Landbouwontwikkeling in Twenterand. Een cijfermatige schets van de trends vanaf 2000

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Landbouwontwikkeling in Twenterand. Een cijfermatige schets van de trends vanaf 2000"

Transcriptie

1 Landbouwontwikkeling in Een cijfermatige schets van de trends vanaf 2000

2 Inhoudsopgave 1. Inleiding Algemene trends Leeswijzer Gebruikte cijfers Huidige situatie (2011) Grondgebruik Aantal bedrijven en economische omvang Bedrijfsomvang per type bedrijf Aantal dieren en veebezetting Nevenactiviteiten Ontwikkelingen Grondgebruik Aantal bedrijven en economische omvang Bedrijfsomvang per type bedrijf Aantal dieren Nevenactiviteiten Opvolging Toekomstige Ontwikkelingen Grondgebruik Aantal en omvang landbouwbedrijven Ontwikkeling per sector Nevenactiviteiten Vrijkomende locaties Infrastructuur Ruimtelijke ordening en milieu Tot slot Colofon Bijlage 1 Bedrijfstype-indeling

3 1. Inleiding 1.1 Algemene trends De landbouw in Nederland verandert onder invloed van de markt en de maatschappij. Wereldwijd stijgt de vraag naar voedsel en de markt wordt steeds meer geliberaliseerd (o.a. hervorming Gemeenschappelijk Landbouwbeleid). Schaalvergroting is als gevolg daarvan de dominante trend. Wet- en regelgeving is ook sturend op de ontwikkeling van bedrijven. Denk hierbij aan milieunormen en bestemmingsplanvoorschriften. Investeringen moeten worden terugverdiend. Niet alle bedrijven zullen groeien; een deel van de ondernemers zal stoppen met het bedrijf. Dat is een trend die ook door zal zetten. Veel ondernemers blijven aanvankelijk wonen op de locaties. Een deel van de vrijkomende locaties zal worden verkocht aan burgers die in het buitengebied willen wonen. Een aantal agrarische bedrijven maakt gebruik van de aandacht van de burger voor het platteland, bijvoorbeeld door nevenactiviteiten op hun bedrijf te ontplooien, zoals overnachtingsmogelijkheid of zorg. Ook met natuur- en landschapsbeheer en huisverkoop worden neveninkomsten gegenereerd. Het areaal landbouwgrond neemt licht af als gevolg van woningbouwlocaties, bedrijventerreinen, infrastructuur, natuur (ecologische hoofdstructuur) en water (kwaliteit en berging voor veiligheid). De vrijkomende grond van stoppende agrariërs gaat meestal naar landbouwbedrijven die groeien. 1.2 Leeswijzer De hierboven geschetste ontwikkelingen zijn algemene trends voor de landbouw en het platteland in Nederland. In dit document, dat mede als input wordt gebruikt voor de plattelandsvisie van de gemeente, wordt de landbouw in de gemeente onder de loep genomen, waar mogelijk met cijfers onderbouwd. In hoofdstuk 2 wordt de huidige situatie beschreven. Er wordt onder andere ingegaan op het aantal bedrijven, het grondgebruik, het aantal dieren en de voorkomende nevenactiviteiten. De gegevens voor worden hierbij vergeleken met de omliggende gemeenten (Almelo, Hardenberg, Hellendoorn, Ommen, Tubbergen en Wierden), de situatie in de provincie Overijssel en in Nederland. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 de trend van de afgelopen 10 jaar weergegeven. Ook hier vindt een vergelijking plaats van de gemeente met de omliggende gemeenten, de provincie Overijssel en Nederland. In het vierde hoofdstuk worden de verwachte toekomstige ontwikkelingen beschreven aan de hand van de reeds ingezette trends en ontwikkelingen die nu bekend zijn. Hierbij wordt ook ingegaan op de beleidsmatige kant. 2

4 1.3 Gebruikte cijfers De cijfers die in dit document zijn gebruikt zijn afkomstig van het CBS (Statline) en van Alterra (Geografisch Informatiebestand Agrarische Bedrijven (GIAB)). Deze zijn gebaseerd op de gecombineerde opgave die alle landbouwbedrijven jaarlijks doen (voorheen meitelling genoemd). Voor de huidige situatie is het jaar 2011 aangehouden. Als referentiejaar in het verleden zijn 2000, 2003, 2005 en 2008 gebruikt, omdat met die cijfers een vergelijking met omliggende gemeente (OMG), Overijssel (OV) en Nederland (NL) kan worden gemaakt. Bedrijven met een Standaardopbrengst lager dan zijn niet in de berekeningen opgenomen. 3

5 2. Huidige situatie (2011) 2.1 Grondgebruik Van de totale oppervlakte van de gemeente wordt ongeveer 2/3 gebruikt voor de landbouw. Dit komt overeen met bijna 7000 hectare. Het overgrote deel hiervan wordt gebruikt voor landbouwproductie (akkerbouw, tuinbouw, veehouderij). Het deel niet-cultuurgrond omvat bedrijfsgebouwen, erven, wegen, bosjes e.d. Bijna de helft van de productiegrond is in gebruik als blijvend grasland. Dit zijn gronden die minimaal 5 jaar niet in de vruchtwisseling zijn meegenomen. Op een kwart van de gronden worden groenvoedergewassen verbouwd. Dit is voornamelijk snijmaïs. Een relatief klein deel is tuinbouwgrond. Tabel 1. Grondgebruik landbouw in (2011). ha % Oppervlakte gemeente Landbouwgrond totaal Tabel 2. Grondgebruik per sector in (2011). ha % Akkerbouw Grasland blijvend natuurlijk 64 - tijdelijk Groenvoedergewassen Tuinbouw Niet-cultuurgrond Totaal Aantal bedrijven en economische omvang In 2011 waren er in totaal 288 landbouwbedrijven in de gemeente (tabel 3). De overige graasdierhouderij (vleesvee, paarden, geiten en schapen) en melkveehouderij nemen het grootste aandeel hiervan in beslag; samen 66%. Ten opzichte van de omliggende gemeenten (Almelo, Hardenberg, Hellendoorn, Ommen, Tubbergen en Wierden) en de provincie Overijssel zijn er weinig grote verschillen te zien met betrekking tot het voorkomen van de verschillende typen bedrijven. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde valt op dat in de Overijsselse gemeenten het percentage melkveehouderijen en intensieve veehouderijen iets hoger ligt. De tuinbouw en akkerbouw daarentegen zijn minder vertegenwoordigd dan het landelijk gemiddelde. Overijssel en ook zijn typische veehouderij gebieden. Een volledig overzicht van de bedrijfstype-indeling is opgenomen in bijlage 1. 4

6 De meeste arbeidskrachten 1 zijn te vinden bij de melkveehouderij (194), die tevens het grootste deel van de grond in gebruik heeft (tabel 4). Met betrekking tot de Standaardopbrengst (SO) 2 loopt de intensieve veehouderij voorop, kort daarop gevolgd door de melkveehouderij. Dat betekent dat deze twee sectoren de grootste economische omvang hebben, samen bijna 79% van het totaal. Het aantal arbeidskrachten per bedrijf (tabel 5) is in de gemeente het hoogst in de tuinbouw, hoewel dit laag is vergeleken met het landelijk gemiddelde. Dit is te verklaren omdat er in sprake is van open tuinbouw en in andere delen van het land meer arbeidsintensieve gesloten tuinbouw (kassen) voorkomt. Het aantal arbeidskrachten per bedrijf is in de melkveehouderij en intensieve veehouderij nagenoeg gelijk. De akkerbouwbedrijven laten in de gemeente een hogere arbeidsintensiteit zien dan de omliggende gemeenten, provincie en Nederland. Dit is mogelijk te verklaren doordat men minder werk uitbesteed aan de loonwerker. Verreweg de hoogste gemiddelde standaardopbrengst (SO) per bedrijf zien we in de gemeente terug in de intensieve veehouderij en de tuinbouw (tabel 6). De overige graasdierhouderij en akkerbouw hebben hier de laagste waarden, hoewel de akkerbouw in de gemeente ten opzichte van de omliggende gemeenten (-21) en de provincie (-35) een hoog gemiddeld SO heeft. Dit wordt mogelijk veroorzaakt door de teelt van hoogsalderende gewassen. De SO van melkveehouderijbedrijven ligt iets onder de gemiddelde waarden in omliggende gemeente, provincie en Nederland. De SO in de intensieve veehouderij in de gemeente ligt een stuk lager als het landelijk niveau (-106), maar regionaal is de SO in de intensieve sector gemiddeld. In de tuinbouw ligt de gemiddelde SO in de provincie en Nederland beduidend hoger (kassenteelt) dan in de gemeente (open tuinbouw). Tabel 3. Aandeel bedrijven per sector in, omliggende gemeenten, Overijssel en Nederland (2011). OMG Overijssel Nederland abs % % % % Akkerbouw 30 10% 11% 9% 17% Tuinbouw en blijvende teelt 12 4% 3% 3% 17% Overige graasdierhouderij 95 33% 33% 35% 27% Intensieve veehouderij 47 16% 18% 14% 11% Combinaties 10 4% 5% 4% 5% Melkveehouderij 94 33% 31% 36% 24% Totaal % 100% 100% 100% 1 Onder het aantal arbeidskrachten worden de regelmatig werkzame arbeidskrachten gerekend. Dit zijn arbeidskrachten die meer dan 20 uur per week op het bedrijf werkzaam zijn (incl. bedrijfshoofd en/of- partner). 2 Standaardopbrengst (SO) is een norm die vanaf 2010 wordt gebruikt om de economische omvang vast te stellen (voorheen werd NGE gebruikt). De SO-norm is een gestandaardiseerde opbrengst per ha of per dier die met het gewas of de diercategorie gemiddeld op jaarbasis wordt behaald. Voor elke productie-eenheid is een norm bepaald. De totale economische bedrijfsomvang van een bedrijf wordt berekend door de SO van alle gewassen en dieren bij elkaar op te tellen. Op die manier kunnen verschillende typen bedrijven met elkaar worden vergeleken. 5

7 Tabel 4. Aantal bedrijven en arbeidskrachten per landbouwsector in (2011). Standaard Aantal bedrijven Arbeidskrachten Opbrengst (x 1.000) Oppervlakte in hectares Akkerbouw Tuinbouw en 318 blijvende teelt Overige 928 graasdierhouderij Intensieve 706 veehouderij Combinaties Melkveehouderij Totaal Tabel 5. Gemiddeld aantal arbeidskrachten/bedrijf per sector (2011). OMG Overijssel NL Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouderij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Totaal Tabel 6. Gemiddeld Standaardopbrengst (SOx 1.000)/bedrijf per bedrijfstype (2011). OMG Overijssel Nederland Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouder ij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Totaal Bedrijfsomvang per type bedrijf De bedrijfsomvang in hectares betreft de grond die een bedrijf in gebruik heeft. Ook de huur- en pachtgronden behoren hier toe. De grootte van de bedrijven in de gemeente toont ten opzichte van de omliggende gemeenten en de provincie weinig verschillen. Ruim een derde van de bedrijven valt in de laagste categorie (<10ha). Ook de daaropvolgende categorieën zijn met elk ruim 20% sterk vertegenwoordigd en liggen daarmee net iets boven het landelijk gemiddelde. Het aantal grote bedrijven, vooral de categorie van >60ha, blijven iets achter in vergelijking met die in 6

8 de omliggende gemeenten en de provincie, maar hebben duidelijk een kleiner aandeel dan het landelijke gemiddelde. Op bedrijfsniveau hebben de melkveehouderijen over het algemeen de meeste grond in gebruik, gemiddeld 40 hectare. Toch is er hier sprake van een sterke afwijking ten opzichte van het landelijk gemiddelde (-14). De tuinbouw en blijvende teelt toont het omgekeerde (+16), wat ook in de omliggende gemeenten (+13) terug te zien is. Dit wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van open tuinbouw. De akkerbouwbedrijven in zijn iets groter ten opzichte van de omgeving (+5) en provincie (+12), maar sluiten aan bij het landelijk niveau (-4). De bedrijfsomvang in hectares van de intensieve veehouderijen is iets groter ten opzichte van de omliggende gemeenten, de provincie en Nederland. Tabel 7. Aantal bedrijven per bedrijfsgrootteklasse (2011). OMG OV NL <10 ha % 41% 39% 42% ha 62 22% 17% 17% 15% ha 68 24% 21% 22% 18% ha 29 10% 12% 13% 12% >60 ha 21 7% 9% 8% 13% Totaal % 100% 100% 100% Tabel 8. Gemiddelde bedrijfsgrootte (ha/bedrijf) per bedrijfstype (2011). OMG OV NL Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouder ij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Totaal Aantal dieren en veebezetting Het aantal runderen in bedraagt bijna Dat is 3,9% van het totaal aantal runderen in Overijssel. Er is ongeveer evenveel melk- en fokvee als vlees- en weidevee aanwezig. Het aantal varkens in de gemeente bedraagt ruim , dat is 2,3% van het totaal aantal varkens in Overijssel en daarmee relatief weinig. Het merendeel zijn biggen, een derde vleesvarkens. Het aantal kippen bedraagt , waarvan ruim driekwart tot vleeskuikens of ouderdieren van vleeskuikens behoort. Het totaal aantal kippen in de gemeente bedraagt ongeveer 5% van het totaal in Overijssel. Dat is meer dan gemiddeld per gemeente in Overijssel. 7

9 De gemiddelde veebezetting wordt uitgedrukt in aantal grootvee-eenheden 3 per hectare en ligt in de gemeente voor alle sectoren samen lager dan in de omliggende gemeenten en Overijssel (tabel 10). Ten opzichte van Nederland ligt het iets hoger. Specifiek voor melkveebedrijven geldt in de gemeente een intensiteit die vergelijkbaar is met omliggende gemeenten en Overijssel, maar die hoger is dan het landelijk gemiddelde (tabel 11). Geconcludeerd kan worden dat de melkveehouderij vrij intensief is in de gemeente en de overige sectoren iets minder intensief. Tabel 9. Totaal aantal dieren per categorie (2011). OMG OV NL Rundvee Melk- en fokvee Vlees- en weidevee Paarden en pony s schapen Geiten Varkens Vleesvarkens Fokvarkens Biggen Kippen Leghennen Ouderdieren van leghennen Vleeskuikens Ouderdieren van vleeskuikens Tabel 10. Aantal grootvee-eenheden per hectare bij alle bedrijfstypen (2011) OMG OV NL gve ha gve/ha Tabel 11. Aantal grootvee-eenheden per hectare bij melkveebedrijven (2011). OMG OV NL gve ha gve/ha Grootvee-eenheid (gve) = de eenheid die overeenkomt met de jaarlijkse voedernorm van een volwassen melkkoe van 550 kg levend gewicht met een dagproductie van 15 liter melk met 4% vet. In bijlage 2 staat een overzichtstabel van de gvenormen per diercategorie. 8

10 2.5 Nevenactiviteiten Bij een aantal landbouwbedrijven is er sprake van nevenactiviteiten op het bedrijf in de vorm van o.a. recreatie, streekproducten, stalling, natuur, zorg en/of educatie. Ook loonwerk en duurzame energie zijn activiteiten die hiertoe behoren. Het aantal bedrijven met nevenactiviteiten in is op basis van de beschikbare gegevens niet exact te bepalen, omdat mogelijk op één bedrijf meerdere nevenactiviteiten worden uitgevoerd. Procentueel gezien kan wel worden gezegd dat het aantal bedrijven met een nevenactiviteit iets lager is dan het landelijk gemiddelde (tabel 12). Dit met uitzondering van productverwerking en loonwerk. De meeste ondernemers halen slechts een marginaal deel van hun inkomsten uit nevenactiviteiten (<10%). Een deel van de ondernemers haalt een redelijk inkomen uit de nevenactiviteiten (30-50%) en slechts een aantal bedrijven halen een substantieel deel van meer dan 50% (tabel 13). In deze gevallen is de nevenactiviteit qua inkomsten de hoofdactiviteit geworden. Tabel 12. Het aantal landbouwbedrijven met nevenactiviteiten verdeeld over de typen nevenactiviteiten (2011). OMG Overijssel Nederland abs % % % % Recreatie % 4.3% 3.9% 4.0% Productverwerking 7 2.4% 1.0% 1.1% 1.7% Productverkoop % 2.7% 2.8% 4.6% Zorglandbouw 1 0.3% 1.1% 1.1% 1.2% Stalling 8 2.8% 3.0% 3.7% 4.8% Agrarisch natuurbeheer % 4.4% 7.1% 11.7% Duurzame energie (eigen) 7 2.4% 2.7% 3.6% 3.2% Duurzame energie (derden) 0 0.0% 0.5% 0.5% 1.3% Educatie 2 0.7% 0.5% 0.7% 1.0% Loonwerk % 3.8% 3.6% 5.4% Niet agrarisch loonwerk 2 0.7% 1.1% 1.4% 1.9% Kinderopvang % 0.4% 0.3% Tabel 13. Procentuele inkomsten uit nevenactiviteiten (2011). OMG Overijssel Nederland abs % % % % Geen % 82% 78% 72% <10% 38 13% 10% 12% 16% 10-50% 13 5% 3% 4% 6% 30-50% 9 3% 2% 2% 3% > 50% 5 2% 3% 3% 4% Totaal % 100% 100% 100% 9

11 3. Ontwikkelingen Grondgebruik Het grondgebruik in de gemeente is bekeken voor de periode In deze periode is het grondgebruik door de landbouwbedrijven in afgenomen met 62 ha (tabel 14). De hoeveelheid cultuurgrond is afgenomen met 139 ha en de niet-cultuurgrond (bedrijfsgebouwen, erven, wegen, sloten, bosjes e.d.) is toegenomen met 77 ha. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de reparatie door Dienst Regeling waardoor sloten en houtwallen uit de perceelsregistratie (=cultuurgrond) zijn gehaald. De hoeveelheid aan akkerbouw (exclusief groenvoedergewassen) is in de periode afgenomen met 415 hectare (tabel 15). Grasland is vrijwel gelijk gebleven en beslaat ruim 50% van het oppervlak. De hoeveelheid groenvoedergewassen (waaronder snijmaïs) is toegenomen met +258 hectare tot 1741 hectare (27%). De open grond tuinbouw ligt rond de 2% maar vertoont wel fluctuaties per jaar. Tabel 14. Ontwikkeling grondgebruik landbouw in de periode Verschil ha % ha % ha Oppervlakte gemeente Grondgebruik landbouw Cultuurgrond Niet-cultuurgrond Tabel 15. Ontwikkeling cultuurgrond per sector in de periode Verschil ha % ha % ha Akkerbouw Grasland Groenvoedergewassen Tuinbouw open grond Totaal Aantal bedrijven en economische omvang Het aantal landbouwbedrijven is in de periode met 65 afgenomen naar 288, dat is ruim 18% (tabel 16). De omliggende gemeenten en provincie laten een nog sterkere afname zien, welke op landelijk niveau met een afname van 26% zelfs wordt overtroffen. Het aantal gemengde bedrijven is als gevolg van specialisatie het sterkst afgenomen, in zelfs met 74%. Ook is 10

12 er een sterke daling te zien in het aantal intensieve veehouderijen (-25%). Het aantal melkveehouderijen is afgenomen met 17%. Dat is beduidend lager als in omliggende gemeenten, provincie en landelijk (-25%). Het aantal akkerbouwbedrijven is zelfs iets toegenomen, in tegenstelling tot de omliggende gemeenten, de provincie en Nederland. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door combinatiebedrijven van akkerbouw met varkens die met hun veehouderijtak stoppen, waardoor zij in de categorie akkerbouw vallen. Ook de tuinbouw laat een groei zien. Deze wordt door de omliggende gemeenten gevolgd, maar de provincie Overijssel en Nederland tonen ook hierin een afname. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door ontwikkelingen in de open tuinbouw (o.a. lelieteelt). Het aantal arbeidsplaatsen in de landbouw is in de periode gedaald met 16% (tabel 17). Dat is een stuk lager als in omliggende gemeenten, Overijssel en Nederland, waar de afname gemiddeld 35% is. De afnamen volgen grotendeels de veranderingen in het aantal bedrijven. De beperkte afname in totaal wordt veroorzaakt door een sterke toename van het aantal arbeidsplaatsen in de tuinbouw en blijvende teelt en geen afname in de akkerbouw. Ook is te zien dat de afname in de melkveehouderij, intensieve veehouderij en overige graasdierhouderij lager ligt dan elders. De afname van arbeidsplaatsen in de categorie combinatiebedrijven ligt iets hoger. Het aantal arbeidsplaatsen per bedrijf is gemiddeld gelijk gebleven in, terwijl in omliggende gemeenten, Overijssel en Nederland een afname te zien is (tabel 18). Verder is te zien dat de tuinbouw en blijvende teelt, intensieve veehouderij en melkveehouderij een kleine toename van het aantal arbeidsplaatsen per bedrijf laten zien. De melkveehouderij gaat daarmee in tegen de algemene trend. De totale standaardopbrengst over de sectoren is in de periode toegenomen met 25% (tabel 19). Dat is een sterkere toename dan elders. Alleen de sectoren combinatiebedrijven en overige graasdierhouderij laten een (sterke) afname zien. De andere sectoren laten een toename zien die in veel gevallen groter is dan in omliggende gemeenten, Overijssel en Nederland. Als per bedrijf wordt gekeken (tabel 20) valt op dat met name in de tuinbouw en blijvende teelt en de intensieve veehouderij de opbrengst per bedrijf sterk is toegenomen. Ook de andere sectoren, met uitzondering van de overige graasdierhouderij, laten een toename zien. Dit betekent dat de economische omvang van de bedrijven is toegenomen. Ten opzichte van elders valt op dat de tuinbouw juist wat achter blijft (waarschijnlijk veroorzaakt door verschil in type tuinbouw, kassen elders tegenover open tuinbouw in de gemeente) en de akkerbouw het juist beter doet als in omliggende gemeente en Overijssel. 11

13 Tabel 16. Ontwikkeling van het aantal landbouwbedrijven verdeeld over de sectoren in de periode Twente Twente -rand 2000 Twente -rand 2005 Twente -rand rand verschil Twente -rand verschil OMG OV NL Abs Abs Abs abs % % % % Akkerbouw % -10% -2% -14% Tuinbouw en blijvende teelt % +7% -20% -38% Overige graasdierhouderij % +3% -4% -6% Intensieve veehouderij % -30% -30% -37% Combinaties % -65% -67% -53% Melkveehouderij % -24% -27% -25% Totaal % -21% -23% -26% Tabel 17. Ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen per sector in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs % % % % Akkerbouw % -31% -15% -18% Tuinbouw en blijvende teelt % +11% -25% -35% Overige graasdierhouderij % -27% -17% -26% Intensieve veehouderij % -17% -26% -32% Combinaties % -67% -67% -54% Melkveehouderij % -46% -33% -44% Totaal % -38% -31% -36% Tabel 18. Ontwikkeling van het aantal arbeidsplaatsen/bedrijf per sector in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs Abs Abs Abs Abs Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouderij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Gemiddeld

14 Tabel 19. Ontwikkeling van de totale standaardopbrengst (x 1000,-) per sector in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs % % % % Akkerbouw % -5% -2% +7% Tuinbouw en blijvende teelt % +115% +53% +15% Overige graasdierhouderij % +6% -3% -5% Intensieve veehouderij % +33% +28% +11% Combinaties % -50% -52% -33% Melkveehouderij % +12% +8% +8% Totaal % +14% +9% +8% Tabel 20. Ontwikkeling van de standaardopbrengst/bedrijf per sectoren in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs Abs Abs Abs Abs Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouderij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Gemiddeld Bedrijfsomvang per type bedrijf De bedrijfsomvang is in alle sectoren in meer of mindere mate toegenomen, behalve in de sector combinatie bedrijven, die ook een sterke afname in het aantal bedrijven laat zien (tabel 21). Bij de melkveehouderij is de grootste toename te zien, welke sector tevens de meeste grond in gebruik heeft. Ten opzichte van de omliggende gemeenten, Overijssel en Nederland valt op dat de sectoren akkerbouw, intensieve veehouderij en melkveehouderij in de gemeente een grotere groei laten zien. Geconcludeerd kan worden dat de grond van de stoppende bedrijven naar de doorgaande bedrijven gaat. Het aantal hectares per bedrijf neemt ook toe (tabel 22). Dit sluit over het algemeen aan bij de trend elders. 13

15 Tabel 21. Ontwikkeling van het aantal ha totaal over de sectoren in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs % % % % Akkerbouw % +3% +5% 0% Tuinbouw en blijvende teelt % +158% +47% +6% Overige graasdierhouderij % +6% -10% -4% Intensieve veehouderij % +6% +5% -6% Combinaties % -53% -53% -33% Melkveehouderij % +12% +10% +12% Totaal % +2% 0% +1% Tabel 22. Ontwikkeling van het aantal ha per bedrijf over de sectoren in de periode OMG OV NL Abs Abs Abs Abs Abs Abs Abs Akkerbouw Tuinbouw en blijvende teelt Overige graasdierhouderij Intensieve veehouderij Combinaties Melkveehouderij Gemiddeld Aantal dieren Het aantal runderen in is in de periode toegenomen met bijna 30% (tabel 23). Vooral in de categorie vlees- en weidevee is een flinke groei te zien (+62%). Deze wordt veroorzaakt door een toename van het aantal vleeskalveren. De hoeveelheid melk- en fokvee toont een lichte stijging. Het aantal paarden/pony s en schapen is gedaald. Dat geldt ook voor het aantal geiten. De totale hoeveelheid varkens is toegenomen met ruim 40%, wat vooral veroorzaakt wordt door de grote toename aan biggen en fokvarkens. Het aantal vleesvarkens kent namelijk een daling van 20%. Het aantal kippen blijft redelijk stabiel, hoewel de hoeveelheid vleeskuikens is gedaald met 15%. Dit wordt gecompenseerd door de grote toename aan ouderdieren van vleeskuikens. De veestapel als geheel is de afgelopen periode gegroeid. 14

16 Tabel 23. Ontwikkeling van het aantal dieren per categorie in de periode Twente rand 2005 Twente rand 2011 Verschil verschil abs abs abs % Rundvee % Melk- en fokvee % Vlees- en weidevee % Paarden en pony s % Schapen % Geiten % Varkens % Vleesvarkens % Fokvarkens % Biggen % Kippen % Leghennen % Ouderdieren van leghennen Vleeskuikens % Ouderdieren van vleeskuikens % 3.4 Nevenactiviteiten De cijfers over de ontwikkelingen van nevenactiviteiten op agrarische bedrijven geven een wat vertekend beeld omdat het om lage aantallen gaat en veranderingen dan een groot verschil maken. Ook kan het voorkomen dat meerdere activiteiten op hetzelfde bedrijf plaatsvinden. Het aantal nevenactiviteiten op agrarische bedrijven in is de afgelopen jaren gegroeid, terwijl het totaal aantal bedrijven is afgenomen. De toename van activiteiten op het gebied van recreatie is groot vergeleken met de ontwikkeling die zich voordoet in de omliggende gemeenten en op provinciaal en landelijk niveau. De productverwerking heeft zich meer dan verdubbeld, terwijl de verkoop van producten juist licht is gedaald. Op het gebied van zorg zijn er opvallend geen veranderingen te zien in de gemeente, terwijl in Overijssel en Nederland juist een grote stijging te zien is. Stalling daarentegen kent in de gemeente wel een flinke stijging, wat mogelijk te verklaren is door de toename aan vrijkomende agrarische bebouwing bij bedrijven die hun agrarische activiteiten hebben beëindigd. Op het gebied van agrarisch natuurbeheer is er ook een stijging te zien, die op provinciaal en landelijk niveau niet wordt gevolgd. De verklaring hiervoor is onduidelijk, maar zou te maken kunnen hebben met de start van groene diensten in de gemeente. Het aantal activiteiten binnen de categorie duurzame energie heeft zich in sterk ontwikkeld, net als in de omliggende gemeenten en de provincie. Op landelijk niveau is er slechts 15

17 sprake van een lichte toename. Mogelijk is dit het effect van het actieve beleid van de provincie op dit vlak. Tabel 24. Verandering in het aantal landbouwbedrijven met nevenactiviteiten in de periode verschil OMG OV NL abs abs abs % % % % recreatie % 15% 9% 5% productverwerking % 108% 58% 19% productverkoop % -15% -19% -24% loonwerk % 14% 17% 10% stalling % 4% 24% 24% zorg % 93% 81% 90% agrarisch natuurbeheer % -17% -10% -3% duurzame energie % 116% 119% 7% Totaal Totaal aantal bedrijven % -9% -10% -10% 3.5 Opvolging Over bedrijfsopvolging zijn geen recente cijfers bekend op gemeentelijk niveau. De laatste cijfers stammen uit Toen was er een toename van het aantal opvolgers te zien (tabel 25), terwijl elders een afname te zien was. Op landelijk niveau is wel een actueel beeld over bedrijfsopvolging te schetsen. In 2012 waren er bijna 69 duizend land- en tuinbouwbedrijven, waarvan bijna 32 duizend met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder (figuur 1). Ruim 34% hiervan ( bedrijven) heeft een opvolger, dat betekent dat er bedrijven zijn die geen bedrijfsopvolging hebben. Vooral bij de grote en middelgrote land- en tuinbouwbedrijven is er een bedrijfsopvolger (figuur 2). Bij grote bedrijven 71%, bij middelgrote bedrijven 56%. De meeste interesse in overname ligt bij de melkveehouderijen (figuur 3). In 2012 waren er in Nederland melkveebedrijven met een bedrijfshoofd van 55 jaar of ouder. Hiervan had 64% een opvolger. Bij o.a. de schapenbedrijven ligt dit percentage een stuk lager, maar ook de varkensbedrijven zijn met een kleine 40% niet erg in trek als het gaat om overname. 16

18 Tabel 25. Verandering in bedrijfsopvolgingssituatie in de periode verschil OMG OV NL Totaal aantal bedrijven Aanwezigheid van opvolger(s) % met opvolger 23,8% 25,9% +2,1% -4,0% -2,7% -2,6% Figuur 1. Land- en tuinbouwbedrijven met opvolging in heel Nederland (2012) Figuur 2. Land- en tuinbouwbedrijven met opvolging naar bedrijfsomvang in heel Nederland (2012) 17

19 Figuur 3. Land- en tuinbouwbedrijven met opvolging naar bedrijfstype in heel Nederland (2012). 18

20 4. Toekomstige Ontwikkelingen In dit hoofdstuk wordt een prognose gegeven voor een aantal ontwikkelingen in de landbouw in de gemeente voor de komende jaar. Het is een indicatie die is gebaseerd op de trends van de afgelopen periode en ontwikkelingen die nu reeds bekend zijn. 4.1 Grondgebruik De afgelopen jaren is er grond aan de landbouw onttrokken voor natuur, water, infrastructuur, woningbouw en bedrijventerreinen. Dit zal de komende periode echter beduidend minder zijn dan omdat er minder behoefte en geld is voor deze thema s. Het grondgebruik in de landbouw zal naar verwachting op peil blijven, omdat stoppende agrariërs hun grond aan hun collega s verhuren of verkopen. 4.2 Aantal en omvang landbouwbedrijven Het aantal landbouwbedrijven zal naar verwachting verder dalen. De bedrijven die doorgaan zullen groeien. Belangrijke oorzaken zijn de verdere liberalisering en globalisering van de markt met als gevolg dalende en schommelende prijzen. Veel ondernemers zien zich genoodzaakt te investeren en te groeien om de kostprijs laag te houden. Ook wet- en regelgeving dwingt ondernemers tot investeringen (bijv. strengere dierenwelzijns- en emissie-eisen), die moeten worden terugverdiend. Vaak besluit men om meer dieren te gaan houden. Met name kleine bedrijven besluiten te stoppen als de benodigde investering te groot wordt. Ook kan men tegenwoordig minder makkelijk een lening krijgen bij de bank. Als de afname van het aantal bedrijven van de afgelopen jaren met dezelfde trend doorzet zijn er in 2020 in de gemeente nog ca. 230 bedrijven over. Het is lastig te voorspellen wat de bijkomende effecten zullen zijn van bijvoorbeeld het afschaffen van het melkquotum, Natura 2000, de uitvoering van het Besluit Huisvesting en de omvorming van het Europese Landbouwbeleid. De verwachting is dat de afname van het aantal bedrijven sneller zal gaan dan de afgelopen jaren. Wanneer alleen wordt uitgegaan van het aantal bedrijven met een opvolger dan zal het aantal bedrijven nog harder afnemen. Het is dan niet ondenkbaar dat er in de gemeente in 2030/2040 minder dan 100 bedrijven overblijven. Als dat wordt gekoppeld aan de beschikbare grond dan ontstaan er landbouwbedrijven van gemiddeld zo n 75 ha (tegen nu gemiddeld 25 ha). Er zijn nu al 21 bedrijven groter dan 60 ha. 19

21 4.3 Ontwikkeling per sector Melkveehouderij Als de ontwikkeling in de rundveehouderij van de afgelopen jaren doorzet zal de melkveehouderij redelijk stabiel blijven qua grondgebruik en qua dieraantallen een groei laten zien. De kleine bedrijven zullen stoppen en de grotere bedrijven zullen doorgroeien. Als de trend van de afgelopen jaren wordt doorgetrokken dan zullen er rond 2020 nog circa 80 melkveehouderijen in de gemeente zijn. Deze grotere bedrijven hebben behoefte aan grotere stallen, grotere bouwblokken en een grotere huiskavel als er voor beweiding wordt gekozen. Het is echter de vraag of deze grote bedrijven nog wel beweiding zullen toepassen, omdat dit met een grote veestapel lastiger is. De toekomstige afschaffing van het melkquotum (gepland 1 april 2015) zou in theorie kunnen leiden tot een flinke toename van het aantal dieren. Er zijn echter signalen dat in dat geval de Rijksoverheid ingrijpt door bijvoorbeeld het dierrechtenstelsel uit te breiden naar rundvee, waardoor de groei aan banden wordt legt. Intensieve veehouderij Het aantal intensieve veehouderijen in de gemeente is de afgelopen jaren sterk afgenomen. In de gemeente waren in 2000 nog 63 bedrijven aanwezig, in 2011 is dat al gedaald naar 47, waarvan 31 varkenshouderijen. Hiervan zijn er in 2012 nog 26 over. De verwachting is dat het aantal bedrijven snel zal blijven dalen. Als de trend wordt doorgetrokken (-25%) is er rond 2020 sprake van nog 35 bedrijven. Dat het aantal waarschijnlijk veel lager zal zijn blijkt uit de inventarisatie van de varkenshouderijen die in 2012 heeft plaatsgevonden. Inventarisatie varkenshouderij Naar aanleiding van de nieuwe eisen ten aanzien van dierenwelzijn en ammoniakemissie heeft in 2012 door de gebiedscoördinator een inventarisatie van de varkenshouderijbedrijven plaatsgevonden. Hierbij is naar de huidige en toekomstige bedrijfssituatie gevraagd. Uit de gevoerde gesprekken blijkt dat het overgrote deel van de varkenshouderijen op niet al te lange termijn zal gaan stoppen. Bijna de helft van deze bedrijven, 11 van de 26, gaat geen stalaanpassingen doen en zal op korte termijn stoppen of minder dieren gaan houden om nog even door te kunnen gaan. Daarnaast is er een kleine groep van 6 ondernemers die aangeeft gebruik te maken van de zogenaamde stoppersregeling. Zij nemen tijdelijke (goedkope) maatregelen waardoor zij nog tot 2020 door mogen gaan. Het is echter de vraag of zij daadwerkelijk zo lang door gaan. Zij hebben aangegeven voorlopig niet te stoppen, maar de kans is reëel dat zij voor 2020 zullen stoppen. Tot slot is er een groep die investeert om aan de eisen ten aanzien van ammoniakemissie te voldoen. Zij plaatsen bijvoorbeeld een luchtwasser en vullen de ontstane ammoniakruimte weer op met dieren. Deze bedrijven die doorgaan geven allemaal aan (op termijn) te groeien. De groep is echter beperkt en bestaat uit slechts 9 bedrijven. Voor veel bedrijven is de keus om te stoppen of door te gaan moeilijk. Soms wil men wel doorgaan maar wil de bank geen geld lenen om de benodigde investeringen te doen. Andersom komt het ook 20

22 voor dat men wel wil stoppen, maar bedrijfsbeëindiging financieel niet uit kan. De sector is in beweging en keuzes zijn niet altijd definitief. De weergegeven getallen geven op dit moment een realistisch beeld, maar er zullen nog verschuivingen plaatsvinden, afhankelijk van de uiteindelijke keuze die een ondernemer maakt. Tabel 26. Varkenshouderijen naar categorie (2012). Categorie Aantal Stoppers korte termijn (zonder maatregelen) 11 Stoppers lange termijn (met tijdelijke maatregelen) 6 Ontwikkelende bedrijven 9 Totaal 26 Als de trend van de afgelopen jaren wordt doorgetrokken zal het aantal varkens in de gemeente groeien en het aantal kippen ongeveer gelijk blijven. Echter, omdat het steeds minder bedrijven betreft is de invloed van een individuele bedrijfsontwikkeling op de cijfers groot. Als een bedrijf zijn veestapel flink uitbreid zal dat direct zichtbaar worden in de cijfers, evenals een bedrijfsbeëindiging of verplaatsing naar een locatie buiten de gemeente. Voor de intensieve veehouderij geldt dat het totaal aantal dieren in Nederland niet zal toenemen door het dierrechtenstelsel. Lokaal kan er echter wel een toename ontstaan. De ontwikkelende bedrijven willen allemaal op korte of lange termijn groeien. De groter wordende bedrijven hebben grotere stallen en vaak ook een groter bouwblok nodig. De gemeente bepaalt welke ontwikkelingsruimte aan de bedrijven worden geboden. Hoeveel ruimte er in de toekomst zal zijn is mede afhankelijk van het definitieve bestemmingsplan voor de landbouwontwikkelingsgebieden en het toekomstige bestemmingsplan buitengebied (2015). Gemengde bedrijven en overige graasdierhouderijen Het aantal gemengde (combinatie) bedrijven zal als gevolg van specialisatie en strengere wet- en regelgeving naar verwachting verder afnemen, terwijl het aantal overige graasdierhouderijen naar verwachting nog wat zal toenemen als gevolg van een toename van bedrijven met zoogkoeien en hobbyboeren (gestopte agrariërs en nieuwe plattelanders). Akkerbouw en tuinbouw De akkerbouw in de gemeente is stabiel. De verwachting is dat de omvang van deze sector niet erg zal veranderen. Niet qua oppervlak, maar ook niet qua aantal bedrijven. Er zullen misschien nog enkele bedrijven (deels) omschakelen naar bollenteelt, energiegewassen of andere hoogrenderende gewassen. Een deel van de akkerbouwers teelt maïs voor de melkveehouderij. Deze relatie zal in de toekomst wellicht sterker worden. 21

23 Specialisatie en samenwerking De specialisatie in de landbouw zal naar verwachting doorzetten. Steeds meer bedrijven ontmengen en ook binnen sectoren vindt steeds meer specialisatie plaats, zoals bijvoorbeeld het opfokken van jongvee of biggen als extra schakel in de keten. Doordat de agrarische bedrijven groter worden zullen ze ook autonomer kunnen gaan opereren. Denk bijvoorbeeld aan een gesloten varkensbedrijf dat fok, opfok en afmesten zelf volledig in de hand heeft. Er zal ook meer samenwerking ontstaan tussen sectoren, bijvoorbeeld in de mest- en ruwvoerkringloop. Denk hierbij aan afspraken tussen akkerbouwers en veehouders, maar ook aan de verwerking van mest tot energie. 4.4 Nevenactiviteiten Het aantal bedrijven met nevenactiviteiten in is de afgelopen jaren gegroeid. De groei in de nevenactiviteiten op de agrarische bedrijven heeft de afgelopen jaren plaatsgevonden in bijna alle typen activiteiten. De groei was groot op het vlak van energie en agrarische natuurbeheer, productverkoop nam af. Naar verwachting zal het aantal bedrijven met nevenactiviteiten nog blijven groeien. Bedrijven die kiezen voor schaalvergroting voelen vaak weinig voor een nevenactiviteit, omdat zij zich volledig willen richten op hun productietak. Met name op het groene vlak zullen naar verwachting meer activiteiten gaan plaatsvinden. Er is veel interesse voor een groene diensten regeling zoals die nu in omgeving Den Ham van kracht is en ook de vergroening van het Europese landbouwbeleid zal er toe bijdragen dat veel ondernemers natuur- en landschapsbeheer in de bedrijfsvoering inpassen om (extra) landbouwsubsidies te ontvangen. Verder liggen er kansen voor recreatie en toerisme. Dit is een groeimarkt, onder andere als gevolg van de vergrijzing. De gemeente kan sturend optreden in de ontwikkelingen, bijvoorbeeld via het bestemmingsplan waarin staat waar en onder welke voorwaarden nevenactiviteiten worden toegestaan. Een groot deel van de maatschappelijke activiteiten op het platteland vindt overigens plaats op vrijgekomen agrarische locaties. 4.5 Vrijkomende locaties Agrariërs die hun bedrijf beëindigen blijven vaak zelf op de locatie wonen. Zij verkopen of verhuren hun grond, fokken jongvee voor een collega op of willen rood voor rood toepassen. Dit beeld zal de komende jaren niet wijzigen. De verandering zit waarschijnlijk meer bij de locaties die wel in vreemde handen vallen. Deze worden (her)ontwikkeld en bieden ook mogelijkheden voor nieuwe bedrijvigheid. Het kan de vitaliteit en leefbaarheid van het platteland te goede komen. Zeker als je bedenkt dat er nog veel locaties vrij zullen komen. Wet- en regelgeving moet voorkomen dat nieuwe ontwikkelingen de landbouw beperken. De vele vrijkomende locaties zijn allemaal potentiële rood voor rood locaties, zeker de locaties van intensieve veehouderijen die de komende jaren naar verwachting vrij gaan komen. Als voor elke 22

24 850m2 aan schuren een nieuwe bouwkavel wordt toegestaan komen er diverse nieuwe woningen bij in het buitengebied. Het is echter de vraag of dat gezien de huidige situatie op de woningmarkt ook gaat gebeuren. Wellicht zijn er andere oplossingen te bedenken voor de vrijkomende stallen, zoals een sloopregeling. 4.6 Infrastructuur De infrastructuur in de gemeente lijkt het steeds groter wordende landbouwverkeer redelijk aan te kunnen. Op veel plekken ligt grasbeton langs de wegen en de wegen worden niet ernstig kapot gereden. Toch is landbouwverkeer een belangrijk aandachtspunt voor de toekomst. De machines worden groter en het verkeer wordt drukker. Hierdoor neemt de kans op verkeersonveilige situaties toe, met name in en rond de kernen. Buiten de kernen zijn fietsers een kwetsbare doelgroep waar rekening mee moet worden gehouden. Voor een plattelandsgemeente als is het ook belangrijk om rekening te houden met een goede bereikbaarheid van landbouwpercelen met landbouwmachines. Grond op afstand leidt over het algemeen tot hogere kosten voor de landbouw. Als de gronden alleen met een grote omweg en via de kernen te bereiken zijn nemen de kosten toe. Dit is voor ondernemers onwenselijk in een tijd waar de prijzen onder druk staan, kostprijsverlaging wordt nagestreefd en het milieu centraal staat. 4.7 Ruimtelijke ordening en milieu De belangrijkste ruimtelijke ordening beleidsstukken die invloed hebben op de agrarische sector zijn het Bestemmingsplan buitengebied (2005) 4 en de Omgevingsvisie en -verordening Overijssel (2009, momenteel actualisatie in voorbereiding). Op het gebied van milieu is er veel regelgeving waar agrarische bedrijven aan moeten voldoen. Hieronder wordt kort ingegaan op twee belangrijke aspecten, bouwblokken en ammoniakuitstoot. Bouwblokken De groter wordende bedrijven kunnen problemen krijgen met de omvang van hun bouwblok en stallen en gebouwen. De verwachting is dat de ontwikkelingswensen van groeiende bedrijven niet meer binnen de bestemmingsplanvoorschriften passen. De gemeente kan hier op verschillende manieren mee omgaan. Wanneer er onvoldoende ruimte wordt geboden op één locatie kunnen bedrijven meerdere locaties gaan exploiteren. Dit is voor de meeste ondernemers onwenselijk vanwege een inefficiënte bedrijfsvoering (dubbel materiaal, reistijd, extra kosten, etc.). Een alternatief is meer ruimte bieden op één locatie onder voorwaarden. De uitdaging zit in het bieden van ruimte aan agrarische bedrijfsontwikkeling, als motor van het buitengebied, en tegelijk het bewaken en stimuleren van de ruimtelijke kwaliteit. 4 Voor de landbouwontwikkelingsgebieden is een apart bestemmingsplan opgesteld. Hier is bezwaar tegen gemaakt en de Raad van State zal begin 2013 uitspraak doen. 23

25 Ammoniakuitstoot Landbouwbedrijven hebben te maken met veel milieuregels. Zij moeten aan diverse normen voldoen ten aanzien van de uitstoot van geur, ammoniak en fijn stof. Voor agrarische bedrijven is de ammoniakuitstoot vaak de meest beperkende factor bij groei. Het Activiteitenbesluit stelt eisen aan ammoniak afkomstig van agrarische bedrijven. De activiteiten 'houden van dieren' en 'opslaan van drijfmest en digestaat' veroorzaken ammoniak, die negatieve effecten heeft op daarvoor gevoelige natuur. Bedrijven moeten zich houden aan de juiste uitvoering en gebruik van hun stalsystemen om de bijbehorende emissiefactoren te mogen toepassen. Daarnaast moeten bijvoorbeeld mestbassins worden afgedekt. Ook moeten bedrijven voldoen aan het Besluit Huisvesting dat bepaalt dat dierenverblijven waarvoor emissiearme huisvestingssystemen beschikbaar zijn, op den duur emissiearm moeten zijn uitgevoerd. Er gelden maximale emissiewaarden voor ammoniak. Veehouderijen mogen alleen nog huisvestingssystemen toepassen met een emissiefactor die lager is dan of gelijk is aan de maximale emissiewaarde. De Natuurbeschermingswet regelt de bescherming van van Natura 2000 gebieden. In is het gebied Engbertsdijksvenen een Natura 2000 gebied. Verder ligt nabij het Natura 2000 gebied Vecht en Beneden-Reggegebied (grotendeels gemeente Ommen). Agrarische bedrijven moeten in bezit zijn van een Natuurbeschermingswetvergunning, waarin staat dat zij geen significant negatief effect hebben op de Natura 2000 gebieden. De provincie Overijssel is het bevoegd gezag voor het verlenen van de vergunningen. Er wordt momenteel getoetst aan een tijdelijk kader, wat op termijn vervangen moet worden door de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). 4.8 Tot slot Het algemene beeld is dat het huidige grondgebruik en de huidige ruimtelijke verhoudingen tussen de landbouwsectoren grofweg gehandhaafd zal blijven de komende jaren. Er zullen misschien wat lichte verschuivingen plaatsvinden. Het aantal agrarische bedrijven zal verder afnemen. Met name het aantal varkenshouderijen en gemengde bedrijven zal verder afnemen. Er is sprake van minder maar grotere landbouwbedrijven. Vooral in de melkveehouderij en intensieve veehouderij zet de schaalvergroting onder invloed van de marktontwikkelingen door. Hierbij groeit in beide sectoren niet alleen het aantal dieren per bedrijf, maar ook de hoeveelheid grond die men in gebruik heeft. Nieuwe economische activiteiten zullen naar verwachting vooral plaatsvinden op vrijgekomen agrarische locaties, maar ook bij agrarische bedrijven is vaker sprake van nevenactiviteiten. Natuuren landschapsbeheer past als nevenactiviteit goed bij de grondgebonden landbouw. De hervorming van Europese landbouwbeleid zal dit stimuleren. Het milieubeleid, dat voornamelijk door het Rijk en deels door de provincie wordt bepaald, is van grote invloed op de ontwikkeling van agrarische bedrijven. De gemeente kan de ontwikkelingen in haar buitengebied vooral sturen via ruimtelijke ordeningsbeleid. Om een vitale agrarische sector te 24

26 behouden is het van belang dat er voldoende ontwikkelingsruimte blijft voor ontwikkelende bedrijven. 25

27 Colofon Projecttitel: Landbouwontwikkeling in, een cijfermatige schets van de trends vanaf Projectnummer: Opdrachtgever: Uitvoering: Auteurs: Bronnen: Gemeente Pratensis Einsteinstraat 12a 7601 PR ALMELO Gerko Hopster en Edith Rotman De gebruikte cijfers zijn afkomstig van Alterra (Geografisch Informatiebestand Agrarische Bedrijven) en het CBS (Statline). datum: 21 maart 2013 Versie: 1.1 Status: definitief 26

28 Bijlage 1 Bedrijfstype-indeling Htype code omschrijving Akkerbouw 1500 Graan-, oliezaad- en eiwitgewasbedrijven Akkerbouw 1601 Zetmeelaardappelbedrijven Akkerbouw 1602 Akkerbouwgroentebedrijven Akkerbouw 1603 Akkerbouwgroentebedrijven vooral voedergewassen Akkerbouw 1604 Overige akkerbouwbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2111 Glasgroentebedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2121 Snijbloemenbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2122 Pot- en perkplantenbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2131 Overige glastuinbouwbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 210 Opengrondsgroentebedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2221 Bloembollenbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2310 Paddenstoelbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2320 Boomkwekerijbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 2331 Overige tuinbouwbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 3500 Wijngaardbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 3610 Fruitbedrijven Tuinbouw en blijvende teelt 3699 Overige blijvende teeltbedrijven Melkveehouderij 4500 Melkveebedrijven Intensieve Veehouderij 4611 Vleeskalverenbedrijven Overige graasdierhouderij 4612 Overige rundveebedrijven Overige graasdierhouderij 4810 Schapenbedrijven Overige graasdierhouderij 4830 Geitenbedrijven Overige graasdierhouderij 4841 Paard- en ponybedrijven Overige graasdierhouderij 4842 Graasdierbedrijven vooral voedergewassen Overige graasdierhouderij 4843 Overige graasdierbedrijven Intensieve Veehouderij 5111 Fokzeugenbedrijven Intensieve Veehouderij 5121 Vleesvarkensbedrijven Intensieve Veehouderij 5131 Overig varkensbedrijven Intensieve Veehouderij 5211 Leghennenbedrijven voor consumptie-eieren Intensieve Veehouderij 5221 Vleeskuikenbedrijven Intensieve Veehouderij 5231 Overige pluimveebedrijven Intensieve Veehouderij 5301 Overige hokdierbedrijven Combinatiebedrijven 6100 Gewassencombinaties Combinatiebedrijven 7300 Veeteeltcombinaties vooral graasdieren Combinatiebedrijven 7400 Veeteeltcombinaties vooral hokdieren Combinatiebedrijven 8300 Akkerbouw/graasdiercombinaties Combinatiebedrijven 8400 Overige gewas/ veecombinaties 27

Beantwoording raadsvraag

Beantwoording raadsvraag Beantwoording raadsvraag Onderwerp Dierenaantallen Datum 15 april 2016 Nummer RV-1615 Steller vraag Benny Munsters Fractie CDA Portefeuillehouder N. Lemlijn Steller M. van der Heijden Datum afdoening 28

Nadere informatie

Omgevingsanalyse gemeente Apeldoorn

Omgevingsanalyse gemeente Apeldoorn Omgevingsanalyse gemeente Apeldoorn Concept 30 juni 2016 Herman Agricola 2 Inhoud 1. Inleiding... 5 2. Landbouwanalyse... 7 2.1 Huidige structuur... 7 2.1.1 Verdeling bedrijfstypen... 7 2.1.2 Bedrijfsomvang...

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Afstand veehouderij tot woningen, Alterra, september 2014

Afstand veehouderij tot woningen, Alterra, september 2014 Afstand veehouderij tot woningen, Alterra, september 2014 Alterra, Jaap van Os, Rob Smidt en Leonne Jeurissen, september 2014 1. Vraagstelling van EZ Ter voorbereiding van het debat in de Tweede Kamer

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2018 Indicator 12 juni 2019 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Raadsinformatiebrief

Raadsinformatiebrief Raadsinformatiebrief Van: N. Lemlijn Aan: de leden van de Gemeenteraad Onderwerp: Boeren met buren NR 010 Steller: E. Paree Datum: 1 maart 2013 Nr.: RIB-NL-1305 Het compendium voor de leefomgeving i heeft

Nadere informatie

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006

Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Beschrijving bedrijfsgegevens Mestbank tot en met 2006 Aantal geregistreerde bedrijven Aantal bedrijven (koepels) Aantal bedrijven (relaties) Aantal exploitaties Aantal entiteiten Aantal verminderde relaties

Nadere informatie

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied

Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied Vrijkomende agrarische bebouwing in het buitengebied LTO NOORD SHARONA DE KLERK 1 JULI 216 SAMENVATTING De problematiek omtrent Vrijkomende Agrarische Bebouwing zal de komende jaren toenemen. Dat schreef

Nadere informatie

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert

Esdonk 8, Gemert. Onderbouwing grondgebonden karakter. Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Bedrijfsopzet Esdonk 8, Gemert Onderbouwing grondgebonden karakter Rundveehouderij Meulepas V.O.F. Onderbouwing grondgebonden karakter rundveehouderij Esdonk 8 - Gemert 1 INHOUD 1 Inleiding 3 2 Locatie 4 3 Beschrijving van de inrichting

Nadere informatie

Grondgebonden landbouw in Zuid-Holland; Structuur en economische betekenis

Grondgebonden landbouw in Zuid-Holland; Structuur en economische betekenis Grondgebonden landbouw in Zuid-Holland; Structuur en economische betekenis Masterclass Provinciale Statenleden ZH Marc Ruijs, 8 oktober 2014 Inleiding Grondgebonden landbouw Structuuraspecten Economische

Nadere informatie

De ontwikkeling van de landbouwtak op zorgboerderijen

De ontwikkeling van de landbouwtak op zorgboerderijen De ontwikkeling van de landbouwtak op zorgboerderijen Jan Hassink, Herman Agricola & Dorit Haubenhofer Rapport 309 De ontwikkeling van de landbouwtak op zorgboerderijen Jan Hassink 1, Herman Agricola

Nadere informatie

Toekomstverkenning Landbouw gemeente Emmen

Toekomstverkenning Landbouw gemeente Emmen Toekomstverkenning Landbouw gemeente Emmen Herman Agricola Wim Meulenkamp Frank Veeneklaas Alterra, Wageningen, december 2004 Alterra-IS1935_1 1 2 Toekomstverkenning Landbouw gemeente Emmen Herman Agricola

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Eerste wijzigingsverordening Verordening stikstof en Natura 2000 Noord- Brabant 2013 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Bijlage(n) - Gelet

Nadere informatie

Deze brochure is een uitgave van:

Deze brochure is een uitgave van: Deze brochure is een uitgave van: Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Bezuidenhoutseweg 73 Postbus 20401 2500 EK Den Haag www.minlnv.nl Rijksoverheid april 2009 Regionale landbouwcijfers

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2613 13 juni 2017 Eerste wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer

Twentse landbouw in nieuw krachtenveld. Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Twentse landbouw in nieuw krachtenveld Gerko Hopster &JurgenNeimeijer Programma Voorstellen Stellingen Presentatie trends en ontwikkelingen Discussie Conclusies en afronding Pratensis Adviesbureau voor

Nadere informatie

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21

Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21 FACTSHEET Agrarische bedrijfsinventarisatie PARK21 DOOR Stivas Noord-Holland VOOR Gemeente Haarlemmermeer, LTO Noord Haarlemmermeer, Stivas Noord-Holland DOELEN VAN HET ONDERZOEK Via bedrijfsinventarisatie:

Nadere informatie

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016 Zomerstaete Holding B.V. De heer L. Flier Provincialeweg 7d 3271 LW Mijnsheerenland Inleiding In gevallen dat een besluit of plan betrekking heeft op activiteiten

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon

Bijlagen hoofdstuk 2 Demografie en ruimtegebruik Carola Simon Thuis op het platteland. De leefsituatie van platteland en stad vergeleken. Anja Steenbekkers, Carola Simon, Vic Veldheer (red.). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau, januari 2006 Bijlagen hoofdstuk

Nadere informatie

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland

Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Regionale & sectorale verdeling van Europese landbouwsubsidies in Nederland Inleiding De hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) begint steeds meer vorm te krijgen. Op 12 oktober 2011

Nadere informatie

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee). Ontwikkeling melkveebedrijven in Utrecht, Gelderland en Brabant Analyse van mogelijke groei van melkveebedrijven op basis van gegevens van CBS en provincies Het CBS inventariseert jaarlijks de feitelijk

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16865 1 juli 2015 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 24 juni 2015, nr. IENM/BSK-2015/115905,

Nadere informatie

Ontwikkelingen aantal landbouwbedrijven en dieren rondom 5 Vogel- en Habitatgebieden

Ontwikkelingen aantal landbouwbedrijven en dieren rondom 5 Vogel- en Habitatgebieden Ontwikkelingen aantal landbouwbedrijven en dieren rondom 5 Vogel- en Habitatgebieden Een analyse op basis van CBS landbouwtelling en GIAB Edo Gies Han Naeff Werkverslag, december 2005 Alterra, Wageningen,

Nadere informatie

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling

Nadere informatie

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f

B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f B i j l a g e 6. N a d e r e o n d e r b o u w i n g g r o n d g e b o n d e n b e d r i j f Datum: maart 2017 Van: mr. drs. D. Harmsen Aan: dhr. G.J. Klont (gemeente Achtkarspelen) CC: dhr. B. van Dellen

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 35929 31 december 2013 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/297853,

Nadere informatie

Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta

Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta Vragenlijst Landbouw effect rapportage Buizenzone Eemsdelta Het doel van de Landbouw effect rapportage (LER) is de belangen van de agrarische sector binnen het besluitvormingsproces van de tracékeuze op

Nadere informatie

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF

Petra Berkhout. Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Petra Berkhout Onderzoeker, Onderzoeksinstituut LEI Wageningen UR GRONDONTWIKKELINGEN IN PERSPECTIEF Grondontwikkelingen in perspectief Grondgebonden Ondernemen, 17 november 2015 Petra Berkhout Structuur

Nadere informatie

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van de provincie Noord-Brabant Nr. 2977 7 juli 2017 Derde wijzigingsverordening Verordening natuurbescherming Noord-Brabant Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Gelet

Nadere informatie

Megabedrijven in de landbouw,

Megabedrijven in de landbouw, Indicator 30 januari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. Het aantal megabedrijven in

Nadere informatie

Agrariërs op de grondmarkt

Agrariërs op de grondmarkt Agrariërs op de grondmarkt Augustus 2016 Huib Silvis en Martien Voskuilen Het samenspel van vraag en aanbod van landbouwgrond de agrarische grondmarkt mondt uit in een bepaalde hoeveelheid verhandelde

Nadere informatie

Besluit Postbus 90151

Besluit Postbus 90151 Brabantlaan 1 Besluit Postbus 90151 5200 MC 's-hertogenbosch Telefoon (073) 681 28 12 Fax (073) 614 11 15 www.brabant.nl IBAN NL86INGB0674560043 Bereikbaarheid openbaar vervoer en fiets: www.brabant.nl/route

Nadere informatie

NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) DOOR:

NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) DOOR: NB-CHECK TOETSING GEVOLGEN NATUURBESCHERMINGSWET EN PROGRAMMATISCHE AANPAK STIKSTOF (PAS) VOOR HET BEDRIJF VAN: P. Veehouder Landweg 1 Woonplaats DOOR: V.H. van t Erve Postbus 48, 8100 AA Raalte Tel. 0572-363218

Nadere informatie

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf

gespecialiseerde bedrijven overige bedrijven aantal varkens per bedrijf De markt voor de varkenshouderij in Nederland Structuur In Nederland worden op ongeveer 1. bedrijven varkens gehouden. Het aantal bedrijven met varkens is de afgelopen jaren duidelijk afgenomen (figuur

Nadere informatie

Melkveehouderij Lelystad. Frits van der Schans, Lien Terryn

Melkveehouderij Lelystad. Frits van der Schans, Lien Terryn Frits van der Schans, Lien Terryn Analyse van de gebruiksruimte Bij gemeente Lelystad zijn aanvragen gedaan voor omgevingsvergunningen voor zeer grote melkveebedrijven. Daarop wil de gemeente weten of

Nadere informatie

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economie Research (voorheen LEI wageningen UR) m L ; I āīŕ 1 I SL WAGENINGEN

Nadere informatie

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW

MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW MULTIFUNCTIONELE LANDBOUW VEELZIJDIG BOEREN MIDDEN IN DE SAMENLEVING VOORWOORD De Multifunctionele Landbouw is een groeiende sector. Steeds meer agrarische bedrijven combineren de productie van voedsel

Nadere informatie

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008

VAN DER MEER. Inwerkingtreding Besluit Huisvesting. Oosterwolde, 11 augustus 2008 Inwerkingtreding Besluit Huisvesting Oosterwolde, 11 augustus 2008 Op 1 april jongstleden is het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderij (Besluit huisvesting) inwerking getreden. Het Besluit huisvesting

Nadere informatie

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem

Emissie in kg NH3 per dierplaats per jaar volgens traditioneel systeem Bijlage 1 bij de stikstof en Natura2000 Noord-Brabant Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die in het dierenverblijf is opgeslagen (versie 10 januari 2012) 1 2 Code

Nadere informatie

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering?

Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Speelt de veebezetting een rol bij de beoordeling op staldering? Stalderingsplicht Wanneer is stalderen verplicht? Stalderen is verplicht wanneer de oppervlakte van een hokdierenverblijf toeneemt. De oppervlakte van een hokdierenverblijf kan toenemen door nieuwbouw

Nadere informatie

TREKKERS, TUKKERS EN TRENDS

TREKKERS, TUKKERS EN TRENDS BvdD1 TREKKERS, TUKKERS EN TRENDS TRENDVERKENNING BUITENGEBIED TWENTE Uitgevoerd door studenten van Wageningen Universiteit Dia 1 BvdD1 Missc Dries, Bas van den; 19-10-2011 PROGRAMMA Inleiding Methodiek

Nadere informatie

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013

Bijlage 2 bij de Verordening stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Bijlage 2 bij de stikstof en Natura 2000 Noord-Brabant 2013 Lijst met technische staleisen als bedoeld in artikel artikel 3 Emissiefactoren voor de vanuit het dierenverblijf, inclusief de van de mest die

Nadere informatie

Lijst met technische staleisen

Lijst met technische staleisen Lijst met technische staleisen Dit is een bewerkte tekst uit de verordening natuurbescherming. De volledige en juiste gegevens vindt u in de verordening natuurbescherming. Code in RAV-lijst Diercategorie

Nadere informatie

Land- en tuinbouwcijfers. Provincie Utrecht

Land- en tuinbouwcijfers. Provincie Utrecht PS2011RGW02 bijlage 2 Land- en tuinbouwcijfers Provincie Utrecht Bijlage bij Landbouwvisie Provincie Utrecht Oktober 2010 Inleiding Tijdens de vergadering van de Statencommissie RGW op 11 oktober is met

Nadere informatie

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING

BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING BIJLAGE HOOFDLIJNEN NIEUWE AMMONIAKWETGEVING Hoofdlijnen Wet ammoniak en veehouderij 1. Werkingssfeer De Wet ammoniak en veehouderij (Wav) is een lex specialis ten opzichte van de Wet milieubeheer (Wm).

Nadere informatie

Informatiedocument Minder dieren houden

Informatiedocument Minder dieren houden ACTIEPLAN AMMONIAK & VEEHOUDERIJ - Gedoogbeleid stoppende bedrijven Informatiedocument Minder dieren houden 1. Inleiding Dit document bevat de informatie over de stoppersmaatregel minder dieren houden.

Nadere informatie

ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER

ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER ENQUETEFORMULIER AGRARISCHE BEDRIJFSINVENTARISATIE PARK 21 HAARLEMMERMEER Datum interview : Nummer(ID): 1 Dit enquêteformulier omvat 2 onderdelen: Deel 1: Dit betreffen uw specifieke bedrijfsgegevens.

Nadere informatie

Opiniërende Raadsbijeenkomst

Opiniërende Raadsbijeenkomst Opiniërende Raadsbijeenkomst Thema: Kaders en randvoorwaarden omvang grondgebonden agrarische bedrijven Onderwerpen Inleiding Terugblik informatieavond september 2009 Provinciale beleidswijziging Gemeentelijk

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5. Doetinchem, 17 april 2013. MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 9.5 MER bestemmingsplan Buitengebied - 2012 Voorstel: 1. In het bestemmingsplan Buitengebied - 2012 aan de wijzigingsbevoegdheid voor het veranderen van de vorm of het vergroten

Nadere informatie

Van Stal tot akker Jos Strobbe Provincie Zeeland

Van Stal tot akker Jos Strobbe Provincie Zeeland Van Stal tot akker Jos Strobbe Provincie Zeeland enkele kengetallen van de Zeeuwse landbouwsector beleid provincie Zeeland acties en instrumentarium Grondgebruik Zeeland (ha) Sector/grondgebruik 2007 2011

Nadere informatie

Inzicht in groei van megastallen

Inzicht in groei van megastallen Factsheet Inzicht in groei van megastallen 2005-2013 De afgelopen decennia zijn veel veehouders het slachtoffer geworden van de toenemende schaalvergroting. Kleinschalige gezinsbedrijven worden in een

Nadere informatie

Kiplekker Topklimaat

Kiplekker Topklimaat Kiplekker Topklimaat Symposium 3 februari 2015 Arvalis Jan Rutten Adviseur Intensieve veehouderij, Milieu en Vergunningen 06-20995446 jrutten@arvalis.nl Kiplekker Topklimaat Wet- en regelgeving: Wat moeten

Nadere informatie

Rapportage bedrijfsinformatie weidevogelgebieden

Rapportage bedrijfsinformatie weidevogelgebieden Rapportage bedrijfsinformatie weidevogelgebieden Jaap van Os & Han Naeff Alterra, Centrum Landschap Henk Sierdsema SOVON Ron van t Veer Landschap Noord-Holland Wageningen, September 2008 HDV-07-46 Bedrijfsinformatie

Nadere informatie

Economische vitaliteit agrosector

Economische vitaliteit agrosector Economische vitaliteit agrosector Frank Veeneklaas (Alterra) Programmaleider DWK programma: Mens en economie in de Groene Ruimte De agrarische sector is nog steeds van aanzienlijke betekenis voor de plattelandseconomie.

Nadere informatie

2. Is de 250 meter norm juridisch houdbaar, en kan hier praktisch invulling aan gegeven worden?

2. Is de 250 meter norm juridisch houdbaar, en kan hier praktisch invulling aan gegeven worden? *18it.00718* 18it.00718 Voortgangsrapportage Naam project : Gedelegeerd Bestuurlijk opdrachtgever : Gedelegeerd Ambtelijk opdrachtgever : Projectleider : Datum : Gesprekken met veehouders t.b.v. vervolg

Nadere informatie

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016

Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 Waarden van fosfaatrechten - achtergrondnotitie Natuur & Milieu 1 februari 2016 1 Aanleiding en samenvatting In 2015 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma van EZ fosfaatrechten voor de melkveehouderij

Nadere informatie

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Veehouderij en geur geurgebiedsvisie en geurverordening 2015 Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden Geursituatie 2015 Overbelaste locaties Heusden Ommel Concentratie Intensieve veehouderij ten zuiden van

Nadere informatie

Biologische boeren in Noord-Holland. Digitale enquête 2012. Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING. fotografie: Dick Boschloo

Biologische boeren in Noord-Holland. Digitale enquête 2012. Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING. fotografie: Dick Boschloo Biologische boeren in Noord-Holland Digitale enquête 2012 Annelies Maarschalkerweerd Stella Blom SAMENVATTING fotografie: Dick Boschloo Samenvatting De provincie Noord-Holland behoort tot de koplopers

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 69967 12 december 2017 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, van 11 december 2017, nr. IENM/BSK-2017/281210,

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18729 18 oktober 2011 Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 3 oktober 2011, nr. DP2011054569,

Nadere informatie

PAS en Besluit huisvesting. LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015

PAS en Besluit huisvesting. LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015 PAS en Besluit huisvesting LTO bijeenkomst Oost Achterhoek 23 november 2015 Wat doet Rombou? Onderwerpen o PAS o Besluit huisvesting/nieuwe RAV o Gedoogbeleid actieplan ammoniak o Voorbeeld o Vragen Natuurbeschermingswet

Nadere informatie

Verandering grondgebruik Uddel

Verandering grondgebruik Uddel Verandering grondgebruik Uddel 1 Opbouw presentatie Afbakenen onderzoeksgebied Analyse drijvende krachten Demografie Wonen Werken Vergelijking topografische kaarten 2003 en 2016 2 Onderzoeksgebied 3 Onderzoeksgebied

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Nr. Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. 20228 28 december 2009 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 10 december

Nadere informatie

Bestemmingsplan. Buitengebied. enquête agrarische bedrijven

Bestemmingsplan. Buitengebied. enquête agrarische bedrijven Bestemmingsplan Buitengebied enquête agrarische bedrijven INLEIDING Aanleiding De gaat voor het buitengebied een nieuw bestemmingsplan opstellen. Voorafgaand aan het opstellen van een bestemmingsplan is

Nadere informatie

LOG Montfort - Maria Hoop

LOG Montfort - Maria Hoop LOG Montfort - Maria Hoop Notitie Milieuruimte Definitief Gemeenten Roerdalen en Echt-Susteren Grontmij Nederland B.V. Eindhoven, 8 januari 2014 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2

Nadere informatie

Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden

Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden 4luikFolder/NW.indd 1 09-07-2007 11:35:47 Toetsingskader ammoniak rondom Natura 2000 gebieden Afspraken van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Nadere informatie

De VAB-opgave in de provincie Noord-Holland. Aard en omvang nader in beeld gebracht

De VAB-opgave in de provincie Noord-Holland. Aard en omvang nader in beeld gebracht 0.10.1 De VAB-opgave in de provincie Noord-Holland Aard en omvang nader in beeld gebracht ConceptConcept Opdrachtgever Provincie Noord-Holland Datum 27 juni 2017 Auteur(s) Mariska Both (Kadaster, Ruimte

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 oktober 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018

Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 Centraal Bureau voor de Statistiek Monitor fosfaat- en stikstofexcretie in dierlijke mest 1 april 2018 CBS Den Haag Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postbus 24500 2490 HA Den Haag +31 70 337 38 00

Nadere informatie

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit

Programma. Activiteitenbesluit. Introductie Activiteitenbesluit (landbouw) Inhoud. Landbouwbedrijven in het Activiteitenbesluit 14 maart 2013 Programma Activiteitenbesluit Agrarische activiteiten 10.00 Activiteitenbesluit agrarische activiteiten 11.30 Pauze 11.45 Agrarische lozingen 12.45 Lunch 13.15 Glastuinbouw 14.15 Pauze 14.30

Nadere informatie

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN

ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN ADVIES REIKWIJDTE EN DETAILNIVEAU VOOR HET MILIEUEFFECTRAPPORT (MER) BETREFFENDE HET PLUIMVEEBEDRIJF AAN DE BARNEVELDSEWEG 21A EN 21C IN LUNTEREN Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Het advies...4 3. Wet-

Nadere informatie

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (

Hobbyboeren, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving ( Indicator 19 september 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 was 26% van alle land-

Nadere informatie

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012

Huisvesting van landbouwhuisdieren 2012 Huisvesting van landbouwhuisdieren 07 08 09 10 11 12 13 14 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil (indien

Nadere informatie

Rapportage Toekomstvisie bedrijf

Rapportage Toekomstvisie bedrijf Rapportage Toekomstvisie bedrijf Dhr. G. Evers Groeneveld 5 3744 ML Baarn D L V R u n d v e e A d v i e s BV W W W. D L V. N L Noord President Kennedylaan 35a Postbus 354 8440 AJ Heerenveen Tel. 0513 65

Nadere informatie

Aanvulling op Rapport 2 e bedrijfswoning Mts. H. van Dronkelaar en A. van Dronkelaar-Pijpers Koemkolkweg 25 8097 PG OOSTERWOLDE Adviseur T.G.M. Baak 06 53 42 94 38 Datum: 21 januari 2015 D L V R u n d

Nadere informatie

MONITORING VAN DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-BRABANT Periode

MONITORING VAN DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-BRABANT Periode J.M. Biemans Interne Nota 442 M.J. Voskuilen MONITORING VAN DE LAND- EN TUINBOUW IN NOORD-BRABANT Periode - September 1995 -at if WM'. -.< SIGh pr- EX. NO cs KLV : ftbliülheek LS"W4Z Landbouw-Economisch

Nadere informatie

> m OR. projectbesluit voor de bouw van een stal voor het op biologische wijze houden van 700 varkens aan de Slappedel 8a

> m OR. projectbesluit voor de bouw van een stal voor het op biologische wijze houden van 700 varkens aan de Slappedel 8a Gemeente Woudenberg Collegeadvies bij zaak Besluitenregistratie: Postregistratienummer : 179109/ 185538 (? O/ Datum inboeken Openbaar Ja Internet JX$o naar RAAD Communicatie > m OR Europese regelgeving

Nadere informatie

Regionale landbouwcijfers in beeld Regio Oost. Periode

Regionale landbouwcijfers in beeld Regio Oost. Periode Regionale landbouwcijfers in beeld Periode 1997-2007 2 x Regionale landbouwcijfers in beeld Voorwoord De Directie Regionale Zaken van LNV vormt het bestuurlijke schakelpunt tussen het ministerie van LNV

Nadere informatie

Bijlage 1: Kengetallen gemeente Bladel

Bijlage 1: Kengetallen gemeente Bladel Bijlage 1: Kengetallen gemeente Bladel Web BVB provincie Noord Brabant (bestand veehouderijbedrijven) Volgens het Web BVB zijn van circa 70 veehouderijbedrijven de milieuvergunningen ingetrokken. Op de

Nadere informatie

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost

Landbouwverkenning. Lingewaal West - Gorinchem Oost Landbouwverkenning Lingewaal West - Gorinchem Oost Vuren, 16 november 2009 Programma Welkom (G. van Zandwijk) Resultaten van de landbouwverkenning (R. Vorage, Projecten LTO Noord) Vragen en discussie Pause

Nadere informatie

Landbouw in Noord- Groningen

Landbouw in Noord- Groningen Landbouw in Noord- Groningen Onderzoek naar de huidige situatie en de toekomst van de landbouw in Noord-Groningen Onderdeel van het project Bedreigd Bestaan Landbouw in Noord-Groningen Onderzoek naar de

Nadere informatie

M e m o a a n v u l l e n d e i n f o r m a t i e u i t v o e r b a a r a l t e r n a t i e f

M e m o a a n v u l l e n d e i n f o r m a t i e u i t v o e r b a a r a l t e r n a t i e f M e m o a a n v u l l e n d e i n f o r m a t i e u i t v o e r b a a r a l t e r n a t i e f Opdrachtgever: Gemeente Moerdijk - Daniella de Kuiper projectnummer: 219.00.05.00.00 Aan: Commissie MER Van:

Nadere informatie

Bijlagen bij de aanvraag

Bijlagen bij de aanvraag Bijlagen bij de aanvraag Omgevingsvergunning AANVRAGER: Cremerhoeve VOF Minister Cremerstraat 5 9491 TJ Zeijen Onderstaande bijlagen dienen ter ondersteuning aan de aanvraag. BIJLAGE 1: OVERZICHT VERGUNDE

Nadere informatie

Bijlage 2. nummer 1 datum 13 juli 2012 Gemeente Schagen van Oranjewoud Reinier van Dijk kopie. projectnummer Stikstofdepositie onderzoek

Bijlage 2. nummer 1 datum 13 juli 2012 Gemeente Schagen van Oranjewoud Reinier van Dijk kopie. projectnummer Stikstofdepositie onderzoek Bijlage 2 nummer 1 datum 13 juli 2012 aan Gemeente Schagen van Oranjewoud Reinier van Dijk kopie project Plan MER gemeente Schagen projectnummer 248621 betreft Stikstofdepositie onderzoek Aanleiding en

Nadere informatie

Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding

Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding Hoe kan ik mijn bedrijf slim uitbreiden? Ondernemersdag intensief 18 november 2014 Bedrijfsontwikkeling-uitbreiding Door : Jos Commissaris Adviseur Omgeving ZLTO Kern van het komende uur: Wat heb je als

Nadere informatie

Bedrijfsontwikkelingsplan. Onderbouwing landbouwkundige noodzaak voor wijziging van de bestemming op het perceel Hoofdstraat 28 te Beerta

Bedrijfsontwikkelingsplan. Onderbouwing landbouwkundige noodzaak voor wijziging van de bestemming op het perceel Hoofdstraat 28 te Beerta Bedrijfsontwikkelingsplan Onderbouwing landbouwkundige noodzaak voor wijziging van de bestemming op het perceel Hoofdstraat 28 te Beerta Opdrachtgever Naam : B.A. de Boer Postadres : Hoofdstraat 28, 9686

Nadere informatie

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Gegevens aanvrager Naam aanvrager (rechtspersoon) Adres Postcode en woonplaats H.F.C. Kuijpers Vinkenweg 8 Gegevens locatie Naam inrichting gegevens

Nadere informatie

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu

Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Aanvullende gegevens WABO Voor de activiteit milieu Gegevens aanvrager Naam aanvrager (rechtspersoon) Adres Postcode en woonplaats J.P.A. Sleegers Fortweg 4 Gegevens locatie Aard van de inrichting Adres

Nadere informatie

Huisvesting van varkens en pluimvee 2010

Huisvesting van varkens en pluimvee 2010 Huisvesting van varkens en pluimvee 2010 06 07 08 09 10 11 12 13 Centraal Bureau voor de Statistiek Verklaring van tekens. gegevens ontbreken * voorlopig cijfer ** nader voorlopig cijfer x geheim nihil

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 9998 29 juni 2010 Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 17 juni 2010,

Nadere informatie

Bedrijfsomvang en -type volgens NEG-typering

Bedrijfsomvang en -type volgens NEG-typering In deze bijlage is de tabel opgenomen waarin de Nge-factor per diersoort is weergegeven. Tevens is de rekenmethode hier weergegeven die gebruikt is om het per bedrijf te berekenen conform de 300 Nge-systematiek.

Nadere informatie

Starters zien door de wolken toch de zon

Starters zien door de wolken toch de zon M201206 Starters zien door de wolken toch de zon drs. A. Bruins Zoetermeer, mei 2012 Starters zien door de wolken toch de zon Enkele jaren nadat zij met een bedrijf zijn begonnen, en met enkele jaren financieel-economische

Nadere informatie

Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu

Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu Bedrijfsontwikkelingsplan (BOP) Module Agrarische nieuwvestiging en uitbreiding Limburgs Kwaliteitsmenu ALGEMENE GEGEVENS (Bedrijfs-)naam : Straat en huisnummer : Postcode en plaats : Telefoonnummer(s)

Nadere informatie

Bedrijfsplan. Bedrijfswoning aan de Haarwal 3 te Wageningen. Datum: 5 augustus 2014 Gewijzigd: 2 oktober 2014 Gewijzigd: 30 december 2014

Bedrijfsplan. Bedrijfswoning aan de Haarwal 3 te Wageningen. Datum: 5 augustus 2014 Gewijzigd: 2 oktober 2014 Gewijzigd: 30 december 2014 Bedrijfsplan Bedrijfswoning aan de Datum: 5 augustus 2014 Gewijzigd: 2 oktober 2014 Gewijzigd: 30 december 2014 Agra-Matic B.V. Postbus 396 6710 BJ Ede Tel. 0318-675 400 Fax. 0318-675 409 E-mail: info@agra-matic.nl

Nadere informatie

2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?!

2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?! 2015: Kans(en) en/of bedreiging voor de melkveehouder?! Vic Boeren (06 53407806) Eric Bouwman (06 26544114) november 2014 DLV Dier Groep BV Onafhankelijk, toonaangevend en landelijk werkend adviesbedrijf

Nadere informatie

Resultaten landbouwenquête. September 2013

Resultaten landbouwenquête. September 2013 Resultaten landbouwenquête September 2013 1 Landbouwenquête 2013 Inleiding In juni 2013 hebben de noordelijke Natuur en Milieufederaties en LTO Noord in samenwerking met het Dagblad van het Noorden en

Nadere informatie

Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde)

Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde) Uitbreiding melkveehouderij Tweekarspelenweg 3 in Blijham (gemeente Westerwolde) Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 13 juni 2018 / projectnummer: 3299 1. Oordeel over het milieueffectrapport

Nadere informatie

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0

Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00. Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 1. CONCLUSIES 1.1. BEDRIJFSSITUATIE Grondgebruik (ha) Grasland 27,00 Bouwland 5,00 Aantal graasdieren (incl. uitgeschaard naar natuurterrein) 100 Melkkoeien 90,0 Melkproductie (totaal per jaar) 765.000

Nadere informatie