Behandeld door: Onderwerp. Dossiercode: Bijlagen: Verzonden:

Transcriptie

1 AFSCHRIFT GEMEENTE de gemeenteraad Postbus AB GULPEN Datum: 12 augustus 2015 Uw brief van: Uw kenmerk: Ons kenmerk 6 juli 2015 U III IIII IIIIIIIII I Behandeld door: Onderwerp. Dossiercode: Bijlagen: Verzonden: K.L.A. Bessems Artikel 37-vragen m.b.t. inventarisatieformulier BsGW / AUG 2015 Geachte heer/mevrouw, Op 6 juli 2015 ontvingen wij artikel 37-vragen van de fractie CDA over een brief en inventarisatiefor mulier dat de BsGW gestuurd heeft naar de ondernemers van de gemeente. Graag beantwoorden wij de gestelde vragen. 1. De taak van BsGW is toch het innen van OZB en toeristenbelasting? De objectieve manier om de OZB te berekenen zijn het aantal m2 vloeroppervlak. meer in het inventarisatieformulier (zie bijlage 1). BsGW vraagt BsGW verzorgt de heffing en inning van gemeentelijke belastingen en uitvoering van de wet W O Z voor 30 deelnemende gemeenten in Limburg en de heffing en inning van de waterschapsbelastingen voor de 2 deelnemende waterschappen in Limburg. Uniforme waardering De V N G heeft in samenwerking met gemeenten en taxatiebureaus taxatiewijzers opgesteld voor de waardering van bijzondere objecten voor de Wet W O Z naar waardepeildatum 1 januari De taxatiewijzers bieden informatie voor het systematisch opzetten en onderbouwen van de waarde ring op basis van kentgetallen en vergelijkingsmateriaal. BsGW gaat voor de waardebepaling onder ander uit van deze landelijk vastgestelde taxatiewijzer. Deze taxatiewijzer is in opdracht van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) tot stand gekomen in de werkgroep hotelvastgoed, een werkgroep van het Taxatie Overleg van de Landelijke Vereniging voor Lokale Belastingen (LVLB). In de werkgroep hebben deelgenomen de VNG, de Waarderingskamer, de gemeenten Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Utrecht, Nijmegen, Maastricht en Zaanstad, Belastingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen (BsGW) en hoteladviseur Invast Hotels.

2 GEMEENTE Doel van de taxatiewijzer is het bieden van een methode voor uniforme waardering in het kader van de Wet W O Z van hotel vastgoed en het bieden van een rekenmodel om langs modelmatige weg de objectieve waarde van hotel vastgoed te taxeren. De taxateur kan met het rekenmodel door invoer van vijf kernvariabelen een modelwaarde berekenen. Deze modelmatige benadering sluit aan op het objectieve karakter van de WOZ-waarde. De W O Z - waarde moet immers de waarde weergeven van de onroerende zaak en niet van de onderneming die de zaak gebruikt. O m de modelwaarde te toetsen aan de actuele markt, wordt de berekende modelwaarde wel vergeleken met de feitelijke exploitatiecijfers en bijzonderheden van het te waarderen ho tel. Deze vergelijking kan leiden tot bijstelling van de modelwaarde, waarbij echter steeds recht ge daan moet blijven worden aan het objectieve karakter van de WOZ-waarde. Het inventarisatieformulier In het inventarisatieformulier worden ook enkele inlichtingen gevraagd welke in het huidige model voor 2014 (waardepeildatum 1 januari 2015) niet gebruikt worden voor de taxatie van de waarde. De op te vragen informatie zal in de volgende versie(s) van het model wellicht wel worden gebruikt ter verdere verfijning van het model. Het is daarom van belang deze gegevens bij belanghebbenden al wel op te vragen. 2. Waarom verlaat BsGW de objectiviteit voor de OZB berekening? De Wet waardering Onroerende Zaken kent een heel duidelijke structuur. Alles is nadrukkelijk en helder vastgelegd in de Wet (WOZ) en de daarop gebaseerde uitvoeringsregels. Voor de waardebepaling is allereerst artikel 17 WOZ van belang, luidend als volgt: Artikel 17 Ì.Aan een onroerende zaak wordt een waarde toegekend. 2.De waarde wordt bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. 3.In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een onroerende zaak, voor zover die niet tot woning dient, en met uitzondering van onroerende zaken die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het tweede lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met: ş a.de aard en de bestemming van de zaak: ş b.de sedert de stichting van de zaak opgetreden technische en functionele veroudering, waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen. 4.In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het derde lid. Onder een gebouwd eigendom in aanbouw wordt verstaan een onroerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig zijn beoogde bestemming.

3 GEMEENTE 5.In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom dat tot woning dient en deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 220d, eerste lid, onderdeel d, van de Gemeentewet bedoelde voorwaarden bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Gebouwde eigendommen die dienstbaar zijn aan de woning worden geacht deel uit te maken van die woning. 6.Met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, aanhef en onderdeel f, wordt de waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele onroerende zaak. Vervolgens is ten deze van belang: Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken, artikel 4, luidende als volgt: Artikel 4 1. De waarde, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, wordt bepaald voor a. woningen: door middel van een methode van systematische vergelijking met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn; b. niet-woningen: door middel van een methode van kapitalisatie van de bruto huur, door middel van een methode van vergelijking als bedoeld onder a, dan wel door middel van een discounted-cash-flow methode. 2. De vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet, wordt berekend door bij de waarde van de grond van de onroerende zaak op te tellen de waarde van de opstal van de onroerende zaak. De waarde van de grond wordt bepaald door middel van een methode van vergelijking als bedoeld in het eerste lid, onder a, rekening houdend met de bestemming van de zaak. De waarde van de opstal wordt gesteld op de kosten die herbouw van een vervangend identiek object zouden vergen, gecorrigeerd met een factor wegens technische veroudering gebaseerd op de verstreken en de resterende gebruiksduur en met inachtneming van de restwaarde, en gecorrigeerd met een factor wegens functionele veroudering gebaseerd op economische veroudering, verouderde bouwwijze, ondoelmatigheid en excessieve gebruikskosten. 3. Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet, voor kerkgebouwen en andere onroerende zaken met cultuurhistorische betekenis wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenstemt met de benuttingswaarde van die onroerende zaak. 4. Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet voor bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaken wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenkomt met de bedrijfswaarde van die onroerende zaak rekening houdend met de economische situatie in de desbetreffende branche of bedrijfstak. Een aantal bijlagen zijn bij de Uitvoeringsregeling voor de waardebepaling, meer bepaald bijlage 5. gevoegd door de minister. Die zijn dus van belang bijlage 5. Model taxatieverslag niet-woningen (vervangingswaarde) (zie bijlage 3, pagina 4) bijlage 6. Model taxatieverslag niet-woningen (huurkapitalisme) (zie bijlage 3, pagina 5)

4 GEMEENTE De door BsGW gestelde vragen voldoen volgens onze fractie niet aan de wettelijk gestelde eisen en instructies (zie voorafgaande). De door BsGW aan onze belastingplichtige ondernemers gestelde vragen vinden voor een substantieel deel geen basis in de WOZ en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen. B s G W g a a t v o o r d e w a a r d e b e p a l i n g o n d e r a n d e r e u i t v a n d e d o o r d e V N G u i t g e g e v e n l a n d e l i j k v a s t gestelde taxatiewijzer Hotels. Door hantering van deze taxatiewijzer wordt een uniforme waardering in het kader van de Wet W O Z van hotel vastgoed geboden en objectiviteit gewaarborgd. Voor verdere toelichting zie antwoord bij vraag Welke grondslag meent BsGW te hebben om de gegevens, als vermeld op het inventarisatieformulier, van ondernemers te vragen? (Hierbij wordt uiteraard gedoeld op de gegevens die gevraagd worden die niet noodzakelijk zijn voor het innen van de OZB). De Waarderingskamer houdt toezicht op de uitvoering van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). In het kader van het reguliere toezicht dat de Waarderingskamer uitvoert bij gemeenten en in Limburg bij BsGW, richt zij zich in toenemende mate op de waardering van niet-woningen. Tijdens inspecties die de Waarderingskamer uitvoert, wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan het juiste gebruik van de aangereikte producten en hulpmiddelen, zoals de landelijke taxatiewijzers voor incourante en agrarische objecten en TIOX, het systeem met webservices ter ondersteuning van de toepassing van genoemde taxatiewijzer. Het centrale rekenmodel voor het toepassen van de landelijke taxatiewijzers heeft de naam TIOX gekregen. TIOX ondersteunt de taxateur bij het waarderen van incourante en bijzondere objecten. 4. Waarom heeft BsGW gegevens nodig m.b.t. het aantal kamers, kameromzet etc. (zie inventarisatieformulier) voor het bepalen van de aanslag OZB? Er zijn weinig marktgegevens in de vorm van verkoopprijzen of verhuurprijzen beschikbaar. Als waarde in het economische verkeer moet bepaald worden de prijs die de meest gerede gegadigde bereid is te betalen voor de desbetreffende onroerende zaak. Deze prijs zal volledig afhankelijk zijn van de opbrengsten die met de onroerende zaak kunnen worden gegenereerd (omzet) en van de kosten die daarmee verder gemoeid zijn. De Discounted Cash Flow methode (DCF methode) bepaalt aan de hand van de gegevens over omzet (inkomsten) en uitgaven de waarde van het object. Hierbij wordt geprobeerd om "geobjectiveerde" cijfers over omzet en uitgaven te gebruiken die niet specifiek zijn voor de huidige eigenaar. Het gaat immers niet in de eerste plaats om het vaststellen van de waarde voor de huidige eigenaar, maar om de waarde voor een andere gegadigde. Voor specifieke informatie wordt verwezen naar de "Taxatiewijzer hotels". In de brief van BsGW staat het navolgende. "Voor de goede orde wijs ik u erop dat u op grond van artikel 47 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen (AWR) verplicht bent om de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken. Op het niet nakomen van de verplichtingen zijn in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen sancties opgenomen", volledigheidshalve verwijst de CDA fractie hierbij naar de brief van BsGW (zie bijlage 2). 5. Waarom is er verder geen enkele uitleg gegeven in de brief waarom de gevraagde gegevens benodigd zijn? Uit reacties naar aanleiding van verzending van het inventarisatieformulier is begrepen dat nadere uitleg bij dit formulier gewenst is. BsGW zal deze toelichting bij volgende verzendingen bijvoegen.

5 İ - J C ^ - BsGW Belastingsamemverking Gemeenten en Waterschappen Inventarisatieformulier Hotels Explotatie jaar 2014 Waardepeildatum 1 januari Objectaanduiding Naam hotel Straatnaam Huisnummer Postcode Plaats Gemeente Contactpersoon Naam Telefoonnummer adres Functie Objecttypering Sterren classificatie Aantal Kamers Aantal bedden Aantal zalen Aantal restaurants Specificatie Aantal 1 persoons kamers Aantal 2 persoons kamers Aantal 3 persoons kamers Aantal > 3 persoonskamers Overige kamers/appartementen Faciliteiten Zwembad Tennisbaan Fitness Sauna Wellness/spa Overige faciliteiten Aantal eigen parkeerplaatsen Ja/nee Ja/nee Ja/nee ja/nee Ja/nee Omschrijving: Personeel Aantal FTE's Aantal personeelsleden Schoonmak eigen beheer Ja/nee Bouwjaar Vloeroppervlak Totaal Vergaderen Restaurant Kamers Overig Perceelgrootte nvm 2 m 2 m 2 m 2 m 2 Wijzigingen 2014 Toe7afname aantal kamers Wijziging bebouwde oppervlak Geplande investeringen + jaar Verhuurd Zo ja, aan: Jaarhuur vloeroppervlak m 2-3 -

6 BsGW Belastingsamenv/erking Gemeenten en Waterschappen Omzet Gemiddelde Bezettingsgraad Kamerprijs kamerbezetting Totale kameromzet Totale F&B omzet Totale zalen omzet Totale overige omzet Aantal beschikbare kamers Gemiddelde kamerprijs Gemiddelde persoonsbezetting kamer Kosten Inkoopwaarde F&B Personeelskosten Verkoop 8i Marketing Algemeen en administratie Operationele vastgoedlasten Overige kosten Management fee C C C E C C C Huurwaarde C Verzekeringen/Belastingen C Reservering FF&E E Licentie fee C - 4 -

7 2. BsGW Belöstingsamenwerking Gemeenten en Waterschappen Limburg Regel uw belastingzaken via uw persoonlijke pagina op U kunt er informatie raadplegen en uw zaken online regelen. Website,' Digitale balie: Telefoon: Postadres: Bezoekadres: IBAN-rekeningnr.: BIC-code: Uw reactie van: Aanslag nummer: wozobjectnur: Postbus 1271, 6040 KG Roermond Maria Theresialaar' 99, Roermond ML18 1NGB INGBNL2A Datum: Afdeling: WOZ Waardering Corr.-nummer: Betreft: Inventarisatieformulier notel Geachte heer, mevrouw, BsGW voert op dit moment taxatiewerkzaamheden uit in het kader van de Wet waardering onroerende zaken (wet WOZ). De wet WOZ stelt als eis aan de waardebepaling dat gebruik wordt gemaakt van goede en volledige gegevens ter completering en/of onderbouwing van de taxaties. Volgens onze administratie bent u gebruiker van het object gelegen aan de Schweibergerweg 53 te Mechelen. Bijgaand stuur ik u een "inventarisatieformulier hotel exploitatiejaar 2014". Ik verzoek u vriendelijk dit formulier in te vullen en binnen 4 weken te retourneren BsGW, t.a.v. Afdeling WOZ Waardering, Postbus 1271, 6040 KG Roermond naar: Voor de goede orde wijs ik u erop dat u op grond van art.47 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen verplicht bent om de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken. Op het niet nakomen van de verplichting zijn in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen sancties opgeno men. Wij hopen uw ingevulde formulier snel te mogen ontvangen. Bel gerust als u nog vragen hebt. Met vriendelijke De directeur, groet, W.C.G. Fiddeiaers Deze brief is geautomatiseerd aangemaakt, daarom treft u geen Handtekening aan. fesgw BefaštBiçíacei rverktng c emeer.ter er v/aterscnapoen is een zelfstandig sj»mcnwjrrk.ngĩverband *oor heffing en inning van gcmsenteiijke Balast gen en waterschapsbelastingen er voor uitvoering van ce net ivoz. Deelnemers m BsGW zijn tie gemeenten 8ee*. Berger, Brunssurr, B u Sustenen, Hee-ien. lande.raaf, Leuda :, Maasgouw, Maastricht, Nederweert, Nuth, OrrJertarken, Peel en Maas, Roerdalen, Rcermonc en Overmaas. Sci't eiveì'j, Sttarc Geteer.. Stein. Venio, Vcerendaal en van het Waterschap Pee' er, Maasvallc er. her watersdiao Rc

8 CDA Betreft: Art. 37 vragen Datum: 6 juli 2015 Onderwerp: BsGW Geacht college, O p 18 oktober 2014 heeft de Gemeenteraad ingestemd met de samenwerking op het gebied van gemeentelijke belastingen. Deze samenwerking kreeg vorm door als deel uit te gaan m a k e n van de Gemeenschappelijke Regeling BsGW en de belastingtaken uit te besteden a a n deze Gemeenschappelijke Regeling. C D A was groot voorstander van de overdracht van de gemeentelijke belastingen a a n BsGW. Door de overdracht zouden er immers kosten bespaard worden en zou de dienstverlening naar burgers verbeterd worden. C D A werd echter door ondernemers geattendeerd op een brief plus inventarisatieformulier Hotel exploitatiejaar 2014, hierna te n o e m e n inventarisatieformulier, die zij van BsGW ontvangen hebben. De ondernemer moet op dit formulier aangeven hoeveel sterren het hotel heeft, hoeveel kamers, bedden, zalen en restaurants het hotel heeft, hoeveel 1, 2, 3, 3> persoonskamers het hotel heeft, welke faciliteiten er zijn, het aantal personeelsleden, de bezettingsgraad, de kamerprijs en ga zo maar door. Volledigheidshalve verwijst de C D A fractie naar het bijgevoegde inventarisatieformulier. Naar aanleiding van het inventarisatieformulier heeft de C D A fractie de navolgende vragen: 1. De taak van BsGW is toch het innen van OZB en toeristenbelasting? De objectieve manier o m de OZB te berekenen zijn het aantal m 2 vloeroppervlak. BsGW vraagt meer in het inventarisatieformulier. 2. W a a r o m verlaat BsGW de objectiviteit voor de OZB berekening? Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitter), Jos Hendriks (2 e VZ), Frans Derksen, Fon Kistermann en Giel Jacobs. 1-1

9 CDA De Wet waardering Onroerende Zaken kent een heel duidelijke structuur. Alles is nadrukkelijk en helder vastgelegd in de Wet (WOZ) en de daarop uitvoeringsregels. Voor de waardebepaling is allereerst art. 17 WOZ van luidend als volgt: Artikel Aan een onroerende zaak wordt een waarde toegekend. gebaseerde belang, 2. De waarde wordt bepaald op de waarde die aan de onroerende zaak dient te worden toegekend, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou kunnen worden overgedragen en de verkrijger de zaak in de staat waarin die zich bevindt, onmiddellijk en in volle omvang in gebruik zou kunnen nemen. 3.In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een onroerende zaak, voor zover die niet tot woning dient, en met uitzondering van onroerende zaken die zijn ingeschreven in een van de ingevolge de Monumentenwet 1988 vastgestelde registers van beschermde monumenten, bepaald op de vervangingswaarde indien dit leidt tot een hogere waarde dan die ingevolge het tweede lid. Bij de berekening van de vervangingswaarde wordt rekening gehouden met: ş a.de aard en de bestemming van de zaak: Ş b.de sedert de stichting van de zaak opgetreden technische en functionele veroudering, waarbij de invloed van latere wijzigingen in aanmerking wordt genomen. 4.In afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom in aanbouw bepaald op de vervangingswaarde, bedoeld in het derde lid. Ondereen gebouwd eigendom in aanbouw wordt verstaan een onroerende zaak of gedeelte daarvan waarvoor een omgevingsvergunning vooreen bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is verleend en dat door bouw nog niet geschikt is voor gebruik overeenkomstig zijn beoogde bestemming. 5.ln afwijking in zoverre van het tweede lid wordt de waarde van een gebouwd eigendom dat tot woning dient en deel uitmaakt van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de in artikel 220d, eerste lid, onderdeel d, van de Gemeentewetbedoelde voorwaarden bepaald met inachtneming van een vooronderstelde verplichting om het gedurende e e n tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen anders dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Gebouwde eigendommen die dienstbaar zijn aan de woning worden geacht deel uit te maken van die woning. ó.met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16, aanhef en onderdeel f, wordt de waarde gesteld op een evenredig deel van de waarde die dient te worden toegekend aan de gehele onroerende zaak. Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitterj, Jos Hendriks (2 e VZ), Frans Derksen, Fon Kistermann en Giel Jacobs. ì - 2

10 CDA Vervolgens is ten deze van belang: Uitvoeringsregeling instructie waardebepaling Wet waardering onroerende zaken, artikel 4, luidende als volgt: Artikel 4 Ì.De waarde, bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de wet, wordt bepaald voor a. woningen: door middel van een methode van systematische vergelijking met woningen waarvan marktgegevens beschikbaar zijn: b. niet-woningen: door middel van een methode van kapitalisatie van de bruto huur, door middel van een methode van vergelijking als bedoeld onder a, dan wel door middel van een discounted-cash-flow methode. 2. De vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet, wordt berekend door bij de waarde van de grond van de onroerende zaak op te tellen de waarde van de opstal van de onroerende zaak. De waarde van de grond wordt bepaald door middel van een methode van vergelijking als bedoeld in het eerste lid, onder a, rekening houdend met de bestemming van de zaak. De waarde van de opstal wordt gesteld op de kosten die herbouw van een vervangend identiek object zouden vergen, gecorrigeerd met een factor wegens technische veroudering gebaseerd op de verstreken en de resterende gebruiksduur en met inachtneming van de restwaarde, en gecorrigeerd met een factor wegens functionele veroudering gebaseerd op economische veroudering, verouderde bouwwijze, ondoelmatigheid en excessieve gebruikskosten. 3. Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet, voor kerkgebouwen en andere onroerende zaken met cultuurhistorische betekenis wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenstemt met de benuttingswaarde van die onroerende zaak. 4.Bij de berekening van de vervangingswaarde, bedoeld in artikel 17, derde lid, van de wet voor bedrijfsmatig gebruikte onroerende zaken wordt een zodanige factor voor functionele veroudering toegepast dat de waarde overeenkomt met de bedrijfswaarde van die onroerende zaak rekening houdend met de economische situatie in de desbetreffende branche of bedrijfstak. Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitterj, Jos Hendriks (2 e Vī), Frans Derksen, Fon Kistermann en Giel Jacobs. 1 3

11 CDA 17* Een aantal bijlagen zijn bij de Uitvoeringsregeling gevoegd door de minister. Die zijn dus van belang voor de waardebepaling, meer bepaald bijlage 5. Bijlage 5. Model taxatieverslag niet-woningen (vervangingswaarde) Aanduiding object: Straatnaam: Huisnummer Postcode: Woonplaats: Locatieomschnjving: Wasrctepeiíűatum Object is inclusief de volgende adressen: Straatnaam' Huisnummer Postcode Kadastrale objecten betrokken in deze taxatie: Kacastraie gemeente sectie perceelnunmer letter indexrummer. g'onaopperviakte: m J m 2 Objectgegevens: Soort object. Buurt: 8ouwjaar: Grootte van hot object m 3 Bijzondere kenmerken: Marktgegevens: Van het getaxeerde object zijn de volgende marktgegevens verzameld: Bouwjaar: stichtīrgskosîen: bijzondere omstandigheden Opbouw taxatie en gecorrigeerde vervangingswaarde: Deel object: grootte: m 3 bouwjaar: restwaarde: 0 A techn veroudering 94. func veroudering: "A Deel object: grootte: m 3 bouwjaar: reatwaarde: Va techn veroudering V, func veroudering: V a investeringskosíeri/m 3. levensduur: resterende levansduur factor: factor: waarde deel object investenngskosten/m 3 : levensduur resterende levensduur factor. factor: waarde deel object: Gronooppcvlakte: grootte m 2 investerngskosten/m 2 : waarde grond: De vastgestelde waarde is inclusief/exclusief* cmzetaelasüng. Vastgestelde waarde: ' Doorhalen hergeei niftt xan toepassing ia. Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitter), Jos Hendriks (2 e VZ), Frans Derksen, Fon kistermann en Giel Jacobs. 1 4

12 CDA Bijlage 6. Model taxatieverslag niet-woningen (huurkapitalisme) Aanduiding object: Straatnaam:,. Waardopeitdatum: Xuisnum-ner Postcode: Woonplaats: Locatieomschrijving Object is inclusief de volgende adressen: Straatnaam Huisnummer. Postcode.... Kadastrale objecten betrokken in deze taxatie: Kadastrale gemeente, sectie: perceslnummer: letter indexnummer: grondoppervlaxte-,. m 3 m! m J Objectgegevens: Socrt object: Buurt: Bouwjaar Grootte van het object: m Bijzondere kenmerken: Marktgegevens: Van het getaxeerde object zijn de volgende marktgegevens verzameld: Ingangsdatum huurprijs bijzondere omstandigheden: Opbouw taxatie en kapitalisatie huurwaarde: Deel object. oppervlakte: huurwaarde: kapitalisateŕactor waarde rr, rr Overige deelobjecten Vastgestelde waarde: Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitter), Jos Hendriks (2 e VZ), Frans Derksen, Fon Kistermann en Giel Jacobs. } - 5

13 CDA De door BsGW gestelde vragen voldoen volgens onze fractie niet a a n de wettelijk gestelde eisen en instructies, (zie voorafgaande) De door BsGW a a n onze belastingplichtige ondernemers gestelde vragen vinden voor een substantieel deel geen basis in de WOZ en de daarop gebaseerde besluiten en regelingen. 3. Welke grondslag meent BsGW te hebben o m de gegevens, als vermeld op het inventarisatieformulier, van ondernemers te vragen? (Hierbij wordt uiteraard gedoeld op de gegevens die gevraagd worden die niet noodzakelijk zijn voor het innen van de OZB.) 4. W a a r o m heeft BsGW gegevens nodig m.b.t. het aantal kamers, kameromzet etc. (zie inventarisatieformulier) voor het bepalen van de aanslag OZB? In de brief van BsGW staat het navolgende. "Voorde goede orde wijs ik u erop dat u op grond van art. 47 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen verplicht bent om de gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken. Op het niet nakomen van de verplichtingen zijn in de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen sancties opgenomen." Volledigheidshalve verwijst de C D A fractie hierbij naar de brief van BsGW (bijlage I). 5. W a a r o m is er verder geen enkele uitleg gegeven in de brief w a a r o m de gevraagde gegevens benodigd zijn? 6. BsGW dreigt met sancties indien de gevraagde gegevens niet verstrekt worden. De gegevens die gevraagd worden zijn echter niet noodzakelijk voor het innen van de OZB (de taak van BsGW). W a a r o m wordt er met sancties gedreigd, terwijl BsGW geen recht heeft o m de gegevens überhaupt te vragen? 7. Heeft de gemeente (voor de overgang naar BsGW) dezelfde gegevens als vermeld op het inventarisatieformulier) a a n de ondernemers gevraagd? 8. Over het inventarisatieformulier is niet nagedacht. Een huurder/exploitant heeft andere belangen dan een verhuurder van het vastgoed. Dit geldt ook voor een eigenaar/exploitant. W a a r o m stuurt BsGW een dergelijk amateuristisch opgesteld formulier? Met vriendelijke groet, Fractie CDA Marieke Nass Jos Hendriks Frans Derksen Giel Jacobs Fon Kistermann Fractie CDA Marieke Nass (fractie voorzitter), Jos Hendriks (2 e VZ), Frans Derksen, Fon Kistermann en Giel Jacobs. 1-6

14 GEMEENTE 6. BsGW dreigt met sancties indien de gevraagde gegevens niet verstrekt worden. De gegevens die gevraagd worden zijn echter niet noodzakelijk voor het innen van de OZB (de taak van BsGW). Waarom wordt er met sancties gedreigd, terwijl BsGW geen recht heeft om de gegevens überhaupt te vragen? In artikel 47 (informatieplicht belastingplichtige) van de A W R staat dat "leder is gehouden desgevraagd aan de inspecteur: a. de gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de belastingheffing te zijnen aanzien van belang kunnen zijn" (lid 1, letter a). De vermelde sancties zijn wel aan de orde. In hoofdstuk IX van de A W R (strafrechtelijke bepalingen) (artikelen 68-69a) worden de strafbare feiten benoemd. Het zou echter beter zijn geweest bij de eerste toezending van het formulier een toelichting bij te voe gen. Vermelding van sancties zou in een herinneringsbrief meer op zijn plaats zijn geweest. BsGW zal haar correspondentie op dit punt aanpassen. 7. Heeft de gemeente (voor de overgang naar BsGW) dezelfde gegevens als vermeld op het inventarisatieformulier aan de ondernemers gevraagd? Nee deze formulieren zijn in het verleden nooit verstuurd. Het taxatiebureau werkte voor incourante en agrarische niet-woningen met het centrale rekenmodel voor het toepassen van de landelijke taxatiewijzers (TIOX). Voor de courante niet-woningen (winkels, kantoren, bedrijven en horeca) werd getaxeerd via de gekapitaliseerde huurwaarde. Voor deze gegevens werden koopinfo en huurlichtingen gebruikt. Bij het inventarisatieformulier dat de BsGW verzonden heeft, wordt gewaardeerd op basis van de DCF-methode. De basis voor deze methodiek zijn o.a. omzetcijfers. B s G W heeft gekozen om volgens deze methodiek te waarderen en heeft daarom deze gegevens nodig voor een juiste waarde ring. 8. Over het inventarisatieformulier is niet nagedacht. Een huurder/exploitant heeft andere belangen dan een verhuurder van het vastgoed. Dit geldt ook voor een eigenaar/exploitant. Waarom stuurt BsGW een dergelijk amateuristisch opgesteld formulier? BsGW maakt gebruik van het inventarisatieformulier uit de Taxatiewijzer Hotels van de VNG. Voor nadere toelichting op het gebruik van dit formulier zie antwoord op vraag 1. Ik hoop u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Heeft u nog vragen? Neemt u dan gerust contact op met Kelly Bessems via telefoonnummer of Kelly.Bessems@gulpen-wittem.nl. Met vriendelijke groet, houders van, de loco-burgemeester, PT* P.H.J. Franssen

15 EINDE DOCUMENT EINDE DOCUMENT