WP 2 WP 1. Naam:. Dictee op:

Transcriptie

1 Naam:. Samengestelde woorden Knip het woord in je hoofd in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. Regelwoorden Let op! Pas de regel toe. Eind d, hoor je een /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan een d. d WP 1 angstaanjagend het bladgoud de braadpan de dasspeld de dienstmeid donkerblond de goudsmid de hardloper de kleedkamer de jeugddroom de loodgieter het roodborstje het veldboeket de verbanddoos het wandelpad WP 2 het aanbod de avondopleiding de broedtijd eerbiedwaardig de gemeenteraad de handdruk het hoofdaccent het natuurbehoud overboord tweedehands het vakantieoord de vakbond de voorraadkast de wereldtentoonstelling zelfverzekerd

2 Naam:. d Samengestelde woorden Knip het woord in je hoofd in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. Regelwoorden Let op! Pas de regel toe. Eind d, hoor je een /t/ aan het eind? Let dan op! Maak het woord langer. Hoor je een /d/? Schrijf dan een d. WP 3 het aanbod de bladspinazie de breinaald het eetgerei enigszins het geintje het gewei het jeugdjournaal de leverpastei het mysterie onheilspellend het startsein treiteren de verleiding de vijl WP 4 de bliksemafleider het circusterrein deinen geenszins het griepvirus de heibel het jurylid de neiging nylon de papyrus pleiten de routebeschrijving de spijl de veiling verscheidene

3 Naam:. Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 5 aanrichten afsnijden autorijden behandelen bevatten herhalen meespelen ombouwen ontbijten samenvatten uitleggen uitschudden verbieden verbleken verlengen WP 6 aanstaren begeleiden begieten begroeien doorzetten meeleven ontwikkelen opbranden opwachten uitbetalen uitzenden verrotten verspillen verwonderen volhouden

4 Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 7 computeren douchen keepen lunchen mixen racen rappen scoren scrabbelen skiën swingen tanken timen typen zappen WP 8 badmintonnen bowlen bridgen crashen crossen fonduen inloggen joggen mailen poolen rugbyen skateboarden squashen stressen surfen

5 Schrijf dan tie, (e)lijk of heid. WP 9 WP 10 age oge Ook-zo woorden lijk tie heid Schrijf dit stukje altijd zo, ook al klinkt het anders. Hoor je /aazje/ of /oozje/ aan het eind van een woord? Schrijf dan age of oge. Hoor je /tsie/, (u)luk/ of/hijt/ aan het eind van een woord? de assistente de diaprojector de etalagepop hoofdzakelijk huiselijk het innerlijk de instructie het notitieblok de onveiligheid het polshorloge de stellage de tatoeage de toneelrepetitie verleidelijk wetenschappelijk de adoptieouder de camouflage het chantagemiddel de fabricage de nabijheid ondraaglijk onvergeeflijk de productie de sabotage de stageplaats de theeplantage de trucage verraderlijk de videomontage de zoekactie

6 Onthoudwoorden Kijk goed, onthoud hoe je het schrijven moet. WP 11 de bibliotheekmedewerker de binnenhuisarchitect het champagneontbijt defect het effect het eindexamen effectief het experiment het instinct de parachutespringer het project de rechercheur de taxicentrale de thermostaat de tramconducteur WP 12 de atoomenergie de charme de checklist correct het dialect de douchecabine de exprespost de marathonloper nonchalant radioactief het record het taalaspect thans de therapeut het viaduct

7 Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 13 aandurven afprijzen beschimmelen besparen bijhouden doen herschrijven inlijsten nieten oplichten oprapen opschudden sluipen tochten verdubbelen WP 14 afluisteren behalen bestrijden blaten doordraven haken herdenken kniezen losbarsten ontcijferen oordelen uitbroeden uitvinden verkennen wegen

8 Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 15 aanrijden eren getuigen inladen klaarzetten lakken masseren napraten onthouden ontleden terugbetalen terugvinden tuiten verhongeren verpesten WP 16 bebossen betreden hervormen meepraten nabouwen opsparen respecteren schijnen stuiten uithouden uitmonden vermijden vervullen verwilderen voeden

9 ë s Regelwoord: Eindigt een klankgroep met een klinker of open klank, en begint de volgende klankgroep ook met een klinker of open klank? Let dan op. Zet een trema waar die volgende klankgroep begint als je het fout zou kunnen lezen. Specifiek bij meervoud: Herken je een meervoud op /iejen/ of /eejen/? Let dan op. Luister naar het woord in het enkelvoud. - ligt de klemtoon op de laatste klankgroep? Schrijf ën achter het meervoud - ligt de klemtoon niet op de laatste klankgroep? Zet een trema op de laatste e en schrijf er een n achter. Regelwoord: Herken je meervoud, eindigend op s? En schrijf je het enkelvoud met a, o, u, i of y op het eind, schrijf dan s achter het enkelvoud. WP 17 Amerika s de cafeïne de camera s de fantasieën de genieën de industrieën de kano s kanoën s middags de panda s de stereo s tatoeëren de vegetariër s zaterdags de zebra s WP 18 de accu s de cafetaria s de calorieën de encyclopedieën de epidemieën s maandags het mozaïek naïef opera s Petra s ruineren de salto s de studio s de symfonieën s zondags

10 isch air teit ium eum Ook zo woorden Luister naar het woord in je hoofd. Hoor je /ies/, /er/ of /tijt/ aan het eind van een woord? Schrijf dan isch, air of teit Hoor je /iejum/ of /eejum/ aan het eind van een woord? Schrijf dan ium of eum WP 19 aluminium de documentaire elektronisch fotografisch hygienisch de jodium het jubileum het linoleum de majesteit de nationaliteit het podium de stagiaire de stommiteit het terrarium thematisch WP 20 het atheneum het conservatorium het criterium culinair het gymnasium hysterisch de loyaliteit het medium de mentaliteit mythologisch de petroleum het solarium symbolisch het vocabulaire vulgair

11 Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 21 achterhalen blinddoeken doorzoeken liefkozen onderhouden ondersteunen ondertekenen onderzoeken overhandigen overkomen overlijden overwinteren stampvoeten stortregenen watertrappelen WP 22 achtervolgen doorlopen doorsnuffelen doorstaan knarsetanden omsingelen omvatten onderbreken ondergaan ondernemen ondervinden overdenken overtroeven overzien tafeltennissen

12 Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 23 bedriegen behouden bemesten beplakken bespioneren bezuinigen herkauwen herkennen onthoofden ontruimen verdrogen verhuren verkleinen vermaken verwisselen WP 24 beamen behoren beoefenen betwijfelen bezichtigen herinneren ontbieden ontglippen ontmoedigen verbinden vergiftigen verleiden veroordelen verschieten verwoesten

13 Onthoudwoorden Kijk goed, onthoud hoe je het schrijven moet. Specifiek voor woorden van buitenlandse herkomst: - luister naar het woord in je hoofd - hoor je een moeilijk woord? Denk na hoe je het schrijven moet - lees het woord nog een keer na of je het goed geschreven hebt WP 25 de aquarel het atelier de camper de cappuccino de coach de crossmotor het dossier de peignoir qua de quiche de quiz de soap de stress de tank de touringcar WP 26 de antiquair de bouvier consequent de cruise het dashboard de fitness de mannequin de manoeuvre de maquette de premier quasi quitte het reçu het repertoire de speech

14 Samengestelde woorden Knip het woord in je hoofd in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. Het koppelteken in samenstellingen. - eindigt het eerste woord met een klinker of een open klank en begint het volgende woord met een klinker of een open klank? Let op: gebruik een koppelteken als je het woord verkeerd zou kunnen uitspreken. - het eerste woord is een afkorting - het eerste woord is ex, non of oud - de samenstelling is een land of streek. WP 27 de cd-rom de de ex-kampioen de ex-leerling na-apen de niet-roker non-stop Noord-Brabant de oud-docent het thee-ei de tv-gids het tv-toestel het wc-papier zo-even Zuid-Afrikaans WP 28 de cd-hoes de ex-coach de ex-partner de mee-eter de niet-gebruiker non-actief non-alcoholisch de oud-collega het oud-lid toe-eigenen het tv-programma de tv-reclame de wc-bril West-Europees de zee-egel

15 Dictee op:.. Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 29 bederven bedienen bespeuren herlezen hervinden onderdrukken onthullen overwinnen verdiepen verlagen verslijten vertalen verzoenen vingerverven voldoen WP 30 begeren beschikken bezorgen geloven genezen hernemen motregenen overnachten overwegen verdenken vergroten vermommen verroeren verzenden weerstaan

16 Dictee op: Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 31 beklagen bevinden klappertanden ondertitelen ontladen ontmoeten ontsporen ontvoeren overvallen overwoekeren verblinden verdoven verroesten verwennen verwijten WP 32 beduiden berichten beslaan bevorderen dagdromen heroveren omringen onderscheiden ontkiemen ontlenen vergaderen verslinden vervolgen verzuchten volbrengen

17 Dictee op: Samengestelde woorden Knip het woord in je hoofd in losse woorden of stukjes. Bedenk bij elk stukje hoe je het schrijven moet. WP 33 het bessensap de bruidsschat de dorpsschool het geboortekaartje de groentesoep de horlogemaker de kattenbak de koekenpan de meisjesstem de paardebloem de pannenkoek de prullenbak de stationschef de veiligheidsspeld de zonnebank WP 34 het aangiftebiljet de boekenbon de bramenjam de breedtegraad de gedaanteverwisseling de Koninginnedag het krantenartikel het passagiersschip de pijpenstelen de schoonheidsspecialist de stadsschouwburg het verkeersslachtoffer de verkiezingsstrijd de vliegenmepper de vliegezwam

18 Dictee op: Regelwoorden Let op! Pas de regel toe. specifiek voor iken bij meervoud: Hoor je in een woord /ikun/? Kijk naar het woord in het enkelvoud. Schrijf je het enkelvoud met ik aan het eind en krijgt ik geen klemtoon? Schrijf dan en achter het enkelvoud. Afkortingen -is het 1 woord? Maak het korter, schrijf in kleine letters, zet er een punt achter - meer dan 1 woord? schrijf van elk woord de 1 ste letter op en zet er puntjes achter. WP 35 de aquaria bijv. blz. enz. etc. incl. m.a.w. de media de monniken de musea n.a.v. o.a. de perziken de slechteriken z.o.z. WP 36 de botteriken de criteria de dommeriken d.w.z. e.a. e.d. excl. jl. de leeuweriken de lycea m.b.t. m.i.v. m.u.v. de terraria z.s.m.

19 Dictee op: Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 37 bepraten beschuldigen cruisen faxen herleiden hockeyen inzetten omgeven ophouden opsporen overdekken picknicken shampooën tapen weerspiegelen WP 38 afbranden besteden crawlen cricketen doorkruisen inzoomen kidnappen likkebaarden onderwerpen ontplooien schuilhouden shoppen speechen vaststellen verenigen

20 Naam:. Werkwoorden Gebruik het werkwoordschema WP 39 aansporen afwenden barbecuen brunchen finishen interviewen ontbloten overbruggen overladen relaxen samenbinden showen vergulden verontschuldigen weerkaatsen WP 40 coachen gebieden handhaven herleven inchecken kicken minachten ontgelden opwinden overreden recyclen shockeren sprayen uitstoten volladen