Talenknobbel of taalachterstand?

Transcriptie

1 Talenknobbel of taalachterstand? M EXTRA INFORMATIEBROCHURE Taal actief Plusboek, woordenschat extra, speciale spellingbegeleiding Groep 4 tot en met 8 A T E R A l E L N

2 lnhoud Extra materialen Voor taalbegaafde en taalzwakke kinderen 2 Plusboek Waarom het plusboek? 4 Een bronnenpagina 6 De eindopdracht 8 Woordenschat extra Waarom woordenschat extra? 10 Een les uit het werkboek 12 Speciale spellingbegeleiding Waarom speciale spellingbegeleiding? 14 lnformatie Meer weten over extra materialen Taal actief? 16 M EXTRA A T E R A l E L N

3 Extra materialen Voor taalbegaafde en taalzwakke kinderen Taal actief is al jaren de meest gebruikte methode voor taal, spelling en woordenschat in het basisonderwijs. De methode geeft u de zekerheid van optimale leerresultaten, heeft een duidelijke structuur en differentieert standaard vanaf dag één op drie niveaus. Maar er is meer. Speciaal voor taalzwakke of juist taalbegaafde leerlingen heeft Taal actief drie waardevolle extra s: het plusboek, het pakket woordenschat extra en de map speciale spellingbegeleiding. De extra s zijn moeiteloos naast de basismethode te gebruiken. Zo geeft u elk kind écht onderwijs op maat. Plusboek Het plusboek is een extra taalboek voor taalbegaafde kinderen. Deze kinderen hebben behoefte aan taalonderwijs op een hoger niveau. Het plusboek sluit aan bij de thema s van Taal actief, maar bevat 96 extra woorden per leerjaar en uitdagende opdrachten die verder gaan dan de verrijkingsstof in het basismateriaal van de methode. Aan de hand van observaties, resultaten en de plustoets kunt u als leerkracht eenvoudig bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor het plusboek. De kinderen gaan aan de slag met het plusboek tijdens het onderdeel zelfstandig werken van de lessen taal verkennen. Werken met het plusboek kost dus geen extra lestijd. Het pakket bestaat uit een taalboek (het plusboek) en een handleiding katern per leerjaar. Woordenschat extra Taal actief besteedt in het basisprogramma al veel aandacht aan woordenschat. Voor de meeste kinderen is dat voldoende. Maar speciaal voor kinderen die uitvallen op woordenschat is er een aparte woordenschatlijn: het pakket woordenschat extra. Dit pakket beslaat circa 2 x 30 minuten per week. Woordenschat extra behandelt 480 extra woorden per leerjaar, in totaal 2400 woorden van groep 4 t/m 8. Daarmee helpt u taalzwakke of anderstalige kinderen om hun achterstand in te lopen. Woordenschat extra volgt de bekende methodiek Met woorden in de weer. De aangeboden woorden zijn afgestemd op het niveau van taalzwakke kinderen. Het pakket bestaat uit een handleiding, werkboek en fi lmpjes voor op het digibord. U kunt ook kiezen voor oefensoftware voor op de pc. 2 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

4 Speciale spellingbegeleiding Als kinderen een bepaalde spellingcategorie of het hele spellingaanbod op het minimumniveau van Taal actief onvoldoende beheersen, kunt u gebruikmaken van de map speciale spellingbegeleiding. Deze map sluit aan op de didactiek van Taal actief en volgt de lijn van het reguliere lesprogramma. De map speciale spellingbegeleiding biedt twee leerroutes: 1 Pre-teachingsroute: voor kinderen die extra instructie en oefenmateriaal nodig hebben om het reguliere programma te kunnen volgen. 2 Individuele leerroute: voor kinderen voor wie het minimumniveau ondanks extra instructie en inoefening nog te hoog is. lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 3

5 Plusboek Waarom het plusboek? In bijna elke groep zitten meer- of hoogbegaafde kinderen die erg goed in taal zijn. Voor deze taalbegaafde kinderen is het plusboek bedoeld. Zij hebben niet alle oefenstof uit het basisprogramma nodig en worden onvoldoende uitgedaagd op het verrijkingsniveau. In het plusboek krijgen zij uitdagende, vervangende leerstof voor taal op hun eigen niveau. Organisatie: makkelijk integreren in het basisprogramma Het programma voor taalbegaafde kinderen is geïntegreerd in het basisprogramma van Taal actief. Het plusboek volgt de thema s van het basisprogramma, alleen zijn deze op een meer taalkundige of letterkundige manier uitgewerkt. Elk thema in het plusboek telt, net zoals het basismateriaal, vier lesweken met telkens een eigen lesdoel per week. Voor de kinderen die werken met het plusboek begint elke lesweek met een korte instructie. Tijdens de lessen taal verkennen op dinsdag en donderdag werken de kinderen zelfstandig met het plusboek, terwijl de andere kinderen met het basisprogramma bezig zijn. De lessen van de andere Taal actiefdomeinen (spreken & luisteren, schrijven, spelling, woordenschat) volgen de taalbegaafde kinderen met de rest van de klas. lnhoud & didactiek Het plusboek bevat vervangende stof voor het domein taal verkennen in het basisprogramma van Taal actief. De leerstof gaat verder dan de basisstof, maar haalt geen leerstof naar voren. Aan het begin van elk thema staan betekenisvolle, realistische bronnen en een woordenlijst die de kinderen raadplegen tijdens het werken aan de opdrachten. De opdrachten in het plusboek hebben meestal een uitdagend en open karakter. De kinderen die werken met het plusboek verdiepen zich de eerste drie weken in het thema, doen vaardigheden op en gebruiken die vaardigheden in de vierde week bij het maken van een eindproduct. Aan het eind van het thema presenteren ze hun eindproduct. Opbouw van de lesdoelen in een thema Week 1: les 1 Hoe zit dat? Week 2: les 2 Hoe zit dat? Weet wat je leert Week 3: les 3a en les 3b 3a Hoe doe ik dat? 3b Hoe doen wij dat? (samenwerkingsopdrachten) Week 4: eindopdracht Zo doe ik dat! Het is belangrijk dat kinderen weten wat ze leren. Het lesdoel wordt iedere les op een instapkaart ( Dit ga je leren ) met een toelichting ( Dit moet je weten ) in het plusboek afgebeeld. Dit behandelt u tijdens de instructie. 4 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

6 Wie komt in aanmerking? Als leerkracht kunt u zelf bepalen welke kinderen in aanmerking komen voor het werken met het plusboek. De basis hiervoor zijn eigen observaties, de resultaten van het schriftelijk werk en de speciale plustoets. In de handleiding van het basismateriaal staan de toetsnormen van de plustoets, zodat u een goede richtlijn heeft. Materialen Elke kind dat het plusprogramma volgt, krijgt een rijk geïllustreerd plusboek per leerjaar. Voor de leerkracht is er per leerjaar een overzichtelijke handleiding. De bladzijden uit het plusboek staan in de handleiding afgebeeld met de didactische en organisa-torische aanwijzingen eromheen. Zo ziet u alles in één oogopslag en heeft u maar weinig oorbereidingstijd nodig. Taalbegaafde kinderen en u Taalbegaafde kinderen denken anders, leren anders en beleven anders. Ze zijn leergierig, werken taakgericht en bedenken creatieve oplossingen. Ze willen weten waarom ze iets leren, maar zijn zich vaak niet bewust van strategiegebruik. Alles gaat immers vanzelf. Als leerkracht heeft u vooral een begeleidende rol in plaats van een instruerende rol. U loopt rond, toont belangstelling voor het werk, geeft aanwijzingen en moedigt de kinderen aan. In de handleiding staan duidelijke aanwijzingen hoe u deze rol kunt invullen. Dit ga je dit thema leren Je leert dat in reclame tekst en beeld wervend zijn. Je leert hoe je een wervende poster kunt maken. Op de eerste instapkaart van ieder thema staan het overkoepelende themadoel en de eindopdracht, zodat de kinderen weten hoe ze de aangeleerde kennis en vaardigheden gaan toepassen. lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 5

7 Voorbeeldpagina s - Plusboek Een bronnenpagina Groep 4a, plusboek Het gebruik van het plusboek is optioneel. Voor wie? Het plusboek biedt taalbegaafde kinderen uitdagende lesstof voor taal. A thema 8 week 1 1 reclametaal 2 Dit ga je dit thema leren Je leert dat in reclame tekst en beeld wervend zijn. Je leert hoe je een wervende poster kunt maken. Inhoud Een thema bestaat uit 4 weekopdrachten en start met een bronnenpagina. 3 4 Hierop staan de benodigde bronnen voor de opdrachten en de thema-overstijgende doelen. 2 M12153_TA4_Plusboek_T8.indd lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

8 B Keilekker! Met kun je worden wat je wilt! C themawoorden dramatisch Iets dat heel erg is. een foto zegt meer dan duizend woorden (uitdrukking) Op een foto zie je meer dan je kunt uitleggen in woorden. het oog wil ook wat (uitdrukking) Mensen kijken graag naar leuke of mooie dingen. in één oogopslag (uitdrukking) Iets meteen zien het logo De afbeelding waaraan je een winkel, fabriek of school kunt herkennen. de middenstander Iemand met een klein bedrijf, bijvoorbeeld een winkelier. het product Iets wat gemaakt is om te verkopen. de sfeer Een gevoel dat mensen bij een plaatje, een foto of een gebeurtenis hebben. de slagzin Een mooi bedachte of grappige zin, vaak op rijm, waarmee reclame voor iets wordt gemaakt. voor zich spreken Als er geen uitleg nodig is. De foto s spreken voor zich. werven Mensen overhalen om iets van je te kopen of om ergens lid van te worden. de woordspeling Een grapje met woorden. 3 Thema s De thema s sluiten aan op het basisprogramma en zijn op een taal- en/of letterkundige manier uitgewerkt. Organisatie De kinderen die aan de slag gaan met het plusboek doen dit in de tijd voor zelfstandig werken tijdens de lessen taal verkennen :47 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 7

9 Voorbeeldpagina s - Plusboek De eindopdracht Groep 4a, plusboek Lesdoel De kinderen passen in deze laatste les hun kennis en vaardigheden uit de vorige lessen toe in een eindopdracht. thema 8 week 4 les 4 1 Verkennen a Kijk naar de poster over de avondvierdaagse. Welk gevoel krijg je? Schrijf minstens twee dingen op waardoor je dit gevoel krijgt. b Wat maakt deze poster wervend? Denk aan: rijm - woordspeling - overdrijving - plaatjes - logo - sfeer 2 Voorbereiden a Je gaat een poster maken om nieuwe leerlingen te werven voor jouw school. b Bedenk eerst wat er op de poster komt. Gebruik de werkhulp of bedenk zelf een stappenplan. 3 Uitvoeren Pak een tekenblad en maak de poster. 4 Nakijken Bekijk je poster. Is hij wervend genoeg? Wil je nog iets verbeteren? Doe dat! 5 Presenteren Hang de poster op en laat hem zien aan je groep. Vertel hoe je hem wervend hebt gemaakt. Waardoor zal jouw poster nieuwe leerlingen aantrekken? Zo Hoe doe zit ik dat! dat? Dit ga je doen Je gaat een poster met beeld en tekst maken om nieuwe leerlingen voor je school te werven. Dit moet je weten Je gebruikt wat je in de vorige lessen geleerd hebt. Dit heb je nodig kladblaadje schaar stiften groot vel papier 1212 M12153_TA4_Plusboek_T8.indd :13 11:14 8 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

10 werkhulp 1 Wat is er speciaal aan jouw school? 2 Hoe maak je de tekst wervend? Met rijm, woordspeling, overdrijving, veel of weinig tekst? 3 Welke sfeer moet de poster oproepen? Maak een woordspin. Werkhulp De voorbereiding bij zo n grote opdracht is erg belangrijk. De kinderen kunnen daarvoor de werkhulp gebruiken, maar mogen ook zelf een stappenplan bedenken. 4 Welk beeld heb je nodig? Hoe ga je dat beeld maken: tekenen, knippen en plakken? 5 Waar komt het beeld en waar de tekst? Maak een schets.? Heb je een wervende poster gemaakt? Schrijf bij elke letter een cijfer op. ja = 2 een beetje = 1 nee = 0 a Ik heb wervende taal gebruikt. b Ik heb wervend beeld gebruikt. c Het beeld en de tekst passen goed bij elkaar. d Ik kan in één woord de sfeer beschrijven. e Met deze poster lukt het om nieuwe leerlingen te werven. M12153_TA4_Plusboek_T8.indd :13 11:12 13 Reflectie Tijdens de refl ectie beoordelen de kinderen hun werk. Ook de andere kinderen in de klas mogen het eindproduct beoordelen. Deze beoordelingen vormen samen met uw eigen oordeel de basis voor het eindoordeel. Dit wordt met de kinderen besproken. lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 9

11 Woordenschat extra Waarom woordenschat extra? Veel taalzwakke of anderstalige kinderen hebben een achterstand in woordenschat. Dat is een probleem, omdat woorden de bouwstenen van mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid zijn. Met het pakket woordenschat extra helpt u de kinderen om die achterstand in te lopen. Het pakket biedt 2400 extra woorden aan, bovenop de ruim 2000 woorden in het basisprogramma van Taal actief. Didactiek Woordenschat extra is ontwikkeld in samenwerking met woordenschatdeskundigen Marianne Verhallen en Dirkje van den Nulft. Het pakket volgt hun succesvolle methodiek Met woorden in de weer. De woorden worden nooit los aangeboden, maar staan steeds in een betekenisvolle context: leuke voorleesverhalen die bij de thema s van Taal actief passen. Per thema 60 nieuwe woorden Het basisprogramma van Taal actief is ingedeeld in 8 thema s per jaar. Elk thema duurt 4 weken. Woordenschat extra sluit hierop aan. Per thema zijn er drie voorleesverhalen. Elk verhaal wordt tweemaal per week gepresenteerd en bevat 20 nieuwe woorden, waarmee de kinderen zelfstandig gaan oefenen. Per leerjaar biedt het pakket 480 nieuwe woorden aan. In totaal zijn dat 2400 extra woorden in de periode van groep 4 t/m 8. de landing de vlucht het vertrek het bonnetje de prijs het totaal de korting 10 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

12 Organisatie O BCE ECB EZB EKT EKP 2002 Voorleesverhaal 1 10 min Zelfstandig oefenen 20 min Week 1 Herhaling voorleesverhaal 1 10 min Zelfstandig oefenen 20 min Voorleesverhaal 2 10 min Zelfstandig oefenen 20 min Week 2 Herhaling voorleesverhaal 2 Zelfstandig oefenen 10 min 20 min Ook in het vervolg van de les heeft u verschillende keuzes: oefenen in het werkboek, oefenen op de pc of beide. In het werkboek staan meestal Week 3 Voorleesverhaal 3 Zelfstandig oefenen Herhaling voorleesverhaal 3 Zelfstandig oefenen 10 min 20 min 10 min 20 min voorgestructureerde antwoorden, zodat de kinderen niet veel tijd kwijt zijn aan het schrijven. Ze kunnen vervolgens zelf met het antwoordenboek hun werk controleren. Het werkboek bevat ook extra consolidatieoefeningen met een wat vrijer karakter, die u naar eigen inzicht kunt gebruiken. Week 4 Woordspel 30 min Vrijheid in organisatie U kunt de tijd voor woordenschat extra zelf in uw lesorganisatie inplannen voor de kinderen die het nodig hebben. Veel scholen nemen woordenschat extra zelfs standaard voor de hele klas op in hun lesorganisatie. Verder kunt u de les precies uitvoeren zoals u het graag wilt. Zo kunt u het voorleesverhaal presenteren met een filmpje op het digibord, waarin de woorden worden uitgebeeld. Maar u kunt het verhaal ook zelf voorlezen of u laat de kinderen het verhaal bekijken op de computer. Motiverende materialen In de fi lmpjes voor het digibord of pc wordt het verhaal door een voice-over voorgelezen en worden moeilijke woorden uitgelegd en uitgebeeld. De fi lmpjes motiveren de kinderen om vervolgens in het werkboek en/of met de oefensoftware op de computer aan de slag te gaan. Maar u kunt ook zelf een verhaal voorlezen en woorden uitleggen, want ook dat is leuk. Alles staat in het teken van motivatie. Als kinderen écht willen, dan kunnen ze heel veel. Voor uzelf heeft woordenschat extra een overzichtelijke handleiding. Daarin staan alle verhalen en didactische aanwijzingen, suggesties en tips voor de les. lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 11

13 Voorbeeldpagina s - Woordenschat Een les uit het werkboek Groep 5a, werkboek Voor wie? Woordenschat extra biedt taalzwakke of anderstalige kinderen een mogelijkheid hun achterstand in te lopen. Inhoud Een thema bestaat uit 4 lesweken. Een week bevat 2 lessen. In week 1 t/m 3 worden in elke les 10 woorden geoefend. De oefeningen staan naast de betreffende 10 woorden. Een deel van de 10 woorden is ook weergegeven in een woordcluster. In week 4 oefenen ze alle woorden uit dat thema via een woordspel. golven Water dat op en neer beweegt. het is geen pretje Het is niet leuk. in je blootje Als je in je blootje bent, heb je geen kleren aan. klotsen Het geluid dat water maakt als het op en neer beweegt. languit Als je languit valt, val je helemaal op de grond. lauw Een beetje warm. snikheet Heel heet. ijskoud Heel koud. zo rood als een kreeft Heel erg rood. het zweet Druppels die door de huid naar buiten komen als je het warm hebt. 1 Welk woord hoort bij welk plaatje? Trek een lijn. ijskoud languit het zweet snikheet zo rood als een kreeft 2 Is het waar of niet waar? Kleur het goede antwoord. niet waar waar Je zegt "Het is geen pretje" als je iets leuk vindt. Als water golft, gaat het op en neer. x Als je in je blootje bent, heb je geen kleren aan. Als water helemaal stil ligt, klotst het. Lauw is niet heet en niet koud. snikheet heet lauw koud ijskoud 2 12 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

14 extra 3 Zet het goede nummer voor de zin. De eerste zin krijgt nummer 1. De laatste zin krijgt nummer 5. 3 Dan begint de vlucht.... We staan klaar voor het vertrek met het vliegtuig.... We maken een landing. We zijn er!... Eerst maken we de gespen van de riemen vast.... Als we er bijna zijn, begint de daling. 4 Welke woorden horen bij elkaar? Kies uit: niksen korrel lollig klein, rond slaan grappig lui, niks doen veel werk het is een hele klus korrel petsen Je bent op het strand. Het is mooi weer. Kies om de beurt een woord uit de hele les dat hierbij past. Vertel waarom het past. Bijvoorbeeld: De korrel past erbij, want op het strand liggen korrels zand. de daling Als een vliegtuig steeds lager gaat vliegen is dat de daling. de gesp Het ding waarmee je een riem dichtmaakt. het is een hele klus Het is veel werk. de korrel Een klein, rond, hard ding. Bijvoorbeeld een korrel zand. de landing Het landen, het op de grond neerkomen van een vliegtuig. lollig Grappig. Je moet erom lachen. niksen Niks doen. petsen Slaan. het vertrek Bij een vertrek gaat er iemand weg. de vlucht Het vliegen. de landing de vlucht het vertrek Organisatie De kinderen starten met een fi lmpje op het digibord of de pc waarin het verhaal wordt voorgelezen en vebeeld. De 20 woorden van die week worden hierin ook uitgelegd en vebeeld. Daarna gaan de kinderen de woorden consolideren via het werkboek en/of het digi-oefenen. Extra Elke lesweek bevat zo mogelijk ook een wat vrijere opdracht. Doel is om de kinderen samen of alleen te laten nadenken (zo mogelijk in overleg met elkaar) over bepaalde aangeleerde woorden. 3 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 13

15 Spellingmap Waarom speciale spellingbegeleiding? Spellingzwakke kinderen en kinderen met dyslexie hebben extra instructie en oefening bij spelling nodig. Voor hen is de map speciale spellingbegeleiding. Met de map kunt u kinderen begeleiden voor wie het spellingaanbod op het minimumniveau van Taal actief (niveau ) te moeilijk is. Stijgende lijn De map speciale spellingbegeleiding is bedoeld om kinderen extra te begeleiden en te laten oefenen, zodat zij op het minimumniveau met Taal actief verder kunnen en uiteindelijk de spellingwoorden van het basisniveau beheersen. Als dit niet lukt biedt de map ook materialen om een individuele leerroute te ontwerpen. Het belangrijkste van beide routes is dat alle kinderen een stijgende lijn in hun spellingontwikkeling laten zien. Er is een map speciale spellingbegeleiding voor elke jaargroep. Het aanbod sluit aan bij de leerdoelen van de thema s uit het basisprogramma van Taal actief en bij de werkwijze van het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Voortgang in kaart De map biedt per leerjaar verschillende middelen om het beginniveau, de spellingwijze en de voortgang van kinderen goed in kaart te brengen. Zo is er een overdrachtsformulier van het ene naar het volgende leerjaar en een uitgebreid observatie- en analyseformulier. Hiermee kunt u de juiste leerroute bepalen en een handelingsplan opstellen. 14 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

16 Er wordt ook rekening gehouden met toetsgegevens die buiten Taal actief zijn verkregen, bijvoorbeeld met onderzoeksinstrumenten die in het Protocol Leesproblemen en Dyslexie worden genoemd. Twee leerroutes Met de map speciale spellingbegeleiding heeft u de keuze uit twee routes. van begrippen. De map speciale spellingbegeleiding volgt de lijn van het reguliere lesprogramma van Taal actief. De stapsgewijze pre-teachinginstructie gaat dus ook uit van het IGDI-model en start altijd met het benoemen van de spellingcategorie met bijbehorende strategie en het hardop denkend voordoen (modeling). Pre-teachingroute In deze route geeft u de kinderen stapsgewijze pre-instructies voor elke instructieles en extra oefenmateriaal tot aan het minimumniveau. Na deze extra instructie en oefening volgen de kinderen het reguliere spellingprogramma. De preteachingroute gaat uitgebreid in op leerstof waar in de reguliere verlengde instructie geen tijd voor is. Zo worden de deelvaardigheden bij elk spellingprobleem uitvoerig behandeld. Individuele leerroute In deze route krijgen de kinderen deels preinstructies en deels vervangende lessen. De kinderen volgen dus niet altijd het reguliere programma. Hierdoor kunnen zij meer tijd besteden aan spellingvoorwaarden en moeilijke spellingcategorieën. Dit betekent wel dat deze kinderen het basisniveau niet volledig zullen halen. Wel wordt gestreefd naar beheersing op minimumniveau. Didactiek Spellingzwakke kinderen hebben behoefte aan een eenduidige uitleg en een consequente aanduiding sch r i f t lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen 15

17 lnformatie Meer weten over extra materialen Taal actief? Bent u overtuigd van de extra s van Taal actief of wilt u er nog meer over weten? De specialisten van Malmberg helpen u graag met al uw vragen. Maar ook bieden zij ondersteuning als u met de extra s op uw school start. Zichtzending Vraag gratis een zichtzending aan van het totale Taal actief pakket. U kunt de materialen geheel vrijblijvend 4 maanden op uw school bekijken. lnternet Eerst nog wat meer snuffelen? Op vindt u meer informatie over Taal actief. Bestellen en prijzen Voor meer informatie over prijzen en bestellingen kunt u contact opnemen met uw schoolleverancier of met de afdeling Klantenservice van Malmberg op telefoonnummer (073) Telefoon De Malmberg-voorlichters hebben ruime ervaring in het onderwijs en beantwoorden graag uw vragen. U kunt ze rechtstreeks bellen op (073) of mailen naar voorlichting.bao@malmberg.nl erkwoord in. hoeven durft erven schrijven Uitgeverij Malmberg Magistratenlaan 138 Postbus AE s-hertogenbosch rf 16 lnformatiebrochure Taal actief - Extra materialen

18 Plusboek Een extra taalboek met uitdagende lesstof voor taalbegaafde kinderen. Woordenschat extra Een extra pakket voor kinderen met een beperkte woordenschat. Speciale spellingbegeleiding Een map met extra instructie en oefenmateriaal voor spellingzwakke kinderen. ISBN