Collectieve schuldenregeling Voorwaarden voor toelaatbaarheid van de vordering Penale boeten Niet uitgesloten.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Collectieve schuldenregeling Voorwaarden voor toelaatbaarheid van de vordering Penale boeten Niet uitgesloten."

Transcriptie

1 Burg. Hasselt (Beslag.), 8 december, en Antwerpen (3 e K. bis), 3 april (Verzoekers : De H. P1) Collectieve schuldenregeling Voorwaarden voor toelaatbaarheid van de vordering Penale boeten Niet uitgesloten. De bevoegdheid van de beslagrechter tot kwijtschelding van schulden in het kader van een collectieve schuldenregeling is algemeen. De penale boeten behoren niet tot de schulden die niet voor kwijtschelding in aanmerking komen en die limitatief opgesomd worden. Dus sluit de mogelijkheid die door artikel 110 van de Grondwet aan de Koning geboden wordt om die boeten kwijt te schelden of ze te verminderen niet uit dat de beslagrechter zulke kwijtschelding in het kader van een collectieve schuldenregeling toekent. Règlement collectif de dettes Conditions d admissibilité de la demande Amendes pénales Non exclues. Le pouvoir du juge des saisies de remettre les dettes dans le cadre d'un plan de règlement collectif de dettes est général. Les amendes pénales ne relèvent pas des dettes qui ne peuvent faire l'objet d'une remise et qui sont limitativement énumérées. Dès lors, la possibilité offerte au Roi par l'article 110 de la Constitution de remettre ces amendes ou de les diminuer n'exclut pas que le juge des saisies accorde une telle remise dans le cadre d'un plan de règlement collectif de dettes. Burg. Hasselt (Beslag.), 8 december A.R. : 2000/1940/B Zet. : De H. P. Rotsaert Gelet op : - het verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling neergelegd ter griffie dezer rechtbank op , - Onze beschikking van om bijkomende stukken en inlichtingen, - de inlichtingen en bijkomende stukken en de uitleg verstrekt in raadkamer op , De schuldenaar-verzoeker verzoekt om de toelaatbaarheid van zijn verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling. Hij is persoonlijk failliet verklaard en zijn C.V. eveneens. In zijn verzoekschrift worden de schulden van deze faillissement niet in aanmerking genomen, doch enkel de vordering van het Ministerie van Financiën, Douane en Accijnzen, ten bedrage van ,- BEF ingevolge een veroordeling van de correctionele rechtbank te Hasselt op Deze boete is evenwel uitgesloten uit de collectieve schuldenregeling voor zover deze minnelijke of gerechtelijke regeling een kwijtschelding hiervan inhouden. Alleen de Koning heeft immers overeenkomstig artikel 110 G.W. het recht de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden. De collectieve schuldenregeling is bijgevolg enkel mogelijk zo deze boete volledig wordt terugbetaald, doch dat een regeling in tijd hiervoor wordt bemiddeld. 1 Voir "Le point sur la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis, Section V, point B. 2. : "Le recouvrement des amendes pénales et la condamnation à un emprisonnement subsidiaire", E. RIXHON, in "Les pauvres et leurs droits. Le point en 2001", Formation Permanente CUP, septembre 2001, p. 259 à 261. Zie "Le point sur la loi du 5 juillet 1998 relative au règlement collectif de dettes et à la possibilité de vente de gré à gré des biens immeubles saisis, Afdeling V, punt B. 2. : "Le recouvrement des amendes pénales et la condamnation à un emprisonnement subsidiaire", E. RIXHON, in "Les pauvres et leurs droits. Le point en 2001", Formation Permanente CUP, september 2001, blz. 259 à

2 De Rechtbank merkt op dat de schuldenaar een bestaansminimum bekomt van het O.C.M.W., zodat de collectieve schuldenregeling kan toegestaan worden zo hij een ernstige inspanning doet om werk te vinden en zijn inkomen substantieel te verhogen. Gelet op de art. 1675/5-1675/6-1675/7 e.v. Ger. W., Gelet op de art. 2, 30 tot 37 Taalwet Gerechtszaken, Om deze redenen, Statuerende op éénzijdig verzoekschrift, Verklaren de vordering toelaatbaar, Stellen aan als bemiddelaar Mr. Md, advocaat, teneinde een aanzuiveringsregeling te benaarstigen. Gelasten de verzoekende partij of elke schuldeiser / schuldenaar aan de schuldbemiddelaar al de nuttige inlichtingen te verstrekken over verrichtingen uitgevoerd door de schuldenaar en over de samenstelling en de vindplaats van diens vermogen (1675/8 Ger. W.). Verzoekschrift tot collectieve schuldenregeling (artikel 1675/4 Ger. Wetb.) Aan de Beslagrechter in de Rechtbank van Eerste Aanleg te Hasselt, Heden, dinsdag 7 november 2000, Ten verzoeke van : De Heer P1, Hebbende als raadsman Mr. Ad1, a) Onderwerp en gronden van de vordering. Aangezien verzoeker hierbij een verzoek tot het verkrijgen van een collectieve schuldenregeling indient. Aangezien hij niet in staat is om, op duurzame wijze, zijn opeisbare of nog te vervallen schuld te betalen. Aangezien hij verklaart dat hij niet kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd. Aangezien verzoeker een éénmanszaak heeft uitgebaat doch dat deze bij vonnis van door de Rechtbank van Koophandel van Hasselt in staat van faling werd verklaard. Dit faillissement, waarbij Mr. Ad2 als curator werd aangesteld werd afgesloten op Dat de schuld voor dewelke hij thans het voordeel van de collectieve schuldenregeling aanvraagt, met name de schuld van het Ministerie van Financiën t.b.v BEF, alleszins geen restschuld na faillissement is. (DIRIX, E. en TAELMAN, P., Collectieve schuldenregeling in de praktijk, Intersentia Rechtswetenschappen, 1999, p. 34). b) Identiteit van de voorgestelde schuldbemiddelaar. Verzoeker schikt zich op dit vlak naar de wijsheid van de Rechtbank. 2

3 c) Identiteit van de echtgenoot van de verzoeker of de met verzoeker samenwonende, huwelijksvermogensstelsel en de samenstelling van hun gezin. Verzoeker is sinds juni 1988 gescheiden van Mevr. P2 en heeft met haar als zondanig geen contact meer. d) Staat en raming van de baten en de lasten. Aangezien verzoeker hierbij een gedetailleerde staat van raming van de baten en de lasten van zijn vermogen opgeeft. (1) Baten en lasten van het vermogen van verzoeker : - Onroerende goederen : Verzoeker is niet in het bezit van enig onroerend goed. Hij huurt een studio. Hij dient hiervoor een maandelijkse huurprijs van ,- BEF te betalen (stuk 5). - Roerende goederen : Aangezien verzoeker geen eigenaar is van de volgende roerende goederen. - Meubilair : verzoeker is geen eigenaar van het meubilair dat zijn woning stoffeert. - Onderhoudsgeld : verzoeker betaalt BEF onderhoudsgeld voor zijn (niet-huwelijks) kind. Dit wordt in de hand betaald. - Schuldeisers van verzoeker : De schuld waarvoor verzoeker thans het voordeel van de collectieve schuldenregeling aanvraagt is een schuld vanwege het Ministerie van Financiën, administratie van douane en accijnzen. Dat dit een geldboete betreft, kan het toekennen van het voordeel van de collectieve schuldenregeling niet in de weg staan. Immers, het betreft hier een geldboete voor een feit welke niet is opgenomen in de limitatieve lijst van schulden die niet in aanmerking komen voor collectieve schuldenregeling (artikel 1675/13, 3, Ger. Wetb.). Zie in deze zin ook : A. DE WILDE, "Fresh start en geldboeten", R.W., , De betrokken schuld is alleszins geen restschuld na faillissement is. (2) Baten en lasten van de ex-echtgenoot van de verzoeker. Verzoeker is niet op de hoogte van de inkomsten van zijn ex-echtgenote van wie hij reeds sinds juni 1988 gescheiden is. e) Staat en raming van vervreemde goederen. Verzoeker heeft de zes maanden voorafgaand aan de inleiding van het verzoekschrift geen goederen vervreemd. g) Inkomsten van verzoeker. Verzoeker leeft van het bestaansminimum hetgeen concreet betekent dat hij BEF op maandbasis verdient. (Stuk 2 : schrijven O.C.M.W. Hasselt dd ). 3

4 h) Onmogelijkheid om schulden terug te betalen. Aangezien het verzoeker onmogelijk is omwille van de volgende reden : Gezien de zeer wankele gezondheidstoestand van verzoeker is het hem onmogelijk een vaste betrekking te bekomen waaruit hij inkomsten zou kunnen puren waarmee hij de hoge schuldenlast en de er op verschuldigde intresten zou kunnen afbouwen. Gezien hij in het verleden steeds als zelfstandige heeft gewerkt is er ook geen vergelijkbaar sociaal vangnet voor hem voorzien zoals dat bestaat voor hen die als werknemer gewerkt hebben. Bovendien heeft verzoeker nog een heel aantal andere schulden te dragen dewelke wel als restschulden van zijn faillissement te beschouwen zijn en waarvoor het voordeel van de collectieve schuldenregeling niet kan aangevraagd worden. (stuk 3 : trimestriële afrekening A.S.K.Z. ; stuk 4 : BTW-schuld na faling). Verzoeker meent dat hij evenwel niet kan uitgesloten worden van het voordeel van de collectieve schuldenregeling voor die schulden die géén restschulden zijn van het faillissement. Voor deze niet restschulden kan hem het voordeel van de collectieve schuldenregeling worden toegekend. Om deze redenen, Behage het de Rechtbank, Het verzoek van verzoeker tot het bekomen van een collectieve schuldenregeling toelaatbaar te verklaren. Een schuldbemiddelaar aan te stellen met als opdracht een ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling op te stellen, te bespreken met verzoeker en diens echtgenoot en alle betrokken partijen, en bij instemming van alle partijen, de overeenkomst over de minnelijke aanzuiveringsregeling aan de Beslagrechter voor te leggen opdat deze er akte van zou nemen. Voor het geval dat de schuldbemiddelaar vaststelt dat er geen overeenkomst over de minnelijke aanzuiveringsregeling kan worden bereikt, een proces-verbaal dienaangaande op te stellen met het oog op een eventuele gerechtelijke aanzuiveringsregeling door de beslagrechter op te leggen. Voor verzoeker, Zijn raadsman, Stukken : 1. Schuld. 2. Bewijs van bestaansminimum. 3. Afrekening ASKZ. 4. BTW-schuld na faling. 5. Huurcontract. Antwerpen (3e K. bis), 3 april 2001 A.R : 2000 EV 80 Zet. : De H. B. Luyten Gelet op de door de wet vereiste processtukken, in behoorlijke vorm overgelegd, waaronder de bestreden beschikking (van de Beslagrechter in de rechtbank van eerste aanleg te Hasselt de data 8 december 2000, A.R. 2000/1940), de kennisgeving ervan bij gerechtsbrief d.d , alsmede het verzoekschrift neergelegd op , waarmee een naar vorm en termijn regelmatig en ontvankelijk hoger beroep werd ingesteld, 4

5 Overwegende dat het beperkt hoger beroep ertoe strekt de bestreden beschikking te hervormen in zoverre deze bepaalt dat de boete ingevolge een veroordeling van de correctionele Rechtbank te Hasselt op uitgesloten is uit de collectieve schuldenregeling voor zover deze minnelijke of gerechtelijke regeling een kwijtschelding hiervan inhouden. Overwegende dat de eerste rechter in de bestreden beschikking de voormelde boete uitsloot uit de collectieve schuldenregeling op grond van de overweging dat alleen de Koning overeenkomstig art. 110 G.W. het recht heeft de door de rechters uitgesproken straffen kwijt te schelden; dat de mogelijkheid die door art. 110 G.W. aan de Koning geboden wordt om uitgesproken straffen kwijt te schelden of te verminderen niet uitsluit dat de civiele rechter, binnen de perken hem door de wet geboden, hiertoe eveneens zou kunnen overgaan; dat de door de wet toegekende macht van de beslagrechter tot kwijtschelding in het kader van de collectieve schuldenregeling algemeen is, en de schulden die niet in aanmerking komen voor kwijtschelding limitatief in de wet op de collectieve schuldenregeling zijn opgesomd (zie o.m. De Wilde, A., Fresh start en geldboeten, R.W., , p. 68 e.v.); dat de kwestieuze boete niet behoort tot de limitatief door de wet bepaalde uitzonderingen en er bijgevolg geen reden is om deze ab initio van de collectieve schuldenregeling uit te sluiten voor zover deze minnelijke of gerechtelijke regeling een kwijtschelding hiervan inhouden; dat het hoger beroep in die mate gegrond is. Om deze redenen, Het Hof, na beraad Rechtsprekend op eenzijdig verzoekschrift in Raadkamer en binnen de perken van het hoger beroep, Gelet op artikel 24 van de wet van 15 juni 1935, Ontvangt het hoger beroep en verklaart die gegrond in de hiernabepaalde mate. Doet de bestreden beschikking teniet in zoverre deze de boete ingevolge een veroordeling van de correctionele Rechtbank te Hasselt op ab initio uitsluit uit de collectieve schuldenregeling voor zover deze minnelijke of gerechtelijke regeling een kwijtschelding hiervan inhouden. Laat de kosten van het hoger beroep ten laste van de staat. 5

6 Commentaar Het pijnlijke spanningsveld tussen de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de kwijtscheldbaarheid van schulden in de collectieve schuldenregeling 1. De Hasseltse beslagrechter overweegt reeds bij de beschikking van toelaatbaarheid dat geldboetes bij een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling niet kunnen worden kwijtgescholden. Hij verwijst naar artikel 110 G.W. Deze niet-kwijtscheldbaarheid hoeft evenwel niet tot de ontoelaatbaarverklaring te leiden. Situaties waarbij een aanzuiveringsregeling niet om een kwijtschelding van de geldboeten heen kan zijn nochtans niet uitzonderlijk. Het is de vraag of het verzoek tot de procedure te worden toegelaten in dergelijke gevallen wordt afgewezen De aanzuiverbaarheid in casu zonder kwijtschelding- is nochtans niet opgenomen in de in art neergelegde toelaatbaarheidsvoorwaarden. Het feit dat de aanwezigheid van geldboetes in het passief niet noodzakelijk tot gevolg moet hebben dat de verzoeker kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd maakt er het door de niet-kwijtscheldbaarheid van geldboetes gecreëerde spanningsveld niet kleiner op. 3. In zoverre bij de toelaatbaarheidsverklaring geen rekening mag worden gehouden met de aanzuiverbaarheid van het passief en de aanwezigheid van geldboetes de verzoeker niet noodzakelijk het voordeel van de collectieve schuldenregeling moet ontnemen, lijkt de niet-kwijtscheldbaarheid problematisch. Is een minnelijke of gerechtelijke aanzuiveringsregeling binnen de grenzen van art.1675/12 Ger.W.- realiseerbaar? 4. Met een analoog probleem geconfronteerd verwierp het Hof van Beroep te Antwerpen in een arrest van 6 maart 2001 het toelaatbaarheidsverzoek 2. Het hof stelde vast dat het overgrote deel van de schulden van de verzoeker meer dan 80%- voortkwamen uit schadevergoedingen voor het verzoek van een door een misdrijf veroorzaakte lichamelijke schade. Art , 3, tweede gedachtenstreepje Ger. W. sluit de kwijtschelding van dergelijke schulden in het kader van een collectieve schuldenregeling uit. Het hof verwierp het verzoek niet op grond van art De vraag of de schuldenaar kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkt werd niet geëxpliciteerd. Het stelde daarentegen vast dat het verzoek niet strookt met art , lid 3 Ger. W. Het bepaalt dat de aanzuiveringsregeling ertoe strekt de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen. Het overweegt hieromtrent als volgt: dat, aangezien op grond van de door appellant zelf voortgebrachte gegevens blijkt dat het hem volstrekt onmogelijk is om deze niet voor kwijtschelding vatbare schulden integraal te voldoen, zijn verzoek niet strookt met het in art Ger. W. omschreven doel van de collectieve schuldenregeling, de financiële toestand van de schuldenaar te herstellen; dat appellant ter terechtzitting heromtrent om uitleg werd verzocht, maar geen elementen heeft voortgebracht die deze vaststelling kunnen ontkrachten; dat om deze reden alleen reeds de vordering niet toelaatbaar is; Het Hof merkt op dat de verzoeker de niet-kwijtscheldbare schulden niet integraal zal kunnen voldoen. Art Ger. W. verduidelijkt dat het herstel van de financiële toestand bestaat in het in de mate van het mogelijke- in staat stellen van de schuldenaar om zijn schulden te betalen, terwijl hij en zijn gezin een menswaardig bestaan kunnen blijven leiden. Art , lid 3 Ger. W. gaat niet uit van een integrale terugbetaling van de nietkwijtscheldbare schulden. De vraag rijst of de niet-terugbetaalbaarheid van niet-kwijtscheldbare schulden tot ontoelaatbaarheid leidt. Bij een positief antwoord dringt een nog moeilijker vraag zich op. Meer in het bijzonder moet dan worden bepaald in welke mate schulden moeten kunnen worden terugbetaald opdat art Ger. W. de toelaatbaarverklaring niet in de weg zou staan. 1 De aanwezigheid van geldboetes in het passief impliceert immers niet noodzakelijk dat de schuldenaar zijn onvermogen heeft bewerkt - P. Helsen, Is een kwijtschelding van strafrechtelijke geldboetes in het kader van de collectieve schuldenregeling mogelijk?, AJT , 390 (noot onder Antwerpen, 3 april 2000) 2 Antwerpen 6 maart 2001, RW , Het hof stelt tevens vast dat evenmin is voldaan aan de vereiste van processuele goede trouw. Uit de vordering blijkt, volgens het hof, geen intentie om de schuldeisers te voldoen. Zij heeft veeleer het oogmerk de schuldeisers zo veel mogelijk te ontlopen. Door de vordering om die reden niet toelaatbaar te verklaren herroept het hof a.h.w. de beschikking van toelaatbaarheid (cfr. art Ger. W.) nog vóór zij kon worden utigesproken. 6

7 6. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat de aanwezigheid van geldboetes, ongeacht de aanzuiveringsproblematiek, de ontoelaatbaarheid van het verzoek tot gevolg heeft, met name in die gevallen waar de debiteur kennelijk zijn onvermogen heeft bewerkstelligd. Niet enkel bij geldboetes kan deze bedenking waardevol zijn. Wat met de schadevergoedingen uit het arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 6 maart 2001, waartoe de schuldenaarverzoeker werd veroordeeld bij arrest van het hof van beroep te Antwerpen van 23 december 1999 ingevolge feiten van verkrachting met behulp van geweld gepleegd op een persoon van minder dan 10 jaar oud, op een persoon van minder dan 14 jaar oud en ingevolge feiten van aanranding van eerbaarheid op personen van minder dan 16 jaar oud Indien de kwijtscheldbaarheid van geldboetes wordt aanvaard, kan men zich afvragen of een verscherpt toezicht op de toelaatbaarheidsvoorwaarden hiervan niet het gevolg zal zijn. Beslagrechters zouden geneigd kunnen zijn het concept kennelijk zijn onvermogen hebben bewerkstelligd strenger te interpreteren. Opnieuw blijkt hoe sterk de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de aanzuiveringsmodaliteiten de facto met elkaar verbonden zijn. 8. Ook de overweging dat in het verzoekschrift de faillissementsschulden van de verzoeker niet in aanmerking zijn genomen, springt in het oog. De verzoeker had inderdaad uitdrukkelijk zijn verzoek tot toelaatbaarverklaring beperkt tot een schuldvordering van het Ministerie van Financiën, Administratie Douane en Accijnzen, meer bepaald een geldboete. 9. Het is onmiskenbaar dat art , 3, derde gedachtenstreepje Ger. W. de kwijtscheldbaarheid van de restschulden na een faillissement uitsluit 5. Anderzijds lijkt art Ger. W. de restschulden na faillissement niet uit de collectieve schuldenregeling te sluiten. De in de artikelen e.v. Ger. W. voorziene procedure beoogt precies een globale aanpak van de schuldenlast van de verzoeker. Een aanzuivering moet de totaliteit van zijn passief met het actief in evenwicht brengen. De restschulden mogen dan wel niet kwijtscheldbaar zijn, een aanzuiveringsregeling kan hen niet negeren. Hoewel het geenszins uitgesloten is dat de aanwezigheid van één schuldvordering tot de toelaatbaarheid van het verzoek leidt 6, is de beperking van het verzoekschrift, indien er meerdere schulden zijn, hoogst opvallend. De samenloop gevolg van de toelaatbaarverklaring- lijkt immers alle schulden van de verzoeker te betreffen ook degene waarvan hij in zijn verzoekschrift geen melding heeft gemaakt. Restschulden maken, zelfs indien zij niet-kwijtscheldbaar zijn, deel uit van het aan te zuiveren passief. Zelfs indien de beslagrechter op basis van de in het verzoekschrift opgenomen schulden kon oordelen dat de verzoeker aan de toelaatbaarheidsvoorwaarden voldeed is het twijfelachtig of zijn toelaatbaarverklaring enkel deze schulden zal betreffen. 10. Het is evenwel onduidelijk hoe de niet in het verzoekschrift opgenomen schuldeisers van de procedure en de mogelijkheid hun vorderingen aan te geven- kennis zullen krijgen. De gegevens uit het verzoekschrift moeten de griffier immers toelaten de schuldeiser van de start van de procedure in kennis te stellen (art , 1, 2 Ger. W.). Aangezien van procedurele kwade trouw geen sprake lijkt de raadsman beperkte zijn verzoek precies omwille van de niet-kwijtscheldbaarheid van de betrokken schulden- en een sanctie zich dus niet opdrong, ware een verzoek om bijkomende inlichtingen door de beslagrechter ex. art , 3 misschien wenselijk geweest. Het had de schuldenaar toegelaten de door art , 2, 9 bedoelde gegevens inzake de overige schuldeisers te vervolledigen. 11. Ook hier springt de spanning tussen de toelaatbaarheidsvoorwaarden en de aanzuiveringsmogelijkheden in het oog. Een bezinning over de nuttige werking van de toelaatbaarheidsvoorwaarden dringt zich op. Wat baat het immers iemand tot de collectieve schuldenregeling toe te laten indien een aanzuiveringsregeling die voldoet aan de voorwaarden van de artikelen en vervolgens uitgesloten blijkt. Het creëert voor alle betrokkenen 4 Zie: Antwerpen 6 maart 2001, RW , K Broeckx, B. De Groote, Collectieve schuldenregeling in de praktijk, in E. Dirix, P. Taelman (eds.), Beslag- en executierecht Naar een collectief beslagrecht, Antwerpen, Intersentia, 2001, , nrs over de spanning tussen art , 4 Ger. W. en het gelijkheidsbeginsel: Arbitragehof 1 maart 2001, BS 2001, en eerder in dit tijdschrift (AJT , 314)) over de vraag naar de handhaafbaarheid van het gelijkheidsbeginsel bij een gerechtelijke aanzuiveringsregeling met kwijtscheldbare en niet-kwijtscheldbare schulden: Beslagr. Brugge 13 augustus 1999, Jaarboek Kredietrecht 1999, 223, met kritische bedenkingen van P. Dejemeppe. 6 Cass. 16 maart 2000, RW ,

8 enkel valse hoop en nodeloze vertraging. In dit licht moet men trouwens vragen stellen bij de draagwijdte van het begrip kan in de artikelen en Ger. W. Indien de beslagrechter geen gerechtelijke aanzuiveringsregeling, die aan de in de wet voorziene voorwaarden voldoet, kan opleggen, laat het hem toe een aanzuiveringsregeling te weigeren. Het blijft niettemin pijnlijk dat met deze, vaak voorzienbare, onmogelijkheid geen rekening kan worden gehouden bij de aanvang van de procedure. Een analoog probleem ondervinden beslagrechters indien de financiële situatie van de verzoeker dermate belabberd is dat een aanzuiveringsregeling ex art slechts mogelijk is indien de gedeeltelijke kwijtschelding de facto nog slechts ruimte laat voor een hoogstens symbolische terugbetaling Een interessant argument in het debat over de vraag of de betrokken schuldenaar een aanzuiveringsregeling kan worden ontzegd kan worden gevonden in Arbitragehof 13 maart Het Arbitragehof verwierp er de interpretatie van art , 5 Ger. W. die ertoe zou leiden dat het de mogelijkheid om een gerechtelijke aanzuiveringsregeling te genieten ontzegt aan de personen wier inkomen gelijk is aan of minder bedraagt dan het bestaansminimum. Naar analogie moet men zich afvragen of een aanzuiveringsregeling moet worden ontzegd aan personen van wie de activa zo gering zijn dat de voor financieel herstel vereiste kwijtschelding de totaliteit van de schulden benadert. Een vermindering van het belang van het begrip kan 9 in voormelde bepalingen lijkt nochtans wenselijk. De situatie waarin een medewerkende schuldenaar de door de toelaatbaarheidsverklaring geopende perspectieven plots ziet vervagen is immers al te pijnlijk. In die zin komt de prejudiciële vraag betreffende art. 1675/13, 1 Ger. W. van de beslagrechter te Gent van 6 november 2001 niets te vroeg. Aan het Hof wordt de volgende vraag voorgelegd: Schendt artikel van het Gerechtelijk Wetboek, geïnterpreteerd in de zin dat het aan personen die totaal en definitief onvermogend zijn de mogelijkheid om een gerechtelijke aanzuiveringsregeling te bekomen ontzegt terwijl het die mogelijkheid wél toekent aan personen die een minieme, vanuit het standpunt van de schuldeisers symbolische afbetaling van hun schulden kunnen doen, de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet zowel op zich beschouwd als ten opzichte van het door artikel 23 van de gecoördineerde Grondwet gewaarborgde recht van eenieder om een menswaardig bestaan te leiden. 13. Bij beantwoording van de vraag mag niet uit het oog verloren worden hoe delicaat het is een objectieve en aanvaardbare maatstaf te vinden om te bepalen wat nog als een minieme uit het oogpunt van de schuldeisers zelfs symbolische- afbetaling kan worden aangemerkt en wat het betekent totaal en definitief 10 onvermogend te zijn. De bedenking hangt samen met de moeilijkheid het begrip gedeeltelijke kwijtschelding af te bakenen. Ook de vraag of een uitsluiting zich laat verzoenen met de geest van de wet, die erin bestaat een nieuw financieel perspectief te bieden, vormt een uitdaging. Hierbij moet men verantwoorden waarom wie er heel erg aan toe is de mogelijkheid tot herstel wordt ontzegd, terwijl deze weg wel open ligt voor wie er gewoon erg aan toe is. Dreigt de wet van 5 juli 1998 imers niet een maat voor niets te zijn in zoverre hij er niet is voor wie precies in de slechtste papieren zit 11. Bovendien kan men twijfelen aan het nut iemand tot de procedure toe te laten indien zij wat helaas niet steeds duidelijk is op het ogenblik van de toelaatbaarverklaring- de betrokkene uiteindelijk geen boei kan reiken. Deze bedenking laat niet toe te concluderen dat de wet momenteel een adekwaat instrument is indien de verzoeker totaal en definitief onvermogend is. Tenslotte is het noodzakelijk uit te klaren of financieel herstel bestaat in het veilig stellen van een nieuwe start dan wel ook een redelijke aanzuivering van de bestaande schuldenlast impliceert. Ongeacht of er van een schending van de grondwet sprake is, geeft de prejudiciële vraag de wetgever 7 Bijv. Beslagr. Gent 2 november 1999, DCCR 2000, Arbitragehof 13 maart 2001, BS 2001, Zie ook: AJT , 316 en JLMB 2001, 899 (met noot van G. De Leval, Pauvreté et règlement collectif de dettes ). 9 Zie over het begrip: B. De Groote, De collectieve schuldenregeling, Antwerpen, Kluwer, 1999, en 117, bij de verwijzing in voetnoot 84 moet de vraag worden gesteld of de in de wet voorziene sanctiemechanismes (bijv. art ) de noodzaak de toekenning van een aanzuiveringsregeling te laten afhangen van de inzet van de schuldenaar-verzoeker, niet tempert. 10 Het belang van deze term schuilt in art Ger. W. dat de termijn waarbinnen de aanzuiveringsregeling, met kwijtschelding van schulden in hoofdsom, moet plaatsvinden beperkt tot vijf jaar en verlenging uitsluit. De termijn heeft in de praktijk tot gevolg dat in heel wat gevallen slechts een verwaarloosbaar klein deel van de schuld kan worden afbetaald. Anderzijds is de beperking van belang om een levenslange aanzuiveringsregeling, waarbij van enige perspectief geen sprake meer kan zijn, te voorkomen. 11 Dat dergelijke schuldenaar de facto, middels de beslagbaarheidsbeperkingen, bescherming tegen zijn schuldeisers geniet lijkt geen afdoend argument om hem een weg uit de financiële marginaliteit te ontzeggen. Zie over deze bedenking: G. de Leval, Pauvreté et règlement collectif de dettes (noot onder Arbitragehof 13 maart 2001), JLMB 2001,

9 huiswerk. Wie wordt toegelaten moet de procedure kunnen doorlopen. Hoort wie totaal en definitief onvermogend is niet in het kader dan moet hiermee rekening worden gehouden bij de bepaling van de toelaatbaarheidsvoorwaarden. Laat men dergelijke schuldenaar wel toe dan moeten de in de artikelen en Ger. W. voorziene aanzuiveringsmaatregelen van die aard zijn dat zij, niettegenstaande het hopeloze karakter van de financiële situatie van de verzoeker, herstel mogelijk maken. De invoeging van het begrip gedeeltelijke in art Ger. W. moet dan ook hoognodig worden geëvalueerd 12. Een moratorium, gevolg door het wissen van de schuldenlast, is hierbij een piste die op zijn minst tot onderzoek uitnodigt. Het belang van de prejudiciële vraag schuilt tevens in de vaststelling dat een niet-onbelangrijke tendens in de rechtspraak een rechterlijke aanzuiveringsregeling niet genegen is indien geen of slechts een verwaarloosbaar klein deel van de schulden kan worden afbetaald zodat, om een aanzuiveringsregeling te doen slagen, een volledige of zo goed als volledige kwijtschelding van schulden zou moeten worden verleend én wanneer er bovendien geen hoop is op verbetering van de financiële toestand binnen een redelijke termijn 13. Terwijl het arrest van het Arbitragehof van 13 maart 2001 dergelijke interpretatie niet noodzakelijk in de weg lijkt te staan het lijkt de aanzuiveringsregeling te verbinden aan de mogelijkheid voor de schuldenaar in de toekomst zijn schulden te betalen, voor zover hij het uitstel, de herschikking of de gedeeltelijke kwijtschelding verkrijgt, waarbij de rechter hem begeleidende maatregelen oplegt- 14 aarzelt de Gentse beslagrechter terecht omtrent de verenigbaarheid van de conclusie met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel. Hij vat de problematiek als volgt treffend samen: Men kan zich inderdaad de vraag stellen of in het licht van het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel kan worden verantwoord dat aan personen die, dikwijls door omstandigheden buiten hun wil, totaal en definitief onvermogend zijn het recht wordt ontzegd om via een collectieve schuldenregeling een einde te stellen aan hun financiële problemen en een nieuwe start in hun leven te nemen, daar waar dat recht volgens de hiervoor gegeven interpretatie in principe wél toekomt aan een persoon die een vanuit het standpunt van de schuldeisers symbolische afbetaling van zijn schuld kan doen. De vraag stelt zich inzonderheid in het licht van de wellicht belangrijkste doelstelling die de wetgever met het invoeren van de collectieve schuldenregeling voor ogen had, nl. de armoedebestrijding en de reïntegratie in de maatschappij van personen die gemarginaliseerd dreigen te geraken 15. Tenslotte zal men niet uit het oog verliezen dat de rechtbank opmerkt dat de schuldenaar een bestaansminimum bekomt van het OCMW. De beslagrechter onderstreept dat de collectieve schuldenregeling kan worden toegestaan zo de verzoeker een ernstige inspanning doet om werk te vinden en zijn inkomen substantieel te verhogen. Desondanks verklaart hij de vordering zonder meer ontoelaatbaar. Beslagrechters verbinden het opleggen van een gerechtelijke aanzuiveringsregeling vaak aan deze voorwaarde. Hiertoe kunnen zij aanknopen bij art , 3 dat de rechter toelaat de maatregelen tot aanzuivering afhankelijk te maken van de vervulling door de schuldenaar van passende handelingen om de betaling van de schuld te vergemakkelijken of te waarborgen. Art maakt daarentegen de toelating tot de procedure als dusdanig niet afhankelijk van ernstige inspanningen door de verzoeker om werk te vinden en zijn inkomen substantieel te verhogen. Bertel De Groote, Wetenschappelijk Medewerker, Universiteit Gent 12 Vergelijk: G. de Leval, Pauvreté et règlement collectif de dettes (noot onder Arbitragehof 13 maart 2001), JLMB 2001, Zie bijvoorbeeld Luik, 29 juni 2000, JLMB 2001, 151 en de beslissingen waarnaar wordt verwezen in Beslagr. Gent, 16 oktober 2001, AJT , 484 en hernomen in Beslagr; Gent, 6 november 2001, onuitg., AR 00/2946/B. 14 Verwijzend naar de aangehaalde noot van G. de Leval (o.m. op p. 907: Enfin, on ne pourrait soutenir que l arrêt de la Cour d arbitrage légitimerait une remise totale de dette même en capital. Une telle déduction, outre qu elle ne correspond pas au contenu très nuancé de l arrêt, est directement contraire à l article 1675/13, paragraphe premier, disposition qui ne faisait pas l objet de la question préjudicielle. Le juge des saisies conserve donc son pouvoir d appréciation sur l opportunité d accorder ou de refuser un plan. N est dès lors pas remis en cause à ce stade, le principe suivant lequel le débiteur doit être à même ou être disposé à affecter la fraction, même limitée, de ses ressources, à l apurement de ses dettes ou de la partie de celles-ci déterminée par le juge des saisies, une affectation purement symbolique étant insuffisante») overweegt de Gentse beslagrechter dat het arrest van 13 maart 2001 geenszins een rechtvaardiging inhoudt voor een integrale kwijtschelding van schulden, doch veeleer de stelling lijkt bij te treden dat geen gerechtelijke aanzuiveringsregeling kan worden opgelegd wanneer de insolvabiliteit totaal én definitief is (Beslagr. Gent., 16 oktober 2001, AJT , 485) 15 Beslagr. Gent, 6 november 2001, onuitg., AR 00/2946/B. 9

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving:

Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Hoofdstuk I: Inzake de toepasselijke wetgeving: Afdeling I: De oorspronkelijke wet van 5 juli 1998 en de diverse wetswijzigingen: Bij wet van 5 juli 1998 2 werd een titel IV toegevoegd aan het Gerechtelijk

Nadere informatie

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid:

In de zaak: Mevrouw V. B. C., Gelet op de stukken van rechtspleging, inzonderheid: 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL BESCHIKKING UITGESPROKEN IN RAADKAMER OP 7 NOVEMBER 2011. 11de KAMER Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief + verzending

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 15 JANUARI 2010 C.08.0349.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0349.F A. S., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. A. M., Mr. Huguette Geinger, advocaat bij het Hof

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven,

VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING. Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, VERZOEKSCHRIFT TOT COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Aan de beslagrechter bij de rechtbank van eerste aanleg te Leuven, Op verzoek van : (adres) (adres) (raadsman) (vorige adressen in de afgelopen drie jaar)

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4851 Arrest nr. 47/2010 van 29 april 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vragen betreffende artikel 1675/15 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de Arbeidsrechtbank te Luik. Het

Nadere informatie

In de zaak : 1. De Heer R. F, 2. Mevrouw H. P.,, 61,

In de zaak : 1. De Heer R. F, 2. Mevrouw H. P.,, 61, 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 11de KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 20 DECEMBER 2010. Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief Op tegenspraak t.a.v.

Nadere informatie

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 4 OKTOBER In de zaak :

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 4 OKTOBER In de zaak : 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 11de KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 4 OKTOBER 2010. Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief Op tegenspraak t.a.v.

Nadere informatie

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W.

VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W. VERZOEKSCHRIFT INZAKE COLLECTIEVE SCHULDBEMIDDELING Art. 1675/4 Ger.W. Aan de Voorzitter bij de Arbeidsrechtbank Gent, afdeling ****** Ten verzoeke van: 1. Eerste verzoeker: Geboorteplaats: Burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 21 NOVEMBER 2016 S.16.0001.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.16.0001.N BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van Financiën, met kabinet te 1000 Brussel, Wetstraat 12, in de persoon

Nadere informatie

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer,

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, ADVIES Nr 03 / 1999 van 27 januari 1999 O. Ref. : 10 / A / 98 / 030 / 10 BETREFT : Ontwerp van koninklijk besluit tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door

Nadere informatie

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer:

Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST. Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009. Nummer: Nummer: Rep. rif.: Zitting van: 7.12.2009 Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, 15te bis KAMER, recht doende in burgerlijke zaken, heeft volgend arrest gewezen: Fke: 2009/AR/296I EINDAR~~ST

Nadere informatie

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN

SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN SCHEMA: ENKELE VOORDELEN, RECHTEN, VERPLICHTINGEN EN AANDACHTSPUNTEN VAN DE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING VOORDELEN VAN DE COLLECTIEVE SCHULDENREGELING Schuldeisers kunnen niet meer uitvoeren: Geen deurwaarders

Nadere informatie

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend,

appellante, ter zitting verschijnend in persoon en bijgestaan door mr. 1. eerste geïntimeerde, ter zitting van 15 maart 2013 niet verschijnend, ARBEIDSHOF TE Afdeling Hasselt Rep.nr. ARREST A.R. 2013/AH/36 Eindarrest bij verstek Achtste kamer Collectieve Schuldenregeling OPENBARE TERECHTZITTING VAN NEGENTIEN APRIL TWEEDUIZEND DERTIEN 1. appellante,

Nadere informatie

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest

6tt161. 4fi HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL. zetelend in burgerlijke zaken, na beraad, wijst volgend arrest Nr.: 6tt161 A.R. Nr.: 2012/ AR/ 1017 Rep. m.: 2012/ 4fi Afschrift in uitvoering van het Gerechtelijk Wet.boek Vrij van recht art. 280-2 WJUlG. HET HOF VAN BEROEP TE BRUSSEL l'r kamer, zetelend in burgerlijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 DECEMBER 2012 C.11.0654.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0654.F A. V., advocaat, handelend in de hoedanigheid van curator van het faillissement van de coöperatieve vennootschap met onbeperkte

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 02 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/35 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/35 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Rolnummer 2287 Arrest nr. 163/2001 van 19 december 2001 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 307bis van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Cassatie. Het Arbitragehof,

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN

ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST A.R. 2009/AA/408. Rep. Nr. Vierde kamer OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN ARBEIDSHOF TE ANTWERPEN Afdeling Antwerpen ARREST Rep. Nr. A.R. 2009/AA/408 Vierde kamer Eindarrest op tegenspraak Gezinsbijslag OPENBARE TERECHTZITTING VAN ZEVEN JUNI TWEEDUIZEND EN TIEN In de zaak van:

Nadere informatie

Arbeidshof te Antwerpen

Arbeidshof te Antwerpen Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 26 maart 2014 Rolnummer op JGR 2014/AA/38 Arrest bij verstek t.a.v. tweede t.e.m. twintigste verweerder in beroep Arbeidshof te Antwerpen

Nadere informatie

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012

A.R. nr. 2011/AB/663. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 1e blad. rep.nr. 2012/1332 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 10 MEl 2012 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de zaak:

Nadere informatie

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling

Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Raakvlakken Bewindvoering - schuldbemiddeling Regina Gymza Rechter Arbeidsrechtbank Antwerpen 24/11/2018 Raakvlakken Bewindvoering - CSR 1 1. Vooraf Beperkt tot de collectieve schuldenregeling: artikelen

Nadere informatie

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T

Rolnummer 3739. Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T Rolnummer 3739 Arrest nr. 79/2006 van 17 mei 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 413bis tot 413octies van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, ingevoegd bij

Nadere informatie

Rolnummer 5870. Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T

Rolnummer 5870. Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T Rolnummer 5870 Arrest nr. 184/2014 van 10 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 1675/13, 3, en 1675/13bis, 2, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Rolnummer 5111 Arrest nr. 196/2011 van 22 december 2011 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13bis van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Arbeidshof te Bergen. Het

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 2 FEBRUARI 2012 C.11.0093.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0093.N 1. G.M., 2. C.V., eisers, aan wie rechtsbijstand werd verleend op 23 december 2010 onder nummer G.10.0201.N, vertegenwoordigd

Nadere informatie

2) Mevrouw M. K, - geïntimeerde sub 2 - in persoon aanwezig

2) Mevrouw M. K, - geïntimeerde sub 2 - in persoon aanwezig Nr. arrest: 2011/ Rep.nr.: 2011/ Zitting van: 07 november 2011 EINDARREST PG JEUGD 2011/BC11/524-2011/3895 Het HOF VAN BEROEP, zitting houdend te ANTWERPEN, ZESTIENDE BIS KAMER, recht doende in burgerlijke

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 3858 Arrest nr. 175/2006 van 22 november 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 APRIL 2011 7e KAMER SOCIALEZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - beroep Bureau Juridische Bijstand tegensprekelijk (art. 747, 2, Ger.

Nadere informatie

Rechtsbijstand bij bemiddeling

Rechtsbijstand bij bemiddeling Rechtsbijstand bij bemiddeling De wet van 21 februari 2005 in verband met de bemiddeling heeft de mogelijkheid geopend rechtsbijstand toe te kennen in elke procedure van vrijwillige of gerechtelijke bemiddeling

Nadere informatie

Inspiratiedag Gezond Budget

Inspiratiedag Gezond Budget 04/12/2018 Inspiratiedag Gezond Budget Workshop 'soorten budget- en schuldhulpverlening' in Vlaanderen OVERZICHT HULPVERLENINGSVORMEN = BUDGETHULPVERLENING: hulp bij het vinden van een evenwicht tussen

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. A.R.Nr. 42.787 le blad. OPENBARE TERECHTZITTING VAN EENENTWINTIG NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ZES.

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST. A.R.Nr. 42.787 le blad. OPENBARE TERECHTZITTING VAN EENENTWINTIG NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ZES. A.R.Nr. 42.787 le blad. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN EENENTWINTIG NOVEMBER TWEEDUIZEND EN ZES. DERDE KAMER Bediendecontract Tegensprekelijk Definitief In.de zaak: v Kathy, Appellante,

Nadere informatie

Rolnummer 3702. Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T

Rolnummer 3702. Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T Rolnummer 3702 Arrest nr. 60/2006 van 26 april 2006 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over de artikelen 1675/7, 1, 2 en 4, 1675/12, 1 en 2, en 1675/13, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, ingevoegd

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 16 november 2015 Rolnummer op JGR 2015/BB/39 Arbeidshof te Brussel elfde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/BB/39 p. 2 COLLECTIEVE

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 MEI 2013 S.12.0063.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.12.0063.F A. C., Mr Simone Nudelholc, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. G. B., e.a. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT

V O N N I S OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART de kamer. 1 e blad ARBEIDSRECHTBANK GENT 1 e blad OPENBARE TERECHTZITTING VAN : 8 MAART 2010 ARBEIDSRECHTBANK GENT V O N N I S 2de kamer A.R. 09/1743 Rep.nr. De arbeidsrechtbank Gent, tweede kamer heeft het volgend vonnis uitgesproken : INZAKE

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST AR. nr. 2011/AB1792 1e blad. rep.nr.2012/ ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 28 JUNI2012 7e KAMER OCMW - maatschappelijke dienstverlening tegensprekelijk definitief kennisgeving per

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 17 december 2015 Rolnummer op JGR 2015/AB/128 Arbeidshof te Brussel zevende kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/128 p. 2 SOCIALE

Nadere informatie

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek

Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek Rechtsweigering Art.5 Gerechtelijk Wetboek FORUM ADVOCATEN BVBA Nassaustraat 34 A 2000 Antwerpen T 03 369 95 65 F 03 369 95 66 E info@forumadvocaten.be W www.forumadvocaten.be I. Intrede Artikel 4 Burgerlijk

Nadere informatie

De collectieve schuldenregeling in de praktijk

De collectieve schuldenregeling in de praktijk De collectieve schuldenregeling in de praktijk De collectieve schuldenregeling is een gerechtelijke procedure die u in staat stelt om uw schulden te betalen en tegelijkertijd waarborgt dat u een menswaardig

Nadere informatie

Instantie. Onderwerp. Datum

Instantie. Onderwerp. Datum Instantie Hof van Beroep te Gent Onderwerp Faillissement. Bevrijding kosteloze zekerheidsteller. Geen economisch belang. Verbintenis in verhouding tot inkomsten en vermogen Datum 17 november 2008 Copyright

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. 2012/ ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 21 JUNI 2012 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief kennisgeving per

Nadere informatie

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 6 JUNI In de zaak: 1. De Heer S. en zijn echtgenote 2. S.D. beiden wonende te [xxx],

OPENBARE TERECHTZITTING VAN 6 JUNI In de zaak: 1. De Heer S. en zijn echtgenote 2. S.D. beiden wonende te [xxx], 1e blad. Rep.Nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL & BESCHIKKING 11de KAMER OPENBARE TERECHTZITTING VAN 6 JUNI 2011. Collectieve schuldenregeling vorderingen collectieve schuldenregeling Definitief In de zaak: 1.

Nadere informatie

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement

Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Hoofdstuk 15 : Insolventieprocedures Het faillissement Deze structuur wordt gevolgd : Lesdag 15.1 Inleiding 15.2 Voorwaarden voor (verplichte) aangifte 15.3 Directe gevolgen en het verloop van het faillissement

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling My Lawyer Info Monard D Hulst www.monard-dhulst.be Onderwerp De Wet op de Continuïteit van de Ondernemingen. Hoofdstuk 3. Het gerechtelijk minnelijk akkoord: het huwelijkscontract tussen schuldeiser

Nadere informatie

WEGWIJS collectieve schuldenregeling

WEGWIJS collectieve schuldenregeling WEGWIJS collectieve schuldenregeling Inhoudstafel 1. Hoe verloopt de opstart van pg. 3 een collectieve schuldenregeling? (CSR) 2. Het opmaken van een aanzuiveringsregeling pg. 4 (=afbetalingsplan) 3. Na

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 JANUARI 2006 C.04.0201.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0201.N V. A., Mr. Cécile Draps, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen D. P. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent. Rolnummer 2499 Arrest nr. 20/2003 van 30 januari 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 145, derde lid, van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

Rolnummer 2849. Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T

Rolnummer 2849. Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T Rolnummer 2849 Arrest nr. 139/2004 van 22 juli 2004 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/13, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter in de Rechtbank

Nadere informatie

Hof van Beroep te Gent, twee arresten van 5 februari 2007

Hof van Beroep te Gent, twee arresten van 5 februari 2007 Hof van Beroep te Gent, twee arresten van 5 februari 2007 7bis Kamer 2006/AR/2879 in de zaak van: appellante, Opeenvolgende koopovereenkomsten Internationale bevoegdheid Brussel I Verordening Artikel 28.3

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 4 juni 2015 Rolnummer op JGR 2014/AB/557 Arbeidshof te Brussel zevende kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/557 p. 2 OCMW - maatschappelijke

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 14 JUNI 2010 S.10.0005.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. S.10.0005.F N. A., Mr. Antoine De Bruyn, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. AAGHON, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België C.09.0590.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.08.0323.F 1. A. B. en, 2. H. K., Mr. Paul Alain Foriers, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. J. T. en, 2. N. Z, Mr. Michel Mahieu, advocaat

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS A.R. M12-5-0321 Beslissing van 9 januari 2014 De vijfde kamer van de Commissie, samengesteld uit:

Nadere informatie

chgf /[ ~30 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

chgf /[ ~30 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. chgf /[ ~30 ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 MEl 2012 ge KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT ZELFSTANDIGEN - bijdragen zelfstandigen tegensprekelijk heropening van

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Hof van Cassatie Onderwerp Veroordeling tot betaling van een uitkering tot onderhoud. Voorwaarde. Voorafgaande ingebrekestelling van de schuldenaar Datum 3 november 2009 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 06 maart 2015 Rolnummer op JGR 2014/AB/305 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/305 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2011 C.10.0503.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0503.N KBC BANK nv, met zetel te 1080 Sint-Jans-Molenbeek, Havenlaan 2, eiseres, vertegenwoordigd door mr. Johan Verbist, advocaat

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2014 / Datum van uitspraak 12 september 2014 Rolnummer op JGR 2014/AB/282 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2014/AB/282 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 17 FEBRUARI 2011 C.10.0149.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0149.F AG INSURANCE, nv, Mr. Isabelle Heenen, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen M. N. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 NOVEMBER 2011 7e KAMER OCMW - gewaarborgde gezinsbijslag tegensprekelijk definitief kennisgeving (art. 580, 2, Ger. W.) in de

Nadere informatie

ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE. Collectieve Schuldenregeling. Rep.(VCSR-MINOP)nr.: 1. EUROPABANK, Burgstraat 170, 9000 Gent.

ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE. Collectieve Schuldenregeling. Rep.(VCSR-MINOP)nr.: 1. EUROPABANK, Burgstraat 170, 9000 Gent. ARBEIDSRECHTBANK BRUGGE Achtste Kamer Collectieve Schuldenregeling OPENBARE TERECHTZITTING VAN 26 MAART 2012 MN, geboren te Gent op 18 januari 19xx, wonende te Rep.(VCSR-MINOP)nr.: - VERZOEKENDE PARTIJ

Nadere informatie

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T

Rolnummer 4255. Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T Rolnummer 4255 Arrest nr. 9/2008 van 17 januari 2008 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 82 van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij artikel 29 van de wet

Nadere informatie

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893

RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK. IXe KAMER A R R E S T. nr van 25 januari 2010 in de zaak A /IX-5893 RAAD VAN STATE, AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK IXe KAMER A R R E S T nr. 199.862 van 25 januari 2010 in de zaak A. 187.639/IX-5893 In zake : Dennis X. bijgestaan en vertegenwoordigd door advocaat Karel S.

Nadere informatie

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen.

A R R E S T. In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Rolnummer 5607 Arrest nr. 40/2014 van 6 maart 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 2277 van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Bergen. Het Grondwettelijk

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr.: 2012/ ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 7 J.UARI 2013 11e KAMER COLLECTIEVE SCHULDENREGELING - vorderingen collectieve schuldenregeling verstek van de verzoeker

Nadere informatie

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE

VONNIS. De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken : INZAKE 1 e blad VONNIS Griffie nr.: 00293 Parket nr.: HA43.L4.107456-04 Rep.: 459 Vonnis dd. 01.03.2007 De Correctionele Rechtbank van het arrondissement HASSELT, 16 kamer, heeft het volgende vonnis uitgesproken

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2016/ Datum van uitspraak 1 maart 2016 Rolnummer op JGR 2015/AB/523 Arbeidshof te Brussel derde kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/523 p. 2 ARBEIDSRECHT

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 24 MAART 2011 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - werkloosheid tegensprekelijk definitief kennisgeving art. 580, 2, Ger.

Nadere informatie

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk?

De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De reorganisatie door overdracht onder gerechtelijk gezag: aanpassing van de regelgeving noodzakelijk? De zaak Plessers (C-509/17) We work for people, not clients Duurzaam samenwerken Excellent juridisch

Nadere informatie

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS

COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS COMM. TURNHOUT 19 mm 2009 BVBA DANEELS Een opschorting toegekend bij een tussen vonnis mag niet verlengd worden als de schuldenaar niet aantoont dat hij kennelijk niet meer in staat is de continuïteit

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS

COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS COMMISSIE VOOR FINANCIËLE HULP AAN SLACHTOFFERS VAN OPZETTELIJKE GEWELDDADEN EN AAN DE OCCASIONELE REDDERS ------ A.R. M 11-7-1006 B.R. 8461 Beslissing van 18 september 2012 De eerste kamer van de Commissie,

Nadere informatie

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T

Rolnummer 5678. Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T Rolnummer 5678 Arrest nr. 108/2014 van 17 juli 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 418, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering, gesteld door het Hof van Cassatie.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 28 FEBRUARI 2013 C.12.0066.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.12.0066.F M. H., Mr. Jacqueline Oosterbosch, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen C. B., Mr. Michel Mahieu, advocaat bij het

Nadere informatie

Orde van Vlaamse Balies

Orde van Vlaamse Balies Orde van Vlaamse Balies Standpunt i.v.m. het wetsontwerp tot wijziging van de artikelen 81, 104, 569, 578, 580, 583, 1395 van het Gerechtelijk Wetboek (Parl. St. Kamer 2003-2004, nr. 1310) Standpunt i.v.m.

Nadere informatie

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T

Rolnummer 4792. Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T Rolnummer 4792 Arrest nr. 65/2010 van 27 mei 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de artikelen 4, 2, en 6, 2, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken,

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST BUITENGEWONE OPENBARE TERECHTZITTING VAN 18 MAART 2011 7e KAMER SOCIALE ZEKERHEIDSRECHT WERKNEMERS - bijdragen werkgevers tegensprekelijk definitief in de

Nadere informatie

Burg. Antwerpen (Beslag.), 8 november 1999 / Civ. Anvers (saisies), 8 novembre 1999

Burg. Antwerpen (Beslag.), 8 november 1999 / Civ. Anvers (saisies), 8 novembre 1999 Burg. Antwerpen (Beslag.), 8 november 1999 / Civ. Anvers (saisies), 8 novembre 1999 A.R.: 99/1632/B Zet.: De h. B. Franck (Verzoeker : P1., arbeider; Schuldeisers : 1) N.V. S1; 2) R.S.Z.; 3) N.V. S2; 4)

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 24 FEBRUARI 2012 C.11.0463.F/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.11.0463.F BELGISCHE STAAT, minister van Financiën, Mr. François T Kint, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen 1. C. G., 2. F.S.,

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 13 OKTOBER 2015 P.14.0355.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.0355.N I H nv, vertegenwoordigd door de lasthebber ad hoc Filip Mertens, met kantoor te 9000 Gent, Coupure 373, eiseres, met als

Nadere informatie

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden.

2.1. X leeft van een uitkering op grond van de Wet werk en bijstand. Op deze uitkering worden de lopende huurbetalingen volledig ingehouden. beschikking RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND Afdeling Civiel recht kantonrechter zittinghoudende te Utrecht zaaknummer: 2534388 UE VERZ 13805 GD/4243 Beschikking van 13 december 2013 inzake X wonende te Arnhem,

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Arbeidsrechtbank Brugge Onderwerp Handvest van de sociaal verzekerde. Beroepsziekten Datum 01 februari 2005 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST

ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST 1e blad. rep.nr. ARBEIDSHOF TE BRUSSEL ARREST OPENBARE TERECHTZITTING VAN 07 maart 2011 11 e KAMER COLLECTIEVE SCHULDENREGELING - vorderingen collectieve schuldenregeling Tegensprekelijk t.o.v. van appellante

Nadere informatie

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen

HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen GERECHTELIJK WETBOEK - Deel IV : BURGERLIJKE RECHTSPLEGING. HOOFDSTUK XI. Echtscheiding, scheiding van tafel en bed en scheiding van goederen Afdeling II. Echtscheiding door onderlinge toestemming. Art.

Nadere informatie

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T

Rolnummer 5633. Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T Rolnummer 5633 Arrest nr. 26/2014 van 6 februari 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 4 van het koninklijk besluit van 18 november 1996 «houdende invoering van een sociale

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 27 SEPTEMBER 2016 P.16.0556.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.16.0556.N P J G V, beklaagde, eiseres, met als raadsman mr. Laurens Van Puyenbroeck, advocaat bij de balie te Gent. I. RECHTSPLEGING

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 20 JANUARI 2015 P.14.1276.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. P.14.1276.N E R H C, beklaagde, eiser, tegen C V D C, burgerlijke partij, verweerder. I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF Het cassatieberoep

Nadere informatie

EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel. gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het

EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel. gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het 29 OKTOBER 2001 C.99.0148.N/1 Nr. C.99.0148.N.- EUROPABANK, naamloze vennootschap, met maatschappelijke zetel gevestigd te 9000 Gent, Burgstraat 170, ingeschreven in het handelsregister te Gent nummer

Nadere informatie

Verschijnend in persoon, bijgestaan door mr.. te

Verschijnend in persoon, bijgestaan door mr.. te A.R. INZAKE: De Heer bedrijfsrevisor, wonende te Eiser; Verschijnend in persoon, bijgestaan door mr.. te, advocaat TEGEN: De, met maatschappelijke zetel te, en mgeschreven volgens conclusie in het handelsregister

Nadere informatie

Collectieve schuldenregeling. Erkende instelling voor schuldbemiddeling 14AB/74/99015

Collectieve schuldenregeling. Erkende instelling voor schuldbemiddeling 14AB/74/99015 Collectieve schuldenregeling Erkende instelling voor schuldbemiddeling 14AB/74/99015 Wat is een collectieve schuldenregeling? Wie komt in aanmerking? x Zit je in een financieel moeilijke situatie? x Stapelen

Nadere informatie

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T

Rolnummer 4045. Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T Rolnummer 4045 Arrest nr. 200/2006 van 13 december 2006 A R R E S T In zake : het beroep tot gedeeltelijke vernietiging van artikel 468, 3, van het Gerechtelijk Wetboek, zoals gewijzigd bij artikel 21

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 10 JANUARI 2014 F.12.0081.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. F.12.0081.F J. T., Mr. Paul Wouters, advocaat bij het Hof van Cassatie, tegen BELGISCHE STAAT, vertegenwoordigd door de minister van

Nadere informatie

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen

A 94/4/9. Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/ Inzake : OPENBAAR MINISTERIE. tegen BENELUX-GERECHTSHOF COUR DE JUSTICE BENELUX A 94/4/9 Arrest van 12 februari 1996 in de zaak A 94/4 --------------------------- Inzake : OPENBAAR MINISTERIE tegen 1. VAN DER HAEGEN Raymond 2. ROUAEN Denise

Nadere informatie

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T

Rolnummer 2485. Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T Rolnummer 2485 Arrest nr. 84/2003 van 11 juni 2003 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende de wet van 4 juli 2001 tot wijziging van artikel 633 van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 6 MEI 2011 C.10.0494.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.10.0494.N M.-L. B., eiseres, vertegenwoordigd door mr. Caroline De Baets, advocaat bij het Hof van Cassatie, met kantoor te 1050 Brussel,

Nadere informatie

Hof van Beroep Gent, arrest van 22 oktober 2015

Hof van Beroep Gent, arrest van 22 oktober 2015 Hof van Beroep Gent, arrest van 22 oktober 2015 Erkenning buitenlands huwelijk Artikel 31 1 WIPR Artikel 27 1 WIPR Weigeringsgronden Artikel 21 WIPR Openbare orde exceptie Artikel 146bis BW Geen schijnhuwelijk

Nadere informatie

niet verbeterde kopie

niet verbeterde kopie Rolnummer 4301 A R R E S T Arrest nr. 134/2008 van 2 oktober 2008 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 1675/7, 1, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door de beslagrechter te Mechelen.

Nadere informatie

Arbeidshof te Brussel

Arbeidshof te Brussel Repertoriumnummer Uitgifte Uitgereikt aan 2015 / Datum van uitspraak 17 december 2015 Rolnummer op JGR 2015/AB/111 Arbeidshof te Brussel zevende kamer Arrest Arbeidshof te Brussel 2015/AB/111 p. 2 SOCIALE

Nadere informatie

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T

Rolnummer 4724. Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T Rolnummer 4724 Arrest nr. 9/2010 van 4 februari 2010 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 931, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek, gesteld door het Hof van Beroep te Gent.

Nadere informatie

Hof van Cassatie van België

Hof van Cassatie van België 25 MAART 2005 C.04.0126.N/1 Hof van Cassatie van België Arrest Nr. C.04.0126.N ABI IMTECH, naamloze vennootschap, met zetel te 9140 Temse, Luxemburgstraat 1, ingeschreven in het handelsregister te Sint

Nadere informatie

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T

Rolnummer 5600. Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T Rolnummer 5600 Arrest nr. 86/2013 van 13 juni 2013 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 82, tweede lid, van de faillissementswet van 8 augustus 1997, zoals vervangen bij de wet

Nadere informatie