Bachelorthese Psychologie
|
|
- Andrea de Wilde
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Bachelorthese Psychologie De invloed van Persoonlijkheidsstoornissen op de behandeling van Alcoholisme Auteur: Jan van den Oever Studentnummer: Aantal woorden: 5009 Begeleider: Sabine van Linden 1
2 Inhoudsopgave Inleiding p. 3 6 Invloed van PS op verschillende soorten behandeling van alcoholisme p Invloed van de verschillende clusters PS, verschillende typen en hevigheid van alcoholisme. p Onderliggende constructen p Discussie p Literatuurlijst p
3 Inleiding Alcohol misbruik of alcoholisme is door de sociale acceptatie van alcohol in deze samenleving een veel voorkomend probleem. Er zijn vele factoren die invloed kunnen hebben op de behandeling van alcoholisme. Zo kunnen factoren als geslacht en leeftijd een invloed hebben op de behandeling. Ook het hebben van een psychische stoornis kan invloed hebben op hoe de behandeling van alcoholisme verloopt en wat de uitkomst ervan is. Een groep psychische stoornissen die langdurig en intensief is, is de groep van de persoonlijkheidsstoornissen (PS), ook wel as II stoornissen genoemd. Deze groep stoornissen voorheen karakterstoornissen genoemd zijn pas sinds een paar decennia gecategoriseerd als aparte groep stoornissen met een eigen as op de Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, Fourth edition (DSM IV). PS zijn lastig te behandelen omdat de stoornis met iemands persoonlijkheid is verweven en de symptomen zich al vroeg in het leven vertonen en vaak het hele leven voortduren. Aangezien PS zo intensief zijn en alcoholisme zo veel voorkomend zou het interessant kunnen zijn om te kijken of het hebben van een PS invloed zou kunnen hebben op de behandeling van alcoholisme. Daartoe zullen de twee begrippen eerst nader gedefinieerd worden. Alcoholisme (Alcohol Afhankelijkheid) wordt volgens de DSM IV gedefinieerd als Substantie Afhankelijkheid: Een negatief patroon van substantie gebruik dat leidt tot een klinisch significante stoornis of leed dat plaatsvindt in elk moment in dezelfde periode van twaalf maanden van het gebruik. Hierbij moeten drie of meer van de in de DSM IV genoemde symptomen aanwezig zijn. Babor et al. (1992) onderscheidden twee typen alcoholisme waarin type A de antagonist is van type B alcoholisme. Dit werd gedaan om een geschiktere typologie voor alcoholisme te hebben waaaarbij aspecten van meerdere theoriëen in een breed en complex concept konden worden ondergebracht. Hierin scoren type B alcoholisten bijvoorbeeld hoger op de dimensies: (1) geconsumeerde eenheden alcohol per dag, (2) drinken voor verlichting/verzachting, (3) medische condities, (4) fysieke consequenties en (5) sociale consequenties. In de in dit artikel beschreven onderzoeken worden verschillende terminologieën gebruikt voor de hevigheid van alcoholisme. In dit artikel zal het echter alleen om hevigheid van alcoholisme en genoemde type A of B alcoholisme gaan. PS wordt volgens de DSM IV gedefiniëerd als een langdurig patroon van innerlijke ervaring en gedrag dat opvallend afwijkt van iemands cultuur, gemanifesteerd in twee of meer van de in de DSM IV genoemde 3
4 gebieden. Daarnaast is dit patroon inflexibel, doordringend over een groot bereik van persoonlijke en sociale situaties, het leidt tot klinisch significant lijden of gebrek in functioneren, het is stabiel of langdurig, niet veroorzaakt door een andere mentale stoornis of de fysiologische effecten van een substantie of medische conditie. De PS kunnen worden verenigd in drie verschillende clusters. Onder cluster A vallen de paranoide PS, de schizoide PS en de schizotypische PS. Onder cluster B vallen de antisociale PS, de borderline PS, de histrionische PS en de narcistische PS. Onder cluster C vallen de ontwijkende PS, de afhankelijke PS en de obsessief-compulsieve PS. De comorbiditeit van alcoholisme en PS is in onderzoek aangetoond. Dit werd onder andere gedaan door Echeburua, de Medina en Aizpiri (2005). Zij vergeleken aan de hand van de International Personality Disorder Examination (IPDE) en de Millon Clinical Multiaxial Inventory-II voor PS (MCMI-II) 30 alcohol-afhankelijke patiënten uit een outpatient kliniek met 30 psychiatrische patiënten met niet verslavende stoornissen. Voor het controleren van leeftijd, geslacht en socioeconomisch niveau werden 31 proefpersonen uit de normale populatie gehaald. Zij vonden dat 40% van de alcohol-afhankelijke patiënten tegenover 16,6% van de andere psychiatrische patiënten ten minstens een PS hadden. Een ander onderzoek waarin ook de comorbiditeit van alcoholisme en PS onderzocht werd was dat van Echeburua, de Medina en Aizpiri (2007). Zij onderzochten ook de frequentie en het profiel van PS gerelateerd aan alcohol-afhankelijkheid maar maakten ook een vergelijking met de normale populatie. Daartoe gebruikten zij een cross-sectioneel epidemologisch design waarbij aan de hand van de IPDE en de MCMI-II voor PS 158 alcohol-afhankelijke patiënten, 120 psychiatrische patiënten met een niet verslavende stoornis en 103 proefpersonen uit de algemene populatie werden vergeleken. Hieruit kwam een percentage van 44,3% voor de alcohol-afhankelijke patiënten, 21,7% voor de algemeen psychiatrische groep tegenover 6,8% van de normale populatie met ten minste een PS. Uit voorgaande onderzoeken kan geconcludeerd worden dat er een comorbiditeit lijkt te bestaan tussen alcoholisme en PS. De invloed van PS op de behandeling van alcoholisme is hier echter niet aan bod gekomen. Een studie die die de invloed van het hebben van een PS op de behandelingsuitkomst van alcoholisme onderzocht was van Wagner et al. (2004). Zij onderzochten het effect van een comorbide as I en as II stoornis in een groep alcohol-afhankelijke patiënten op de gevolgen voor het drankgebruik in een follow-up studie van vier jaar. Psychiatrische variabelen van 89 ernstig aangedane chronisch alcohol-afhankelijke patiënten werden 4
5 geevalueerd op vier tijdstippen; bij aanvang van de behandeling (t1), na een behandeling van zes maanden (t2), twaalf maanden (t3) en 24 maanden (t4). Bij aanvang van de behandeling voldeed 63,2% van de patiënten aan de criteria voor één PS. De onderzoekers vonden twee voorspellers die een negatieve uitwerking hadden op de kans op alcoholonthouding; het aantal intramurale detoxificaties en PS. Verder vonden zij dat het hebben van een as II stoornis meer nog dan het hebben van een as I stoornis bij de aanvang van de behandeling een sterke voorspeller is voor de gevolgen voor het drankgebruik over een follow-up van vier jaar. Een andere studie waarin niet zo zeer naar de gevolgen voor het drankgebruik werd gekeken als wel naar de uitval gedurende de behandeling van alcoholisme was die van Martinez-Raga, Marshall, Keaney, Ball en Strang (2002). In deze studie werden socio-demografische karakteristieken, alcohol en drugs gebruik patronen, hepatitis C en de psychiatrische status van 470 patiënten bekeken bij de aanvang van een specialistische intramurale kliniek voor alcoholisme. Er werd in deze studie een onderscheid gemaakt tussen een groep waarbij het ontslag uit de kliniek verwacht en gepland was, de Planned Discharge Group, PD, en een groep waarbij het ontslag ongepland was (uitval), de Unplanned Discharge Group, UPD. De patiënten uit de UPD groep hadden hogere scores op de alcohol problemen vragenlijsten en over het algemeen een hevigere vorm van alcoholisme. Daarnaast hadden zij een grotere kans op het hebben van een borderline PS en een antisociale PS (beide cluster B PS). Naast de invloed van PS op behandeluitkomsten en uitval bij behandeling van alcoholisme kan er ook gekeken worden naar de invloed op terugval na een alcoholisme behandeling. Dit werd gedaan door Verheul, van den Brink en Hartgers (1998). Deze studie onderzocht de associatie van as II comorbiditeit met tijd tot terugval na afronding van de behandeling van alcoholisme bij 105 extramurale en 82 intramurale alcoholisten. In hun studie keken zij ook naar motivatie voor verandering, hoe lang al in behandeling en de werkalliantie. Zij vonden dat as II comorbiditeit een robuuste voorspeller was op terugval na de behandeling van alcoholisme. Dit effect was het sterkste in de groep waarbij de motivatie voor verandering laag was en/of ze een korte tijd in behandeling waren. Verder hypothetiseerden de onderzoekers uit hun resultaten dat een slechte werkalliantie een onderdeel zou kunnen zijn van het onderliggende mechanisme van de geobserveerde invloed van as II pathologie op de behandeluitkomst bij extramurale patiënten. Uit de hier besproken onderzoeken kan geconcludeerd worden dat er een hoge comorbiditeit bestaat tussen PS en alcoholisme en daarnaast dat er sprake is van 5
6 een negatieve invloed van PS op de behandeluitkomst, uitval van behandeling en terugval na behandeling. Er zal daarom gekeken worden of er een negatieve invloed is van het hebben van een PS op de behandeling van alcoholisme. Er moet echter wel rekening mee worden gehouden dat er veel verschillende vormen zijn van behandeling voor alcoholisme. Eerst zal er daarom worden gekeken of er een negatieve invloed bestaat van het hebben van een PS op de verschillende behandelvormen van alcoholisme. Daarna zal gekeken worden of de verschillende clusters PS, de verschillende typen alcoholisme en de hevigheid van alcoholisme van belang zijn als er gekeken wordt naar de invloed van PS op de behandeling van alcoholisme. Ten slotte zal er exploratief gekeken worden of er sprake zou kunnen zijn van onderliggende constructen die de invloed van PS op alcoholisme zouden kunnen verklaren en daarmee van belang zouden kunnen zijn bij de behandeling van alcoholisme. Invloed van PS op verschillende soorten behandeling van alcoholisme Om een breed beeld te krijgen van de invloed van PS op de behandeling van alcoholisme moeten er meerdere therapievormen onder de loep genomen worden. Daartoe zal als eerste Behavioral Couple Therapy (BCT) besproken worden. Vedel en Emmelkamp (2004) deden onderzoek (case-studie) naar deze vorm van therapie bij een vrouwelijke behandeling resistente alcohol-afhankelijke patient met comorbide depresssie, angst, huwelijksproblemen en PS, Dianne. Deze therapievorm (waarbij de partner van Dianne ook deelnam aan de behandeling) bestond uit 19 sessies over een periode van zeven maanden. Dianne had een obsessief-compulsieve PS en een ontwijkende PS (en haar partner eigenschappen van een schizoïde persoonlijkheid) Door de ontwijkende PS en de schizoïde eigenschappen van haar partner was er sprake van sociale isolatie en verminderde social support. Huiswerkopdrachten ter bevordering van sociale interactie werden daarom in de behandeling toegevoegd. De obsessief-compulsieve PS van Dianne zorgde ervoor dat er geen optimale therapeutische relatie tot stand kon komen. Maar het was vooral de eerder genoemde sociale isolatie die een invloed had op het drinkgedrag van Dianne. Aan de hand van het Structured Clinical Interview voor de DSM-IV werd er gekeken of er sprake was van as I problematiek. Voor het diagnosticeren van een PS werd gebruik gemaakt van de International Personality Disorder Examination (IPDE; Loranger, 1999) Om de 6
7 kwantiteit en frequentie van het drinkpatroon te meten werd er gebruik gemaakt van de Timeline Followback Method (TLFB; Sobell & Sobell, 1996). Ook het vertrouwen om het vertoonde drinkgedrag te kunnen beheersen werd gemeten aan de hand van de Situational Confidence Questionnaire (Annis & Graham, 1988). Deze metingen werden zowel voor als na de behandeling gedaan. Na afloop van de behandeling voldeed Dianne niet meer aan de criteria voor een depressieve stoornis en haar vertrouwen om haar drinkgedrag te beheersen was toegenomen. Uit de resultaten kwam dat BCT een succesvolle methode is voor het behandelen van alcoholisme maar alleen op het gebied van vertrouwen in beheersing van drinkgedrag Verder concludeerden de onderzoekers dat het zeer belangrijk is om een grondige meting van as I en as II stoornissen te doen maar dat de juiste keuze voor de behandeling zou moeten zijn om het drankprobleem zelf aan te pakken. Bij het onderzoek van Ralevski, Ball, Nich, Limoncelli en Petrakis (2007) naar pharmacotherapie was er geen sprake van een case studie. Zij onderzochten de invloed van de antisociale PS en de borderline PS op de resultaten van alcohol gebruik na het doorlopen van een pharmacotherapie bij 254 deelnemers. Bij deze behandelingszoekenden werden as II stoornissen gemeten aan de hand van het semigestructureerde interview voor DSM IV PS (SCID-II). In verschillende groepen werden verschillende medicatievormen of placebo toegediend. Het medicatie traject duurde twaalf weken. Alcoholisme werd gemeten aan de hand van de TLFB voor frequentie en kwantiteit van alcoholgebruik. Het smachten naar alcohol werd daarnaast gemeten met de Obsessive Compulsive Drinking Scale (OCDS). Patiënten met een antisociale PS werden vergeleken met patiënten zonder antisociale PS en patiënten met een borderline PS werden vergeleken met patiënten zonder borderline PS. Uit de resultaten kwam dat de diagnose van een PS geen sterk effect had op de alcohol gebruik resultaten. Daarnaast hadden patiënten met een antisociale PS of een borderline PS geen slechtere respons op de medicatie dan patiënten zonder een van deze PS. Aangezien het hier echter gaat om PS, die niet met medicatie te behandelen zijn maar waarbij er in de behandeling rekening moet worden gehouden met de persoonlijkheid kan er beter worden gekeken naar onderzoek naar een persoonlijkheid gerichte behandeling. Nielsen, Røjskjær en Hesse (2007) onderzochten een dergelijke behandeling gericht op persoonlijkheid, namelijk de Personality-guided Treatmen tfor Alcohol Dependence (PETAD). Dit is een behandelvorm die een integratie is van 7
8 cognitieve therapie voor verslavings gedrag met strategische interventie voor niet adaptieve persoonlijkheidskenmerken. 108 alcohol-afhankelijke patiënten werden onderverdeeeld in een groep met een standaard cognitieve therapie (controle conditie) en een groep die de PETAD behandeling kreeg. Voor de meting van PS en alcohol gebruik werden de MCMI-I en II, de SCL-90 en een vragenlijst over alcohol, cannabis en medicatie gebruik afgenomen. Dit werd gedaan bij aanvang van de behandeling, net na de behandeling en na een follow-up periode. Behandeling met PETAD werd geassocieerd met betere onthouding, langere tijd tot eerste terugval en kortere tijd drinkend doorgebracht na de behandeling. De verschillen werden vooral gevonden in de subgroep met een hoger niveau van PS. Er werd namelijk een onderverdeling gemaakt in een subgroep met PS en een subgroep zonder PS. De PS subgroep had een uitval percentage van 42% in de controle conditie tegenover 15% in de behandeling met PETAD conditie. Het verschil in onthouding was significant tussen de condities voor patiënten met een cluster B PS, namelijk 52 % van de patiënten in de controle conditie maakte de behandeling af tegenover 81% die de PETAD kreeg. Het verschil tussen de condities was voor alcoholgebruik na de behandeling niet significant voor PS. In een andere studie werden andere behandelvormen onderzocht maar in tegenstelling tot de vorige studie werd hier niet gebruik gemaakt van self-report metingen maar van het klinisch interview voor de meting van PS. Door Wölwer, Burtscheidt, Redner, Schwarz en Gaebel (2001) werden verschillende behavioristische therapieën onderzocht. Zij onderzochten of alcohol-afhankelijke patiënten met comorbide PS of cognitieve problemen op een andere manier zouden profiteren van verschillende behavioristische therapie strategieën. Na detoxificatie werden 120 alcoholafhankelijke patiënten willekeurig toegewezen aan een van de drie behandelings programma s. Deze behavioristische behandelinsvormen waren: coping skills training (CST), cognitive behaviour therapy (CBT) en unspecific supportive control therapy (standaard behandeling, ST). CST is een zeer gestructureerd programma voor de verandering van gedragspatronen waarbij gebruik wordt gemaakt van gedrags-georiënteerde training technieken. CBT is een behandelvorm waarbij pathologische core beliefs, inadequate cognities en irrationele manieren van denken die onderliggend zijn aan het volhouden van verslavingsgedrag worden veranderd. Ook is het doel bij CBT om de competentie te vergroten om met riskante situaties om te gaan en daarmee de kans op terugval te verkleinen. ST bestond uit zelf-hulp 8
9 groepen, extramurale therapie faciliteiten en het organiseren van vergaderingen door ex-patiënten. Hierbij werd ook op aanvraag counselling en crisis interventie toegepast. Elk van deze therapieën had gedurende 26 weken wekelijkse sessies. PS werd gemeten aan het begin van de behandelperiode van zes maanden aan de hand van het gestructureerde klinische interview voor DSM-III-R. Uit het onderzoek kwam dat de invloed van een comorbide PS over het algemeen een middelmatige invloed had op de uitkomst van de behandeling, onafhankelijk van de behandelvorm. Er werd echter wel gevonden dat PS vaker voorkwam alcohol-afhankelijke patiënten die binnen zes maanden na detoxificatie een terugval hadden, dit was vooral het geval bij de antisociale en borderline PS. Een probleem bij dit onderzoek was echter dat een groot aantal patiënten uitviel of snel na de behandeling een terugval had. Er was daarnaast weinig data over de behandel effecten op de lange termijn. Hiervoor werd een followup studie gedaan door Burtscheidt, Wölwer, Schwarz, Strauss en Gaebel (2002) over de zelfde alcohol-afhankelijke patiënten. Na de follow-up periode van twee jaar lieten patiënten die de behavioristische therapieën hadden ondergaan een consistente trend zien naar hogere abstinentie aantallen. Er konden echter geen significante verschillen gevonden worden voor de verschillen tussen eerder genoemde CBT en CST. Deze studie liet echter ook zien dat er een verminderd profijt van behavioristische technieken was voor patiënten met erstige PS. De onderzoekers stelden een verbetering voor in de ontwikkeling van specifieke behandelprogramma s voor patiënten met een hoog risico, zoals patiënten met een PS. Uit de besproken onderzoeken naar een negatieve invloed van het hebben van een PS op de verschillende behandelvormen voor alcoholisme komen uiteenlopende resultaten. Bij de therapievormen die zijn behandeld; BCT, pharmacotherapie, persoonlijkheidsgerichte therapie (PETAD) en verschillende behavioristische therapieën is er telkens een ander soort invloed van het hebben van een PS. Bij BCT is de conclusie dat men vooral het drankprobleem zelf moet aanpakken maar dat een goede meting van PS belangrijk is voor de strategieën die in de behandeling gebruikt moeten worden. Bij het onderzoek naar pharmacotherapie kwam naar voren dat er geen effect is van het hebben van een PS (in deze studie borderline PS en antisociale PS) op het alcoholgebruik. Bij het onderzoek naar de effectiviteit van de PETAD kwam naar voren dat patiënten met een PS meer profiteerden van de PETAD dan van de als controle conditie gebruikte andere behandelvorm. Er was namelijk een lagere uitval van patiënten met PS bij de PETAD en patiënten met een cluster B PS bleven 9
10 langer met de behandeling meegaan door de PETAD ten opzichte van de controle conditie. Uit het onderzoek naar verschillende behavioristische behandelvormen bleek dat het hebben van een comorbide PS een middelmatige uitkomst heeft op de behandeluitkomst. Hier kwam wel naar voren dat er bij de patiënten die na de behandeling terugval vertonen, het vaker gaat om patiënten met een PS. Uit de daaropvolgende follow-up studie bleek dat patiënten met een ernstige PS minder profijt hebben van een behavioristische behandelvorm. In de tot nu toe behandelde studies kwamen de antisociale PS en de borderline PS (cluster B) telkens naar voren als de meest problematische wat betreft invloed op alcoholisme. Ook zou het kunnen dat de invloed van het hebben van een PS verschilt per eerder genoemd type alcoholisme of hevigheid van alcoholisme. Deze onderverdeling zal daarom nu gemaakt worden. Invloed van de verschillende clusters PS, verschillende typen en hevigheid van alcoholisme. Aangezien cluster B PS naar voren zijn gekomen als meest problematisch wat betreft invloed op alcholisme zal er nu worden gekeken naar onderzoeken waarin een dergelijk onderscheid van clusters PS wordt gemaakt. Nordholm en Nielsen (2007) onderzochten de invloed van het hebben van een cluster B PS en een cluster C PS op verschillende vormen van behandeling van alcoholisme. Ook werd er gebruik gemaakt van een groep zonder PS. Naast invloed op behandeling werd ook onderzoek gedaan naar de aard van het alcoholisme en de aard van de problemen van patiënten met een cluster B of C PS. Bij 363 patiënten werd een klinisch interview, gebaseerd op de ICD-10-R, afgenomen om te onderzoeken of patiënten voldeden aan de criteria voor alcohol-afhankelijkheid of alcohol misbruik en om een PS te identificeren. De verschillende vormen van behandeling die hier bekeken werden zijn; CBT, familie therapie en supportive consultations. Van de 363 patiënten was 87% alcoholafhankelijk en 34% voldeed aan de criteria voor een PS. Er kwam uit dit onderzoek naar voren dat patiënten met een cluster B stoornis jonger waren bij het beginnen met drinken en een langere geschiedenis van alcohol misbruik hadden dan mensen met een cluster C PS of zonder PS. Na de behandeling kwam er geen significant verschil in alcohol gevolgen naar voren bij de verschillende behandelingen tussen patiënten met en zonder PS. De onderzoekers stellen verder dat de significantie van het hebben 10
11 van een PS voor de behandeling van alcoholisme wellicht is overdreven. Zoals genoemd zijn patiënten met een cluster B stoornis jonger begonnen met drinken en hebben ze een langere geschiedenis van alcoholmisbruik. Aangezien er is aangetoond dat er bij patiënten met een cluster B PS er sprake is van een hevigere vorm van alcoholisme zal er nu onderzoek besproken worden waarin een onderschied wordt gemaakt in hevigheid van alcoholproblematiek. Dit onderscheid werd gemaakt in de vorm van de eerder genoemde type A en type B alcoholisten door Bottlender, Preuss en Soyka (2006). Volgens hen wordt de antisociale PS veel geassocieerd met het type B alcoholisme. In deze studie werden 237 gedtoxificeerde alcohol-afhankelijke patiënten gescheiden door de criteria van het type A of type B alcoholisme. Vervolgens werd PS gemeten aan de hand van het SCID-II interview gemeten. Van de 237 patiënten konden 160 patiënten geclassificeerd worden met het type A alcoholisme en 77 patiënten met het type B alcoholisme. Naast de in de inleiding genoemde eigenschappen van het type B alcoholisme hebben de type B alcoholisten ook een eerder begin in hun leven van de alcoholproblemen en een hevigere loop van de alcohol-afhankelijkheid. Daarnaast kwamen er volgens de onderzoekers bij het type B alcoholisme significant meer cluster A of cluster B PS voor. Hierbij gaat het vooral om de borderline PS, de antisociale PS en de ontwijkende PS. De invloed van andere PS speelt volgens hen geen substantiële rol in het onderverdelen van alcoholisten in type A en type B alcoholisten. De rol van PS hierin ligt in het feit dat volgens de onderzoekers patiënten met het type alcoholisme B (met dus grotere kans op een PS) een langere tijd van hun leven in behandeling zijn dan patiënten met het type A alcoholisme. Uit de hier besproken onderzoeken kan geconcludeerd worden dat er geen verschil is in negatieve invloed van de verschillende clusters (in dit geval cluster B en C) van PS op de behandeling van alcoholisme. Het lijkt echter wel zo te zijn dat bij patiënten met een cluster B PS (vooral antisociale PS en borderline PS) er vaak sprake is van een hevigere vorm van alcoholisme waarin er meer eenheden alcohol per dag worden gedronken, patiënten jonger waren toen de alcoholproblemen begonnen en een hevigere loop van alcohol-afhankelijkheid hebben. Hierdoor lijkt een onderverdeling in type A en type B alcoholisme relevant, helemaal omdat mensen met het type B alcoholisme door hun hevige problemen een groter gedeelte van hun leven in behandeling zijn voor hun alcoholproblemen. 11
12 Om een beter beeld te hebben van de invloed van PS op de behandeling van alcoholisme zal er gekeken moeten worden naar constructen die bij zowel PS als alcoholisme aanwezig zijn en daarmee wellicht de invloed kunnen verklaren. Onderliggende constructen Dawe et al. (2004) vonden dat een persoonlijkheidskenmerk die consistent wordt gevonden bij alcoholmisbruik impulsiviteit is. Hierbij gaat het vooral om het begin en het eind-stadium van het verslavingsgedrag. Verder is er gevonden dat abnormaliteiten in zowel de anteriore cingulate cortex en de orbitofrontale cortex onderliggende processen zijn bij zowel verslavingsprocessen als cluster B stoornissen (Lubman et al., 2004; Seguin, 2004; Berlin et al., 2005; Dom et al., 2005; Kalivas & Volkow, 2005). Daarnaast is gebleken dat deze hersengebieden een belangrijke rol spelen bij impulsief gedrag (Rolls, 2004). De link tussen impulsiviteit, alcoholisme en cluster B PS werd daarom onderzocht door Dom, de Wilde, van den Brink en Sabbe (2006). Zij stellen dat alcoholisten met een cluster B PS gekarakteriseerd worden door een hoog niveau van impulsiviteit, maar dat dit tot nu toe alleen nog is gemeten als een breed concept zonder dat de verschillende aspecten van alcoholisme in beschouwing werden genomen. Zij vergeleken abstinente alcoholisme patiënten zonder enige PS met abstinente alcoholisme patiënten met een cluster B PS op verschillende aspecten van impulsiviteit. Deze aspecten zijn zelf-geraporteerde impulsiviteit en neuropsychologische indicatoren zoals controle op gedrag en uitstel van beloning. De onderzoekers deden hun onderzoek bij 40 patiënten met alcoholproblemen en 22 patiënten met alcoholproblemen en een cluster B stoornis. De zelf-raportage vragen lijsten waarop deze groepen vergeleken werden zijn: de Barrat impulsiveness scale en sensation-seeking scales. Er werd gebruik gemaakt van drie gedrags impulsiviteitstaken, dit waren de Go/No Go task, de delay discounting task (DDT) en de Stroop kleur woorden test. De tests werden afgenomen na een stabiele abstinentie van ten minste drie weken. Uit de resultaten kwam dat zelf-rapportage metingen voor impulsiviteit hoger waren voor patiënten met een cluster B PS dan zonder een PS. Op de Go/No Go task hadden patiënten met een cluster B PS een groter gebrek aan inhibitory control maar niet in reactietijd vergeleken met patiënten zonder PS. Op de andere twee tests voor impulsiviteit werden geen significante verschillen gevonden. 12
13 De onderzoekers kwamen tot de conclusie dat alcohol-afhankelijke patiënten met of zonder een cluster B PS verschillen in de gedrags inhibitie maar niet als het gaat om activatie of de mogelijkheid om beloningen uit te stellen. Zij maakten een connectie tussen deze resultaten en het impulsieve en (zelf-) destructieve gedrag van alcoholafhankelijke patiënten met een comorbide cluster B PS. Verder stellen zij dat er in de planning vna een behandeling rekening moet worden gehouden met deze problemen in gedrags controle. Naast impulsiviteit kan er gedacht worden aan een ander construct dat bij zowel patiënten van alcoholisme als bij patiënten met een PS verondersteld wordt, namelijk decision-making deficits. Dit construct is een onderdeel van impulsiviteit dat eerder is besproken. De invloed van dit construct werd onderzocht door Dom, de Wilde, Hulstijn, van den Brink en Sabbe (2006). Zij stellen dat problemen bij het maken van keuzes een consistente vondst is bij substantie misbruik stoornis populaties (dus ook alcohol-afhankelijke patiënten). Daarnaast komen die problemen bij meerdere pychiatrische stoornissen voor zoals de antisociale en de borderline PS. Het doel van hun onderzoek was om te kijken of de problemen in het maken van keuzes onderliggend is aan een stoornis van verslaving de cluster B PS of een combinatie van de twee. In deze studie werden 53 niet alcohol-afhankelijke controle proefpersonen vergeleken met drie groepen van abstinente alcohol-afhankelijke proefpersonen op problemen bij het maken van beslissingen aan de hand van de Iowa Gambling Task (IGT). Van deze drie groepen waren 38 proefpersonen zonder enige PS, 19 proefpersonen met een cluster A of C PS en 23 alcohol-afhankelijke proefpersonen met een cluster B PS. Alle drie de groepen van alcohol-afhankelijke proefpersonen presteerden slechter dan de niet alcohol-afhankelijke controles. Tussen de verschillende groepen hadden proefpersonen met een cluster A of C PS de hoogste score op de IGT, daarna volgden de proefpersonen zonder een PS en er waren de meeste problemen bij proefpersonen met een cluster B PS. De conlcusies die de onderzoekers trokken uit deze resultaten zijn dat problemen in het maken van beslissingen waarschijnlijk een onderliggend construct is voor zowel alcoholafhankelijkheid als de cluster B PS. Verder stellen de onderzoekers dat deze problemen bij het maken van keuzes vooral te zien is aan de ongepaste en vaak illegale gedragingen die vaak gezien worden bij alcohol-afhankelijke patiënten met een cluster B PS. 13
14 Het blijkt dat er alleen gebrek is aan gedragscontrole (als onderdeel van het construct impulsiviteit) bij patiënten met alcoholproblemen en een cluster B stoornis. Bij het construct van het maken van beslissingen kan worden geconcludeerd dat dit een onderliggend construct is bij zowel alcoholisme als cluster B PS, aangezien deze patiënten op de tests voor dit construct lager scoren dan patiënten met een cluster A of C stoornis of zonder PS. Discussie Aan de hand van de hier besproken onderzoeken kan er geen eenduidig antwoord worden gegeven op de vraag of er een negatieve invloed is van het hebben van een PS op de behandeling van alcoholisme. De invloed van het hebben van een PS heeft een verschillend effect op verschillende vormen van behandeling van alcoholisme. Zo beïnvloedt het bij BCT de behandelingsvorm, namelijk toevoeging van huiswerkopdrachten ter bevordering van sociale interactie. Bij pharamacotherapie is er geen invloed van het hebben van een PS op de respons op medicatie. Bij een persoonlijkheidsgerichte behandeling profiteren patiënten met een PS meer van die behandeling dan van een controle behandeling. Bij behavioristische behandelvormen hebben comorbide PS een middelmatige invloed op de uitkomst van de behandeling, terwijl alcohol-afhankelijke patiënten die een terugval hebben wel vaker ook een PS hebben. Uit follow-up van dezelfde behavioristische behandelingen blijkt dat patiënten met een ernstige PS minder profijt hebben van een dergelijke behandeling. Over het algemeen valt te zeggen dat het hebben van een PS niet de uitkomsten in het drankgebruik na de behandeling beïnvloedt (in de meeste studies werd een matige invloed op drankgebruik uitkomsten gevonden). Echter het hebben van een PS is vooral belangrijk voor vroegtijdige uitval uit behandeling en een hogere mate van terugval na de behandeling bij comorbiditeit met een PS. Hierbij gaat het vooral om cluster B PS, in het bijzonder is er veel comorbiditeit met de antisociale PS en met de borderline PS. Bij cluster B persoonlijkheidsproblematiek is er ook vaak sprake van een ernstig verloop van het alcolmisbruik, een jongere leeftijd van het begin van de alcohol gerelateerde problemen en een langere loop van de alcohol problemen. Deze vorm van problematiek kan worden ondergebracht in het type B alcoholisme. Als onderliggende constructen kunnen als het gaat om cluster B PS gedragscontrole van het construct impulsiviteit en problemen bij het maken van 14
15 beslissingen worden genomen. Er zou dus gesteld kunnen worden dat er wel degelijk een negatieve invloed is van het hebben van een cluster B PS op de behandeling van alcoholisme, maar dat het dan met name gaat om uitval gedurende de behandeling en terugval na de behandeling. Om een goede planning voor de strategie van een behandeling te maken zou er daarom altijd voor de behandeling moeten worden gemeten of er sprake is van een cluster B persoonlijkheidsstoornis om vervolgens daar bij een eventueel follow-up programma rekening mee te houden. Aangezien het vooral gaat om de terugval zal kunnen worden voorgesteld om patienten met een cluster B PS frequenter en nauwkeuriger te volgen na afronding van de behandeling. Ook zou gekeken kunnen worden naar de mogelijkheid om ook tijdens de behandeling bij patiënten met een PS vaker controles te houden aangezien ook de uitval zeer hoog is. Mogelijkheden voor een intensievere vorm van behandeling voor alcoholisme zouden dus moeten worden onderzocht. Daarnaast zou het relevant kunnen zijn om bij alcohol-afhankelijke patiënten tests af te nemen voor de mate van impulsiviteit (vooral het kunnen inhouden van gedrag) en het kunnen maken van beslissingen omdat deze constructen bij beide aandoeningen aanwezig zijn. Verder zou het interessant kunnen zijn om op zoek te gaan naar meer constructen die de invloed van het hebben van een PS op de behandeling van alcoholisme zouden kunnen verklaren. Uit dit literatuuroverzicht valt op te maken dat persoonlijkheidsgerichte behandeling potentie heeft maar niet alle vormen van behandeling zijn hier besproken. Wellicht zijn er andere en/of nieuwere vormen van therapie waarbij de invloed van het hebben van een cluster B PS minder negatief is dan bij de hier besproken onderzoeken. 15
16 Literatuurlijst Echeburua, E., de Medina, R.B., & Aizpiri, J. (2005). Alcoholism and personality disorders: An exploratory study. Alcohol & Alcoholism, 40, Echeburua, E., de Medina, R.B., & Aizpiri, J. (2007). Comorbidity of alcohol dependence and personality disorders: A comparative study. Alcohol & Alcoholism, 42, Wagner, T., Krampe, H., Stawicki, S., Reinhold, J., Jahn, H., Mahlke, K., Barth, U., Sieg, S., Maul, O., Galwas, C., Aust, C., Kröner-Herwig, B., Brunner, E., Poser, W., Henn, F., Rüther, E., & Ehrenreich, H. (2004). Substantial decrease of psychiatric comorbidity in chronic alcoholics upon integrated outpatient treatment results of a prospective study. Journal of Psychiatric Research, 38, Martinez-Raga, J., Marshall, E.J., Keaney, F., Ball, D., & Strang, J. (2002). Unplanned versus planned discharge from in-patient alcohol detoxification: Retrospective analysis of 470 first-episode admissions. Alcohol & Alcoholism, 37, Verheul, R., van den Brink, W., & Hartgers, C. (1998). Personality disorders predict relapse in alcoholic patients. Addictive Behaviors, 23, Vedel, E., & Emmelkamp, P.M.G. (2004). Behavioral couple therapy in the treatment of a female alcohol-dependent patient with comorbid depression, anxiety and personality disorders. Clinical Case Studies, 3, Ralevski, E. Ball, S., Nich, C., Limoncelli, D., & Petrakis, I. (2007). The impact of personality disorders on alcohol-use outcomes in a pharmacotherapy trial for alcohol dependence and comorbid axis I disorders. The American Journal on Addictions, 16, Nielsen, P., Røjskjær, S., & Hesse, M. (2007). Personality-guided treatment for alcohol dependence: A quasi randomized experiment. The American Journal on Addictions, 16,
17 Wölwer, W., Burtscheidt, W., Redner, C., Schwarz, R., & Gaebel, W. (2001). Outpatient behaviour therapy in alcoholism: impact of personality disorders and cognitive impairments. Acta Psychiatr Scand, 103, Burtscheidt, W., Wölwer, W., Schwarz, R., Strauss, W., & Gaebel, W. (2002). Outpatient behaviour therapy in alcoholism: treatment outcome after 2 years. Acta Psychiatr Scand, 106, Nordholm, D., & Nielsen, B. (2007). Personality disorders among Danish alcoholics attending outpatient treatment. European Addiction Research, 13, Bottlender, M., Preuss, U.W., & Soyka, M. (2006). Association of personality disorders with type A and type B alcoholics. European Archive of Psychiatry and Clinical Neuroscience, 256, Dom, G., de Wilde, B., Hulstijn, W., van den Brink, W., & Sabbe, B. (2006). Behavioural aspects of impulsivity in alcoholics with and without a cluster-b personality disorder. Alcohol & Alcoholism, 41, Dom, G., de Wilde, B., Hulstijn, W., van den Brink, W., & Sabbe, B. (2006). Decision-making deficits in alcohol-dependent patients with and without comorbid personality disorder. Alcoholism: Clinical and Experimental Research, 30,
Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid
Onderzoek naar werkzaamheid schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis en alcoholafhankelijkheid presentatie ESPRi Symposium 26-11-2015 Michiel Boog, klinisch psycholoog, psychotherapeut Titel:
Nadere informatieStudie type Populatie Patiënten kenmerken Interventie Controle Dataverzameling
Evidence tabel bij ADHD in kinderen en adolescenten (studies naar adolescenten met ADHD en ) Auteurs, Gray et al., 2011 Thurstone et al., 2010 Mate van bewijs A2 A2 Studie type Populatie Patiënten kenmerken
Nadere informatiehoofdstuk 3 Hoofdstuk 4 Hoofdstuk 5
SAMENVATTING 117 Pas kortgeleden is aangetoond dat ADHD niet uitdooft, maar ook bij ouderen voorkomt en nadelige gevolgen kan hebben voor de patiënt en zijn omgeving. Er is echter weinig bekend over de
Nadere informatieHoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het
Samenvatting Hoofdstuk 1 is de algemene inleiding van dit proefschrift. Samenvattend, depressie is een veelvoorkomende stoornis met een grote impact op zowel het individu als op populatieniveau. Effectieve
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nicotine en alcohol kunnen de placenta passeren en zo het risico op nadelige uitkomsten voor het ongeboren kind verhogen. Stoppen met roken en alcoholgebruik tijdens de zwangerschap lijkt vanzelfsprekend,
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Addendum A 173 Nederlandse samenvatting Het doel van het onderzoek beschreven in dit proefschrift was om de rol van twee belangrijke risicofactoren voor psychotische stoornissen te onderzoeken in de Ultra
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen en Angst. Ellen Willemsen
Persoonlijkheidsstoornissen en Angst Ellen Willemsen Overzicht Relevantie Persoonlijkheidsstoornissen Comorbiditeit in getallen PG cijfers comorbiditeit Relatie tussen angststoornissen en PS Aanbevelingen
Nadere informatieNederlandse samenvatting. 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en
Nederlandse samenvatting 1. Wat zijn trauma-gerelateerde stoornissen, dissociatieve stoornissen en persoonlijkheidsstoornissen? Van de trauma- en stressorgerelateerde (kortweg trauma-gerelateerde) stoornissen
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen
Persoonlijkheidsstoornissen PAUL VAN DER HEIJDEN MIRIAM VAN VESSEM Inhoud 1. Wat is een persoonlijkheidsstoornis? 2. Hoe vaak komt het voor? 3. Hoe stellen we een persoonlijkheidsstoornis vast? 4. Wat
Nadere informatieDe intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis
De intramurale behandeling van forensische patienten met een persoonlijkheidsstoornis Een empirische studie Treatment outcome in personality disordered forensic patients An empirical study ( with a summary
Nadere informatieTemperamentsprofielen bij verslaving
17 februari 2017 Temperamentsprofielen bij verslaving Dr Els Santens Psychiater Team Verslavingszorg Inhoud Kader doctoraatsonderzoek Verslaving Gray s Reinforcement Sensitivity Theory (RST) Temperamentsprofielen
Nadere informatieNeurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu
Neurocognitive Processes and the Prediction of Addictive Behaviors in Late Adolescence O. Korucuoğlu Nederlandse Samenvatting De adolescentie is levensfase waarin de neiging om nieuwe ervaringen op te
Nadere informatieWhen Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L.
When Things are Getting out of Hand. Prevalence, Assessment, and Treatment of Substance Use Disorder(s) and Violent Behavior F.L. Kraanen Samenvatting Criminaliteit is een belangrijk probleem en zorgt
Nadere informatieNederlandse samenvatting (Dutch summary)
Nederlandse samenvatting (Dutch summary) 125 Angststoornissen zijn veel voorkomende psychiatrische aandoeningen (ongeveer 1 op de 5 Nederlanders heeft, op enig moment in het leven een angststoornis). Onder
Nadere informatie) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis
) amarum ( Voorspellers voor uitval uit een eendaagse CGT behandeling voor eetbuistoornis Maartje Vroling Femke Wiersma Mirjam Lammers Eric Noorthoorn CGT is eerste keuze behandeling 70% reductie in eetbuien
Nadere informatieVerslaving en comorbiditeit
Verslaving en comorbiditeit Wat is de evidentie? Dr. E. Vedel, Jellinek, Arkin 18 november 2014 Comobiditeitis hot 1 Jellinek onderzoek comorbiditeit Verslaving & persoonlijkheid, 1997 Verslaving & ADHD,
Nadere informatieMIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein
MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein 28 november 2014 Middelengerelateerde problematiek 1. Algemeen A. Middelengebruik in België B. Gevolgen:
Nadere informatie- 172 - Prevention of cognitive decline
Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting Titel: Cognitieve Kwetsbaarheid voor Depressie: Genetische en Omgevingsinvloeden Het onderwerp van dit proefschrift is cognitieve kwetsbaarheid voor depressie en de wisselwerking
Nadere informatieComorbiditeitspatronen bij OCD. Resultaten van de NOCDA studie
Comorbiditeitspatronen bij OCD Resultaten van de NOCDA studie Patricia van Oppen, Harold J. van Megen, Neeltje M. Batelaan, Danielle C. Cath, Nic J.A. van der Wee, Brenda W. Penninx Marcel A. van den Hout,
Nadere informatieEffectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving
Effectiviteit van baclofen bij alcoholverslaving MSc Esther Beraha Dr. Elske Salemink Dr. Anneke Goudriaan Dr. Bram Bakker Prof. Dr. Wim van den Brink Prof. Dr. Reinout Wiers Academisch Medisch Centrum
Nadere informatieSUMMARY IN DUTCH. Summary in Dutch
SUMMARY IN DUTCH Summary in Dutch Summary in Dutch Introductie Dit proefschrift richt zich met name op het voorspellen van de behandeluitkomst bij kinderen met angststoornissen. Een selectie aan variabelen
Nadere informatieMathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans
Mathilde Descheemaeker Adriaan Spruyt Dirk Hermans Experimentele psychopathologie Op zoek naar de psychologische processen die een rol spelen bij het ontstaan, in stand houden en terugval van psychopathologie
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meer uitzicht door nieuwe inzichten. Prof. Dr. Bas van Alphen
Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meer uitzicht door nieuwe inzichten Prof. Dr. Bas van Alphen Topklinisch centrum voor ouderen met persoonlijkheidsstoornissen in Heerlen-Maastricht Patiëntenzorg,
Nadere informatiePK Broeders Alexianen Tienen
PROGRAMMA 09u30 Ontvangst Koffie 10u00 Verwelkoming en inleiding Ivo Vanschooland Dr. H. Peuskens Getuigenis Pauze Getuigenis Herman Hacour 12u00 Aperitief en lunch 14u00 Werkgroepen begeleid door: Hacour
Nadere informatieScreening en behandeling van psychische problemen via internet. Viola Spek Universiteit van Tilburg
Screening en behandeling van psychische problemen via internet Viola Spek Universiteit van Tilburg Screening en behandeling van psychische problemen via internet Online screening Online behandeling - Effectiviteit
Nadere informatieBorderline, waar ligt de grens?
Borderline, waar ligt de grens? Themadag georganiseerd door Friese werkgroep Labyrinth-In Perspectief 23 november 2002 Programma 10.00 10.15 10.20 11.00 11.15 11.45 12.15 13.00 14.00 15.00 Ontvangst met
Nadere informatieSamenvatting (summary in Dutch)
Samenvatting (summary in Dutch) 149 Samenvatting (summary in Dutch) Één van de meest voorkomende en slopende ziektes is depressie. De impact op het dagelijks functioneren en op de samenleving is enorm,
Nadere informatiewaardoor een beroerte kan worden gezien als een chronische aandoening.
amenvatting Elk jaar krijgen in Nederland zo n 45.000 mensen een beroerte, ook wel CVA (Cerebro Vasculair Accident) genoemd. Ongeveer 60% van hen keert na opname in het ziekenhuis of revalidatiecentrum
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/43602 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Fenema, E.M. van Title: Treatment quality in times of ROM Issue Date: 2016-09-15
Nadere informatiePrevalentie en behandeling van ADHD bij patiënten met een verslaving
Prevalentie en behandeling van ADHD bij patiënten met een verslaving Katelijne van Emmerik van Oortmerssen Ellen Vedel Wim van den Brink Robert A. Schoevers overzicht Achtergrond IASP prevalentie studie
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Cannabisgebruik en stoornissen in het gebruik van cannabis in de adolescentie en jongvolwassenheid. Cannabis is wereldwijd een veel gebruikte drug. Het gebruik van cannabis is echter niet zonder consequenties:
Nadere informatieOnderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie
Nederlandse samenvatting NEDERLANDSE SAMENVATTING Onderzoek naar fysiologische stress (re)activiteit als een endofenotype voor middelengebruik in de adolescentie Stoornissen in het gebruik van middelen
Nadere informatieVroegsignalering en interventie bij Cluster C. Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018
Vroegsignalering en interventie bij Cluster C Kennismiddag Cluster C 25 januari 2018 Cluster C bij Jeugd Geen interventiestudies Geen specifieke studies naar Cluster C bij Jeugd Geen hits bij literatuursearch
Nadere informatieAandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen
SAMENVATTING Aandachtsklachten en aandachtsstoornissen worden geobserveerd in verschillende volwassen klinische populaties, waaronder ook de Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (ADHD). Ook al wordt
Nadere informatierecidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst
Nederlandse samenvatting Patiënten met een obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben last van recidiverende en aanhoudende dwanggedachten (obsessies) die duidelijke angst veroorzaken. Om deze angst
Nadere informatieJ.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl
J.J. Schijf, GZ psycholoog Brijder Verslavingszorg jaap. schijf@brijder.nl Waar gaan we het over hebben? Samen gaan Mechanismen misbruik Consequenties voor bejegening Schadelijke Gevolgen Middelen Kalant,
Nadere informatieSaMenvatting (SUMMARy IN DUTCH)
Samenvatting (summary in Dutch) Samenvatting In hoofdstuk 1 wordt de algemene introductie van dit proefschrift beschreven. De nadruk in dit proefschrift lag op patiënten met hoofd-halskanker (HHK) en
Nadere informatieFarmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid. Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier
Farmacotherapeutische behandelmogelijkheden bij alcoholafhankelijkheid Dr. De Mulder Psychiater-PsychotherapeutePAAZ H.-Hartziekenhuis Lier Alcohol: Epidemiologische gegevens WHO: Europa, regio hoogste
Nadere informatieCHAPTER 7. Samenvatting
CHAPTER 7 Samenvatting Samenvatting (Summary in Dutch) De interacties die depressieve patiënten hebben met anderen, in het algemeen, en de interacties van depressieve patiënten met hun partner, in het
Nadere informatieEllen Vedel Maarten Merkx
Ellen Vedel Maarten Merkx Jellinek, Arkin ZZP VGCt, 12 april 2013 A) Onthouding, terugval en craving B) Tolerantie, onthouding en controleverlies C) Euforisch effect, craving en controleverlies D) Euforisch
Nadere informatieAbstinent worden, abstinent blijven en de determinanten van een terugval in harddruggebruik.
Abstinent worden, abstinent blijven en de determinanten van een terugval in harddruggebruik. Samenvatting van de resultaten uit het subcohort abstinenten die deelnemen aan de Amsterdamse Cohort Studie
Nadere informatiesamenvatting Opzet van het onderzoek
167 Angst en depressie komen vaak voor bij kinderen. Angst en depressie beïnvloeden niet alleen het huidige welbevinden van kinderen, maar kunnen ook een negatieve invloed hebben op hun verdere leven.
Nadere informatieGedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran
Gedragsmatige activatie en antidepressiva voor (ernstige) depressie: een behandelstudie uit Iran Marcus Huibers, Latif Moradveisi, Fritz Renner, Modabber Arasteh & Arnoud Arntz Department of Clinical Psychological
Nadere informatiePatricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn
Patricia van Oppen De impact van depressie op de behandeling van de Obsessieve compulieve Stoornis op lange termijn 9 november 2012 VU Medisch Centrum/GGZinGeest/Amsterdam Patricia van Oppen 1 Presentatie
Nadere informatieDiagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie
Diagnostische instabiliteit van terugval bij angststoornissen en depressie Willemijn Scholten NEDKAD 2015 Stelling In de DSM 6 zullen angst en depressie één stoornis zijn Achtergrond Waxing and waning
Nadere informatieDe Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij. Verslaafde Patiënten met PTSS
Persoonskenmerken en ervaren lijden bij verslaving en PTSS 1 De Relatie Tussen Persoonskenmerken en Ervaren Lijden bij Verslaafde Patiënten met PTSS The Relationship between Personality Traits and Suffering
Nadere informatieGeneral Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis
General Personality Disorder. A study into the Core Components of Personality Pathology J.G. Berghuis SAMENVATTING General Personality Disorder H. Berghuis Hoofdstuk 1 is de inleiding van dit proefschrift.
Nadere informatieAntisociaal gedrag en problematisch middelengebruik. KFZ call
Antisociaal gedrag en problematisch middelengebruik KFZ call 2015-9 Projectgroep Auteurs: Fleur Kraanen, Joan van Horn*, Jan van Amsterdam, Roos Dekker, Juliette Hutten en Lieke Nentjes. Klinische Psychologie,
Nadere informatieNeDerLANDse samenvatting
CHAPTER 10 259 NEDERLANDSE SAMENVATTING Benzodiazepines zijn psychotrope middelen met anxiolytische, sederende, spierverslappende en hypnotische effecten. In de praktijk worden zij voornamelijk ingezet
Nadere informatieGENDER, COMORBIDITY & AUTISM Inleiding INHOUD Opzet en Bevindingen per onderzoek Algemene Discussie Aanbevelingen Patricia J.M. van Wijngaarden-Cremers Classifications & Gender Patient cohort 2004 Clusters
Nadere informatieSCID-5-P. Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen
SCID-5-P Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Persoonlijkheidsstoornissen Michael B. First, Janet B.W. Williams, Lorna Smith Benjamin, Robert L. Spitzer Nederlandse vertaling Arnoud Arntz, Jan
Nadere informatiePsychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct
Psychologische behandeling voor SOLK-patiënten door de POH-GGZ: resultaten van een rct Kate Sitnikova 8 november 2018 Amsterdam UMC Locatie VUmc Afdeling Huisartsgeneeskunde & Ouderengeneeskunde Sheet
Nadere informatie15-10-2015. Let s get together BSI-NISPA. Search: RDoC Matrix. Problemen met onze diagnoses/behandelingen. NIMH Strategisch Plan: RDoc
15-10-2015 Problemen met onze diagnoses/behandelingen Let s get together BSI-NISPA DSM 5 kent meer dan 400 psychische stoornissen Valide diagnoses? Eni S. Becker 2 NIMH Strategisch Plan: RDoc Research
Nadere informatieVerslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen. Hein Sigling, specialismeleider Verslaving.
Verslaving en de Geïntegreerde RichtlijnBehandeling persoonlijkheidsstoornissen Hein Sigling, specialismeleider Verslaving. Hein Sigling juni 2008 Wat staat er over verslaving in de GRB? Middelenmisbruik
Nadere informatieDubbele diagnosemonitor
Dubbele diagnosemonitor Ervaringen met vijf jaar doelgroepenmonitoring Dr. Gerdien de Weert-van Oene Projectleider DD monitor g.weert@iriszorg.nl www.nispa.nl Schema *: DD-monitor De DD monitor naar meetinstrumenten
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten. Prof. Dr. Bas van Alphen
Persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen: Meten en weten Prof. Dr. Bas van Alphen Inhoud Temporele stabiliteit Leeftijdsneutraliteit DSM-5 Behandelperspectief Klinische implicaties Casuïstiek Uitgangspunten!
Nadere informatieNederlandse Samenvatting
Nederlandse Samenvatting De nadelige gezondheidsrisico s/gevolgen van roken en van depressie en angststoornissen zijn goed gedocumenteerd, en deze aandoeningen doen zich vaak tegelijkertijd voor. Het doel
Nadere informatieGeven en ontvangen van steun in de context van een chronische ziekte.
Een chronische en progressieve aandoening zoals multiple sclerose (MS) heeft vaak grote consequenties voor het leven van patiënten en hun intieme partners. Naast het omgaan met de fysieke beperkingen van
Nadere informatieAlcohol misbruik Consequenties voor IC. Roger van Groenendael
Alcohol misbruik Consequenties voor IC Roger van Groenendael à Meerdere MC/IC patiënten met alcohol abusus in VG à Belang voor IC opname? Omvang Meest gebruikte en misbruikte drug wereldwijd NL getallen:
Nadere informatieInvloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen. bij Voormalige Borstkankerpatiënten
Invloed van Coping en Ziektepercepties op Depressie- en Angstsymptomen bij Voormalige Borstkankerpatiënten Influence of Coping and Illness Perceptions on Depression and Anxiety Symptoms among Former Breast
Nadere informatieBipolair en middelenmisbruik: De ervaringen met een nieuwe groepstherapie
Bipolair en middelenmisbruik: De ervaringen met een nieuwe groepstherapie Een Nederlandse versie van Integrated Group Therapy for Bipolar Disorder and Substance Abuse binnen GGz Breburg A. Brouwer RN MANP
Nadere informatiePrOP Tussen Je Oren. gebaseerd op het PrOP-model. the PrOP-model. Mariëtte J.C.P. van der Stappen
Effectiviteit kortdurende behandeling PrOP model 1 PrOP Tussen Je Oren Effectiviteit van een Kortdurende Psychologische Behandeling bij Kinderen en Jongeren gebaseerd op het PrOP-model Effectiveness of
Nadere informatieSamenvatting (Dutch summary)
De SMOKE studie Achtergrond Chronisch obstructief longlijden, ook wel Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD) genoemd, word gezien als een wereldwijd gezondheidsprobleem. Ten gevolge van onder andere
Nadere informatieValidatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners
Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric
Nadere informatieDisclosure belangen Dyllis van Dijk
Disclosure belangen Dyllis van Dijk (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld Honorarium of andere (financiële)
Nadere informatieCover Page. The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20183 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Rooden, Stephanie Maria van Title: Clinical patterns in Parkinson s disease Date:
Nadere informatiefrom Clinical Experience to an Evidence Based Guideline Frieda Matthys, MD PhD 20 november 2014
ADHD and SUD from Clinical Experience to an Evidence Based Guideline Frieda Matthys, MD PhD 20 november 2014 Overzicht Waarom een richtlijn Het proces, het netwerk en de experten Onderzoeksopzet Risico
Nadere informatieVoorspellers van terugval bij angststoornissen. Najaarsconferentie Vgct 8 november 2012 Willemijn Scholten
Voorspellers van terugval bij angststoornissen Najaarsconferentie Vgct 8 november 2012 Willemijn Scholten Achtergrond Angststoornissen zijn goed te behandelen Beloop op lange termijn chronisch of episodisch
Nadere informatieCognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma
Cognitieve gedragstherapie en EMDR bij problematisch ernstig astma Dr. Marieke Verkleij, GZ-psycholoog/postdoc onderzoeker VGCT najaarscongres 9-11-2018 Disclosure Interest Geen belangenverstrengeling
Nadere informatieBeter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen?
Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen? Beter geïntegreerd! Wat zeggen de richtlijnen? Richtlijnen Casus IDDT Richtlijnen, wat zeggen ze niet! Richtlijnen Dubbele Diagnose, Dubbele hulp (2003) British
Nadere informatieNederlandse samenvatting
Nederlandse samenvatting 119 120 Samenvatting 121 Inleiding Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij de ziekte sarcoïdose en is geassocieerd met een verminderde kwaliteit van leven. In de literatuur
Nadere informatiePERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN BIJ ADOLESCENTEN
amenvatting Dit proefschrift gaat over het diagnosticeren van persoonlijkheidsstoornissen (P) in adolescenten, de ziektelast die adolescenten en volwassenen met een (borderline) persoonlijkheidsstoornis
Nadere informatieDe Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit. The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility.
RELATIE ANGST EN PSYCHOLOGISCHE INFLEXIBILITEIT 1 De Relatie tussen Angst en Psychologische Inflexibiliteit The Relationship between Anxiety and Psychological Inflexibility Jos Kooy Eerste begeleider Tweede
Nadere informatieB-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren
SAMENVATTING Samenvatting B-vitaminen ter preventie van fracturen en de vermindering van het fysiek functioneren Door de stijgende levensverwachting zal het aantal osteoporotische fracturen toenemen. Osteoporotische
Nadere informatieInformatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud
Informatie voor Familieleden omtrent Psychose InFoP 2 Inhoud Introductie Module I: Wat is een psychose? Module II: Psychose begrijpen? Module III: Behandeling van psychose de rol van medicatie? Module
Nadere informatierapporteerden. Er werden geen verschillen gevonden in schoolprestaties, spijbelgedrag en middelengebruik tussen de verschillende groepen.
Samenvatting Samenvatting Depressie en angst zijn de meest voorkomende psychische stoornissen in de adolescentie met een enorme impact op het individu. Veel adolescenten rapporteren depressieve en angst
Nadere informatieHoofdstuk 1 Hoofdstuk 2
179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit
Nadere informatieSamenvatting SAMENVATTING Hoofdstuk 1 is de algemene introductie over de inhoud van dit proefschrift. Depressie en angststoornissen zijn de meest voorkomende psychische stoornissen en brengen een grote
Nadere informatieBent u gemotiveerd? L.E.J. Gerretsen Studentnummer: Eerste begeleider: prof. dr. L. Lechner Tweede begeleider: Dr. A.
Bent u gemotiveerd? Een Experimenteel Onderzoek naar de Invloed van een op het Transtheoretisch Model Gebaseerde Interventie op de Compliance bij de Fysiotherapeutische Behandeling van Psychiatrische Patiënten
Nadere informatieCOMPULSIEF KOOPGEDRAG
COMPULSIEF KOOPGEDRAG GUIDO VALKENEERS Valkeneers, G. (in press). Compulsief koopgedrag. Een verkennend onderzoek met een nieuwe vragenlijst. Verslaving. *** 1 VERSLAVING AAN KOPEN Historiek en terminologie
Nadere informatieFarmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie. Critically Appraised Topic
Farmacotherapie in de acute fase van alcoholdetoxificatie Critically Appraised Topic Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Sponsoring
Nadere informatieChapter 9. Nederlandse samenvatting (Dutch summary)
Chapter 9 Nederlandse samenvatting (Dutch summary) Samenvatting Samenvatting Depressie en angst klachten bij Nederlandse patiënten met een chronische nierziekte Het onderwerp van dit proefschrift is depressieve
Nadere informatieIndividuele verschillen in. persoonlijkheidskenmerken. Een genetisch perspectief
N Individuele verschillen in borderline persoonlijkheidskenmerken Een genetisch perspectief 185 ps marijn distel.indd 185 05/08/09 11:14:26 186 In de gedragsgenetica is relatief weinig onderzoek gedaan
Nadere informatiePersoonlijkheidsstoornissen in DSM-5. M.A. Louter
Persoonlijkheidsstoornissen in DSM-5 M.A. Louter 6-9-2016 2 Casusbespreking Ivo Croon, 32 jaar Doorverwezen voor psychisch onderzoek door werkgever Leek bij sollicitatie gekwalificeerd (2 diploma s) Echter:
Nadere informatieAngst & Verslaving. Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater
Angst & Verslaving Angst en verslaving 10 oktober 2014 Bouwe Pieterse, psychiater Inhoudsopgave Achtergrond Etiologie Epidemiologie Diagnostiek Behandeling Kushner ea Multidisciplinaire Richtlijn alcohol
Nadere informatieZwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1. Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c
Zwakbegaafdheid in de GGZ. Een explorerend onderzoek 1 Jannelien Wieland a,b & Frans Zitman c a Poli +, psychiatrie + verstandelijke beperking, Ir. Driessenstraat 94-G, 2312 KZ, Leiden b Cordaan, Postbus
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieImmuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten. Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG
Immuun Activatie in Relatie tot Manische Symptomen in Depressieve Patiënten Karlijn Becking MD-PhD student, UMCG Introductie Disbalans Pro-inflammatoire staat Destabilisatie Gevoeligheid voor stress Monocyt
Nadere informatieCover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.
Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/40073 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Schat, A. Title: Clinical epidemiology of commonly occurring anxiety disorders
Nadere informatieKinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic Play Group Therapy for Children. with Internalizing Problems.
Spelgroepbehandeling voor kinderen met internaliserende problemen De Effectiviteit van een Psychodynamische Spelgroepbehandeling bij Kinderen met Internaliserende Problemen. The Effectiveness of Psychodynamic
Nadere informatiePillen? Praten? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie
Pillen?? Trainen! Over de aanvullende rol die cognitieve trainingen kunnen spelen in de psychotherapie Reinout Wiers Hoogleraar ontwikkelingspsychopathologie UvA r.wiers@uva.nl Huidige praktijk: Pillen
Nadere informatieWat doen zelfhulp en vroeghulp aan verslaving?
Wat doen zelfhulp en vroeghulp aan verslaving? Dag van de verslaving 12 oktober 2007 Gerard M. Schippers Academisch Medisch Centrum Universiteit van Amsterdam Tijdschrift sinds 2005 Bohn Stafleu Van Loghum
Nadere informatieDe ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD
De ontwikkeling van depressie bij kinderen en adolescenten met ADHD Samenvatting 10 tot 40% van de kinderen en adolescenten met ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) ontwikkelen symptomen van
Nadere informatieDe psychopathologische gevolgen van pijnklachten. Eric de Heer
De psychopathologische gevolgen van pijnklachten Eric de Heer Psycholoog i.o. tot GZ-psycholoog Senior onderzoeker VIP (Vroege Interventie Psychose) Tilburg GGz Breburg Pijn! pijn is een stressvolle ervaring
Nadere informatieNEDERLANDSE SAMENVATTING. Dutch Summary
NEDERLANDSE SAMENVATTING Dutch Summary Nederlandse Samenvatting WAAROM DIT ONDERZOEK? Type 2 diabetes is een vorm van suikerziekte die meestal geleidelijk ontstaat vanaf het 45 e levensjaar, sluimerend
Nadere informatieSamenvatting, conclusies en discussie
Hoofdstuk 6 Samenvatting, conclusies en discussie Inleiding Het doel van het onderzoek is vast te stellen hoe de kinderen (10 14 jaar) met coeliakie functioneren in het dagelijks leven en wat hun kwaliteit
Nadere informatieCognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial
Cognitive behavioral therapy for treatment of anxiety and depressive symptoms in pregnancy: a randomized controlled trial dr. T. Verbeek arts-epidemioloog Afd. Huisartsgeneeskunde en Epidemiologie 22 januari
Nadere informatie