voor 87,5% en per 1 januari 2018 voor 100%. In de OWASE CAO is geregeld dat op de AOW-datum ontslag wordt verleend wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De deelnemers worden aldus gestimuleerd om het pensioen tegelijk met de AOW te laten ingaan Premiebeleid Het pensioenfonds heeft de volgende premie-inkomsten (per 1 januari 2015): - een vaste OP-premie, die voor een periode van drie jaar is vastgesteld op 30% van de pensioengrondslag (tevens voor NP, WzP, PVI): hiervan betaalt de werkgever driekwart (22,5%) en de werknemer één kwart (7,5%): - een tnp-premie die betaald wordt door de werknemer van 15,- per maand: deze premie wordt periodiek herijkt op actuariële grondslagen; - een AoP-premie die betaald wordt door de werknemer van 0,3% over het loon tot het WIAmaxdagloon (per 1 januari ,37 omgerekend naar een voltijd-jaarloon) en 1,5% over het loon boven het WIA-maxdagloon: deze premies worden periodiek herijkt op actuariële grondslagen. De werkgever draagt aan het ouderdomspensioen, nabestaandenpensioen en wezenpensioen van zijn werknemers en aan de kosten van de CDC-pensioenregeling bij door de maandelijkse betaling van een vaste werkgeverspremie. Uitgangspunt bij het premiebeleid is dat de uitvoering van de CDCpensioenregeling wordt afgestemd op de premies (en niet andersom). De sociale partners bepalen welke loonbestanddelen wel/niet pensioengevend zijn. Naast deze premies worden door werknemers en werkgevers geen andere afdrachten gedaan. Over de vaste CDC-pensioenpremie en over de vaststelling van deze premie zijn door de sociale partners - in overleg met het pensioenfondsbestuur - de volgende afspraken gemaakt: - de vaste premie is uitsluitend bedoeld voor de beoogde opbouw van pensioenaanspraken; - de vaste premie is nadrukkelijk niet bestemd om vermindering van reeds opgebouwd pensioen te voorkomen als bedoeld in paragraaf 9 en/of om een vermindering uit het verleden te compenseren; - met het betalen van zijn deel van de vaste premie (lees: de vaste werkgeverspremie) heeft de werkgever aan zijn financiële verplichtingen voldaan; - de vaste premie wordt nadrukkelijk niet verhoogd wanneer bij aanvang van het jaar blijkt dat de vooraf afgesproken vaste premie niet voldoende is voor de beoogde pensioenopbouw in dat jaar; - er bestaat nadrukkelijk geen bijstortingsverplichting voor de werkgever in de situatie dat het pensioenfonds niet zelfstandig binnen de wettelijke termijnen de dekkingsgraad weet te herstellen; Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 23

24 - wanneer de beleidsdekkingsgraad van het pensioenfonds volgens de wettelijke normen een premiekorting of een premierestitutie toestaat, wordt deze niet aan de werkgever verleend; - de vaste premie wordt nadrukkelijk niet verlaagd wanneer bij aanvang van het jaar blijkt dat de vooraf afgesproken vaste premie ruim voldoende is voor de beoogde pensioenopbouw in dat jaar; - als blijkt dat de vooraf afgesproken vaste premie ruim voldoende is voor de beoogde pensioenopbouw in dat jaar, dan wordt het meerdere ofwel aangewend voor de reparatie van reeds doorgevoerde verlagingen van de opbouw van pensioenaanspraken ofwel aangewend voor de vorming van een premiedepot ter voorkoming van toekomstig door te voeren verlagingen van de opbouw van pensioenaanspraken; - de werkgever is niet bevoegd om zijn bijdrage aan het pensioenfonds zelfstandig aan te passen; - de werkgeversbijdrage op basis van de vaste werkgeverspremie wordt per maand vastgesteld aan de hand van een vast percentage van de totale pensioengrondslagsom van de werknemers die bij de werkgever in dienst zijn; - de werkgever draagt de door hem verschuldigde premiebijdrage en de door hem ingehouden premiebijdragen van de werknemers maandelijks af aan het pensioenfonds; - de afgedragen premies zijn bij de afdracht eigendom geworden van het pensioenfonds. De vaste CDC-pensioenpremie wordt steeds voor een periode van drie jaar vastgesteld: - voor de periode van 1 januari 2015 tot 1 januari 2018 bedraagt de vaste premie 30% van de totale pensioengrondslagsom van de werknemers die bij de werkgever in dienst zijn. Deze vaste pensioenpremie is onderverdeeld tussen werkgever en werknemer in de verhouding 75:25; - op volgende herbeoordelingsmomenten (voor de eerste keer in de loop van 2017 voor de jaren 2018 en verder) zal actuarieel worden berekend welke vaste pensioenpremie naar verwachting nodig zal zijn om jaarlijks 1,875% aan pensioen op te kunnen bouwen in de volgende driejaarsperiode op basis van de gedempte kostendekkende premiemethodiek zoals vastgelegd in de ABTN van het pensioenfonds (de benodigde gedempte premie op basis van een rentemiddeling van 120 maanden); - als op enig driejaarlijks herbeoordelingsmoment blijkt dat de benodigde gedempte premie lager is dan 30%, dan wordt de vaste pensioenpremie gelijkgesteld aan de benodigde gedempte premie. De vaste pensioenpremie wordt dan voor werkgever en werknemer evenredig verlaagd in de verhouding 75:25; als op een daaropvolgend driejaarlijks beoordelingsmoment de premie hoger moet worden vastgesteld dan de premie in de voorgaande periode om jaarlijks 1,875% aan pensioen op te kunnen bouwen, dan zal de vaste werkgevers- en werknemerspremie weer evenredig worden verhoogd in lijn met de berekende gedempte premie tot maximaal 30%; - als op enig driejaarlijks herbeoordelingsmoment blijkt dat de benodigde gedempte premie hoger is dan 30%, dan zal de vaste pensioenpremie niet hoger worden vastgesteld dan 30% (werkgever: 22,5% en werknemer: 7,5%). De sociale partners kunnen echter voor deze periode een extra werkgeverspremie en/of een extra werknemerspremie overeenkomen om het verschil te overbruggen. Maar de totale premie zal nooit meer bedragen dan de benodigde gedempte premie ten behoeve van de overeengekomen opbouw (maximaal 1,875%); - de sociale partners hebben afgesproken dat wanneer in 2017 blijkt dat de pensioenpremie - om een pensioenopbouw van 1,875% te kunnen financieren - voor de periode vanaf 1 januari 2018 hoger zou moeten worden vastgesteld dan 30% van de pensioengrondslag, dat dan de vaste werkgeverspremie (voor het eerst met ingang van 1 januari 2018) voor de komende periode van drie jaar hoger wordt vastgesteld dan 22,5%. De sociale partners zullen hierover t.z.t. onderhandelen en definitieve afspraken maken, maar zij hebben in 2015 al een eerste afspraak gemaakt die inhoudt dat de extra werkgeverspremie voor de periode vanaf indien nodig - maximaal 1% van de salarissom van het personeel, dat onder de OWASE CAO valt, zal bedragen. Specificatie van de premie-opbouw De (huidige) vaste CDC-pensioenpremie van 30% is opgebouwd uit de volgende elementen: a. de actuarieel berekende premie die nodig is voor de inkoop van de onvoorwaardelijke pensioenen. Meer specifiek gaat het om de volgende elementen: - de comingservice koopsom voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen (met inbegrip van een opslag van 2% op het nabestaandenpensioen voor het meeverzekeren van het wezenpensioen behorend bij niet ingegaan ouderdomspensioen; bij de vaststelling van de actuarieel benodigde premie is tevens rekening gehouden met een excassokostenopslag van 3% van de koopsom); - de risicokoopsommen voor het levenslange en tijdelijke nabestaandenpensioen (met inbegrip van een opslag van 2% op het nabestaandenpensioen voor het meeverzekeren van het wezenpensioen behorend bij niet ingegaan ouderdomspensioen; bij de vaststelling van de actuarieel benodigde premie is tevens rekening gehouden met een excassokostenopslag van 3% van de koopsom); - een opslag van 4,2% van de koopsom voor het meeverzekeren van premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 24

25 b. de, aan het risicoprofiel van het fonds gerelateerde, solvabiliteitsopslag (risicobuffers) bovenop de actuariële premie voor de onvoorwaardelijke onderdelen voor het bereiken cq. in stand houden van het vereiste vermogen. De hoogte van de solvabiliteitsopslag wordt bepaald op basis van de strategische beleggingsmix van het pensioenfonds en het nieuwe Besluit Financieel Toetsingskader (standaardmodel); c. een opslag voor uitvoeringskosten (deze opslag bestaat uit de jaarlijks terugkerende kosten, die niet worden gedekt door de bij a. genoemde excassokostenopslag); d. een opslag ter dekking van onvoorziene risico s en ter versterking van de financiële positie van het pensioenfonds, ter grootte van het verschil tussen de (gedempte) kostendekkende premie en de (huidige) vaste premie van 30%. Deze opslag bedraagt ten minste 0% en kan in beginsel niet negatief zijn (in die situatie zal het opbouwpercentage worden verlaagd). NB. er wordt in de opbouw van deze CDC-premie geen rekening gehouden met een opslag ter financiering van eventuele voorwaardelijke onderdelen. Onderdeel a. van de premie wordt vastgesteld op basis van de gemiddelde nominale marktrente over de voorliggende 120 maanden (dempingsperiode) die wordt afgeleid van de door DNB voorgeschreven nominale rentetermijnstructuur. Bij onderdeel c. zijn bij de uitvoeringskosten de kosten van het vermogensbeheer niet inbegrepen. De kosten van het vermogensbeheer worden gefinancierd uit de beleggingsopbrengsten en niet uit de pensioenpremies. De onderdelen a., b. en c. van de premie vormen samen de (gedempte) kostendekkende premie voor de opbouw van nieuwe pensioenaanspraken in een bepaald jaar. Indien de CDC-premie niet kostendekkend is, dan wordt de pensioenopbouw zodanig verlaagd dat de premie wel kostendekkend is. De pensioenopbouw wordt gefinancierd uit de pensioenpremies (en niet uit het pensioenfonds-vermogen). Het pensioenfonds heeft wel de mogelijkheid om de eventuele ruimte in de premie in een bepaald jaar aan te wenden voor een premiedepot ten behoeve van de reparatie van eventuele toekomstige opbouwverlagingen. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat de aangesloten ondernemingen enerzijds geen bijstortingsverplichting hebben en anderzijds geen recht hebben op premiekorting of premieterugstorting Toeslagbeleid Indexeren - oftewel toeslag verlenen - is het aanpassen van de pensioenen aan de loon/prijsstijgingen (inflatie). Uitgangspunt bij het indexatiebeleid is dat de wettelijk voorgeschreven regels uit het nieuwe Financiële Toetsingskader (FTK) worden gehanteerd. Indexaties zijn volgens de OWASE CDCpensioenregeling strikt voorwaardelijk: er wordt geen premie voor betaald en geen geld voor gereserveerd. De indexaties worden uit overrendementen gefinancierd (uit het vrije vermogen ). Het bestuur beslist of een indexatie al dan niet toegekend wordt en kan daarbij zelfstandig afwijken van het indexatiekader. Beoordeling Eenmaal per jaar wordt beoordeeld of indexaties toegekend kunnen worden: per 1 januari van enig jaar, o.b.v. een referteperiode van een jaar. Indexaties worden uitsluitend per toekomende datum toegekend, ook eventuele inhaalindexaties worden uitsluitend per toekomende datum toegekend. Of een indexatie al dan niet toegekend kan worden wordt beoordeeld o.b.v. de financiële positie van het fonds op de zgn. ijkdatum, dat is 31 december van het voorafgaande jaar. De financiële positie wordt beoordeeld o.b.v. de beleidsdekkingsgraad, dat is het gemiddelde van de actuele dekkingsgraad (bepaald op basis van de door DNB voorgeschreven RTS-rekenrente met cufr-correctie) in een bepaalde maand en de actuele dekkingsgraden van de voorliggende 11 maanden. Een indexatie kan alleen toegekend worden voor zover de beoogde indexatie ook in de toekomst waargemaakt kan worden. Maatstaven Voor de actieve deelnemers geldt als indexatiemaatstaf de loonindex, d.w.z. de collectieve OWASE CAOloonsverhoging in het voorafgaande jaar. NB. eventuele CAO afspraken per 1 januari (de beoogde indexatiedatum) kunnen nog wel meegenomen worden, mits die afspraken vóór 1 januari zijn bekrachtigd (er geldt dus geen wachttijd van een jaar). Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 25

26 Voor de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden geldt als indexatiemaatstaf de prijsindex, d.w.z. de door het CBS vastgestelde stijging van de CPI alle huishoudens, afgeleid (geen correctie voor belastingen/accijnzen). De prijsstijging wordt beoordeeld over de referteperiode van oktober tot oktober van het voorafgaand jaar (i.v.m. de publicatietijdstippen van de CPI-cijfers door het CBS). Indexatiekader Voor het geheel of gedeeltelijk toekennen van indexaties geldt het volgende indexatiekader (staffels per 1 januari 2015): - De grens voor volledig indexeren is de beleidsdekkingsgraad waarbij de middelen van het pensioenfonds toereikend zijn om daaruit de beoogde indexaties niet alleen nu <als voortschrijdend punt in de tijd> maar ook in de toekomst volledig toe te kennen. Het pensioenfonds hanteert - terwijl de indexatiemaatstaven verschillen - voor zowel de actieve deelnemers als de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden één en dezelfde grens voor volledig indexeren (momenteel ca. 130%). - Als de beleidsdekkingsgraad op de ijkdatum onder 110% ligt kan geen indexatie toegekend worden. - Als de beleidsdekkingsgraad op de ijkdatum boven 110% ligt, maar onder de grens voor volledig indexeren is eventueel een gedeeltelijke indexatie naar rato mogelijk, mits en voor zover die indexatie ook voor de gehele toekomst mogelijk is en noch de beleidsdekkingsgraad, noch de actuele dekkingsgraad, door die indexatie onder de 110%-grens komt. - Als de beleidsdekkingsgraad boven de grens voor volledig indexeren ligt, is eventueel een volledige indexatie mogelijk, mits en voor zover die indexatie ook voor gehele toekomst mogelijk is en noch de beleidsdekkingsgraad, noch de actuele dekkingsgraad, door die indexatie onder de grens voor volledig indexeren komt. In deze situatie kan dan eventueel ook een inhaalindexatie worden verleend, met dien verstande dat in een bepaald jaar maximaal 1/5e deel van de ruimte die er is voor het inhalen van een indexatieachterstand mag worden benut. NB. bij het indexatiekader geldt een algemeen voorbehoud dat het bestuur beslist en - binnen het kader van de wet - eventueel kan afwijken van het indexatiekader. Indexatieambitie Het pensioenfondsbestuur streeft naar een zo hoog mogelijk indexatierealisatie, maar dient daarbij een goede balans te vinden tussen risico en rendement. Op basis van de uitkomsten van de ALM-studie 2015 en de huidige economische verwachtingen dient de indexatieambitie vastgesteld te worden op 60-80% indexatierealisatie over een periode van 15 jaar (tot 1 januari 2015 was de ambitie %). Gedeeltelijke indexatie per 1 januari 2015 Per 1 januari 2015 is het nieuwe Financiële Toetsingskader van toepassing geworden. Per deze datum heeft het pensioenfondsbestuur het nieuwe pensioenreglement vastgesteld. Het reglement werd - in overeenstemming met de nieuwe wet- en regelgeving - opgesteld overeenkomstig de pensioenregeling die CAO-partijen bij de OWASE CAO per 1 januari 2015 hebben afgesproken. Per 31 december 2014 heeft het bestuur tevens een nieuwe ABTN vastgesteld, waarbij reeds vooruit werd gelopen op de wijzigingen per 1 januari Het al dan niet verlenen van de indexatie wordt voortaan beoordeeld op basis van het nieuwe Financiële Toetsingskader, het nieuwe pensioenreglement en de nieuwe ABTN. Het nieuwe indexatiebeleid met bijbehorend indexatiekader is opgenomen in het nieuwe pensioenreglement. Volgens het reglement kunnen - indien en voor zover de financiële positie van het pensioenfonds dat toelaat - de pensioenuitkeringen van de pensioengerechtigden en de pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks per 1 januari van ieder jaar worden geïndexeerd met maximaal de procentuele stijging van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfers (CPI) alle huishoudens, afgeleid over de referteperiode van een jaar voorafgaande aan het jaar van de beoogde indexatiedatum en lopende van oktober tot oktober van dat voorafgaande jaar. Het pensioenfondsbestuur beslist evenwel jaarlijks in hoeverre de pensioenrechten en pensioenaanspraken worden aangepast. Voor deze voorwaardelijke indexatieverlening is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. De indexaties worden uit beleggingsrendement gefinancierd. Voor de beoordeling van de beoogde indexatie per 1 januari 2015 werd als referteperiode eenmalig nog een periode van een half jaar gehanteerd: de periode van april tot oktober In deze periode bedroeg de procentuele stijging van de prijsindex 0,61%. Het daaraan voorafgaande halfjaar werd reeds meegenomen bij de beoordeling van de indexatie per 1 juli In die eerdere referteperiode was echter geen sprake van een prijsstijging, maar van een prijsdaling (deflatie). De prijsdaling werd in mindering gebracht op de geadministreerde indexatieachterstand van de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 26

27 De ijkdatum voor de bepaling van de financiële positie van het pensioenfonds was 31 december 2014: de dekkingsgraad ultimo 2014 was 115,1% en de zgn. beleidsdekkingsgraad ultimo 2014 was 116,8%. Volgens het reglement zou er bij een beleidsdekkingsgraad die ligt boven de zgn. 110%-grens, maar onder de grens voor volledige indexatieverlening, financiële ruimte zijn voor het toekennen van een gedeeltelijke indexatie, mits en voor zover die indexatie ook voor de gehele toekomst kan worden verleend en noch de beleidsdekkingsgraad, noch de actuele nominale dekkingsgraad, door de indexatieverlening onder de 110%-grens komt. De actuaris heeft de grens voor volledige indexatieverlening berekend (ca. 125%) en tevens berekend welke deelfactor bij de beoogde indexatie ten hoogste gehanteerd kan worden: 55% van de prijsstijging zou op basis van de nieuwe wetgeving en het nieuwe beleid gecompenseerd kunnen worden. Dat betekende dat aan de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers een gedeeltelijke indexatie van (0,55 x 0,61% =) 0,34% toegekend zou kunnen worden. Het bestuur heeft tevens beoordeeld of ook aan de actieve deelnemers een indexatie toegekend zou kunnen worden. Er heeft in 2014 echter geen collectieve CAO loonsverhoging plaatsgevonden en CAOpartijen hebben in 2014 ook geen loonsverhoging per 1 januari 2015 afgesproken. Een inhaalindexatie kan enkel worden toegekend als de beleidsdekkingsgraad boven de grens voor volledig indexatieverlening ligt en dat was niet het geval. Aan de actieve deelnemers kon dus geen (inhaal)indexatie worden toegekend. De (cumulatieve) indexatieachterstand voor deze personen bleef per 1 januari ,67%. Een eventuele collectieve CAO-loonsverhoging in 2015 zal pas meewegen bij de beoordeling van de beoogde indexatie per 1 januari Het bestuur heeft vervolgens beoordeeld wat de gevolgen zouden zijn van het toekennen van de indexatie aan de pensioengerechtigden en de gewezen deelnemers in combinatie met een gedeeltelijke reparatie van de opbouwverlaging, die in 2013 werd doorgevoerd. Uit indicatieve berekeningen is naar voren gekomen dat deze combinatie op zichzelf niet leidt tot een dekkingsgraaddaling tot beneden de 110%- noch van de actuele dekkingsgraad, noch van de beleidsdekkingsgraad. Het bestuur was van oordeel dat er ook verder geen gronden aanwezig zijn om af te wijken van het reguliere (nieuwe) beleid en/of om de gedeeltelijke indexatie niet toe te kennen. Het bestuur streeft er naar om de indexatieachterstand zo beperkt mogelijk te houden. Het niet toekennen van de gedeeltelijke indexatie zou geen relevante bijdrage leveren aan de verbetering van de financiële positie van het pensioenfonds. Het bestuur heeft daarom in zijn vergadering van 20 januari 2015 besloten om de pensioenuitkeringen van de pensioengerechtigden en de pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers per 1 januari 2015 gedeeltelijk te indexeren met 0,34%. De (cumulatieve) indexatieachterstand voor deze personen stijgt door het slechts gedeeltelijk toekennen van de indexatie per 1 januari 2015 wel van 3,38% naar 3,66%. De betreffende personen zijn per brief van het indexatiebesluit op de hoogte gesteld Verwachte en gerealiseerde wijzigingen in het komend jaar Geen indexatie per 1 januari 2016 Het indexatiebeleid met bijbehorend indexatiekader is opgenomen in het nieuwe OWASE CDCpensioenreglement. Volgens het reglement kunnen - indien en voor zover de financiële positie van het pensioenfonds dat toelaat - de pensioenaanspraken van de actieve deelnemers jaarlijks per 1 januari van ieder jaar worden geïndexeerd met maximaal de procentuele stijging van de OWASE-loonindex over de referteperiode van het voorafgaande kalenderjaar. Volgens het reglement kunnen de pensioenuitkeringen van de pensioengerechtigden en de pensioenaanspraken van de gewezen deelnemers jaarlijks - onder dezelfde voorwaarde - per 1 januari van ieder jaar worden geïndexeerd met maximaal de procentuele stijging van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerde consumentenprijsindexcijfers (CPI) alle huishoudens, afgeleid over de referteperiode van een jaar voorafgaande aan het jaar van de beoogde indexatiedatum en lopende van oktober tot oktober van dat voorafgaande jaar. De grens om gedeeltelijk te kunnen indexeren ligt bij een dekkingsgraad van 110%. Om te beoordelen of het pensioenfonds voldoende geld heeft om te indexeren hanteert het bestuur een dubbele ondergrens: de beleidsdekkingsgraad en de actuele dekkingsgraad. De beleidsdekkingsgraad is de gemiddelde dekkingsgraad over twaalf maanden: ultimo 2015 was die 112%.* De wettelijke ondergrens voor een gedeeltelijke indexatie is gebaseerd op de beleidsdekkingsgraad. Als alleen gekeken zou worden naar deze beleidsdekkingsgraad, dan zou een kleine indexatie toegekend kunnen worden. Maar aangezien ook gekeken wordt naar de actuele dekkingsgraad kan dat niet. De actuele dekkingsgraad is de dekkingsgraad per ultimo maand: 31 december 2015 was die 109%. Deze ondergrens heeft het bestuur Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 27

28 zelf als beleidsgrens voor het pensioenfonds vastgesteld. Het bestuur acht het niet verstandig om af te wijken van dat beleid. Als gekeken wordt naar de ontwikkeling van de dekkingsgraad in de voorliggende periode dan is er duidelijk sprake van een dalende lijn: de actuele dekkingsgraad is in de loop van 2015 afgenomen van 112% naar 109% en de beleidsdekkingsgraad is in 2015 afgenomen van 116% naar 112%. Ook zijn de economische vooruitzichten nog erg onzeker. * NB. Het pensioenfonds heeft per ultimo 2015 ook de zgn. reële dekkingsgraad bepaald. De reële dekkingsgraad is berekend als het quotiënt van de hiervoor genoemde beleidsdekkingsgraad en de beleidsdekkingsgraad voor voorwaardelijke toeslagverlening ter hoogte van de minimale verwachtingswaarde voor de groeivoet van het prijsindexcijfer. De reële dekkingsgraad ultimo 2015 was 91,5%. Het pensioenfonds hanteert de reële dekkingsgraad echter niet als beleidsuitgangspunt. Indexatiebeleid pensioengerechtigde en gewezen deelnemers Voor de pensioengerechtigden en gewezen deelnemers wordt geprobeerd de prijsindexatie van het CBS (CPI alle huishoudens, afgeleid) te volgen. Deze bedroeg volgens het CBS in de referteperiode van oktober 2014 tot oktober ,39%. Er was reeds sprake van een (cumulatieve) indexatieachterstand van 3,66%. Deze achterstand is door het niet toekennen van de indexatie per 1 januari 2016 toegenomen tot een (cumulatieve) indexatie achterstand van 4,07%. Hierbij is rekening gehouden met de gemiste indexatie over reeds eerder gemiste indexaties. Indexatiebeleid actieve deelnemers Voor de actieve deelnemers wordt geprobeerd de collectieve loonsverhogingen volgens de OWASE CAO te volgen. Deze bedroegen over de periode van 1 januari 2015 tot en met 1 januari ,5%. Er was reeds sprake van een (cumulatieve) indexatieachterstand van 2,67%. Deze achterstand is door het niet toekennen van de indexatie per 1 januari 2016 toegenomen tot een (cumulatieve) indexatie achterstand van 4,21%. Ook hierbij is rekening gehouden met de gemiste indexatie over reeds eerder gemiste indexaties. Inhaal indexatieachterstand Het bestuur probeert de gemiste indexaties op een latere datum alsnog toe te kennen zodra de financiële situatie van het pensioenfonds dat weer toelaat. De eerstvolgende datum per wanneer het bestuur beoordeelt of geïndexeerd kan worden is 1 januari Doordat de overheid de regels die gelden voor het verlenen van inhaalindexaties per 1 januari 2015 fors heeft aangescherpt, dienen de deelnemers er rekening mee te houden dat de indexatieachterstand de komende jaren niet kan worden ingehaald. 2.4 Beleggingenparagraaf Algemeen en beleggingsproces Het bestuur heeft een beleggingscommissie die in 2015 bestond uit twee bestuursleden en twee externe leden. De externe leden zijn de heer R. Albrecht en de heer R.M. Botter, pensioengerechtigde en oud-lid van het pensioenfondsbestuur. De heer Botter heeft zich per 1 oktober 2015 teruggetrokken als lid van de beleggingscommissie. De heer Albrecht is in 2014 als extern voorzitter aangetreden. De heer Albrecht is werkzaam als professioneel pensioenfondsbestuurder en heeft een aantal nevenfuncties als bestuurder of lid van een beleggingscommissie van pensioenfondsen.* Daarnaast is hij onder andere docent beleggingen bij SPO. De heer J. Boot van Insinger de Beaufort is de beleggingsadviseur van het pensioenfonds. Willis Towers Watson verzorgt de risico- en performancerapportages. Het pensioenbureau verzorgt de beleggingsrapportages en voert - op basis van de besluiten van het bestuur en van de beleggingscommissie - de wijzigingen in de beleggingsportefeuille door. Het pensioenbureau zorgt tevens voor de ambtelijke ondersteuning, de beleidsvoorbereiding en coördineert de beleggingsadministratie. * de nevenfuncties van de heer Albrecht conflicteren niet met zijn taken en verantwoordelijkheden van extern voorzitter van de beleggingscommissie. De nevenfuncties van alle verbonden personen worden jaarlijks geïnventariseerd door KPMG Compliance Services (IARCS). IARCS vermeldt de nevenfuncties in de compliance rapportages, die aan de compliance officer worden gezonden. Het bestuur bepaalt de hoofdlijnen van het te voeren beleggingsbeleid door middel van de vaststelling van de lange termijn ALM-benchmark. Hiertoe wordt periodiek een Asset Liability Management (ALM) studie uitgevoerd. In een ALM-studie worden, op basis van bepaalde uitgangspunten, lange termijn prognoses gemaakt waarbij de ontwikkelingen van de bezittingen en de verplichtingen tegen elkaar worden afgezet. In het vierde kwartaal van 2014 is een nieuwe ALM-studie uitgevoerd. In 2015 heeft het Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 28

29 bestuur op basis van de uitkomsten van deze ALM-studie de hoofdlijnen van het beleggingsbeleid opnieuw vastgesteld. Daarbij is de opzet van het beleggingsbeleid gewijzigd. Dit was gebaseerd op het onderscheid tussen vastrentende en zakelijke waarden. Met ingang van 2015 is er een indeling naar matchingportefeuille (beleggingen die de ontwikkeling van de verplichtingen moet volgen, ofwel gericht op het afdekken van de rentegevoeligheid van de verplichtingen) en return portefeuille (gericht op het realiseren van additioneel resultaat). De SAA-beheerruimte geeft aan binnen welke marges de beleggingscommissie, na advies van de beleggingsadviseur, op strategisch niveau mag afwijken van de ALM-benchmark. Dit SAA-beheer (Strategische Asset Allocatie-beheer) is gebaseerd op de verwachtingen op middellange termijn en de timing van de strategische aanpassingen. De SAA-benchmark die - binnen de door het bestuur aangegeven bandbreedte - door de beleggingscommissie wordt vastgesteld, wordt opgesplitst in mandaten die door mandaatbeheerders deels op actieve wijze worden beheerd. Ook de implementatie hiervan en de aansturing van de mandaatbeheerders is de verantwoordelijkheid van de beleggingscommissie, ondersteund door de beleggingsadviseur, door Willis Towers Watson en door het pensioenbureau. De behaalde rendementen van de ALM-benchmark, de SAA-benchmark en de mandaten worden gemeten zodat duidelijk wordt hoe het behaalde pensioenfondsrendement is opgebouwd en op basis van welke beslissingen dit rendement tot stand is gekomen. In aanvulling op de hier voor genoemde beheersmaatregelen wordt met ingang van 2015 tevens het solvabiliteitsrisico vooruitkijkend (ex-ante) door het pensioenfonds berekend. Met behulp van het verwachte rendement en risico van de beleggingsportefeuille wordt ieder kwartaal een inschatting gemaakt van het risicoprofiel van de dekkingsgraad. Zo wordt het verschil tussen het verwachte rendement van de beleggingen ten opzichte van de ontwikkeling van de verplichtingen (ook wel de exante tracking error genoemd) bepaald, alsmede de binnen een jaar verwachte minimale hoogte van de dekkingsgraad op basis van een bepaalde zekerheid (97,5%) (ook wel de dekkingsgraad-at-risk genoemd). Willis Towers Watson berekent dit per kwartaal. De beleggingscommissie toetst of het ex-ante risicoprofiel nog binnen de bandbreedte van de ALM-benchmark ligt. Deze toets wordt voorafgaand aan iedere beleggingstransactie uitgevoerd. In het verslagjaar zijn aanpassingen in de beleggingsrapportages aangebracht waarbij diverse risicokarakteristieken per kwartaal worden gerapporteerd. Voorbeelden hiervan zijn analyse naar belangen in individuele bedrijven, spreiding van de beleggingsportefeuille over landen en sectoren, samenstelling van de matching portefeuille naar credit rating en kasposities binnen de diverse beleggingsfondsen. Op deze wijze is er beter zicht op ontwikkelingen en risico s van de beleggingen Beleggingsklimaat en het beleggingsresultaat Het jaar 2015 was zowel voor de aandelenmarkten als voor de obligatiemarkten een uiterst volatiel jaar, dat uiteindelijk slechts beperkte rendementen opleverde. Doordat de euro verder verzwakte ten opzichte van de Amerikaanse dollar - na het verlies van 14% in 2014 verzwakte de euro nog eens 10% in vielen de rendementen uitgedrukt in euro s mee. Net als in voorgaande jaren werden de slechtste resultaten geboekt in opkomende landen, terwijl de Amerikaanse markten opnieuw gunstig afstaken ten opzichte van de rest van de wereld. Het herstel van de aandelenmarkten na de correctie in augustus verliep aanvankelijk verrassend snel en voorspoedig, maar viel door een terugval in de eerste helft van december uiteindelijk toch tegen. Wel kwamen de jaarresultaten weer in de plus nadat zij aan het eind van het derde kwartaal waren gezakt tot rond het nulpunt. De Europese aandelenmarkten behaalden een koerswinst van circa 5%, maar de resultaten liepen van land tot land sterk uiteen. De bekende Amerikaanse index S&P500 verloor in dollars uitgedrukt weliswaar bijna 1% (exclusief dividend), maar boekte in euro s een winst van bijna 10%, waarmee deze index per saldo opnieuw beter presteerde dan de meeste Europese indexen. Het pensioenfonds heeft zijn posities echter afgedekt en daardoor niet echt geprofiteerd van het sterker worden van de Amerikaanse dollar. De kracht van de dollar had ook in 2015 weer een nadelige uitwerking op de ontwikkeling van de prijzen van grondstoffen en op de aandelenmarkten in opkomende landen. De wereldeconomie stelde vooral teleur door de afzwakking van de Chinese economie, waar de investeringen in de bouw van woningen en infrastructuur vrijwel stil kwamen te liggen. De groei in de wereldhandel viel scherp terug en ook ontwikkelde landen met een sterke exportsector, zoals Duitsland, kregen te lijden van de groeivertraging in opkomende landen. Zowel in China als elders in de wereld bleven de consumentenbestedingen en de dienstensector daarentegen opmerkelijk goed op peil, waardoor de totale groei nauwelijks terugviel. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 29

30 De sterke rentedaling in het eerste kwartaal, gevolgd door een scherpe stijging in mei en juni resulteerde in een vrijwel ongewijzigde rentecurve per einde december ten opzichte van het begin van het jaar. Ten opzichte van de aandelenmarkten boden de obligatiemarkten in het laatste kwartaal opnieuw een saaie aanblik. Zo bewoog de rente op Duitse staatsobligaties met een looptijd van 10 jaar vrijwel zijwaarts in een nauwe band rond de 0,6%. De Amerikaanse rente was iets beweeglijker, maar bleef in de buurt van de 2,2%. Het enige onderdeel van de obligatiemarkten dat in het vierde kwartaal van 2015 onder grote verkoopdruk lag was de zogenaamde high yield markt, de markt voor obligaties van bedrijven met een zwakkere financiële structuur. Vooral in de Amerikaanse high yield markt, die al tijden wordt geplaagd door de ineenstorting van de schalieolie-industrie, liepen de risicopremies nog verder op. Deze ontwikkelingen moeten scherp in de gaten gehouden worden, omdat zij mogelijk een voorbode zijn van grotere problemen, ook voor de aandelenmarkten. De ontwikkeling van de risicopremies in de meeste bedrijfsobligaties was echter geruststellend in het laatste kwartaal, terwijl de hoge risicopremies in de high yield markt inmiddels voldoende aantrekkelijk zijn om posities in high yield uit te breiden. In het jaarverslag 2014 werd als outlook een aantal verwachtingen genoemd die van invloed zijn geweest op het tactische beleggingsbeleid: - Voortgaande positieve ontwikkeling van ontwikkelde aandelenmarkten op basis van verder economisch herstel met een lichte groei in Europa, relatief lage rentestanden en redelijke winstcijfers en stijgende consumentenuitgaven in de VS. Vanwege de zwakte van de Euro begin 2015 kan het een exceptioneel goed jaar voor de Europese markten worden. - Groeiverwachtingen zijn doorgeschoven naar 2015, met een positief cyclisch winstherstel van 20% of meer. De winstgroei is afhankelijk van oplossen van de schuldencrisis in de periferielanden van de Eurozone en de problemen in de energie- en vastgoed sector. - De Amerikaanse aandelenmarkt laat over de periode een belangrijke outperformance zien. Mogelijk treedt daar vervlakking op, dit is echter geen reden voor verschuiving naar andere regio s. - De verwachtingen over sectoren zijn negatief over de financiële sector, positief over IT, dividendstrategieën, gezondheidszorg en farmacie. - Voor met name de staatsobligaties en bedrijfsobligaties met een hoge kredietkwaliteit wordt verwacht dat er zeer lage rendementen zullen zijn. - Door oplopende risicopremies voor high yield obligaties wordt deze markt aantrekkelijk. - Amerikaanse rente zal beperkt oplopen, kans stijging is wel groter dan een jaar geleden. De meeste verwachtingen zijn in de loop van 2015 waarheid geworden. De verwachting dat de Europese aandelenmarkt het exceptioneel beter zou doen dan de Amerikaanse is niet uitgekomen Beoordeling uitgevoerde transacties in 2015, effecten op resultaat 2015 In het jaar 2015 is een aantal transacties uitgevoerd. De belangrijkste transacties worden hierna toegelicht. Maart 2015: Verkoop Aankoop 9,4 mln. 5,5 mln. Staatsobligatie Nederland Aandelen ontwikkelende landen Geen Liquiditeit aangehouden Reden voor de verkoop van de staatsobligatie was dat in de Eurozone de risicovrije rente curve een nieuw laagtepunt bereikte en liquiditeiten lieten op dat moment een beter resultaat zien dan de staatslening. Het rendement op de staatslening werd door de lage risicovrije rente negatief, waardoor het aantrekkelijk was om de obligatie te verkopen en de koerswinst veilig te stellen. Door de oplopende aandelenkoersen steeg het belang aan zakelijke waarden in de portefeuille tot boven de maximale bandbreedte van de ALM. Hoewel dit geen aanleiding was om direct te handelen, besloot de beleggingscommissie om voorzichtigheidshalve winst te nemen op de zakelijke waarden. Het risico van koersdalingen van aandelen, na 6 jaar van stijgende koersen, werd hoger ingeschat dan het risico van vastrentende waarden. Binnen de zakelijke waarden werd specifiek gekozen voor verlaging van de belegging in opkomende markten, de beleggingscommissie gaf voorkeur aan een terughoudend beleid in deze markt. Opkomende markten lieten sterke correcties zien in het eerste kwartaal Met name de Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 30

31 regio s Oost-Europa en Latijns-America lieten een teleurstellende economische groei zien, problemen met sterke USD en verhoogd governance risico. In andere markten was de stemming positiever. Beide verkopen werden liquide aangehouden. Dit werd deels ingegeven door het zwakker worden van de EURO ten opzichte van de US dollar en het Britse pond. Bij afwikkeling van valutacontracten waren liquiditeiten nodig om het negatieve resultaat op valuta afdekking te financieren. Mei 2015 Verkoop Aankoop Verlaging rente afdekking van 45% naar 40%, samenstelling matching portefeuille aangepast. Meer rente afdekking ingevuld door rente swaps, minder uit staatsobligaties Deze verlaging werd ingegeven door de visie dat: - de ECB de rentemarkten kunstmatig laag houdt; - de landenspreads ten opzichte van de swapcurve zich op een laag niveau bevinden; - de renteontwikkeling zich normaliseert. Op korte termijn wordt geen rentestijging verwacht. Op lange termijn kan een stijgende rente worden verwacht; - het overgebleven renterisico kleiner wordt geacht dan het risico op zakelijke waarden; - op termijn verwacht wordt dat een lagere renteafdekking meer bijdraagt aan een positieve ontwikkeling van de dekkingsgraad dan de ontwikkeling van de zakelijke waarden. De samenstelling van de matching portefeuille is aangepast. De portefeuille in Franse staatsleningen ( 80 mln.) is verkocht vanwege het feit dat het renteverschil tussen de risicovrije rente en de rente op deze leningen zeer laag was geworden. Hierdoor kon de grote koersstijging van deze leningen worden gerealiseerd. Gedeeltelijk werd het verlagende effect op de rente gecompenseerd door het aangaan van rente swaps, per saldo werd de renteafdekking verlaagd. Juni 2015: Verkoop Aankoop 14,2 mln. Aandelen Europa Geen Liquiditeit aangehouden Na april 2015 liep de risicovrije rente curve op met als effect dat door de daling van de vastrentende waarden, het belang in zakelijke waarden weer boven de maximale ALM-norm van 45% kwam. De eerste dagen in juni zette deze trend zich versneld door. De verwachting was dat de rente nog verder zou stijgen en daar mee een negatief effect zou ontstaan op de waarderingen van zakelijke waarden. Op basis van het risicomodel is daarom gekozen voor winstneming op en terugbrengen van het belang in zakelijke waarden naar de norm. Binnen de regio s waren vooral de Europese aandelen het laatste halfjaar sterk gestegen, een tactische Europese allocatie is daarom verkocht en liquide aangehouden. De aanwezige liquiditeiten geven ruimte om marktontwikkelingen te volgen en bij verdere rentestijging in obligaties te herbeleggen of na een mogelijke correctie in de aandelenmarkt op lagere niveaus aandelen of high yield obligaties bij te kopen. September 2015: Verkoop Aankoop Geen Uit liquiditeiten 3,5 mln. High yield obligaties Het renteverschil tussen risicovrije staatsleningen en bedrijfsobligaties met een lage kredietkwaliteit bereikte een aantrekkelijke hoogte, het rendementsverschil bedroeg ongeveer 5,7%. Door deze aankoop ontstond er bewust een overweging ten opzichte van de ALM benchmark. Omdat er in de zelfde categorie een onderweging was voor staats- en bedrijfsobligaties opkomende markten, is deze overschrijding toegestaan. De verwachte rendementen en het risico van opkomende markten werden als niet aantrekkelijk beschouwd. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 31

32 November 2015: Verkoop Aankoop Aanpassing matching portefeuille, verlaging rente afdekking uit swaps, uitbreiding staatsobligaties De motivatie om de renteafdekking uit rente swaps te verruilen voor staatsobligaties werd ingegeven door dat de rentevergoeding op staatsobligaties Frankrijk en België sterker is gestegen dan de risicovrije rente en daardoor werden deze staatsobligaties aantrekkelijker dan rente swaps. Het rendement op deze staatsleningen is hoger dan de rentevergoeding van rente swaps. December 2015: Verkoop Aankoop 7,7 mln. 10,5 mln. Staatsobligatie Nederland Aandelen ontwikkelende landen 7,8 mln. 10,0 mln. Hoogwaardige bedrijfsobligaties Aandelen Europa Reden voor verkoop van de staatsobligatie en koop van de bedrijfsobligatie waren de speculaties over agressieve uitbreiding van het Quantitative Easing programma van de ECB. Hierdoor daalde de rentes op kortlopende staatsobligaties tot -0,35%, het rendementsverschil tussen de Nederlandse staatslening en bedrijfsobligaties liep daardoor op. Voor de komende 12 maanden wordt een licht positief rendement verwacht voor bedrijfsobligaties. De belangrijkste reden voor gedeeltelijke verkoop van aandelen ontwikkelende markten was de neerwaartse bijstelling van macro economische verwachtingen. Een aanvullende reden was dat door de nieuwe ALM de allocatie naar deze markten is verlaagd naar 4%, de allocatie was 5%. De verkoop resulteerde in een lichte onderweging. Het vrijkomende bedrag is belegd in Europese aandelen, die werden aangekocht op een lager niveau dan de verkoop in juni Overige wijzigingen in de beleggingsportefeuille De ALM studie gaf geen aanleiding tot wijziging van de samenstelling van de beleggingsportefeuille. Vanuit governance oogpunt is bij een tweetal beleggingen gekozen voor wijziging van de beleggingsfondsen. Uit onderzoek door Willis Towers Watson bleek dat bij deze fondsen het economisch eigendom op grotere afstand stond van het pensioenfonds dan bij de andere beleggingen. Dit werd als ongewenst gezien. De beleggingen zijn daarom in andere beleggingsfondsen ondergebracht met nagenoeg dezelfde beleggingsstrategie/regio indeling. Dit heeft niet geleid tot een kasstroom. Om deze reden is er een verschil tussen het kasstroomoverzicht en het verloopoverzicht van de beleggen genoemd in noot 4 bij de jaarrekening. Evaluatie van beleggingsbeslissingen in het jaar 2015 Effect exclusief valuta- en renteafdekking De individuele transacties in 2015 lieten een positieve bijdrage aan het resultaat zien van circa 3,1 mln. De uitbreiding in high yield obligaties liet echter een negatieve bijdrage zien van circa 0,2 mln. (zonder deze uitbreiding zou de positieve bijdrage circa 3,3 mln. zijn geweest). Indien de portefeuille per 31 december 2014 was gehandhaafd, zou het totaal resultaat circa 3,4 mln. lager zijn. Effect verlaging rente afdekking De gemiddelde marktrente van de verplichtingen bedroeg begin ,35%, in mei was dit 1,2% en 1,5% per eind van het jaar. De rente afdekking werd in mei 2015 verlaagd van 45% naar 40% en eveneens werd de samenstelling van de matching portefeuille gewijzigd. De lagere afdekking van de verplichtingen vanaf mei 2015 heeft een beperkt positief effect gehad op de dekkingsgraad van circa 1,5mln Resultaat (gedeeltelijk) niet afdekken US dollar en Britse pond (sterling) Nadat de USD/EUR en GBP/EUR begin 2015 door de ondergrens van de bandbreedten zijn gestoten, zijn de valuta s afgedekt conform bestaand strategisch beleid. De USD wordt met ingang van februari 2015 Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 32

33 voor 100% afgedekt en het Britse Pond voor 80%. Gezien de grote verstoringen die de centrale banken aanrichten met hun opkoopprogramma s is het nu niet mogelijk betrouwbare bandbreedten vast te stellen. De US Dollar werd in de periode sterker. In 2014 werden de beleggingen in US Dollar voor 80% (tactisch) afgedekt, met ingang van februari 2015 is dit herzien naar 100%. Doordat nu de gehele dollarpositie wordt afgedekt, is er geen effect op het resultaat. Als de Amerikaanse dollar in 2015 voor 80% zou zijn afgedekt, zou dit tot een verlies hebben geleid. In 2014 werden de beleggingen in Britse pond (sterling) tactisch niet afgedekt. Na een koersstijging van het Britse pond in januari wordt het Britse pond vanaf februari 2015 voor 80% afgedekt. In 2015 is het Britse pond sterker geworden ten opzichte van de Euro. In januari 2015 gaf het niet afdekken van het Britse pond een positief resultaateffect van 2,2 mln. De lagere tactische afdekking (80%) in plaats van de beleidsmatige afdekking (100%) leverde een positieve bijdrage aan het resultaat van 0,2 mln Performance-analyse Het rendement over het jaar 2015 (zie tabel) is positief. Over het jaar 2015 heeft de beleggingsportefeuille een rendement van 3,3% behaald exclusief de valuta-afdekking, inclusief de valuta-afdekking is dit 1,3%. Ten opzichte van de ALM-benchmark heeft de portefeuille (inclusief de valuta-afdekking) 2,1% slechter gepresteerd. Exclusief de valuta-afdekking was de bijdrage van SAA (+0,8%) en mandaatbeheer (-0,9%) totaal -0,1%. De valuta-afdekking had een negatief effect op het resultaat van 2,0% als gevolg van de ontwikkeling van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond. Zoals bij onderdeel beschreven, zijn zowel de Britse pond als de US dollar in 2015 sterker geworden ten opzichte van de euro met een negatief effect van de valuta-afdekking als gevolg. De bijdrage van SAA en mandaatbeheer zijn afzonderlijk weergegeven in onderstaande tabellen met de performance over 2015 en Performanceoverzicht (YTD) Beleggingscategorie Feitelijke positie per (x 1 mln.) Feitelijke positie per ALM-benchmark Rendement Portefeuille Rendement ALM- Bench-mark Bijdrage SAA Bijdrage Mandaatbeheer (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) Staatsobligaties en andere 268,9 35,0 40,0-1,8-0,9-0,3-0,6 beleggingen in de QIF Bedrijfsobligaties 78,4 10,2 10,0-0,6-0,3-0,2-0,1 Liquiditeiten 23,1 3,5 0 0,0 0,0 0,0 0,0 Totaal Vastrentende waarden 370,4 48,7 50-1,5-0,7-0,2-0,6 Aandelen Developed Markets 311,7 40,5 36,0 10,7 10,4 0,4-0,1 Aandelen Emerging Markets 27,4 3,6 4,0-2,5-5,2 2,9-0,2 Totaal Zakelijke waarden 339,1 44,1 40 9,1 8,9 0,8-0,6 Indirect onroerend goed 29,2 3,8 2,5 10,0 15,1-1,9-3,2 Commodities 0 0 2,5 0,0-17,0 17,0 0,0 Obligaties Emerging Markets 0 0 2,5 0,0-4,5 4,5 0,0 High Yield credits 26,7 3,5 2,5-6,5-6,1 0,0-0,4 Totaal Overige zakelijke waarden 55,9 7,3 10 1,7-0,7 4,4-2,0 Totaal excl. valuta-afdekking 765,4 100,1 3,3 3,4 0,8-0,9 Totaal incl. valuta-afdekking 764, ,3 3,4 0,8 n.v.t. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 33

34 Toelichting op het gewijzigde performance overzicht 2014 In 2015 heeft een ALM-studie plaatsgevonden waarbij nieuwe beleggingscategorieën zijn benoemd. In tegenstelling tot de oude regioverdeling van zakelijke waarden is nu gekozen voor een verdeling tussen Developed Markets en Emerging Markets. Daarnaast is de indeling binnen overige zakelijke waarden aangepast. Om een goede vergelijking te kunnen maken van de bijdrage aan het totaal rendement, is gekozen om de rendementen voor 2014 ook conform deze nieuwe ALM-verdeling op te stellen. Performanceoverzicht (YTD) Beleggingscategorie Feitelijke positie per (x 1 mln.) Feitelijke positie per ALM-benchmark Rendement Portefeuille Rendement ALM- Bench-mark Bijdrage SAA Bijdrage Mandaatbeheer (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) (in %) Staatsobligaties en andere 290,0 38, ,4 27,5-3,1 8,0 beleggingen in de QIF Bedrijfsobligaties 68,5 9,0 20 6,6 8,6-1,2-0,8 Liquiditeiten 24,8 3,2 0 0,0 0,0 0,2 0,2 Totaal Vastrentende waarden 383,3 50, ,6 23,5-4,5 7,6 Aandelen Developed Markets 308,2 40, ,9 19,2-2,8 1,5 Aandelen Emerging Markets 24,4 3,2 8 13,9 11,1 2,8 0,0 Totaal Zakelijke waarden 332,6 43, ,4 17,6-1,4 1,2 Indirect onroerend goed 26,9 3,5 2,5 10,6 21,3 2,1-12,8 Commodities 0,0 0,0 5 0,0-24,9 24,9 0,0 Obligaties Emerging Markets 0,0 0,0 0 0,0 7,7-7,7 0,0 High Yield credits 25,0 3,3 2,5 0,7 1,6 0,0-0,9 Totaal Overige zakelijke waarden 51,9 6,8 10 6,3-8,2 22,0-7,5 Totaal excl. valuta-afdekking 767,8 100,6 21,0 17,7-0,2 3,5 Totaal incl. valuta-afdekking 763,0 100,0 17,8 16,6 0,3 n.v.t. Toelichting op de performancebijdrage van de Strategische Asset Allocatie en bijdrage mandaatbeheerders op totaal niveau Het rendement ALM benchmark wordt bepaald op basis van benchmark gewicht x ALM benchmark rendement. Het rendement van de SAA wordt bepaald op basis van feitelijke gewicht x SAA benchmark rendement. Het verschil met het rendement van de ALM benchmark wordt weergegeven in de kolom bijdrage SAA. De bijdrage van de mandaatbeheerder wordt berekend uit het verschil tussen het werkelijke rendement x SAA benchmark rendement vermenigvuldigd met het feitelijk gewicht. De bijdrage van de strategische asset allocatie ( bijdrage SAA ) wordt veroorzaakt door verschillen tussen de ALM-wegingen en benchmark en die van de SAA. Dit geeft een indruk van het verschil in rendement door meer of minder naar bepaalde categorieën te alloceren en het rendementsverschil tussen ALM en SAA benchmark. De beleggingscommissie maakt de afweging om af te wijken van de ALM-weging en een afwijkende SAA benchmark te kiezen van de ALM benchmark. De bijdrage mandaatbeheer wordt veroorzaakt doordat de beheerders een relatief rendement ten opzichte van de SAA benchmark behalen en geven daarmee een indruk van de performance van het beheer op fondsniveau. Zie ook onderstaande grafiek ter illustratie. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 34

35 Voor vastrentende waarden was de SAA bijdrage over 2015 licht negatief bij een onderwogen positie. Deze achterblijvende performance ten opzichte van de ALM-benchmark (rendement) was zowel aanwezig in de staatsobligaties als de bedrijfsobligatie portefeuille en werd gedempt door een onderweging ten opzichte van de ALM (weging). De bijdrage SAA voor het totaal van de zakelijke waarden was positief (0,8%). Dit werd veroorzaakt doordat zakelijke waarden een relatief positief rendement hebben behaald ten opzichte van de ALM benchmark (rendement) en sprake was van een overwogen SAA-positie ten opzichte van de ALM-weging. De categorie zakelijke waarden bestaat sinds de nieuwe ALM-studie uit aandelen Developed Markets en aandelen Emerging Markets. Bij de overige zakelijke waarden was de bijdrage SAA positief doordat, in tegenstelling tot de ALMweging, niet was belegd in commodities en obligaties Emerging Markets bij een negatief ALM-benchmark rendement. De bijdrage van de mandaatbeheerders werd veroorzaakt doordat het rendement van de belegging afwijkt van het rendement van de bijbehorende benchmark. Op totaal niveau was er sprake van een achterblijvende performance van de beheerders. Gedetailleerde toelichting op de performance bijdrage per categorie. Vastrentende waarden Staatsobligaties en bedrijfsobligaties: Ten opzichte van de ALM benchmark (de verplichtingen op basis van de marktrente) lieten de staatsobligaties over 2015 een negatieve SAA bijdrage door zowel rendementsverschil als weging van de categorie. In 2015 werd de ALM-benchmark aangepast naar de ontwikkeling van de verplichtingen op basis van de marktrente. De SAA-benchmark bestond echter nog deels uit het werkelijk behaald rendement op de losse staatsobligaties die bij KAS BANK werden aangehouden wat resulteerde in een kleine negatieve SAA bijdrage van -0,3%. De bijdrage van de beheerders op de staatsobligatieportefeuille bedroeg -0,6%. Dit werd veroorzaakt doordat de effectiviteit van de renteafdekking niet perfect was en ontwikkelingen in de spreads (renteverschil tussen werkelijke rente en de risicovrije rentecurve) van de obligaties een impact hadden op de bijdrage mandaatbeheer. Bedrijfsobligaties bleven licht achter. De mandaatbijdrage van de beheerders voor bedrijfsobligaties was over 2015 licht negatief (-0,1%) door het negatieve relatieve rendement binnen het Blue Bay fonds als gevolg van actief beheer. Jaarverslag 2015 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 35

Inhoudsopgave. Jaarverslag 2014 3

Inhoudsopgave. Jaarverslag 2014 3 2014 Jaar verslag Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2014 3 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3 Kerncijfers 11 2 Verslag van het bestuur 13 2.1 Hoofdlijnen

Nadere informatie

Jaarverslag 2012. Jaarrekening 2012. Overige gegevens. Inhoudsopgave

Jaarverslag 2012. Jaarrekening 2012. Overige gegevens. Inhoudsopgave Jaarverslag 2012 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2012 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3 Kerncijfers 10 2 Verslag van het bestuur 11 2.1 Hoofdlijnen

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Jaarverslag 2013 3

Inhoudsopgave. Jaarverslag 2013 3 1 3 0 Jaarverslag 2 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2013 3 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3 Kerncijfers 10 2 Verslag van het bestuur 11 2.1 Hoofdlijnen

Nadere informatie

Jaarverslag. Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE

Jaarverslag. Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE Jaarverslag 2010 Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 1 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2010 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Pensioenfonds Ahold (versie: 28 april 2015) Hoofdstuk 1 - Inleiding 1.1 Voorwoord Stichting Pensioenfonds Ahold is de financiële dienstverlener voor Koninklijke Ahold N.V.

Nadere informatie

Jaarverslag 2011. Jaarrekening 2011. Overige gegevens. Inhoudsopgave

Jaarverslag 2011. Jaarrekening 2011. Overige gegevens. Inhoudsopgave Jaarverslag 2011 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2011 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie 6 1.3 Kerncijfers 11 2 Verslag van het bestuur 12 2.1 Hoofdlijnen

Nadere informatie

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014

Competentievisie verantwoordingsorgaan. Juli 2014 Competentievisie verantwoordingsorgaan Juli 2014 Versie 1.0 1 juli 2014 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Competentievisie...3 Hoofdstuk 2 Profiel van het fonds...3 Hoofdstuk 3 Profiel verantwoordingsorgaan...3

Nadere informatie

Bestuurt het pensioenfonds Stelt profielschets op voor de leden van het bestuur Kan kandidaat afwijzen indien deze niet aan profielschets voldoet

Bestuurt het pensioenfonds Stelt profielschets op voor de leden van het bestuur Kan kandidaat afwijzen indien deze niet aan profielschets voldoet Bestuurt het pensioenfonds Stelt profielschets op voor de leden van het bestuur Kan kandidaat afwijzen indien deze niet aan profielschets voldoet Taken: Uitvoeren van de pensioenregeling Leiding geven

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019.

PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. PROFIELSCHETS LID VERANTWOORDINGSORGAAN Vastgesteld 28 maart 2019. 1. Het Pensioenfonds Bpf MITT Bpf MITT is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers uit te voeren. Het

Nadere informatie

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland.

Huishoudelijk Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Stichting Pensioenfonds Deutsche Bank Nederland. Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in Artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit

Nadere informatie

TRANSPARANTIEDOCUMENT

TRANSPARANTIEDOCUMENT TRANSPARANTIEDOCUMENT Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven (VNPS) Dit is een uitgave van de Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Reglement intern toezicht. In werking Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Reglement intern toezicht In werking 01-01-2019 Artikel 1. Begripsbepalingen: De begripsbepalingen als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan

Reglement Verantwoordingsorgaan Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Definities In dit reglement worden geacht te zijn overgenomen de definities van de statuten, terwijl voorts wordt verstaan onder: a. Selectiecommissie De commissie

Nadere informatie

PROFIELSCHETS VOOR LID VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 2017

PROFIELSCHETS VOOR LID VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 2017 PROFIELSCHETS VOOR LID VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 2017 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het verantwoordingsorgaan... 3 3. Taken en bevoegdheden van het verantwoordingsorgaan...

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen

Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds Wonen Dit is een uitgave van Stichting Pensioenfonds Wonen Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds Wonen

Nadere informatie

OWASE. Jaarverslag. Stichting Pensioenfonds OWASE MAATPENSIOEN. Sinds 1957

OWASE. Jaarverslag. Stichting Pensioenfonds OWASE MAATPENSIOEN. Sinds 1957 OWASE MAATPENSIOEN Sinds 1957 Jaarverslag Stichting Pensioenfonds OWASE 2008 pagina 2 Inhoudsopgave Blz. Jaarverslag 2008 3 1 Karakteristieken van Stichting Pensioenfonds OWASE 4 1.1 Profiel 4 1.2 Organisatie

Nadere informatie

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING

Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING. Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Functieprofielen Algemeen Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Algemeen functieprofiel Bestuur Stichting Pensioenfonds ING Kenmerken Fonds Stichting Pensioenfonds ING (hierna: het Fonds) is op 1 januari

Nadere informatie

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap

Bestuur. Deelnemers: 2 Pensioengerechtigden:3 Werkgevers 2. Verantwoording en medezeggenschap Governance Algemeen Het bestuur van het fonds streeft als eindverantwoordelijk uitvoerder van de door sociale partners overeengekomen pensioenregeling naar een optimale kwaliteit, zorgvuldigheid en openheid

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Raad van Toezicht. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Raad van Toezicht van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Vastgesteld 22-12-2016 Inhoudsopgave... 1 Inleiding... 3 Artikel 1 - Begripsomschrijvingen...

Nadere informatie

Competentievisie. lid verantwoordingsorgaan

Competentievisie. lid verantwoordingsorgaan Competentievisie lid verantwoordingsorgaan In dit document worden de vereiste kennis, ervaring en competenties voor de leden van het verantwoordingsorgaan omschreven. De vereiste competenties hebben betrekking

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement

Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement Stichting Pensioenfonds NEG Nederland Huishoudelijk Reglement In dit huishoudelijk reglement gelden dezelfde begripsbepalingen als in de statuten van het fonds. Daar waar in dit document over statuten

Nadere informatie

PROFIELSCHETS LEDEN VERANTWOORDINGSORGAAN (2014) 1. HET PENSIOENFONDS TNO EN ZIJN BESTUUR

PROFIELSCHETS LEDEN VERANTWOORDINGSORGAAN (2014) 1. HET PENSIOENFONDS TNO EN ZIJN BESTUUR PROFIELSCHETS LEDEN VERANTWOORDINGSORGAAN (2014) 1. HET PENSIOENFONDS TNO EN ZIJN BESTUUR De Stichting Pensioenfonds TNO is opgericht met het doel de pensioenregelingen van de aangesloten werkgevers uit

Nadere informatie

Profielschets lid van de Raad van Toezicht

Profielschets lid van de Raad van Toezicht Profielschets lid van de Raad van Toezicht Deskundigheid Uitgaande van de wettelijke taken en verantwoordelijkheden van de raad van toezicht wordt de raad samengesteld uit drie personen die gezamenlijk

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland Versie 1 juli 2017 Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Chemours Nederland

Nadere informatie

Pensioenen... Reglement raad van toezicht

Pensioenen... Reglement raad van toezicht Pensioenen.............................................. Reglement raad van toezicht 17 december 2018 31 Inhoud Artikel 1. Algemene principes... 1 Artikel 2. Samenstelling, benoeming, onafhankelijkheid,

Nadere informatie

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting IKEA Pensioenfonds. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting IKEA Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities In dit reglement wordt verstaan onder: a) Bestuur: het bestuur van het fonds. b) Code Pensioenfondsen: de Code opgesteld

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Algemeen In 2013 is de Wet versterking bestuur pensioenfondsen in werking getreden. De invloed van deze nieuwe wet is van groot belang voor de governance structuur van

Nadere informatie

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed

Compliance Program. Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed Compliance Program Voor pensioenfondsen die pensioenadministratie en/of vermogensbeheer geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed September 2008 Inhoudsopgave 1 Inleiding 1 1.1 Voorwoord 1 1.2 Definitie

Nadere informatie

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Functieprofiel bestuurs- en commissielid namens pensioengerechtigden Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot 1. Het Pensioenfonds (verder: het Pensioenfonds) is een ondernemingspensioenfonds dat de pensioenregeling voor de (ex) medewerkers van Van Lanschot Bankiers (en gelieerde ondernemingen) uitvoert. De inhoud

Nadere informatie

Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan

Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan Functieprofiel lid verantwoordingsorgaan 1. Algemene kenmerken van het pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Achmea (SPA) is een ondernemingspensioenfonds dat de Achmea pensioenregelingen uitvoert voor

Nadere informatie

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland

Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 1 Profielschets voor lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland Inhoudsopgave 1. Profielschets lid verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds DuPont Nederland 2 1.1. Het pensioenfonds...

Nadere informatie

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds

PROFIELSCHETS. Philips Pensioenfonds NIET UITVOEREND BESTUURDER 1/5. Stichting Philips Pensioenfonds PROFIELSCHETS NIET UITVOEREND BESTUURDER Stichting Stichting behoort tot de grootste ondernemingspensioenfondsen van Nederland met een belegd vermogen van bijna 18 miljard euro. Het pensioenfonds voert

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS EN LID GOVERNANCECOMMISSIE STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 22 MEI 2015 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur...

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE)

FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) FUNCTIEPROFIEL BESTUUR VOOR LEDEN EN VOORZITTER (BELEGGINGSCOMMISSIE) Stichting Pensioenfonds Mercer 1. Algemene kenmerken Het bestuur van Stichting Pensioenfonds Mercer (SPM) is een (paritair) bestuur

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit

Nadere informatie

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever.

de aangesloten onderneming volgens de statuten van het pensioenfonds; de personen, in dienst van de werkgever. REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino Artikel 1. Definities Bestuur: Ondernemingsraad: Pensioenreglement: Statuten: Uitvoeringsovereenkomst: Vereniging van gepensioneerden:

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland. Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Stichting Pensioenfonds Thales Nederland (versie definitief 31 maart 2016) Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019]

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT. [Versie 1 januari 2019] REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT [Versie 1 januari 2019] ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen in de statuten van Stichting Pensioenfonds Achmea van

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie

Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Huishoudelijk reglement van het verantwoordingsorgaan (definitief) Bedrijfstakpensioenfonds voor de drankindustrie Juli 2014 Artikel 1 Begripsbepalingen Definities Dit reglement verstaat onder: fonds:

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Houtverwerkende Industrie en Jachtbouw

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Sligro Food Group Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van de Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Update Code Pensioenfondsen

Update Code Pensioenfondsen 24 april 2013 Update Code Pensioenfondsen Mila Hoekstra 2 Thema s 1. Taak en werkwijze 2. Diversiteit 3. Integer handelen 4. Beloning 5. Uitvoering, uitbesteding en kosten 6. Risicomanagement 7. Verantwoord

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

Reglement Verantwoordingsorgaan. Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Reglement Verantwoordingsorgaan 1 REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Januari 2018 Januari 2018 1 Artikel 1. Begripsomschrijvingen De definities als opgenomen in artikel 1 van de statuten van het fonds zijn van overeenkomstige toepassing op dit reglement. Daarnaast gelden de volgende

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS DEELNEMERS STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 DECEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3 4. Bestuurssamenstelling...

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument organisatie van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten 16 december 2016 1 Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Pensioenfonds voor Personeelsdiensten

Nadere informatie

Reglement van het verantwoordingsorgaan

Reglement van het verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfspensioenfonds voor de Rijn- en Binnenvaart Reglement van het verantwoordingsorgaan Artikel 1 Begripsbepalingen Voor dit reglement zijn de volgende begripsomschrijvingen van toepassing:

Nadere informatie

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016

FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016 FUNCTIEPROFIEL VOOR: BESTUURSLID NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN STICHTING PENSIOENFONDS GRONTMIJ 8 SEPTEMBER 2016 Inhoudsopgave 1. Het pensioenfonds... 3 2. Het bestuur... 3 3. Taken van het bestuur... 3

Nadere informatie

www.owase.nl Jaarverslag Beknopt 2010 Beknopt Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE

www.owase.nl Jaarverslag Beknopt 2010 Beknopt Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE www.owase.nl Jaarverslag Beknopt 2010 Beknopt Jaarverslag 2010 van Stichting Pensioenfonds OWASE pagina 1 0 Kerncijfers (aantallen nominaal, bedragen x 1000) 2010 2009 2008 2007 2006 Aantal werkgevers

Nadere informatie

Artikel 1 - Definities

Artikel 1 - Definities Reglement Verantwoordingsorgaan Versie BV 21 december 2016 Artikel 1 - Definities In dit reglement wordt verstaan onder: Pensioenfonds: Bestuur: het bestuur van het Pensioenfonds Verantwoordingsorgaan:

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 27 juni 2013

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 27 juni 2013 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 27 juni 2013 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 5

Nadere informatie

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA

REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA REGLEMENT RAAD VAN TOEZICHT STICHTING PENSIOENFONDS ACHMEA Reglement Raad van Toezicht SPA Versie 1 juli 2016 ARTIKEL 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen zoals opgenomen

Nadere informatie

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland

Brochure. Pensioenfonds DSM Nederland Brochure Pensioenfonds DSM Nederland Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier leden (inclusief voorzitter)

Nadere informatie

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie Pagina: 2 Artikel 1. Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten en het pensioenreglement

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot Versie: 2014-01 Pagina 1/8 INHOUDSOPGAVE Artikel 1. Definities...3 Artikel 2. Samenstelling van het Verantwoordingsorgaan...3 Artikel 3. Taken en bevoegdheden van het Verantwoordingsorgaan...4 Artikel

Nadere informatie

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 26 juni 2014 Welkom namens Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK AMSTERDAM, 26 juni 2014 AGENDA 1. Opening en voorstellen leden van het bestuur 2. Mededelingen van de voorzitter 3. Notulen deelnemersvergadering 27

Nadere informatie

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014

Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 Bijzondere Deelnemersvergadering 24 april 2014 2 1. Opening, mededelingen en ingekomen stukken 2. Achtergrond Wet versterking bestuur pensioenfondsen 3. Wet versterking bestuur pensioenfondsen 4. Wijzigingen

Nadere informatie

Transparantiedocument

Transparantiedocument Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf datum 18 februari 2016 Voorwoord In dit

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP

Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP Transparantiedocument organisatie van pensioenfonds VLEP Dit is een uitgave van Stichting Pensioenfonds juni 2014 Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds

Nadere informatie

Hoe werkt het pensioenfonds?

Hoe werkt het pensioenfonds? Hoe werkt het pensioenfonds? Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf datum 13 februari 2018 Voorwoord

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Cindu International in liquidatie. Informatiebijeenkomst

Stichting Pensioenfonds Cindu International in liquidatie. Informatiebijeenkomst Stichting Pensioenfonds Cindu International in liquidatie Informatiebijeenkomst (Maassluis) en 1 februari 2019 (Mijdrecht) Rita van Ewijk Anton Hoorman Pieter Heesterbeek Dirk Jagers (voorzitter) (secretaris)

Nadere informatie

Reglement voor de raad van toezicht

Reglement voor de raad van toezicht Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Zuivel en aanverwante industrie (BPZ) Reglement voor de raad van toezicht Colofon Dit reglement is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de

Nadere informatie

Profielschets Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Flexsecurity

Profielschets Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Flexsecurity Profielschets Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Flexsecurity Lid van het Verantwoordingsorgaan Vacature lid namens deelnemers 2019 t/m 2022 januari 2018 c:\users\maassenm\appdata\local\microsoft\windows\temporary

Nadere informatie

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Geef pensioen de aandacht die het verdient Jaarbericht Stichting Pensioenfonds Vijf mythes over pensioen Over pensioenen zijn meerdere mythes in omloop. Het is belangrijk om te weten hoe het wel zit. De

Nadere informatie

REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP

REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP REGLEMENT VOOR HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ABP Het bestuur van Stichting Pensioenfonds ABP, Gelet op artikel 18 lid 4 laatste zin, van de statuten van Stichting Pensioenfonds

Nadere informatie

Hoe werkt het pensioenfonds?

Hoe werkt het pensioenfonds? Hoe werkt het pensioenfonds? Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf datum 9 april 2019 Voorwoord In

Nadere informatie

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR Pension Fund Governance TRANSPARANTIE DOCUMENT UITLEG GEKOZEN PRINCIPES VOOR GOED PENSIOENFONDSBESTUUR Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen 19 februari 2008 Beschrijving van de bestuurskeuzes van

Nadere informatie

REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB / 11

REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB / 11 REGLEMENT REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ECOLAB 01-07-2014 1 / 11 Begripsbepalingen Artikel 1 Definities Dit reglement verstaat onder: Fonds: Bestuur: Statuten: Pensioenreglement:

Nadere informatie

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT

Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel voor (kandidaat)leden van het Verantwoordingsorgaan PMT Profiel van PMT Pensioenfonds Metaal en Techniek (PMT) verzorgt de pensioenregeling voor de bedrijfstak Metaal en Techniek. In totaal zijn

Nadere informatie

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds

Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds Functieprofiel lid bestuur met portefeuille vermogensbeheer en risicomanagement van Stichting Notarieel Pensioenfonds 1. Algemene kenmerken Het bestuur van de Stichting Notarieel Pensioenfonds (SNPF) is

Nadere informatie

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen Transparantiedocument Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen 20 OKTOBER 2014 1. Inleiding Het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Handel in Bouwmaterialen

Nadere informatie

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf

Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Beschrijving Pension Fund Governance Stichting Bedrijfspensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Dit is een uitgave van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Bakkersbedrijf Datum 15 juni 2012 1 Voorwoord

Nadere informatie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie

Pensioenfonds DSM Nederland. Versie Pensioenfonds DSM Nederland Versie 11-07-2017 Versie 11-07-2017 Pensioenfonds DSM Nederland (PDN) Het bestuur van PDN Het bestuur van PDN bestaat uit maximaal acht leden. Van deze acht leden zijn: vier

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland 1 Reglement Verantwoordingsorgaan Artikel 1. Definities Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van

Nadere informatie

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan.

4. Bestuurders van het fonds kunnen geen lid zijn van het Verantwoordingsorgaan. Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Astellas Definities Artikel 1 a. (Pensioen)fonds: Stichting Pensioenfonds Astellas; b. Bestuur: Het bestuur van het fonds; c. Verantwoordingsorgaan;

Nadere informatie

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN

REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN REGLEMENT VERANTWOORDINGSORGAAN STICHTING PENSIOENFONDS OPENBARE BIBLIOTHEKEN VERSIE 28 APRIL 2015 Definities Op dit reglement zijn de begripsbepalingen van de statuten van Stichting Pensioenfonds Openbare

Nadere informatie

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven

Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven Vereniging Nederlands Pensioenfonds voor de Sigarenindustrie en aanverwante Bedrijven Reglement van de raad van toezicht 2015 administrateur Syntrus Achmea Pensioenbeheer Rijnzathe 10, 3454 PV Utrecht

Nadere informatie

Financieel crisisplan

Financieel crisisplan Financieel crisisplan Inleiding In Artikel 145 van de Pensioenwet wordt voorgeschreven dat de ABTN een financieel crisisplan moet bevatten. Artikel 29b van het besluit FTK geeft hier een nadere uitwerking

Nadere informatie

10. Goed pensioenfondsbestuur

10. Goed pensioenfondsbestuur 10. Goed pensioenfondsbestuur 10.1 Paritair bestuursmodel SPE kent het paritair bestuursmodel. Intern toezicht Visitatiecommissie Bestuur Werkgever Werknemers Pensioengerechtigden Verantwoordingsorgaan

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620 Artikel 1 Inleiding De wijze waarop de Stichting Pensioenfonds SMIT wordt bestuurd ligt op hoofdlijnen vast in de statuten. In dit bestuursreglement wordt hier verder invulling aan gegeven. Het bestuursreglement

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf

Reglement Verantwoordingsorgaan. van de. Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Reglement Verantwoordingsorgaan van de Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Schilders-, Afwerkings- en Glaszetbedrijf Februari 2014 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Artikel 1 - Samenstelling van het

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Brocacef Pensioenfonds Artikel 1 Begripsomschrijvingen Voor dit reglement zijn de begripsomschrijvingen van de statuten van Stichting Brocacef Pensioenfonds van

Nadere informatie

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019

Profielschets lid Raad van Toezicht. 20 mei 2019 Profielschets lid Raad van Toezicht 20 mei 2019 71649 092004 1. INLEIDING Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor het Kappersbedrijf (hierna: Pensioenfonds Kappers) is het pensioenfonds voor de kappersbranche.

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Autoriteit Financiële Markten Artikel 1. Begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. bestuur: het bestuur van het fonds; b. deelnemer:

Nadere informatie

27 september Deelnemersvergadering

27 september Deelnemersvergadering 27 september 2007 Deelnemersvergadering Kernpunten 2006 Goed jaar, dekkingsgraad van 117,1% naar 122,7% Geen herstelplan meer nodig in 2007 Indexatie in 2006 verleend over 2005 van: - 0,63% voor de actieve

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2017

INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2017 INHOUDSOPGAVE JAARVERSLAG 2017 KERNCIJFERS 4 1 KARAKTERISTIEKEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS OWASE 5 1.1 PROFIEL 5 1.2 ORGANISATIE 6 2 BESTUURSVERSLAG 10 2.1 HOOFDLIJNEN 10 2.2 GOED PENSIOENFONDSBESTUUR

Nadere informatie

VERANTWOORDINGORGAAN

VERANTWOORDINGORGAAN VERANTWOORDINGORGAAN INHOUD Het verantwoordingsorgaan Governance Hoe past het verantwoordingsorgaan daarin? Besturen van pensioenfondsen en FNV Hoe past een verantwoordingsorgaan daarin? Relatie FNV en

Nadere informatie

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Compliance program. Vastgesteld en gewijzigd in de bestuursvergadering van 12 februari 2014

Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland. Compliance program. Vastgesteld en gewijzigd in de bestuursvergadering van 12 februari 2014 Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland Compliance program Vastgesteld en gewijzigd in de bestuursvergadering van 12 februari 2014 1 Inleiding In dit Compliance Program is de inrichting van de

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en

Nadere informatie

Uitbestedingsbeleid 2015

Uitbestedingsbeleid 2015 Uitbestedingsbeleid 2015 versie 16 juni 2015 1 1. Inleiding Stichting Bedrijfstakpensioenfonds TrueBlue (verder: TrueBlue) heeft uit strategische overwegingen delen van haar bedrijfsprocessen en activiteiten

Nadere informatie

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens

Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens Reglement Verantwoordingsorgaan Stichting Pensioenfonds Equens 1 Artikel 1. Definities Fonds Stichting Pensioenfonds Equens Werkgever Equens SE Bestuur Het bestuur van het Fonds Verantwoordingsorgaan Het

Nadere informatie

Reglement Raad van Toezicht

Reglement Raad van Toezicht Reglement Raad van Toezicht Reglement van de Raad van Toezicht van Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties, overeenkomstig artikel 14 van de statuten van Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties.

Nadere informatie

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche

Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Transparantiedocument organisatie van Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en Wielenbranche Voorwoord In dit document beschrijft het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Banden- en

Nadere informatie

Communicatiekalender 2017 en 2018

Communicatiekalender 2017 en 2018 Communicatiekalender 2017 en 2018 Wettelijk verplichte activiteit Doelgroep Wet- en regelgeving DEELNEMERS/GEWEZEN DEELNEMERS/GEWEZEN PARTNERS/GEPENSIONEERDEN Pensioen 1-2-3 over kenmerken pensioenregeling

Nadere informatie

Stichting Norit Pensioenfonds

Stichting Norit Pensioenfonds Stichting Norit Pensioenfonds Communicatieplan 2017-2019 Dit communicatieplan is voorbereid door de werkgroep communicatie van Stichting Norit Pensioenfonds en vastgesteld door het bestuur. Amersfoort,

Nadere informatie

REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ROBECO. Versie: 23 mei 2019

REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ROBECO. Versie: 23 mei 2019 REGLEMENT VAN HET VERANTWOORDINGSORGAAN VAN STICHTING PENSIOENFONDS ROBECO Versie: 23 mei 2019 reglement Verantwoordingsorgaan - blz 1. Begripsbepalingen Artikel 1 Definities Dit reglement verstaat onder:

Nadere informatie

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016

Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Verslag bijeenkomst SVG 9 maart 2016 Op woensdagmiddag 9 maart, aansluitend aan de jaarbijeenkomst van de Vereniging Gepensioneerden Getronics (VGG), organiseerde Stichting Voorzieningsfonds Getronics

Nadere informatie

Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples.

Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples. Huishoudelijk reglement als bedoeld in artikel 19 van de statuten van Stichting Pensioenfonds Staples. Artikel 1 Definities. De in artikel 1 van de statuten van het pensioenfonds vastgelegde begripsbepalingen

Nadere informatie

Profiel van een bestuurder Specifiek aandachtsgebied: audit, risk & compliance

Profiel van een bestuurder Specifiek aandachtsgebied: audit, risk & compliance Profiel van een bestuurder Specifiek aandachtsgebied: audit, risk & compliance 1. Het fonds Stichting Pensioenfonds Provisum, het fonds, is een ondernemingspensioenfonds. Het fonds heeft tot doel de pensioenen

Nadere informatie

1 Profielschets van het Stichting Pensioenfonds Ernst & Young

1 Profielschets van het Stichting Pensioenfonds Ernst & Young 1 Profielschets van het Stichting Pensioenfonds Ernst & Young Stichting Pensioenfonds Ernst & Young (hierna: SPEY) is een ondernemingspensioenfonds (volledig verzekerd bij Aegon) en regelt de pensioenvoorziening

Nadere informatie