Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg"

Transcriptie

1 VWS Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2002/084 van A., kinderarts, wonende te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, raadsman mr. B. Sluijters, advocaat te s-gravenhage, tegen C. en D., beiden wonende te E., verweerders in hoger beroep, klagers in eerste aanleg, raadsman mr. M. Zwagerman, advocaat te Amsterdam. 1. Verloop van de procedure Verweerders in beroep hierna te noemen klagers hebben op 8 september 2000 bij het Regionaal Tuchtcollege te s-gravenhage tegen appellant hierna te noemen de arts een klacht ingediend. Bij beslissing van 26 februari 2002 onder nummer 00 O 122a heeft dat College de klacht deels gegrond verklaard en de arts de maatregel van waarschuwing opgelegd. De arts is van die beslissing tijdig in hoger beroep gekomen. Klagers hebben een verweerschrift in beroep ingediend. In aanvulling op zijn beroepschrift heeft de arts bij brief van 22 augustus 2002 een deskundigenrapport d.d. 16 juli 2002 van F., als kinderarts verbonden aan het G.-ziekenhuis te H., overgelegd. De door het Centraal Tuchtcollege uitgenodigde deskundige I., als kinderarts-infectioloog verbonden aan het J. te K., heeft naar aanleiding van de hem door het College en klagers voorgelegde vragen op 31 juli 2003 schriftelijk rapport uitgebracht. De arts heeft geen vragen aan I. gesteld. De zaak is in hoger beroep behandeld ter openbare terechtzitting van het Centraal Tuchtcollege van 30 maart 2004, waar zijn verschenen klagers, bijgestaan door mr. Zwagerman en de arts, bijgestaan door mr. Sluijters. Als deskundige van het Centraal Tuchtcollege is gehoord, I. Ter zitting heeft de arts nog een brief d.d. 30 maart 2004 van F. aan het Centraal Tuchtcollege overgelegd. Beide raadslieden hebben een pleitnota voorgedragen en aan het Centraal Tuchtcollege overgelegd. 2. Beslissing in eerste aanleg Het Regionaal Tuchtcollege heeft de in eerste aanleg door klagers aan de arts gemaakte verwijten en het standpunt van de arts als volgt omschreven: 2. De klacht Op 5 december 1998 kreeg de zoon van klagers, L., plotseling last van hoge koorts en braken. De geraadpleegde waarnemend huisarts vatte de klachten niet ernstig op. De volgende dag was het voor klagers lastig een waarnemend arts te bereiken. Uiteindelijk werd L. onderzocht door een andere dan de hiervoor genoemde waarnemend huisarts. Hij kon geen duidelijke focus vinden. De dag daarop onderzocht een andere huisarts het kind met hetzelfde resultaat. Klagers hebben zich op dinsdag 8 december gewend tot het M.- Kinderziekenhuis. Aldaar heeft de arts klagers onaangenaam bejegend omdat zij geen verwijsbrief hadden van de huisarts. L. werd eerst onderzocht door een arts-assistent, waarna de arts L. onderzocht. De arts heeft de diagnose van een luchtweginfectie gesteld en de ouders medegedeeld dat als de klachten de volgende dag nog niet over zouden zijn, zij zich konden vervoegen bij de eigen huisarts. Er is geen vervolgafspraak in het ziekenhuis gemaakt. Klagers hebben zich de volgende dag tot hun huisarts N. gewend, die hen na L. onderzocht te hebben direct doorverwees naar het M.-Kinderziekenhuis. Aldaar werd hij onderzocht door de arts-assistent O. Er werd besloten L. ter observatie in het ziekenhuis te houden. De arts heeft L. die dag onderzocht. Vroeg in de ochtend van donderdag 10 december 1998 kreeg L. een ernstige convulsie. Op dat moment werd een liquorpunctie uitgevoerd. Daaruit bleek een ernstig vermoeden van meningitis. Rond uur werd met antibiotica gestart. Daarna verslechterde de toestand van L. snel. Na reanimatie van een hartstilstand is hij overgebracht naar het P. De arts reed met de ambulance mee. Kort na aankomst in het P. overleed L. Klagers verwijten de arts dat hij in de kwaliteit van de verleende zorg tekort is geschoten. Ten tweede klagen zij over de bejegening door de arts van klagers. De arts heeft zich op 8 december ten onrechte beperkt tot een lichamelijk onderzoek, terwijl hij gelet op de toestand van L. diverse onderzoeken, waaronder een liquorpunctie, had moeten uitvoeren. L. had ter observatie opgenomen moeten worden. Toen de arts besloot L. heen te zenden, heeft hij geen duidelijke vervolgafspraak gemaakt met klagers. De ernst van de toestand van L. noopte daar wel toe. Na de opname op 9 december waren de laboratoriumuitslagen dusdanig dat de arts had moeten beslissen direct antibiotica toe te dienen. Tenslotte was de bejegening door de arts van klagers tijdens de diverse contacten bits, geïrriteerd en onaangenaam. Ook verwijten klagers de arts dat hij nadat L. in het P. was opgenomen, direct is weggegaan. 3. Het standpunt van de arts Nadat op dinsdag 8 december 1998 de arts klagers te woord had gestaan, heeft een arts-assistent L. onderzocht. Bij dat onderzoek werd geen nekstijfheid geconstateerd. De arts heeft daarna met de ouders gesproken en zelf lichamelijk onderzoek verricht. Ook de arts constateerde geen nekstijfheid. De arts zag een koortsig, doch niet bedreigd ziek kind met rood trommelvlies doch geen duidelijke otitis media acuta. Er was geen meningeale prikkeling, noch waren er tekenen van pneumonie of overige afwijkingen waarneembaar. De arts kwam na dat onderzoek tot de conclusie dat sprake was van een virale bovenste luchtweginfectie (welke aandoening op dat moment veelvuldig voorkwam). De arts heeft klagers geadviseerd om de klachten nog een dag aan te zien en daarna zo nodig contact op te nemen met de huisarts. De arts is van mening dat er op dat moment geen reden bestond om verder onderzoek te doen en dat het geïndiceerd was klagers naar huis te sturen en het nog een dag aan te zien. Hij heeft met hen een duidelijke afspraak gemaakt dat zij naar de huisarts kon- Uit: Staatscourant 15 juni 2004, nr. 111 / pag. 13 1

2 den gaan, indien L. de daaropvolgende dag nog ziek zou zijn. De volgende dag heeft de arts-assistent O. L. uitvoerig en zorgvuldig onderzocht. Zij vond geen aanwijzing voor een meningeale prikkeling. O. heeft na overleg met haar supervisor de kinderarts Q. (die L. persoonlijk ook heeft onderzocht) besloten tot een opname. Er was sprake van een koorts zonder focus. Enige tijd later (en derhalve niet zoals klagers stellen direct na het lichamelijk onderzoek) waren de laboratoriumuitslagen beschikbaar. Daaruit bleek slechts een afwijkende CRP-waarde. Op grond daarvan werd besloten tot het maken van een thoraxfoto en een bloedkweek. De foto liet geen afwijkingen zien. Op donderdag 10 december 1998 was de arts vanaf uur bij de behandeling van L. betrokken. De arts heeft zich tot het uiterste ingespannen het leven van L. te redden, doch is daarin helaas niet geslaagd. De arts heeft klagers niet onheus of geïrriteerd bejegend. Toen hij L. aan de kinderarts in het P. had overgedragen, is hij met de ambulance mee terug gereden naar E. Dit lag ook in de rede omdat daar zijn spreekuur wachtte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft aan zijn beslissing de volgende overwegingen ten grondslag gelegd. 4. De beoordeling Het College is van oordeel dat het door de arts op 8 december 1998 gevoerde beleid ten aanzien van de behandeling van de zoon van klagers niet juist is geweest. Uit de door de arts aan de huisarts geschreven brief, alsmede uit de status, blijkt dat het kind suf en tachypnoisch was. Op basis van die indicaties, alsmede de hoge aanhoudende koorts bij L., had de arts moeten beslissen om bloed te prikken en een thoraxfoto te maken. Op basis van de uitslagen van deze onderzoeken had vastgesteld kunnen worden of er sprake was van meer dan slechts een luchtweginfectie. Het College gaat er daarbij vanuit dat de arts L. dan zou hebben opgenomen. Het College acht dit onderdeel van de klacht gegrond. Tussen partijen is niet in geschil dat de arts klagers heeft gezegd hun huisarts te benaderen wanneer L. s toestand niet beter zou worden. Uit de aantekeningen in de status volgt dat ook is gezegd dat zij dan weer met het ziekenhuis contact konden opnemen. Klagers ontkennen dit laatste. Het College kan in deze geen verwijt aan de arts maken, nu zijn advies hoe dan ook geen bezwaar ontmoet. Vervolgens komt de vraag aan de orde of de arts op 9 december niet terstond antibiotica had moeten voorschrijven, toen hij in de loop van de middag L. onder zijn hoede kreeg. Op dit punt bestaat er in medische kring geen eenstemmigheid. Sommigen bepleiten de toediening van antibiotica, anderen nemen een terughoudender standpunt in. Bij deze stand van zaken kan de arts alleen een verwijt worden gemaakt indien de toestand van L. zodanig was dat gezegd moet worden dat een redelijk bekwaam kinderarts zonder meer tot toediening van antibiotica zou zijn over gegaan. Dit laatste is naar het oordeel van het College niet het geval. Het College wil hier wel nog het navolgende aan toevoegen. De arts was ervan op de hoogte dat L. al een aantal dagen hogere koorts had. Er was nog geen duidelijk beeld van de oorzaak daarvan. Bij die stand van zaken had naar het oordeel van het College meer inhoud moeten worden gegeven aan de zorg met betrekking tot het bevorderen van een behoorlijke bewaking van de toestand van L. De opvolgende kinderarts had nadrukkelijk moeten zijn ingelicht en zijn gevraagd bijzondere aandacht aan L. te besteden. Dit was temeer geboden waar L. nog geen antibiotica waren toegediend. De arts heeft ter zitting medegedeeld in de toekomst niet anders te zullen handelen dan het geval is geweest. Het College kan zich daar niet mee verenigen. Het is van oordeel dat de arts wat betreft zijn handelen op 9 december op dit punt een verwijt moet worden gemaakt. Het is het College niet gebleken dat de arts klagers onheus heeft bejegend. De arts heeft de stellingen van klagers betwist en er bestaat geen aanleiding om aan het door klagers gestelde meer waarde te hechten dan aan hetgeen door de arts is aangevoerd. Dat de arts, nadat hij L. in het P. aan de kinderarts had overgedragen, niet langer is blijven wachten om te zien hoe diens toestand zich zou ontwikkelen, acht het College begrijpelijk. De arts kon op dat moment niets meer doen en had bovendien spreekuur in het ziekenhuis in E. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat hij niet met de ambulance mee had mogen teruggaan. Een en ander leidt tot de conclusie dat de klacht gedeeltelijk gegrond is. Het College zal de arts in verband daarmee de na te noemen maatregel opleggen. Het komt het College, op gronden, aan het algemeen belang ontleend, gewenst voor deze beslissing een ruimere bekendheid te geven. Daarom zal worden bepaald dat de beslissing met weglating van namen, voornamen en woonplaatsen van de in de beslissing genoemde personen alsmede van daarin voorkomende andere gegevens die omtrent deze personen een aanwijzing bevatten, zal worden gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant en zal worden aangeboden ter publicatie aan de redacties van na te noemen tijdschriften. 3. Vaststaande feiten en omstandigheden Voor de beoordeling van het hoger beroep gaat het Centraal Tuchtcollege uit van de volgende feiten en omstandigheden. L., zoon van klagers, is geboren op 22 september 1997 en overleden op 10 december Op zaterdag 5 december 1998 kreeg L. omstreeks uur hoge koorts en rillingen. Om uur is de doktersdienst gebeld. De dienstdoende waarnemend huisarts heeft telefonisch geadviseerd om L. paracetamol te geven. Later die avond braakte L. een aantal malen, ook als hij at en/of dronk. Omstreeks uur hebben klagers nogmaals telefonisch contact gezocht met de doktersdienst. In de nacht van 5 op 6 december 1998 bleef de temperatuur van L. ondanks toediening van paracetamol 39.8 o C. De volgende dag, zondag 6 december 1998, hebben klagers, omdat de eigen huisarts geen dienst had en de waarnemend huisarts niet bereikbaar bleek, contact gezocht met de huisarts van klager sub 2, die adviseerde het nog een dag aan te zien en de volgende dag de eigen huisarts te raadplegen. Vanwege de verslechterende situatie (L. bleef braken, nam nauwelijks vocht in en maakte een apathische indruk) hebben klagers later die dag weer contact gezocht met een huisarts. Deze heeft L. omstreeks uur onderzocht en geadviseerd te stoppen met paracetamol en het drinken van melk; hij schreef neusdruppels voor. In de ochtend van maandag 7 december 1998 was de temperatuur van L o C. Na vochtopname volgde steeds een braakreactie. Een voor de eigen huisarts van klager waarnemend huisarts heeft L. lichamelijk onder- Uit: Staatscourant 15 juni 2004, nr. 111 / pag. 13 2

3 zocht maar kon geen focus voor de koorts vinden. Wegens afwezigheid van de eigen huisarts en de situatie van L. hebben klagers op dinsdag 8 december 1998 besloten om, zonder verwijzing, met L. naar het M.-Kinderziekenhuis te gaan. In dat ziekenhuis geldt de vaste, in overleg met de huisartsen tot stand gekomen regel, dat patiënten die zonder verwijzing, c.q. buiten de huisarts om het ziekenhuis bezoeken gezien worden door een kinderarts om te beoordelen of er sprake is van een patiënt die acute behandeling behoeft. L. is eerst onderzocht door een artsassistent en omstreeks uur is hij gezien door de arts. Op de poliklinische status heeft de arts geschreven dat de temperatuur van L o C bedroeg. De arts heeft verklaard dat hij de temperatuur niet zelf heeft opgenomen maar dat hij die waarde heeft overgenomen van een bord waarop deze per kamer en per patiënt door de verpleging wordt genoteerd alsmede dat de vermelding in de status dat er geen sprake was van dyspneu, steunen en vleugelen afkomstig is uit door hem zelf verricht onderzoek. De arts heeft L. op meningeale prikkeling onderzocht en vastgesteld dat er geen sprake was van nekstijfheid. De arts heeft klager geadviseerd om het beloop nog een dag aan te zien. In het verslag aan de huisarts heeft de arts vermeld: Probleem: koorts Anamnese: sinds vijf dagen toenemende koorts, met hoesten, en wat slijm uit neus Lichamelijk onderzoek : suffe vermoeide jongen, geen meningeale prikkeling. Over de longen VAG, geen bijgeluiden, tachypnoisch (± 50/min) Conclusie: bovenste luchtweginfectie met koorts Behandeling/advies: nog 1 dag aanzien, bij persisterende klachten naar huisarts wij adviseerden de ouders zich tot u te wenden voor verdere behandeling er werd geen nieuwe afspraak gemaakt. Op woensdag 9 december hebben klagers bij L. een ochtendtemperatuur gemeten van 40.8 o C en daarop contact gelegd met de eigen huisarts. Deze heeft L. toen direct verwezen naar het M.-Kinderziekenhuis. Na aankomst in het ziekenhuis omstreeks uur is L. onderzocht door arts-assistent mevrouw O. Omstreeks uur is bloed- en urineonderzoek uitgevoerd. In de status staat op onder meer vermeld: Sinds ziek koorts, De koorts houdt aan, 39 en 40 graden C veel gespuugd, op 8-12 eenmaal gebraakt. 100 ml. melk en limonade gedronken, plast weinig, eet nauwelijks. Bij lichamelijk onderzoek staat vermeld: ziek kind, bleek, temp Rood trommelvlies links, vaag grijs/rood trommelvlies rechts. Beslagen tong. Rode tonsillen. De evaluatie luidde: Jongen van 1 jaar en 3 maanden, 5 dagen ziek, hoge koorts. Aanvullend onderzoek: Hb 6.0, leuco s 14.9x10E/I, 8% staven, 73% segmenten, 14% lymfo s. CAP > 100, Na 135 mmol/l, K 4.5 mmol/l, glucose 10.5 mmol/l. Ureum: eiwit +, ketonen 3+, stampvol kristallen. In de conclusie van de brief gestuurd naar de huisarts op 9 december 1998 staat als conclusie vermeld: Koorts zonder focus, eventueel bacteriemie. Opname ter observatie. Bloedkweek ingezet. Omstreeks uur hebben de behandelend artsen besloten om L. ter observatie op te nemen. Omstreeks uur die dag heeft de arts, die door de behandelend artsen ter assistentie was geroepen, bij L. een infuus aangelegd. De arts was niet eerder op de hoogte van de opname van L. die dag. In het verpleegrapport staat onder andere geschreven: 9/12 L. werd om uur opgenomen ivm sufheid, hoge koorts en het niet willen eten en drinken. L. ziet bleek en maakt geen contact met ouders en met mij kreeg infuus. Bloedkweken worden afgenomen. Moeder roomt in. Na een ernstige convulsie in de ochtend van 10 december 1998 is L. in coma geraakt. Om uur die ochtend is met antibiotica gestart. Nadat de dienstdoende neuroloog had vastgesteld dat er sprake was van een diep coma, hebben de behandeld artsen besloten om L. over te brengen naar het P. De arts is met klagers in de ambulance meegereden naar het P. Na aankomst is de arts weer teruggekeerd. Omstreeks uur die dag is L. overleden. 4. Procedure in hoger beroep 4.1. De arts heeft in beroep het volgende aangevoerd: Het Regionaal Tuchtcollege heeft ten onrechte overwogen, dat het beleid op 8 december 1998 niet juist is geweest omdat de arts op basis van de toenmalige gegevens (suf en tachypnoisch) had moeten beslissen om bloed te prikken en een thoraxfoto te maken. Volgens de arts was L. niet suf in de zin van met een verlaagd bewustzijn. Hij was weliswaar hangerig en koortsig maar goed aanspreekbaar en alert. Juist is dat er sprake was van een tachypnoe maar tekenen van dyspnoe (neusvleugelen, steunen, auscultatoire afwijkingen over de longen) ontbraken daarbij. Er was daarom geen indicatie om aan pneumonie te denken, waarvoor een thoraxfoto geïndiceerd zou zijn. L. was een jong kind met koorts zonder focus. Zeker in 1998 was er geen consensus onder kinderartsen over het te voeren beleid ten aanzien van kinderen met koorts zonder focus. Op grond van de symptomen was het naar de mening van de arts zeker verantwoord de waarschijnlijkheid van een onschuldige virale infectie zo hoog te achten dat het beloop nog een dag kon worden aangezien. Bovendien is, aldus de arts, anders dan het Regionaal Tuchtcollege overweegt aannemelijk dat als het bloedonderzoek wel was verricht ook dan beslist zou zijn om L. niet op te nemen en af te wachten. Ten onrechte heeft het Regionaal Tuchtcollege de arts verwijten gemaakt over de overdracht. Deze verwijten zijn niet duidelijk en niet terecht. Er was op de middag van 9 december 1998 geen sprake van overdracht door de arts aan een andere kinderarts omdat de arts zelf toen de opvolgend arts was van de artsen die L. die dag hadden opgenomen. Indien wordt gedoeld op de overdracht van de arts aan de dienstdoende kinderarts-achterwacht die op 9 december 1998 s avonds dienst had, stelt de arts zich op het standpunt dat hij L. behoorlijk heeft overgedragen De arts wijst erop dat F. in haar rapport concludeert dat het voorspellen van een ernstige bacteriële infectie bij het jonge kind met koorts zonder focus een moeilijk probleem is. Volgens F. bestaat anno 1998 over het beleid bij kinderen met koorts zonder focus geen consensus en was op grond van het ontbreken van alarmsignalen uit anamnese en de niet zeer jonge leeftijd van de patiënt een afwachtend beleid, ook voor wat betreft aanvullend bloedonderzoek, gerechtvaardigd. Daarbij moeten ouders geïnstrueerd Uit: Staatscourant 15 juni 2004, nr. 111 / pag. 13 3

4 worden bij wijziging van de klachten opnieuw contact op te nemen met de arts en moet een herbeoordeling na 24 uur worden afgesproken. Volgens F. was de werkhypothese bij L. dat hij een occulte bacteriemie ontwikkelde ergens in de loop van het ziektebeeld waaruit meningitis ontstond, die op de avond van de 5e ziektedag werd gediagnosticeerd. Op de 4e ziektedag waren er volgens F. geen aanwijzingen voor meningitis. De richtlijnen uit de Amerikaanse literatuur suggereren om bij koorts boven 39º bij een niet toxisch ziek kind leukocyten te bepalen en een vervolgafspraak na uur te maken. Bij leuco s boven /mm 3 een bloedkweek te doen en empirisch antibiotica te geven. Op de dag van opname had L. een leukocytengetal van /mm 3. Reëel is aan te nemen dat dit de dag tevoren lager was. Volgens de Amerikaanse richtlijnen zou men dan afwachten en de patiënt na 1-2 dagen herbeoordelen, aldus F Klagers hebben gemotiveerd verweer gevoerd met conclusie het beroep te verwerpen. Volgens klagers was L. op 8 december 1998 allesbehalve aanspreekbaar en alert. Hij had die dag voor de vierde dag op een rij hoge koorts, was suf en vermoeid en had een hoge ademhalingsfrequentie. Ook had hij bij vochten voedselopname aldoor gebraakt. Deze factoren hadden de arts aanleiding moeten geven tot het uitvoeren van bloed- en urineonderzoek. Ten onrechte houdt de arts staande dat het bloed/urineonderzoek op 8 december 1998 niet geïndiceerd was. Niet mag worden vergeten dat het onderzoek van de arts die dag als een tweedelijnsbeoordeling moet worden gezien. De arts heeft zich beperkt tot een eerstelijnsonderzoek terwijl hij over de mogelijkheden beschikte om door middel van laboratorium- en nader beeldvormend onderzoek de focus te traceren, zo stellen klagers. Volgens klagers betreft de door de arts genoemde ontbrekende consensus vooral de categorie kinderen met koorts zonder focus waarbij geen klinische alarmsignalen zoals aanhoudende koorts, tachypneu en een ernstige mate van ziek zijn aanwezig zijn, terwijl die alarmsignalen er bij L. wel waren Klagers wijzen erop dat zij in de deskundigenrapportage van F. niet zijn gekend en dus niet weten welke vragen aan F. zijn voorgelegd en welke stukken hem zijn gepresenteerd. Aan haar oordeel kan slechts geringe bewijswaarde worden gehecht, aldus klagers, omdat F. zich baseert op onjuiste gegevens. Zo gaat F. er ten onrechte van uit dat L. voorafgaande aan het consult van 8 december slechts éénmaal had gebraakt en dat L. niet suf was. Van zowel het een als het ander blijkt het tegendeel uit het medisch dossier. F. gaat er voorts van uit dat er bij L. geen klinische alarmsignalen aanwezig waren. Anders dan F. stelt is het volgens klagers niet waarschijnlijk dat het resultaat van een bloed/urineonderzoek op 8 december 1998 geen alarmsignalen zou hebben opgeleverd. Het CRP gehalte zou zeer waarschijnlijk hoger zijn geweest dan 40 en ook het leukocytengehalte zou tot ingrijpen hebben genoopt. De resultaten van het onderzoek van 9 december 1998 wijzen op een langere periode van aanhoudende koorts (veel kristallen, eiwitten, een te hoog glucosegehalte en een slechte zuurstofsaturatie). F. gaat volgens klagers ook uit van een onjuiste lichaamstemperatuur op 8 december Volgens klagers was die temperatuur toen, anders dan de waarde van 39,6 o C die in de status staat vermeld, 40,9 o C. Deze temperatuur is gemeten in de wachtkamer. Klagers voeren voorts aan dat, wanneer er van wordt uitgegaan, zoals F. stelt, in de Verenigde Staten bij een leukocytengehalte van /mm 3 een bloedkweek wordt gedaan en met antibiotica wordt gestart, het op 9 december 1998 bij L. vastgestelde leukocytengehalte, rekening houdend met de gebruikelijke afwijking van 10%, op de Amerikaanse ondergrens uitkomt. Klagers stellen voorts dat de arts op 9 december 1998 op grond van het klinisch beeld van L. en na het bekend worden van de onderzoeksresultaten meteen tot toedienen van antibiotica had moeten besluiten. Ook had de arts op die dag in de visie van klagers moeten zorgen zowel voor adequate instructies voor zijn opvolger als voor nauwgezette controle en bewaking van de gezondheidstoestand van L. Uit het medisch dossier blijkt niet dat dit is gebeurd. Beoordeling 4.5. Het Regionaal Tuchtcollege heeft het onderdeel van de klacht dat ziet op de bejegening van klagers door de arts tijdens de diverse contacten en het vertrek van de arts na aankomst per ambulance in het P. niet gegrond bevonden. Van die beslissing zijn klagers bij hun verweerschrift niet in beroep gekomen. Daarom kan het Centraal Tuchtcollege dit onderdeel van de klacht, dat klagers wel aan de orde hebben gesteld ter zitting van het Centraal Tuchtcollege, niet meer in de behandeling van de zaak in hoger beroep betrekken Klagers hebben ter zitting hun klacht nog uitgebreid met verwijten aan de arts over onvolledige rapportage en het vermelden van een onjuiste diagnose in de verwijsbrief aan het P. Deze klachtonderdelen worden evenwel als te laat ingesteld verder buiten beschouwing gelaten I. schrijft in zijn rapport van oordeel te zijn dat bij L. op 8 december 1998 nader onderzoek in de zin van laboratoriumonderzoek en onderzoek van de liquor cerebrospinalis had moeten plaatsvinden. Of met antibiotica gestart had moeten worden en L. had moeten worden opgenomen in het ziekenhuis hing af van de resultaten van dat aanvullend onderzoek. De toegenomen klachten, zoals hogere koorts, apathie en wegvallen en een mededeling van de verwijzende huisarts dat L. reageerde bij het optillen van de onderrug alsmede de uitkomsten van het laboratoriumonderzoek hadden volgens I. op 9 december aanleiding moeten zijn om de diagnose te heroverwegen en een oorzaak voor de klachten en verschijnselen te zoeken. Voorts had een en ander aanleiding moeten zijn om een lumbaalonderzoek van de liquor cerebrospinalis te doen en met antibiotica te starten na bloed, urine en liquor afgenomen te hebben. I. heeft ter zitting aangegeven dat hij, waar hij in zijn rapportage schrijft dat er op 8 december sprake is van hoge koorts, met hoesten en veel slijm in de neus sedert vijf dagen, dit heeft overgenomen van de poliklinische status van de arts. Dat er op 5 december voor het eerst hoge koorts is gemeten en dat 8 december dus de vierde koortsdag is leidt volgens de deskundige niet tot een andere conclusie, omdat met name relevant is dat er gedurende meerdere dagen sprake is van aanhoudende en toenemende koorts. Uit: Staatscourant 15 juni 2004, nr. 111 / pag. 13 4

5 4.8. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft de conclusies van I. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege heeft de arts op 8 december 1998 te zeer gevaren op de uitkomst van lichamelijk onderzoek en heeft de arts niet alleen nagelaten om de bevindingen uit de anamnese van de ouders afdoende bij zijn overwegingen te betrekken maar is hij ook voorbijgegaan het gegeven van de frequentie van de ademhaling (> 50) en de hartslag (ongeveer 200). Die gegevens hadden de arts naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege moeten alarmeren over de toestand van L. en hadden hem moeten doen besluiten om, ondanks de uitkomst van het lichamelijk onderzoek, adequaat aanvullend laboratorium onderzoek te laten verrichten om de oorzaak van de hoge koorts te achterhalen. Dit moet de arts tuchtrechtelijk verweten worden Op 9 december 1998 heeft de arts L. omstreeks uur gezien, toen hij werd ingeschakeld om een infuus bij L. aan te brengen. De arts was niet eerder op de hoogte gesteld van L. s opname. Om uur waren de uitslagen van de eerder op die dag uitgevoerde laboratoriumonderzoeken bekend en de arts heeft aangegeven dat hij van die gegevens kennis heeft genomen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat de arts, temeer nu hij daags tevoren ook bij de behandeling van L. was betrokken, zich op basis van de toename van de ernst van het ziek-zijn (niet en slecht reagerend kind, aanhoudende koorts) en de afwijkende laboratoriumwaarden had moeten realiseren dat bij L. mogelijk sprake was van een ernstige bacteriële infectie. Dit had vervolgens voor de arts aanleiding moeten zijn om onmiddellijk te starten met toediening van antibiotica en om een lumbaalpunctie te doen. Een afwachtend beleid was toen niet meer gerechtvaardigd. Dat de arts een en ander heeft nagelaten moet hem ook tuchtrechtelijk worden verweten De arts heeft aangevoerd dat er bij lichamelijk onderzoek steeds geen sprake was van meningeale prikkeling. Het Centraal Tuchtcollege wijst er in dat verband op dat meningitis bij een jong ziek kind niet noodzakelijk nekstijfheid meebrengt. Gelet op de toestand van L., zoals deze ook wordt beschreven in het verpleegrapport had de arts bovendien niet mogen uitsluiten dat L. geen tekenen van nekstijfheid vertoonde omdat hij hiervoor gewoon te ziek was Al het voorgaande leidt tot de conclusie dat het beroep van de arts moet worden verworpen. Om redenen aan het algemeen belang ontleend zal de beslissing ingevolge artikel 71 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden bekendgemaakt. In het licht daarvan is er geen aanleiding om de bestreden uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege te publiceren zoals door dat College is bepaald. De beslissing van het Regionaal Tuchtcollege zal op dat punt derhalve worden vernietigd. 5. Beslissing Het Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg: vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege te s- Gravenhage alleen voorzover daarbij publicatie van de beslissing is bepaald; verwerpt het beroep voor het overige; bepaalt dat deze beslissing op de voet van artikel 71 Wet BIG zal worden bekendgemaakt in de Nederlandse Staatscourant, en zal worden aangeboden aan het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Medisch Contact met het verzoek tot plaatsing. Deze beslissing is gegeven in Raadkamer door: mr. A.P.M. Houtman, voorzitter; mr. H.S. Pruiksma, mr. E.J. van Sandick, leden-juristen; prof. dr. P.J.J. Sauer, prof. dr. H.J.M. Völker-Dieben, ledenberoepsgenoten; mr. C.M.J. Wuisman- Jansen, secretaris en uitgesproken ter openbare zitting van 10 juni 2004, door mr. C.L. de Vries Lentsch- Kostense, in tegenwoordigheid van de secretaris. De voorzitter. De secretaris. Uit: Staatscourant 15 juni 2004, nr. 111 / pag. 13 5

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B.

2006/111 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/111 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E C2017.142 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2017.142 van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, tegen C., specialist

Nadere informatie

2006/108 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/108 van: 1. A., 2. B.

2006/108 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/108 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE C2010.295 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer C2010.295 van: , wonende te , appellant, klager in eerste aanleg, gemachtigde: R. Melchers,

Nadere informatie

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., arts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2013-2374b ECLI:NL:TGZRSGR:2014:114 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-2374b Datum uitspraak: 25 november 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen over en beslist op de op 9 augustus 2012 ingekomen klacht van G2012/87 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2012/87 Rep. nr. G2012/87 26 februari 2013 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 21 juli 2006 binnengekomen klacht van: A beiden wonende te B klagers gemachtigde C

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.389 t/m c2016.425 ECLI:NL:TGZCTG:2017:137 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.389 t/m c2016.425 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor

Nadere informatie

STAATSCOURANT. Nr. 16321. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg

STAATSCOURANT. Nr. 16321. Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg. 1. Verloop van de procedure. 2. Beslissing in eerste aanleg STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 16321 12 september 2011 Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Nr. C2010.297 Beslissing in de zaak onder

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2018-026c ECLI:NL:TGZRSGR:2018:196 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2018-026c Datum uitspraak: 11 december 2018 Het Regionaal Tuchtcollege voor de

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG GP2013/13 ECLI:NL:TGZRGRO:2014:22 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: GP2013/13 Rep.nr. GP2013/13 8 juli 2014 Def. 068 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2015-079 ECLI:NL:TGZRSGR:2016:21 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2015-079 Datum uitspraak: 1 maart 2016 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de klacht van: 1. A, in zijn hoedanigheid van hoofdinspecteur voor de geestelijke Gezondheidszorg

Nadere informatie

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak

Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: Klager vindt dat de huisarts zijn klachten niet serieus heeft genomen, hem verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en heeft geweigerd

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.059 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.059 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer

Nadere informatie

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Niet-ontvankelijkheid klager. Al eerder over feiten geoordeeld. Tijdsverloop van acht

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2015.244 ECLI:NL:TGZCTG:2016:184 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2015.244 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

voor de Gezondheidszorg

voor de Gezondheidszorg c2013.346 ECLI:NL:TGZCTG:2014:321 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.346 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 057/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2018:110 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 057/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 7 juni 2018 naar aanleiding

Nadere informatie

2006/109 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/109 van: 1. A., 2. B.

2006/109 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2006/109 van: 1. A., 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A., 2. B., beiden wonende te C., appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigden: D. en E.,

Nadere informatie

STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID

STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID \) I ", STAATSTOEZICHT OP DE VOLKSGEZONDHEID Inspectie voor de Ge%ondheidszorg -_ y,,-"'*...,... eo_.' I \'" I.. '::t '.- 1---------------------,----------.'" werkgebied zuidoost vestiging voor Noord-Brabant

Nadere informatie

Beslissing in de zaak onder nummer C van:

Beslissing in de zaak onder nummer C van: c2013.473 ECLI:NL:TGZCTG:2014:300 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2013.473 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2362 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Tijdig beroep op ontbindende voorwaarde? Klager/koper deed op de dag dat het financieringsbeding

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 oktober 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C verpleegkundige

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2016:1333 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 12-04-2016 Datum publicatie 14-04-2016 Zaaknummer Formele relaties Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.180.180/01

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 maart 2007 binnengekomen klacht van: A, verblijvende te B, k l a g e r,

Nadere informatie

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van A, wonende te B, k l a g e r -tegen- C, huisarts te D, gemachtigde: mr. L.

Nadere informatie

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK

Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. UITSPRAAK 107912 - Beroep tegen berisping is gegrond omdat het plichtsverzuim niet ernstig genoeg is. in het geding tussen: UITSPRAAK mevrouw A, wonende te C, appellante, hierna te noemen A, gemachtigde: mevrouw

Nadere informatie

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van ACCOUNTANTSKAMER BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van mr. X, wonende en kantoorhoudende te [plaats1], K L A G E R,

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.486 ECLI:NL:TGZCTG:2017:220 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.486 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam,

C, tandarts, werkzaam te B, bijgestaan door mr. L. Neuschäfer-Greebe, verbonden aan DAS Rechtsbijstand te Amsterdam, 272/2012 ECLI:NL:TGZRZWO:2013:47 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 272/2012 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 1 november 2013 naar aanleiding

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het college heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 20 oktober 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2018.203 ECLI:NL:TGZCTG:2018:329 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2018.203 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar. In het kader van het uit elkaar gaan van klager en zijn partner moet de gemeenschappelijke woning getaxeerd

Nadere informatie

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld.

Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Waardebepaling tegen de zin van een van de twee opdrachtgevers gemeld. Klaagster en haar partner gaan uit elkaar. In dat kader moet de gezamenlijke woning worden verkocht. Als na geruime tijd geen verkoop

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 27 november 2007 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C huisarts

Nadere informatie

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM

12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM 12-53 RvT Utrecht RAAD VAN TOEZICHT TE UTRECHT VAN NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM Gedeeltelijk onvoldoende belangenbehartiging bij verkoop. Geen onderzoek gedaan naar bijzondere

Nadere informatie

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B.

2008/017 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/017 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, verweerster in het incidenteel beroep, klaagster in eerste aanleg,

Nadere informatie

2007/119 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/119 van: A., neuroloog, wonende en

2007/119 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/119 van: A., neuroloog, wonende en C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., neuroloog, wonende en werkzaam te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, raadsman mr. E.J.

Nadere informatie

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder.

heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. HOF VAN DISCIPLINE No. 4516 ------------ HET HOF VAN DISCIPLINE heeft de volgende beslissing gegeven naar aanleiding van het hoger beroep van verweerder. Bij beslissing van 6 februari 2006 heeft de Raad

Nadere informatie

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster

SAMENVATTING ADVIES. A, moeder van B, leerling VMBO klas 3kbad van het C te D, wonende te D, verzoeker, hierna te noemen klaagster 102472 SAMENVATTING Klacht tegen coördinator onderbouw met betrekking tot bejegening leerling VO Klaagster klaagt dat de coördinator onderbouw VMBO haar zoon zou hebben vernederd en emotioneel zou hebben

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen G2010/51 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: G2010/51 Rep.nr. G 2010/51 6 december 2011 Def. 159 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Rep.nr. G2008/29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 24 april 2008 binnengekomen klacht van: MEVROUW A, wonende te

Nadere informatie

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B.

2008/115 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/115 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellant, klager in eerste aanleg, tegen C., bedrijfsarts, werkzaam te D., verweerder

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 11/2408 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onvoldoende inzicht in gedachtegang bij taxatie. Bezwaar tegen kostenveroordeling bij

Nadere informatie

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde.

De heer S., aangesloten makelaar, verbonden aan [naam makelaarskantoor], [adres] beklaagde. Taxatie. Onjuiste Taxatiewaarde. Belangenbehartiging opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn (ex-)echtgenote hebben beklaagde in het kader van hun echtscheiding gevraagd hun woning te taxeren.

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/453 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:36 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/453 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

2008/222 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/222 van: A., internist, wonende te

2008/222 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/222 van: A., internist, wonende te C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., internist, wonende te B., appellant, verweerder in eerste aanleg, gemachtigde: mr. C.W.M. Verberne,

Nadere informatie

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde,

K MAKELAARSKANTOOR O.G. B.V.,kantoorhoudende te G, beklaagde, Mandeligheid van buitenmuur. Informatie aan kopende collega-makelaar over juridisch geschil met de buren. Tijdsverloop voor indienen van klacht. Beklaagde is belast met de verkoop van een woning. Aan de

Nadere informatie

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ 16.053Tb Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ Het College van Toezicht, hierna te noemen: het College, heeft in de onderhavige zaak beraadslaagd

Nadere informatie

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van:

Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van: Datum uitspraak: 9 januari 2009 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te 's-gravenhage heeft de navolgende beslissing gegeven inzake de klacht van: A, wonende te B, klager, tegen: C, neuroloog,

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R.

De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van: W. makelaar, aangesloten bij de NVM, kantoorhoudende te R. 10-513 RvT Zwolle DE RAAD VAN TOEZICHT ZWOLLE VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS IN ONROERENDE GOEDEREN NVM. -------------------------------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B.

2007/173 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2007/173 van: A., wonende te B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: A., wonende te B., appellante, klaagster in eerste aanleg, gemachtigde: de heer C. te D., tegen E.,

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 27-11-2012 Datum publicatie 16-08-2013 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie 200.096.974-01 NOT Civiel

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2017/320 ECLI:NL:TGZRAMS:2018:29 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2017/320 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG AMSTERDAM Beslissing naar

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 13 november 2006 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s t e

Nadere informatie

DE PROCEDURE DE FEITEN

DE PROCEDURE DE FEITEN Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak januari 2013 Kern: te late doorverwijzing bij verhoogde ASAT en ALAT waarden Klager verwijt de huisarts dat hij hem te laat heeft doorverwezen

Nadere informatie

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard,

A, verblijvende te B, bijgestaan door mr. A.R. van Dolder, advocaat te Heerhugowaard, REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing van 4 september 2008 naar aanleiding van de op 29 augustus 2006 bij het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Eindhoven ingekomen en vervolgens naar

Nadere informatie

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : 2013/129 Zaaknummer : 2013/129 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 13 november 2013 Partijen : Appellante tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden : Bindend negatief studieadvies, finale geschillenbeslechting,

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3069

ECLI:NL:CRVB:2014:3069 ECLI:NL:CRVB:2014:3069 Instantie Datum uitspraak 10-09-2014 Datum publicatie 22-09-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 13-371 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. CR 12/2424 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM. Onderhandelingsperikelen. Onjuiste beeldvorming over positie veroorzaakt. Vertrouwen

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 52 d.d. 14 juli 2009 (mr R.J. Verschoof, voorzitter, mr drs M.L. Hendrikse en mr M.M. Mendel) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

VETERINAIR BEROEPSCOLLEGE

VETERINAIR BEROEPSCOLLEGE VB 1999-10 ECLI:NL:TDIVBC:2000:1 VETERINAIR BEROEPSCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: VB 1999-10 V E T E R I N A I R B E R O E P S C O L L E G E Dossiernummer: VB 99/10 Uitspraak in de zaak

Nadere informatie

Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN Uitspraak: 26 januari 2010 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 23 december 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071

ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 ECLI:NL:CRVB:2009:BJ1071 Instantie Datum uitspraak 04-06-2009 Datum publicatie 01-07-2009 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 07-5093 WWB Bestuursrecht

Nadere informatie

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011 CR 10/2355 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM 16 FEBRUARI 2011 Onjuiste samenstelling raad van toezicht. Oud en nieuw Reglement Tuchtrechtspraak

Nadere informatie

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES

Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. ADVIES 107920 - Klacht over discriminatie leerling. Er zijn geen feiten aangevoerd die discriminatie doen vermoeden. inzake de klacht van: de heer en mevrouw A, klagers tegen ADVIES mevrouw B, directeur, en mevrouw

Nadere informatie

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE

SAMENVATTING. 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; BVE SAMENVATTING 105871/105939 - Beroep (2) tegen schorsing als ordemaatregel en verlenging schorsing; Gelet op de mogelijke onregelmatigheden in leerlingdossiers bestond er op zichzelf voldoende reden voor

Nadere informatie

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden.

Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. 18-24 RvT Amsterdam 200 BELANGENBEHARTIGING OPDRACHTGEVER Echtscheiding, perikelen bij. Onvoldoende overleg opdrachtgever. Ongepast optreden. Klager en zijn ex-partner zijn door de voorzieningenrechter

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2016.154 ECLI:NL:TGZCTG:2017:160 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2016.154 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2013-259 ECLI:NL:TGZRSGR:2014:86 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2013-259 Datum uitspraak: 12 augustus 2014 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179

ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 ECLI:NL:CRVB:2012:BV0179 Instantie Datum uitspraak 04-01-2012 Datum publicatie 05-01-2012 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 10-4246 WMO Bestuursrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:3289

ECLI:NL:CRVB:2014:3289 ECLI:NL:CRVB:2014:3289 Instantie Datum uitspraak 26-09-2014 Datum publicatie 14-10-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-3044 WIA Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

2008/193 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/193 van: 1. A. en 2. B.

2008/193 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/193 van: 1. A. en 2. B. C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer van: 1. A. en 2. B., wonende te C,, appellanten, klagers in eerste aanleg, gemachtigde mr. A.M.H. van

Nadere informatie

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. 1408 Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen. Het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen, hierna te noemen het College, heeft het

Nadere informatie

: ASR Schadeverzekering N.V. h.o.d.n. Europeesche Verzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar

: ASR Schadeverzekering N.V. h.o.d.n. Europeesche Verzekering Maatschappij N.V., gevestigd te Utrecht, verder te noemen Verzekeraar Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening 2017-595 (mr. J.S.W. Holtrop, voorzitter, mr. dr. S.O.H. Bakkerus en drs. A. Paulusma-de Waal, leden en mr. A. Westerveld, secretaris) Klacht ontvangen

Nadere informatie

Bijlage. Schematisch overzicht van de geregistreerde klachten in 2012

Bijlage. Schematisch overzicht van de geregistreerde klachten in 2012 Bijlage. Schematisch overzicht van de geregistreerde klachten in 2012 Klacht nr. Klager versus aangeklaagde Aard van de klacht Behandelwijze door de klachtencommissie Afloop van de klachtbehandeling: Uitspraak

Nadere informatie

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER

GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER GERECHTSHOF TE AMSTERDAM TWEEDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER Beslissing van 20 november 2003 in de zaak onder rekestnummer 330/2003 GDW van: X gerechtsdeurwaarder te APPELLANT, t e g e n Y Bewindvoerder,

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 30 december 2008 binnengekomen klacht van: A wonende te B klager gemachtigden: C en

Nadere informatie

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus)

Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Alles over RSV (Respiratoir Syncytieel Virus) Wat is RSV RSV staat voor Respiratoir Syncytieel Virus, de meest voorkomende oorzaak van ernstige luchtweginfecties bij baby s en kinderen onder de vier jaar.

Nadere informatie

ANONIEM BINDEND ADVIES

ANONIEM BINDEND ADVIES ANONIEM BINDEND ADVIES Partijen : A vertegenwoordigd door E te F tegen C te D Zaak : Geneeskundige zorg, buitenlandpolis, uitsluiting bestaande aandoening Zaaknummer : 2011.00384 Zittingsdatum : 21 december

Nadere informatie

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633

ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 ECLI:NL:CBB:2002:AE1633 Instantie Datum uitspraak 09-04-2002 Datum publicatie 17-04-2002 Zaaknummer AWB 00/25 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie College van Beroep voor het bedrijfsleven

Nadere informatie

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 24 februari 2009 binnengekomen klacht van: A wonende te B klaagster tegen: C huisarts

Nadere informatie

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De Raad van Toezicht Rotterdam geeft de volgende uitspraak in de zaak van: Taxatie. Onjuiste taxatiewaarde. Tussen klaagster en haar ex-echtgenoot is een gerechtelijke procedure over huwelijkse voorwaarden gevoerd. De ex-echtgenoot heeft daarbij een beroep gedaan op een in zijn

Nadere informatie

ECLI:NL:CRVB:2014:1620

ECLI:NL:CRVB:2014:1620 ECLI:NL:CRVB:2014:1620 Instantie Datum uitspraak 02-05-2014 Datum publicatie 15-05-2014 Zaaknummer Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Centrale Raad van Beroep 12-4007 Wet WAJONG Socialezekerheidsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565

ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 ECLI:NL:RBSGR:2007:BB9565 Instantie Datum uitspraak 30-08-2007 Datum publicatie 12-12-2007 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 07/1945 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 230/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:19 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 230/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 18 januari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580

ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 ECLI:NL:RBSGR:2006:AY9580 Instantie Datum uitspraak 05-09-2006 Datum publicatie 06-10-2006 Rechtbank 's-gravenhage Zaaknummer AWB 05/37675 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Vreemdelingenrecht

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE Beslissing in de zaak onder nummer van: 006/2009 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 23 december 2010 naar aanleiding van de op 21 januari 2009 ingekomen klacht

Nadere informatie

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE

DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE 1315/08.10 DE RAAD VAN TUCHT VOOR REGISTERACCOUNTANTS EN ACCOUNTANTS-ADMINISTRATIECONSULENTEN TE 'S-GRAVENHAGE heeft de volgende uitspraak gedaan inzake de klacht van: Stichting SOBI, gevestigd te Nieuwersluis,

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG 2016-203 ECLI:NL:TGZRSGR:2017:72 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 2016-203 Datum uitspraak: 9 mei 2017 Het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE 187/2018 ECLI:NL:TGZRZWO:2019:34 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: 187/2018 REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE Beslissing d.d. 22 februari 2019 naar aanleiding

Nadere informatie

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5046 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak 04-11-2014 Datum publicatie 16-12-2014 Zaaknummer 200.148.742-01 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Personen- en

Nadere informatie

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG c2012.277 ECLI:NL:TGZCTG:2013:YG2753 CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG Beslissing in de zaak onder nummer van: c2012.277 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 26 juni 2008 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a g e r, tegen

Nadere informatie

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM Het College heeft het volgende overwogen en beslist omtrent de op 15 mei 2007 binnengekomen klacht van: A, wonende te B, k l a a g s te r, tegen

Nadere informatie

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector

Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art Tuchtrechtreglement Bancaire Sector Beslissing Beslissing d.d. 10 mei 2017 ex art. 3.9.1 Tuchtrechtreglement Bancaire Sector DE ALGEMEEN DIRECTEUR, mr. J. Brouwer, benoemd door de Stichting Tuchtrecht Banken, Klager, gemachtigden: dhr. mr.

Nadere informatie

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen:

De Klachtencommissie heeft op grond van de beschikbare informatie de volgende feiten als vaststaand aangenomen: Klachtencommissie Huisartsenzorg Midden-Nederland Uitspraak Kern: de ongeruste patiënt of ouder die voor de tweede keer in korte tijd of dezelfde dag naar de huisartsenpraktijk belt en het belang van registratie

Nadere informatie