Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland."

Transcriptie

1 Onderzoeksrapport Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. Teenpuntnecrose Niet-herstellende wittelijnaandoening In opdracht van: Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer In samenwerking met: Dhr. M. Holzhauer Onderzoeker: Peter Schoenaker, Student CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg Datum van opstelling: 19-Juni-2009 Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 1

2 Titel: Onderzoeksrapport Ondertitel: Oriënterend onderzoek naar 2 nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland Auteur: Peter Schoenaker, Student CAH te Dronten Opdrachtgever: Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer Plaats en datum verschijning: Zetten, 19-Juni-2009 Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 2

3 Voorwoord Als student van CAH Dronten heb ik de opdracht gekregen om onderzoek te doen naar een dierziekte. In opdracht van de GD te Deventer heb ik een onderzoek uitgevoerd naar twee relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. In het onderzoeksrapport zijn de resultaten van het verrichte onderzoek uitgewerkt en is er aangegeven waar nog een vervolgonderzoek op gedaan zal moeten worden. Graag wil ik van deze gelegenheid gebruik maken om Dhr. M. Holzhauer te bedanken. Met name voor de goede samenwerking en feedback, voor de gekregen mogelijkheid om in opdracht van de GD dit onderzoek uit te mogen voeren. Daarnaast bedank ik ook Dhr. C. Bartels voor de deskundige hulp met het opzetten en analyseren van klauwgezondheidscore(kgs) gegevens en het verwerken van de bedrijfsenquêtes in de door ons opgestelde dataset. + woord van dank voor samenwerking met veehouders, Martien van Bostelen, Tim van Bostelen (DLV), klauwverzorgers en min. van LNV voor het subsidiëren van het project. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 3

4 Inhoudsopgave Voorwoord Inhoudsopgave Samenvatting Samenvatting Onderzoek niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose Abstract Inleiding Materiaal en Methode Resultaten KGS gegevens Binnenbedrijfprevalentie niet herstellende wittelijnaandoening Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose Resultaten bedrijfsenquête Huisvesting Voeding Management Conclusie bedrijfsenquête Discussie Referentielijst Nawoord Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 4

5 Samenvatting Samenvatting Onderzoek niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose Opdrachtgevers: gezamenlijke veehouders regio Groningen Uitvoering: GD, DLV, Rundveepedicurecentrum Klauwgezondheid is van groot belang voor een goed functioneren en het welzijn van de melkkoeien. Inzicht in het vóórkomen van (prevalentie) en ook in de bijbehorende risicofactoren van klauwaandoeningen kan hierin een bijdrage leveren. In Nederland komen sinds een aantal jaren een tweetal relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen voor, t.w.: niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose. Van 27 bedrijven met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 92 melkkoeien uit de provincie Groningen die mee gedaan hebben met dit onderzoek, is over de periode 2006 tot 2009 naar de aanwezigheid van de twee genoemde nieuwe klauwaandoeningen gekeken op basis van de KGS gegevens. Tevens is een analyse van de aanwezige huisvesting en voedingsfactoren gemaakt op basis van een afgenomen bedrijfsenquête op het moment van de laatste koppelbekapping (voorjaar 2009). De deelnemende bedrijven zijn opgesplitst in 2 groepen. De controlebedrijven die (verondersteld) vrij zijn van beide klauwhoornaandoeningen en casebedrijven die wel te maken hebben met deze relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen. In het kader van dit pilotonderzoek is gekeken naar de binnenbedrijfsprevalentie (BBP) van deze aandoeningen en de genoemde risicofactoren. Dit heeft als resultaat dat de BBP voor niet herstellende wittelijnaandoening varieerde van 0,02 tot 0,38 en voor teenpuntnecrose van 0,00 tot 0,13. Vanuit dit onderzoek kunnen de volgende duidelijke risicofactoren vanuit huisvesting en/of voeding worden aangegeven: bedrijven met zomerstalvoedering en bedrijven waar de pinken van permanent binnen naar deels buiten gaan, een verhoogde stalbezetting op probleembedrijven en een verhoogde kans op leververvetting. Er is geen duidelijk verschil waarneembaar met controlebedrijven voor de kans op pensverzuring. Nader onderzoek waarbij specifiek gekeken wordt naar het onderscheid van stalbezetting van controlebedrijven en casebedrijven vooral op huisvestingsfactoren, weidegang jongvee en bezetting van groepen zal hierover meer duidelijkheid moeten verschaffen. Dit onderzoek is slechts een pilotonderzoek en geadviseerd wordt om het onderzoek op grotere schaal met een groter aantal case- en controlebedrijven te herhalen, waarbij specifieker naar een aantal punten uit dit onderzoek gekeken moet worden. Gebruik voetbaden waar specifiek naar gevraagd is: - 1x per 14 dagen formaline 4% - alternatief vooral zgn. multicompounds (samengestelde middelen frequentie wordt in het najaar bepaald) - wees voorzichtig met gebruik van niet onderzochte of (milieu-) schadelijke alternatieven (Zn, Cu) - regelmatig klauwverzorgen maakt de klauwhuid toegankelijker voor het ontsmettingsmiddel - koeien hoog op de verzenen ook fokkerij - gebruik voetbaden is slechts een onderdeel van het hygiënemanagement. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 5

6 Abstract Claw health is very important for good function en well-being of the dairy-cows. Insight in preventing it and also in the associated risk factors from painful claw horn disorders could provide contribution. Since a few years there are two relative new claw horn disorders in the Netherlands, not recovering white line disease and toe ulceration. From the 27 company s with a average company size of 92 dairy-cows from the province Groningen how cooperate with this research, has been done research to the two mentioned claw horn disorders on the basis of claw cope data over the period of 2006 till And there has been made an analyse of the present accommodation and feeding factors on a basis of the held company survey at the moment of the last couplecopings (Spring 2009). The participating company s were divided into two groups. The control company s how were (assumed) to be free of both claw horn disorders and case company s how dealing with relative new claw horn disorders. In the context of this pilot research has been looked at the inside company prevalence (BBP) from these disorders and the mentioned risk factors. The result is that the BBP for not recovering white line disease varied from 0,02 till 0,38 and for toe ulceration from 0,00 till 0,13. Proceeding from this research the following obvious risk factors from accommodation and/of feeding can be indicated: company s with summer stable feeding and company s where the yearlings from permantly inside go to partly outside. Besides that there were indications for an influence from an increased stable occupation at problem company s. Finally there was a bit more liver degeneration and not less more pensacidose at the problem company s than at the control company s. Further research where specifically will be looked at the difference from stable occupation from control company s and case company s especially at accommodation factors, outdoor grazing young cattle and occupation from group shall provide more clarity. This research is not representative and must be repeated with a greater number of company s. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 6

7 Inleiding In Nederland wordt op grote schaal rundvee gehouden. Deze runderen worden veelal gehouden in de vorm van melk- en fokvee of vlees- en weide vee. Gezonde klauwen zijn belangrijk voor het goed kunnen functioneren van de melkkoeien. Een gestoorde klauwgezondheid resulteert namelijk in een verminderde melkproductie met als gevolg een financiële schadepost voor rundveehouders. (Enting et al., 1997, Green et al., 2002) Ook kan een verminderde vruchtbaarheid optreden, maar het is vooral niet acceptabel vanuit het oogpunt van dierwelzijn (Webster, 1995). Voor het goed kunnen functioneren van de melkkoeien op rundveebedrijven is een goede klauwgezondheid dus van groot belang. (Armory et al., 2008) Door het tijdig (laten) bekappen van de klauwen vermindert men de kans op diverse klauwaandoeningen. Dit neemt de kans niet weg dat klauwaandoeningen helemaal niet meer voorkomen. Sinds een aantal jaar worden er naast de al voorkomende klauwaandoeningen (o.a. stinkpoot, ziekte van Mortellaro, zoolzweren, witte lijn aandoeningen etc.) nu twee relatief nieuwe pijnlijke klauwhoornaandoeningen (KHA) bij Nederlandse melkkoeien geconstateerd. Het gaat hierbij om de teenpuntnecrose (TPN) en de niet herstellende wittelijnaandoening (NHWLA). (Holzhauer en Vos, 2009) Volgens verklaringen van dierenartsen, klauwverzorgers en veehouders die zich gemeld hebben bij de GD Veekijker monitoring bij bekende en minder bekende dierziekten in Nederland, -uit deze relatief nieuwe dierziekten bij (NHWLA) doordat er nauwelijks aangroei plaats vindt van de wandhoorn. Ook TPN wordt gekenmerkt door het uitblijven van een herstel van de hoornschoen (door de aanwezige botaantasting). Het gevolg is dat de koeien soms maanden tot jaren kreupel blijven en / of vervroegd worden afgevoerd. (Shearer et al., 2005, GD Herkauwer, 2009) Door het feit dat dit twee relatief nieuwe KHA zijn is er door de GD een pilot onderzoek uitgevoerd. Om deze twee relatief nieuwe aandoeningen beter te kunnen voorkomen is via nader kort onderzoek getracht inzicht in de oorzaak, en de risicofactoren te verkrijgen. Dit onderzoek richt zich in eerste instantie op de (binnenbedrijf-) prevalentie en in tweede instantie op de risicofactoren (data klauwverzorgen + bedrijfsenquête gegevens). Met deze gegevens wordt het niet alleen inzichtelijk wanneer de ziekte veelal optreed en om hoeveel dieren het gaat, maar wellicht geeft het ook een eerste indruk van de betrokken risicofactoren (tot voor het onderzoek volstrekt onbekend). Vanuit deze resultaten is het mogelijk om gericht nadere studie uit te voeren naar de mogelijke risicofactoren. De volgende onderzoeksvraag is opgesteld: Wat is de binnenbedrijfprevalentie en wat zijn de mogelijke risicofactoren van deze twee nieuwe klauwhoornaandoeningen (KHA). Deelvragen: - Wat is de binnenbedrijfprevalentie van teenpuntnecrose (TPN). - Wat zijn de risicofactoren van teenpuntnecrose. - Wat is de binnenbedrijfprevalentie van de niet herstellende wittelijnaandoening (NHWLA). - Wat zijn de risicofactoren van de niet-herstellende wittelijnaandoening. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 7

8 Materiaal en Methode Het oriënterende onderzoek is een epidemiologische analyse waarbij gebruik is gemaakt van gegevens van de koppelbehandelingen van Dhr. M. van Bostelen uit de periode van een 27 tal rundveebedrijven. Met een gemiddelde bedrijfsgrootte van 92 melkkoeien, in de provincie Groningen. Dit betreft een aantal bedrijven waar de aandoeningen teenpuntnecrose en niet herstellende wittelijnaandoening apart of gezamenlijk voorkomen (case) en deze worden vergeleken met bedrijven waar deze aandoeningen niet voorkomen (controle). Al deze gegevens zijn beschikbaar gekomen door de registratie van bevindingen tijdens routinematige koppelbehandelingen. De klauwverzorger verwerkte alle waarnemingen per koe in een programma op ( In dit programma werden ook een aantal koefactoren geregistreerd (leeftijd, etc. op het moment van optreden). Naar aanwijzing voor energietekort, pensacidose etc. en bedrijfsfactoren (vloerovergang, omvang van het bedrijf etc.) als risicofactor is gekeken op basis van de enquête uitkomsten. Naast de prevalentie geeft dit ook een grote associatie met de probleembedrijven die mee worden genomen als factor. Statistisch gezien wordt er gewerkt met een P-waarde van 0,1 omdat dit te maken heeft met het lage aantal bedrijven wat mee doet aan dit onderzoek. Met behulp van o.a. Excel en SPSS worden alle gegevens verwerkt. Waardoor de juiste gegevens met elkaar vergeleken kunnen worden. Op de volgende wijze zijn de KGS gegevens geanalyseerd. Het jaar waar KGS gegevens van bekend waren is opgedeeld in twee keer een zes maandelijkse periode. Binnen deze periodes is er per bedrijf geanalyseerd om hoeveel behandelde dieren het gaat en hoe vaak de aandoeningen zijn geconstateerd. Met deze gegevens was het mogelijk om de binnenbedrijfprevalentie te berekenen, deze wordt berekend per bedrijf door het aantal koeien met klauwhoornaandoeningen te delen op het aantal beoordeelde koeien. Bedrijfsenquête gegevens zijn uitgezet in een ontworpen dataset. Na invoering van alle gegevens was het mogelijk om uitkomsten per vraag op te splitsen in controle bedrijven en probleembedrijven. Met deze opsplitsing was het mogelijk om te onderzoeken of er grote verschillen zijn tussen beide groepen, en / of het een risico oplevert. De enquête vragen zijn opgedeeld in 3 subhoofdstukken Huisvesting - 2. Voeding - 3. Management Per vraag is er uitgewerkt wat de verhoudingen zijn tussen de controle bedrijven en de probleembedrijven. Daar waar het mogelijk was is er statistisch getoetst of de uitkomsten te maken kunnen hebben met een trend of dat er juist geen verband te vinden is. Voor deze statistische toetsing is gebruik gemaakt van de Chi-kwadraattoetsen. Er is van het volgende uitgegaan: - Bij een P-waarde van < 0,05 statistische significant. - Bij een P-waarde > 0,05 0,1 is er sprake van een trend. Er is gebruik gemaakt van de Chi-kwadraattoetsing omdat er dan gezien kan worden of waargenomen aantallen systematisch afwijken van verwachte aantallen. Bij de resultaten is gebruik gemaakt van kruistabellen omdat de Chi-kwadraattoets de kruistabellen goed kan analyseren. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 8

9 Om een beter idee te krijgen van de aandoening waar het om gaat zijn er een aantal veld waarneming gedaan. Door drie bedrijven zelf te hebben bezocht op het moment van koppel behandelen. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 9

10 1. Resultaten KGS gegevens Binnenbedrijfprevalentie niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose. In onderstaande grafieken zijn de resultaten weergegeven van de binnenbedrijfprevalentie van niet herstellende wittelijnaandoening en de binnenbedrijfprevalentie van teenpuntnecrose. Deze zijn opgesplitst in twee keer een zes maandelijkse periode. (1 tot 6 maand en 7 tot 12 maanden) De mediaan, min. en max. zijn steeds op volgende wijze weergegeven per grafiek: (mediaan) [min. max.] 1.1 Binnenbedrijfprevalentie niet herstellende wittelijnaandoening Binnenbedrijfprevalentie wittelijnaandoening 1 tot 6 maand 5 Aantal bedrijven Controle bedrijven: Probleem bedrijven: 0 0_5 6_10 11_15 16_20 21_25 26_30 31_35 36_40 41_45 46_50 percentage Grafiek 1: Binnenbedrijfprevalentie niet herstellende wittelijnaandoening 1tot 6 maanden. Controle bedrijven: 0,10 [0,02-0,26] Probleem bedrijven: 0,21 [0,05-0,38] Binnenbedrijfprevalentie wittelijnaandoening 7 tot 12 maanden 8 Aantal bedrijven Controle bedrijven: Probleem bedrijven: 0 0_5 6_10 11_15 16_20 21_25 26_30 31_35 36_40 41_45 46_50 Percentage Grafiek 2: Binnenbedrijfprevalentie niet herstellende wittelijnaandoening 7 tot 12 maanden. Controle bedrijven: 0,18 [0,09-0,35] Probleem bedrijven: 0,21 [0,10-0,31] Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 10

11 Het percentage van de niet herstellende wittelijnaandoening ligt bij de probleem bedrijven hoger dan voor de controle bedrijven, echter op alle bedrijven is de niet herstellende wittelijnaandoening geconstateerd. 1.2 Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose 1 tot 6 maand Aantal bedrijven _1 2_3 4_5 6_7 8_9 10_11 12_13 Controle bedrijven: Probleem bedrijven: Percentage Grafiek 3: Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose 1 tot 6 maanden. Controle bedrijven: 0,00 [0,00-0,03] Probleem bedrijven: 0,02 [0,00-0,11] Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose 7 tot 12 maanden 8 Aantal bedrijven _1 2_3 4_5 6_7 8_9 10_11 12_13 Controle bedrijven: Probleem bedrijven: Percentage Grafiek 4: Binnenbedrijfprevalentie teenpuntnecrose 7 tot 12 maanden. Controle bedrijven: 0,00 [0,00-0,02] Probleem bedrijven: 0,04 [0,00-0,13] Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 11

12 Teenpuntnecrose komt meer voor bij de probleembedrijven dan op controle bedrijven. Wordt er gekeken naar het aantal behandelmomenten per periode is daar het volgende uit op te maken: Aantal behandelmomenten per 6 maandelijkse periode: Controle bedrijven [mediaan] [min.- max.] Probleembedrijven [mediaan] [min.- max.] 1 tot 6 maand. 1 [1-6] 4 [1-8] 7 tot 12 maanden. 1 [1-6] 5 [2-7] Tabel 1: Aantal behandelmomenten per 6 maandelijkse periode. Uit tabel 1 is op te maken dat bij probleembedrijven de klauwverzorger vaker langskomt (om o.a. probleem koeien te behandelen). Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 12

13 2. Resultaten bedrijfsenquête Uitkomsten enquête onder 27 ondervraagde bedrijven in de provincie Groningen. Onderzoek naar de niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose: Bij deze uitkomsten is er onderscheid gemaakt tussen twee verschillende soorten bedrijven. Controle bedrijven die vrij zijn van beide klauwhoornaandoeningen en de probleem bedrijven waar of de niet herstellende witte lijnaandoening voorkomt, of ook nog teenpuntnecrose voorkomt. Dit is opgedeeld in drie type (case) problemen. Groep 1: Controle bedrijven Groep 2: Bedrijven met de niet herstellende wittelijnaandoening. Groep 3: Bedrijven met de niet herstellende wittelijnaandoening en teenpuntnecrose. Aantalen per type probleem: Type probleem: Aantal: Controle bedrijven 9 Probleembedrijven 18 De probleembedrijven zijn samengevoegd tot één groep (bedrijven met nieuwe KHA) om te kunnen onderzoeken of er verschillen zijn met de controle groep. Door middel van toepassen van een statistische toetsing. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 13

14 2.1 Huisvesting Onderzoek naar twee relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. 1. Het jongvee (1-2 jaar) wordt gehuisvest op: a. rooster met ligboxjes Bouwjaar stal b. Hollandse stal (aangebonden) idem c. anders, nl. Uitkomst: Alle bedrijven hebben jongvee gehuisvest op een rooster met ligboxen. Bouwjaar van de stal: mediaan, (min.- max.) 1993 ( ) Op één van de probleembedrijven stond het jongvee niet op een roostervloer maar werd gehuisvest op een dichte vloer met schuif. 2. Het jongvee (leeftijd > maand): a. heeft weidegang (1 of 2 seizoenen) b. zomerstalvoedering c. anders, nl. Uitkomst: Het jongvee (leeftijd > maand): Controle bedrijven Probleembedrijven Heeft weidegang (1 of 2 seizoenen) 8 9 Zomerstalvoedering 1 9 P-waarde: 0,05 Op controle bedrijven heeft 1 op de 9 zomerstalvoedering, op case-bedrijven zijn dat er 9 van de 18. Op basis van de P-waarde bestaat er een statistisch significant verschil: op probleembedrijven heeft het jongvee vaker zomerstalvoedering dan op controlebedrijven. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 14

15 3. Drachtige pinken: a. worden apart van droge koeien gehuisvest b. samen met droge koeien gehuisvest Uitkomst: Huisvesting drachtige pinken: Controle bedrijven Probleem bedrijven Apart van droge koeien huisvesten 3 9 Samen met droge koeien huisvesten 6 9 P-waarde: 0,41 Op controle bedrijven worden op 3 van de 9 bedrijven drachtige pinken apart gehuisvest van droge koeien, op case-bedrijven zijn het er 9 van de 18. De P-waarde geeft aan dat er geen statistisch verschil bestaat tussen controle en probleembedrijven. Aantal weken dat drachtige pinken gehuisvest worden met droge koeien: Mediaan, [min. max.] Controle bedrijven: 8 [2-10] Probleem bedrijven: 8 [4 80] 4. Huisvesting van (deel van de) drachtige pinken laatste maand voor afkalveren: a. geen (bijv. altijd permanent binnen) b. van permanent buiten naar (deels) binnen c. van permanent binnen naar deels buiten Uitkomst: Overgang drachtige pinken laatste maand voor afkalveren: Controle bedrijven Probleembedrijven Van permanent buiten naar (deels) binnen 6 5 Van permanent binnen naar deels buiten 3 13 P-waarde: 0,05 Van de controle bedrijven gaan 6 op de 9 bedrijven de drachtige pinken in de laatste maand voor afkalveren van permanent buiten naar deels binnen, op case-bedrijven zijn dat er 5 van de 18. En gaan van de controle bedrijven 3 op de 9 bedrijven de drachtige pinken in de laatste maand voor afkalveren van permanent binnen naar deels buiten, op case-bedrijven zijn dat er 13 van 18. Op basis van de P-waarde bestaat er een statistisch significant verschil: op probleembedrijven gaan drachtige pinken vaker van binnen naar buiten dan op controlebedrijven. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 15

16 5. Bezetting van de groepen: a. bij jongvee ( > 12 maanden), tellen zoveel dieren / zoveel ligplaatsen: - meer / minder ligplaatsen dan pinken - meer / minder vreetplaatsen dan pinken - afspiegeling van laatste 2 jaar? Ja / Nee Uitkomsten: Gemiddelde bezetting jongvee: Aantal jongvee Aantal ligplaatsen jongvee Percentage ligplaatsen jongvee Aantal vreetplaatsen jongvee Percentage vreetplaatsen jongvee Controle bedrijven [mediaan] [min.- max.] 35 [20-75] 34 [17-100] 100% [77-133] 35 [17-85] 107% [77-157] Probleembedrijven [mediaan] [min.- max.] 34 [19-73] 35 [20-78] 100% [82-136] 34 [22-73] 100% [73-200] De verschillen in waardes liggen voor zowel de controle bedrijven als voor de probleembedrijven dicht bij elkaar. Er zijn geen grote verschillen te ontdekken, alleen het percentage vreetplaatsen ligt bij controle bedrijven zeven procent hoger. b. bij melkvee (tellen, idem): - meer / minder ligplaatsen dan melkkoeien - meer / minder vreetplaatsen dan melkkoeien - afspiegeling van laatste 1-2 jaar? Ja / Nee Uitkomsten: Gemiddelde bezetting melkvee: Aantal melkvee Aantal ligplaatsen melkvee Percentage ligplaatsen melkvee Aantal vreetplaatsen melkvee Percentage vreetplaatsen melkvee Controle bedrijven [mediaan] [min.- max.] 76 [40-150] 79 [43-195] 104% [73-130] 35 [44-120] 93% [67-133] Probleembedrijven [mediaan] [min.- max.] 98 [61-160] 95 [66-143] 100% [82-121] 83 [40-143] 83% [48-113] Dit wijst erop dat op probleembedrijven er een hogere bezetting is, dus meer kans op klauwhoornaandoeningen. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 16

17 6. Bouwjaar van roostervloer: a. bij het jongvee: opgeruwd ja/nee zo ja, in het jaar: b. bij de melkkoeien: opgeruwd ja/nee zo ja, in het jaar: Uitkomsten: Controle "Bouwjaar" roostervloer bedrijven Probleembedrijven A. Bij het jongvee, opgeruwd 2 5 niet opgeruwd 7 13 B. Bij melkvee, opgeruwd 3 7 niet opgeruwd 6 11 P-waarde jongvee: 0,76 P-waarde melkvee: 0,78 Bij de controle bedrijven heeft 7 op de 9 bedrijven bij het jongvee de roostervloer niet opgeruwd, op case-bedrijven zijn dat er 13 van de 18. Bij de controle bedrijven heeft 6 op 9 bedrijven bij het melkvee de roostervloer niet opgeruwd, op case-bedrijven zijn dat er 11 van de 18. Gemiddeld bouwjaar van opruwen roostervloer bij jongvee voor controle bedrijven is 2006, en voor de probleembedrijven is dat Het gemiddelde bouwjaar van opruwen roostervloer bij melkvee voor controle bedrijven is 2004, en voor probleembedrijven is dat Op basis van de studie, bestaat er geen statistische relatie tussen het laten opruwen van de stalvloer en het optreden van klauwaandoeningen. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 17

18 2.2 Voeding Onderzoek naar twee relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. 1. Laatste MPR (0-100 dagen): a. percentage koeien vet: eiwit > 1.4 b. percentage koeien vet < 3,8% c. percentage dieren met celgetal > (alle: aantal/totaal aantal dieren in die groep) Uitkomst: Laatste MPR (0-100 dagen): (gemiddelde) Controle bedrijven [mediaan] [min.- max.] Probleembedrijven [mediaan] [min.- max.] A. Percentage koeien vet:eiwit > 1.4 0,11 [0,05-0,41] 0,18 [0,05-0,38] B. Percentage koeien vet < 3,8% 0,11 [0,06-0,24] 0,10 [0,03-0,20] C. Percentage dieren met celgetal > ,14 [0,03-0,23] 0,16 [0,05-0,24] Op probleembedrijven is er iets meer aanwijzing voor leververvetting en iets minder duidelijke aanwijzing voor pensacidose. Aantal dieren met celgetal verhoging (> ) ligt rond de vijftien procent. 2. Krachtvoer verstrekking (meerdere antwoorden mogelijk) a. via krachtvoerstation b. aan het voerhek c. in de melkstal d. anders Uitkomsten: Krachtvoerverstrekking Controle via: bedrijven Probleembedrijven Voerstation 9 13 niet via voerstation 0 5 Aan het voerhek 5 11 niet aan het voerhek 4 7 In melkstal 6 9 niet in melkstal 3 9 Anders. 0 5 P-waarde krachtvoerverstrekking via voerstation: 0,08 P-waarde krachtvoerverstrekking aan het voerhek: 0,78 P-waarde krachtvoerverstrekking in melkstal: 0,41 P-waarde krachtvoerverstrekking anders: 0,08 Op controle bedrijven geeft 9 van de 9 bedrijven het vee krachtvoer via voerstation, op casebedrijven zijn dat er 13 van de 18. Op controle bedrijven geeft 5 op de 9 bedrijven het vee krachtvoer aan het voerhek, op casebedrijven zijn dat er 11 van de 18. Op controle bedrijven geeft 6 op de 9 bedrijven het vee krachtvoer in de melkstal, op casebedrijven zijn dat er 9 van de 18. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 18

19 De P-waarde voor krachtvoer verstrekken via het voerstation geeft aan dat er een trend is. Op andere wijze krachtvoer verstrekken is ook een trend in te ontdekken. Dit heeft ermee te maken dat 4 van de 18 probleembedrijven melkt met een melkrobot en een geïntegreerd voerstation. 3. Rantsoen van de drachtige pinken (meerder antwoorden mogelijk) a. grassillage kg ds/dag b. maissilagge kg ds/dag c. mineralen gr. pd/pd + soort d. andere producten e. pinken laatste 2 maand dracht conditie (BCS) > 4 f. idem conditie < 2,5 Uitkomsten: Rantsoen van drachtige pinken: Controle bedrijven Probleembedrijven Grassillage 9 17 geen grassilage 0 1 Maissilage 2 2 geen maissilage 7 16 Mineralen 1 8 geen mineralen 8 10 Andere producten 2 3 geen andere producten 7 15 P-waarde rantsoen grassilage: 0,47 P-waarde rantsoen maissilage: 0,44 P-waarde rantsoen mineralen: 0,08 P-waarde rantsoen ander producten: 0,73 Op controle bedrijven geven alle 9 bedrijven grassillage als rantsoen voor drachtige pinken, op case-bedrijven zijn dat er 17 van de 18. Op 2 van de 9 controle bedrijven wordt maissillage als rantsoen voor drachtige pinken gevoerd, op de case-bedrijven zijn dat er 2 van de 18. Op controle bedrijven geeft 1 op de 9 bedrijven mineralen bij het rantsoen van drachtige pinken, en op case-bedrijven zijn dat er 8 van de 18. De P-waarde van rantsoen mineralen geeft aan dat men te maken heeft met een trend. Op probleem bedrijven worden in de meeste gevallen droogstand mineralen en magnesium gevoerd. Andere producten die gevoerd worden zijn hooi, brok en onbeperkt koolzaadstro. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 19

20 2.3 Management Onderzoek naar twee relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. 1. Bij de melkkoeien: a. permanent voetenbad (kan ook losse bak zijn) Ja / Nee b. gebruik doorloop voetbad: 1x/ week, 1x/2 weken, anders, nl. c. geen gebruik voetenbad Uitkomsten: Voetenbad bij melkkoeien: Controle bedrijven Probleembedrijven Gebruik doorloop voetenbad (1x in week, 1 x in 2 weken) 5 14 Geen gebruik voetenbad 4 4 P-waarde: 0,23 Op controle bedrijven gebruikt 5 op de 9 bedrijven een doorloopbad min. 1 x in de week, op case-bedrijven zijn dat er 14 van de op de 9 controle bedrijven maakt geen gebruik van een voetenbad, op case-bedrijven zijn dat er 4 van de 18. Het gebruik van een doorloopbad was niet statistisch significant verschillend tussen case en controle bedrijven. Er is geen trend tussen case en controle bedrijven. 2. Producten in voetenbak (meerdere antwoorden mogelijk): a. formaline b. kopersulfaat c. zinksulfaat d. anders, nl. Uitkomst: Op alle controle en case bedrijven werd gebruik gemaakt van een voetenbad met een formaline-oplossing. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 20

21 3. Gebruik landbouwkalk in boxen bij melkkoeien: a. ja, frequentie: x/ week b. nee c. bij pinken: ja / nee Uitkomst: Landbouwkalk in boxen bij melkkoeien: Controle bedrijven Probleembedrijven Nee 7 10 Ja 2 8 P-waarde: 0,26 Op controle bedrijven wordt er door 7 van de 9 bedrijven geen landbouwkalk in de boxen gebruikt, op case-bedrijven zijn dat er 10 van de 18. Het gebruik van landbouwkalk was niet statistisch significant verschillend tussen case en controle bedrijven. 4. Diergezondheidsstatus: a. BVD, onbekend b. BVD, onbekend, vaccinerend c. BVD gecertificeerd vrij d. BVD gecertificeerd vrij en vaccinerend e. BVD in onderzoek Uitkomst: Diergezondheidsstatus: Controle bedrijven Probleembedrijven BVD, niet vrij 6 10 BVD, vrij 3 8 P-waarde: 0,58 Op controle bedrijven is 6 op de 9 bedrijven de diergezondheidsstatus BVD niet vrij, op case bedrijven zijn dat er 10 van de 18. Op controle bedrijven is 3 op de 9 bedrijven de diergezondheidsstatus BVD vrij, op case bedrijven zijn dat er 8 van de 18. Het wel of niet BVD vrij zijn was niet statistisch significant verschillend op case en controle bedrijven. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 21

22 5. Behandelen kreupele dieren: a. direct zelf b. direct door klauwverzorger c. wacht tot aantal bij elkaar zijn d. op moment van koppelbehandeling e. anders nl. Uitkomst: Behandelen kreupele dieren: Controle bedrijven Probleembedrijven Wacht tot aantal bij elkaar zijn 1 5 niet wachten tot aantal bij elkaar zijn 8 13 P-waarde: 0,33 Op 8 van de 9 controle bedrijven wordt niet gewachten tot een aantal dieren bij elkaar zijn, op case-bedrijven zijn dat er 13 van de 18. Het wel of niet wachten van behandelen kreupele dieren was niet statistisch significant verschillend op case en controle bedrijven. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 22

23 2.4 Conclusie bedrijfsenquête Op de volgende punten van de gehouden enquête zijn er significante verschillen gevonden tussen probleem en controle bedrijven. Weidegang jongvee: Er is een relatie tussen het feit dat het jongvee op probleem bedrijven vaker op zomerstalvoedering staan. Overgang van drachtige pinken, laatste maand voor het afkalveren: Het van permanent binnen houden naar deels buiten van drachtige pinken op probleem bedrijven blijkt vaker voor te komen. Bezetting van groepen: melkvee Op probleem bedrijven worden in verhouding meer koeien gehuisvest en mogelijk zijn daar de omstandigheden minder goed op aangepast. Voeding: Op probleem bedrijven liggen de waardes voor vet; eiwit iets hoger dan bij de controle bedrijven. Hierdoor ontstaat er een grotere kans op leververvetting. Krachtvoerverstrekking op andere wijze: Er wordt op probleem bedrijven gebruik gemaakt van een melkrobot met een geïntegreerd voerstation. Rantsoen van drachtige pinken: Rantsoen drachtige pinken bij probleem bedrijven bestaat naast het voeren van grassilage ook uit het voeren mineralen. Met name droogstand mineralen. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 23

24 Discussie Kijkt men naar de binnenbedrijfprevalentie (BBP) van melkveebedrijven in Nederland levert dit toch nog wel problemen op. Omdat de BBP voor case bedrijven duidelijk hoger ligt dan op controle bedrijven. Echter is de BBP voor controle bedrijven niet meer 0. Dit oriënterende onderzoek naar deze 2 relatief nieuwe KHA binnen Nederland heeft niet een voldoende resultaat opgeleverd om te ontdekken wat de mogelijke risicofactoren zijn bij deze KHA. Er waren een beperkt aantal verschillen te ontdekken tussen de case en controle bedrijven, t.w.: bedrijven met zomerstalvoedering en bedrijven waar de pinken van permanent binnen naar deels buiten gaan. Daarnaast waren er aanwijzingen voor een invloed van een verhoogde stalbezetting op probleembedrijven. Tenslotte kwam er op de probleembedrijven iets meer leververvetting en iets minder pensacidose voor dan op de controle bedrijven. Het resultaat van het onderzoek werd enigszins beïnvloed door het voorkomen van de aandoening op een beperkt aantal (3) controle bedrijven. In een vervolg onderzoek is het wellicht nog beter om een aantal bedrijven met de genoemde KHA te vergelijken met bedrijven waarvan men nog zekerder van weet dat de aandoening echt niet voorkomt. Echter soms komt men pas gedurende het onderzoek hier achter, dit is inherent aan het doen van onderzoek. Ook verdient het de aanbeveling om het onderzoek daarbij te herhalen met een groter aantal case en controle bedrijven. Dit vergroot de power van het onderzoek en dan komen bepaalde verbanden er wellicht wel stat. significant uit. Een kritische evaluatie van de bijbehorende enquête (op basis van de uitkomsten van deze pilot) hoort daarbij. Met uitslagen van de gehouden bedrijfsenquête is er al een beeld geschetst van evt. mogelijke de risicofactoren, die men zou kunnen uitdiepen. Opmerkelijk is aan de uitslag van voedingsfactoren vet;eiwit > 1,4 wel verhoogd is op probleembedrijven en dit geen duidelijke verhoging oplevert voor vet < 3,8% (aanwijzing voor pensacidose). Dit laatste heeft er mee te maken dat deze factor (pensacidose) vaak genoemd wordt als risicofactor voor het optreden van symptomen passend bij klauwbevangenheid c.q. laminitis complex. De onderzochte aandoeningen lijken hierin te passen (Holzhauer en Vos, 2009). Uit ons pilot onderzoek komt in overeenstemming met andere recente onderzoeken dat huisvesting/overbezetting mogelijk een minstens zo belangrijke factor is als voeding (Barker et al., 2009) Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 24

25 Referentielijst Armory, J.R., Barker, Z.E., Wright, J.L., Mason, S.A., Blowey, R.W., Green, L.E., Associations between sole ulcer, white line disease and digital dermatitis and the milk yield of 1824 diary cows on 30 diary cow farms in England and Wales from February 2003 November Prev. Vet. Med. 83: Barker, Z.E., Amory, J.R., Wright, J.L., Mason, S.A., Blowey, R.W., Green. L.E., Risk factors for increased rates of sole ulcers, white line disease, and digital dermatitis in dairy cattle from twenty-seven farms in Englenad and Wales. J. Diary Sci. 92: Enting, H., Kooij, D., Dijkhuizen, A.A., Huirne, R.B.M.,Noordhuizen-Stassen, E.N., Economic losses due to clinical lameness in dairy cattle. Livest Prod. Sci. 49: Green, L.E., Hedges, V.J., Schukken, Y.H., Blowey, R.W., Packington, A.J., The Impact of Clinical Lameness on the Milk Yield of Dairy Cows. J. Dairy Sci. 85: Shearer, J., Amstel, van S., Gonzalez, A., Manual of Foot Care in Cattle. W.D Hoards & Sons Company, Fort Atkinson, U.S.A. pp Webster, J.F., Animal Welfare: a Cool Eye towards Eden: a Constructive Approach to the Man s Domination over Animals. Blackwell Science, Oxford, United Kingdom. GD Herkauwer, Nummer 55 (Februari 2009) Holzhauer M. Vos J.H, Klauwgezondheid in Nederland, een update van enkele recente ziektebeelden. In: Tijdschrift voor Diergeneeskunde (2009) Deel 134, pag Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 25

26 Nawoord Na het analyseren van de resultaten van het onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen hoop ik te hebben bijgedragen aan het onderzoek. De onderzoeksgrootte was voor dit onderzoek te klein zodat het onderzoek uiteindelijk niet representatief was. Hopelijk kan de onderzoeker door middel van de resultaten en conclusies een vervolgonderzoek starten naar deze relatief nieuwe klauwhoornaandoeningen. Zodat in de toekomst meer duidelijkheid zal ontstaan over deze twee klauwhoornaandoeningen. Auteur: Peter Schoenaker, student aan CAH te Dronten. Richting Dier en Gezondheidszorg 26

Chapter 10. Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland

Chapter 10. Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland Claw Health in Dairy Cows in the Netherlands Chapter 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 - Chapter 10 - Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland Subtitel: Epidemiologische aspecten van verschillende klauwaandoeningen

Nadere informatie

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Samenvatting van een praktijkonderzoek op 8 Nederlandse melkveebedrijven Periode bedrijfsbezoeken: juli en augustus

Nadere informatie

Klauwgezondheid. studiegroepen december 2010. 24-12-2010 DAP van Waard tot Klif

Klauwgezondheid. studiegroepen december 2010. 24-12-2010 DAP van Waard tot Klif Klauwgezondheid studiegroepen december 2010 1 Indeling presentatie Belang van klauwgezondheid Verschillende klauwaandoeningen Stinkpoot Mortellaro Tussenklauwontsteking Bevangenheid Zoolzweer Wittelijnproces,

Nadere informatie

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen

Er valt veel te winnen met een langere levensduur. Henk Hogeveen Er valt veel te winnen met een langere levensduur Henk Hogeveen Lange levensduur is goed...... gevolg van betere gezondheid... gevolg van betere vruchtbaarheid... minder jongvee nodig minder kosten minder

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen. Veel onderzoek. Wat kunt u verwachten? Wat kost mastitis. Theorie en praktijk ( /koe/jaar) Economie van diergezondheid

Nieuwe ontwikkelingen. Veel onderzoek. Wat kunt u verwachten? Wat kost mastitis. Theorie en praktijk ( /koe/jaar) Economie van diergezondheid Nieuwe ontwikkelingen Economie van diergezondheid Henk Hogeveen Leerstoelgroep Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit Departement Gezondheidszorg Landbouwhuisideren, Universiteit Utrecht Antibiotica

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Examen VMBO-KB 2015 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

Agrarische Bedrijfsverzorging. Digiklauw. Meer grip op klauwgezondheid

Agrarische Bedrijfsverzorging. Digiklauw. Meer grip op klauwgezondheid Agrarische Bedrijfsverzorging Digiklauw Meer grip op klauwgezondheid De gezondheid van de klauwen is een goede graadmeter voor de gezondheid van uw veestapel. Een goed beeld verkrijgen van het verloop

Nadere informatie

KLAUWAANDOENINGEN. Paardenpraktijk Landbouwhuisdierenpraktijk Gezelschapsdierenpraktijk

KLAUWAANDOENINGEN. Paardenpraktijk Landbouwhuisdierenpraktijk Gezelschapsdierenpraktijk KLAUWAANDOENINGEN Klauwaandoeningen uiten zich in de vorm van kreupelheid. Veel klauwaandoeningen komen echter pas bij het bekappen aan het licht. Een goede registratie van aandoeningen is belangrijk in

Nadere informatie

Conditie, bevuiling, schurft..

Conditie, bevuiling, schurft.. Conditie, bevuiling, schurft.. Locomotiescore, lijn van de rug.. Mest consistentie Gedrag? Werkroutines 5 Werkroutines Weging Punten Werklijnen en kruislijnen Jong naar oud, kans op mestcontact 3 2

Nadere informatie

Klauwverzorging. Les 1

Klauwverzorging. Les 1 Klauwverzorging Les 1 Klauwverzorging Klauwverzorging Inhoud: - herkennen van klauwziekten - hoorngroei - ziektebeeld beschrijven maatregelen nemen onderhoud gereedschap funktioneel pedicuren Duur: 8 dagdelen

Nadere informatie

Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE

Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE Doel veehouder (bedrijfsvoering) Aant. melkkoeien Datum: UBN: Aant. ligboxen Aant. m 2 ligruimte Naam veehouder:

Nadere informatie

Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid. Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. Klauwaandoeningen Spiegel voor Management

Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid. Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. Klauwaandoeningen Spiegel voor Management Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid UDV Onderwijsdag 9 november 2016 Dairy Campus Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. De gemiddelde koe in Nederland leeft 5,7 jaar Belangrijkste redenen

Nadere informatie

Livestock Research Jongveeopfok en weidegang Beweidingssystemen voor jongvee. Belang jongvee weiden? Beweiding van jongvee

Livestock Research Jongveeopfok en weidegang Beweidingssystemen voor jongvee. Belang jongvee weiden? Beweiding van jongvee 12 Jongveeopfok en weidegang Beweidingssystemen voor jongvee Jongvee Beweidingsdag 23 mei 2013 Beweiding van jongvee Belang jongvee weiden Grasbenutting, grondbenutting Grasgroei/kwaliteit Grasaanbod/dier/dag

Nadere informatie

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving

Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee. welzijnverrdrijvingverdrijving Voerhekvoerbuisverstotenmelk veeverschilverdrijvingvoerbuiz envoerhekkenverstotenwelzijn voerhekkenvertstotenmelkvee Het onderzoek naar het verschil tussen voerhek welzijnverrdrijvingverdrijving en voerbuizen

Nadere informatie

Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren. Valérie Dekens, TSM PA Merial

Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren. Valérie Dekens, TSM PA Merial Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren Valérie Dekens, TSM PA Merial Het zenuwstelsel van landbouwhuisdieren is op dezelfde manier ontwikkeld als bij mensen. Op basis hiervan kunnen we stellen dat een

Nadere informatie

Klauwgezondheid melkvee

Klauwgezondheid melkvee WUR Livestock Research Klauwgezondheid melkvee Wijbrand Ouweltjes, WUR Livestock Research Onderdeel Wageningen UR, contract research Voorlopers: Praktijkonderzoek, IVO, IVVO, Spelderholt Globale structuur:

Nadere informatie

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS Gezondheidsgedrag als compensatie voor de schadelijke gevolgen van roken COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS Health behaviour as compensation for the harmful effects of smoking

Nadere informatie

De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie

De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie De dag van droogstand is de eerste dag van de lactatie Melkveecongres 2016 Dr Monique Van Goubergen Enter number(s) then press 'Send'. Wat is het doel van de droogstand? Vote for up to 3 choices 1. Voor

Nadere informatie

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior

De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag. The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior De Invloed van Perceived Severity op Condoomgebruik en HIV-Testgedrag The Influence of Perceived Severity on Condom Use and HIV-Testing Behavior Martin. W. van Duijn Student: 838797266 Eerste begeleider:

Nadere informatie

DIGIDERM REKEN DEFINITIEF AF MET KLAUWPROBLEMEN

DIGIDERM REKEN DEFINITIEF AF MET KLAUWPROBLEMEN DIGIDERM REKEN DEFINITIEF AF MET KLAUWPROBLEMEN WWW.AGROLOGIC.BE BASIS MANAGEMENT ALGEMEEN ĶĶKoop koeien van bedrijven met bekende, Mortellaro (digitale dermatitis) vrije geschiedenis. ĶĶVoorkom insleep:

Nadere informatie

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen The Association between Daily Hassles, Negative Affect and the Influence of Physical Activity Petra van Straaten Eerste begeleider

Nadere informatie

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): -

N o t i t i e. Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - Auteur: Horneman Betreft: Lactosebepalingen MPR Datum: Arnhem, 29 augustus 2006 Onze referentie: R&D/06.0108/MH/HWA Bijlage(n): - N o t i t i e Sinds begin 2006 worden resultaten van lactosebepalingen

Nadere informatie

Na volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017.

Na volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017. Inleiding Beste veehouder/ veehoudster, Binnenkort bent u weer toe aan de update van uw BGP en BBP! Om zoveel mogelijk uit uw BGP te halen en kosten zo laag mogelijk te houden verzoeken we u vriendelijk

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope

The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope The relationship between social support and loneliness and depressive symptoms in Turkish elderly: the mediating role of the ability to cope Een onderzoek naar de relatie tussen sociale steun en depressieve-

Nadere informatie

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma

20-4-2012. Afwegingskader Opstallen - Weiden. Stichting Weidegang (missie) Programma Afwegingskader Opstallen - Weiden Symposium Lekker Buiten: Outdoor Animal Husbandry De kracht en uitdagingen van het buiten houden van vee 19 april Wageningen Ir. Q.G.W. (René) van den Oord sr. adviseur

Nadere informatie

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten Verantwoord antibioticumgebruik en selectief nietdroogzetten Een studie in opdracht van Lami uitgevoerd door de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) Juli 2012 1 Inhoud Introduktie... 3 Opzet

Nadere informatie

Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen

Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen Inhoud presentatie Dierziekten: ontwikkelingen BVD en IBR Uiergezondheid: kengetallen omtrent droogstandstherapie Vruchtbaarheid: nieuwe benadering

Nadere informatie

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven Neuropsychologische Behandeling en Sociaal Emotioneel Welzijn bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie Neuropsychological Treatment and Social Emotional Well-being of Children with a Severe Form

Nadere informatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company Evaluatie Conclusie Happy Cow Project: april 2013 Happy Cow Project succesvol afgesloten! Bijna alle deelnemers hebben reeds

Nadere informatie

Kengetallen. E-13 Voortplanting

Kengetallen. E-13 Voortplanting Kengetallen E-13 Voortplanting Inleiding Op melkveebedrijven wordt jaarlijks een aanzienlijke schade geleden als gevolg van een niet optimale tussenkalftijd en een voortijdige afvoer van koeien die niet

Nadere informatie

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten

Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van. zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten Denken is Doen? De cognitieve representatie van ziekte als determinant van zelfmanagementgedrag bij Nederlandse, Turkse en Marokkaanse patiënten met diabetes mellitus type 2 in de huisartsenpraktijk Thinking

Nadere informatie

Weerstands-check: snelle beoordeling van de weerstand in de transitieperiode

Weerstands-check: snelle beoordeling van de weerstand in de transitieperiode Weerstands-check: snelle beoordeling van de weerstand in de transitieperiode Naam veehouder Naam dierenarts Datum Voeding Conditie droogstand De gemiddelde conditie bij afkalven is meer dan 3,5: [Toelichting:

Nadere informatie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en Discrepantie The Relationship between Involvement in Bullying and Well-Being and the Influence of Social Support

Nadere informatie

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR

Besmet met IBR. Congres Gezonde melkveehouderij 10-11-2015. En hoe nu verder? copyright Gezondheidsdienst voor Dieren 1. Inhoud presentatie IBR Besmet met IBR En hoe nu verder? Drs. Frederik Waldeck, dierenarts Congres Gezonde melkveeh Zwolle, 10 november 2015 Inhoud presentatie IBR Stand van zaken Besmet: hoe komt het, wat is het? Aanpak Boerderij,

Nadere informatie

Samen werken aan diergezondheid. Klauwenwaaier

Samen werken aan diergezondheid. Klauwenwaaier Samen werken aan diergezondheid Klauwenwaaier 1. Mortellaro 1=licht 2=matig 3=ernstig 1 Rond-ovale plek < 2 centimeter Vaak overgang huid-hoorn 2 Rond-ovale plek 2-4 centimeter Vaak overgang huid-hoorn

Nadere informatie

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren

INVLOED VAN CHRONISCHE PIJN OP ERVAREN SOCIALE STEUN. De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren De Invloed van Chronische Pijn en de Modererende Invloed van Geslacht op de Ervaren Sociale Steun The Effect of Chronic Pain and the Moderating Effect of Gender on Perceived Social Support Studentnummer:

Nadere informatie

Van klauwverzorging naar klauwmanagement. Johan Hardeman

Van klauwverzorging naar klauwmanagement. Johan Hardeman Van klauwverzorging naar klauwmanagement Johan Hardeman » Bedrijfsverzorging» Combi werk» Uitzendbureau» Klauwverzorgen hoort bij de bedrijfsverzorging 2 1937 3 Nu 4 Bouw en functie 6 7 8 Gezonde klauwen

Nadere informatie

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding?

Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Fosfor op maat: wat is te bereiken via de voeding? Ant Koopmans Wilfried van Straalen Gezonde Melkveehouderij, Zwolle, 15-01-14 Indeling Fosfor huishouding en behoefte Effect van laag P: Korte termijn:

Nadere informatie

Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties

Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties Effect van droogstandslengte op de melkproductie gedurende meerdere opeenvolgende lactaties A. Kok, A.T.M. van Knegsel, C.E. van Middelaar, B. Engel, H. Hogeveen, B. Kemp en I.J.M. de Boer Inleiding Verkorten

Nadere informatie

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer?

Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag. Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type Dementie als Oorzaak van Seksueel Ontremd Gedrag Aanwezigheid van het Gedrag bij Type Alzheimer? Type of Dementia as Cause of Sexual Disinhibition Presence of the Behavior in Alzheimer s Type? Carla

Nadere informatie

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem

De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem De invloed van Bergafat F 100 op melkproductie en samenstelling in tankmelk van melkkoeien in mid-lactatie op een siësta beweidingssysteem Proefverslag nr. 649 oktober 2004 auteur: dr. ir. W.M. van Straalen

Nadere informatie

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria

De Invloed van Religieuze Coping op. Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie. Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria De Invloed van Religieuze Coping op Internaliserend Probleemgedrag bij Genderdysforie Religious Coping, Internal Problems and Gender dysphoria Ria de Bruin van der Knaap Open Universiteit Naam student:

Nadere informatie

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim

De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim De Relatie tussen Werkdruk, Pesten op het Werk, Gezondheidsklachten en Verzuim The Relationship between Work Pressure, Mobbing at Work, Health Complaints and Absenteeism Agnes van der Schuur Eerste begeleider:

Nadere informatie

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children

Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working. mothers with spouse and young children 1 Differences in stress and stress reactivity between highly educated stay-at-home and working mothers with spouse and young children Verschil in stress en stressreactiviteit tussen hoogopgeleide thuisblijf-

Nadere informatie

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien J. Zonderland (ROC Bosma Zathe) K. Kalis (Gezondheidsdienst voor Dieren in Noord-Nederland) Als weidende koeien krachtvoer krijgen of als koeien op stal

Nadere informatie

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding Een paar startpunten voor discussie Wie ben ik? Boerenzoon, 45 melkkoeien Studie veeteelt, LandbouwUniversiteit Wageningen Epidemiologie Economie (lange termijn

Nadere informatie

Smart Farming: Heden & toekomst. Kristine Piccart (ILVO) Veetournee 2018

Smart Farming: Heden & toekomst. Kristine Piccart (ILVO) Veetournee 2018 Smart Farming: Heden & toekomst Kristine Piccart (ILVO) Veetournee 2018 2 Overzicht ❶ ❷ ❸ ❹ ❺ Inleiding Monitoring gezondheid & productie Toekomstvisie Conclusies Vragen 3 1. Inleiding 4 Smart farming

Nadere informatie

Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd

Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd Effectieve lactatie: een nieuwe maat voor melkproductie die corrigeert voor droogstandslengte en tussenkalftijd A. Kok, C.E. van Middelaar, B. Engel, A.T.M. van Knegsel, H. Hogeveen, B. Kemp en I.J.M.

Nadere informatie

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee

Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Diergeneeskundige bedrijfsadvisering bij melkvee Pieter Passchyn AMCRA seminarie: Vaccinatie, bioveiligheid en management als tools voor een verminderd antibacterieel gebruik, Brussel, 10-11 oktober 2013

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Mei 2017 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het ADLO demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u de vijfde nieuwsbrief.

Nadere informatie

Voergang één zijde krachtvoerautomaten. veel weidegang, simpele huisvesting. Via selectiepoorten bijvoergedeelte

Voergang één zijde krachtvoerautomaten. veel weidegang, simpele huisvesting. Via selectiepoorten bijvoergedeelte FamilieKudde Toelichting ontwerpen familiekudde Er zijn 6 ontwerpen voor familiekudde gemaakt. Deze zijn ontworpen in samenwerking met melkveehouders, adviseurs, onderzoekers en een architect. De ontwerpen

Nadere informatie

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive 1 Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive Femke Boom Open Universiteit Naam student: Femke Boom Studentnummer: 850762029 Cursusnaam: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB Examen VMBO-BB 2015 gedurende 240 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE BB Naam kandidaat Kandidaatnummer Bij dit examen horen een uitwerkbijlage en

Nadere informatie

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA

Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Het meten van de kwaliteit van leven bij kinderen met JIA Measuring quality of life in children with JIA Masterthese Klinische Psychologie Onderzoeksverslag Marlot Schuurman 1642138 mei 2011 Afdeling Psychologie

Nadere informatie

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen Mastitis en de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Denken in een tijd zonder quotum Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten En nu zonder quotum Oude denken Productiecapaciteit

Nadere informatie

Protocol klauwaandoeningen

Protocol klauwaandoeningen Protocol klauwaandoeningen Algemeen In het algemeen kan gesteld worden dat de mate van problemen afhankelijk is van de voeding, huisvesting en het stalklimaat. Met andere woorden: hoe schoner en droger

Nadere informatie

Grip op Klauwen. Quickscan

Grip op Klauwen. Quickscan Grip op Klauwen Quickscan L.P.J.G van Beek J.J.B Groosman G.C.P Huijben Begeleiders: M van Barneveld (Hogeschool Has Den Bosch) G.C.P.M van Laarhoven (ZLTO) C.W.C.M Vermeer (ZLTO) Derdejaars periferie

Nadere informatie

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa Physical factors as predictors of psychological and physical recovery of anorexia nervosa Liesbeth Libbers

Nadere informatie

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner

De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner De Relatie tussen Momentaan Affect en Seksueel Verlangen; de Modererende Rol van de Aanwezigheid van de Partner The association between momentary affect and sexual desire: The moderating role of partner

Nadere informatie

BASISINVENTARISATIE. Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid

BASISINVENTARISATIE. Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid BASISINVENTARISATIE Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid Basisinventarisatie Voor een systematische aanpak van klauwgezondheid is het belangrijk dat zowel de bevindingen als

Nadere informatie

Mentaal Weerbaar Blauw

Mentaal Weerbaar Blauw Mentaal Weerbaar Blauw de invloed van stereotypen over etnische minderheden cynisme en negatieve emoties op de mentale weerbaarheid van politieagenten begeleiders: dr. Anita Eerland & dr. Arjan Bos dr.

Nadere informatie

Onderzoeksverslag. Zand en Economie. Johannes van der Velde

Onderzoeksverslag. Zand en Economie. Johannes van der Velde Onderzoeksverslag Zand en Economie Johannes van der Velde 900210001 Titelblad Auteur: Johannes van der Velde Titel: Instituut/uitgever: Vetvice; happy cows, happy farmers Plaats: Oosterwolde Datum: December

Nadere informatie

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything:

Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie. I feel nothing though in essence everything: Ik voel niets maar eigenlijk alles: Verbanden tussen Alexithymie, Somatisatiestoornis en Depressie I feel nothing though in essence everything: Associations between Alexithymia, Somatisation and Depression

Nadere informatie

SimHerd - oefeningen. Jehan Ettema, SimHerd Inc., 22-03-2016

SimHerd - oefeningen. Jehan Ettema, SimHerd Inc., 22-03-2016 SimHerd - oefeningen Jehan Ettema, SimHerd Inc., 22-03-2016 Je gaat nu oefeningen maken met het SimHerd model. Je gaat scenarios analyseren en aan de hand daarvan vragen beantwoorden. 1. www.simherd.com,

Nadere informatie

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel

Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Voorspellers van Leerbaarheid en Herstel bij Cognitieve Revalidatie van Patiënten met Niet-aangeboren Hersenletsel Een onderzoek naar de invloed van cognitieve stijl, ziekte-inzicht, motivatie, IQ, opleiding,

Nadere informatie

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018

Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter. Uiergezondheidspanel november 2018 Staphycoloccus aureus, van kwaad naar beter Uiergezondheidspanel november 2018 Kees Uil Introductie Vooropleiding HAS Dronten richting Veehouderij en Diergezondheid Afgestudeerd Diergeneeskunde 2013 naar

Nadere informatie

Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014. Bart Geurts Dierenarts

Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014. Bart Geurts Dierenarts Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014 Bart Geurts Dierenarts Indeling presentatie Antibioticabeleid Waarom zijn de richtlijnen ontwikkeld? Waar zijn de richtlijnen op gebaseerd? Wat zijn de nieuwe richtlijnen?

Nadere informatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie

De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een. Vaste Relatie De Samenhang tussen Dagelijkse Stress, Emotionele Intimiteit en Affect bij Partners met een Vaste Relatie The Association between Daily Stress, Emotional Intimacy and Affect with Partners in a Commited

Nadere informatie

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit.

De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van. Criminaliteit. Running head: Desistance van Criminaliteit. 1 De Invloed van Persoonlijke Doelen en Financiële Toekomst perspectieven op Desistance van Criminaliteit. The Influence of Personal Goals and Financial Prospects

Nadere informatie

Houd SARA buiten de deur. Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015

Houd SARA buiten de deur. Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015 Houd SARA buiten de deur Jan Veling, GD Gezonde Melkveehouderij, 15 januari 2015 Opzet presentatie Waarom praten over SARA? Wie of wat is SARA? Hoe herken ik SARA? Hoe houd ik SARA buiten de deur? SARA:

Nadere informatie

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten

Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Verschil in Perceptie over Opvoeding tussen Ouders en Adolescenten en Alcoholgebruik van Adolescenten Difference in Perception about Parenting between Parents and Adolescents and Alcohol Use of Adolescents

Nadere informatie

Global TV Canada s Pulse 2011

Global TV Canada s Pulse 2011 Global TV Canada s Pulse 2011 Winnipeg Nobody s Unpredictable Methodology These are the findings of an Ipsos Reid poll conducted between August 26 to September 1, 2011 on behalf of Global Television. For

Nadere informatie

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De veestapel maakt het verschil Wat is een goed presterende veestapel? Hoge melkproductie met goede gehalten Efficiënt omzetten van voer in melk Hoge

Nadere informatie

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink Verslag van de bijeenkomst van het uiergezondheidspanel najaar 2011 Het Uiergezondheidspanel (UGP) is een deskundig, onafhankelijk en divers discussieplatform op het gebied van uiergezondheid bij melkvee.

Nadere informatie

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit

Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit 1 Ouderlijke Controle en Angst bij Kinderen, de Invloed van Psychologische Flexibiliteit Nicola G. de Vries Open Universiteit Nicola G. de Vries Studentnummer 838995001 S71332 Onderzoekspracticum scriptieplan

Nadere informatie

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer

Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer. Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Januari 2013 Meten van voerefficiëntie voor betere benutting eigen ruwvoer Herman van Schooten (WUR-LR) Hans Dirksen (DMS) Januari 2013 Inleiding

Nadere informatie

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners

Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners Validatie van de Depressie lijst (DL) en de Geriatric Depression Scale (GDS-30) bij Verpleeghuisbewoners van Somatische en Psychogeriatrische Afdelingen Validation of the Depression List (DL) and the Geriatric

Nadere informatie

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education Inger Anneberg, anthropologist, post doc, Aarhus University, Department of Animal Science Jesper Lassen, sociologist, professor, University

Nadere informatie

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work.

De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk. The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work. De Relatie Tussen de Gehanteerde Copingstijl en Pesten op het Werk The Relation Between the Used Coping Style and Bullying at Work Merijn Daerden Studentnummer: 850225144 Werkstuk: Empirisch afstudeeronderzoek:

Nadere informatie

Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies

Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies Jongerencongresdag Melkvee management Niels Achten niels.achten@liba.be Inhoud 1 2 Inhoud Niels Achten 3 4 Niels Achten 5 6 1 Liba Vlaamse studie (2012) Sinds 1991 360 cliënten melkveehouders Gemiddeld

Nadere informatie

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out

GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1. Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out GOAL-STRIVING REASONS, PERSOONLIJKHEID EN BURN-OUT 1 Het effect van Goal-striving Reasons en Persoonlijkheid op facetten van Burn-out The effect of Goal-striving Reasons and Personality on facets of Burn-out

Nadere informatie

Stap 3. Inventarisatieformulier

Stap 3. Inventarisatieformulier Stap 3. Inventarisatieformulier Voor bedrijven met meer dan vijf procent verwerpers op jaarbasis of een abortusstorm. Algemeen Aantal melkkoeien: Geslotenheid bedrijf (aanvoer, o.a. stier, keuringen, samen

Nadere informatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie Causale Relatie tussen intimiteit en seksueel verlangen 1 De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie The causal

Nadere informatie

dierenartsenpraktijk Het Zuidenveld

dierenartsenpraktijk Het Zuidenveld dierenartsenpraktijk Het Zuidenveld Verslag bedrijfsbezoek studiegroep DBID over Voeding en Diergezondheid op 15 september 2009 bij VOF Westerhof, Holthe 37 E, Beilen. Bedrijfskarakteristiek: Melkveebedrijf

Nadere informatie

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.

Nadere informatie

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen

Waarom? Vertering bij de koe. Missie 8/03/2012. Belangrijkste economische parameters. Efficiënt en effectief gebruik van MPR. via rantsoenwijzigingen Efficiënt en effectief gebruik van MPR Missie Objectieve data verzamelen Analyse Lokeren, 7 maart 2012 Concreet en bedrijfsspecifiek advies Opvolging Opleiding Er is geen universele waarheid Ieder bedrijf

Nadere informatie

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek

BVD aanpak in de praktijk. Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek BVD aanpak in de praktijk Pauline Athmer DAP Nijkerk-Wellensiek Inhoud presentatie Even voorstellen Waarom BVD? De BVD drager Hoe kom je aan BVD? Hoe kom je er weer vanaf? BVD aanpak in onze praktijk Enkele

Nadere informatie

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats

De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief. Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats De Relatie tussen Lichamelijke Gezondheid, Veerkracht en Subjectief Welbevinden bij Inwoners van Serviceflats The Relationship between Physical Health, Resilience and Subjective Wellbeing of Inhabitants

Nadere informatie

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen

Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve. Agressie. Pien S. Martens. Open Universiteit Heerlen REACTIEVE AGRESSIE Het Verband Tussen Negatieve Levensgebeurtenissen, 5-HTTLPR en Reactieve Agressie Pien S. Martens Open Universiteit Heerlen Naam student: Pien Sophie Martens Studentnummer: 850945172

Nadere informatie

NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde

NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde Inleiding Na elke monstername wordt voor alle melkkoeien op het bedrijf een Netto Opbrengst (NO) berekend. De NO geeft het gecorrigeerde rendement van

Nadere informatie

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang?

gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? gedrag? Wat is de invloed van gender op deze samenhang? Is er een samenhang tussen seksuele attituden en gedragsintenties voor veilig seksueel Is there a correlation between sexual attitudes and the intention to engage in sexually safe behaviour? Does gender

Nadere informatie

Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie

Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie Nieuwe modellen voor het schatten van genotype-milieu interactie Mario Calus Roel Veerkamp Divisie Dier en Omgeving Animal Sciences Group (ASG) - Lelystad Wageningen UR Wat is genotype-milieu interactie?

Nadere informatie

Wat wil de koe? Dairy Campus, Symposium Biodiversiteit en melkveehouderij, mei 2018 Agnes van den Pol-van Dasselaar

Wat wil de koe? Dairy Campus, Symposium Biodiversiteit en melkveehouderij, mei 2018 Agnes van den Pol-van Dasselaar Wat wil de koe? Dairy Campus, Symposium Biodiversiteit en melkveehouderij, mei 2018 Agnes van den Pol-van Dasselaar Wat wil de koe? 2 Antropomorfisme Grieks woord voor 'mens' (ἄνϑρωπος / ánthrōpos) Grieks

Nadere informatie

Trend aankoopprotocol

Trend aankoopprotocol aantal protocols Dierengezondheidszorg Vlaanderen vzw PERSARTIKEL Drongen, Torhout, 19 februari 2013 Auteur: Koen De Bleecker, Teamleider gezondheidszorg herkauwers, DGZ 2 jaar aankoopprotocol: resultaten

Nadere informatie

Transitie transparant? management zoals rantsoen, huisvesting en comfort moet goed zijn, dat corrigeer je niet met een brok.

Transitie transparant? management zoals rantsoen, huisvesting en comfort moet goed zijn, dat corrigeer je niet met een brok. Transitie transparant? De transitieperiode van melkkoeien is een veelbesproken onderwerp waar veel (meer) aandacht voor is. Iedereen heeft er zijn eigen systeem en methoden voor en er is veel over te lezen

Nadere informatie

Dierenbescherming Lectoraat Welzijn van Dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. 13 oktober 2011

Dierenbescherming Lectoraat Welzijn van Dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. 13 oktober 2011 Dierenbescherming Lectoraat Welzijn van Dieren Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie Vertrouwensloket Preventie Verwaarlozing Landbouwhuisdieren, Jan Veling Grenzen aan preventie Jan Veling

Nadere informatie