Door dik en dun. Hulp bij kinderen met overgewicht.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Door dik en dun. Hulp bij kinderen met overgewicht."

Transcriptie

1 Door dik en dun. Hulp bij kinderen met overgewicht. Het maatschappelijke en juridische probleem van kinderobesitas. Manouk Essenstam Juli 2014 Universiteit van Tilburg Mw. mr R. Heerkens Prof. mr. P. Vlaardingerbroek

2 Inhoudsopgave Afkortingenlijst 3 Hoofdstuk 1: Inleiding Probleembeschrijving Doelstelling Onderzoeksvraag en deelvragen Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie Leeswijzer 7 Hoofdstuk 2: De mogelijkheden voor de overheid om op grond van nationale wet- en regelgeving in te grijpen bij kinderobesitas Ouderlijk gezag versus zorgplicht overheid Overheidsingrijpen Vrijwillige hulpverlening Kinderbeschermingsmaatregelen Ondertoezichtstelling en kinderobesitas Vervangende toestemming bij medische behandeling Uithuisplaatsing en kinderobesitas Ontheffing en ontzetting van het ouderlijk gezag De ontheffing van het ouderlijk gezag en kinderobesitas De ontzetting uit het ouderlijk gezag en kinderobesitas Nieuwe Jeugdwet Conclusie 21 Hoofdstuk 3: De internationale aspecten bij ingrijpen door de overheid bij obesitasproblematiek Het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mensen en de fundamentele vrijheden Het recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven Art. 8 EVRM en ingrijpen door de overheid bij kinderobesitas Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Het belang van het kind Het recht op gezondheid en gezondheidszorg Verantwoordelijkheid van ouders onder het IVRK Conclusie 30 Hoofdstuk 4: Alternatieven voor het aanpakken van kinderobesitas Preventieve aanpak van kinderobesitas Jeugd(straf)recht in Engeland en Wales Parenting contract 33 1

3 4.2.2 Parenting order Free standing parenting order Linked parenting order De parenting order in de praktijk Het parenting contract en de parenting order in Nederland Maatregel van opgroeiondersteuning Alternatieve mogelijkheid voor Nederland Conclusie 39 Hoofdstuk 5: Conclusie en aanbevelingen Conclusie Aanbevelingen 41 Literatuurlijst 44 Jurisprudentielijst 47 2

4 Afkortingenlijst Art. BMI Bjz BW CJG s Comité EHRM EVRM IVESCR IVRK JGZ MUHP OTS RvdK YOT Wjz Wmo Artikel Body Mass Index Bureau jeugdzorg Burgerlijk Wetboek Centra voor Jeugd en Gezin VN-Comité voor de Rechten van het Kind Europees Hof voor de Rechten van de Mens Europees Verdrag inzake de Rechten van de Mens de fundamentele vrijheden Internationaal Verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind Jeugdgezondheidszorg Machtiging uithuisplaatsing Ondertoezichtstelling Raad voor de kinderbescherming Youth Offending Team Wet op de jeugdzorg Wet maatschappelijke ondersteuning 3

5 Hoofdstuk 1: Inleiding Een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem van 22 maart 2012 vormt de aanleiding voor het schrijven van deze scriptie. 1 In deze zaak ging het om een gezin met drie kinderen waarbij er bij ieder van die kinderen sprake was van (ernstig) overgewicht. Het Gerechtshof oordeelde dat het niet adequaat aanpakken van ernstig overgewicht bij de kinderen door hun ouders een grond vormt voor het opleggen van een ondertoezichtstelling (hierna: OTS) door de overheid. Deze uitspraak heeft veel stof doen opwaaien. Met name rees de vraag of de overheid wel gerechtigd is om in te grijpen in een gezinssituatie, indien er sprake is van kinderobesitas, door middel van een OTS. Op dit moment is hier nog weinig tot geen regelgeving over. Interessant om te onderzoeken is dus of de overheid in situaties van kinderobesitas mag ingrijpen en hoe ver dit ingrijpen mag gaan. 1.1 Probleembeschrijving Wereldwijd neemt overgewicht snel toe en ook in Nederland is er sprake van een enorme toename van overgewicht. 2 Overgewicht is een situatie waarin het lichaamsgewicht van een persoon de standaard gewichten gebaseerd op de lichaamslengte overschrijdt doordat een meer dan normale vetopstapeling in het lichaam heeft plaatsgevonden. 3 De voortduring van een grote mate van overgewicht zorgt voor het ontstaan van obesitas. Er wordt gesproken van obesitas op het moment dat er aan het voortduren van het overgewicht een grote mate van gezondheidsrisico s verbonden zijn. 4 Ook op jonge leeftijd komt obesitas voor. Steeds meer kinderen kampen met overgewicht. Uit onderzoek is gebleken dat kinderen met overgewicht of obesitas een aanzienlijk grotere kans hebben op het krijgen van overgewicht op volwassen leeftijd. 5 Vandaar dat het ook zo belangrijk is om overgewicht vroegtijdig, al in de kindertijd, aan te pakken. Dit kan verdere gezondheidsrisico s en andere problemen in de toekomst voorkomen. Voor het vaststellen van obesitas wordt de Body Mass Index (hierna: BMI) gebruikt. Dit is de verhouding van het lichaamsgewicht van een persoon ten opzichte van zijn of haar lengte. Voor zowel volwassenen als kinderen zijn hierbij grenswaarden afgesproken. Obesitas ontstaat door een langdurige onevenwichtigheid tussen de energie-inname en het energieverbruik van een persoon. Wanneer de energie-inname hoger is dan het energieverbruik, zal de energie die overblijft in het lichaam omgezet worden in vet. In 90% van de gevallen wordt obesitas dan ook veroorzaakt door te hoge energie-inname en te weinig lichaamsbeweging. 6 Een te hoge energie-inname is voornamelijk te verklaren door het 1 Gerechtshof Arnhem 22 maart 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW Van Buuren e.a. 2001, p Verheul-Koot 2002, p Idem, p Maffeis 2000, p Verheul-Koot 2002, p

6 overslaan van het ontbijt, 7 een toename van het nuttigen van tussendoortjes 8 en het drinken van veel frisdrank. 9 Te weinig lichaamsbeweging is met name te wijten aan een toenemende inactieve levensstijl in de samenleving. Ouders hebben een belangrijke invloed op de eetgewoontes en lichaamsbeweging van hun kinderen. Kinderen zijn afhankelijk van hun ouders. Ouders zorgen voor de voedselinname van hun kinderen en zijn verantwoordelijk voor de lichaamsbeweging die hun kinderen krijgen. Wanneer ouders geen gezond leven leiden, waaronder slechte eetgewoonten en weinig lichaamsbeweging worden verstaan, dan is de kans groot dat dit overgenomen wordt door de kinderen. Andere belangrijke omgevingsfactoren die kunnen leiden tot overgewicht en obesitas bij kinderen zijn de familiegrootte, de sociale klasse waarin zij leven, obese ouders, ouderlijke verwaarlozing, werkende moeders, één-ouder gezinnen en allochtone gezinnen. 10 Daarnaast kunnen genetische oorzaken een rol spelen bij obesitas. Overgewicht en obesitas kunnen niet alleen voor uiterlijke problemen zorgen, maar ook leiden tot ernstige medische complicaties. Daarnaast kunnen ze psychosociale consequenties voor de kinderen hebben, omdat hun kinderen vanwege hun dikte worden gepest en gediscrimineerd en hierdoor een negatief zelfbeeld ontwikkelen. 11 Dit zorgt voor een verminderde kwaliteit van leven, emotionele problemen, gedragsproblemen en soms zelfs tot depressiviteit. 12 Verontrustender nog zijn de lange termijn gevolgen voor kinderen met obesitas. Deze kinderen hebben een verhoogde sterftekans. 13 Verder is gebleken dat volwassenen die in hun kindertijd kampten met obesitas een verhoogde sterftekans hebben, onafhankelijk van hun gewicht op volwassen leeftijd. 14 Daarnaast lopen zij een verhoogd risico op hart- en vaatziekten en een verhoogde bloeddruk. 15 Obesitasproblematiek komt veel voor bij kinderen en een belangrijke oorzaak hiervan is dat het niet altijd of onvoldoende adequaat wordt aangepakt door ouders. De vraag is of in die situaties het voor de overheid mogelijk zou zijn om in te grijpen in het gezin en het overgewicht bij de kinderen aan te pakken. 1.2 Doelstelling Het doel van dit onderzoek is te beoordelen of er bij de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem van 22 maart 2012 sprake is van een toelaatbaar ingrijpen door de overheid. 16 Beoordeeld zal worden of deze uitspraak in overeenstemming is met wet- en regelgeving en in hoeverre de 7 Aldus Gorissen & Schulpen 1991, p Uit onderzoek is gebleken dat overgewicht tweemaal zo vaak voor komt onder kinderen die niet ontbijten in vergelijking met kinderen die wel ontbijten. 8 Zie ook: Verheul-Koot 2002, p. 16 en Johnson & Frary 2001, p Ludwig, Peterson & Gortmaker 2001, p Verheul-Koot 2002, p Idem, p Idem, p. 17 en Geerts 1997, p Hieruit blijkt dat obesitas in de VS de tweede doodsoorzaak is. 14 Verheul-Koot 2002, p Must & Strauss 1999, p Zie Gerechtshof Arnhem 22 maart 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW

7 overheid mag ingrijpen bij kinderobesitas. Hierbij zal tevens beoordeeld worden of het ingrijpen door de overheid in situaties van kinderobesitas in overeenstemming is met Europese en internationale wet- en regelgeving. Tenslotte zal er beoordeeld worden of door het nemen van preventieve maatregelen door de overheid het probleem van overgewicht bij kinderen niet reeds kan worden afgewend, waardoor repressief ingrijpen van de overheid achterwege kan blijven. 1.3 Onderzoeksvraag en deelvragen Bovenstaande brengt mij tot de volgende onderzoeksvraag: Welke mogelijkheden zijn er, met inachtneming van de rechten van het kind, voor de overheid om in te grijpen in een gezinssituatie wanneer er sprake is van kinderobesitas? De onderzoeksvraag wordt beantwoordt aan de hand van de volgende deelvragen: 1. In hoeverre vormt obesitas een grondslag voor het opleggen van kinderbeschermingsmaatregelen? 2. In hoeverre biedt nationale wet- en regelgeving mogelijkheden voor de overheid om in te grijpen in een gezinssituatie bij obesitasproblematiek? 3. Is het ingrijpen van de overheid bij obesitas van kinderen in lijn met mensenrechten zoals neergelegd in het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mensen en de fundamentele vrijheden? 4. In hoeverre biedt het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind mogelijkheden tot overheidsingrijpen bij obesitasproblematiek? 5. Zijn er preventieve oplossingen mogelijk voor het aanpakken van obesitas bij kinderen en kan het rechtsstelsel van Engeland en Wales hierbij als voorbeeld gebruikt worden? 1.4 Maatschappelijke en wetenschappelijke relevantie De maatschappelijke relevantie van dit onderzoek is te vinden in het veelvoorkomende probleem van obesitas bij kinderen. Een probleem dat mede lijkt te zijn ontstaan doordat de ouders van deze kinderen niet adequaat (genoeg) het overgewicht aanpakken. Omdat obesitas grote risico s met zich mee brengt voor kinderen, is het belangrijk om een oplossing te vinden voor dit probleem. Het onderzoeken van mogelijkheden voor de overheid zou kunnen bijdragen aan het vinden van een oplossing voor het tegengaan (of verhelpen) van obesitas bij kinderen. De wetenschappelijke relevantie van dit onderzoek is te vinden in de wettelijke grondslag voor het ingrijpen van de overheid in gezinssituaties van kinderobesitas. Verschillende mensenrechten zorgen voor de waarborging van rechten en plichten van burgers. De overheid is echter niet zondermeer gerechtigd om daarbij in te grijpen. Onderzocht moet worden welke wettelijke beperkingen worden gesteld aan het overheidsingrijpen bij obesitasproblematiek bij kinderen. Daarnaast zal er gekeken worden of met preventieve oplossingen niet reeds het probleem van overgewicht bij kinderen zou kunnen oplossen. 6

8 1.5 Leeswijzer De scriptie is als volgt opgebouwd. In het tweede hoofdstuk wordt de wijze bekeken waarop de Nederlandse wetgever het ingrijpen van de overheid in het gezin als het belang van het kind dit vereist heeft gereguleerd, hoe dit overheidsingrijpen door de rechtspraak is genormeerd en wordt beoordeeld of de wettelijke mogelijkheden tot overheidsingrijpen ook gelden voor situaties van kinderobesitas. In het derde hoofdstuk wordt beoordeeld of het ingrijpen door de overheid bij kinderobesitas ook mogelijk is op grond van Europese en internationale wet- en regelgeving. In het vierde hoofdstuk wordt ingegaan op de alternatieve mogelijkheden bij de aanpak van kinderobesitas, waarbij ook een rechtsvergelijking gemaakt wordt met het Engelse rechtsstelsel. Een korte samenvatting, de conclusies en aanbevelingen volgen in het vijfde en laatste hoofdstuk. 7

9 Hoofdstuk 2: De mogelijkheden voor de overheid om op grond van nationale wet- en regelgeving in te grijpen bij kinderobesitas Obesitasproblematiek begint vaak al in de kinderjaren. Het wordt echter niet altijd of onvoldoende adequaat aangepakt door ouders. Zou het voor de overheid mogelijk zijn om in te grijpen in dergelijke gevallen als de ouders het zelf niet of onvoldoende adequaat aanpakken? De vraag is of de wet- en regelgeving de overheid hiertoe mogelijkheden biedt. Hieronder zullen daarom eerst de wettelijke plichten van ouders jegens hun kind(eren) uiteen worden gezet. Vervolgens zullen de wettelijke mogelijkheden voor de overheid tot ingrijpen in het gezinsleven ter bescherming van het kind en de omstandigheden waaronder de overheid van deze mogelijkheden gebruik mag maken, worden besproken. Ten slotte zal beoordeeld worden of deze wettelijke mogelijkheden gebruikt kunnen worden bij kinderobesitas. 2.1 Ouderlijk gezag versus zorgplicht overheid Ieder kind heeft het recht op bescherming en zorg. Volgens Willems is er in de samenleving sprake van de trias pedagogica. 17 Dit betekent dat er een driehoek bestaat van partijen die bij de opvoeding betrokken zijn, namelijk de ouders, het kind zelf en de gemeenschap. 18 Bij de trias pedagogica levert ieder van deze partijen een bijdrage aan de opvoeding. Primair wordt een kind beschermd en verzorgd door zijn ouders. 19 Volgens art. 1:245 van het Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) staat ieder kind onder gezag van zijn ouders (of één ouder). Dit gezag heeft betrekking op de persoon van het kind, het bewind over zijn vermogen en zijn vertegenwoordiging in burgerlijke handelingen, zowel in als buiten rechte. Op grond van art. 1:247 BW hebben opvoeders ook een opvoedingstaak. 20 Dit artikel bepaalt dat het ouderlijk gezag de plicht en het recht van de ouder omvat zijn minderjarig kind te verzorgen en op te voeden. 21 Onder verzorging en opvoeding wordt verstaan het voorzien in kleding, voeding en onderdak alsmede onderwijs en medische behandeling. 22 Vervolgens wordt volgens lid 2 van art. 1:247 BW onder verzorging en opvoeding mede verstaan de zorg en de verantwoordelijkheid voor het geestelijk en lichamelijk welzijn en de veiligheid van het kind, alsmede het bevorderen van de ontwikkeling van zijn persoonlijkheid. Volgens de Memorie van Toelichting dienen ouder en kind op voet van gelijkwaardigheid met elkaar om te gaan. 23 Vervolgens wordt opgemerkt: Het opleggen van beperkingen aan het kind, het stellen van grenzen en het zelf mogen beslissen, kan dan zijn rechtvaardiging vinden in de omstandigheid dat het kind wegens onzelfstandigheid en onbekwaamheid bescherming behoeft Willems 2003, p Onder gemeenschap wordt verstaan: burgers, politici, individuele professionals, beroepsgroepen, overheden en de overheid. 19 Zie art. 1:245 jo. 247 lid 1 BW. 20 Dit volgt uit art. 1:247 lid 1 BW. 21 Zie art. 1:247 lid 1 BW. 22 Assers/De Boer 1* 2010, nr. 818 en HR 15 april 1994, NJ 1994, Kamerstukken II 1992/93, 23012, 3, p. 11 (MvT). 8

10 Bij het ouderlijk gezag dient het belang van het kind als uitgangspunt te worden genomen. De Hoge Raad heeft dit in zijn arrest van 25 september 1998 als volgt geformuleerd: Het ouderlijk gezag is een aan de ouders toekomend recht, maar dit recht is gegeven in het belang van het kind en kan daarom niet los worden gezien van de verplichting dit belang te dienen. 25 Uit het voorgaande blijkt dat ouders de plicht hebben om het lichamelijk en geestelijk welzijn van hun kind(eren) te waarborgen. Dit gebeurt echter niet altijd. Als ouders de gezondheid en het welzijn van hun kind niet of onvoldoende waarborgen (of niet weten hoe zij dit moeten waarborgen) zoals in het geval van overgewicht moet er gekeken worden of de overheid kan ingrijpen. 2.2 Overheidsingrijpen Indien er problemen zijn in de opvoeding en verzorging van kinderen, kan de overheid in beeld komen. Het kan gaan om problemen bij de ouders, bij de kinderen of bij problemen in de relatie tussen ouders en kind, waarbij de problemen leiden tot onvoldoende bescherming van het kind. 26 Overheden hebben de verplichting om kinderen in hun lidstaat voldoende bescherming te bieden. 27 Deze verplichting luidt als volgt: De staten die partij zijn bij het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind verbinden zich ertoe het kind te verzekeren van de bescherming en de zorg die nodig zijn voor zijn of haar welzijn, rekening houdend met de rechten en plichten van zijn of haar ouders, wettige voogden of anderen die wettelijk verantwoordelijk voor het kind zijn, en hiertoe alle passende wettelijke en bestuurlijke maatregelen te nemen. 28 De uitwerking van deze verplichting voor de overheid in Nederland is neergelegd in Boek 1 BW. Hierin zijn de kinderbeschermingsmaatregelen opgenomen. Het betreft maatregelen ter bescherming van het kind die onder dwang door de overheid kunnen worden opgelegd. Hulp in het gedwongen kader moet echter gezien worden als een ultimum remedium en zal pas worden verleend wanneer vrijwillige hulpverlening niet genoeg waarborgen biedt of (naar verwachting) niet afdoende werkt c.q. heeft gewerkt Vrijwillige hulpverlening Vrijwillige hulpverlening door de overheid ter bescherming van het kind vindt zijn wettelijke grondslag in de Wet op de Jeugdzorg (hierna: Wjz). De Wjz biedt ondersteuning van en hulp 24 Kamerstukken II 1992/93, 23012, 3, p. 11 (MvT). 25 HR 25 september 1998, ECLI:NL:HR:1998:ZC Bruning 2001, p Deze verplichting bestaat op grond van art. 3 lid 2 IVRK. 28 Art. 3 lid 2 IVRK. 29 Zie art. 1:254 lid 1 BW. Deze (onthoudings-)plicht is tevens af te leiden uit art. 8 lid 2 EVRM. 9

11 aan kinderen en jongeren, hun ouders, stiefouders of pleegouders, bij opgroei- of opvoedingsproblemen of dreigende problemen. 30 De hulp zal bestaan uit advisering, begeleiding en behandeling van problemen. 31 Ouders kunnen zich met een indicatiebesluit van Bureau jeugdzorg (hierna: Bjz) wenden tot een aanbieder van jeugdzorg. Belangrijke zorgaanbieders in dit kader zijn instellingen voor spel- en opvoedingsvoorlichting. 32 Het kan hier bijvoorbeeld gaan om opvoedwinkels waar informatie, advies en voorlichting gegeven wordt over opvoedingsvragen Hierbij is tevens sprake van een tijdige onderkenning van het probleem en worden consultatiemogelijkheden geboden. 33 Zij bieden advies aan ouders door bijvoorbeeld opvoedingsvragen telefonisch of in opvoedwinkels te bespreken. 34 De opvoedingsvragen kunnen betrekking hebben op de gehele opvoeding, zoals scholing, voeding, kleding en gedrag van kinderen. Er zou kunnen worden betoogd dat het voor ouders ook mogelijk is om advies te vragen indien er sprake is van obesitas bij de kinderen. Er ligt dus een mogelijkheid voor ouders om gebruik te maken van het vrijwillig hulptraject indien er sprake is van obesitas bij hun kind. Op deze manier kan er door middel van advies en voorlichting al vroegtijdig hulp in gezet worden om de kinderobesitas aan te pakken. Daarnaast zijn er nog overige voorzieningen zoals consultatiebureaus, schoolartsen, jeugd- GGZ en huisartsen. Zij kunnen de kennis over kinderobesitas van ouders en kinderen vergroten door middel van het geven van preventieve voedings- en beweegadviezen. 35 Tevens kunnen consultatiebureaus, jeugd-ggz en huisartsen een rol spelen in het doorverwijzen van kinderen naar een diëtist of kinderarts bij signalering van overgewicht of obesitas. 2.4 Kinderbeschermingsmaatregelen Op het moment dat blijkt dat het vrijwillige hulpverleningstraject niet genoeg waarborgen biedt voor een goede verzorging en opvoeding van het kind of (naar verwachting) niet afdoende werkt c.q. heeft gewerkt, kan er worden overgegaan tot hulpverlening in het gedwongen kader. Bij hulpverlening in het gedwongen kader is het van belang dat de hulp zo weinig mogelijk in bestaande verhoudingen ingrijpt. 36 Dit wil zeggen dat de hulp zo licht mogelijk moet zijn, zo nabij mogelijk moet worden verleend 37 en zo kort mogelijk moet duren. Daarnaast moet het belang van het kind het ingrijpen via een maatregel van kinderbescherming noodzakelijk maken. 38 In boek 1 BW zijn de maatregelen voor kinderbescherming neergelegd. Deze kinderbeschermingsmaatregelen vormen voor de overheid de belangrijkste instrumenten om in te grijpen om een kind te beschermen op het 30 Aldus art. 1 lid 1 Wjz. 31 Dit wordt ook wel curatieve hulp genoemd. 32 We kennen nog meerdere zorgaanbieders, maar deze zijn mijns inziens niet geschikt voor toepassing bij obesitasproblematiek. 33 Van der Linden, Ten Siethoff & Zeijlstra-Rijpstra 2009, p Ploeg 2002, p Verheul-Koot 2002, p Zie art. 5 lid 4 Wjz. 37 Ofwel: Mocht er sprake zijn van een uithuisplaatsing of bijv. plaatsing in gesloten jeugdzorg dan moet deze plaatsing zo dicht mogelijk bij de ouders gebeuren. 38 Dit is af te leiden uit het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het kind (hierna: IVRK) en met name art. 3 lid 1 IVRK. 10

12 moment dat zijn lichamelijke en/of geestelijke ontwikkeling in ernstige mate wordt geschaad of bedreigd. 39 Volgens de Wjz wordt Bjz gezien als de centrale toegangspoort tot de jeugdzorg. Opgroei-, opvoedings- of psychiatrische problemen, die het onbedreigd opgroeien van jeugdigen belemmeren, kunnen aan Bjz worden voorgelegd door het kind zelf of door anderen, zoals de ouders. 40 Bjz zorgt dan voor de beoordeling van de voorgelegde problemen en stelt, indien nodig, een indicatiebesluit vast. Op het moment dat Bjz in zijn diagnose tot de conclusie komt dat er een maatregel met betrekking tot het gezag nodig is, wordt de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld (hierna: RvdK). 41 De RvdK is vervolgens verantwoordelijk voor het verdere onderzoek naar de problemen met betrekking tot het kind of de kinderen en kan indien noodzakelijk, om een kinderbeschermingsmaatregel bij de rechter verzoeken Ondertoezichtstelling en kinderobesitas Een belangrijke kinderbeschermingsmaatregel is de OTS. De OTS wordt gezien als een gezagsbeperkende maatregel met een preventief karakter. Het doel van deze maatregel is voornamelijk gezinsbegeleiding op een tijdig moment zodat verder ingrijpen door de overheid kan worden voorkomen. Belangrijk hierbij is dat het gaat om het terugdringen en, indien mogelijk, opheffen van de bedreiging die aanleiding voor de OTS vormde. Een kinderrechter kan een kind onder toezicht stellen van Bjz indien een kind zodanig opgroeit, dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd en andere middelen ter afwending van deze bedreiging hebben gefaald, of, naar is te voorzien, zullen falen. 42 Of er sprake is van een bedreigende situatie wordt beoordeeld door de kinderrechter. De kinderrechter heeft een discretionaire bevoegdheid en staat hierdoor vrij in zijn beoordeling of er sprake is van een bedreigende situatie. Het is bij een OTS niet vereist dat de ouders ook daadwerkelijk verwijtbaar tekortschieten. Bjz is bij de OTS bevoegd tot het geven van schriftelijke aanwijzingen aan de ouders met gezag en het kind. 43 Deze schriftelijke aanwijzingen dienen betrekking te hebben op de verzorging en opvoeding van het kind. Belangrijk bij deze schriftelijke aanwijzingen is dat zowel de ouders als het kind verplicht zijn deze op te volgen. Indien dit niet gebeurt, kan dit vergaande gevolgen hebben, waarbij te denken valt aan verder ingrijpen in het gezag, zoals een uithuisplaatsing of nog verdergaand een ontheffing of ontzetting. 44 Er zijn vele factoren die kunnen leiden tot de ernstige bedreiging als bedoeld in art. 1:254 lid 1 BW. In welke gevallen er sprake is van een ernstige bedreiging van de zedelijke of 39 Doek & Vlaardingerbroek 2009, p Dit uitgangspunt is neergelegd in art. 5 lid 1 Wjz. 41 Dit gebeurt op grond van art. 9 lid 2 Wjz. 42 Art. 1:254 lid 1 BW. 43 Zie art. 1:258 lid 1 BW. 44 Zie art. 1:258 lid 2 BW. 11

13 geestelijke belangen van een kind of van zijn gezondheid, hangt af van de waardering van feitelijke omstandigheden en is in zijn algemeenheid moeilijk te beantwoorden. 45 De bedreiging, waarover gesproken wordt in art. 1:254 lid 1 BW, kan zich op alle leeftijden voordoen. Voor de beslissing over de OTS is de feitelijke situatie waarin het kind verkeert bepalend. 46 Het is hierbij niet van belang wat de precieze oorzaak is van de bedreiging genoemd onder het eerste lid. Een OTS is ook mogelijk indien de ouders geen enkel verwijt kan worden gemaakt van de bedreiging van de (zedelijke of geestelijke) belangen of gezondheid van het kind. 47 Overigens heeft het Gerechtshof s-gravenhage beslist dat een opvoedingsstijl die onvoldoende structuur en regels biedt zonder dat de ontwikkeling van de kinderen ernstig wordt bedreigd, niet voldoet aan de wettelijke gronden van de OTS. 48 In maart 2011 werd in Utrecht door de RvdK aan de kinderrechter een OTS verzocht voor drie kinderen uit één gezin. 49 De reden hiervoor was dat er bij deze kinderen sprake was van obesitas en de RvdK onvoldoende erkenning voor deze problematiek bij de ouders constateerde. Volgens de RvdK troffen de ouders onvoldoende maatregelen om de obesitas bij hun kinderen op adequate wijze aan te pakken. De kinderrechter besloot de kinderen onder toezicht te stellen. Het Gerechtshof Arnhem bekrachtigde vervolgens op 22 maart 2012 de beschikking van de Rechtbank Utrecht. 50 Deze uitspraak werd vervolgens opgepakt in de media. Naar aanleiding van de media aandacht heeft de RvdK een nota opgesteld. 51 Hierin wordt vermeld dat de uitspraak beslist niet tot doel heeft gehad om alle kinderen met obesitas onder toezicht te laten stellen. De RvdK verzoekt een OTS als kinderen door nalatig handelen van hun ouders ernstige of acute gezondheidsrisico s lopen. Wat maakt dat de RvdK zich genoodzaakt voelde in deze zaak in te grijpen, is dat ouders onvoldoende inzicht en motivatie bleken te hebben om, met de vrijwillige hulp die is geboden door Bjz en een diëtiste, het overgewicht van hun kinderen aan te pakken. Dit vormde voor de Rechtbank Utrecht dan ook voldoende grondslag om de OTS van de kinderen met obesitas toe te wijzen. 52 Het Gerechtshof Arnhem bevestigde in zijn arrest van 22 maart 2012 voornoemde uitsrpaak van de Rechtbank Utrecht en besliste dat het niet adequaat aanpakken van ernstig overgewicht een grond oplevert voor het opleggen van een OTS. 53 In deze zaak stond vast dat drie kinderen uit het gezin (ernstig) overgewicht hadden. De kinderen waren door de huisarts gewogen, waaruit bleek dat zij allen boven het gemiddelde gewicht voor hun leeftijd zaten. 45 Kamerstukken II 1992/93, 23003, 3, p C. Forder 2013, groene serie art. 1:264 BW. 47 HR 17 juni 1977, ECLI:NL:HR:1977:AC Gerechtshof s-gravenhage 13 oktober 2010, ECLI:NL:RBUTR:2011:BP Rechtbank Utrecht 7 oktober 2011, ECLI:NL:RBUTR:2011:BZ Gerechtshof Arnhem 22 maart 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW Nota informatie RvdK n.a.v. media-aandacht voor OTS kinderen met obesitas. 52 Rechtbank Utrecht 7 oktober 2011, ECLI:NL:RBUTR:2011:BZ Gerechtshof Arnhem 22 maart 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW

14 Het oudste kind bleek zelfs 51 kilogram boven het gemiddelde gewicht van een dertienjarige te wegen. Het Gerechtshof oordeelde: De ouders hebben ondersteuning nodig nu zij onvoldoende intrinsieke motivatie en inzicht hebben om vrijwillig een langdurig traject in te gaan met hun kinderen en hierdoor de noodzakelijke verandering van patronen in het gezin te bewerkstelligen. In het niet adequaat (met resultaat) aanpakken van het overgewicht van de drie kinderen, ziet het hof een bedreiging voor hun gezondheid. De ouders hebben ter terechtzitting weliswaar aangegeven zeer hun best te doen en zeer betrokken te zijn bij hun kinderen, hetgeen het hof ook is gebleken, maar dat is onvoldoende voor afwending van de ernstige bedreiging in de lichamelijke gezondheid van de drie kinderen. 54 Dit was overigens de eerste keer dat verzocht werd om een kinderbeschermingsmaatregel door de RvdK in het geval van kinderobesitas. Middels dossieronderzoek is duidelijk geworden dat de RvdK reeds in eerdere gevallen van kinderobesitas om een OTS had verzocht. Bij die gevallen valt op dat de RvdK met name om een OTS verzoekt indien ouders niet willen of kunnen meewerken aan het tegengaan van obesitas bij hun kind(eren). De RvdK ziet kinderobesitas als een bedreiging in de ontwikkeling en gezondheid van kinderen, maar besluit pas over te gaan tot het verzoeken van een kinderbeschermingsmaatregel op het moment dat de ouders onvoldoende inzicht of motivatie hebben om het overgewicht van hun kinderen aan te pakken. Het voorgaande blijkt onder meer uit de navolgende zaken. In de zaak van A. gaat het om een meisje van 12 jaar, dat met haar gewicht van 230 kilogram aan obesitas lijdt. 55 Het risico tot overlijden was voor haar extreem groot. Het meisje ervaarde als gevolgen van obesitas ademhalingsproblemen en was s nachts aangewezen op beademingsapparatuur. Ze ervaarde problemen met slapen en had een verstoord dag- en nachtritme. Ze gebruikte medicatie om de opname van insuline te bevorderen. Tevens werd ze sociaal-emotioneel in haar ontwikkeling bedreigd, doordat ze kampte met angsten en piekerde. Ze verkeerde in een sociaal isolement en ging niet meer naar school. Hier bleek echter tijdens het onderzoek door de RvdK dat ouders in samenwerking met Bjz en een diëtiste bereid en gemotiveerd waren om mee te werken aan het aanpakken van het overgewicht. Dit was dan ook reden voor de RvdK om niet over te gaan tot het verzoeken om een kinderbeschermingsmaatregel, maar na zes maanden een follow-up te doen. Ten tijde van de follow-up bleek A. inmiddels 195 kg te wegen. In de zaak van B. ging het om een jongen van 16 jaar waarbij sprake was van morbide obesitas. 56 B. had hierdoor moeite met naar school gaan, hij was in toenemende mate somber, piekerde veel, sliep slecht en zijn dag/nachtritme verschoof steeds meer waarbij er sprake was van een nagenoeg volledige omkering van dag- en nachtritme. Zijn eetgedrag en leefstijl 54 Gerechtshof Arnhem 22 maart 2012, ECLI:NL:GHARN:2012:BW5429, r.o Zie zaak A. Wegens anonimiteitsredenen zal er geen vindplaats of daadwerkelijke naam genoemd worden. 56 Zie zaak B. Wegens anonimiteitsredenen zal er geen vindplaats of daadwerkelijke naam genoemd worden. 13

15 bedreigde zijn gezondheid en vormden een belemmering voor een normale ontwikkeling. Er was sprake van ouderlijke onmacht om de problemen aan te pakken. Er was aan ouders door Bjz en de RvdK geadviseerd om B. op te laten nemen in een obesitaskliniek, maar zowel ouders als B. weigerden mee te werken. De RvdK verzocht een OTS. De RvdK was namelijk van mening dat hier sprake is van een bedreigde fysieke, cognitieve en sociaal-emotionele ontwikkeling. De belangrijkste overweging hierbij was dat de RvdK van mening was dat de bedreiging niet voldoende in een vrijwillig kader kon worden weggenomen, waardoor een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk was. Deze overweging was gebaseerd op het feit dat ouders weigeren mee te werken. De kinderrechter oordeelde dat er voldaan wordt aan de in art. 1:254 lid 1 BW gestelde voorwaarden, doordat B. ernstig in zijn ontwikkeling werd bedreigd. De zorgen waren bijzonder groot. Er was bij B. sprake van zeer fors overgewicht, depressie, een autistische stoornis en zelfbepalend gedrag. Ouders hadden hun best gedaan om in het vrijwillige kader een oplossing te zoeken, maar lukten hen helaas niet, terwijl de zorgen ten aanzien van B. bleven toenemen. 57 Van een ander geval was sprake bij het Gerechtshof Amsterdam. 58 Hier ging het om een ernstige lichamelijke verwaarlozing van een kind als gevolg van een zeer eenzijdig voedingspatroon in de afgelopen acht jaar. De moeder en het kind volgden het raw food dieet. Dat houdt in dat uit gezondheidsoverwegingen (van moeder) slechts ongekookt voedsel werd gegeten. Daarnaast werd het kind van het volgen van erkend onderwijs onthouden. De Kinderrechter Amsterdam oordeelde in deze zaak in eerste aanleg dat er aan de gestelde voorwaarden van art. 1:254 lid 1 BW voldaan was doordat het door het kind gevolgde dieet door een aantal deskundigen als ontoereikend werd aangemerkt en anderzijds door de aanhangers ervan als een goed en heilzaam dieet wordt ervaren. In elk geval moet worden vastgesteld dat het dieet omstreden was. 59 Vervolgens oordeelde de kinderrechter in hoger beroep: De kinderrechter kan de raad volgen in zijn gedachtegang dat door [het kind] in zijn dagelijkse opvoeding geen keuze te laten hij in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. Dit klemt temeer nu aan deze leefwijze verregaande consequenties worden verbonden voor wat betreft bijvoorbeeld de schoolkeuze of de beslissing van de moeder om [het kind] thuisonderwijs te laten volgen. 60 Het oordeel van het Gerechtshof was dat de cognitieve ontwikkeling, en daarmee de zedelijke belangen van het kind op deze manier ernstig werden bedreigd. 61 Het Gerechtshof oordeelde dat de gronden voor de maatregel van OTS aanwezig waren en bekrachtigd vervolgens de beschikking van de rechtbank. 57 Rechtbank Oost-Brabant 11 oktober Wegens anonimiteitsredenen zal het zaaknummer niet vernoemd worden. 58 Gerechtshof Amsterdam 15 november 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BU Rechtbank Amsterdam 8 juni 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ Rechtbank Amsterdam 8 juni 2011, ECLI:NL:RBAMS:2011:BQ Gerechtshof Amsterdam 15 november 2011, ECLI:NL:GHAMS:2011:BU4435, r.o

16 Geconcludeerd kan dus worden dat de overheid in zou kunnen grijpen indien er sprake is van obesitas bij kinderen, waarbij ouders onvoldoende adequaat het probleem aanpakken Vervangende toestemming bij medische behandeling Tot slot is art. 1:264 BW nog van belang in verband met een OTS. In dit artikel is geregeld dat wanneer een onder toezicht gesteld kind onder de twaalf jaar een medische behandeling moet ondergaan om ernstig gevaar voor zijn gezondheid te voorkomen, en de ouder weigert hiervoor toestemming te verlenen, er door Bjz vervangende toestemming voor de medische behandeling gevraagd kan worden aan de kinderrechter. De vervangende toestemming van de rechter is slechts mogelijk indien er aan de volgende voorwaarden voldaan is: er sprake is van een ondertoezichtstelling, het kind is jonger dan twaalf jaar, de medische behandeling is noodzakelijk om ernstig gevaar voor de gezondheid van het kind te voorkomen, de ouders willen geen toestemming geven voor die medische behandeling en Bjz verzoekt om vervangende toestemming. 62 Belangrijkste voorwaarde is dat er daadwerkelijk sprake is van een noodzaak en ernstig gevaar voor de gezondheid. Het gaat slechts om gevallen waarin de beoogde behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar te voorkomen. 63 De wetgever licht dit criterium echter verder niet toe, waardoor het moeilijk is om in zijn algemeenheid te zeggen wat er precies onder wordt verstaan. 64 Volgens C. Forder is het aannemelijk dat hiermee bedoeld wordt dat andere medische ingrepen dan de beoogde niet voldoende zullen zijn om het ernstige gevaar voor de gezondheid van het kind als gevolg van zijn of haar overgewicht af te wenden. 65 Verder zal voldoende moeten worden aangegeven waaruit dat ernstig gevaar bestaat. Naar de mening van C. Forder moet hierbij aangegeven worden wat de gevolgen voor de gezondheid van het kind zullen zijn als de voorgenomen medische behandeling achterwege blijft. 66 Bij de medische behandeling kan het gaan om een acute eenmalige medische ingreep of om een medische behandeling over een zekere periode, zoals een medicamenteuze behandeling. 67 Volgens het voorgestelde ontwerpart. 1:265e BW valt een pedagogische of psychologische behandeling niet onder een medische behandeling als bedoelt in art. 1:264 BW. 68 Daarnaast oordeelde de Rechtbank Rotterdam dat ook een orthopedagogische behandeling niet een medische behandeling is in de zin van art. 1:264 BW. 69 Onder omstandigheden zou het mogelijk kunnen zijn om bij de rechter vervangende toestemming te verzoeken bij een medische behandeling van kinderobesitas. Het moet dan allereerst wel gaan om een kind jonger dan twaalf jaar, waarvan de ouders geen toestemming 62 Zie art. 1:264 BW. 63 Forder 2013, p Idem, p Idem, p Idem, p Idem, p Kamerstukken I 2011/12, 32015, C, p Rechtbank Rotterdam 4 oktober 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BX

17 willen geven voor een medische behandeling, terwijl die medische behandeling noodzakelijk is om ernstig gevaar voor de gezondheid te voorkomen. Bij obesitas kan er sprake zijn van een ernstig gevaar voor de gezondheid van het kind. 70 Een medische behandeling zoals een speciaal opgesteld behandelplan waarin een dieet gevolgd dient te worden, een medicamenteuze behandeling of zelfs operatieve behandelingen als een maagband, kunnen noodzakelijk zijn om het gevaar voor de gezondheid van het kind af te wenden, indien er op dat moment aangetoond kan worden dat de gevolgen voor de gezondheid van het kind dusdanig ernstig zijn als de voorgenomen medische behandeling achterwege blijft Uithuisplaatsing en kinderobesitas In beginsel blijft het kind tijdens een OTS thuis wonen bij zijn of haar ouders. Het kan echter zijn dat de OTS onvoldoende toereikend blijkt om de bedreigende situatie op te heffen of minstens te verminderen. Indien andere (minder ingrijpende) maatregelen al zijn uitgeput, bestaat er de mogelijkheid over te gaan tot uithuisplaatsing. In het kader van de OTS is uithuisplaatsing op twee manieren mogelijk: vrijwillige uithuisplaatsing of machtiging tot uithuisplaatsing (hierna: MUHP) door de kinderrechter. Mits Bjz geen bezwaar heeft, kunnen ouders ten tijde van een OTS overgaan tot vrijwillige uithuisplaatsing van hun kind. 71 Bjz zal geen bezwaar hebben indien de uithuisplaatsing in het belang van de verzorging en opvoeding van het kind is. Hiervan is sprake indien het kind zodanig opgroeit dat zijn zedelijke of geestelijke belangen of zijn gezondheid ernstig worden bedreigd, maar ouders wel open staan voor het accepteren van hulpverlening hierbij. Het kind van twaalf jaar of ouder dient in te stemmen met de uithuisplaatsing. Mocht het kind van twaalf jaar of ouder niet instemmen met de vrijwillige uithuisplaatsing, kan er niet overgegaan worden tot de uitoefening hiervan. Indien de uithuisplaatsing toch noodzakelijk wordt geacht, dient Bjz over te gaan tot een verzoek tot een MUHP op grond van art. 1:261 BW. Indien vrijwillige uithuisplaatsing niet mogelijk is, bestaat er de mogelijkheid tot MUHP door de kinderrechter. De kinderrechter kan een MUHP uitspreken indien dit noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding van het kind of wanneer dit noodzakelijk is voor onderzoek van diens geestelijke of lichamelijke gesteldheid. 72 Een MUHP is alleen mogelijk indien de nagestreefde doelen niet bereikt kunnen worden als het kind thuis blijft wonen. In het algemeen wordt aangenomen dat van de maatregel MUHP enig opbouwend en nuttig gevolg te verwachten moet zijn en noodzakelijk is met het oog op herstel van de gezinsband en de afweer van de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van het kind Zie voor een nadere uitleg hiervan paragraaf 1.1, en Art. 1:258 lid 3 BW. 72 De grond voor uithuisplaatsing is neergelegd in art. 1:261 lid 1 BW. 73 Nieuwenhuis, Stolker & Valk

18 Een MUHP wordt gegeven indien er voldaan is aan de gronden voor een OTS en indien blijkt dat de nagestreefde doelen, die bij de OTS zijn opgesteld, niet worden bereikt als het kind thuis blijft wonen. 74 De RvdK heeft ook te maken met zaken waarin er sprake is van kinderobesitas, waarbij zij verzoeken om een MUHP. Zo ging het in zaak C. om een meisje van 16 jaar waarbij morbide obesitas was geconstateerd. Door al dit overgewicht had ze tevens een forse knieblessure opgelopen, waarvoor zij twee operaties moest ondergaan. Door het overgewicht en de knieblessure was er sprake van veel schoolverzuim. De RvdK achtte hier een kinderbeschermingsmaatregel noodzakelijk. De ernstige bedreiging bestond uit de lichamelijke gezondheid van C. die ernstig in gevaar was gekomen. De bedreiging kon vervolgens niet op een andere manier worden weggenomen, omdat ouders en C. geen probleeminzicht hadden en daardoor de inzet van hulpverlening, school en medici niet benut werden. Er werd door de RvdK verzocht om een OTS met een MUHP in een obesitaskliniek. De kinderrechter was van mening, dat bovenstaande ervoor zorgde dat aan de voorwaarden van art. 1:254 lid 1 BW was voldaan. De morbide obesitas zorgde er namelijk voor dat het kind zodanig opgroeide dat zijn gezondheid ernstig werd bedreigd. Andere middelen, namelijk fysiotherapeut en diëtiste in een vrijwillig kader, ter afwending van deze bedreiging van de gezondheid hebben gefaald. De kinderrechter legde de OTS op. Met betrekking op de verzochte MUHP overwoog de kinderrechter dat de uithuisplaatsing wel noodzakelijk werd geacht, maar doordat er bij de obesitaskliniek een wachttijd voor behandeling een jaar bedraagt, kan de eventuele MUHP vooralsnog niet ten uitvoer worden gelegd. 75 De beslissing hieromtrent werd voor zes maanden aangehouden. Op 24 maart van dit jaar heeft de Rechtbank Oost-Brabant echter alsnog de MUHP afgegeven. De Rechtbank oordeelde dat er bij morbide obesitas sprake is van ernstige verwaarlozing. 76 Het ligt op de weg van de ouders om er voor te zorgen dat het kind in een goede gezondheid kan opgroeien en daarbij hoort een gezond gewicht. 77 Indien ouders een kind onvoldoende kunnen stimuleren dan wel sturen om haar gezondheid te verbeteren, is het volgens de kinderrechter in het belang van het kind noodzakelijk om een MUHP af te geven. 78 Uit het voorgaande kan worden afgeleid dat het voor de overheid mogelijk lijkt te zijn om een MUHP te verzoeken indien er sprake is van kinderobesitas en de ouders het kind niet voldoende kunnen sturen of stimuleren om zijn of haar gezondheid te verbeteren Ontheffing en ontzetting van het ouderlijk gezag Indien blijkt dat een OTS, met eventueel een MUHP, niet het gewenste effect heeft, is het mogelijk, onder bepaalde omstandigheden, over te gaan tot ontheffing van of ontzetting uit 74 Zie art. 1:261 lid 1 BW. 75 Rechtbank Oost-Brabant 21 augustus Wegens anonimiteitsredenen zal het zaaknummer niet vernoemd worden. 76 Rechtbank Oost-Brabant 24 maart Wegens anonimiteitsredenen zal het zaaknummer niet vernoemd worden. 77 Idem. 78 Idem. 17

19 het gezag. 79 Bij een ontheffing van of ontzetting uit het ouderlijk gezag is niet langer sprake van gezagsbeperkende maatregelen, maar gaat het om gezagsontnemende maatregelen. Het gezag wordt dan in de vorm van voogdij overgedragen aan Bjz. 80 Of indien er sprake is van gezamenlijk gezag, wordt het gezag voortaan door de andere ouder alleen uitgeoefend De ontheffing van het ouderlijk gezag en kinderobesitas Volgens de wet kan ontheffing van het ouderlijk gezag niet worden uitgesproken indien de met het gezag belaste ouder of het belang van het kind zich hiertegen verzet. 82 Indien de ouders zich verzetten tegen de ontheffing, kan er echter een gedwongen ontheffing plaatsvinden. 83 Een gedwongen ontheffing kan worden opgelegd indien na een OTS van ten minste zes maanden blijkt, of na een MUHP krachtens het bepaalde in art. 1:261 BW van meer dan een jaar en zes maanden gegronde vrees bestaat, dat deze maatregel door de ongeschiktheid of onmacht van een ouder om zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen onvoldoende is om de dreiging als bedoeld in art. 1:254 BW af te wenden. 84 Een gedwongen ontheffing kan ook worden opgelegd indien de ontheffing van de ene ouder, de ontzetting van de andere ouder de kinderen niet aan diens invloed zou onttrekken. 85 Tevens kan ingegrepen worden met een ontheffing van het ouderlijk gezag indien de geestvermogens van de ouder zodanig zijn gestoord, dat hij niet in staat is zijn wil te bepalen of de betekenis van zijn verklaring te begrijpen. 86 Ten slotte kan een ontheffing van het ouderlijk gezag worden opgelegd als na een verzorging en opvoeding met instemming van de ouder anders dan uit hoofde van een OTS of een plaatsing onder voorlopige voogdij van ten minste één jaar in een ander gezin dan het ouderlijke, een voortzetting daarvan noodzakelijk is en bij terugkeer naar de ouder moet worden gevreesd voor ernstig nadeel voor het kind. 87 De praktijk leert dat in veel gevallen bij een gedwongen ontheffing sprake is van een MUHP op grond van een OTS, waarbij er na anderhalf jaar onvoldoende vooruitgang is geweest bij het kind in relatie tot de ouders. 88 In de jurisprudentie gaat het dan om gevallen waar bij ouders sprake is van veel verzet en strijd, waardoor Bjz gehinderd wordt bij het inzetten van adequate hulpverlening voor het kind. 89 Het verzetten tegen de hulpverlening door de ouders is belastend voor het kind, nu met de OTS juist beoogd wordt om de noodzakelijke hulpverlening in te zetten ten aanzien van het helpen van het kind. Daarnaast is er in de jurisprudentie sprake van het onvermogen van de ouders om inzicht te verkrijgen in de 79 De gronden hiervoor zijn opgenomen in de artikelen 1:266 t/m 1:269 BW. 80 Art. 1:275 lid 1 BW. 81 Art. 1:274 lid 1 BW. 82 Zie hiervoor art. 1:268 lid 1 BW en art. 1:266 BW. 83 Dit kan o.g.v. art. 1:268 lid 2 BW. 84 Art. 1:268 lid 2 onder a BW. 85 Art. 1:268 lid 2 onder b BW. 86 Art. 1:268 lid 2 onder c BW. 87 Art. 1:268 lid 2 onder d BW. 88 Nieuwenhuis, Stolker & Valk Rechtbank Arnhem 26 januari 2011, ECLI:NL:RBARN:2011:BP2026; Rechtbank Groningen 19 januari 2010, ECLI:NL:RBGRO:2010:BL0217; Gerechtshof s-gravenhage 12 april 2011, ECLI:NL:GHSGR:2011:BQ

20 problemen, bijvoorbeeld door een laag IQ. 90 Het gevolg daarvan is dat de ouders niet kunnen deelnemen aan de hulpverlening, omdat ze geen goed inzicht verkrijgen in het probleem. Indien er sprake is geweest van het opleggen van een OTS op grond van een ernstige bedreiging van de gezondheid of ontwikkeling van het kind vanwege obesitas, en er na anderhalf jaar onvoldoende vooruitgang is geweest bij het kind in relatie tot zijn ouders, dan zou het mogelijk zijn om in dit kader gedwongen ontheffing te verzoeken. De ontheffing kan niet worden verzocht indien er slechts sprake is van obesitas bij de kinderen. Het enige feit dat een kind last heeft van overgewicht is niet voldoende grond om een ontheffing op te baseren. Er moet dan daadwerkelijk sprake zijn van bijkomende omstandigheden zoals onvermogen aan de kant van de ouders om inzicht te verkrijgen in de problematiek rondom obesitas of de ouders moeten zich verzetten tegen de adequate hulpverlening. Indien hiervan sprake is en er is bij het kind tevens sprake van obesitas, lijkt het mogelijk voor de overheid om te verzoeken om een ontheffing van het ouderlijk gezag De ontzetting van het ouderlijk gezag en kinderobesitas De ontzetting kan slechts uitgesproken worden indien dit noodzakelijk is in het belang van het kind en er voldaan is aan één van de voorwaarden genoemd in art. 1:269 lid 1 BW. 91 Ontzetting richt zich tot ouders die zich verwijtbaar verkeerd hebben gedragen en heeft daarmee voor de betrokken ouders een onterend karakter. Een ontzetting dient in het belang van het kind noodzakelijk te zijn. De ontzetting kan gebaseerd zijn op vijf gronden, namelijk misbruik van het gezag of grove verwaarlozing van de verzorging en opvoeding van één of meer kinderen, slecht levensgedrag, onherroepelijke veroordeling, het in ernstige mate verontachtzamen van de aanwijzingen van Bjz en het bestaan van gegronde vrees voor verwaarlozing van de belangen van het kind, doordat de ouder het kind terugeist of terugneemt van anderen, die diens verzorging en opvoeding op zich hebben genomen. 92 Bij grove verwaarlozing, ziet het op schenden van plichten door nalaten. 93 Zoals bijvoorbeeld het stelselmatig onthouden van ieder onderwijs. 94 In de jurisprudentie komt naar voren dat een ontzetting bijna alleen maar voorkomt indien er sprake is van het vertonen van slecht levensgedrag door middel van het creëren van een onveilige thuissituatie voor de kinderen, waarbij er gevreesd moet worden voor mishandeling en verwaarlozing. 95 Bij kinderobesitas lijkt er geen sprake te zijn van een dusdanige problematiek om een ontheffing uit het ouderlijk gezag te rechtvaardigen. Het enkele feit dat er sprake is van kinderobesitas lijkt onvoldoende grondslag te bieden om een ontzetting van het ouderlijk gezag te kunnen opleggen. Ook al zou het belang van het kind dit misschien rechtvaardigen, er moet tevens sprake zijn van één van de andere gronden genoemd in art. 1:269 lid 1BW. In 90 Gerechtshof Leeuwarden 1 april 2010, ECLI:NL:GHLEE:2010:BM De grond voor ontzetting is neergelegd in art. 1:269 lid 1 BW. 92 Zie art. 1:269 lid 1 BW. 93 Nieuwenhuis, Stolker & Valk Gerechtshof s-gravenhage 26 februari 1930, NJ 1930, Gerechtshof s-gravenhage 27 oktober 2010, ECLI:NL:GHSGR:2010:BP

21 de jurisprudentie gaat het dan om problematiek van een andere aard. Er zal in dusdanige mate sprake moeten zijn van bijkomende omstandigheden die een grondslag bieden voor de ontzetting. Indien er inderdaad naast de obesitasproblematiek sprake is van één van de voorwaarden uit art. 1:269 lid 1 BW dan zou het mogelijk zijn dat het in het belang van het kind noodzakelijk wordt geacht om een ontzetting uit het ouderlijk gezag op te leggen. Kinderobesitas alleen vormt hiervoor onvoldoende grond. 2.5 Nieuwe Jeugdwet Gemeenten moeten in de nieuwe Jeugdwet een integraal aanbod doen voor zorg-kinderen. In de nieuwe Jeugdwet komt de verantwoordelijkheid voor een positief opvoedklimaat, preventie, vroegsignalering en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering bij gemeenten te liggen. 96 De reden hiervoor is dat het op deze manier makkelijker zou zijn om verbindingen te leggen tussen zorg, lokaal gezondheidsbeleid, onderwijs, werk en inkomen, sport en veiligheid. 97 Gemeenten krijgen de opdracht om het gemeentelijk beleid inzake preventie en jeugdhulp, maar ook de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering op te nemen in een beleidsplan. 98 Volgens de nieuwe Jeugdwet moet er meer gebruik gemaakt worden van preventie in de vorm van laagdrempelige opgroei- en opvoedingsondersteuning. 99 Er moet hierbij uitgegaan worden van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jeugdigen en hun ouders. 100 Hierbij zal ook gekeken worden naar de sociale omgeving waarin het gezin zich bevindt. 101 Deze sociale omgeving kan een grote rol spelen bij het vroegtijdig aanpakken van problemen, bijvoorbeeld door te zorgen voor goede basisvoorzieningen. 102 Met name scholen zullen een grote rol krijgen bij het vroegtijdig signaleren van problemen. 103 Zoals uit de Memorie van Toelichting op te maken is, valt te verwachten dat de nieuwe Jeugdwet zal zorgen voor verbetering in de aanpak van kinderobesitas in gezinnen doordat ook de jeugdgezondheidszorg (hierna: JGZ) en de verantwoordelijkheid voor goede jeugdhulp bij de gemeente komt te liggen. Dit is te verwachten omdat het op deze manier makkelijker zal zijn om verbindingen te leggen tussen de jeugdgezondheidszorg en jeugdhulp, doordat de bevoegdheden en taken in handen komen te liggen van een bestuurslaag. JGZ heeft als doel het bevorderen, beschermen en bewaken van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen. 104 Tevens krijgt de huisarts, medisch specialist en de jeugdarts expliciet de mogelijkheid tot verwijzing naar de jeugdhulp. 105 Hierdoor kan er zo snel mogelijk passende maatregelen worden getroffen. Ook ligt in de nieuwe Jeugdwet de nadruk 96 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 3. (MvT). 97 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 3. (MvT). 98 Dit is vergelijkbaar met de Wmo. Zie art.2.2 wetsvoorstel Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 14. (MvT). 100 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 14. (MvT). 101 Zoals familieleden, school, sportinstellingen, kinderopvang, peuterspeelzalen etc. 102 Zoals het voorzien in een positief opvoedklimaat, woonomgeving die uitnodigt tot sporten, spelen en talentontwikkeling. 103 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 19. (MvT). 104 Kamerstukken II 2012/13, 33684, 3, p. 25. (MvT). 105 Zie art. 2.5 onderdeel g nieuwe Jeugdwet. 20

Jeugdbescherming in Nederland

Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Jeugdbescherming in Nederland Mr. drs. Bart de Jong Adviseur Van Montfoort 2 Stelselwijziging Jeugd Wat is Jeugdbescherming? Proces/Actoren Doelgroep en problematiek Maatregelen

Nadere informatie

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK)

VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) VERDRAG INZAKE DE RECHTEN VAN HET KIND (IRVK) Artikel 3 IRVK 1. Bij alle maatregelen betreffende kinderen, ongeacht of deze worden genomen door openbare of particuliere instellingen voor maatschappelijk

Nadere informatie

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING

VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING VAN GEZAGSBEPERKING NAAR GEZAGSONTNEMING LEGITIMATIE VAN OVERHEIDSINGRIJPEN IN HET FAMILIE- EN GEZINSLEVEN JOYCE DE BRUIJN SEPTEMBER 2012 2 Van gezagsbeperking naar gezagsontneming Legitimatie van overheidsingrijpen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging. Nijkerk, Opstandingskerk. 25 mei 2016

Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging. Nijkerk, Opstandingskerk. 25 mei 2016 Ouder van mijn ouders Van helpen en ondersteunen tot gedwongen hulp en gezagsbeëindiging Nijkerk, Opstandingskerk 25 mei 2016 Prof.mr. Paul Vlaardingerbroek Cijfers Jaarlijks worden ca. 119.000 kinderen

Nadere informatie

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw

Opmerkingen over Hoofdstuk 1. Wijziging van wetten Artikel 1.8, wijziging van het Bw Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Postbus 30137 2500 GC Den Haag Telefoon (070) 361 93 00 Fax algemeen (070) 361 93 10 Fax rechtspraak (070) 361 93 15 Aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 ECLI:NL:RBDHA:2013:7717 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11-06-2013 Datum publicatie 16-07-2013 Zaaknummer 443058 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam

Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Gedwongen hulpverlening Sonja de Pauw Gerlings Döhrn, kinderrechter Rotterdam Ondertoezichtstelling Zedelijke of geestelijke belangen of gezondheid ernstig bedreigd en andere middelen hebben gefaald of,

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2015:6066 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 27-07-2015 Datum publicatie 17-08-2015 Zaaknummer 200.172.365/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen.

Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Rapport (verkort) Naar aanleiding van de feitelijke uithuisplaatsing van een zesjarige jongen. Oordeel De Kinderombudsman is van mening dat Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant vestiging Oss en de politie Oost-Brabant

Nadere informatie

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind

Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Congres De ots90 jaar:versleten of vitaal? Workshop: ots, omgang en het belang van het kind Voorzitter: Paul van Teeffelen Inleider: Esther Lam Referent: Sonja de Pauw Gerlings Introductietekst workshop

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770

ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ9770 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-01-2013 Datum publicatie 14-05-2013 Zaaknummer 200.114.823/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2017:357 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 07-02-2017 Datum publicatie 23-02-2017 Zaaknummer 200.199.846/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2014:4151 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 24-04-2014 Datum publicatie 27-05-2014 Zaaknummer 200.141.970-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 4 > Maakt u zich zorgen over een kind? 5 > Opvoedingsproblemen 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen

Nadere informatie

Als opvoeden een probleem is

Als opvoeden een probleem is Als opvoeden een probleem is Inhoud 3 > Als opvoeden een probleem is 3 > De Raad voor de Kinderbescherming 5 > Maakt u zich zorgen over een kind? 6 > De rol van de Raad 10 > Maatregelen van Kinderbescherming

Nadere informatie

90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk

90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk 90 jaar OTS: versleten of vitaal? Werkgroep 1 Verlenging OTS/UHP: dilemma s in de praktijk Regelgeving OTS - tegengaan ernstige bedreiging ontwikkeling kind - met als doel: a) de ouder/opvoeder op een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366

ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 ECLI:NL:RBMNE:2014:2366 Instantie Datum uitspraak 23-05-2014 Datum publicatie 20-08-2014 Rechtbank Midden-Nederland Zaaknummer C-16-366100 - JE RK 14-841 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten

Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten Bezwaar en beroep Jeugdwet Betekenis voor gemeenten versie 1.0 K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd Jos Janssen, Mei 2014 1 Bezwaar en Beroep Jeugdwet Van recht op zorg naar jeugdhulpplicht In het wetsvoorstel

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2015:1824

ECLI:NL:GHARL:2015:1824 ECLI:NL:GHARL:2015:1824 Uitspraak Arrest GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN Civiel recht (personen- en familierecht) Datum uitspraak: 3 maart 2015 zaaknummer 200.156.874/01 (zaaknummer rechtbank Overijssel

Nadere informatie

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten)

[Appellant 1] en [Appellant 2], beiden wonende te [woonplaats], (hierna: appellanten) LJN: BI3542, Centrale Raad van Beroep, 08/3709 WJZ + 08/3713 WJZ Datum uitspraak: 15-04-2009 Datum publicatie: 12-05-2009 Rechtsgebied: Sociale zekerheid Soort procedure: Hoger beroep Inhoudsindicatie:

Nadere informatie

Minderjarigheid in het recht

Minderjarigheid in het recht Minderjarigheid in het recht Minderjarigen zijn personen onder de 18 jaar, tenzij voor hun 18e levensjaar huwelijk, geregistreerd partnerschap (GP) of meerderjarigverklaring van moeder van 16/17 jr Twee

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577

ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 ECLI:NL:RBSGR:2009:BL0577 Instantie Datum uitspraak 10-12-2009 Datum publicatie 26-01-2010 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer 09-3292 / 353683 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers.

Cliënt Onder een cliënt verstaan we de jeugdige, zijn (stief)ouders of wettelijk vertegenwoordigers. Inleiding D3 werkt vanuit de privacy kaders die door de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zijn opgelegd. Bij de start van de zorg bij D3 ontvangt de cliënt het privacyreglement. Alle privacygevoelige

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2015 2016 34 279 Wijziging van de Wet langdurige zorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Zorgverzekeringswet Nr. 4 ADVIES AFDELING

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1999 2000 27 047 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het gezamenlijk gezag van rechtswege bij geboorte tijdens een geregistreerd

Nadere informatie

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht

Uitspraak. GERECHTSHOF 's-hertogenbosch. Afdeling civiel recht ECLI:NL:GHSHE:2016:416 Instantie Gerechtshof 's-hertogenbosch Datum uitspraak 11-02-2016 Datum publicatie 12-02-2016 Zaaknummer 200 180 361_01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240

Rapport. Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011. Rapportnummer: 2011/240 Rapport Rapport betreffende een klacht over het bestuur van Bureau Jeugdzorg Noord-Holland. Datum: 9 augustus 2011 Rapportnummer: 2011/240 2 Klacht Verzoekster klaagt erover dat het bestuur van Bureau

Nadere informatie

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Samenwerking JGZ - Jeugdzorg Marian van Leeuwen 19 november 2012 Doelen JGZ (bron NCJ) 1. preventieve gezondheidszorg bieden aan alle kinderen in Nederland van 0-19 jaar. 2. De lichamelijke, psychische,

Nadere informatie

FAMILIEGROEPSPLAN. Basis FGP in wet- en regelgeving: t.b.v. bijeenkomst te Eindhoven voor Advocaten en Juristen. stavaza februari 2016

FAMILIEGROEPSPLAN. Basis FGP in wet- en regelgeving: t.b.v. bijeenkomst te Eindhoven voor Advocaten en Juristen. stavaza februari 2016 Basis FGP in wet- en regelgeving: t.b.v. bijeenkomst te Eindhoven voor Advocaten en Juristen stavaza februari 2016 www.familiegroepsplan.nl FAMILIEGROEPSPLAN Basis van het Familiegroepsplan in wet -en

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834

ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834 ECLI:NL:RBZLY:2010:BL6834 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum uitspraak 01-02-2010 Datum publicatie 09-03-2010 Zaaknummer 166958 / JZ RK 10-46 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474

ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 ECLI:NL:GHARN:2012:BY4474 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum uitspraak 25-10-2012 Datum publicatie 28-11-2012 Zaaknummer 200.111.854 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

De beëindiging van uithuisplaatsing

De beëindiging van uithuisplaatsing De beëindiging van uithuisplaatsing Wanneer is beëindiging van de uithuisplaatsing in het kader van een ondertoezichtstelling (art. 1:261 BW) in het belang van het kind en welke verbeteringen zullen in

Nadere informatie

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht -

Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Zorg om het kind - bescherming van minderjarigen en het gezondheidsrecht - Prof.mr.drs. Mariëlle R. Bruning Najaarslezing Vereniging voor Gezondheidsrecht, 2 november 2012 Thema Zorgverlening aan en het

Nadere informatie

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805

ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 ECLI:NL:RBMAA:2012:BY2805 Instantie Rechtbank Maastricht Datum uitspraak 19-04-2012 Datum publicatie 12-11-2012 Zaaknummer 152909 / FA RK 11-238 en 165071 / FA RK 11-1210 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

De ondertoezichtstelling herzien

De ondertoezichtstelling herzien De ondertoezichtstelling herzien Op welke wijze dienen de huidige protocollen van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant met betrekking tot de ondertoezichtstelling te worden gewijzigd, zodat zij in overeenstemming

Nadere informatie

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige.

Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen en de rechtspositie van de met het gezag belaste ouder en de minderjarige. Wat is de invloed van het wetsvoorstel Herziening kinderbeschermingsmaatregelen

Nadere informatie

INZICHT IN JEUGDRECHT

INZICHT IN JEUGDRECHT INZICHT IN JEUGDRECHT Ingeborg Galama Juridisch adviseur Raad voor de Kinderbescherming Onderwerpen 1.Doel en grond voor de ondertoezichtstelling 2.Uithuisplaatsing 3.Gesloten jeugdzorg 4.Ontheffing/ontzetting

Nadere informatie

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar Hans Lomans Bestuurder BJzG 8 april 2011 2 U vindt ons Overal in Gelderland In alle regio s Zorg-en Adviesteams Centra voor Jeugd en Gezin Veiligheidshuizen

Nadere informatie

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming

Mr. dr. A. van Montfoort. Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Mr. dr. A. van Montfoort Presentatie Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Van casus naar gestructureerd beslissen in de jeugdbescherming Presentatie Themadag jeugdrecht SSR,

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 29 353 Wijziging van enige bepalingen van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek met betrekking tot het geregistreerd partnerschap, de geslachtsnaam

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092

ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 ECLI:NL:GHAMS:2014:3092 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-03-2014 Datum publicatie 04-08-2014 Zaaknummer 200.123.306/01 Formele relaties Eerste aanleg: ECLI:NL:RBALK:2012:5380, Bekrachtiging/bevestiging

Nadere informatie

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BP0682 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak 23-12-2010 Datum publicatie 13-01-2011 Zaaknummer 200.075.792 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2010 2011 32 015 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2008:BG3849

ECLI:NL:RBARN:2008:BG3849 ECLI:NL:RBARN:2008:BG3849 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 10-11-2008 Datum publicatie 10-11-2008 Zaaknummer 175940 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg

Nadere informatie

Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt?

Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt? Ouderschap: Geschikt of Ongeschikt? Een onderzoek naar preventieve kinderbeschermingsmaatregelen ter voorkoming van onverantwoord ouderschap Datum: 19 september 2012 Naam: Orthe Angela Maria Slaats ANR:

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850

ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 ECLI:NL:GHDHA:2013:3850 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 09-10-2013 Datum publicatie 25-11-2013 Zaaknummer 200.131.418-01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken Hoger

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157

ECLI:NL:RBDHA:2014:8157 ECLI:NL:RBDHA:2014:8157 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 16-06-2014 Datum publicatie 11-07-2014 Zaaknummer 458241 Rechtsgebieden Civiel recht Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - enkelvoudig

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059

ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 ECLI:NL:RBAMS:2015:10059 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 20-10-2015 Datum publicatie 13-06-2016 Zaaknummer C/13/592460 / JE RK 15-996 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2017:6088 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 13-07-2017 Datum publicatie 26-07-2017 Zaaknummer 200.215.386/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816

ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0816 Instantie Datum uitspraak 04-05-2011 Datum publicatie 08-07-2011 Gerechtshof 's-gravenhage Zaaknummer 200.083.271-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling)

Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Wat is OTS? (Onder ToezichtStelling) Deze folder is voor ouders van cliënten van de Welkom 2 OnderToezichtStelling Graag stellen wij ons voor. Wij zijn de William Schrikker Jeugdbescherming. Wij geven

Nadere informatie

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen. Beleidsplan Onderdeel Vrij en niet vrij toegankelijke jeugdhulp In deze memo wordt nader in gegaan op de volgende onderwerpen: A. Eenduidige definiëring typen jeugdhulp B. Definiëring welke jeugdhulp wel

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2017:172

ECLI:NL:OGEAA:2017:172 ECLI:NL:OGEAA:2017:172 Instantie Datum uitspraak 14-03-2017 Datum publicatie 17-03-2017 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer EJ nr. 1286 van 2017 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij

Versie 1.0 13 mei 2005. Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Voogdij Versie 1.0 13 mei 2005 Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Inleiding In de wet staat dat minderjarigen altijd iemand moeten hebben die gezag over hen heeft. Dit gezag ligt in principe bij de ouders van de minderjarige.

Nadere informatie

Beoordeling Bevindingen

Beoordeling Bevindingen Rapport 2 h2>klacht Verzoeker klaagt erover dat Bureau Jeugdzorg Zeeland: hem niet heeft betrokken bij de totstandkoming van het indicatiebesluit dat is opgesteld met betrekking tot zijn minderjarige kind;

Nadere informatie

Geschiedenis van de OTS

Geschiedenis van de OTS 1 Geschiedenis van de OTS 1.1 Inleiding Ruim 85 jaar geleden werd de ondertoezichtstelling (OTS) ingevoerd. Doel ervan was om ouders en kinderen 1 tijdelijke gedwongen hulp te verlenen in de hoop dat de

Nadere informatie

ECLI:NL:GHARL:2016:4103. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer:

ECLI:NL:GHARL:2016:4103. Uitspraak. Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: Datum publicatie: Zaaknummer: ECLI:NL:GHARL:2016:4103 Instantie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak: 24-05-2016 Datum publicatie: 08-06-2016 Zaaknummer: 200.179.205/01 Rechtsgebieden: Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706

ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 ECLI:NL:RBDHA:2015:6706 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 11062015 Datum publicatie 21072015 Zaaknummer C09488927 FA RK 153785 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen en

Nadere informatie

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.033Tc Beslissing van het College van Toezicht van Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd en

Nadere informatie

ECLI:NL:RVS:2017:1318

ECLI:NL:RVS:2017:1318 ECLI:NL:RVS:2017:1318 Instantie Raad van State Datum uitspraak 17-05-2017 Datum publicatie 17-05-2017 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 201607764/1/A2 Bestuursrecht Hoger

Nadere informatie

31 mei 2012 z2012-00245

31 mei 2012 z2012-00245 De Staatssecretaris van Financiën Postbus 20201 2500 EE DEN HAAG 31 mei 2012 26 maart 2012 Adviesaanvraag inzake openbaarheid WOZwaarde Geachte, Bij brief van 22 maart 2012 verzoekt u, mede namens de Minister

Nadere informatie

Rapport. Rapport over een klacht van de heer G. over Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Datum: 8 september Rapportnummer: 2010/247

Rapport. Rapport over een klacht van de heer G. over Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Datum: 8 september Rapportnummer: 2010/247 Rapport Rapport over een klacht van de heer G. over Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Datum: 8 september 2010 Rapportnummer: 2010/247 2 Klacht Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst

Nadere informatie

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren,

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Wijdemeren 2018 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wijdemeren, overwegende dat het wenselijk is beleidsregels vast te stellen voor de uitvoering

Nadere informatie

ECLI:NL:RBZWB:2016:7795

ECLI:NL:RBZWB:2016:7795 ECLI:NL:RBZWB:2016:7795 Instantie Datum uitspraak 30-11-2016 Datum publicatie 21-12-2016 Rechtbank Zeeland-West-Brabant Zaaknummer C/02/323759 / FA RK 16-6853 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2016:573 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 16-02-2016 Datum publicatie 24-02-2016 Zaaknummer 200.179.961/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01 ECLI:NL:GHAMS:2015:4056 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 29-09-2015 Datum publicatie 23-10-2015 Zaaknummer 200.166.964/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding

Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Wat doet Thuisbegeleiding? Informatie over Thuisbegeleiding Informatie over Thuisbegeleiding Thuisbegeleiding biedt hulp aan multiproblemgezinnen en risicogezinnen, en aan volwassenen met psychiatrische

Nadere informatie

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader

SCHOTELANTENNES. Wettelijk kader SCHOTELANTENNES Ondanks de technologische ontwikkelingen met betrekking tot de ontvangst van televisiesignalen blijven schotelantennes populair om televisie mee te kijken. Ook VvE s worden geconfronteerd

Nadere informatie

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen.

Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen. Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Advies Gerechtelijke Jeugdbijstand in hoogdringende gevallen Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gelijke Kansen. Voorstel van decreet houdende wijziging van de decreten inzake bijzondere jeugdbijstand,

Nadere informatie

De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen

De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen De Wet op de Jeugdzorg in grote lijnen De cliënt staat centraal Onder cliënt verstaat de Wet: een jeugdige, zijn ouders of stiefouder of anderen die de jeugdige als behorend tot hun gezin verzorgen en

Nadere informatie

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag

Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag Parkstraat 83 Den Haag Correspondentie: Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming ~ 2500 GC Den Haag ~ Telefoon Fax algemeen (070) (070) 361 93361 009310 Fax rechtspraak (070) 361 9315 Aan de

Nadere informatie

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013 Protocol Gezag en omgang na scheiding Datum 30 januari 2013 Status Definitief Inleiding - 5 1 Doel van het onderzoek - 6 2 Uitgangspunten - 7 3 Werkwijze van de Raad - 8 3.1 Eerste informatieronde - 8

Nadere informatie

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord Algemeen Wat verandert er vanaf volgend jaar in de jeugdzorg? Per 1 januari 2015 wordt de gemeente in plaats van het Rijk en de provincie verantwoordelijk

Nadere informatie

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN

Inhoudsopgave LIJST VAN AFKORTINGEN LIJST VAN AFKORTINGEN XIII 1 INLEIDING 1 1.1 Inleiding 1 1.1.1 Definitie van gesloten jeugdhulp 3 1.1.2 Gesloten jeugdhulp en vrijheidsbeneming 5 1.1.3 Gesloten jeugdhulp in cijfers 7 1.1.4 Doelgroep van

Nadere informatie

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690

ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 ECLI:NL:RBOBR:2015:3690 Instantie Datum uitspraak 19-06-2015 Datum publicatie 14-07-2015 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Rechtbank Oost-Brabant C/01/280880 / FA RK 14-3596_2

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2016:7795 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 20-09-2016 Datum publicatie 28-09-2016 Zaaknummer 200.197.691/01 Rechtsgebieden Personen- en familierecht Bijzondere kenmerken

Nadere informatie

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota

Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota Heel het Kind Samenvatting van de concept kadernota 2 Samenvatting van de concept kadernota - Heel het Kind Heel het Kind Op 18 februari 2014 heeft de Eerste Kamer de nieuwe Jeugdwet aangenomen. Daarmee

Nadere informatie

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK

AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Raad vanstatc 201106725/1/V1. Datum uitspraak: 3 juli 2012 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) op het

Nadere informatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, de Wet op de jeugdzorg en de Pleegkinderenwet in verband met herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Nadere informatie

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming

Aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming anpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van kinderbescherming VOORSTEL VN WET Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,

Nadere informatie

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige

De Minister van Veiligheid en Justitie. Postbus 20301 2500 EH Den Haag. Advies wetsvoorstel toevoegen gegevens aan procesdossier minderjarige POSTADRES Postbus 93374, 2509 AJ Den Haag BEZOEKADRES Juliana van Stolberglaan 4-10 TEL 070-88 88 500 FAX 070-88 88 501 INTERNET www.cbpweb.nl www.mijnprivacy.nl AAN De Minister van Veiligheid en Justitie

Nadere informatie

Onderdelen Wettekst Jeugdwet m.b.t. het Familiegroepsplan

Onderdelen Wettekst Jeugdwet m.b.t. het Familiegroepsplan Onderdelen Wettekst Jeugdwet m.b.t. het Familiegroepsplan Meer informatie te vinden op www.familiegroepsplan.nl artikel 1.1. (definitie) hulpverleningsplan of plan van aanpak opgesteld door de ouders,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682

ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 ECLI:NL:RBAMS:2016:7682 Instantie Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak 22-11-2016 Datum publicatie 28-11-2016 Zaaknummer C/13/614102 / FA RK 16-5813 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Als uw kind onder toezicht gesteld wordt Inhoud 3 > Als uw kind onder toezicht gesteld wordt 3 > Ondertoezichtstelling 4 > Maatregel van kinderbescherming 5 > De rol van de Raad 6 > De rechter 6 > De gezinsvoogd

Nadere informatie

Werkwijze gemeente bij opname in Gesloten accommodatie

Werkwijze gemeente bij opname in Gesloten accommodatie Werkwijze gemeente bij opname in Gesloten accommodatie (Dit is een tussentijdse versie, deze wordt mogelijk nog op details gewijzigd en aangevuld met een model werkproces) Algemene opmerkingen Routes zijn

Nadere informatie

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven,

Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus EH Den Haag. Geachte heer Teeven, Ministerie van Veiligheid en Justitie De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 4 juli 2011 telefoonnummer 070-361 9721 e-mail voorlichting@rechtspraak.nl onderwerp

Nadere informatie

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing?

Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Hoe beïnvloedt de scheiding de advisering rond strafrechtelijke of civielrechtelijke plaatsing? Drs. R. Simmering Gedragsdeskundige, Raad voor de Kinderbescherming Utrecht 21 mei 2010 Hoe beïnvloedt de

Nadere informatie

Welkom bij de William Schrikker Groep

Welkom bij de William Schrikker Groep Welkom bij de William Schrikker Groep Deze folder is voor ouders van cliënten van de William Schrikker Groep. Er staat informatie in over ons werk en de verschillende soorten begeleiding die wij geven.

Nadere informatie

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling

ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling ToolKID Informatie-uitwisseling in verband met de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling 17 November 2016 Pagina 1 van 6 KINDVEILIGHEID EN WELZIJN Kinderen van ouders met psychiatrische problematiek

Nadere informatie

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht

Uitspraak GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN. locatie Leeuwarden. afdeling civiel recht ECLI:NL:GHARL:2016:1434 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum uitspraak 23-02-2016 Datum publicatie 24-02-2016 Zaaknummer 200.183.450/01 en 200.183.450/02 Rechtsgebieden Personen- en familierecht

Nadere informatie

Factsheet Besluit gemeente na verwijzing door huisarts?

Factsheet Besluit gemeente na verwijzing door huisarts? JStelselwijziging Jeugd Factsheet Besluit gemeente na verwijzing door huisarts? Aanleiding Moet of kan de gemeente na de verwijzing door de huisarts en de beoordeling door de jeugdhulpaanbieder nog een

Nadere informatie

ECLI:NL:RBROE:2009:BK5011

ECLI:NL:RBROE:2009:BK5011 ECLI:NL:RBROE:2009:BK5011 Instantie Rechtbank Roermond Datum uitspraak 26-11-2009 Datum publicatie 02-12-2009 Zaaknummer 97364 / JE RK 09-1476 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen-

Nadere informatie

ECLI:NL:GHDHA:2014:935

ECLI:NL:GHDHA:2014:935 ECLI:NL:GHDHA:2014:935 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum uitspraak 19-03-2014 Datum publicatie 27-03-2014 Zaaknummer 200.138.697/01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2014 131 Wet van 12 maart 2014 tot aanpassing van wetgeving en vaststelling van overgangsrecht in verband met de herziening van de maatregelen van

Nadere informatie

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin,

De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus EH Den Haag. Geachte heer Hirsch Ballin, De Minister van Justitie D.t.v. mw. mr. drs. J. Kok Postbus 20301 2500 EH Den Haag datum 5 juni 2008 van Ontwikkeling contactpersoon Mr. R.H. Kroon doorkiesnummer 070-361 9814 faxnummer 070-361 9746 e-mail

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2013:13810

ECLI:NL:RBDHA:2013:13810 ECLI:NL:RBDHA:2013:13810 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 30-09-2013 Datum publicatie 18-10-2013 Zaaknummer C-09-450866, JE RK 12-2366 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel

Nadere informatie

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

: beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten Raad : 30 september 2003 Agendanr. : 11 Doc.nr : B 2003 11821 Afdeling: : Bouwen en Wonen RAADSVOORSTEL Onderwerp : beleid naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad inzake planschade-overeenkomsten

Nadere informatie