Menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen: een richtlijn waard!

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen: een richtlijn waard!"

Transcriptie

1 Menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen: een richtlijn waard! Leeronderzoek in het kader van de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten Erasmus MC Rotterdam augustus 2006 Miriam van Kalmthout en Eline Tiems AIOS AVG Onderzoeksbegeleiders: Prof. Dr. H. M. Evenhuis Dr. C. Penning

2 Samenvatting. Doel. In kaart brengen van de praktijk van menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen. Opzet. Beschrijvend dwarsdoorsnede dossieronderzoek. Methoden. Van alle vrouwen van 15 tot 50 jaar uit twee instellingen voor verstandelijk gehandicapten werden de dossiers onderzocht. Geregistreerd werden: leeftijd, gebruik van menstruatieregulerend middel, dosering, indicatie(s), niveau van functioneren en woonlocatie. Resultaten. De gegevens van 298 vrouwen werden verkregen. De gemiddelde leeftijd was 36,2 jaar. 125 vrouwen (42 %) functioneerden op licht of matig verstandelijk gehandicapt niveau; 173 vrouwen (58%) functioneerden op ernstig of zeer ernstig verstandelijk gehandicapt niveau. 50,3% van de totale groep onderzochte vrouwen gebruikte een middel om de menstruatie te reguleren. In de groep vrouwen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijk beperking werd significant vaker een middel gebruikt (64%) dan in de groep vrouwen met een lichte of matige verstandelijk beperking (31%; p<.001). De meest genoemde indicaties waren: hygiëneproblemen (40,7%), hypermenorroe (26,7%) en gedragsproblemen (26,7%). De indicatie stemmingswisselingen werd significant vaker in de groep vrouwen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijke handicap gesteld (p<.05).. Er werden veel verschillende medicamenten in allerlei doseringen voorgeschreven. De middelen die het meest werden voorgeschreven zijn lynestrenol oraal en medroxyprogesteron parenteraal. Verder bleek dat er significante verschillen waren in voorschriften tussen de verschillende woonlocaties. Conclusies. Uit dit onderzoek is duidelijk geworden dat er geen eenduidig beleid is betreffende menstruatiemanagement bij verstandelijk gehandicapte vrouwen. Om dit te bereiken is het ontwikkelen van een richtlijn noodzakelijk. Uitgangspunt in de aanpak van problemen met betrekking tot menstruatieregulatie zou moeten zijn dat er gezocht wordt naar een balans tussen de mogelijkheden van de vrouw en de eisen gesteld aan de verzorger. 2

3 Inleiding. Een 25-jarige, zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouw heeft sinds de menarche last van veel bloedverlies tijdens de menstruatie. Ook duurt de periode van bloedverlies ruim één week. Ze is volledig zorgafhankelijk, ook wat betreft de verzorging rondom de menstruatie. Ze kan niet vertellen hoe ze zich voelt en of ze pijn heeft. Wel is haar gedrag gedurende de menstruatie anders. Ze is stiller en minder vrolijk. In het verleden is de prikpil gegeven. Hierop veranderde haar gedrag niet en ze kreeg last van onregelmatig bloedverlies. Moeder herkent de menstruatieklachten van haar dochter. Zij had soortgelijke klachten. Zij heeft uiteindelijk een operatie ondergaan en ze is over het resultaat erg tevreden. Ze zou haar dochter ook een operatie gunnen om van alle klachten en ellende af te zijn. Met dergelijke vragen wordt de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) met enige regelmaat geconfronteerd. Klachten betreffende de menstruatie kunnen van verschillende aard zijn: het kan gaan om cyclusstoornissen, gedragsproblemen of epileptische aanvallen in relatie tot de menstruatie, sociale of verzorgingsproblemen. De vragen kunnen gesteld worden door de vrouw zelf, maar vaak komen ouders of begeleiders met hun zorgen over de menstruatie. Een deel van deze vragen en problemen komt overeen met wat ook de huisarts tegenkomt in de niet verstandelijk gehandicapte populatie. Andere problemen komen in de populatie verstandelijk gehandicapte vrouwen vaker voor. Voorbeelden hiervan zijn: gedragsproblemen in de periode van de menstruatie en problemen met het zichzelf verzorgen. Bij vrouwen met epilepsie is bekend dat er tijdens de menstruatie meer aanvallen voorkomen (1). In de groep verstandelijke gehandicapte mensen komt epilepsie veel vaker voor dan in de algemene populatie (30 % versus 0,66%) (2). Uit onderzoek in de algemene populatie blijkt dat ruim 60% van de vrouwen die de pil gebruiken dit (ook) doen om de menstruatie uit te stellen of anderszins te reguleren (3). Dit doet vermoeden dat ook onder verstandelijk gehandicapte vrouwen (of hun verzorgers) een aanzienlijk aantal een hulpvraag heeft over menstruatieregulatie. Uit gesprekken met collega s over dit onderwerp, dossieronderzoek en casuïstiek van bewoners kwam naar voren dat er geen eenduidige aanpak bestaat voor menstruatiegerelateerde problematiek. Er worden verschillende middelen voorgeschreven om de menstruatie te beïnvloeden en er is vaak geen sprake van een stappenplan wanneer een bepaalde aanpak niet het gewenste resultaat heeft. Bij onze zoektocht naar literatuur en al bestaande richtlijnen over dit onderwerp met betrekking tot verstandelijk gehandicapten vonden we één consensusafspraak en één richtlijn voor huisartsen, beide uit Australië (4,5). Deze waren echter niet helemaal te vertalen naar de Nederlandse situatie, omdat ze zich met name richten op de groep licht verstandelijk gehandicapte vrouwen die zichzelf kunnen verzorgen, terwijl een belangrijk aandeel van de hulpvragen hier wordt gesteld door de matig en ernstig verstandelijk gehandicapte groep vrouwen. Verder gaat men in Australië zeer uitgebreid in op allerlei juridische aspecten die anders geregeld zijn dan in Nederland. Over de behandeling van menstruatieproblemen bij niet verstandelijk gehandicapte vrouwen is veel gepubliceerd. Specifiek over verstandelijk gehandicapte vrouwen is er, behalve de genoemde richtlijnen, veel minder literatuur te vinden. Wat betreft de inhoud van de hulpvragen spreken de artikelen elkaar tegen. In één onderzoek wordt geconcludeerd dat de hulpvragen en aanpak van menstruatieproblemen hetzelfde zijn als bij niet verstandelijk gehandicapten (6). Een ander artikel stelt dat 18% van de verstandelijk gehandicapte vrouwen in de fertiele levensfase gedragsstoornissen in relatie tot de menstruatie vertoont, zoals agressie en automutilatie (7). De drie meest voorkomende gynaecologische problemen bij 3

4 matig tot ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen zijn: hygiëne rondom de menstruatie, premenstruele gedragsproblemen en pijnklachten (8). In dit leeronderzoek wilden we ons richten op de praktijk van de menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen. Onder menstruatieregulatie wordt in dit verband verstaan: het beïnvloeden van de cyclus met het doel het tijdstip en/of de frequentie van de menstruatie of de hoeveelheid bloedverlies te wijzigen. Dit kan om verschillende redenen wenselijk zijn (cyclusstoornissen, pijnlijke menstruatie, overvloedige of onregelmatige menstruatie, gedragsproblemen, hygiënische aspecten, invloed op epilepsie, vakantie, huisbezoek etcetera). De regulatie kan op verschillende wijze worden uitgevoerd: medicamenteus, met een spiraaltje of chirurgisch. Bij gebrek aan een richtlijn, de beperkte hoeveelheid literatuur over dit onderwerp en bij al deze verschillende hulpvragen en behandelopties kregen wij het vermoeden dat het voor de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten lastig is een gefundeerde keuze te maken. Ook kregen wij de indruk dat er daardoor onderlinge verschillen zijn in behandelmethodes. Om dit vermoeden te verifiëren en de praktijk rondom menstruatieregulatie in beeld te krijgen hebben wij in dit onderzoek geïnventariseerd om welke redenen en hoe vaak de menstruatie wordt beïnvloed. Ook onderzochten we welke middelen daarvoor werden gebruikt en of bij de keuze van het middel een relatie werd gevonden met het niveau van functioneren. Daarnaast wilden we onderzoeken of de gekozen middelen op de verschillende woonlocaties overeenkomen of dat per locatie andere keuzes werden gemaakt. Dit bracht ons tot de volgende vraagstellingen: 1a. Bij hoeveel verstandelijk gehandicapte vrouwen in de fertiele levensfase (15-50 jaar) wordt de menstruatie op enigerlei wijze gereguleerd? 1b. Is het aantal gebruikte middelen gerelateerd aan de ernst van de verstandelijke handicap? 2a. Op welke indicatie wordt de menstruatie gereguleerd? 2b. Is er een relatie tussen het niveau van functioneren en de gestelde indicatie? 3a. Welke middelen worden er gebruikt om de menstruatie te beïnvloeden? 3b. Is er een relatie tussen het gekozen middel en niveau van functioneren? 4. Is er een relatie tussen voorgeschreven middel en woonlocatie? 4

5 Methoden. Onderzoeksopzet: Het onderzoek betrof een beschrijvend dwarsdoorsnede dossieronderzoek. Onderzoekspopulatie: Alle vrouwen geboren tussen en (tussen de 15 en 50 jaar op het moment van onderzoek), wonende in de centrale locaties of buitenhuizen van Waalborg en Cello die voor de eerstelijnszorg gebruik maken van de Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten, werden geïncludeerd. De verstandelijk gehandicapte vrouwen die voor de eerstelijns zorg gebruik maken van de reguliere huisartsenzorg werden geëxcludeerd, omdat we het beleid van de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten in kaart wilden brengen. De leeftijdsgrenzen werden gehanteerd om een zo groot mogelijke kans te hebben dat alle vrouwen na de menarche en voor de overgang in het onderzoek betrokken zouden worden. Omdat de overgangsproblematiek buiten beschouwing werd gelaten, werden vrouwen ouder dan 50 jaar uitgesloten. Methoden: Om antwoord te krijgen op de vier vraagstellingen verrichtten we dossieronderzoek bij de onderzoekspopulatie. De volgende gegevens uit de dossiers werden geregistreerd: locatie, leeftijd en niveau van functioneren. De groep licht of matig verstandelijk gehandicapte vrouwen hebben een IQ tussen 40-70, de groep ernstig of zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen hebben een IQ minder dan 40. In de lijsten van actuele medicatie werd gezocht naar menstruatieregulerende middelen. De verschillende voorgeschreven middelen werden genoteerd, evenals de dosering en de wijze van voorschrijven (met of zonder stopweek). In de voorgeschiedenis werd gekeken of er ooit een ingreep had plaatsgevonden (operatie, plaatsen spiraaltje of inbrengen subdermaal anticonceptiestaafje). Vervolgens bekeken we welke indicaties er gesteld waren en deze werden gescoord. Als de enige indicatie niet primair tot doel had de menstruatie te reguleren (bijvoorbeeld anticonceptie of huidklachten), werden deze vrouwen niet meegenomen in het verdere onderzoek. Als uit het dossier niet (exact) te achterhalen was wat de indicatie of de wijze van voorschrijven was, werd navraag gedaan bij de arts en/of de apotheker. Analyse: De gevonden gegevens werden anoniem verwerkt in een databestand. Voor de statistische berekeningen zijn de gegevens geanalyseerd met SPSS-PC versie 11.5 voor Windows. Voor het beantwoorden van de eerste vraagstelling werd gebruik gemaakt van beschrijvende statistiek. Voor het beantwoorden van de overige vraagstellingen werden de gegevens geanalyseerd met de Chi- kwadraat toets. Een verschil werd als statistisch significant beschouwd indien p<.05 was. 5

6 Resultaten. Populatiekenmerken: Middels dossieronderzoek werden de gegevens verkregen van 298 vrouwen. De gemiddelde leeftijd op het moment van onderzoek was 36,2 jaar met een spreiding van 15 tot 50 jaar. Figuur 1 toont een overzicht van de leeftijdsverdeling. Figuur 1 leeftijdsverdeling van de onderzochte populatie N= aantal 0 16,0 20,0 24,0 28,0 32,0 36,0 40,0 44,0 48,0 18,0 22,0 26,0 30,0 34,0 38,0 42,0 46,0 50,0 leeftijd Op licht of matig verstandelijk gehandicapt niveau functioneerden 125 vrouwen (42%). Op ernstig of zeer ernstig verstandelijk gehandicapt niveau functioneerden 173 vrouwen (58%). De vrouwen woonden in twee verschillende instellingen, verdeeld over zes woonlocaties. Zij werden behandeld door elf artsen en de medicatie werd verstrekt door drie apotheken. Tabel 1 toont de verdeling per woonlocatie. 6

7 Tabel 1 verdeling per woonlocatie en niveauverdeling per locatie locatie aantal vrouwen percentage (%) niveau licht/matig niveau ernstig/zeer ernstig (40%) 9 (60%) ,7 7 (30,4%) 16 (69,6%) ,6 45 (46,4%) 52 (53,6%) ,3 17 (37%) 29 (63%) ,4 14 (64%) 8 (36%) (38%) 59 (62%) Vraagstelling 1a: bij welk percentage van de vrouwen wordt de menstruatie op enigerlei wijze beïnvloed? Van onze totale onderzoeksgroep gebruikten 150 van de 298 vrouwen op het moment van onderzoek een middel of er was bij hen een interventie verricht met als doel de menstruatie te reguleren dan wel te beïnvloeden. Dit is een prevalentie van 50,3% (95% betrouwbaarheidsinterval 47,5-59,1 %). Vraagstelling 1b: Is het aantal gebruikte middelen gerelateerd aan de ernst van de verstandelijke handicap? In de groep licht/matig kregen 39 van de 125 vrouwen een middel (31%; 95% betrouwbaarheidsinterval 23,2-40,1%). In de groep ernstig/zeer ernstig kregen 111 van de 173 vrouwen een middel (64%; 95% betrouwbaarheidsinterval 56,5-71,3%). Dit verschil is statistisch significant (χ 2 : 31,5; p<.001). Vraagstelling 2a: Op welke indicatie wordt de menstruatie gereguleerd? In de 150 dossiers van vrouwen die een middel kregen voorgeschreven, was in 16 gevallen onduidelijkheid over de indicatie. Na navraag bij de behandelend arts konden in alle 150 gevallen één of meerdere indicaties worden genoteerd. In totaal werden 12 categorieën indicaties gevonden en één categorie overig. Onder deze laatste categorie vielen enkele uitzonderlijke indicaties en indicaties die zeer algemeen benoemd waren ( onregelmatig bloedverlies door stasis als gevolg van spasme van de bekkenbodemspieren waardoor recidiverende urineweginfecties, begrijpt het niet, obstipatie, ziek, misselijk, last van de menstruatie, menstruatieonderdrukking, heftig transpireren ). De indicatie anticonceptie werd bij deze 150 vrouwen gescoord als er tevens minimaal één andere (menstruatieregulatie) indicatie vermeld was. Bij 55 (36,7%) vrouwen werd één indicatie gesteld, bij 74 (49,3%) twee en bij 21 (14%) vrouwen werden er drie indicaties gesteld. De gestelde indicaties en frequentie van voorkomen worden getoond in tabel 2. 7

8 Tabel 2 gestelde indicatie en frequentie van voorkomen indicatie aantal absoluut percentage vrouwen bij wie de indicatie wordt genoemd (%) hygiëneproblemen 61 40,7 hypermenorroe 40 26,7 gedragsproblemen 40 26,7 dysmenorroe stemmingswisselingen onregelmatige menstruatie 20 13,3 anticonceptie 13 8,7 premenstruele klachten 11 7,3 verslechtering epilepsie 7 4,7 tussentijds bloedverlies 4 2,7 sociaal 2 1,3 hormoonsuppletie 1 0,7 overig 7 4,7 Vraagstelling 2b: is er een relatie tussen niveau van functioneren en gestelde indicatie? De indicatie dysmenorroe werd vaker gesteld bij ernstig tot zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen. Deze relatie is net niet significant, er is sprake van een trend (χ 2 : 3,1; p=.058). De indicatie stemmingswisselingen werd significant vaker gesteld in de groep ernstig/zeer ernstig verstandelijk gehandicapt. (χ 2 : 3,5; p<.05). De indicatie anticonceptie (in onze onderzoeksgroep altijd naast een tweede indicatie voor menstruatieregulatie) werd significant vaker genoemd bij de licht tot matig verstandelijk gehandicapte vrouwen (χ 2 : 25,4; p<.001). Voor de overige indicaties in relatie tot het niveau van functioneren werden geen statistisch significante verschillen gevonden. Vraagstelling 3a: welke middelen worden gebruikt om de menstruatie te beïnvloeden? In de dossiers werden 12 verschillende middelen genoemd, waarvan een aantal in verschillende doseringen en met al dan niet doorslikken werd voorgeschreven. Tabel 3 toont hiervan een overzicht. 8

9 Tabel 3 voorgeschreven middelen en aantal keren dat een middel werd voorgeschreven middel, dosering en voorschrift frequentie percentage etinylestradiol/levonorgestrel 30/ ,0 met stopweek etinylestradiol/levonorgestrel 30/ ,7 zonder stopweek etinylestradiol/levonorgestrel 50/ ,0 met stopweek etinylestradiol/levonorgestrel 50/ ,7 zonder stopweek desogestrel 1 0,7 lynestrenol 2,5 mg 12 8,0 lynestrenol 5 mg 37 24,7 lynestrenol 10 mg 6 4,0 lynestrenol 15 mg 1 0,7 ethinylestradiol/levonorgestrel 3 fase 3 2,0 ethinylestradiol/lynestrenol 37,5/750 mcg 1 0,7 ethinylestradiol/desogestrel 20 mcg 1 0,7 ethinylestradiol/desogestrel 30 mcg 1 0,7 ethinylestradiol/levonorgestrel 50/250 mcg 1 0,7 norethisteron 1 0,7 medroxyprogesteron parenteraal 45 30,0 levonorgestrel IUD 1 0,7 hysterectomie 1 0,7 totaal Vraagstelling 3b: Is er een relatie tussen het gekozen middel en niveau van functioneren? Omdat de aantallen voor meer dan de helft van de middelen erg klein bleken te zijn (< 5), werden de middelen voor het beantwoorden van deze vraag onderverdeeld in twee groepen: Groep I: verdeling naar soort middel 1. orale middelen met een combinatie van oestrogeen en progestageen. 2. orale middelen met uitsluitend progestageen 3. parenteraal toegediend progestageen 4. progestageen bevattend IUD 5. hysterectomie Groep II: verdeling naar (beoogd) effect 1. middelen met als doel verkrijgen van regelmaat, vermindering bloedverlies, vermindering buikpijn en met onttrekkingsbloeding (orale middelen met stopweek), dus geen totale amenorroe. 2. middelen met als doel totale amenorroe verkrijgen (orale middelen zonder stopweek, parenteraal toegediende middelen, IUD en hysterectomie). 9

10 Ten eerste werd onderzocht of er een relatie was tussen het gegeven soort middel (groep I) en het niveau van functioneren. Tabel 4 toont een overzicht van de voorgeschreven middelen uit groep I en de frequentie waarin deze zijn voorgeschreven bij de verschillende niveaus van functioneren. Orale middelen met combinatie oestrogeen en progestageen (combinatiepil) werden vaker in niveau groep licht/matig voorgeschreven dan in niveau groep ernstig/zeer ernstig. Middelen met uitsluitend progestageen werden even vaak in groep licht/matig als in groep ernstig/zeer ernstig voorgeschreven. Parenteraal toegediend progestageen werd minder vaak in de groep licht/matig dan in de groep ernstig/zeer ernstig voorgeschreven. Het levonorgestrel bevattend spiraal werd slechts eenmaal voorgeschreven in de onderzoeksgroep en dat was in de groep ernstig/zeer ernstig. Hysterectomie was slechts eenmaal verricht en dat was in de groep licht/matig. De gevonden verschillen zijn statisch significant (χ 2 : 12,2; p<.05). Tabel 4 voorgeschreven middelen uit groep I en niveau van functioneren combinatie oraal parenteraal IUD hysterectomie pil progestageen progestageen levonorgestrel licht/matig 18 (46,2%) 14 (35,9%) 6 (15,4%) 0 1 (2,5%) ernstig/zeer 26 (23,4%) 45 (40,6%) 39 (35,1%) 1 (0,9%) 0 ernstig totaal 44 (29,3%) 59 (39,3%) 45 (30%) 1(0,7%) 1(0,7%) Vervolgens werd onderzocht of er een relatie is tussen het niveau van functioneren en het (beoogde) effect van het gegeven middel (groep II). Tabel 5 toont een overzicht van de voorgeschreven middelen uit groep II en de frequentie waarin deze zijn voorgeschreven bij de verschillende niveaus van functioneren. In totaal werden middelen met als effect verkrijgen van regelmaat met onttrekkingsbloeding 22 keer voorgeschreven, 9 keer in de groep licht/matig en 13 keer in de groep ernstig/zeer ernstig. Middelen met als doel amenorroe werden 128 keer voorgeschreven: 30 keer in de groep licht/matig en 98 keer in de groep ernstig/zeer ernstig. Deze verschillen zijn niet statisch significant (χ 2 : 2,3; p=0,075) Tabel 5 voorgeschreven middelen uit groep II en verdeling per niveau van functioneren. regelmaat met onttrekking amenorroe licht/matig 9 (23 %) 30 (77 %) ernstig/zeer ernstig 13 (11,7 %) 98 (88,3 %) totaal 22 (14,7%) 128 (85,3%) 10

11 locatie Vraagstelling 4: is er een relatie tussen voorgeschreven middel en woonlocatie? Voor het beantwoorden van deze vraagstelling hebben we de middelen zoals deze verdeeld zijn in groep I gebruikt. Tabel 6 toont een overzicht van de middelen uit groep I en de verdeling per woonlocatie. Op locatie 1 werd in totaal negen keer een middel voorgeschreven, waarvan zeven keer uit de groep oraal progestageen; dit is opvallend vaak. Op deze locatie werd geen enkele keer een combinatiepil voorgeschreven. Op locatie 3 waar in totaal 40 keer een middel werd voorgeschreven, werd opvallend vaak een oraal progestageen voorgeschreven. Op locatie 6, waar in totaal 57 keer een middel werd voorgeschreven, werd opvallend vaak een parenteraal toegediend progestageen voorgeschreven. Deze verschillen zijn statisch significant (χ 2 : 70,1; p<.001). Tabel 6 voorgeschreven middelen uit groep I en verdeling per woonlocatie combinatie pil oraal progestageen parenteraal progestageen IUD levonorgestrel hysterectomie totaal voorgeschreven (77,7%) 2 (22,3%) (30%) 5 (50%) 2 (20%) (23%) 29 (72%) 2 (5%) (33,3%) 8 (29,7%) 9 (33,3) 0 1 (3,7%) (42,8%) 1 (14,3%) 2 (28,6%) 1 (14,3%) (35%) 9 (15,9%) 28 (49,1%) totaal 44 (29,3%) 59 (39,3%) 45 (30%) 1 (0,7%) 1 (0,7%) totaal aantal deelnemers 11

12 Discussie. Dit eerste onderzoek naar het gebruik van menstruatieregulerende middelen bij verstandelijk gehandicapte vrouwen laat zien dat 50,3% van de vrouwen uit onze onderzoeksgroep een dergelijk middel kreeg voorgeschreven. In de groep vrouwen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijk beperking werd significant vaker (p<.001) een middel gebruikt (64%; 95% betrouwbaarheidsinterval 56,5-71,3%) dan in de groep vrouwen met een lichte of matige verstandelijk beperking (31%; 95% betrouwbaarheidsinterval 23,2-40,1%). De meest genoemde indicaties waren: hygiëneproblemen, hypermenorroe en gedragsproblemen. De indicatie stemmingswisselingen werd significant vaker in de groep vrouwen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijke handicap gesteld dan in de groep vrouwen met een lichte of matige verstandelijke handicap. Opvallend is dat er veel verschillende medicamenten in allerlei doseringen werden voorgeschreven. De middelen die het meest werden voorgeschreven zijn lynestrenol oraal (39,3%) en medroxyprogesteron parenteraal (de prikpil) (30%). In de groep vrouwen met een lichte of matige verstandelijke handicap werd significant vaker een oraal middel met combinatie oestrogeen en progestageen voorgeschreven; vrouwen met een ernstige of zeer ernstige verstandelijke handicap kregen significant vaker de prikpil. Verder bleek dat er significante verschillen waren in voorschriften tussen de verschillende woonlocaties. Het is moeilijk om uit de literatuur gegevens te verkrijgen over het percentage vrouwen uit de algemene bevolking dat een middel gebruikt (oraal, parenteraal, subdermaal, IUD) of een ingreep heeft ondergaan (hysterectomie, endometriumablatie) met als indicatie menstruatieregulatie. Uit recente gegevens van het CBS (2003) blijkt dat 40 % van de Nederlandse vrouwen een oraal anticonceptivum gebruikt en 2 % een spiraal. Den Tonkelaar en Oddens (1996) hebben een representatieve groep van 1300 Nederlandse vrouwen in verschillende leeftijdsgroepen telefonisch geïnterviewd over hun menstruatie en eventueel oraal anticonceptivum (OAC) gebruik. Het percentage vrouwen dat een oraal anticonceptivum gebruikte was 43,6%. Het percentage vrouwen uit deze onderzoeksgroep dat het oraal anticonceptivum uitsluitend gebruikte voor menstruatieproblemen of voor menstruatieproblemen in combinatie met anticonceptie bedroeg: 73.3 % in de groep jaar, 41.8 % in de groep jaar en 63.6 % in de groep jaar. Hieruit kan geconcludeerd worden dat 26,1 % van de Nederlandse vrouwen in 1996 een oraal anticonceptivum onder andere gebruikte voor menstruatieproblemen (3). Onbekend is dan nog hoeveel vrouwen een ander middel gebruiken of een ingreep hebben ondergaan met als doel behandeling van menstruatieproblemen. Gezien de percentages kan wel geconcludeerd worden dat menstruatieproblemen en het gebruik van menstruatieregulerende middelen in de groep verstandelijk gehandicapte vrouwen, vergeleken met de algemene bevolking, veel voorkomt. Uitgesplitst naar niveau van functioneren wordt in de groep licht/matig verstandelijk gehandicapte vrouwen een vergelijkbaar percentage (31%) behandeld met een menstruatie regulerend middel als in de algemene bevolking. De vrouwen met een ernstige tot zeer ernstige verstandelijke handicap worden beduidend vaker behandeld met een dergelijk middel (64%). Uit dezelfde telefonische interviews kon tevens geconcludeerd worden dat 80,5 % van alle menstruerende vrouwen (zowel OAC gebruikers als niet-oac gebruikers) één of meer 12

13 veranderingen in menstruatiepatroon zouden willen, zoals minder pijnlijke menstruaties, kortere menstruaties, minder bloedverlies of totale amenorroe (3). Deze wensen vertonen overeenkomsten met de meest gerapporteerde klachten over de menstruatie door vrouwen uit de algemene bevolking die beschreven worden in andere artikelen namelijk: hypermenorroe, bekkenpijn/pijn in de onderbuik, hoofdpijn, gevoelige borsten, opgeblazen gevoel (9, 10). Meer dan de helft van de vrouwen zou de frequentie van het bloedverlies minder dan één keer per maand willen (3). Het is niet duidelijk uit de literatuur of menstruatiepatronen bij verstandelijk gehandicapte vrouwen wezenlijk verschillen van die van niet verstandelijk gehandicapte vrouwen. Wel zijn er in de groep verstandelijk gehandicapte vrouwen andere factoren aanwijsbaar voor een irregulair patroon, zoals bepaalde syndromen (bijvoorbeeld syndroom van Down, Prader- Willi syndroom, myotone dystrofie) schildklierproblemen, anti-epilepticagebruik, neurolepticagebruik, eetstoornissen en onder/overgewicht (10). Het merendeel (111/150) van de groep vrouwen die in onze onderzoeksgroep een middel gebruikt, is ernstig of zeer ernstig verstandelijk gehandicapt. Dat is de groep die niet in staat is op verbale wijze uiting te geven aan de klachten. Derhalve zullen vaak de ouders/verzorgers van deze vrouwen bij de arts om een middel ter regulering van de menstruatie gevraagd hebben. Dit komt overeen met de literatuur. Daarin wordt gesteld dat het de ouders/verzorgers zijn die met de vraag om menstruatieregulatie dan wel amenorroe komen, in enkele gevallen zelfs al voor de menarche (8,12,13). Hygiëneproblemen werd in onze onderzoeksgroep bij 40,7% als indicatie gesteld. Hygiëneproblemen als indicatie voor ingrijpen wordt vaak genoemd in de literatuur betreffende verstandelijk gehandicapte vrouwen. Tweederde van de ouders van ernstig verstandelijk gehandicapte meisjes heeft problemen met het omgaan met de menstruele hygiëne. Dit leidt nogal eens tot een verzoek om uterusextirpatie (8). In onze onderzoeksgroep werd de indicatie hygiëneproblemen in de groep ernstig/zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen even vaak genoemd als in de groep licht/matig verstandelijk gehandicapte vrouwen. Dit is opvallend, omdat in de literatuur door verschillende onderzoekers wordt gesteld dat vrouwen, al dan niet met specifieke gedragstraining, in staat zouden moeten zijn zichzelf te verzorgen (4,6,8,12). Dit geldt zeker voor vrouwen met een lichte tot matige verstandelijke handicap en soms blijkt het ook te lukken bij ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen. Dit soort training zou de eerste stap in de benadering van hygiëneproblematiek moeten zijn (3). Een andere in de literatuur over verstandelijk gehandicapte vrouwen veel genoemde indicatie is gedragsproblemen. Deze indicatie werd ook in onze onderzoeksgroep veel genoemd. In een Noord-Amerikaanse groep van 522 verstandelijk gehandicapte vrouwen vertoonden 93 (18%) cyclisch gedragsproblemen, zoals agressief gedrag en automutilatie. Vijfenzestig procent van deze 93 vrouwen reageerde positief op behandeling met NSAID s gedurende de menstruatiedagen. Geconcludeerd werd dat de gedragsproblemen in deze groep voor het merendeel veroorzaakt werden door pijn (6). NSAID s geven 20 tot 50% vermindering van het bloedverlies en werken pijnstillend door de prostaglandinesynthese te remmen en daarmee uteruskrampen te verminderen (14). Dit suggereert dat het focus bij gedragsproblemen rond de menstruatie gericht moet zijn op het bestrijden van de pijn en niet zozeer op het beïnvloeden van de menstruatie. De indicatie dysmenorroe werd in ons onderzoek ook gesteld in de groep ernstig tot zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen. Blijkbaar werden er in deze groep, die zich verbaal vaak niet goed kan uiten, wel signalen van pijn gezien of aan de mogelijkheid van pijn gedacht. 13

14 Uit onze onderzoeksgegevens blijkt dat er veel verschillende middelen worden voorgeschreven in allerlei doseringen. Ook werd er een middel gevonden dat niet geregistreerd is voor de indicatie menstruatieregulatie. Tevens is er een significant verschil in de voorgeschreven middelen tussen de locaties. Hieruit kunnen we concluderen dat er geen eenduidigheid in beleid is. Verder valt op dat nieuwere middelen die de laatste jaren op de markt zijn gekomen (zoals levonorgestrel bevattend spiraal, subdermale toedieningvorm van progestageen) en nieuwere ingrepen (zoals endometriumablatie) in onze onderzoeksgroep nauwelijks tot niet worden toegepast. Er kan gediscussieerd worden over de oorzaak hiervan. Mogelijk is er sprake van terughoudendheid of onbekendheid bij de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten danwel de ouders of verzorgers. In ieder geval ontbreekt het in de literatuur aan onderzoeksgegevens over deze middelen bij onze doelgroep. In de literatuur wordt verschillend gedacht over de vormen van behandeling. In de jaren zeventig was het in Australië standaard beleid om bij alle geïnstitutionaliseerde verstandelijk gehandicapte vrouwen te zorgen voor amenorroe middels continu progestageen of chirurgisch ingrijpen (uterusextirpatie) (6). De Australische gynaecoloog Grover stelde in 2002 na prospectief cohortonderzoek tussen 1990 en 1999 bij 107 verstandelijk gehandicapte vrouwen (15 ernstig verstandelijk gehandicapt en 92 matig verstandelijk gehandicapt) dat chirurgisch ingrijpen zelden noodzakelijk is en dat de behandeling van menstruatieproblemen bestaat uit geven van informatie en advies en medicamenteuze behandeling zoals NSAID s, orale anticonceptiva en medroxyprogesteron parenteraal (6). De behandeling is in de meeste gevallen dezelfde als de behandeling van niet verstandelijk gehandicapte vrouwen. Het progestageen bevattend spiraal was nog niet beschikbaar ten tijde van deze studie (6). In 1994 stelden Australische onderzoekers na evaluatie bij zeven verstandelijk gehandicapte vrouwen dat endometriumablatie een goed alternatief is voor uterusextirpatie als medicamenteuze behandeling van hygiëneproblemen onvoldoende effectief blijkt te zijn (15). Amerikaanse onderzoekers stellen in een review uit 2003 dat artsen, ouders en verzorgers van verstandelijk gehandicapte vrouwen op de hoogte moeten zijn van de nieuwste medicamenteuze en chirurgische behandelingen. Zij schrijven dat het progestageen bevattend spiraal voor deze populatie verder onderzocht zou moeten worden (8). Dezelfde onderzoekers stellen dat chirurgische behandeling een vaste plaats heeft in de behandeling van menstruatieproblemen (16). Tijdens het bestuderen van de dossiers viel op dat bij een aantal vrouwen veelvuldig gewisseld was van soort middel of dosering. Ook werd herhaaldelijk overleg gepleegd met gynaecologen als het niet lukte om totale amenorroe te verkrijgen. Deze dossierobservaties en onze onderzoeksresultaten ondersteunen onze hypothese dat het voor de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten lastig is een gefundeerde keuze te maken. Een andere observatie tijdens bestudering van de dossiers was dat bij een aantal vrouwen jarenlang (15-20 jaar) hetzelfde medicamenteuze middel werd voorgeschreven. Ditzelfde feit wordt in de literatuur ook gemeld: verstandelijk gehandicapte vrouwen worden vaak jarenlang met hormonen behandeld als de behandeling op tienerleeftijd is gestart (11). Door de jaren heen kunnen echter het menstruatiepatroon en het klachtenpatroon veranderen, de omgeving van de vrouw kan wijzigen en de mogelijkheden van de vrouw om zichzelf te verzorgen kunnen toenemen. In een onlangs gepubliceerde Cochrane review over de behandeling van hypermenorroe bij 821 vrouwen uit de algemene bevolking luidde de conclusie dat slechts een minderheid van de vrouwen kiest voor jarenlange orale medicamenteuze behandeling, 14

15 vanwege de bijwerkingen. Binnen twee jaar kiest 58% een andere oplossing in de vorm van chirurgie (10). Een ander onderzoek werd uitgevoerd onder 44 vrouwen die behandeld werden voor hypermenorroe, de helft met oraal progestageen en de andere helft met progestageen bevattend spiraal. Slechts 22% van de vrouwen die het oraal progestageen gebruikten, wilde na drie cycli de behandeling voortzetten tegenover 76% van de vrouwen die het hormoonhoudend spiraal gebruikten. De effectiviteit van beide behandelingen was hetzelfde (9). Uit deze literatuurgegevens bij mondige vrouwen, kunnen we ons de vraag stellen of de verstandelijk gehandicapte vrouwen wel altijd de juiste behandeling wordt geboden. Blijkbaar kiezen niet verstandelijk gehandicapte vrouwen er meestal niet voor om langdurig medicatie te gebruiken. Mogelijk is men in de zorg voor verstandelijk gehandicapten te terughoudend met betrekking tot chirurgisch ingrijpen of plaatsen van een spiraal. We moeten ons realiseren dat medicamenteuze therapie bijwerkingen heeft en dat deze moeten worden meegewogen in de keuze van de behandeling (16). Regelmatige evaluatie van de behandeling, de bijwerkingen en het onderzoeken van alternatieven is derhalve zeer gewenst. Orale anticonceptiva verminderen bloedverlies met circa 50%. Bijkomend voordeel is dat het contraceptief werkt, de cyclus reguleert en klachten van dysmenorroe vermindert. Er zijn geen aanwijzingen dat continu doorslikken schadelijk is, wel geeft dat een iets hoger risico op doorbraakbloedingen (14). Er zijn diverse bijwerkingen bekend. Continu progestativa (oraal, intramusculair of subcutaan) geven meestal op den duur amenorroe, maar hebben als nadeel het frequent optreden van irregulair bloedverlies en spotting, vooral in de eerste zes maanden van de behandeling (14). Daarbij kan het toedienen een belasting zijn voor de vrouw. Ook hier kunnen systemisch bijwerkingen optreden. De prikpil is internationaal sinds tientallen jaren de meest voorgeschreven en geaccepteerde methode om in de verstandelijk gehandicapte populatie de menstruatie te onderdrukken (8,13). Dit middel heeft bijwerkingen van betekenis: gewichtstoename, hart- en vaatproblemen door veranderingen in het lipidenprofiel en botdichtheidsverlies (13,16). Hoewel deze bijwerkingen in verschillende literatuuronderzoeken worden genoemd, is opvallend dat de meest recente uitgave van het Farmacotherapeutisch Kompas deze bijwerkingen niet meldt. Over de lange termijneffecten van (langdurig) gebruik van de prikpil zijn geen gegevens bekend (8). De prikpil werd in ons onderzoek het meest voorgeschreven aan ernstig/zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen. De reden hiervan blijft onduidelijk, want deze vrouwen kunnen veelal gewoon slikken. Verder werd de prikpil in wisselende frequentie gegeven: eenmaal per drie maanden, maar ook eenmaal per twee maanden werd gevonden. Het blijkt echter dat vaker dan eenmaal per drie maanden toedienen niet effectiever is om bloedverlies te reduceren, het leidt alleen tot extra gewichtstoename (9). Gianotten en Santbrink hebben onlangs hun zorgen rond de prikpil en menstruatieonderdrukking geuit in onder andere het Tijdschrift voor Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (17). Zij stellen dat de prikpil kan leiden tot osteoporose. Hoewel een aantal onderzoekers de afgelopen jaren een relatie heeft aangetoond tussen het gebruik van de prikpil en tijdelijke afname van de botdichtheid, wordt in zowel de recentste uitgave van het Farmacotherapeutisch Kompas als in de Richtlijn Progestageenanticonceptie (18) niet gemeld dat de prikpil leidt tot een verhoogd risico op osteoporose. Reeds bestaande osteoporose of het gelijktijdig voorkomen van andere risicofactoren voor osteoporose worden niet beschouwd als absolute of relatieve contra-indicaties voor het gebruik van de prikpil (18). Het levonorgestrel bevattend spiraal is bijzonder effectief in het verminderen van bloedverlies tijdens de menstruatie (vaak meer dan 90%). Het heeft zeer geringe systemische bijwerkingen door lage serumspiegels, is een uiterst betrouwbaar anticonceptivum (Pearl Index < 0,2%) en 15

16 heeft een gunstig effect op premenstruele klachten en dysmenorroe. Onder niet verstandelijk gehandicapte vrouwen is het tevredenheidspercentage hoog (14). De tevredenheid over het effect is bij het spiraal net zo groot als na uterusextirpatie (9). Nadeel is dat het plaatsen eens in de vijf jaar een belasting kan betekenen en dat er de eerste maanden irregulair bloedverlies of spotting kan optreden (14). Endometriumablatie is een optie als medicamenteuze behandeling van hypermenorroe heeft gefaald, gecontraïndiceerd is of niet gewenst wordt. De kans op effect is hoger naarmate het menstrueel bloedvolume groter is. Na vijf jaar is 80% van de vrouwen tevreden over de behandeling. Nadeel is dat het gaat om een operatieve procedure onder narcose, dat de behandeling in 16-20% van de gevallen herhaald moet worden en dat het diagnosticeren van endometriumcarcinoom nadien bemoeilijkt is. De ingreep is gecontraïndiceerd wanneer er sprake is van zwangerschapswens; voor effectieve anticonceptie moet worden gezorgd (14). Uterusextirpatie kent een hoog tevredenheidspercentage (95%) in het geval van menorragie mits weloverwogen en na bespreken van alle alternatieven. De operatieve ingreep brengt een herstelperiode met zich mee en kent diverse complicaties waarvan de patiënte en haar vertegenwoordigers op de hoogte moeten zijn (14). Uiteraard leidt de ingreep tot steriliteit. Overigens blijkt uit onderzoek dat van de vrouwen die wegens menorragie op een wachtlijst stonden voor uterusextirpatie, 64% afzag van de ingreep en koos voor het levonorgestrel bevattend spiraal toen hen dat werd aangeboden. Na drie jaar was 48% hierover nog altijd tevreden (14). Omdat er in de (Nederlandse) literatuur geen gegevens waren over menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen, hebben wij getracht de praktijk rondom dit onderwerp in beeld te krijgen. De eerste aanzet was dit dossieronderzoek. Natuurlijk brengt dossieronderzoek naast allerlei gegevens ook beperkingen met zich mee. De indicaties waren vaak in enkele bewoordingen weergegeven, waarbij niet altijd te achterhalen was wat er exact met hygiëneproblemen, gedragsproblemen of stemmingswisselingen werd bedoeld. Verder is niet duidelijk of en hoe er is geobjectiveerd of er werkelijk sprake is van bijvoorbeeld hypermenorroe of onregelmatige menstruatie. Ook is uit deze summiere gegevens niet altijd te achterhalen wie nu een probleem ervoer: de vrouw zelf, de ouders of haar begeleiders. Wij hebben getracht uit het soort voorgeschreven middel het doel van de behandeling te achterhalen. Het doel zoals de voorschrijvend arts dat beoogd had, was echter niet altijd genoteerd in de dossiers. Ook is er door ons niet gekeken naar het effect van de behandeling en hoe de vrouw zelf de menstruatie en de behandeling ervaren heeft. We weten niet hoe de menstruatie van de groep vrouwen is die geen middel gebruikt. Hoe komt het dat bij hen de menstruatie ogenschijnlijk geen problemen geeft? Zijn dit vrouwen die niet of nauwelijks menstrueren, is bij deze vrouwen een eventuele training wel gelukt? We hebben onderzoek gedaan bij twee grote fusie-instellingen, waar de vrouwen op zes verschillende locaties woonden. Ze werden behandeld door elf verschillende artsen en kregen de medicijnen van twee verschillende apotheken. Wij vonden bij dit kleine aantal artsen en woonlocaties al grote verschillen in voorgeschreven middelen. Mogelijk dat deze verschillen als het onderzoek uitgebreid zou worden naar meer instellingen en andere artsen nog groter zouden zijn. Het aandeel ernstig/zeer ernstig verstandelijk gehandicapte vrouwen was in onze onderzoeksgroep aanzienlijk. Dat wordt mede veroorzaakt doordat we gekozen hebben voor vrouwen die voor de eerstelijns zorg naar de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten gaan. Mede hierdoor is de groep niet representatief voor alle verstandelijk gehandicapte vrouwen in Nederland. Ook de leeftijdsopbouw van de onderzoeksgroep komt niet overeen met de leeftijdsopbouw in de algemene bevolking. 16

17 Onze onderzoeksgroep was met 298 vrouwen niet groot. Mogelijk hierdoor was er bij de uitkomst van een aantal statistische berekeningen sprake van een trend en kon statistische significantie niet worden aangetoond. 17

18 Conclusies en aanbevelingen. Voordat we aan dit onderzoek begonnen, hadden we het vermoeden dat het voor de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten lastig zou zijn een gefundeerde keuze te maken voor een aanpak betreffende menstruatieregulatie. De resultaten van dit dossieronderzoek, gecombineerd met de gegevens uit de literatuur bevestigen dit vermoeden. Hoewel de Arts voor Verstandelijk Gehandicapten veelvuldig met vragen rondom de menstruatie te maken krijgt, is er geen eenduidigheid in beleid en biedt de bestaande literatuur onvoldoende houvast. Er is ons inziens behoefte aan een richtlijn voor menstruatiemanagement. Uitgangspunt is dat er gezocht moet worden naar een balans tussen de mogelijkheden van de vrouw en de eisen gesteld aan de verzorger. In deze richtlijn zou aandacht moeten zijn voor de wensen en mogelijkheden van de vrouw. Gynaecologisch ingrijpen, medicamenteus of anderszins, moet gebaseerd zijn op de behoeften van de vrouw zelf. Van belang is om goed te verhelderen wat het menstruatieprobleem behelst en dit duidelijk te verwoorden in het dossier. Gedragsproblemen en stemmingswisselingen in relatie tot de cyclus kunnen veroorzaakt worden door pijn. Adequate pijnbestrijding is in dat geval de eerste stap. Een goede observatie van epilepsieaanvallen en menstruatiecyclus kan een mogelijk verband aantonen en biedt aanknopingspunten voor de behandeling. Als hygiëne het door de omgeving gepresenteerde probleem is, zou in multidisciplinair verband gestart moeten worden met onderzoeken of training van de vrouw tot de mogelijkheden behoort. Zeker bij vrouwen die zich op het toilet kunnen verzorgen, moet training worden aangeboden. Dit vergt een multidisciplinaire aanpak, waarbij de arts voor verstandelijk gehandicapten een coördinerende rol heeft. Goede voorlichting en educatie aan ouders en verzorgers over wat een normaal menstruatiepatroon behelst, is van belang. Als eenmaal een behandeling gestart is, moet deze regelmatig geëvalueerd worden, niet alleen als de behandeling niet het gewenste resultaat geeft, maar ook als dat wel het geval is. Net als vrouwen uit de algemene bevolking zouden ook verstandelijk gehandicapte vrouwen moeten kunnen beschikken over de nieuwere middelen. Bijscholing kan de bekendheid van de arts voor verstandelijk gehandicapten met de nieuwe middelen vergroten. Dit onderzoek is een eerste aanzet om menstruatieregulatie bij verstandelijk gehandicapte vrouwen aan de orde te stellen. De helft van de vrouwen uit onze onderzoeksgroep gebruikt een middel ter regulatie en daarmee verdient dit onderwerp het om in de belangstelling te staan bij de beroepsgroep van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten. De ontwikkeling van een richtlijn menstruatieregulatie is noodzakelijk en dit onderzoek kan daar een bijdrage aan leveren. 18

19 Literatuur 1. Matson RH, Cramer JA. Epilepsia, sex hormones, and antiepileptic drugs. Epilepsia 1985; 26 Suppl 1: S Jansen H, Klahn RJ, Veendrick M. Verstandelijk beperkt en epilepsie. Nationaal Epilepsie Fonds den Tonkelaar I, Oddens BJ. Preferred frequency and characteristics of menstrual bleeding in relation to reproductive status, oral contraceptive use, and hormone replacement therapy use. Contraception 1999; 59 (6): Atkins E, Benner MJ, Dudley J, Grover S, Matthews K, Moore P, Quinlivan J, Walters T. Consensus statement: menstrual and contraceptive management in women with an intellectual disability. Aus N Z Obstet Gynaecol 2003; 43: Kaur H, Butler J, Trumble S. Menstrual mangement and women with an intellectual disability: A guide for GP s. Developmental Disability Unit Monash University Australia 6. Grover SR. Menstrual and contraceptive management in women with an intellectual disability. Med J Aust 2002; 176: Quint EH, Elkins TE, Sorg CA, Kope S. The treatment of cyclical behavioral changes in women with mental disabilities. J. Pediatr Adolesc Gynecol 1999; 12: Paransky OI, Zurawin RK. Management of menstrual problems and contraception in adolescents with mental retardation: a medical, legal, and ethical review with new suggested guidelines. J. Pediatr Adolesc Gynecol 2003 Aug; 16(4): Kaunitz AM. Menstruation: choosing wether... and when. Contraception 2000; 62: Marjoribanks J, Lethaby A, Farquhar C. Surgery versus medical therapy for heavy menstrual bleeding (review). Cohrane Database Syst Rev Apr 19; (2): CD Elisabeth H, Quint MD. The conservative management of abnormal bleeding in teenagers with developmental disabilities. J Pediatr Gynecol 2003;16: Wingfield M, Healy DL, Nicholson A. Gynaecological care for women with intellectual disability. Med J Aust 1994; 160: Dizon CD, Allen LM, Ornstein MP. Menstrual and contraceptive issues among women with developmental delay: retrospective review of cases at the hospital for sick children, Toronto. J Pediatr Adolesc Gynecol 2005; 18: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie. Richtlijn 52: Diagnostiek en behandeling menorragie. 19

20 15. Wingfield M, McClure N, Mamers PM, Weigall DT, Paterson PJ, Healy DL. Endometrial ablation: an option for the management of menstrual problems in the intellectual disabled. Med J Aust 1994; 160: Zurawin RK, Paransky OI. The role of surgical techniques in the treatment of menstrual problems and as contraception in adolescents with disabilities. J. Pediatr Adolesc Gynecol 2003 Feb; 16(1): Gianotten WLI, Santbrink EJP. Zorgen rond de prikpil en menstruatieonderdrukking: oestrogeentekort leidt tot osteoporose. Tijdschrift voor Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten Juni 2005: Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie.Richtlijn 42: Progestageenanticonceptie 20

21 Dankwoord. Dit onderzoeksverslag was niet tot stand gekomen zonder de intensieve begeleiding en het kritisch commentaar van Prof. Dr. H. M. Evenhuis. Dr. C. Penning ondersteunde ons bij het uitvoeren van de statistische analyse. Onze opleiders, Willem van den Boogaard en Hans Verheij, Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten, brainstormden met ons over het onderwerp. Jan Trommelen, Arts voor Verstandelijk Gehandicapten bij Cello dacht enthousiast mee en leverde gegevens aan. De doktersassistentes en apothekersassistentes waren steeds behulpzaam bij het zoeken van dossiers en stelden ruimte en koffie beschikbaar. De AIOS AVG uit groep 2005 en de beide groepsbegeleiders brainstormden mee en leverden kritisch commentaar op het protocol. Jan-Willem Meijer bracht licht in de duisternis als we vastliepen in SPSS of in de details. De directies van Stichting Waalborg en Cello stelden ons in de gelegenheid het onderzoek uit te voeren. Allen heel hartelijk dank! Miriam van Kalmthout en Eline Tiems augustus

Menstruatieregulerende middelen: Regelmatige evaluatie waard!

Menstruatieregulerende middelen: Regelmatige evaluatie waard! Menstruatieregulerende middelen: Regelmatige evaluatie waard! Implementatie van een vragenlijst ter evaluatie van langdurig medicijngebruik met als indicatie menstruatieregulatie tijdens driejaarlijkse

Nadere informatie

Menstruatie bij stollingsproblemen. Marieke Knol Gynaecoloog i.o. Isala Kliniek Zwolle

Menstruatie bij stollingsproblemen. Marieke Knol Gynaecoloog i.o. Isala Kliniek Zwolle Menstruatie bij stollingsproblemen Marieke Knol Gynaecoloog i.o. Isala Kliniek Zwolle 2007-2011: stollingsarts UMCG 3 oktober 2012 Menstruatie Ongesteldheid ut het is weer zover de rode vlag hangt uit

Nadere informatie

Vaginaal bloedverlies

Vaginaal bloedverlies Vaginaal bloedverlies Stellingen 1 Bij onregelmatig bloedverlies doe je altijd een SOA-test. Juist/onjuist 2 Bij doorbraakbloedingen geef je een pil met een hoger oestrogeen gehalte. Juist/onjuist 3 Stoppen

Nadere informatie

Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie

Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie Anticonceptie voor tienermeiden Meisjes en meiden in de gynaecologie Martini ZH 17-11-2011 Nascholing Gynaecologie D.H.Bogchelman O&G UMCG Indeling: adolescent en sexueel gedrag pil als anticonceptivum

Nadere informatie

Anticonceptie, de verschillende methoden

Anticonceptie, de verschillende methoden Anticonceptie, de verschillende methoden Algemeen De keuze voor een bepaalde vorm van anticonceptie wordt gebaseerd op individuele omstandigheden en persoonlijke voorkeur. Iedere methode heeft namelijk

Nadere informatie

ENDOMETRIUMABLATIE De klacht Het doel van de ingreep

ENDOMETRIUMABLATIE De klacht Het doel van de ingreep endometriumablatie 2 ENDOMETRIUMABLATIE De klacht Klachten, die aanleiding kunnen zijn tot het verrichten van een endometriumablatie, zijn overvloedige, eventueel ook pijnlijke menstruaties en zeer onregelmatig

Nadere informatie

over Anticonceptie VOORBEELD

over Anticonceptie VOORBEELD over Anticonceptie ... valt veel te vertellen Bijna de helft van de vrouwen in de vruchtbare leeftijd gebruikt een hormonale anticonceptiemethode. Het merendeel hiervan gebruikt de pil. Deze folder gaat

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Samenvatting Binnen het domein van hart- en vaatziekten is een bypassoperatie de meest uitgevoerde chirurgische ingreep. Omdat bij een hartoperatie het borstbeen wordt doorgesneden en er meestal

Nadere informatie

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN

ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN ANALYSE PATIËNTERVARINGEN ELZ HAAKSBERGEN Dr. C.P. van Linschoten Drs. P. Moorer Definitieve versie 27 oktober 2014 ARGO BV Inhoudsopgave 1. INLEIDING EN VRAAGSTELLING... 3 1.1 Inleiding... 3 1.2 Vraagstelling...

Nadere informatie

Samenvatting en Discussie

Samenvatting en Discussie 101 102 Pregnancy-related thrombosis and fetal loss in women with thrombophilia Samenvatting Zwangerschap en puerperium zijn onafhankelijke risicofactoren voor veneuze trombose. Veneuze trombose is een

Nadere informatie

Menstruatie polikliniek (M-poli)

Menstruatie polikliniek (M-poli) Afdeling: Onderwerp: Gynaecologie Menstruatie polikliniek (M-poli) Menstruatie polikliniek Inleiding In deze folder kunt u lezen wat u van uw bezoek aan de menstruatiepolikliniek kunt verwachten. Wij raden

Nadere informatie

Morning-afterpil VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL

Morning-afterpil VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL Morning-afterpil WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER WEL WANNEER GEEN MORNING-AFTERPIL WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL

Nadere informatie

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding

Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Richtlijn Multidisciplinaire richtlijn Borstvoeding Onderbouwing Conclusies Bij seksueel actieve moeders die exclusief voeden met de borst (dus niet kolven) en amenorroisch zijn, is de kans op zwangerschap

Nadere informatie

WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER NEEM JE DE MORNING-AFTERPIL WAT KAN DE APOTHEKER VOOR JE DOEN HUISARTS GAAN NA GEBRUIK VAN DE

WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER NEEM JE DE MORNING-AFTERPIL WAT KAN DE APOTHEKER VOOR JE DOEN HUISARTS GAAN NA GEBRUIK VAN DE M O R N I N G - A F T E R P I L WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER NEEM JE DE MORNING-AFTERPIL WAT KAN DE APOTHEKER VOOR JE DOEN WANNEER KUNT JE BETER NAAR DE HUISARTS GAAN NA GEBRUIK VAN DE MORNING-AFTERPIL

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking

KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking KWALITEITSRAPPORTAGE PROLAPS vaginale verzakking Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker

Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen. Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker Stoppen met langdurig antipsychoticagebruik voor gedragsproblemen Gerda de Kuijper Arts verstandelijk gehandicapten/senior onderzoeker Congres Focus op onderzoek Utrecht 22 juni 2015 Inhoud presentatie

Nadere informatie

Pre-menstrueel syndroom

Pre-menstrueel syndroom Pre-menstrueel syndroom (PMS) Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Wat is PMS? 1 Bij wie en hoe vaak komt PMS voor? 1 Wat zijn de oorzaken? 2 Welk onderzoek is mogelijk? 2 Is het wel

Nadere informatie

Andere klachten die samenhangen met de menstruatiecyclus zijn:

Andere klachten die samenhangen met de menstruatiecyclus zijn: Menstruatieklachten Er zijn van die dagen dat je niets kunt hebben, dat je snel geïrriteerd bent en moe. Soms heb je ook last van pijnlijke borsten, een opgeblazen gevoel of gewichtstoename. En de meeste

Nadere informatie

WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER WEL EN WANNEER GEEN MORNING-AFTERPIL WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW

WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER WEL EN WANNEER GEEN MORNING-AFTERPIL WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW M O R N I N G - A F T E R P I L WAT IS DE MORNING-AFTERPIL WANNEER WEL EN WANNEER GEEN MORNING-AFTERPIL WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN WWW.APOTHEEK.NL M O R

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom

Premenstrueel syndroom Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS) Inhoudsopgave Inleiding...4 Wat is PMS?...4 Bij wie en hoe vaak komt PMS voor?...5 Wat zijn de oorzaken?...5 Welk onderzoek is mogelijk?...6 Is het wel PMS?...7

Nadere informatie

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de polikliniek Gynaecologie & Verloskunde. U wordt verzocht uw afsprakenkaart mee te nemen.

Op het afgesproken tijdstip meldt u zich op de polikliniek Gynaecologie & Verloskunde. U wordt verzocht uw afsprakenkaart mee te nemen. NOVASURE 1228 Inleiding U komt in aanmerking voor de NovaSure behandeling. Deze behandeling is bedoeld voor vrouwen met te hevig menstrueel bloedverlies, die geen kinderwens meer hebben. Voor de behandeling

Nadere informatie

Stenen en cement. Diagnostiek en behandeling van cyclusstoornissen Kitty van Groeningen Huibertien Oosterlee

Stenen en cement. Diagnostiek en behandeling van cyclusstoornissen Kitty van Groeningen Huibertien Oosterlee Stenen en cement Diagnostiek en behandeling van cyclusstoornissen Kitty van Groeningen Huibertien Oosterlee programma De menstruele cyclus stenen en cement model Onregelmatig bloedverlies Intermenstrueel

Nadere informatie

Hoofdstuk 1. Inleiding.

Hoofdstuk 1. Inleiding. 159 Hoofdstuk 1. Inleiding. Huisartsen beschouwen palliatieve zorg, hoewel het maar een klein deel van hun werk is, als een belangrijke taak. Veel ongeneeslijk zieke patiënten zijn het grootse deel van

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darm Inleiding Zwanger worden als je een chronische ontstekingsziekte van de darm (IBD = inflammatory Bowel disease) hebt zoals de ziekte van Crohn

Nadere informatie

Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS)

Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS) Gynaecologie Premenstrueel syndroom (PMS) Inleiding Deze folder geeft informatie over het premenstrueel syndroom (PMS). Besproken wordt o.a. welke klachten er kunnen zijn, wat de oorzaak hiervan is, en

Nadere informatie

Patiëntenvoorlichting Gynaecologie. Menstruatiespreekuur

Patiëntenvoorlichting Gynaecologie. Menstruatiespreekuur Patiëntenvoorlichting Gynaecologie Menstruatiespreekuur Er is een speciaal gynaecologisch spreekuur voor vrouwen met abnormaal vaginaal bloedverlies of problemen met de menstruatie. Alle onderzoeken om

Nadere informatie

Gynaecologie Het premenstrueel syndroom (PMS)

Gynaecologie Het premenstrueel syndroom (PMS) Gynaecologie Het premenstrueel syndroom (PMS) Inhoud 1. Inleiding 2. Wat is PMS 3. Bij wie en hoe vaak komt PMS voor 4. Wat zijn de oorzaken 5. Welk onderzoek is mogelijk 6. Is het wel PMS 7. Gevolgen

Nadere informatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie Gynaecologie Hevig bloedverlies bij menstruatie Menstruatiepolikliniek U heeft een afspraak op de menstruatiepolikliniek. U bent hier naar verwezen omdat u veel last heeft van vaginaal bloedverlies. In

Nadere informatie

- 172 - Prevention of cognitive decline

- 172 - Prevention of cognitive decline Samenvatting - 172 - Prevention of cognitive decline Het percentage ouderen binnen de totale bevolking stijgt, en ook de gemiddelde levensverwachting is toegenomen. Vanwege deze zogenaamde dubbele vergrijzing

Nadere informatie

premenstrueel syndroom (PMS)

premenstrueel syndroom (PMS) premenstrueel syndroom (PMS) Inhoud 1 Wat is PMS?... 3 2 Bij wie en hoe vaak komt PMS voor?... 3 3 Wat zijn de oorzaken?... 3 4 Welk onderzoek is mogelijk?... 4 5 Is het wel PMS?... 4 6 Gevolgen voor het

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting 200 NEDERLANDSE SAMENVATTING Duizeligheid is een veel voorkomend probleem bij ouderen. Tot 30% van de thuiswonende ouderen van 65 jaar en ouder ervaart enige vorm van duizeligheid.

Nadere informatie

INFORMATIE IMPLANON NXT. 3 jaar onbezorgde anticonceptie. 3 jaar onbezorgde anticonceptie

INFORMATIE IMPLANON NXT. 3 jaar onbezorgde anticonceptie. 3 jaar onbezorgde anticonceptie INFORMATIE IMPLANON NXT Inhoud Introductie 3 Eigenschappen 4 Werking 6 Inbrengen 8 Het juiste startmoment 10 Menstruatie 13 Betrouwbaarheid 14 Introductie Je hebt gekozen voor IMPLANON NXT. Dit is een

Nadere informatie

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL

2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 2011D04279 LIJST VAN VRAGEN TOTAAL 1 De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) noemt het opvallend dat het aantal abortussen vanaf 20 weken is toegenomen en veronderstelt dat dit verband houdt met de

Nadere informatie

Informatiebrief MIRA-onderzoek: MIRena-spiraal versus endometriumablatie in de behandeling van hevig menstrueel bloedverlies

Informatiebrief MIRA-onderzoek: MIRena-spiraal versus endometriumablatie in de behandeling van hevig menstrueel bloedverlies Informatiebrief MIRA-onderzoek: MIRena-spiraal versus endometriumablatie in de behandeling van hevig menstrueel bloedverlies Geachte mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Anticonceptiemiddelen met oestrogeen en progestageen

Anticonceptiemiddelen met oestrogeen en progestageen Ik wil anticonceptie gaan gebruiken Samenvatting Een anticonceptiemiddel (voorbehoedmiddel) beschermt u tegen zwangerschap. Anticonceptiemiddelen verschillen in werking, gebruik, betrouwbaarheid en bijwerkingen.

Nadere informatie

Thema: "Overgankelijkheden" D.H. Bogchelman. 10 november 2012

Thema: Overgankelijkheden D.H. Bogchelman. 10 november 2012 Thema: "Overgankelijkheden" 10 november 2012 D.H. Bogchelman Inleiding Wat is de overgang? Wat gebeurt er in de overgang? Verschijnselen van de overgang Hoe behandelen we overgangsklachten? Wat zijn de

Nadere informatie

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN

INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN INTERLINE GYNAECOLOGIE 2014 januari 2014 ACHTERGRONDEN BIJ DE CASUSSCHETSEN INCLUSIEF LEERDOELEN EN STELLINGEN Inleiding Deze Interline gaat over de volgende werkafspraken: - Subfertiliteit (herzien) -

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Premenstrueel syndroom (PMS)

Patiënteninformatie. Premenstrueel syndroom (PMS) Premenstrueel syndroom (PMS) Patiënteninformatie Premenstrueel syndroom (PMS) Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 Wat is PMS 3 Bij wie en hoe vaak komt PMS voor 4 Wat zijn de oorzaken 5 Welk onderzoek is mogelijk

Nadere informatie

In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen.

In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen. Het spiraaltje 2 Inleiding In overleg met uw huisarts/gynaecoloog heeft u besloten een spiraaltje te laten plaatsen. Een spiraaltje is een kunststof ankertje (24 tot 36 mm lang) dat in de baarmoeder wordt

Nadere informatie

Menstruatiepijn VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL

Menstruatiepijn VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL Menstruatiepijn WAT IS MENSTRUATIEPIJN WAT KUNT U ZELF DOEN WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN WANNEER KUNT U BETER NAAR UW HUISARTS GAAN VRIJ VERKRIJGBARE MEDICIJNEN VRAAG OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL

Nadere informatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie

Hevig bloedverlies bij menstruatie Hevig bloedverlies bij menstruatie Afdeling gynaecologie en verloskunde Vooraf Niet iedereen staat hetzelfde tegenover hevig bloedverlies tijdens de menstruatie. Voor de ene vrouw zal hevig bloedverlies

Nadere informatie

Informatiebrief GRAFITI-studie

Informatiebrief GRAFITI-studie Informatiebrief GRAFITI-studie Titel van het onderzoek GRAFITI-studie: onderzoek naar de groei van agressieve fibromatose. Geachte heer/mevrouw, Wij vragen u vriendelijk om mee te doen aan een medisch-wetenschappelijk

Nadere informatie

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis

Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Samenvatting Het voorkomen van geneesmiddel gerelateerde problemen bij oudere patiënten met polyfarmacie ontslagen uit het ziekenhuis Hoofdstuk 1 bevat de algemene inleiding van dit proefschrift. Dit hoofdstuk

Nadere informatie

PATIËNTEN INFORMATIE. Anticonceptie

PATIËNTEN INFORMATIE. Anticonceptie PATIËNTEN INFORMATIE Anticonceptie In het kort Een anticonceptiemiddel (voorbehoedmiddel) beschermt u tegen zwangerschap als u seks heeft en niet zwanger wilt worden. Anticonceptiemiddelen verschillen

Nadere informatie

Antwoord op veelvoorkomende vragen

Antwoord op veelvoorkomende vragen Antwoord op veelvoorkomende vragen De vragen Hoe werkt de pil? Welke soorten zijn er? Hoe betrouwbaar is de pil? Hoe kom ik aan de pil? Wat moet ik weten als ik de pil voor het eerst slik? Is de pilcontrole

Nadere informatie

NovaSure behandeling. Gynaecologie. alle aandacht

NovaSure behandeling. Gynaecologie. alle aandacht NovaSure behandeling Gynaecologie alle aandacht NovaSure behandeling Inleiding Vrouwen met (hevig/onregelmatig) menstrueel bloedverlies, die geen kinderwens (meer) hebben, komen voor deze behandeling in

Nadere informatie

Hysteroscopie. Inleiding

Hysteroscopie. Inleiding Hysteroscopie Inleiding Deze brochure geeft informatie over een hysteroscopie. Hierin staat waarvoor dit onderzoek dient en wat u van dit onderzoek kunt verwachten. De in deze brochure vermelde informatie

Nadere informatie

Menstruatiepijn, Dysmenorrhoe

Menstruatiepijn, Dysmenorrhoe Menstruatiepijn, Dysmenorrhoe Wat is het? Sommige vrouwen hebben pijn vlak voor en tijdens de menstruatie. Meestal gaat het om steken en krampen in de onderbuik. Vaak trekt de pijn ook naar de rug of de

Nadere informatie

Drie jaar niet meer aan mijn anticonceptie denken.

Drie jaar niet meer aan mijn anticonceptie denken. I N F O R M A T I E Drie jaar niet meer aan mijn anticonceptie denken. 3 jaar onbezorgde anticonceptie Inhoud Introductie Introductie............................................ 3 Eigenschappen........................................

Nadere informatie

NVAVG Standaard. Cyclusregulatie bij vrouwen met een verstandelijke beperking

NVAVG Standaard. Cyclusregulatie bij vrouwen met een verstandelijke beperking NVAVG Standaard Cyclusregulatie bij vrouwen met een verstandelijke beperking November 2013 1 1. INTRODUCTIE EN LEESWIJZER Aanleiding Bij vrouwen met een verstandelijke beperking kan om diverse redenen

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2

Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 179 In dit proefschrift werden de resultaten beschreven van studies die zijn verricht bij volwassen vrouwen met symptomen van bekkenbodem dysfunctie. Deze symptomen komen frequent voor en kunnen de kwaliteit

Nadere informatie

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey

Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey Farmacotherapeutisch bijblijven: Algemeen literatuuroverzicht en recente literatuur 18/05/2016 Sylvie Rottey 1. Safer Prescribing A Trial of Education, Informatics, and Financial Incentives - Context:

Nadere informatie

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik

ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik ANTICONCEPTIEKEUZE Achtergronden en uitkomsten van anticonceptiegebruik Charles Picavet, Linda van der Leest en Cecile Wijsen Rutgers Nisso Groep, mei 2008 Achtergrond Hoewel er veel verschillende anticonceptiemethoden

Nadere informatie

Het belang van begeleiding

Het belang van begeleiding Het belang van begeleiding Langdurig zieke werknemers 9 en 18 maanden na ziekmelding vergeleken Lone von Meyenfeldt Philip de Jong Carlien Schrijvershof Dit onderzoek is financieel mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Anticonceptiepil VRAGEN OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL

Anticonceptiepil VRAGEN OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL Anticonceptiepil VEEL VOORKOMENDE VRAGEN VOORDAT U DE PIL GAAT GEBRUIKEN VEEL VOORKOMENDE VRAGEN ALS U DE PIL AL GEBRUIKT WAT KAN UW APOTHEKER VOOR U DOEN VRAGEN OVER UW MEDICIJNEN? WWW.APOTHEEK.NL ANTICONCEPTIEPIL

Nadere informatie

GYNAECOLOGIE. Hevig bloedverlies bij menstruatie

GYNAECOLOGIE. Hevig bloedverlies bij menstruatie GYNAECOLOGIE Hevig bloedverlies bij menstruatie Hevig bloedverlies bij menstruatie In deze folder leest u meer over hevig bloedverlies tijdens de menstruatie. We bespreken de mogelijke oorzaken en u leest

Nadere informatie

De Overgang: een opvlieger waard?

De Overgang: een opvlieger waard? De Overgang: een opvlieger waard? Cécile Romans Huisarts Neerbeek Kaderarts Urogynaecologie Definitie n Menopauze: laatste bloeding n Climacterium/peri-menopauze/overgang: fase met symptomen van dalend

Nadere informatie

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING

Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie PATIËNTENVOORLICHTING NVOG Nederlandse Vereniging voor PATIËNTENVOORLICHTING Premenstrueel syndroom (PMS) No 16 1999 NVOG Het copyright en de verantwoordelijkheid voor deze brochure berusten bij de Nederlandse Vereniging voor

Nadere informatie

Folder premenstrueel syndroom Concept augustus 2014 Ellen Nijkamp, Clasien van der Houwen Gebaseerd op richtlijn premenstrueel syndroom 2012

Folder premenstrueel syndroom Concept augustus 2014 Ellen Nijkamp, Clasien van der Houwen Gebaseerd op richtlijn premenstrueel syndroom 2012 Folder premenstrueel syndroom Concept augustus 2014 Ellen Nijkamp, Clasien van der Houwen Gebaseerd op richtlijn premenstrueel syndroom 2012 Premenstrueel syndroom Vrouwen met PMS hebben lichamelijk en/of

Nadere informatie

Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3 Bijsluiter gebruik astma (kinderen) indicatoren in de huisartsenpraktijk Fenna Schouten f.schouten@nhg.org 09-02-2017 Versie 3 Inhoud Overzicht van de indicatoren... 2 Populatie... 2 Monitoring... 2 Beschrijving

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS)

Premenstrueel syndroom (PMS) Premenstrueel syndroom (PMS) Deze folder geeft informatie over het premenstrueel syndroom (PMS). Besproken wordt o.a. welke klachten er kunnen zijn, wat de oorzaak hiervan is, en welk onderzoek mogelijk

Nadere informatie

premenstrueel syndroom (PMS)

premenstrueel syndroom (PMS) premenstrueel syndroom (PMS) 2 Inhoud Inleiding 4 1 Wat is PMS 4 2 Bij wie en hoe vaak komt PMS voor 4 3 Wat zijn de oorzaken 4 4 Welk onderzoek is mogelijk 5 5 Is het wel PMS 6 6 Gevolgen voor het dagelijks

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 vaginale verzakking Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2

Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2 Minder zwangerschappen met de T-Safe spiraal 1, 2 1 Geneesmiddelen Bulletin november 2008; jaargang 42, nummer 11 2 Cochrane Database of Systematic Reviews 2007, Issue 4. Art. No.: CD005347. DOI: 10.1002/14651858.CD005347.pub3.

Nadere informatie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie

KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie KWALITEITSRAPPORTAGE 2016 stressincontinentie Bij Bergman Clinics besteden we veel aandacht aan het meten van de resultaten van onze behandelingen. Deze informatie is voor ons belangrijk om van te leren

Nadere informatie

Samenvatting Samenvatting

Samenvatting Samenvatting Samenvatting Jaarlijks doen vele jeugdigen met een lichte verstandelijke beperking In Nederland een beroep op de hulpverlening. Een aanmerkelijk aantal van hen krijgt deze hulp van een LVG-instituut.

Nadere informatie

Ik wil anticonceptie gaan gebruiken. Poli Gynaecologie

Ik wil anticonceptie gaan gebruiken. Poli Gynaecologie 00 Ik wil anticonceptie gaan gebruiken Poli Gynaecologie Wat is anticonceptie? Een anticonceptiemiddel (of voorbehoedmiddel) voorkomt dat een zwangerschap ontstaat. Bijvoorbeeld door te voorkomen dat er

Nadere informatie

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen

Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Zwangerschap bij chronische ontstekingsziekten van de darmen Inhoudsopgave Klik op het onderwerp om verder te lezen. Zwangerschap 2 Erfelijkheid 2 Vruchtbaarheid 2 Invloed chronische darmziekte op de zwangerschap

Nadere informatie

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen

Onderwijsmateriaal voor toetsgroepen 1. Toelichting op het onderwijsmateriaal 1 Dit onderwijsmateriaal is gebaseerd op de NHGStandaard M71 van mei 2012 Van geen enkel medicament is aangetoond dat dit effectief zou zijn bij de behandeling

Nadere informatie

DISCLOSURE ADENOMYOSE BEHANDELING VAN A TOT Z ADENOMYOSE ADENOMYOSE ADENOMYOSE FIGO: ABNORMAL UTERINE BLEEDING

DISCLOSURE ADENOMYOSE BEHANDELING VAN A TOT Z ADENOMYOSE ADENOMYOSE ADENOMYOSE FIGO: ABNORMAL UTERINE BLEEDING DISCLOSURE VAN A TOT Z Grant Celonova / Boston Scientific: QUESTA studie SYMPOSIUM 24-04-2017 Wouter Hehenkamp Gynaecoloog VUmc FIGO: ABNORMAL UTERINE BLEEDING Kinderwens? Tevens myomen? Endometriose?

Nadere informatie

INFORMATIE IMPLANON NXT. 3 jaar onbezorgde anticonceptie. 3 jaar onbezorgde anticonceptie

INFORMATIE IMPLANON NXT. 3 jaar onbezorgde anticonceptie. 3 jaar onbezorgde anticonceptie INFORMATIE IMPLANON NXT Inhoud Introductie 3 Eigenschappen 4 Werking 6 Inbrengen 8 Het juiste startmoment 10 Menstruatie 13 Betrouwbaarheid 14 Bijwerkingen 15 Veilig vrijen 15 Combinatie met andere geneesmiddelen

Nadere informatie

Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013

Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013 Jaar 1 - LEVENSEINDEKLINIEK 28 februari 2013 Per 1 maart 2013 bestaat de Levenseindekliniek 1 jaar. In deze rapportage wordt daarom gekeken naar het volledige eerste jaar Levenseindekliniek. De bijzonderheden

Nadere informatie

Essay Kwaliteitsproject in het kader van de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG)

Essay Kwaliteitsproject in het kader van de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) Health Watch - Goede zorg voor genetische syndromen Essay Kwaliteitsproject in het kader van de opleiding tot Arts voor Verstandelijk Gehandicapten (AVG) Saskia de Klein AIOS AVG jaar 3 Opleidingsjaar:

Nadere informatie

Informatie Novasurebehandeling

Informatie Novasurebehandeling Informatie Novasurebehandeling Gynaecologie alle aandacht U heeft een afspraak voor een poliklinische Novasurebehandeling op...dag...... om...uur. U meldt zich bij de informatiebalie in de centrale hal,

Nadere informatie

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken:

Wanneer mag men Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg niet gebruiken? U mag Fem7 niet gebruiken: BIJSLUITER FEM7 50µg/ FEM7 75µg / FEM7 100µg (14-05-2001) blz. 1 Bijsluiter Fem7 50µg / Fem7 75µg / Fem7 100µg Informatie voor de gebruikster Samenstelling Fem7 50µg, Fem7 75µg en Fem7 100µg zijn pleisters

Nadere informatie

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen

hoofdstuk 1 doelstellingen hoofdstuk 2 diagnosen Dit proefschrift gaat over moeheid bij mensen die dit als belangrijkste klacht presenteren tijdens een bezoek aan de huisarts. In hoofdstuk 1 wordt het onderwerp moeheid in de huisartspraktijk kort geïntroduceerd,

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kinderen met astma die daar regelmatig klachten van hebben, krijgen vaak het advies van een arts om dagelijks medicijnen te gebruiken. Die medicijnen zijn meestal corticosteroïden

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS)

Premenstrueel syndroom (PMS) Premenstrueel syndroom (PMS) INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 2. Wat is PMS? 3. Bij wie en hoe vaak komt PMS voor? 4. Wat zijn de oorzaken? 5. Welk onderzoek is mogelijk? 6. Is het wel PMS? 7. Gevolgen voor

Nadere informatie

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011

Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 2010-2011 Feitenkaart Van Klacht Naar Kracht deelnemersresultaten april 010-011 In september 007 is de uitvoering van het Rotterdamse leefstijlprogramma Van Klacht naar Kracht gestart. Het doel van het programma

Nadere informatie

STERILISATIE VAN DE VROUW

STERILISATIE VAN DE VROUW STERILISATIE VAN DE VROUW 17971 Inleiding In deze folder wordt de sterilisatie bij de vrouw besproken. Hierbij komen verschillende aspecten van de sterilisatie aan bod. Uw gynaecoloog zal een aantal van

Nadere informatie

Voorbehoedsmiddelen. Wat voel je? Tampons of maandverband?

Voorbehoedsmiddelen. Wat voel je? Tampons of maandverband? Wat is het? Om te kunnen begrijpen wat ongesteld zijn precies is moet je eerst weten welke lichaamsdelen hierbij een rol spelen. Meisjes hebben 2 eierstokken, 2 eileiders, een baarmoeder en een vagina

Nadere informatie

Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning.

Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning. Klinische verloskunde in het dokter J.H.Jansenziekenhuis te Emmeloord: een verkenning. C.J. Dekker, huisarts te Urk. Februari 2003. Inleiding De haalbaarheid van een klinische afdeling gynaecologie-verloskunde

Nadere informatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie

De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Samenvatting 163 De behandeling van lage rugpijn met ruggordels en medicatie Lage rugpijn is een veelvuldig voorkomend probleem in geïndustrialiseerde landen. De kans dat iemand gedurende zijn leven een

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/20865 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Stegeman, Berendina Hendrika (Bernardine) Title: Hormonal contraceptives and venous

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS)

Premenstrueel syndroom (PMS) Premenstrueel syndroom (PMS) Deze folder geeft informatie over het premenstrueel syndroom (PMS). Besproken wordt o.a. welke klachten er kunnen zijn, wat de oorzaak hiervan is, en welk onderzoek mogelijk

Nadere informatie

Samenvatting. Samenvatting

Samenvatting. Samenvatting amenvatting Het aantal mensen met dementie neemt toe. De huisarts speelt een sleutelrol in het (h)erkennen van signalen die op dementie kunnen wijzen en hiermee in het stellen van de diagnose dementie,

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS)

Premenstrueel syndroom (PMS) Premenstrueel syndroom (PMS) Deze folder geeft informatie over het premenstrueel syndroom (PMS). Besproken wordt o.a. welke klachten er kunnen zijn, wat de oorzaak hiervan is, en welk onderzoek mogelijk

Nadere informatie

(1) en methoden met alleen progestageen

(1) en methoden met alleen progestageen Hormonale anticonceptie: combinatiepreparaten (1) en methoden met alleen progestageen (2) Inleiding Dit document is een afgeleid product van de NHG-Standaard Anticonceptie en bevat alleen informatie over

Nadere informatie

Gynaecologie Thermachoice

Gynaecologie Thermachoice Gynaecologie Thermachoice Overmatig bloedverlies Een op de vijf vrouwen heeft last van overmatig bloedverlies tijdens de menstruatie. Dit wordt ook wel menorrhagie genoemd. In de meeste gevallen wordt

Nadere informatie

Anticonceptie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl

Anticonceptie. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl Anticonceptie Informatie voor patiënten F0713-3102 oktober 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44

Nadere informatie

1. Het bevorderen van de eisprong met Clomid

1. Het bevorderen van de eisprong met Clomid Ovulatie-inductie U heeft diverse onderzoeken ondergaan in verband met vruchtbaarheidsproblematiek. Uw behandelend gynaecoloog heeft u geadviseerd een behandeling te starten met medicijnen. Het is tot

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS) Poli Gynaecologie

Premenstrueel syndroom (PMS) Poli Gynaecologie 00 Premenstrueel syndroom (PMS) Poli Gynaecologie Inleiding Vrouwen met Premenstrueel syndroom (PMS) hebben lichamelijke en/of psychische klachten die enkele dagen tot 2 weken voor de menstruatie beginnen.

Nadere informatie

Hevig bloedverlies bij de menstruatie

Hevig bloedverlies bij de menstruatie Hevig bloedverlies bij de menstruatie 2 Dit boekje geeft informatie over hevig bloedverlies bij de menstruatie en bespreekt oorzaken, onderzoek en behandelmogelijkheden. Wat is hevig bloedverlies en hoe

Nadere informatie

Premenstrueel syndroom (PMS)

Premenstrueel syndroom (PMS) Afdeling: Onderwerp: Gynaecologie Inleiding Deze folder geeft informatie over het premenstrueel syndroom (PMS). Besproken wordt o.a. welke klachten er kunnen zijn, wat de oorzaak hiervan is, en welk onderzoek

Nadere informatie

Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed. Prof. dr. G.G.M. Essed en prof. dr. J. Van Damme. Dr. S. Bartholomeeusen en prof. dr. J.

Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed. Prof. dr. G.G.M. Essed en prof. dr. J. Van Damme. Dr. S. Bartholomeeusen en prof. dr. J. XI I Algemene beschouwingen 1 Anatomie en fysiologie van de voortplantingsorganen....................... 3 Dr. P.X.J.M. Bouckaert en prof. dr. G.G.M. Essed 1.1 Inleiding.............................................................................

Nadere informatie

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke

Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed beke 107 Veel vrouwen gebruiken medicijnen tijdens hun zwangerschap. Van veel van deze medicijnen zijn de mogelijke teratogene effecten vaak nog niet goed bekend. Onderzoek naar welke medicijnen gebruikt worden

Nadere informatie

Menstruatiespreekuur. Gynaecologie. alle aandacht

Menstruatiespreekuur. Gynaecologie. alle aandacht Menstruatiespreekuur Gynaecologie alle aandacht Menstruatiespreekuur Westfriesgasthuis Menstruatiespreekuur Er is een speciaal gynaecologisch spreekuur voor vrouwen met abnormaal vaginaal bloedverlies

Nadere informatie

REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding

REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding REFLUXSCREENINGSLIJST: ontwikkeling & (implementatie) kwaliteitsproject AVG-opleiding Hester van der Laan aios AVG Amarant Tilburg 1 Inleiding: Kwaliteit is inmiddels een vast onderdeel van beleid in zorginstellingen,

Nadere informatie

Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober 2016. Triumeq. Starten met. Patiënteninformatie

Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober 2016. Triumeq. Starten met. Patiënteninformatie Prod. oktober 2014, NL/TRIM/0001/14, Exp. oktober 2016 Starten met Triumeq Patiënteninformatie Vooraf U krijgt deze folder omdat u Triumeq gaat gebruiken om hiv te remmen. In deze folder vindt u de belangrijkste

Nadere informatie