Grip op Klauwen. Quickscan

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Grip op Klauwen. Quickscan"

Transcriptie

1 Grip op Klauwen Quickscan L.P.J.G van Beek J.J.B Groosman G.C.P Huijben Begeleiders: M van Barneveld (Hogeschool Has Den Bosch) G.C.P.M van Laarhoven (ZLTO) C.W.C.M Vermeer (ZLTO) Derdejaars periferie stage s-hertogenbosch, 3 mei 2011

2 Voorwoord Naar aanleiding van het project Grip op Klauwen was het nodig in kaart te brengen welk beeld melkveehouders hebben op been- en klauwgezondheid. Daarom hebben wij 111 melkveehouders bezocht en daar een enquête afgenomen over het beeld dat zij hebben op de been- en klauwgezondheid. Om ons voor te bereiden op de enquêtes hebben wij eerst uitgezocht welke been- en klauwaandoeningen er eigenlijk zijn en hoe deze er ongeveer uitzien, zodat we met de veehouders konden praten over de oorzaken en gevolgen. Na de enquêtes afgenomen te hebben, zijn we de gegevens gaan verwerken met SPSS. Het bleek dat veel resultaten niet normaal verdeeld waren. Hierdoor was het lastig om aan te geven of de resultaten significant verschilden of niet. Onze eerste resultaten hebben wij in een presentatie voorgelegd aan de projectgroep van Grip op Klauwen. Zij hebben ons nog wat nuttige tips meegegeven om in de rapportage te verwerken. Deze rapportage zal alleen binnen de ZLTO en de projectgroep verspreid worden en gebruikt worden om verdere stappen te ondernemen in de rest van het onderzoek Grip op Klauwen. Wij willen graag onze projectbegeleiders Guus van Laarhoven en Chris Vermeer bedanken voor hun hulp bij het samenstellen van de quickscan en voor de prettige samenwerking binnen de ZLTO. Daarnaast willen wij alle veehouders bedanken die ons thuis hebben willen ontvangen om de quickscan af te nemen en als laatste willen wij de projectgroepleden bedanken voor hun nuttige feedback. Luuk van Beek Jeanneke Groosman Geert Huijben s-hertogenbosch, 4 mei 2011

3 Inhoud Voorwoord...2 Samenvatting...4 Inleiding Materiaal en Methode Adressen Quickscan Analyse Resultaten Beleving belangrijkheid Inschattingen Kennis ( Wat ze weten en manier van kennis vergaren) Kennisniveau Vergaren van kennis Registratiemethoden Aanpak Klauwverzorgen Voetbad Conclusie...17 Bronnen...19 Bijlagen...20 Bijlage 1 Quickscan...20 Bijlage 2 Schema s quickscan...24

4 Samenvatting Voor dit onderzoek zijn er 111 quickscans afgenomen bij melkveebedrijven verspreid over heel Nederland. De quickscan bestond uit 36 vragen, die door studenten op het bedrijf aan de veehouder zijn gesteld. Doel van de quickscan was om inzicht te krijgen in de beleving en de aanpak van klauwproblemen op individuele melkveebedrijven, het kennisniveau van melkveehouders en het praktijkgebruik van registratiemiddelen ten aanzien van klauwgezondheid. De veehouders werden gevraagd om vier bedrijfsonderwerpen op een rij te zetten. Klauwgezondheid en uiergezondheid werden beiden door 41% van de veehouders het meest belangrijk bevonden, problemen rond het afkalven en vruchtbaarheid werden door respectievelijk 12 en 11% van de veehouders het meest belangrijk bevonden. Veehouders verdiepten zich meer in uiergezondheid dan in klauwgezondheid. Veehouders schatten het percentage klauwproblemen op hun bedrijf lager in dan het landelijk gemiddelde. Zo wordt het percentage koeien dat een of meerdere keren kreupel is per lactatie door veehouders geschat op 20% ten opzichte van een landelijke gemiddelde van 30%. Ook dacht 75% van de veehouders dat het percentage koeien met een klauwaandoening op hun bedrijf lager is dan landelijk. Op de vraag welke klauwaandoeningen een veehouder kon noemen werd mortellaro het meest genoemd (95%), andere belangrijke klauwaandoeningen (zoolzweer, tussenklauwontsteking, stinkpoot en wittelijndefect) werden ook door de helft of meer van de veehouders genoemd. De mate waarin klauwaandoeningen werden genoemd, hing sterk samen met het voorkomen van de aandoening op het bedrijf. Zoolbloeding werd als aandoening opvallend weinig genoemd (5%). Veehouders gaven aan dat mortellaro en zoolzweer het meest voorkwamen op hun bedrijf (70%), gevolgd door tussenklauwontsteking en witte lijndefect (40%). Van de meest genoemde klauwaandoeningen gaf 80% of meer van de veehouders aan de te gebruiken behandelmethode te kennen. Als middelen om informatie te krijgen over klauwaandoeningen gaven veehouders met name vakliteratuur (49%) en voorlichting (door dierenarts, klauwverzorger of veevoerleverancier) (17%) op. Cursussen, studieclubs of informatieavonden werden door minder dan een kwart van de veehouders genoemd. Meer dan de helft van de geïnterviewde veehouders registreert de klauwproblemen bij hun koeien niet. Van degenen die wel de klauwaandoeningen registreren doet ruwweg de helft dit digitaal (managementprogramma of Digiklauw) en de andere helft op papier. Vragen naar de aanpak van klauwproblemen waren onderverdeeld in de verzorging van klauwen en het gebruik van een voetbad. Het verzorgen van de klauwen wordt door ruwweg 40% van de veehouders altijd zelf gedaan, 50% van de veehouders doet het of zelf en laat het ook door de rundveepedicure doen en 10% van de veehouders laat de klauwverzorging altijd door de rundveepedicure doen. Veehouders doen de klauwverzorging met name zelf bij problemen (90% van veehouders) en bij droogzetten (40%). Ruwweg de helft van de veehouders past een koppelbehandeling toe, dit wordt voor een grote meerderheid uitgevoerd door de rundveepedicure. Bij koppelbehandeling is twee keer per jaar de meest voorkomende frequentie. Ruim 60% van de veehouders maakt gebruik van een voetbad, 10 procent gebruikt een alternatief voor het voetbad. Ruim een derde van de veehouders herhaalt het voetbad binnen 2 weken en ruim twee derde herhaalt het voetbad binnen een maand. Bijna 30% van de veehouders gebruikt geen voetbad of een alternatief daarvoor.

5 Inleiding Tegenwoordig wordt er veel aandacht besteed aan duurzaamheid en dierenwelzijn. Zowel door de veehouders, maar ook door de burgers en de politiek. Been- en klauwproblemen bij melkvee hebben betrekking op duurzaamheid en ook op dierenwelzijn. Als een koe vaak been- of klauwproblemen heeft is ze minder duurzaam en heeft ze pijn waardoor het welzijn minder is. Daarnaast lijdt het werkplezier van de ondernemer en het economisch resultaat hieronder. Reden genoeg om hier iets aan te doen. Ondanks dat er al veel kennis is ontwikkeld op het gebied van been- en klauwgezondheid, is de been- en klauwgezondheid op een te laag niveau. Om deze en bovenstaande redenen hebben de LTO organisaties het initiatief genomen om samen met projectpartners, zoals CRV, AB, VvRP, GD en de KNMvD, het project Grip op klauwen te ontwikkelen. Bij aanvang van het project zal met behulp van een quickscan onder een representatieve groep melkveehouders ( ) worden geïnventariseerd wat de stand van zaken is ten aanzien van been- en klauwproblematiek in hun sector. Met de resultaten van de quickscan zal er antwoord gegeven worden op de volgende hoofdvraag: Wat is het beeld dat de melkveehouders hebben over de been- en klauwproblematiek bij hun veestapel? Dit wordt gedaan door antwoord te geven op een aantal deelvragen. Wat is de aanpak van de been- en klauwproblematiek op individuele melkveebedrijven? Wat is het kennisniveau van melkveehouders ten aanzien van been- en klauwgezondheid? Wat is de beleving van been- en klauwproblematiek door de melkveehouder? Hoe wordt de been- en klauwgezondheid in de praktijk geregistreerd? De quickscan wordt door drie HAS studenten uitgevoerd, onder begeleiding van de projectleiding en eventuele andere projectpartners. De projectgroep zal dienen als klankbordgroep ten aanzien van de uitvoering en resultaten van de quickscan. De resultaten van de quickscan dienen als basis voor de verdere activiteiten in het project. De doelstelling van dit onderzoek is het opstellen, afnemen en analyseren van een quick-scan met betrekking tot been- en klauwgezondheid om zo het project Grip op klauwen een basis te geven voor verdere activiteiten. De belanghebbende bij dit onderzoek is de projectorganisatie van Grip op klauwen en indirect hebben de Nederlandse melkveehouders, rundveepedicures, dierenartsen en voorlichters er belang van.

6 2 Materiaal en Methode Het onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de ZLTO voor het project Grip op Klauwen. De ZLTO heeft drie studenten geworven die de quickscans af gaan nemen. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe zij te werk gaan om de beoogde doelen te halen. Ook wordt er een motivatie gegeven op de manier van werken. 2.1 Adressen Om de hoofdvraag: Wat is het beeld dat de melkveehouders hebben over de been- en klauwproblematiek bij hun veestapel? te beantwoorden moet er bij minimaal 100 melkveehouders een quickscan afgenomen worden. De doelstelling is om bij 150 melkveehouders een quickscan af te nemen, dit omdat zo de betrouwbaarheid van de analyse groter wordt. De quickscans moeten over heel Nederland afgenomen worden om zo een representatieve steekproef van de Nederlandse melkveehouders te krijgen. De ZLTO doet een aanvraag voor 400 willekeurige adressen van melkveehouders in Nederland bij het Productschap Zuivel. Het enige selectiecriterium waar de melkveehouders aan moeten voldoen is dat zij een quotum hebben van meer dan kg melk. Het moet ook mogelijk zijn om uit 400 adressen 150 meewerkende melkveehouders te verkrijgen. Als de adressen binnen zijn worden er telefoonnummers bij gezocht en worden de adressen van alle melkveehouders op een kaart gezet. Dit wordt gedaan om de bedrijven goed te kunnen clusteren zodat er niet grote afstanden gereden hoeven worden. Er is namelijk voor gekozen om bij alle bedrijven persoonlijk langs te gaan, omdat zo de respons groter is. Ook gaat de kwaliteit omhoog omdat er vlotter gesproken gaat worden en er makkelijker dieper op het onderwerp in gegaan kan worden. Hierdoor kun je per bedrijf nog specifieker informatie verzamelen. Verder verkleint het fouten binnen de communicatie. Er is voor gekozen om met zijn drieën alle melkveehouders te bezoeken. Zo kan één iemand de vragen stellen en de andere twee kunnen zich concentreren op de antwoorden die de boer geeft. Als er ingezien wordt dat het beoogde doel van 150 niet behaald wordt vanwege tijdnood, dan gaat ieder voor zich bedrijven bezoeken of één iemand gaat al beginnen met het invoeren en analyseren en de anderen blijven bezoeken. Doordat er al een begin gemaakt is met invoeren en analyseren kunnen er langer boeren bezocht worden. 2.2 Quickscan Om een goed beeld van de veehouder te krijgen over de been- en klauwgezondheid. Wordt er een quickscan opgesteld, die inzicht moet geven in de volgende aspecten: Inzicht in de aanpak op been- en klauwproblematiek op individuele melkveebedrijven. Inzicht in het kennisniveau van melkveehouders ten aanzien van been- en klauwgezondheid. Inzicht in de beleving van been- en klauwproblematiek door de melkveehouder Inzicht in het praktijkgebruik van registratiemiddelen ten aanzien van been- en klauwgezondheid. In bijlage 1 is de quickscan te vinden. Voor een aantal vragen van de quickscan is een schema opgesteld om daarin de antwoorden snel te kunnen verwerken. Deze schema s zijn te vinden in bijlage 2. Tijdens het bezoeken stelde één iemand de vragen, één iemand vulde de vragen in op een quickscan en één iemand vulde de schema s in. In de quickscan zitten een aantal ongeveer dezelfde vragen, zodat gecontroleerd kan worden of de veehouder dezelfde antwoorden geeft. Ook staan de vragen veelal in een gehusselde volgorde. Dit is bewust gedaan zodat de veehouder niet sociaal aanvaarde antwoorden gaat geven. Daarnaast wordt er tijdens het telefonisch contact, om een afspraak te maken om de quickscan af te nemen, gevraagd of de melkveehouder wil meewerken aan een quickscan over diergezondheid, om de diergezondheid bij melkvee in Nederland te verbeteren. Dit wordt gedaan, omdat op deze manier niet alleen de melkveehouders die intensief bezig zijn met been- en klauwgezondheid meedoen, maar juist ook boeren die er niet zo mee bezig zijn. Daarnaast is er minder kans dat de melkveehouders alles over klauwgezondheid op zoeken en we dus een beeld krijgen van dat moment.

7 2.3 Analyse Als de (meeste) quickscans zijn afgenomen wordt er begonnen met analyseren. Er wordt gewerkt met SPSS hierin zal een dataset gemaakt worden om de gegevens van de quickscans te analyseren. De gegevens kunnen eventueel eerst in Excel worden in gevoerd en naderhand in SPSS gekopieerd worden. Met SPSS zullen een aantal antwoorden gemiddeld, vergeleken of opgeteld worden. Hiermee worden de beoogde doelen behaald.

8 3 Resultaten In totaal is bij 111 melkveehouderijen verspreid over heel Nederland de quickscan afgenomen. De resultaten die hierbij naar voren zijn gekomen zullen in dit hoofdstuk verder aan bod komen. Eerst zal de beleving van de melkveehouders belicht worden. Daarna het kennisniveau en als laatste de aanpak met betrekking op been- en klauwgezondheid. 3.1 Beleving In deze paragraaf zullen eerst de belangrijkheid van been- en klauwgezondheid op melkveehouderijen aan bod komen. Hierna zal er wat verteld worden over de inschattingen van been- en klauwproblemen ten opzichte van been- en klauwproblemen in Nederland belangrijkheid De opdracht was om in kaart te brengen hoe de Nederlandse melkveehouder tegen been- en klauwproblematiek aankijkt. Een onderdeel hiervan is het in kaart brengen van de beleving die de gemiddelde Nederlandse melkveehouder heeft bij been- en klauwproblemen. Hiervoor is er onderscheid gemaakt tussen wat er belangrijk gevonden wordt en wat de inschattingen zijn van de problemen binnen het eigen bedrijf tegenover deze in Nederland. 111 veehouders werden gevraagd om vier bedrijfsonderwerpen op een rij te zetten. Deze onderwerpen waren: Been- en klauwgezondheid, uiergezondheid, vruchtbaarheid en problemen rondom afkalven. Bijna alle veehouders gaven aan het erg lastig te vinden om te kiezen omdat zij alle onderwerpen zeer belangrijk vinden. In figuur 3.1 staan de resultaten van deze vraag. Van alle ondervraagden heeft 1,8% aangegeven dat ze echt niet konden kiezen en bij hun alles op nummer één stond. Daarom zijn de rijen en kolommen opgeteld ook geen 100%. Opvallend is dat been- en klauwgezondheid en uiergezondheid even belangrijk gevonden worden, want 41% van de Nederlandse melkveehouders vind been- en klauwgezondheid het belangrijkst en ook 41% vind uiergezondheid het belangrijkst. Been- en klauwgezondheid Uiergezondheid Vruchtbaarheid Problemen rondom afkalven 1 e plaats e plaats e plaats e plaats Figuur 3.1 Score s van de onderwerpen in procenten. Daarnaast werd gevraagd of ze zich meer verdiepten in been- en klauwgezondheid of in zeven andere onderwerpen. Deze onderwerpen waren: uiergezondheid, voeding, fokkerij, vruchtbaarheid, voederteelt, algemene diergezondheid en huisvesting. In figuur 3.2 is de uitslag hiervan te vinden.

9 Figuur 3.2 De vergelijking of er meer of minder verdiept wordt in deze onderwerpen ten opzichte van been- en klauwgezondheid. Opvallend bij het vergelijken tussen deze uitslagen is dat bij de vraag wat er belangrijk wordt gevonden been- en klauwgezondheid net zo hoog scoort als uiergezondheid, deze twee onderwerpen worden beiden door 41% op de eerste plaats gezet. Terwijl in de vraag die naderhand komt over waar ze zich meer in verdiepen, uiergezondheid (>60%) duidelijk beter scoort dan been- en klauwgezondheid (< 30) procent. Hiervoor zou een verklaring te vinden kunnen zijn in de hoeveelheid informatie die beschikbaar is over beide onderdelen. Zoals het feit dat er veel informatie beschikbaar is over uiergezondheid door het UGCN (Uier Gezondheid Centrum Nederland). Een andere eventuele verklaring is dat er door het laten verzorgen van de klauwen door een professionele klauwverzorger de veehouder denkt minder op de hoogte te hoeven zijn over been- en klauwgezondheid. Dit betekent niet dat het minder belangrijk gevonden wordt maar wel dat de veehouder er persoonlijk minder aandacht aan besteedt. Daarnaast zijn een aantal van deze onderwerpen middelen om doelen te behalen. Bijv. een goede voeding zorgt voor gezonde dieren met een goede productie. Been- en klauwgezondheid is voeding gerelateerd mede daarom wordt er meer in voeding verdiept dan in been- en klauwgezondheid Inschattingen Om de inschattingen in kaart te kunnen brengen zijn er zes inschattingsvragen gesteld. Deze gingen over hoeveel procent van het melkvee de melkveehouders dachten dat een klauwaandoening had, kreupel liep en gezonde achterklauwen had. Deze vragen werden twee keer gesteld waarbij telkens één hiervan over het eigen bedrijf ging en de ander over het Nederlandse gemiddelde. De uitslag hiervan staat in figuur 3.2.

10 Figuur 3.3: De gemiddelde inschattingen op aandoeningen op het eigen bedrijf tegenover landelijke schattingen. Opvallend hieraan is dat de ondernemers is het algemeen denken dat ze zelf onder het landelijk gemiddelde zitten. Zo wordt er gedacht dat op het eigen bedrijf bijna 20 procent meer melkvee is met volledig gezonden achterklauwen. Ook denkt de melkveehouder 10% minder kreupele koeien te hebben. Daarnaast is er met been- en klauwaandoeningen een verschil van bijna 20 procent. Als er een vergelijking gemaakt wordt hoeveel bedrijven zichzelf boven het landelijk gemiddeld inschatten zijn er de volgende resultaten. Figuur 3.4: Inschattingen klauwaandoeningen. Figuur 3.5: Inschattingen kreupelheid

11 Figuur 3.6: Inschattingen volledig gezonde achterklauwen. Bij alle genoemde onderdelen denken de meeste ondervraagden dat ze beter zijn dan het gemiddelde. Dit betekent dat de been- en klauwaandoeningen worden onderschat en de veehouders denken dat ze niet vallen onder de grote hoeveelheid been- en klauwproblemen die in Nederland voorkomen. Een punt wat tijdens het afnemen opviel was dat er een groot aantal ondernemers de gemiddelde Nederlandse getallen wel wisten maar toch een lager Nederlands gemiddelde noemden omdat ze niet geloofde dat het juiste getallen waren. 3.2 Kennis ( Wat ze weten en manier van kennis vergaren) In deze paragraaf wordt eerst het kennisniveau van de veehouders zelf gepeild. Daarnaast wordt er weergegeven op welke manieren de veehouders kennis vergaren. Als laatste worden de registratiemethoden nog weergegeven Kennisniveau Om te peilen hoe goed de veehouders op de hoogte waren van been- en klauwaandoeningen werd in de quickscan een vraag gesteld waarbij de veehouders moesten aangeven welke aandoeningen zij kennen. Hierbij werden geen voorbeelden gegeven zodat de parate kennis werd getoetst. Vervolgens werd er gevraagd van welke been- en klauwaandoeningen ze een behandelmethode weten. Hierbij is niet gekeken welke behandel methode dit was maar puur of ze zelf dachten dat ze een juiste hadden. Verder kwam de vraag langs welke been- en klauwaandoeningen voorkomen in hun melkveestapel.

12 Figuur 3.7: Aandoeningen die de veehouder kan noemen, waarbij hij een behandelmethode zegt te weten en of deze aandoening op het bedrijf voorkomt (alles in percentage). In figuur 3.7 is duidelijk te zien dat de genoemde been- en klauwaandoening samenhangt met wat voorkomt op het eigen bedrijf. Dit betekent dat er alleen kennis is over wat er voorkomt, of wat ze denken dat er voorkomt, op het bedrijf. De rode balk (behandelmethoden weten) steekt heel erg uit en het lijkt dat de boeren de klauwaandoening niet kunnen noemen, maar wel een behandelmethode weten dit is echter niet waar, want de rode balk is een percentage van de blauwe balk. Bijvoorbeeld: 60% van de melkveehouders weet stinkpoot te noemen. Van die 60% weet 82% ook een behandel methode van stinkpoot. En bij 29% van de melkveehouders komt stinkpoot ook daadwerkelijk voor op het bedrijf. Als er naar de behandelmethodes gekeken wordt blijkt dat bij een groot deel van de aandoeningen wel een behandel methode bekent is. Maar dat er nog genoeg aandoeningen zijn waarbij een deel van de veehouders geen behandelmethode weet Vergaren van kennis Aan het einde van de quickscan werd de vraag gesteld of ze op de hoogte gehouden wilden worden over been- en klauwproblemen en op welke manier ze dit wilden. Hierbij waren meerdere antwoorden mogelijk. De resultaten staan in figuur 3.8. Omdat er meerdere opties mogelijk waren staat vakliteratuur op bijna 50 procent, maar toch noemde 101 boeren vakliteratuur als middel om op de hoogte te blijven. Vooral omdat dit door allemaal gelezen wordt en het een praktische manier is om wat tijd in te vullen en niet perse tijd voor gemaakt hoeft te worden. De op één na meeste genoemde manier is voorlichting. Hierbij wordt er gedacht aan persoonlijke voorlichting van de dierenarts, klauwverzorger en de voervoorlichter. Onder andere werd genoemd persoongerichte informatie per of een nieuwsbrief van de GD. Het speciaal bijwonen van bijeenkomsten zoals cursussen, studieclubs en informatie avonden is met een kleine 20 procent niet gewild bij de ondervraagden.

13 Figuur 3.8 Manier waarop de veehouder op de hoogte gehouden wil worden (%) Registratiemethoden In het onderzoek werd speciaal gekeken naar het gebruik van registratiemiddelen door de veehouders. Er werd een vraag gesteld of hier gebruik van gemaakt wordt. Opvallend is dat er vrij weinig gebruik gemaakt wordt van registratiemiddelen. Zoals te zien in het onderstaande cirkeldiagram, wordt er door meer dan de helft van de ondervraagde geen gebruik gemaakt van registratie. 16,2 procent houdt de been- en klauwproblemen van hun koppel bij in een management programma. Verder doet 5,4 procent van de ondervraagde mee aan digiklauw en wordt het daarmee ook geregistreerd. Op een andere manier wordt door 21,6 procent van de ondervraagde been- en klauwproblemen geregistreerd. Hieronder vallen voornamelijk het bijhouden op een kalender of kladblok van behandelingen en het bijhouden van medicijngebruik. Figuur 3.9: Manieren van registreren van been- en klauwaandoeningen.

14 Meest opvallend is dat er zo weinig gebruik wordt gemaakt van digitale registratiemethoden. Een verwachte oorzaak hiervan is dat het niet praktisch is voor de veehouders om voor elke stuk melkvee dat bekapt is hiervoor speciaal de computer en een management programma op te starten. Hierdoor valt sneller de keuze op het simpel opschrijven van dingen. 3.3 Aanpak Bij het aanpakken van been- en klauwproblemen is er gekeken naar de regelmaat die er is voor het verzorgen van de klauwen en van een voetbad. Er is gevraagd wanneer er klauwen verzorgt worden een door wie dit dan gedaan wordt. Ook is er gekeken naar het gebruik van een voetbad Klauwverzorgen Verzorgd de rundveepedicure Ja Nee Totaal Verzorgd de veehouder Ja 52,3 36,0 88,3 Nee 11,7 0,0 11,7 Totaal 64,0 36,0 100,0 Figuur 3.10 Door wie wordt er verzorgd? In figuur 3.10 is te zien hoe de verhoudingen zijn tussen wanneer de veehouder zelf de hoeven verzorgd en wanneer de rundveepedicure dit doet. Zo is er te zien dat in 52,3 procent van de gevallen het door beide verzorgd wordt. Dit is door het feit dat er een aantal keer per jaar de rundveepedicure bekapt en dat er bij tussentijdse problemen door de veehouder zelf klauwen worden verzorgt. Hierbij valt dan wel op dat er 11,7 procent van de bedrijven alles door de rundveepedicure wordt gedaan, ook in de probleem gevallen laten ze deze komen. Verder doet 36 procent het volledige bekappen zelf. 88,3 procent van de veehouders bekapt wel eens en bij 64,0 procent komt er een rundveepedicure over de dam.

15 Bij het moment van bekappen is er gekeken naar het de regelmaat hiervan. Zo is er in onderstaande figuur te zien dat er veel veehouders bij het droogzetten alles zelf bekappen. Verder is het gehele koppel tegelijk behandelen en dan vooral één of twee keer per jaar veel gedaan. Dit voornamelijk door de rundvee pedicure, bij uitzondering door de veehouder zelf. Figuur 3.11: Momenten van klauwverzorgen door de veehouder en rundveepedicure Voetbad Ook is er gevraagd naar het gebruik van een voetbad. Bij deze vraag werd er bij de veehouders vaak het woord besmettingsbak gebruikt, vooral bij de tegenstanders van een voetbad. Hieronder in figuur 3.12 is te zien hoeveel veehouders er gebruik maken van een voetbad. Bij alternatief moet er gedacht worden aan het behandelen van heel het koppel met een rugspuit. Dit vonden de ondernemers een goede oplossing om besmetting door het bad of onrust in de melkstal of melkrobot te voorkomen. Figuur 3.12 Gebruik van het voetbad

16 Er is ook gekeken naar het moment van toepassen van een voetbad of rugspuit. Dit is met een vraag getoetst en vervolgens in kaart gebracht door figuur 3.13 Figuur 3.13 Hoe vaak wordt het voetbad toegepast? Opvallend is dat het gebruik van een voetbad vaak te lang wordt uitgesteld. Dit is ook vaak gezegd tijdens het afnemen van de quickscan. Er is maar 25,2 procent van de veehouders die binnen twee weken het voetbad herhaalt. Bij het sporadisch gebruik van een voetbad werd vaak vermeld dat het voetbad alleen gebruikt wordt als er veel problemen zijn op het bedrijf, met voornamelijk Mortellaro. Ook moet er in achting gehouden worden dat er bij het geval van weidegang het voetbad minder of zelfs niet meer gebruikt wordt.

17 4 Conclusie Klauwgezondheid werd door veehouders even belangrijk gevonden als uiergezondheid en aanzienlijk belangrijker dan vruchtbaarheid en problemen rond het afkalven; Veehouders geven desalniettemin aan dat ze zich meer verdiepen in uiergezondheid/voeding/vruchtbaarheid en algemene diergezondheid dan in klauwgezondheid; Veehouders schatten het percentage klauwproblemen op hun bedrijf lager in dan het landelijk gemiddelde, ondanks het belang, dat door hen aan klauwgezondheid wordt toegekend; Een meerderheid van de veehouders kon Mortellaro, zoolzweer, tussenklauwontsteking, stinkpoot en wittelijndefect noemen. Een minderheid bevangenheid, dikke hakken, tyloom, teenpuntnecrose en zoolbloeding; Veehouders gaven aan dat mortellaro en zoolzweer het meest voorkwamen op hun bedrijf, gevolgd door tussenklauwontsteking en witte lijndefect. Zoolbloeding werd door weinig veehouders genoemd; Van de meest genoemde klauwaandoeningen gaf een grote meerderheid aan de behandelmethode te kennen; Vakliteratuur en voorlichting werden het meest genoemd als middelen om informatie te krijgen over klauwaandoeningen. Cursussen, studieclubs of informatieavonden werden aanzienlijk minder genoemd; Meer dan de helft van de veehouders registreert de klauwproblemen bij hun koeien niet. Van degenen die wel de klauwaandoeningen registreren doet de helft dit digitaal (75% managementprogramma, 25% digiklauw) en de helft op papier; De helft van de veehouders laat de klauwverzorging door een rundveepedicure doen en doet het ook zelf (52.3%), iets minder dan de helft doet de klauwverzorging altijd zelf (36.0%) en een klein gedeelte van de veehouders laat de klauwverzorging altijd door de rundveepedicure doen (11.7%). De belangrijkste momenten voor een veehouder om de behandeling zelf te doen zijn bij problemen of bij droogzetten; De helft van de veehouders past een koppelbehandeling toe, dit wordt voor een grote meerderheid uitgevoerd door de rundveepedicure. Tweemaal per jaar is de meest voorkomende frequentie voor koppelbehandelingen; Een meerderheid van de veehouders gebruikt een voetbad voor de klauwverzorging; De helft van de veehouders gebruikt het voetbad elke 4 weken of vaker, de helft hiervan elke 2 weken of vaker. Niet bekend is welke middelen en dosering er worden gebruikt in het voetbad.

18 Discussie De conclusie dat veehouders zich meer verdiepen in andere diergezondheid thema s dan klauwgezondheid lijkt in tegenstrijd met de conclusie dat zij aangeven dat klauwgezondheid als even belangrijk gevonden wordt dan de andere diergezondheids thema s. Ondanks het belang, dat door de veehouders aan klauwgezondheid wordt toegekend, schatten zij het percentage problemen op hun eigen bedrijf lager in dan het landelijk gemiddelde. Mogelijk onderschatten veehouders dus het percentage klauwproblemen op hun bedrijf. Het werkelijke percentage klauwaandoeningen op het bedrijf is niet bepaald tijdens de quickscan. In de loop van het project kan dit wel getoetst worden aan de hand van digiklauw gegevens. De veehouders geven aan dat een aantal klauwaandoeningen te kennen, echter dit kan niet getoetst worden, mede doordat een meerderheid de aandoeningen niet registreert. De veehouders geven ook aan de behandelmethoden van de meeste aandoeningen te kennen. Het is echter maar de vraag of dat dit klopt, wanneer er slechts een beperkt aantal aandoeningen wordt herkent.

19 Bronnen DGZ. (2003). Klauwverzorging bij melkvee. [www-document]. < klauw_klauwverzorging.asp#7 > Geraardpleegd: 17 februari CRV. (2010). Fokwaarde klauwgezondheid. [www-document]. < Geraadpleegd: 22 april GD Deventer. (2010). Zoolzweren. [www-document]. < 35&itemid= > Geraadpleegd: 18 februari GD Deventer. (2010). Zoolbloedingen. [www-document.] < 35&itemid= > Geraadpleegd: 18 februari GDS Hoofcare. (2010). Bouw en functie. [www-document]. < Geraadpleegd: 14 februari 2011 GDS Hoofcare. (2010). De runderklauw. [www-document]. < Geraadpleegd: 8 februari 2011 GDS Hoofcare. (2010). Teenflegmoon. [www-document]. < Geraadpleegd: 17 februari 2011 Geyter, de Sofie. (2007) Klauwproblemen bij rundvee. [www-document]. < 344.pdf?recordId=SKHKff d c731b810715> Geraadpleegd: 16 februari 2011 Holzhauer, M. (2006). Claw health in dairy cows in The Netherlands. [www-document]. < > Geraadpleegd: 22 april Jef Laureyens. (2006). Mortellaro. [www-document]. < Geraadpleegd: 18 februari Kreij, A.M de. en G.C.M.P van Laarhoven. (2010). Projectvoorstel Grip op Klauwen. Den Bosch: ZLTO Van der Waaij, E.H., M. Holzhauer, E. Ellen, C. Kamphuis en G. de Jong Genetic parameters for Claw Disorders in Dutch Dairy Cattle and Correlations with Conformation Traits. Journal of Dairy Science 88: Vermeer, C.W.C.M. Persoonlijke mededeling, 18 april 2011.

20 Bijlagen Bijlage 1 Quickscan Naam van het bedrijf: Gemeente: 1 Provincie: 2 Hoeveel stuks melkvee heeft u (incl. droogstand)? 3 In wat voor type stal wordt het melkvee gehouden? a. Ligboxen b. Potstal c. Grupstal d. Anders, namelijk 4 Wordt er voor de melkgevende koeien s zomers weidegang toegepast? a. Ja b. Nee c. Heel het jaar door weidegang, 5 Van welke score systemen maakt u gebruik voor waarnemingen bij uw melkvee? En registreert u deze? a. Locomotie / beweging score b. Conditie score c. Klauwscore d. Pensscore e. Mestscore f. Geen 6 Wie is uw belangrijkste adviseur wat betreft de diergezondheid? a. Dierenarts b. Voervoorlichter c. Rundvee Pedicure d. Vruchtbaarheidspecialist e. Fokkerijvoorlichter f. Anders, namelijk. 7 Kunt u de volgende onderwerpen schikken op wat u belangrijk vind, met 1 het meest belangrijk en 4 het minst belangrijk? a. Been- en Klauwgezondheid b. Uiergezondheid c. Vruchtbaarheid d. Problemen rondom afkalven

21 Onderdeel 1: Been- en klauwgezondheid. 8 Wie is uw belangrijkste adviseur wat betreft de been- en klauwgezondheid? a. Dierenarts b. Voervoorlichter c. Rundvee Pedicure d. Vruchtbaarheidspecialist e. Fokkerijvoorlichter f. Anders, namelijk. 9 Hoeveel procent van uw melkkoeien denkt u dat per lactatie een of meerdere been- of klauwaandoeningen heeft? 10 Vindt u dat u goed genoeg op de hoogte bent van been- en klauwproblemen om ze te voorkomen en te behandelen? a. Ja b. Nee 11 Aan welke voorwaarden moet een juist voetbad voldoen? a. Lengte b. Breedte c. Diepte van de oplossing d. Aantal koeien voor verversen van de oplossing e. Voorbehandeling 12 Verdiept u zich in been- en klauwgezondheid? a. Ja b. Nee 13 Zo ja, op welke manier doet u dit? a. Cursussen b. Informatie avonden c. Vakliteratuur d. Studieclubs e. Voorlichting (bijv. dierenarts, voervoorlichter of Rundvee pedicuren) f. Anders 14 Verdiept u zich meer of minder in klauw gezondheid dan in: Uiergezondheid meer / minder Voeding meer / minder Fokkerij meer / minder Vruchtbaarheid meer / minder Voederteelt meer / minder Algemene diergezondheid meer / minder Huisvesting meer / minder

22 15 Hoeveel procent van uw rundvee denkt u dat volledig gezonde achterklauwen heeft? 16 Wanneer worden de koeien bekapt en door wie? Schema 17 Maakt u gebruik van een voetbad? a. Ja b. Nee 18 Om de hoeveel tijd past u het voetbad toe? (Indien weidegang verschil aan laten geven.) a. Om de week b. Om de twee weken c. Om de drie weken d. Om de vier weken e. Om de vijf weken f. Om de zes weken g. Om de zeven weken h. Om de twee maanden i. Sporadisch j. Anders, namelijk 19 Hoe vaak gaat het koppel achter elkaar door het voetbad? (met tussen pauzes bijv. op 1 dag na de 2 melkbeurten) 20 Welk middel gebruikt u voor het voetbad (meerdere antwoorden mogelijk) o Antibiotica o Formaline o Koper zink sulfaat o Anders, namelijk 21 Hoeveel procent van de Nederlandse melkkoeien denk u dat per lactatie een of meerdere klauwaandoeningen heeft? 22 Welke been- en klauwproblemen kunt u bij uw melkkoeien herkennen? Schema 23 Van welke been- en klauwproblemen weet u de behandelmethoden? Schema 24 Hoeveel procent van uw melkkoeien denkt u dat per lactatie een of meerdere keren kreupel wordt? 25 Op welke manier registreert u de been- en klauwproblemen van uw melkvee? a. Digiklauw b. Management programma c. Anders d. Niet

23 26 Waaraan ziet u dat er mogelijk been- of klauwproblemen zijn? Schema 27 Wanneer wordt de koe behandeld? Schema 28 Welke been- en klauwproblemen komen voor in u veestapel? Schema 29 Hoe vaak wordt er op jaarbasis een behandeling wegens been- en klauwproblemen uitgevoerd? Aandoeningen die worden verholpen. (aantal) 30 Ondervindt u economische schade door been- en klauwproblemen binnen uw koppel? a. Ja b. Nee 31 Bent u intensief bezig met het verbeteren van been- en klauwgezondheid van uw melkveestapel? a. Ja b. Wel mee bezig, maar niet intensief c. Nee 32 Hoeveel procent van de Nederlandse melkkoeien denk u dat per lactatie een of meerdere kerenkreupel wordt? 33 Vind u dat er genoeg aandacht wordt besteed aan been- en klauwproblemen in de sector? a. Ja b. Nee 34 Wilt u op de hoogte gehouden over het voorkomen en behandelen van been- en klauwproblemen? a. Ja b. Nee 35 Zo ja, op welke manier? a. Cursussen b. Informatie avonden c. Vakliteratuur d. Studieclubs e. Voorlichting.(bijv. dierenarts, voervoorlichter of klauwbekapper) f. Anders 36 Hoeveel procent van het Nederlandse rundvee denk u dat volledig gezonde achterklauwen heeft? Opmerkingen:... Hartelijk dank voor uw medewerking.

24 Bijlage 2: Schema s quickscan Aandoening Komt voor Behandelen Herkennen Mortellaro / italiaanse stinkpoot/ dermatitis digitalis Stinkpoot / tussenklauweczeem / dermatitis interdigitalis Tussenklauw ontsteking / tussenteenflegmoon/ kleufpoot/ kleipoot/ slakkepoot/ moervet/krep/ haarworm/ panaritium/ Interdigital phleg Bevangenheid/ bovine laminitis Tussenklauwgezwel/tyloom/ tyloma Dikke hakken/ groepbenen/ grupbenen Witte lijn defect / wandzweer Zool bloeding Zool kneuzing Zoolzweren/ kriek/ ulcus Dubbele zool Wandscheur/ hoornspleet Teenpunt necrose Fractuur van het klauwbeen Anders:

25 Moment / Wie Veehoude r Klauwbekappe r Veeart s Als ze droog gezet worden Als er problemen zijn 1 keer per jaar heel het koppel tegelijk 2 keer per jaar heel het koppel tegelijk 3 of meer keer per jaar heel het koppel tegelijk Al het melkvee verspreidt over een jaar 1 keer Al het melkvee verspreidt over een jaar 2 keer Al het melkvee verspreidt over een jaar 3 of meer keer Om de 4 maanden heel het koppel tegelijk Om de 5 maanden heel het koppel tegelijk Om de 7 maanden heel het koppel tegelijk Om de 8 maanden heel het koppel tegelijk Anders: Symptomen Behandelen Herkennen De koe gebruikt niet alle vier de poten De koe loopt gevoelig en onregelmatig De houding van de koe is ongewoon De conditie van de koe gaat achteruit De koe ligt ongewoon veel De koe eet en drinkt minder Een verminderde producite bij de koe De koe gaat niet of maar half in de box liggen Weinig tot geen herkauwactiviteit Klauw zelf ziet er anders uit De gang van de koe is anders dan normaal Anders:

Grip op Klauwen. Eindverslag

Grip op Klauwen. Eindverslag Grip op Klauwen Eindverslag ZLTO, april 2014 1 Inhoudsopgave Algemeen...3 Doelstelling en resultaten...4 En nu verder... 14 Bijlagen... 15 Bijlage 1 Eindverslag quickscan Bijlage 2 Poster integrale adviesaanpak

Nadere informatie

Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid. Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. Klauwaandoeningen Spiegel voor Management

Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid. Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. Klauwaandoeningen Spiegel voor Management Relatie klauwaandoeningenregistratie en klauwgezondheid UDV Onderwijsdag 9 november 2016 Dairy Campus Afvoerredenen Nederlandse melkkoeien. De gemiddelde koe in Nederland leeft 5,7 jaar Belangrijkste redenen

Nadere informatie

Samen werken aan diergezondheid. Klauwenwaaier

Samen werken aan diergezondheid. Klauwenwaaier Samen werken aan diergezondheid Klauwenwaaier 1. Mortellaro 1=licht 2=matig 3=ernstig 1 Rond-ovale plek < 2 centimeter Vaak overgang huid-hoorn 2 Rond-ovale plek 2-4 centimeter Vaak overgang huid-hoorn

Nadere informatie

Agrarische Bedrijfsverzorging. Digiklauw. Meer grip op klauwgezondheid

Agrarische Bedrijfsverzorging. Digiklauw. Meer grip op klauwgezondheid Agrarische Bedrijfsverzorging Digiklauw Meer grip op klauwgezondheid De gezondheid van de klauwen is een goede graadmeter voor de gezondheid van uw veestapel. Een goed beeld verkrijgen van het verloop

Nadere informatie

Klauwgezondheid melkvee

Klauwgezondheid melkvee WUR Livestock Research Klauwgezondheid melkvee Wijbrand Ouweltjes, WUR Livestock Research Onderdeel Wageningen UR, contract research Voorlopers: Praktijkonderzoek, IVO, IVVO, Spelderholt Globale structuur:

Nadere informatie

Klauwgezondheid. studiegroepen december 2010. 24-12-2010 DAP van Waard tot Klif

Klauwgezondheid. studiegroepen december 2010. 24-12-2010 DAP van Waard tot Klif Klauwgezondheid studiegroepen december 2010 1 Indeling presentatie Belang van klauwgezondheid Verschillende klauwaandoeningen Stinkpoot Mortellaro Tussenklauwontsteking Bevangenheid Zoolzweer Wittelijnproces,

Nadere informatie

Klauwverzorging. Les 1

Klauwverzorging. Les 1 Klauwverzorging Les 1 Klauwverzorging Klauwverzorging Inhoud: - herkennen van klauwziekten - hoorngroei - ziektebeeld beschrijven maatregelen nemen onderhoud gereedschap funktioneel pedicuren Duur: 8 dagdelen

Nadere informatie

Chapter 10. Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland

Chapter 10. Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland Claw Health in Dairy Cows in the Netherlands Chapter 10 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 - Chapter 10 - Klauwgezondheid bij melkkoeien in Nederland Subtitel: Epidemiologische aspecten van verschillende klauwaandoeningen

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Mei 2017 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het ADLO demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u de vijfde nieuwsbrief.

Nadere informatie

Van klauwverzorging naar klauwmanagement. Johan Hardeman

Van klauwverzorging naar klauwmanagement. Johan Hardeman Van klauwverzorging naar klauwmanagement Johan Hardeman » Bedrijfsverzorging» Combi werk» Uitzendbureau» Klauwverzorgen hoort bij de bedrijfsverzorging 2 1937 3 Nu 4 Bouw en functie 6 7 8 Gezonde klauwen

Nadere informatie

Na volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017.

Na volledig invullen van de enquête neemt een assistente of uw bedrijfseigen dierenarts contact met u op om een afspraak te maken voor het BGP 2017. Inleiding Beste veehouder/ veehoudster, Binnenkort bent u weer toe aan de update van uw BGP en BBP! Om zoveel mogelijk uit uw BGP te halen en kosten zo laag mogelijk te houden verzoeken we u vriendelijk

Nadere informatie

Opdracht 1 Beenstand. Afsluiting. Oriëntatie. Uitvoering

Opdracht 1 Beenstand. Afsluiting. Oriëntatie. Uitvoering BINNENWERK KLAUWSIGNALEN 24-03-2005 16:15 Pagina 1 Opdracht 1 Beenstand Duurzaamheid is een belangrijk begrip in de melkveehouderij. Maar wat bepaalt nu of een koe lang meegaat? Wat kan een veehouder volgens

Nadere informatie

Nieuwe ontwikkelingen. Veel onderzoek. Wat kunt u verwachten? Wat kost mastitis. Theorie en praktijk ( /koe/jaar) Economie van diergezondheid

Nieuwe ontwikkelingen. Veel onderzoek. Wat kunt u verwachten? Wat kost mastitis. Theorie en praktijk ( /koe/jaar) Economie van diergezondheid Nieuwe ontwikkelingen Economie van diergezondheid Henk Hogeveen Leerstoelgroep Bedrijfseconomie, Wageningen Universiteit Departement Gezondheidszorg Landbouwhuisideren, Universiteit Utrecht Antibiotica

Nadere informatie

KLAUWAANDOENINGEN. Paardenpraktijk Landbouwhuisdierenpraktijk Gezelschapsdierenpraktijk

KLAUWAANDOENINGEN. Paardenpraktijk Landbouwhuisdierenpraktijk Gezelschapsdierenpraktijk KLAUWAANDOENINGEN Klauwaandoeningen uiten zich in de vorm van kreupelheid. Veel klauwaandoeningen komen echter pas bij het bekappen aan het licht. Een goede registratie van aandoeningen is belangrijk in

Nadere informatie

Kengetallen E-30 Fokwaarde Klauwgezondheid

Kengetallen E-30 Fokwaarde Klauwgezondheid Kengetallen E-30 Fokwaarde Klauwgezondheid Inleiding Klauwaandoeningen en kreupelheid vormen samen met mastitis en verminderde vruchtbaarheid de belangrijkste bedrijfsgezondheidsproblemen in de Nederlandse

Nadere informatie

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen

De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De praktijkwaarde van Better Life-fokkerijgetallen De veestapel maakt het verschil Wat is een goed presterende veestapel? Hoge melkproductie met goede gehalten Efficiënt omzetten van voer in melk Hoge

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Januari In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Januari In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Januari 2017 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het ADLO demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u de vierde nieuwsbrief.

Nadere informatie

Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE

Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE Uniforme adviesaanpak klauwgezondheid COMPLETE RISICOINVENTARISATIE: BASISINVENTARISATIE Doel veehouder (bedrijfsvoering) Aant. melkkoeien Datum: UBN: Aant. ligboxen Aant. m 2 ligruimte Naam veehouder:

Nadere informatie

diergezondheid HOOFDSTUK 4 152 DEEL 2: DIERGEZONDHEID DEEL 2: DIERGEZONDHEID 153

diergezondheid HOOFDSTUK 4 152 DEEL 2: DIERGEZONDHEID DEEL 2: DIERGEZONDHEID 153 diergezondheid Iedere veehouder wil gezonde dieren, want gezonde dieren produceren meer, geven meer arbeidsplezier, kosten minder geld en veroorzaken minder werkdruk. De gezondheid en het welzijn van de

Nadere informatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company Evaluatie Conclusie Happy Cow Project: april 2013 Happy Cow Project succesvol afgesloten! Bijna alle deelnemers hebben reeds

Nadere informatie

Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren. Valérie Dekens, TSM PA Merial

Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren. Valérie Dekens, TSM PA Merial Pijnbestrijding bij landbouwhuisdieren Valérie Dekens, TSM PA Merial Het zenuwstelsel van landbouwhuisdieren is op dezelfde manier ontwikkeld als bij mensen. Op basis hiervan kunnen we stellen dat een

Nadere informatie

Gezondheidsaandoeningen en vruchtbaarheid op proefbedrijven

Gezondheidsaandoeningen en vruchtbaarheid op proefbedrijven Gezondheidsaandoeningen en vruchtbaarheid op proefbedrijven W.J.A. Hanekamp (PR) De meest voorkomende gezondheidsaandoeningen op de proefbedrijven zijn mastitis, melkziekte en zoolzweer. Er is wel een

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Samenvattend rapport Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Samenvattend rapport 1 ENQUÊTE 1.1 Opstellen van de enquête In kader van het demo-project verantwoord gebruik van antibiotica in de

Nadere informatie

SPECIAL XXXXX KLAUWGEZONDHEID. Met meer data. gezondheid in de klauwen

SPECIAL XXXXX KLAUWGEZONDHEID. Met meer data. gezondheid in de klauwen SPECIAL XXXXX KLAUWGEZONDHEID Met meer data gezondheid in de klauwen 20 veeteelt APRIL 1 2018 krijgen De klauwgezondheid van de koeien verdient aandacht. Naast economisch voordeel zorgen gezonde klauwen

Nadere informatie

VeeManager Uw veestapel eenvoudig in de hand

VeeManager Uw veestapel eenvoudig in de hand VeeManager Uw veestapel eenvoudig in de hand Mario Willen Guido Boogaerts Behoeften melkveehouderij zonder quotum Efficiënte productie Informatie van de veestapel Informatie van de (attentie) -koe Gebruiksgemak

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Mei In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Mei 2016 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het ADLO demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u een tweede nieuwsbrief.

Nadere informatie

Protocol klauwaandoeningen

Protocol klauwaandoeningen Protocol klauwaandoeningen Algemeen In het algemeen kan gesteld worden dat de mate van problemen afhankelijk is van de voeding, huisvesting en het stalklimaat. Met andere woorden: hoe schoner en droger

Nadere informatie

Duurzame zuivelketen. Programmateam Diergezondheid en Dierenwelzijn. 20 september 2016

Duurzame zuivelketen. Programmateam Diergezondheid en Dierenwelzijn. 20 september 2016 Duurzame zuivelketen Programmateam Diergezondheid en Dierenwelzijn 20 september 2016 1 Duurzame Zuivelketen Een gezamenlijk initiatief van NZO en LTO Nederland 2 Visie: toekomstbestendige en verantwoorde

Nadere informatie

Aanpassingen fokwaardeschatting april Animal Evaluation Unit

Aanpassingen fokwaardeschatting april Animal Evaluation Unit Aanpassingen fokwaardeschatting april 2010 Animal Evaluation Unit Agenda Welkom Aanpassingen april 2010 basisaanpassing 2010 lokale rassen robuustheid levensduur MRY-DN - koeien en stieren Klauwgezondheidsindex

Nadere informatie

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB

landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Examen VMBO-KB 2015 gedurende 200 minuten landbouw en natuurlijke omgeving dierhouderij en -verzorging productiedieren CSPE KB Het examen landbouw en natuurlijke omgeving CSPE KB bestaat uit twee deelexamens

Nadere informatie

Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen

Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen Veterinaire kengetallen om tot meer rendement te komen Inhoud presentatie Dierziekten: ontwikkelingen BVD en IBR Uiergezondheid: kengetallen omtrent droogstandstherapie Vruchtbaarheid: nieuwe benadering

Nadere informatie

Integraal Duurzame Veestapel Integraal denken en werken op bedrijfsniveau met oog voor klimaat

Integraal Duurzame Veestapel Integraal denken en werken op bedrijfsniveau met oog voor klimaat - Eindrapportage aan de provincie Drenthe - Integraal Duurzame Veestapel Integraal denken en werken op bedrijfsniveau met oog voor klimaat Projectbeheerder: ETC Adviesgroep Mevr. I. Rameijer i.rameijer@etcnl.nl

Nadere informatie

Duurzaamheid en Koesignalen. Nico Vreeburg dierenarts en stallenbouwadviseur Vetvice

Duurzaamheid en Koesignalen. Nico Vreeburg dierenarts en stallenbouwadviseur Vetvice Duurzaamheid en Koesignalen Nico Vreeburg dierenarts en stallenbouwadviseur Vetvice www.vetvice.nl Cow- SIGNALS Barn- DESIGN Future Farming Wat doet de Vetvice groep? Team Vetvice team, Stallenbouwadviseurs

Nadere informatie

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews.

Resultaten interviews met patiënten Vervolgens wordt een korte samenvatting gegeven van de belangrijkste resultaten uit de gelabelde interviews. Onderzoek nazorg afdeling gynaecologie UMCG (samenvatting) Jacelyn de Boer, Anniek Dik & Karin Knol Studenten HBO-Verpleegkunde aan de Hanze Hogeschool Groningen Jaar 2011/2012 Resultaten Literatuuronderzoek

Nadere informatie

Klauwgezondheid. CONO Kaasmakers Thematraject Huisvesting 4 november Gerrit Hegen, rundveedierenarts

Klauwgezondheid. CONO Kaasmakers Thematraject Huisvesting 4 november Gerrit Hegen, rundveedierenarts Klauwgezondheid CONO Kaasmakers Thematraject Huisvesting 4 november 2014 Gerrit Hegen, rundveedierenarts Risico factoren Klauwgezondheid Wat zijn volgens jullie risico factoren voor Klauwgezondheid?? 2

Nadere informatie

Introductie AMS-STAGE

Introductie AMS-STAGE Introductie AMS-STAGE 1 Algemeen - Stageduur 5 weken - Inleveren POK, stageverslag, urenregistratie - Stagebezoek - Beoordeling 2 Programma vandaag Stageopdrachten Algemene bedrijfsbeschrijving(missie,

Nadere informatie

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten

Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven. Enquêteresultaten Praktische kijk op droogstandsmanagement bij Vlaamse melkveebedrijven Enquêteresultaten 1 ENQUÊTE RESULTATEN Gemiddeld aantal dieren >150 6,9% Aantal dieren 100-150 50-100 14,0% 50,2% 0-50 28,9% 0 50 100

Nadere informatie

Netwerk Melkveehouderij antibioticavrij

Netwerk Melkveehouderij antibioticavrij Netwerk Melkveehouderij antibioticavrij Hoe worden veehouders antibioticavrij ABvrij: chaos of andere ordening Hoe worden veehouders antibioticavrij Willen is kunnen 1. Ze moeten het echt willen: redenen

Nadere informatie

Controle. Klauwaandoeningen scoren en noteren tijdens het koppelbekappen, Wat wil je weten: Score klauwaandoeningen (bij koppelbekappen).

Controle. Klauwaandoeningen scoren en noteren tijdens het koppelbekappen, Wat wil je weten: Score klauwaandoeningen (bij koppelbekappen). HOOFDSTUK 4 Je meet regelmatig of de klauwen gezond zijn. En je meet of de omstandigheden onder controle zijn, zodat de klauwen ook morgen en overmorgen gezond zijn. In het ideale geval weet de veehouder

Nadere informatie

Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014. Bart Geurts Dierenarts

Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014. Bart Geurts Dierenarts Nieuwe droogzetrichtlijnen voor 2014 Bart Geurts Dierenarts Indeling presentatie Antibioticabeleid Waarom zijn de richtlijnen ontwikkeld? Waar zijn de richtlijnen op gebaseerd? Wat zijn de nieuwe richtlijnen?

Nadere informatie

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten

Verantwoord antibioticumgebruik en selectief niet-droogzetten Verantwoord antibioticumgebruik en selectief nietdroogzetten Een studie in opdracht van Lami uitgevoerd door de Universitaire Landbouwhuisdieren Praktijk (ULP) Juli 2012 1 Inhoud Introduktie... 3 Opzet

Nadere informatie

Valacon-Dairy v.o.f. Duurzaam melkvee. Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november

Valacon-Dairy v.o.f. Duurzaam melkvee. Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november Duurzaam melkvee Het waarom en hoe. Willem van Laarhoven 23 november 2010 www.duurzaammelkvee.nl 1 . Onderzoeks- en adviesbureau voor duurzaam melkvee. Richt zich op de economische, ecologische en maatschappelijk

Nadere informatie

BASISINVENTARISATIE. Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid

BASISINVENTARISATIE. Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid BASISINVENTARISATIE Achtergrondinformatie beoordeling risicofactoren klauwgezondheid Basisinventarisatie Voor een systematische aanpak van klauwgezondheid is het belangrijk dat zowel de bevindingen als

Nadere informatie

Lezingen-aanbod Valacon seizoen

Lezingen-aanbod Valacon seizoen Voor meer informatie over ons programma kunt u contact opnemen via info@valacon.nl Lezingen-aanbod Valacon seizoen 2015-2016 U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met een van onze specialisten via www.valacon.nl

Nadere informatie

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink

Voorspellende waarde van het bacteriologisch onderzoek van tankmelk, Richard Olde Riekerink Verslag van de bijeenkomst van het uiergezondheidspanel najaar 2011 Het Uiergezondheidspanel (UGP) is een deskundig, onafhankelijk en divers discussieplatform op het gebied van uiergezondheid bij melkvee.

Nadere informatie

Kengetallen. E-13 Voortplanting

Kengetallen. E-13 Voortplanting Kengetallen E-13 Voortplanting Inleiding Op melkveebedrijven wordt jaarlijks een aanzienlijke schade geleden als gevolg van een niet optimale tussenkalftijd en een voortijdige afvoer van koeien die niet

Nadere informatie

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020 Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020 0 Experts verwachten een volumegroei van ~20% tot 2020 door het afschaffen van de quota... Nederlandse melkproductie (mln kg/jaar) 14,000

Nadere informatie

Melkproductie High-techbedrijf 1999

Melkproductie High-techbedrijf 1999 Melkproductie High-techbedrijf 1999 Iris Arendzen en Ton van Scheppingen Op het High-techbedrijf (HTB) wordt de doelstelling melken met een lage kostprijs ingevuld door veel liters per man, per ha en per

Nadere informatie

Stichting Zuivelplatform

Stichting Zuivelplatform REGLEMENT IKM-DIERENARTS 1. INTRODUCTIE De Stichting Zuivelplatform is regelinghouder van het Reglement IKM- dierenarts. De Stichting is door de zuivelindustrie opgericht. De Stichting heeft ten doel het

Nadere informatie

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen

Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen Gedetailleerde doelen Duurzame Zuivelketen Inleiding Via de Duurzame Zuivelketen streven zuivelondernemingen (NZO) en melkveehouders (LTO) gezamenlijk naar een toekomstbestendige en verantwoorde zuivelsector.

Nadere informatie

Project Kwaliteitsmanagement voor de melkveehouderij

Project Kwaliteitsmanagement voor de melkveehouderij Tussentijdse resultaten Project Kwaliteitsmanagement voor de melkveehouderij Doel Het ontwikkelen van een kwaliteitssysteem waarmee de melkveehouder de kwaliteit van de productiewijze van melk en de kwaliteit

Nadere informatie

Klauwbehandelingen. De behandeling van klauwaandoeningen

Klauwbehandelingen. De behandeling van klauwaandoeningen HOOFDSTUK 3 De behandeling van klauwaandoeningen bestaat uit bekappen, wonden en infecties behandelen, en verpleging van het rund. Een goede preventie vermindert het aantal behandelingen. Reageer doeltreffend

Nadere informatie

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen

Mastitis en de vrije markt. Henk Hogeveen Mastitis en de vrije markt Henk Hogeveen Wat kunt u van mij verwachten Denken in een tijd zonder quotum Het probleem: Preventieve kosten vs faalkosten En nu zonder quotum Oude denken Productiecapaciteit

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Oktober In dit nummer: Oproep. Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Oktober In dit nummer: Oproep. Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Oktober 2016 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het ADLO demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u een derde nieuwsbrief.

Nadere informatie

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee

Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Het effect van de Groene Vlag Vloer ( Comfort Slat Mat ) op de klauwgezondheid van melkvee Samenvatting van een praktijkonderzoek op 8 Nederlandse melkveebedrijven Periode bedrijfsbezoeken: juli en augustus

Nadere informatie

Onderzoeksverslag. Zand en Economie. Johannes van der Velde

Onderzoeksverslag. Zand en Economie. Johannes van der Velde Onderzoeksverslag Zand en Economie Johannes van der Velde 900210001 Titelblad Auteur: Johannes van der Velde Titel: Instituut/uitgever: Vetvice; happy cows, happy farmers Plaats: Oosterwolde Datum: December

Nadere informatie

Nederlandse Melkveehouders Vakbond

Nederlandse Melkveehouders Vakbond Nederlandse Melkveehouders Vakbond Mening Nederlandse melkveehouders over melkmarkt Resultaten Dronten, 14 september 2009 Prosu BV De Drieslag 25 8251 JZ Dronten Tel. 0320 286939 Ing. Peter Arkenbout 1

Nadere informatie

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Januari 2016. In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer,

Voorwoord. Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal. Januari 2016. In dit nummer: Projectpartners: Beste lezer, Projectpartners: Januari 2016 Nieuwsbrief Demoproject Gezonde klauwen op stal Voorwoord Beste lezer, In het kader van het demonstratieproject Gezonde klauwen op stal bezorgen we u een eerste nieuwsbrief.

Nadere informatie

Transitie transparant? management zoals rantsoen, huisvesting en comfort moet goed zijn, dat corrigeer je niet met een brok.

Transitie transparant? management zoals rantsoen, huisvesting en comfort moet goed zijn, dat corrigeer je niet met een brok. Transitie transparant? De transitieperiode van melkkoeien is een veelbesproken onderwerp waar veel (meer) aandacht voor is. Iedereen heeft er zijn eigen systeem en methoden voor en er is veel over te lezen

Nadere informatie

Doel Naam veehouder: Adviseurs 1: Datum: (toelichting A) 2: UBN: 3:

Doel Naam veehouder: Adviseurs 1: Datum: (toelichting A) 2: UBN: 3: KIJK & BENOEM Doel Naam veehouder: Adviseurs 1: Datum: (toelichting A) 2: UBN: 3: Doel Mijn ondernemersdoel voor een beter veemanagement is (toelichting B): Ik vind dit doel belangrijk, omdat (toelichting

Nadere informatie

Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt

Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt Extra bij artikel: De faalkosten van mastitis en de vrije markt Mastitis en de vrije markt Het wegvallen van het melkquotum betekent een ander kosten- en opbrengstenplaatje. Wat betekent dit voor de benadering

Nadere informatie

Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland.

Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. Onderzoeksrapport Oriënterend onderzoek naar twee nieuwe klauwhoornaandoeningen in Nederland. Teenpuntnecrose Niet-herstellende wittelijnaandoening In opdracht van: Gezondheidsdienst voor Dieren te Deventer

Nadere informatie

Handleiding. Agis TFS CowScore

Handleiding. Agis TFS CowScore Handleiding Agis TFS CowScore 2 Inhoud 1. CowScore... 4 1.1 Inlezen van de gegevens van uw veestapel... 4 1.1.1 Werkwijze voor veehouders die met het Agis managementsysteem werken:.. 5 1.2 Invoeren van

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2

Robot & Weiden. Resultaten enquête 2 Robot & Weiden Resultaten enquête 2 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

Programma: SPONSORS. Ontwikkelingen GES 2015. GES organisatie. Agenda. Quotum eraf, fosfaat erop? Apeldoorn 4 november 2015

Programma: SPONSORS. Ontwikkelingen GES 2015. GES organisatie. Agenda. Quotum eraf, fosfaat erop? Apeldoorn 4 november 2015 10.00 - Geart Benedictus: Welkom Programma: Quotum eraf, fosfaat erop? Toekomst fokkerij? Apeldoorn 4 november 2015 10.05 - Jan Huitema (melkveehouder en Europarlementariër) 10.35 - Bonny van Ranst (melkveehouder

Nadere informatie

Invullijst Koekompas

Invullijst Koekompas Invullijst Koekompas 1. Melken: a. Tanklokaal - schoon & opgeruimd ja / nee - tanktemperatuur 3-4 C ja / nee - voorkoeler aanwezig ja / nee - melkwacht in functie ja / nee - vulling tankmelk na 1 e melkmaal

Nadere informatie

1 Kent u het artikel Verboden geboortekrik populair Brabants Dagblad en andere Wegener kranten van donderdag 21 november 2013.

1 Kent u het artikel Verboden geboortekrik populair Brabants Dagblad en andere Wegener kranten van donderdag 21 november 2013. > Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Agro Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den

Nadere informatie

NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde

NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde NO Kengetallen E3 Netto Opbrengst en Lactatiewaarde Inleiding Na elke monstername wordt voor alle melkkoeien op het bedrijf een Netto Opbrengst (NO) berekend. De NO geeft het gecorrigeerde rendement van

Nadere informatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie

Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company. Evaluatie Happy Cow Project i.s.m. Rabobank Maas en Waal en CowSignals Training Company Evaluatie Conclusie Happy Cow Project: april 2013 Happy Cow Project succesvol afgesloten! Bijna alle deelnemers hebben reeds

Nadere informatie

Onderzoeksrapport. Onderzoek naar de diergezondheid op bedrijven met zandligboxen vergeleken met matrassen/matten en dikke mestfractie

Onderzoeksrapport. Onderzoek naar de diergezondheid op bedrijven met zandligboxen vergeleken met matrassen/matten en dikke mestfractie Onderzoeksrapport Onderzoek naar de diergezondheid op bedrijven met zandligboxen vergeleken met matrassen/matten en dikke mestfractie Johannes ten Hoven Januari 2014 Onderzoek naar de diergezondheid op

Nadere informatie

Meer info? Contacteer: Frederik De Vos, DVM 03 / 877 44 34 of frederik.devos@vetoquinol-benelux.be. O ptimilq 1

Meer info? Contacteer: Frederik De Vos, DVM 03 / 877 44 34 of frederik.devos@vetoquinol-benelux.be. O ptimilq 1 Meer info? Contacteer: Frederik De Vos, DVM 03 / 877 44 34 of frederik.devos@vetoquinol-benelux.be 8 O ptimilq O ptimilq 1 efficiënt samenwerken Verantwoord antibioticagebruik wint steeds meer aan belang.

Nadere informatie

Praktijkopdrachten Gezondheid en Welzijn

Praktijkopdrachten Gezondheid en Welzijn Praktijkopdrachten Gezondheid en Welzijn Opdracht 1 - Controle van gezondheid Het vee goed bekijken is één van de belangrijkste dingen op een melkveebedrijf. Het is namelijk de enige manier om zieke dieren

Nadere informatie

Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies

Inhoud. Jongerencongresdag. Niels Achten. Inhoud. Niels Achten. Melkvee management. Voorstellen Wat is management? Bedrijfsplan Kengetallen Conclusies Jongerencongresdag Melkvee management Niels Achten niels.achten@liba.be Inhoud 1 2 Inhoud Niels Achten 3 4 Niels Achten 5 6 1 Liba Vlaamse studie (2012) Sinds 1991 360 cliënten melkveehouders Gemiddeld

Nadere informatie

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL Veldwerk Optimaal B.V. 's-hertogenbosch, september 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina 1. ONDERZOEKSVERANTWOORDING 2

Nadere informatie

Melk Daar zit meer in! 8: Meer melk met behulp van techniek

Melk Daar zit meer in! 8: Meer melk met behulp van techniek Melk Daar zit meer in! 8: Meer melk met behulp van techniek Simon de Haan Dairy Herd Management Automation Specialist 20/10/2017 Security Level 1 2 Meer melk met behulp van techniek Techniek staat niet

Nadere informatie

Lezingen aanbod. Seizoen

Lezingen aanbod. Seizoen Lezingen aanbod Seizoen 2016-2017 Shredlage mais Shredlage maïs, de nieuwe standaard? Sinds 2015 is de nieuwe hakseltechniek Shredlage meer bekend geworden in Nederland. Valacon is, al vanaf dat Shredlage

Nadere informatie

Eerlijk handelen, samen doen! Ontwikkelingen in de achterban

Eerlijk handelen, samen doen! Ontwikkelingen in de achterban Eerlijk handelen, samen doen! Ontwikkelingen in de achterban Juni 2011 Eerlijk Handelen, Samen Doen! Samenvatting uitslagen enquêtes onder achterban Woord en Daad gehouden in 2008 en 2011 1. Inleiding

Nadere informatie

Diermanagement op biologische melkveebedrijven

Diermanagement op biologische melkveebedrijven Diermanagement op biologische melkveebedrijven Gidi Smolders Het Praktijkonderzoek Veehouderij verricht, samen met het Louis Bolk Instituut te Driebergen, vanaf 1997 onderzoek op biologische melkveebedrijven

Nadere informatie

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht

De kwaliteit van educatieve activiteiten meten. Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht De kwaliteit van educatieve activiteiten meten Universiteitsmuseum Utrecht Claudia de Graauw Bo Broers Januari 2015 1 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3

Robot & Weiden. Resultaten enquête 3 Robot & Weiden Resultaten enquête 3 Inleiding Inhoudsopgave De deelnemers van Robot & Weiden beantwoorden driemaal een enquête met als doel in kaart te brengen hoe zij omgaan met de combinatie melken met

Nadere informatie

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015

INLEIDING. Namens het managementteam van de SPGH, Mirjam Diderich. Directeur. Hellendoorn 15 januari 2015 RESULTATEN OUDER-ENQUÊTE 01 INLEIDING In dit document worden de resultaten besproken van de ouderenquête die is afgenomen in november 01 (schooljaar 01-015). Doelstelling van de enquête is het meten van

Nadere informatie

Conditie, bevuiling, schurft..

Conditie, bevuiling, schurft.. Conditie, bevuiling, schurft.. Locomotiescore, lijn van de rug.. Mest consistentie Gedrag? Werkroutines 5 Werkroutines Weging Punten Werklijnen en kruislijnen Jong naar oud, kans op mestcontact 3 2

Nadere informatie

KANS OF BEDREIGING? ONDERZOEK NAAR HOE DE BEWONERS VAN DE VOSSEPARKWIJK TEGENOVER DE EVENTUELE BOUW VAN EEN NIEUW CAMBUURSTADION STAAN

KANS OF BEDREIGING? ONDERZOEK NAAR HOE DE BEWONERS VAN DE VOSSEPARKWIJK TEGENOVER DE EVENTUELE BOUW VAN EEN NIEUW CAMBUURSTADION STAAN KANS OF BEDREIGING? ONDERZOEK NAAR HOE DE BEWONERS VAN DE VOSSEPARKWIJK TEGENOVER DE EVENTUELE BOUW VAN EEN NIEUW CAMBUURSTADION STAAN Onderzoeksrapport Femke van der Scheer Siemy-anne Siderius Brenda

Nadere informatie

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik

18-2-2013. Bacterie schematisch. Een bacterie is resistent. Oorzaak resistentie wereldwijd. Resistentie verkrijgen. Antibiogram. Matig & juist gebruik % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % % Broilers Slaughter pigs Veal calves Dairy cattle -- Themabijeenkomst Antibioticumbeleid en de (on-)mogelijkheden

Nadere informatie

Klauwsignalen. Succesfactoren voor klauwgezondheid. Jan Hulsen. De vier succesfactoren voor een uitstekende klauwgezondheid:

Klauwsignalen. Succesfactoren voor klauwgezondheid. Jan Hulsen. De vier succesfactoren voor een uitstekende klauwgezondheid: Jan Hulsen groeide op op een boerenbedrijf met melkvee en vleesvarkens. Na ruim drie jaar met veel plezier als landbouwhuisdierenarts gewerkt te hebben, legde hij zich toe op training en advisering van

Nadere informatie

Tekst: Béke Nivelle, Anneleen Bulens, Els Stevens, Marcel Van Aert, Sanne Van Beirendonck, Jos Van Thielen, Bert Driessen

Tekst: Béke Nivelle, Anneleen Bulens, Els Stevens, Marcel Van Aert, Sanne Van Beirendonck, Jos Van Thielen, Bert Driessen GEZONDE KLAUWEN OP STAL Colofon Een gedrukte versie van dit boekje is beschikbaar via de partners (zie p. 2) en digitaal te raadplegen via www.diereninformatie.be, in de rubriek Publicaties. Vormgeving

Nadere informatie

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur

Wie ben ik? Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding. Wat kunt u verwachten. 1 Economisch adviseur Rendementsverbetering in bedrijfsbegeleiding Een paar startpunten voor discussie Wie ben ik? Boerenzoon, 45 melkkoeien Studie veeteelt, LandbouwUniversiteit Wageningen Epidemiologie Economie (lange termijn

Nadere informatie

GAITWISE: De mat voorbij... Kreupelheid detecteren voor je het ziet

GAITWISE: De mat voorbij... Kreupelheid detecteren voor je het ziet GAITWISE: De mat voorbij... Kreupelheid detecteren voor je het ziet Annelies Van Nuffel Koen C. Mertens 12/10/2011 studiedag Welzijn van melkkoeien en varkens in Vlaanderen Instituut voor Landbouw- en

Nadere informatie

Wat heeft de veehouder aan Genomics

Wat heeft de veehouder aan Genomics 2/1/21 Wat heeft de veehouder aan Genomics Mario Calus en Johan van Arendonk Wageningen UR Livestock Research en Wageningen University Wat wil de veehouder? Een goed inkomen halen van het bedrijf door

Nadere informatie

Module Dierziekten rundvee

Module Dierziekten rundvee Module Dierziekten rundvee De CO 2 -voetafdruk van dit drukwerk is berekend met ClimateCalc en gecompenseerd bij: treesforall.nl www.climatecalc.eu Cert. no. CC-000057/NL Colofon Auteurs Jolanda Holleman,

Nadere informatie

ANTIBIOTICUM RESISTENTIE ABRES. Rundveehouderij

ANTIBIOTICUM RESISTENTIE ABRES. Rundveehouderij ANTIBIOTICUM RESISTENTIE ABRES Rundveehouderij Humaan gebruik antibiotica MRSA in humane S. aureus isolaten in 2009

Nadere informatie

Bedrijfsbehandelplan Melkvee. Algemene gegevens UBN. Veehouder. G.C. Kanters. Adres. Achterst Ven 15. Postcode 5461LD. Woonplaats.

Bedrijfsbehandelplan Melkvee. Algemene gegevens UBN. Veehouder. G.C. Kanters. Adres. Achterst Ven 15. Postcode 5461LD. Woonplaats. Bedrijfsbehandelplan Melkvee Algemene gegevens UBN 425960 Veehouder G.C. Kanters Adres Achterst Ven 15 Postcode 5461LD Woonplaats Veghel Telefoonnummer E-mail (notificatie) g_kanters@online.nl DAP DAC

Nadere informatie

De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag

De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag De aanpak van rotkreupel in België Tussentijds verslag 1. Inleiding en duiding Rotkreupel is een zeer besmettelijke en uiterst pijnlijke ontsteking van de tussenklauwhuid bij schapen. Ze wordt veroorzaakt

Nadere informatie

Uw doel bereiken met MelkNavigator

Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Uw doel bereiken met MelkNavigator Als melkveehouder wilt u er uit halen, wat er in zit. Kies gericht voor meer melk, betere gehalten of meer grammen eiwit en/of vet.

Nadere informatie

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen

MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013. Gemeente Vlissingen MKB-vriendelijkste gemeente van Nederland 2012/2013 Gemeente Vlissingen Voorwoord Groningen, september 2013 Voor u ligt het resultaat van het in 2012 en 2013 gehouden onderzoek naar de MKBvriendelijkste

Nadere informatie

Evaluatie Selectief Droogzetten

Evaluatie Selectief Droogzetten Evaluatie Selectief Droogzetten Risico s en Kansen 23 februari 2015 1 Emma Strous Sophie Noyen-Wolfert Inhoud Theorie droogzetten Richtlijn selectief droogzetten Meningen en Feiten Onderzoek Verkoopcijfers

Nadere informatie

Prestaties in beeld HOOFDSTUK 5. 5.1 hoe presteert mijn veestapel?

Prestaties in beeld HOOFDSTUK 5. 5.1 hoe presteert mijn veestapel? 5.1 hoe presteert mijn veestapel? Veehouders willen goede resultaten behalen. Maar waaraan lees je die af? En hoe zijn de resultaten op een gemakkelijke manier te vergelijken met bijvoorbeeld landelijke

Nadere informatie

Sterk met Melk. Brugse Ommeland en Meetjesland

Sterk met Melk. Brugse Ommeland en Meetjesland Sterk met Melk Brugse Ommeland en Meetjesland Dit verslag is geschreven in het kader van het project Sterk met Melk. Contact: Diane Schoonhoven, Leader+ project Sterk met Melk, 09 376 97 38, www.meetjesland.be/sterkmetmelk

Nadere informatie

Evaluatie Koesignalen en Mineralen

Evaluatie Koesignalen en Mineralen Evaluatie Koesignalen en Mineralen Evaluatie van het demonstratieproject Huisvestingsmaatregelen voor duurzame en dierwelzijnbevorderende melkveehouderij in de provincie Utrecht. Werktitel: Koesignalen

Nadere informatie