PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek"

Transcriptie

1 PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek Pedagogisch werk, niv. 3/4 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/jongere 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang In het kinderdagverblijf of op de peuterspeelzaal is het belangrijk dat je heel bewust naar kinderen kijkt. Je kijkt bijvoorbeeld of de kinderen zich prettig voelen, je kijkt wat voor spelletjes ze spelen en je kijkt hoe ze zich ontwikkelen op sociaal/emotioneel, op cognitief en op motorisch gebied. Door een kind goed te volgen kun je merken als het op een van deze terreinen een achterstand op loopt, zodat je tijdig activiteiten kunt aanbieden om een kind op dit ontwikkelingsgebied extra te begeleiden. Mocht je signaleren dat de achterstand erg groot is, dan moet je dit met collega s bespreken en eventueel een leidinggevende inschakelen. Prestatie: 1. Scoor een voldoende voor de toets Ontwikkelingspsychologie Maak een Groeiboek van een van de kinderen op je praktijkinstelling. 3. (Na toestemming praktijkbegeleider): Presenteer het Groeiboek aan de ouders van het kind. 4. Drie observatieverslagen, van hoofdstukken naar keuze, waarvan: - Eén beschrijvende observatie - Eén observaties door middel van een andere methode naar keuze - Eén observatie doormiddel van de methode die bij jou in de instelling gebruikt wordt. 5. Gespreksverslag volgens de richtlijnen van bijlage 2. Voor dit project is het de bedoeling dat je een kind zeven weken volgt. Dit doe je door middel van observaties, door foto s te maken van het kind en door alle tekeningen en/of knutselwerk dat het kind gemaakt heeft te bewaren. Alle observaties, foto s en tekeningen verzamel je in een boek, het zogenoemde Groeiboek. In overleg met je praktijkbegeleidster kies je een kind uit. Je overlegt met je praktijkbegeleider of je de ouders op de hoogte brengt, en zo ja, op welke manier je dat doet. Na overleg met je praktijkbegeleider vraag je toestemming aan de ouders van dit kind om het kind gedurende langere tijd te mogen volgen en alle bevindingen vast te leggen in het Groeiboek. Na afloop van de observatieperiode presenteer je het boek aan de ouders. 1

2 Doelen zijn: - het observeren van een kind gedurende langere tijd. - het wekelijks rapporteren over de ontwikkeling van een kind. - weten welke 'problemen' zich kunnen voordoen in de ontwikkeling van een kind. - weten hoe je een kind bij deze problemen het best kunt begeleiden. - activiteiten programmeren die aansluiten bij de ontwikkelingsfase v.h. kind. - een aantrekkelijk en informatief Groeiboek maken. - planmatig werken. Feedback: Je krijgt feedback van je coach op de toets en het Groeiboek. Je krijgt feedback van je praktijkbegeleider op het Groeiboek en op de wijze waarop je het gesprek met de ouder(s) hebt gevoerd. Belangrijk: - Overleg met je praktijkbegeleider welk kind in aanmerking komt om een tijd te volgen. Doe dit altijd eerst. Ga nooit op eigen houtje met deze opdracht beginnen. - Overleg met je praktijkbegeleid(st)er of, en zo ja, op welke manier je de ouders er bij betrekt. - Na overleg: Schrijf een brief voor de ouder(s) van het kind waar kort maar duidelijk op staat wat de bedoeling is van deze opdracht. In deze brief vraag je toestemming van de ouder(s) om gedurende een paar weken foto s van het kind te mogen maken en tekeningen te verzamelen. - Laat de brief goedkeuren door je praktijkbegeleider. - Leg contact met de ouders van het kind en leg in het kort uit wat de bedoeling is. Je geeft de brief die je geschreven hebt aan de ouders, vraagt of ze deze brief zorgvuldig willen lezen, ondertekenen en weer aan je teruggeven. Vertel dat je graag een gesprekje met ze wil aangaan om het één en ander toe te lichten. - Start met de opdracht en voer deze gedurende het project uit. - Plan op tijd een gesprek met de ouders, om het Groeiboek aan hen te laten zien. - Voer een gesprek met de ouder(s). Aan de hand van het Groeiboek vertel je wat je is opgevallen aan het kind. Je vertelt over bijzondere gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden op het kindercentrum. - Ieder kind en iedere situatie is anders. Daarom zul je hoofdstukken en/of vragen tegenkomen die niet voor dit kind of op jouw situatie van toepassing zijn. Indien dat het geval is, hoef je deze hoofdstukken niet te maken of deze vragen niet te beantwoorden. - Gebruik indien nodig of wenselijk, niet de eigen naam van het kind. - Behandel alle gegevens zorgvuldig en vertrouwelijk. - Wees uiterst zorgvuldig in de beschrijving van jouw observaties en (zelf) reflecties en in het uitdragen daarvan naar het kind en naar de ouders/verzorgers. Realiseer je dat ouders snel ongerust kunnen zijn. Sommige ouders vinden het lastig om dingen over hun kind te horen die misschien niet zo leuk zijn. 2

3 WORKSHOP 1: Ontwikkeling en opvoeding In periode 1 heb je de ontwikkeling van kinderen bestudeerd. Er werd uit gegaan van de 'normale' ontwikkeling van een kind. In deze periode ga je je verder verdiepen in situaties waarbij de 'normale' ontwikkeling niet zo gemakkelijk verloopt. Stel je voor: je hebt een huilbaby op de groep. Het kindje huilt aan een stuk door en wat je ook probeert, het houdt niet op. Je eigen humeur en dat van de groep wordt er erg door beïnvloed. Je hebt misschien zin om het kind eens flink door elkaar te rammelen of het ergens neer te leggen waar je niets meer hoort van het gebrul. Je weet natuurlijk dat het niet professioneel is om op deze manier te reageren, maar wat moet je dan wel doen? Hoe kun je als groepsleider omgaan met dit huilgedrag? En wat zijn de mogelijk oorzaken van het voortdurend huilen van de baby? Het is belangrijk om te weten hoe je een kind met opvallend of afwijkend gedrag het best kunt begeleiden. Moet je het kind dat voortdurend huilt wel aandacht geven of is het beter om dat kindje te negeren, omdat je zeker weet dat het net een schone luier omheeft en geen honger heeft? En hoe moet je omgaan met een kind dat hyperactief is en geen moment stil kan zitten? Wat zeg je tegen een kind, of wat doe je met een kind, om het te stimuleren? In welke mate is het wenselijk om gedrag te sturen? Hoe ga je om met negatief gedrag? Negeer je het? Geef je het kind straf of werk je alleen met beloningssystemen? In deze workshop gaan we dieper in op alle opvoedingsvragen die je in de kinderopvang tegen kan komen. We kijken naar opvallend of afwijkend gedrag en de mogelijke oorzaken daarvan. Daarnaast kijken we hoe je een kind op methodische wijze het best kunt begeleiden bij opvallend of afwijkend gedrag. Inhoud: Normen en waarden Ontwikkelingspsychologie Voorbeeldgedrag, straffen en belonen Gedragsproblemen Opvoeding Resultaat: Je signaleert opvallend en afwijkend gedrag. Je hebt kennis van methodes die gebruikt kunnen worden bij het begeleiden van kinderen met opvallend en afwijkend gedrag. Je kent een aantal mogelijke oorzaken van opvallend of afwijkend gedrag. Toets Bij deze workshop hoort een Kennistoets: Ontwikkelingspsychologie 2. Duur: ± 8 x 2 uur 3

4 WORKSHOP 2: Observeren en rapporteren. Voor het maken van je Groeiboek moet je een kind gedurende langere tijd observeren. Je observeert een kind om objectieve informatie te verzamelen over dat kind, zodat je het kind optimaal in zijn of haar ontwikkeling kunt stimuleren. In deze workshop leer je gebruik te maken van verschillende observatietechnieken. Je gaat de motorische, de sociale, de cognitieve en de emotionele ontwikkeling van heel dichtbij volgen. Als een detective die elk detail bekijkt om op die manier tot een juiste conclusie te komen. Daarnaast is het erg belangrijk hoe je rapporteert en aan wie je rapporteert. In het geval van het Groeiboek rapporteer je aan de ouders. Het is dus erg belangrijk om dat op een hele zorgvuldige manier te doen, want voor elke ouder is hun eigen kind het meest bijzondere dat er is. Als je weet hoever het kind is in zijn ontwikkeling kun je activiteiten aanbieden om de ontwikkeling van het kind verder te stimuleren. Als je bijvoorbeeld ziet dat het kind nog niet de fijne motoriek beheerst en vooral uit de schouder werkt, kun je hem beter niet een dun potloodje en een klein stukje papier aanbieden. Het is dan veel beter voor het kind een dik stuk krijt in de hand te hebben en een groot vel waar het lekker op kan krabbelen. De tekeningen die kinderen maken gebruik je ook als observatiemateriaal. Aan de manier waarop kinderen een tekening maken kun je veel aflezen. Je ziet bijvoorbeeld in welk stadium van zijn motorische ontwikkeling het zit. Maakt het bijvoorbeeld nog krabbels vanuit de pols? Of beheerst het al heel goed zijn fijne motoriek? Inhoud: Observeren en rapporteren Activiteiten naar aanleiding van observaties. Observatieplan Resultaat: Je kunt gebruik maken van verschillende observatiemethodes Je kunt een observatieplan maken Je bent in staat naar aanleiding van observaties passende activiteiten aan te bieden aan een kind/de kinderen op je praktijkinstelling. Je rapporteert zorgvuldig. Prestatie: Drie observatieverslagen, van hoofdstukken naar keuze, waarvan: Eén beschrijvende observatie Eén observaties door middel van een andere methode naar keuze Eén observatie doormiddel van de methode die bij jou in de instelling gebruikt wordt. Duur: ± 4 x 2 uur 4

5 WORKSHOP 3: Gesprekstechnieken. Gesprekken voeren is een van de eisen die er in de Proeve PW aan je gesteld gaat worden. Het gaat dan om gesprekken met kinderen, maar ook om gesprekken met ouders en collega s. Eventueel ook om gesprekken met andere instanties. Daarbij moet je niet denken aan leuke gesprekken over de weersverwachtingen, maar aan professionele gespreksvoering. Je kunt daarbij denken aan: - kennismakingsgesprekken en intakegesprekken met ouders. - gesprekken om actief de wensen en verwachtingen van het kind en zijn ouders te achterhalen. - adviesgesprekken met ouders over aanpak en opvoeding - bespreken van het plan van aanpak - feedbackgesprekken - delen van ervaringen met collega s - discussies voeren - overdrachtgesprekken met collega s Voor deze workshop ga je, in overleg met je praktijkopleider, een gesprek voeren met een ouder. Het meest wenselijke is dat je een gesprek voert met een ouder van het kind waarvoor je het Groeiboek maakt. Het gesprek kan dan gaan over de bedoeling van dit project (vooraf), of achteraf, als je het boek presenteert aan de ouders. Het gesprek mag ook met een andere ouder plaatsvinden, als je praktijkopleider dat beter vindt. Inhoud: Verschillende gesprektechnieken. Actief luisteren, feedback, (open) vragen stellen, informeren, slecht-nieuws. gesprekken, adviseren, overdragen van informatie aan collega s. Verschillende soorten gesprekken van elkaar kunnen onderscheiden. Gespreksverslag volgens de richtlijnen van Bijlage 1 Resultaat Je kunt gebruik maken van verschillende gesprekstechnieken: actief luisteren, feedback, (open) vragen stellen, informeren, slecht-nieuws gesprekken, adviseren, formuleren. Je weet in welke situatie je een bepaalde gesprektechniek gebruikt. Prestatie Je gaat een gesprek voeren met een ouder. Je hebt een gesprekverslag gemaakt volgens de geleverde richtlijnen. Duur: ± 4 x 2 uur 5

6 BIJLAGE 1 Groeiboek Je maakt een Groeiboek van een kind uit je groep. In een Groeiboek houd je bij hoe het kind zich gedurende een aantal weken ontwikkelt. Misschien werken ze op jouw instelling ook met groeiboeken en heb je daarmee al ervaring opgedaan. Of misschien is dit de eerste keer dat je een kind gedurende lange tijd observeert. Dit observeren doe je aan de hand van een aantal thema's die verderop in de Bijlage staan vermeld. Voor het Groeiboek ga je indien mogelijk, tekeningen van het kind verzamelen, die je in chronologische volgorde inplakt. Knutselwerkjes fotografeer je en je maakt ook regelmatig foto s waarop duidelijk te zien is hoe het kind zich op de verschillende gebieden ontwikkelt. Zorg ervoor dat het boek er overzichtelijk en aantrekkelijk uit ziet. Lees op pagina 2 van de handleiding de belangrijke zaken goed door voordat je begint. Bij het maken van het Groeiboek gebruik je onderstaande handleiding. Je hoeft de handleiding niet letterlijk te volgen, je mag het boek ook op je eigen manier vormgeven (net als bij het Levensboek). Je gebruikt ook alleen de hoofdstukken die op jouw kind van toepassing zijn. Als je een baby observeert kun je veel vertellen over zijn motorische ontwikkeling en over zijn slapen en voeding en als je een ouder kind observeert zal het meer gaan over zijn cognitieve en sociale vaardigheden en de activiteiten die je met het kind doet. 6

7 HANDLEIDING Hoofdstuk 1 Dit boek gaat over: Naam: Leeftijd:: Woonplaats: Geboortedatum: Geboortestad en geboorteland: Zijn er specifieke kenmerken, zoals medicijngebruik, chronische ziekte, lichamelijke of verstandelijke beperkingen, opvallende kenmerken op psychisch of emotioneel gebied? 7

8 Hoofdstuk 2 Persoonlijkheid De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp persoonlijkheid mag je ook op je eigen manier weergeven. Geef concrete voorbeelden van situaties van waaruit jij jouw conclusies trekt over de persoonlijkheid van het kind. Beschrijf wat je kunt zeggen over: - de eigen identiteit van het kind, - de ontwikkeling van de eigen wil, - de ontwikkeling van het rolgedrag, - de ontwikkeling van normen en waarden, - de ontwikkeling van het geweten. 8

9 Hoofdstuk 3 Spelgedrag De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp spelgedrag mag je ook op je eigen manier weergeven, zolang het maar om objectieve observaties gaat. Noteer boven je observatie(s) de datum. Dit hoofdstuk gaat over het spelgedrag van het kind. Daarbij kun je denken aan de volgende items: - met welke kinderen het vaak/af en toe/nooit speelt, - met welk speelgoed het vaak/af en toe/nooit speelt, - welke spelen (fantasiespel, constructiespel, zintuiglijk spel) het vaak/af en toe/nooit doet, - heeft het kind bepaalde interesses/hobby"s? - vertoont het kind specifieke gedragskenmerken bij het spel? 9

10 Hoofdstuk 4 Eetgedrag De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp eetgedrag mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij eetgedrag kun je denken aan de volgende items: - Wat eet het kind? - Hoe eet het? Met handen of mes en vork, kleine stukjes, dubbelgevouwen boterhammen, snel of langzaam, niet? - Wat is zijn lievelingskostje? - Wat vindt het vies? - Heeft het kind een allergie? - Welke flesvoeding krijgt het? Hoeveel en hoe vaak? - Beschrijf de regels die jullie hebben rondom de maaltijd. Moeten kinderen alles eten, moeten ze korstjes eten, moeten ze aan tafel blijven totdat iedereen klaar is? - Heeft het kind een allergie? - Zijn er fysieke beperkingen bij het eten (niet goed kunnen kauwen, verslikken, spugen, kwijlen)? Zelfreflectie (niet voor in het Groeiboek): Hoe ga jij om met het eetgedrag van het kind? Wat doe je als het niet meer wil eten? Wat doe je als het iets anders wil eten dan dat jij wilt? 10

11 Hoofdstuk 5 Foto s Hier komen een aantal foto s van het kind. 11

12 Hoofdstuk 6 Taalontwikkeling De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp taalontwikkeling mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij taalontwikkeling kun je denken aan de volgende items: - Welke geluidjes maakt het? - Doet het kind jouw geluidjes na? - Gebruikt het één-woord zinnen of twéé-woord zinnen? - Kan het kind al hele zinnen maken? - Welke grappige woorden gebruikt het kind? - Welke woorden kan het nog niet zo goed uitspreken? - Zijn er taalproblemen door twee-taligheid? - Wat doe jij om de taalontwikkeling te stimuleren? Geef steeds voorbeelden. 12

13 Hoofdstuk 7 Cognitieve ontwikkeling De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp taalontwikkeling mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij cognitieve ontwikkeling kun je denken aan: - Het geheugen - Herkennen van mensen/kleuren/vormen/gebeurtenissen - Tellen - Het zich kunnen verplaatsen in anderen (empatisch vermogen) Geef zo mogelijk voorbeelden van magisch of animistisch denken. 13

14 Hoofdstuk 8 Sociaal-emotionele ontwikkeling De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp sociaal-emotionele ontwikkeling mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij sociaal-emotionele ontwikkeling kun je denken aan de volgende items: - Maakt het kind een drukke of stille indruk? - Maakt het kind een tevreden of ontevreden indruk? - Hoe vaak huilt het kind? - Is het wel eens driftig? - Is het kind wel eens boos of agressief? En wat doet het kind dan? - Bijt het kind anderen? - Hoe ga jij om met het temperament van het kind? Mag het druk zijn of mag het stil zijn? - Hoe gaan je collega s om met het temperament van het kind? - Hoe vaak maakt het kind een verdrietige indruk? En hoe geeft het aan dat het verdrietig is? - Hoe vaak maakt het kind een teruggetrokken indruk? En hoe geeft het aan dat het zich terugtrekt? - Is het kind bang voor dingen? En waar is het bang voor? Hoe geeft het kind aan dat het bang is? - Merk je iets van jaloezie bij het kind? En hoe geeft het kind aan dat het jaloers is? - Op wat voor manier vraagt het kind aandacht? - Hoe gaat het kind om met afscheid van ouder(s)? - Hoe schat jij het gevoel van basisvertrouwen en veiligheid in bij het kind? Zelfreflectie (niet voor in het Groeiboek) :Hoe ga jij om met emoties van het kind? Hoe gaan je collega s om met emoties van het kind? 14

15 Hoofdstuk 9 Zindelijkheid De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp zindelijkheid mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij zindelijk worden kun je denken aan de volgende items: - Is het kind geïnteresseerd in andere kinderen die op het potje of op de wc plassen? - Wil het kind zijn luier af doen? - Wil het kind zelf naar de wc? - Plast het kind in bed? Heeft het als het gaat slapen nog een luier om? - Beschrijf de eerste keer dat het kind op het potje of op de wc plaste. - Hoe train je de zindelijkheid bij het kind? - Hoe beloonde je het kind toen het voor het eerst op de wc plaste? - Zijn er fysiek beperkingen waardoor het kind moeite heeft met zindelijk worden? Zelfreflectie (niet voor in het Groeiboek): Hoe ging jij ermee om als het kind per ongeluk in zijn broek plaste? 15

16 Hoofdstuk 10 Tekeningen Plak in chronologische volgorde tekeningen in van het kind. Zet de datum op de tekeningen. Schrijf er bij of de tekening al dan niet bij de ontwikkelingsfase past en waarom. Schrijf er eventueel ook een uitleg van de tekening bij. 16

17 Hoofdstuk 11 Motorische ontwikkeling De onderstaande vragen zijn richtlijnen, je hoeft niet alles letterlijk te beantwoorden. Het onderwerp motorische ontwikkeling mag je ook op je eigen manier weergeven. Noteer boven je observatie(s) de datum. Bij motorische ontwikkeling kun je denken aan de volgende items: - Kan het kind zelfstandig het hoofdje ophouden? - Draait het kind zich zelfstandig om op de buik? - Staat het zelfstandig? - Loopt het zelfstandig? - Huppelt het? - Rent het? - Vindt het kind het leuk om te klimmen, klauteren? - In hoeverre beheerst het kind de fijne motoriek? - Kan het kind een potlood vasthouden? - Beheerst het de pincetgreep? - Tekent het vanuit de schouder/elleboog/pols/vingers? - Heeft het kind de groei die bij zijn leeftijd hoort? Zintuiglijke ontwikkeling. - Hoort het kind goed? - Herkent het geluiden? - Stopt het kind (nog) alles in de mond? - Hoe ervaart het kind het voelen van water/zand/klei/eten? 17

18 Hoofdstuk 12 Leersituaties in de interactie tussen de kinderen In de kinderopvang leren kinderen veel sociale vaardigheden. Ze oefenen in regels, normen en waarden met betrekking tot de sociale omgangsvormen. De kinderopvang is een prima plek om deze sociale vaardigheden te oefenen omdat kinderen daar voortdurend met andere kinderen geconfronteerd worden. Kinderen oefenen in het delen van aandacht, ze moeten nog leren om speelgoed te delen, op hun beurt te wachten, zich het kaas niet van het brood te laten eten en naar andere kinderen te luisteren. Kinderen, met name peuters, zijn bezig hun eigen 'ik' te vormen. Daardoor kunnen er zich niet alleen soms lastige 'leersituaties' met andere kinderen voordoen, maar ook met opvoeders/begeleiders. Denk aan: Te vroeg van tafel opstaan, met eten smeren, niet luisteren en speelgoed afpakken, om er maar een paar te noemen. Voor dit hoofdstuk beschrijf je welke 'lastige leersituaties' het kind dat jij observeert tegenkomt in de interactie met andere kinderen, of in interactie met de begeleidsters. Misschien is het kind dat jij observeert wel een echt baasje, of is het juist heel verlegen? Of heel sociaal? Beschrijf een 'lastige leersituaties'. Wat voor 'leersituatie' deed zich voor? Met wie deed de 'de leersituatie' zich voor? Wat gebeurde er precies? Hoe reageerde 'jouw' kind? Hoe reageerde(n) (het) andere kind(eren)? Wat was jouw rol? Greep je in? Wat deed je? Wat zei je? Waarom greep je juist niet in? Wat was de reactie van de kinderen op jouw wel/niet ingrijpen? Hoe liep de situatie af? Wat zou je de volgende keer anders doen? Overleg weer met je Praktijkbegeleid(st)er of dit hoofdstuk wordt opgenomen in het Groeiboek, want het kan zijn dat dit voor ouders niet leuk is om te lezen. 18

19 Hoofdstuk 13 Slotwoord Dit boek is een geschenk aan de ouders en aan het kind. Waarschijnlijk kijkt dit kind in de rest van zijn leven nog regelmatig in zijn Groeiboek, want het is natuurlijk een prachtig aandenken aan zijn of haar kindertijd. In dit slotwoord schrijf je in het kort iets persoonlijks over jezelf, als je wilt met foto erbij. Ook schrijf je een aantal persoonlijke herinneringen op die je aan het kind hebt. En helemaal tot slot beschrijf je hoe je het vond om dit boek voor het kind te maken. 19

20 BIJLAGE 2 Gespreksverslag Je voert, na overleg met je praktijkopleider, een gesprek met een ouder. Van dit gesprek maak je een verslag volgens onderstaande richtlijnen. A Doel van het gesprek B Tijd en duur van het gesprek C Motivatie van de keuze gesprekspartner; waarom heb je voor deze gesprekspartner gekozen? D De aanwezigen bij het gesprek E Keuze van de gespreksruimte, de indeling van de gesprekruimte. F Voorbereiding. Hoe heb je dit gesprek voorbereid? Hoe heb je degene waar je een gesprek mee voert benaderd? Hoe heeft deze persoon op jouw verzoek om een gesprek gereageerd? Welke verschillende gespreksonderwerpen komen er aan de orde? Wat voor een soort gesprek is het? Is het een probleemoplossend gesprek, een informatief gesprek, vraag je alleen iemand zijn mening of moeten er ook besluiten worden genomen? G Hoe verliep het gesprek? - Wat heb je verteld? - Welke vragen heb je gesteld? - Welke vragen heeft de ander gesteld? - Wat waren de antwoorden? J Wanneer heb je: doorgevraagd gespiegeld gereflecteerd? K Wat zijn gemaakte afspraken en/of conclusies? L (Indien van toepassing): stel vast wat de wensen en behoeften zijn t.a.v. het kind. 20

21 EVALUATIEFORMULIER PROJECT: Groeiboek Naam: Klas: Loopbaanbegeleider: Zet een kruisje in het vakje dat het best aansluit bij je mening 5: helemaal mee eens 4: mee eens 3: gedeeltelijk mee eens 2: gedeeltelijk mee oneens 1: geheel mee oneens Prestatie De workshops hebben mij goed voorbereid op het maken van de opdrachten en de toets. De had genoeg tijd om mijn Project zelfstandig te maken. Ik begreep al snel wat er van me verwacht werd in dit project Het kunnen maken van deze opdrachten vind ik nuttig voor mijn taak als Pedagogisch werker. De presentaties aan het eind van het project vond ik zinvol. Workshops De workshop Ontwikkelingspsychologie 2 was leerzaam De workshop Observeren was leerzaam De workshop Gesprekstechnieken Ik vond de meeste workshops leuk De projecthandleiding is duidelijk geschreven Loopbaanbegeleider Mijn loopbaanbegeleider kon duidelijke uitleg geven op mijn vragen over het project Mijn loopbaanbegeleide ondersteunde mij goed bij mijn Peerproces Rooster De roosters deze periode waren in orde Er was geen of weinig lesuitval Praktijkkaart De opdrachten op de Praktijkkaart vond ik zinvol voor mijn werk Tips en opmerkingen a.u.b. op achterzijde 21

22 PROJECTFORMULIER GROEIBOEK BBL-PW Naam: Klas: Datum: Loopbaanbegeleider: Werkproces Competentie Beoordelingscriteria Product O/V/G 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind N. Onderzoeken Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen zodat je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het kind. D. Aandacht en begrip tonen R. op de behoeften en verwachtingen van het kind richten 2.1 Biedt het kind, de jongere opvang E. Samenwerken en overleggen U. Omgaan met verandering en aanpassen. Je toont belangstelling en betrokkenheid bij het kind en zijn ouders/verzorgers. Je luistert actief zodat de situatie en wensen van het kind duidelijk zijn. Je inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind met het oog op de activiteiten die je aan gaat bieden. Je informeert ouders/vervangende opvoeder over de gang van zaken in de opvang. Ook informeer je hen over de sociale ontwikkeling van het kind. Je deelt met hen kennis, ervaring en inzichten m.b.t. van opvoeding van het kind. Daardoor zijn de ouders/vervangende opvoeders op de hoogte van de ontwikkeling van hun kind. Je toont respect voor de achtergrond van het kind (en ouders/vervangende opvoeders). Je bent in staat om vragen of problemen vanuit hun gezichtspunt te bekijken. Je respecteert de eigenheid van het kind. Beoordeling totaal project Groeiboek: Naam en handtekening Loopbaanbegeleider: Groeiboek, hoofdstuk 1 t/m Observatieverslagen Workshop: observeren. Gespreksverslag van het gesprek met ouders/vervangende opvoeders bij de Presentatie van het Groeiboek. Workshop: Gesprekstechnieken. 22

23 PRAKTIJKKAART GROEIBOEK BBL-PW Naam: Klas: Instelling: Praktijkopleider: 1. Je bespreekt het project met je praktijkbegeleid(st)er. Je kiest in overleg een kind uit om te observeren. Je bespreekt met je praktijkbegeleidster of je de ouder wel of niet informeert. Zo ja, bespreek je op welke wijze je de ouders informeert. Je laat de informatiebrief die voor de ouder(s) bestemd is lezen aan je praktijkbegeleidster. Je vraag toestemming deze brief aan de ouder(s) te geven. 2. (Indien toegestaan) Je voert een informatief gesprek met de ouder(s) over deze opdracht. Je vraagt informatie aan de ouders over het kind betreffende de thema's die genoemd zijn in het Groeiboek. Je vraagt toestemming over de uitvoering van de opdracht. 3. Je schrijft drie observatieverslagen over het kind, waarvan eén beschrijvende observatie, eén observatie door middel van een andere methode naar keuze en eén observatie doormiddel van de methode die bij jou in de instelling gebruikt wordt 4. (Indien toegestaan) Je presenteert het Groeiboek aan de ouder(s). In dit gesprek informeer j ouders/vervangende opvoeder over de gang van zaken in de opvang. Ook informeer je hen over de sociale ontwikkeling van het kind. Je deelt met hen kennis, ervaring en inzichten m.b.t. van opvoeding van het kind. Daardoor zijn de ouders/vervangende opvoeders op de hoogte van de ontwikkeling van hun kind. Je toon respect voor de achtergrond van het kind (en ouders/vervangende opvoeders). Je bent in staat om vragen of problemen vanuit hun gezichtspunt te bekijken. Je respecteert de eigenheid van het kind. Werkproces Competentie Beoordelingscriteria Product O/V/G 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind N. Onderzoeken Je gebruikt verschillende bronnen om informatie te verzamelen zodat je een volledig beeld hebt van de situatie en wensen van het kind. D. Aandacht en Je toont belangstelling en betrokkenheid bij het kind en zijn ouders/verzorgers. Je luistert begrip tonen actief zodat de situatie en wensen van het kind duidelijk zijn. R. op de behoeften Je inventariseert actief de wensen en verwachtingen van het kind met het oog op de en verwachtingen van activiteiten die je aan gaat bieden. het kind richten 2.1 Biedt het kind, de jongere opvang E. Samenwerken en overleggen Je informeert ouders/vervangende opvoeder over de gang van zaken in de opvang. Ook informeer je hen over de sociale ontwikkeling van het kind. Je deelt met hen kennis, ervaring en inzichten m.b.t. van opvoeding van het kind. Daardoor zijn de ouders/vervangende opvoeders op de hoogte van de ontwikkeling van hun kind. Groeiboek, hoofdstuk 1 t/m Observatieverslagen Gesprek met ouders/vervangende opvoeders bij de Presentatie van het 23

24 U. Omgaan met verandering en aanpassen. Je toont respect voor de achtergrond van het kind (en ouders/vervangende opvoeders). Je bent in staat om vragen of problemen vanuit hun gezichtspunt te bekijken. Je respecteert de eigenheid van het kind. Groeiboek. Praktijkkaart Groeiboek Naam en handtekening praktijkopleider: 24

PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek

PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek PROJECTHANDLEIDING BBL- PW Groeiboek Pedagogisch werk, niv. 3/4 1.1 Inventariseert de situatie en wensen van het kind/jongere 2.1 Biedt het kind/de jongere opvang In het kinderdagverblijf of op de peuterspeelzaal

Nadere informatie

WORKSHOP 1: Anatomie Werkproces: 2.1, 2.6

WORKSHOP 1: Anatomie Werkproces: 2.1, 2.6 Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO4P, niveau 4 WORKSHOP 1: Anatomie Werkproces: 2.1, 2.6 In je werk zal je mogelijk soms, in meer

Nadere informatie

Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4

Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4 Workshops en Praktijkopdrachten Periode 1 Schooljaar 2015-2016 Opleiding: Maatschappelijke Zorg Groep: HWEMZO3V, niveau 4 Workshop 1: Ouderenzorg Werkproces: 1.1, 1.2, 2.1, 2.2, 2.3, 2.4, 2.6, 3.1, 3.6

Nadere informatie

PROJECTHANDLEIDING BBL PW

PROJECTHANDLEIDING BBL PW PROJECTHANDLEIDING Proeve On your Proeven site BBL PW Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt Werkproces 1.2: Schrijft een plan van aanpak Werkproces 2.1: Ondersteunt de cliënt

Nadere informatie

Handleiding Hulpvraagverduidelijking BOL-MZ

Handleiding Hulpvraagverduidelijking BOL-MZ Handleiding Hulpvraagverduidelijking BOL-MZ Het doel van deze workshop is inzicht te krijgen in de hulpvraag/hulpvragen van verschillende doelgroepen. Oudere mensen hebben een andere hulpvraag dan kinderen

Nadere informatie

WORKSHOP: Plan van Aanpak

WORKSHOP: Plan van Aanpak PROJECTHANDLEIDING Proeve On your Proeven site PW Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt Werkproces 1.2: Schrijft een plan van aanpak Werkproces 2.1: Ondersteunt de cliënt bij

Nadere informatie

WORKSHOP 1: Persoonlijke verzorging PROJECTHANDLEIDING

WORKSHOP 1: Persoonlijke verzorging PROJECTHANDLEIDING PROJECTHANDLEIDING Proeve On your Proeven site PW Werkproces 1.1: Inventariseert de situatie en wensen van de cliënt Werkproces 1.2: Schrijft een plan van aanpak Werkproces 2.1: Ondersteunt de cliënt bij

Nadere informatie

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Plannen van Zorg BBL-CombiCare Gehandicaptenzorg Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Werkproces VZ-IG 1.1 Stelt (mede) het zorgplan op De verzorgende-ig verzamelt gegevens om de

Nadere informatie

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen

Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Spelenderwijs begeleiden bij ingrijpende levensgebeurtenissen Cursus PW peuterspeelzaal, kinderdagverblijf BSO 4 t/m 8 jaar

Nadere informatie

PROJECTHANDLEIDING Oudercontacten. On your site BOL PW, niveau 4

PROJECTHANDLEIDING Oudercontacten. On your site BOL PW, niveau 4 PROJECTHANDLEIDING Oudercontacten On your site BOL PW, niveau 4 In je dagelijkse werk heb je veel met ouders te maken. Zij zijn, samen met de kinderen, jouw belangrijkste klant, en zoals je weet is het

Nadere informatie

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een

Nadere informatie

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak 2. Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Ontwikkelingspsychologie deel 2: Dreumes en peuter Soort: Werksituatie: Eindproduct: Cursus Kinderopvang, peuterspeelzaal Ingevuld ontwikkelingsschema

Nadere informatie

Consortium Beroepsonderwijs

Consortium Beroepsonderwijs Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens Kwalificatiedossier (KD): Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: oktober 2015 Crebonummer KD: 23183 Cohort: 2016 ev

Nadere informatie

Gastouderbureau MijnGastouderopvang

Gastouderbureau MijnGastouderopvang Hoe gaat het met mijn gast- of oppaskind? Gastouderbureau MijnGastouderopvang Observatielijst voor de ontwikkeling van kinderen in de gastouderopvang Iedere gastouder kent 'haar' gastkind na tijdje behoorlijk

Nadere informatie

Handleiding Gesprekstechnieken BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding Gesprekstechnieken BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding Gesprekstechnieken BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Medewerker Maatschappelijke Zorg: Werkproces 1.1: Inventariseert de hulpvraag van de cliënt. De medewerker maatschappelijke

Nadere informatie

Verzamelformulier beroepsgerichte examens

Verzamelformulier beroepsgerichte examens Consortium Beroepsonderwijs www.consortiumbo.nl Verzamelformulier beroepsgerichte examens KD: Pedagogisch Werk Datum uitgifte KD: 24-02-2016 Crebonummer KD: 23183 Cohort: Geldig vanaf 01-08-2015 Kwalificatie:

Nadere informatie

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4

PROJECTHANDLEIDING. Deel 3 Bedrijf onder de loep Het verbeterplan BBL-PW4 1 PROJECTHANDLEIDING Bedrijf onder de loep - Deel 3 Het Verbeterplan BBL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en

Nadere informatie

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel

Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel 1. Uitgangspunten gedrag Omgaan met gedrag op Basisschool De Bareel Schooljaar 2013 Inhoud 2. Preventief handelen om te komen tot gewenst gedrag 3. Interventies om te komen tot gewenst gedrag 4. Stappenplan

Nadere informatie

Reflectiegesprekken met kinderen

Reflectiegesprekken met kinderen Reflectiegesprekken met kinderen Hierbij een samenvatting van allerlei soorten vragen die je kunt stellen bij het voeren van (reflectie)gesprekken met kinderen. 1. Van gesloten vragen naar open vragen

Nadere informatie

Welke voorkeur heb jij?

Welke voorkeur heb jij? Pedagogische vaardigheden: Welke voorkeur heb jij? Als pedagogisch medewerker maak je in de omgang met de kinderen in jouw groep gebruik van verschillende pedagogische vaardigheden. Wat zijn jouw voorkeursvaardigheden

Nadere informatie

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S 2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de

Nadere informatie

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt

Instructie 1. Heb jij je voelsprieten uitstaan? De relatie met je cliënt Instructie 1 De relatie met je cliënt Heb jij je voelsprieten uitstaan? Met behulp van dit werkblad onderzoek je of je je voelsprieten hebt uitstaan naar de cliënt. Kies een cliënt en vul met die cliënt

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

3. Handleiding bij de peuter-estafette

3. Handleiding bij de peuter-estafette 3. Handleiding bij de peuter-estafette Voor leidinggevenden en pedagogisch medewerkers peuterspeelzaal en kinderdagverblijf Een goede overdracht waarborgt de doorgaande ontwikkeling van de peuter. Bij

Nadere informatie

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van 12-18 jaar DOELSTELLINGEN Ouders zijn zich ervan bewust dat je altijd en overal communiceert Ouders wisselen ervaringen met elkaar uit over hoe de communicatie met hun pubers verloopt Ouders verwerven meer inzicht

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012. Bijeenkomst 11: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 201-2012 Bijeenkomst 11: ontwikkeling Terugblik bijeenkomst 10 Presentatie ontwikkelingsgebieden Indeling ontwikkelingsgebieden Casus: stel je probleemverklaring op. Bijeenkomst

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2012-2013

Sectorwerkstuk 2012-2013 Sectorwerkstuk 2012-2013 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers

Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers Praktijk Dekker & Dooyeweerd Intakevragenlijst voor ouders/verzorgers (Met dank voor het invullen) 1. Informatie over uw kind en gezin Graag aankruisen wat van toepassing is 0. Indien een vraag niet van

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk Jeugdzorg BOL Leerjaar 2 Praktijk 2010-2013 volgens het kwalificatiedossier Jeugdzorg 2011. 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak

Nadere informatie

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld.

Zelfbeeld. Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Zelfbeeld Het zelfvertrouwen wordt voor een groot deel bepaald door de ideeën die het kind over zichzelf heeft: het zelfbeeld. Een kind dat over het algemeen positief over zichzelf denkt, heeft meer zelfvertrouwen.

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE

STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE STAGEVERSLAG VMBO LEERLING INSTRUCTIE Naam: Klas: Bedrijf: Stageperiode: Maak een inhoudsopgave zoals hieronder is afgebeeld. Indien nodig je eigen onderdelen tussen voegen en uiteindelijk de inhoudsopgave

Nadere informatie

Basis O. Basis Observatieformulier

Basis O. Basis Observatieformulier Basis O Basis Observatieformulier Gegevens kind Voornaam: Achternaam: Geboortedatum: Geslacht jongen / meisje Geboorteland kind: Kind woont bij vader en moeder / vader / moeder / anders Aantal kinderen:

Nadere informatie

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon:

Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon:   Naam studieloopbaanbegeleider: Telefoon: Dit portfolio is eigendom van: Naam: Adres: Postcode en woonplaats: Telefoon: E-mail: ------------------------------------------------------------------------------------------------------------ Naam studieloopbaanbegeleider:

Nadere informatie

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis

Lesdoelen: Werkvormen: Benodigdheden: Prentenboeken: Les 10: Hoe zeg ik nee. Lesoverzicht. Basis Les 10: Hoe zeg ik nee Lesoverzicht Lesdoelen: Kinderen weten het verschil tussen prettige en onprettige situaties en kunnen deze herkennen. Kinderen weten dat ze onprettige aanrakingen mogen weigeren.

Nadere informatie

ADHD: je kunt t niet zien

ADHD: je kunt t niet zien ➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen

Nadere informatie

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak

1. Opstellen van een activiteitenprogramma en een plan van aanpak Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Opvallend gedrag Cursus Kinderopvang (kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang, tienerwerk, naschoolse opvang,

Nadere informatie

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode

Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Sollicitatiegesprekken volgens de STAR methode Tijdens sollicitatiegesprekken wil je zo snel en zo goed mogelijk een kandidaat voor een openstaande functie selecteren. De STAR vragenmethode is een gedegen

Nadere informatie

Zindelijk worden. De hele dag droog blijven. Positief opvoeden Drenthe

Zindelijk worden. De hele dag droog blijven. Positief opvoeden Drenthe Zindelijk worden De hele dag droog blijven Positief opvoeden Drenthe Zindelijk worden De hele dag droog blijven Elke ouder is blij als er geen luiers meer op het boodschappenlijstje staan. Het betekent

Nadere informatie

Luisteren, hoe leren kinderen dat?

Luisteren, hoe leren kinderen dat? Leren luisteren Luisteren, hoe leren kinderen dat? Kinderen hebben grenzen en regels nodig. Ze zorgen voor duidelijkheid en veiligheid en ze leren hen omgaan met anderen. Verwacht niet van kinderen dat

Nadere informatie

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen.

Wat is PDD-nos? VOORBEELDPAGINA S. Wat heb je dan? PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Wat is PDD-nos? 4 PDD-nos is net als Tourette een neurologische stoornis. Een stoornis in je hersenen. Eigenlijk vind ik stoornis een heel naar woord. Want zo lijkt het net of er iets niet goed aan me

Nadere informatie

Communiceren is teamwork

Communiceren is teamwork Communiceren is teamwork Je werkt vaak zelfstandig, maar blijft altijd onderdeel van je team. Samen met je collega s zorg je zo goed mogelijk voor jullie cliënten. Samenwerken vereist veel communicatie.

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Johan Vosbergen Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Johan Vosbergen... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Johan,

Nadere informatie

Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander.

Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander. Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander. HHKalender DEF_2 ct.indd 1 Romantiek in een liefdesbrief 01-06-15 21:37 ROMANTIEK in een liefdesbrief Schrijf een liefdesbrief aan je geliefde. Verwerk

Nadere informatie

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen

Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Feedback Project Ergonomisch Ontwerpen Competenties Sociaal en communicatief functioneren (P9) Initiatief (P10) Reflectie (P11) Afgelopen module heb je met een groepje gewerkt aan je project. In week 7

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011

VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 VOORTGANGSRAPPORTAGE PRAKTIJK KINDEROPVANG BBL vlg het Kwalificatiedossier 2011 K1: Pedagogisch werker = 3; de gewoon getypte onderdelen behoren bij de kwalificatie van niveau 3 en van niveau 4. K2: Gespecialiseerd

Nadere informatie

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar

Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar NAAM Studielessen voor kinderen van 4-7 jaar voorjaar 2005 Geschreven door Beryl Voorhoeve en opgemaakt door Judith Maarsen Geschreven voor kleine studiegroepen in de levend Evangelie Gemeente Gebruikte

Nadere informatie

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN

MANIEREN OM MET OUDERPARTICIPATIE OM TE GAAN Blijf kalm; Verzeker je ervan dat je de juiste persoon aan de lijn hebt; Zeg duidelijk wie je bent en wat je functie is; Leg uit waarom je belt; Geef duidelijke en nauwkeurige informatie en vertel hoe

Nadere informatie

(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Spreektaal thuis: :.

(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Spreektaal thuis: :. Dit aanmeldformulier is opgesteld ten behoeve van de zorgvuldige aanmelding van uw kind bij één van de basisscholen van het Samenwerkingsverband Kampen Aanmeldformulier voor basisschool ndergetekenden

Nadere informatie

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012

VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012 VOORTGANGSRAPPORTAGE Pedagogisch Werk BOL Leerjaar 3 Praktijk 2010-2012 volgens het kwalificatiedossier Kinderopvang 2009. naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje op weg 3= beginnend

Nadere informatie

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen

Portfolio. voor pedagogisch medewerkers. om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen Portfolio voor pedagogisch medewerkers om het eigen leerproces vorm te geven en te volgen Colofon Z evenzien methodiek voor ontwikkelingsgericht werken met kinderen bestaat uit: Map Handreiking voor

Nadere informatie

Relatiespel SPEELWIJZE. www.crearepartners.com. SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9

Relatiespel SPEELWIJZE. www.crearepartners.com. SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9 SPEELWIJZE RELATIESPEL - Bladzijde 1 / 9 SPEELWIJZE Relatiespel De meesten van ons besteden een flink deel van hun tijd aan relaties met anderen. Het is dan ook van groot belang deze contacten zo prettig

Nadere informatie

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling.

Goed voorbereid! Je onderzoekt of de twee activiteiten passen binnen het beleid van de instelling. Goed voorbereid! Kerntaken en werkprocessen JZ en SCW Kerntaak 1: Opstellen van een plan van aanpak - Inventariseert de vraag naar SCW/JZ - Maakt een plan van aanpak voor projecten of activiteiten Kerntaak

Nadere informatie

Aanmelding van leerlingen op een basisschool

Aanmelding van leerlingen op een basisschool Aanmelding van leerlingen op een basisschool Per 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start. Schoolbesturen hebben dan de zorgplicht en moeten iedere leerling een passend arrangement aanbieden. Voor

Nadere informatie

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten.

Deze gevoelens en emoties blijven bestaan totdat jij er aan toe bent om ze te uiten. Ik wil EmoKnallen. Sjoelen en uiten van emoties en gevoelens met jongeren en volwassenen. Benodigdheden: een sjoelbak en sjoelschijven. Te spelen op school, in jongeren en opvangcentra, in het gezin, bij

Nadere informatie

HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ TIJD VOOR ELKAAR. Willem en Marian de Vink

HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ TIJD VOOR ELKAAR. Willem en Marian de Vink HEMELS HUWELIJK KALENDER 52 X WIJ SAMEN TIJD VOOR ELKAAR Willem en Marian de Vink Liefde is vrij van zichzelf, om te leven voor de ander. Romantiek in een liefdesbrief ROMANTIEK in een liefdesbrief Schrijf

Nadere informatie

Knabbel en Babbeltijd.

Knabbel en Babbeltijd. Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte

Nadere informatie

Oké-formulier. Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer

Oké-formulier. Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer Oké-formulier Overdrachtsformulier voorschoolse voorziening- basisonderwijs in de gemeente Deventer In te vullen door de voorschoolse voorziening Gegevens voorschoolse voorziening Bezocht het kind een

Nadere informatie

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de

Nadere informatie

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel

Spelregels voor de kaarten Beroepskwaliteiten en Leerpunten. Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel Het Beroepskwaliteitenspel is een leermiddel voor de loopbaanoriëntatie van mensen in de leeftijd van twaalf jaar en ouder. Het spel heeft als doel de speler bewust te maken

Nadere informatie

(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Telefoonnummer : Telefoonnummer 2:.

(naam/plaats school) Achternaam : Roepnaam : Geboortedatum: :. Nationaliteit : Adres (straat/nr) :. Postcode:. Telefoonnummer : Telefoonnummer 2:. Stichting penbaar nderwijs Kampen Noordweg 87 8262 BP Kampen Tel: (038) 333 22 43 www.ookkampen.nl Dit aanmeldformulier is opgesteld ten behoeve van de zorgvuldige aanmelding van uw kind bij één van de

Nadere informatie

Verbindingsactietraining

Verbindingsactietraining Verbindingsactietraining Vaardigheden Open vragen stellen Luisteren Samenvatten Doorvragen Herformuleren Lichaamstaal laten zien Afkoelen Stappen Werkafspraken Vertellen Voelen Willen Samen Oplossen Afspraken

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld:

Hoe je je voelt. hoofdstuk 10. Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: hoofdstuk 10 Hoe je je voelt Het zal je wel opgevallen zijn dat je op een dag een heleboel verschillende gevoelens hebt. Je kunt bijvoorbeeld: zenuwachtig wakker worden omdat je naar school moet, vrolijk

Nadere informatie

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou.

JUST BE YOU.NL. Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen. Marian Palsgraaf - www.justbeyou. JUST BE YOU.NL Het mooiste wat je kunt worden is jezelf! 23 tips voor direct meer zelfvertrouwen Marian Palsgraaf - www.justbeyou.nl Het mooiste wat je kunt worden is jezelf. Mijn passie is mensen te helpen

Nadere informatie

Toets team pedagogisch beleid

Toets team pedagogisch beleid 4.1.1.3.C1 vragen toets C team 1 van 6 Toets team pedagogisch beleid onderdeel C 1. Welke vormen van mishandeling worden er genoemd in de procedure? A. Lichamelijk/geestelijke mishandeling en verwaarlozing,

Nadere informatie

Als je het niet meer ziet zitten...

Als je het niet meer ziet zitten... Infobrochure Als je het niet meer ziet zitten... Omgaan met een huilende baby mensen zorgen voor mensen Inhoud Als je het niet meer ziet zitten...4 Huilen...5 Als huilen een probleem is...6 Voeden...6

Nadere informatie

Levensverhaal. Hoe is de gezinssamenstelling? Hoe is de relatie met eventuele broertjes en zusjes?

Levensverhaal. Hoe is de gezinssamenstelling? Hoe is de relatie met eventuele broertjes en zusjes? Intakeformulier basisscholen Wageningen Geachte ouder(s), In het kader van de Wet op het Passend Onderwijs is het voor scholen van groot belang om goed zicht te hebben op de ondersteuningsbehoefte van

Nadere informatie

PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2011

PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase Kwalificatiedossier 2011 PRAKTIJKKAART Pedagogisch Werker niveau 4 jeugdzorg Verdiepingsfase 2014-2016 Kwalificatiedossier 2011 De praktijkkaart is een pakket praktijkopdrachten. De opdrachten moeten gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg

Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg Handleiding VTV BBL-CombiCare Verzorgende-IG/Medewerker Maatschappelijke Zorg KD Maatschappelijke Zorg 1.1: Inventariseert hulpvragen van de cliënt 3.3: Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen KD Verzorgende-IG

Nadere informatie

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week onderbouw Les 1 Online Dit ben ik! Besef van jezelf Forming Ik kan mezelf voorstellen aan een ander. Ken je iemand nog niet? Vertel hoe je heet. Les 2 Online Hoe spreken we dit af? Keuzes maken Norming

Nadere informatie

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:

PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier PRESENTEREN in meervoud. - Gebruik je hoofdletters

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is.

gestructureerd activiteitenprogramma, zodat dit goed leesbaar en hanteerbaar is. VOORTGANGSRAPPORTAGE Praktijk PW 4 Jeugdzorg 2009-2011 naam: klas: loopbaanbegeleider: 1=startniveau, 2= aardig eindje onderweg 3= beginnend beroepsbeoefenaar Kerntaak 1 Opstellen van een activiteitenprogramma

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

Wanneer zijn de kinderen klaar voor een zindelijkheidstraining? Kinderen zijn mogelijk klaar voor een zindelijkheidstraining wanneer ze:

Wanneer zijn de kinderen klaar voor een zindelijkheidstraining? Kinderen zijn mogelijk klaar voor een zindelijkheidstraining wanneer ze: Zindelijkheidstraining Net als de meeste ouders kijkt u misschien uit naar de dag dat uw kind geen luiers meer nodig heeft. Uw kind zindelijk maken kan een enorme opgave lijken, vooral wanneer familie,

Nadere informatie

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling

Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013. Bijeenkomst 10: ontwikkeling Kinderen Ontwikkelen en Leren 2012-2013 Bijeenkomst 10: ontwikkeling Bijeenkomst 9 Terugblik Cognitieve ontwikkeling: Vermunt leerstijlen Probleem oplossen Lereniseenmakkie.nl Bijeenkomst 9 opdrachten

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Het werken aan en en de relatie daarvan met de voortgangsrapportage Gedurende de verdiepingsfase

Nadere informatie

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen

De begeleider als instrument bij gedragsproblemen www.incontexto.nl De begeleider als instrument bij gedragsproblemen Nathalie van Kordelaar Mirjam Zwaan Doel voorlichting Grip krijgen op (probleem) gedrag Evalueren In kaart brengen Uitvoeren Analyse

Nadere informatie

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING...

maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... maandag 11 mei inleveren! STAGE BOEK 2015 VAN.AFDELING... 1 Gegevens leerling Naam Adres Postcode Woonplaats Geboortedatum Telefoon Afdeling/leerweg Gegevens school Naam Schoolbegeleider Adres Plaats Telefoon

Nadere informatie

Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang

Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang >Specificaties Titel: Soort: Werksituatie: Eindproduct: Omgaan met lichamelijkheid, intimiteit en seksualiteit in de kinderopvang Cursus Als pedagogisch medewerker ben je verantwoordelijk voor het welzijn

Nadere informatie

Praten leer je niet vanzelf

Praten leer je niet vanzelf jeugdgezondheidszorg Praten leer je niet vanzelf... hier ben ik www.icare.nl Over de spraak-taalontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar Praten gaat niet vanzelf, praten moet je leren. Een kind leert praten

Nadere informatie

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent.

1 Lees het handelingsformulier van deze vaardigheid en noteer vragen en opmerkingen. Bespreek deze met medestudenten of je docent. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 Opdrachtformulier Feedback geven

Nadere informatie

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze. 2015 Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou! DEEL 1 1 WERKBOEK 5 Eigen keuze Inhoud 2 1. Hoe zit het met je keuzes? 3 2. Hoe stap je uit je automatische piloot? 7 3. Juiste keuzes maken doe je met 3 vragen 9 4. Vervolg & afronding 11 1. Hoe zit het

Nadere informatie

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg

Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel en geestelijke gezondheidszorg Informatie voor cliënten Cliënten en geestelijke gezondheidszorg Slachtoffers van mensenhandel hebben vaak nare dingen meegemaakt. Ze zijn geschokt

Nadere informatie

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL

SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL SPEELWIJZE LEIDERSCHAPSSPEL Bij werken, zowel betaald als vrijwillig, hoort leiding krijgen of leiding geven. De vraag wat effectief leiderschap is houdt dan ook veel mensen bezig. De meningen hierover

Nadere informatie

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER

E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER E-BOOK FEEDBACK GEVEN IS EEN KUNST EXPRESS YOUR INNER POWER INLEIDING Het geven van feedback is een kunst. Het is iets anders dan het uiten van kritiek. Het verschil tussen beide ligt in de intentie. Bij

Nadere informatie

Als opvoeden even lastig is

Als opvoeden even lastig is Als opvoeden even lastig is Hoe pak je dat dan aan? Soms weet ik niet meer wat ik moet doen om hem stil te krijgen. Schattig? Je moest eens weten. Hoezo roze wolk? Mijn dochter kan af en toe het bloed

Nadere informatie

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid

Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel

Nadere informatie

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan

Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt. Verslavingspreventie Mondriaan Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Praten helpt Verslavingspreventie Mondriaan Wat vertel ik mijn kind als ik opgenomen word? Alle ouders hebben het beste voor met hun kinderen. Ouders vragen

Nadere informatie

Eerst je eigen toekomst bedenken, voordat je samen een toekomst bedenkt. Aantrekkelijk voelen Pak je echte wens

Eerst je eigen toekomst bedenken, voordat je samen een toekomst bedenkt. Aantrekkelijk voelen Pak je echte wens Trainen en coachen Psycholoog Mirella Brok Skype Tilburg Made Den Bosch psycholoog@psycholoogmirellabrok.nl 06 1771 2728 KvK 51743256 Lid Nederlandse Beroepvereniging voor Toegepaste Psychologie Opwarmoefening

Nadere informatie

EXAMENOPGAVEN. Crebonr: 52852. Opleiding: Sociaal Pedagogisch Werker 3, Sociaal Pedagogisch Werker 4. Eindtermen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15

EXAMENOPGAVEN. Crebonr: 52852. Opleiding: Sociaal Pedagogisch Werker 3, Sociaal Pedagogisch Werker 4. Eindtermen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15 EXAMENOPGAVEN Deelkwalificatie: WZ 309 Begeleiden Crebonr: 52852 Opleiding: Sociaal Pedagogisch Werker 3, Sociaal Pedagogisch Werker 4 Soort toets: Theorietoets Eindtermen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15

Nadere informatie

Het houden van een spreekbeurt

Het houden van een spreekbeurt Het houden van een spreekbeurt In deze handleiding staan tips over hoe je een spreekbeurt kunt houden. Waar moet je op letten? Wat moet je wel doen? En wat moet je juist niet doen? We hopen dat je wat

Nadere informatie

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling

Tijdschrift Kindermishandeling April 2013 Onderwijsspecial deel 2. 8 tips voor een goed gesprek met je leerling 8 tips voor een goed gesprek met je leerling Edith Geurts voor Tijdschrift Kindermishandeling Het kan zijn dat je als leerkracht vermoedt dat een kind thuis in de knel zit. Bijvoorbeeld doordat je signalen

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

Deel 1: Informatie over het aangemelde kind en het gezin

Deel 1: Informatie over het aangemelde kind en het gezin Intakevragenlijst voor ouders / verzorgers particulier Pagina 1 / 8 Deze intakevragenlijst is bedoeld voor ouders/verzorgers van kinderen die zijn aangemeld voor diagnostiek of behandeling. We hechten

Nadere informatie

Ondersteunen bij activiteiten

Ondersteunen bij activiteiten werkproces 1 Ondersteunen bij activiteiten Zorghulp Wat laat je zien? Je werkt volgens de huisregels en de beroepscode Je werkt alleen of samen, altijd in opdracht van anderen Je gaat flexibel om met onregelmatige

Nadere informatie