Branchedocument voor groenverwerkers en composteerinrichtingen voor groenafval.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Branchedocument voor groenverwerkers en composteerinrichtingen voor groenafval."

Transcriptie

1 Branchedocument voor groenverwerkers en composteerinrichtingen voor groenafval. Leidraad voor vergunningverleners en handhavers in Provincie Utrecht. Provincie Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus TH Utrecht

2 Branchedocument voor groenverwerkers en composteerinrichtingen voor groenafval. Leidraad voor vergunningverleners en handhavers in Provincie Utrecht. Opdrachtgever: Provincie Utrecht, Afdelingen Vergunningverlening en Handhaving Auteurs: F. Spit, handhaver Wet milieubeheer provincie Utrecht J. van Dillen, vergunningverlener Wet milieubeheer provincie Utrecht Datum: januari 2006 (herziening april 2008) Versie 1.3

3 Voorwoord Binnen de provincie Utrecht zijn twee afdelingen actief die zich bezighouden met vergunningverlening en handhaving van de Wet milieubeheer;dit zijn de Afdeling Vergunningverlening en de Afdeling Handhaving. Gezien het feit dat de provincie Utrecht een kleine provincie is waarbinnen allerlei verschillende soorten industrie zijn gevestigd, zijn de werkzaamheden voor vergunningverleners en handhavers uiterst divers en moeten zij van alle markten thuis zijn om hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Kennis is dus een belangrijk begrip voor vergunningverleners en handhavers. De visie binnen de twee afdelingen Vergunningverlening en Handhaving van de provincie Utrecht, is te streven naar het effectief inzetten en vastleggen van alle beschikbare kennis en het vergroten van het inzicht in de benodigde kennis om kwalitatief hoogstaande producten en diensten te leveren op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Een branchedocument waarin alle actuele wetgeving, kennis en ervaring staat opgenomen, is een onmisbaar stuk gereedschap. Binnen de provincie Utrecht zijn voor diverse branches al zogenaamde branchedocumenten opgesteld. Een van de branches waarvoor nog geen branchedocument was opgesteld is het Branchedocument Composteren. Gezien het feit dat de behoefte voor dit branchedocument binnen de provincie erg groot is, hebben de auteurs van dit document in opdracht van de Hogeschool Utrecht het branchedocument opgesteld. De doelstellingen van het opstellen en beheren van branchedocumenten zijn: 1. Investeringen in kennis, van individueel naar collectief. Door verloop in de personele bezetting gaat door de jaren heen veel impliciete kennis verloren. Ook het ontsluiten van kennis kost veel tijd. De opgedane kennis moet daarom zoveel mogelijk worden vastgelegd in een branchedocument. Daarnaast moet er overdracht van impliciete kennis plaatsvinden naar andere collega s door middel van presentaties of terugkoppeling in het werkoverleg. 2. kennis moet beter worden geborgd binnen de afdelingen; daarbij spelen de branchedocumenten en MAVIM* een cruciale rol. Het toegankelijk maken van kennis is vaak belangrijker dan het hebben van kennis. Er wordt doorgaans onnodig veel tijd verloren met het zoeken naar bepaalde kennis of personen die bepaalde kennis bezitten. Uitgangspunt hierbij is dat de kennis direct toepasbaar en toegankelijk moet zijn. Hierbij heeft men de keuze gemaakt om aan te sluiten bij de structuur van de branchedocumenten. Zodoende wordt bewust omgegaan met de beperkte mogelijkheden om binnen een organisatie kennis op peil te houden. Het doel van kennismanagement is het optimaliseren van de kennisinfrastructuur, waarbij alle bronnen en hulpmiddelen die iemand tot zijn of haar beschikking heeft om nieuwe kennis op te doen of gebruik te maken van bestaande kennis worden ingezet. Kennis bestaat uit een impliciete en expliciete vorm. De impliciete kennis is de kennis tussen de oren. De expliciete kennis is datgene dat is vastgelegd in procedures, handboeken, tekeningen, schema s, etc. MAVIM * is een softwarepakket. Een elektronisch gereedschap dat werkprocessen beschrijft. Naast de beschrijving van alle afspraken en regels die voor een organisatie gelden, worden ook de kennisbronnen verankerd. website

4 Kennis voor de vergunningverleners en handhavers kan worden ingedeeld in: kennis van wet- en regelgeving; kennis van bedrijfsprocessen, stand der techniek; kennis van vergunningverlening; kennis van handhaving. Deze vormen van kennis komen uiteindelijk samen in het branchedocument. Op hoofdlijnen volgt hieruit de onderstaande uitwerking: Expliciete kennis: van toepassing zijnde wet- en regelgeving; beschrijving van de branche, stand der techniek; richtlijnen voor vergunningverlening en handhaving; basis versie vergunning; checklisten voor de handhaving; bronnen waar informatie/ kennis te vinden is. Impliciete kennis: overzicht van intern netwerk betreffende de branche; overzicht van extern netwerk betreffende de branche; o bedrijven (adres en contactpersonen); o brancheorganisatie(s) (adres en contactpersonen); o overige betrokken partijen/ personen. De uiteindelijke vorm van het branchedocument is digitaal. Er wordt ook een papieren versie gemaakt. Alleen het digitale document wordt uiteindelijk beheerd en up-to-date gehouden en is procedureel vastgelegd in het Kwaliteitshandboek van de afdelingen Vergunningverlening en Handhaving. Dit sluit uiteindelijk aan bij het gebruik van het softwareprogramma Mavim. De structuur van elk branchedocument wordt hierin opgenomen en de informatie/ kennis wordt vanaf iedere werkplek toegankelijk voor alle medewerkers. Dankwoord Tijdens het opstellen van dit document hebben wij veel medewerking gehad van collega s van zowel binnen als buiten de provincie Utrecht. Ook Hans Scholten en Paul Sessink van de BVOR hebben met hun kennis en ervaring veel voor ons kunnen betekenen. Onze dank gaat uit naar iedereen die betrokken is geweest bij de totstandkoming van dit document. Jullie bijdrage heeft geleid tot een branchedocument waarmee we al veel positieve reacties hebben ontvangen. Wij hopen een bruikbaar document te hebben gemaakt dat tevens door andere provincies in Nederland kan worden toegepast als leidraad voor de vergunningverlening en handhaving.

5 Samenvatting Dit branchedocument is geschreven als leidraad voor vergunningverleners en handhavers die binnen de Wet milieubeheer te maken hebben met composteerinrichtingen (geen GFT) en groenverwerkers. Vergunningverleners kunnen middels dit document een vergunning samenstellen die voldoet aan alle relevante en actuele wet en regelgeving, handhavers kunnen met behulp van dit document vaststellen op welke milieuthema s zij de nadruk moeten leggen tijdens een bedrijfsbezoek. Zowel composteerinrichtingen als groenverwerkers accepteren jaarlijks grote hoeveelheden groenafval dat vrijkomt tijdens snoei-, maai- en onderhoudswerkzaamheden aan bijvoorbeeld, plantsoenen, langs snelwegen, etc.. Bij composteerinrichtingen wordt dit groenafval bewerkt en vervolgens gecomposteerd. Tevens worden bij dit type inrichtingen allerlei bodemverbeteraars samengesteld zoals, potgrond, bomenzand, etc.. Bij groenverwerkers wordt doorgaans het groenafval na acceptatie alleen bewerkt tot bodembedekkers (eventueel gemengd met ingekocht compost tot bodemverbeteraar) of vindt na bewerking afzet plaats naar bijv. biomassa centrales. Beide inrichtingen zijn dynamisch, dagelijks worden veel vrachtwagens met groenafval geaccepteerd en wordt bewerkt materiaal afgevoerd. Hoewel het basis materiaal uit de natuur komt, wil dat niet zeggen dat er geen milieubelasting vanuit de inrichting kan ontstaan. Grote hoeveelheden groenafval dat geconcentreerd wordt opgeslagen op een relatief klein oppervlak, kan voor bodemverontreiniging zorgen en een voor de omgeving onacceptabele geurhinder veroorzaken. Bovendien kunnen de veelal zware machines die worden ingezet voor het verwerken van groenafval, voor veel geluidsoverlast zorgen. Bodemverontreiniging kan bijvoorbeeld ontstaan doordat het regenwater dat in contact is geweest met composterend materiaal de bodem instroomt of omdat het bermgras dat in vooropslag ligt in een anaërobe conditie verkeert op een niet vloeistofdichte vloer. Allebei de situaties zorgen ervoor dat o.a. vermestende stoffen in contact komen met de bodem met alle gevolgen van dien (verzuring, vermesting en uitspoeling van nitraten naar het groenwater). Vloeistofdichte vloeren worden vanuit de milieuvergunning vereist op plaatsen waar gecomposteerd wordt en waar de (voor)opslag plaatsvindt van berm-, slootmaaisel en geshredderd groenafval. Tevens worden eisen gesteld aan de vloeistofdichtheid van het percolatiewaterbassin. Het composteren van materiaal veroorzaakt een geuremissie. Tot een bepaalde concentratie ervaren wij als mens een geur als niet hinderlijk en sommige geuren worden door het grootste gedeelte van de mensheid als meer aangenaam ervaren dan andere geuren. Onacceptabele geurhinder binnen composteerinrichtingen en groenverwerkers ontstaat meestal doordat ongewenste biologische processen de overhand krijgen tijdens het composteringsproces. Kort door de bocht genomen, kan gezegd worden dat wanneer aërobe condities de overhand blijven houden, de geurhinder als minder hinderlijk ervaren wordt. Maar dat wil niet zeggen dat een grote composterende hoop groenafval dat zich in aërobe condities bevindt, maar te dicht bij de woningen van derden is gesitueerd, geen geurhinder kan veroorzaken. Het is voor de vergunningverlener van groot belang de door het bedrijf aangevraagde te verwerken hoeveelheden groenafval te toetsen aan de Bijzondere regeling uit de Nederlandse emissierichtlijnen Lucht (NeR) zodat de waarschijnlijkheid van optreden van onacceptabele geurhinder geminimaliseerd wordt. De NeR heeft voor composteerbedrijven een afstandcontour bepaald waarbinnen het optreden van onacceptabele geurhinder groter wordt. De condities van de bedrijfsprocessen bij composteerinrichtingen en groenverwerkers leveren een grote bijdrage aan de uiteindelijke geuremissie. De in de NeR vastgestelde geurcontouren gaan uit van een optimale bedrijfsvoering. Dus geen anaërobe condities van het groenmateriaal, verhouding gras in de composthoop maximaal 30%, etc.. Uit ervaring blijkt

6 dat wanneer geurklachten van omwonenden bij de provincie worden gemeld, er bij desbetreffende inrichting veelal sprake is van een niet optimale bedrijfsvoering. Veelal is de optredende geurhinder terug te voeren naar het acceptatie en verwerkingsbeleid van de inrichting. Er zijn bijvoorbeeld partijen fruit of in anaërobe toestand verkerend groenafval in de composthoop verwerkt. Er is zoveel groenafval door het bedrijf geaccepteerd dat het tijdig verwerken of afvoeren niet langer mogelijk is. Het is moeilijk handhaven op in de vergunning vastgestelde geurnormen. Het bij een woning van derden vast stellen van de geurimmissiewaarde bij hinder is ondoenlijk op het moment van optreden. Maar in geval van hinder is het wel goed mogelijk te handhaven wanneer gekeken wordt naar de bedrijfsvoering. Daarom is het van groot belang om het bedrijf een duidelijk acceptatie en verwerkingsbeleid te laten vaststellen. Dit kan ten tijde van een aanvraag om een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer, of kan het bedrijf opgelegd worden middels een ambtshalve wijziging van de vigerende vergunning. In het acceptatie en verwerkingsbeleid moet het bedrijf vastleggen welk materiaal onder welke condities door het bedrijf wordt geaccepteerd. Tevens moet de herkomst van het materiaal bekend zijn en moet worden aangegeven hoe het bedrijf deze voorwaarden controleert en vastlegt in de eigen administratie. Belangrijk is tevens dat het bedrijf uitvoerig beschrijft op welke wijze zij uitvoer geven aan het composteringsproces. Het bedrijf wordt op deze manier gedwongen om heel bewust om te gaan met de bedrijfsvoering (schrijft bijna zijn eigen vergunning) en kan vanuit de handhaving via een administratief toezicht hierop gecontroleerd worden. Tevens kan vanuit de handhaving direct gehandhaafd worden indien de bedrijfsvoering afwijkt van het door het bedrijf zelf vastgestelde acceptatie en verwerkingsbeleid. Binnen de composteer- en groenverwerkingsinrichtingen, komen veel milieuaspecten aan bod. Dat kan direct afgeleid worden uit de uitgebreide toelichting per thema in hoofdstuk 3 van dit document. De samenvatting heeft zich beperkt tot het noemen van de thema s: bodem, lucht en acceptatiebeleid. Binnen de handhaving ligt de nadruk op deze thema s tijdens een controlebezoek. Het is de bedoeling dat met aanbevelingen in dit branchedocument de vigerende vergunningen zodanig worden aangepast dat onacceptabele geurhinder naar derden niet langer voorkomt binnen de provincie. De auteurs van dit document zijn van mening dat deze doelstelling te realiseren is middels het uitvoeren van de hierboven genoemde kernpunten.

7 VOORWOORD... SAMENVATTING... 1 INLEIDING ACHTERGROND EN AANLEIDING DOEL EN UITGANGSPUNTEN Toepassing branchedocumenten Actualiteit branchedocument LEESWIJZER COMPOSTEREN INLEIDING COMPOSTEREN, HET PRINCIPE BESCHRIJVING BRANCHE Algemeen Composteerbedrijven Groenverwerkers Procesbeschrijving Doelstelling voor composteerinrichtingen Doelstelling voor groenverwerkers MILIEUHYGIËNISCHE ASPECTEN INLEIDING BODEM Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving LUCHT Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving STOF Algemeen Normering... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Vergunningverlening... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd Handhaving AFVALWATER Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving GELUID Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving EXTERNE VEILIGHEID Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving ENERGIE Algemeen Normering Vergunningverlening... 26

8 3.8.4 Handhaving AFVAL BINNEN DE INRICHTING EN AFVALVERWERKING Afval binnen de inrichting Afvalverwerking Normering Vergunningverlening Handhaving ACCEPTATIE BELEID EN WERKPROCESSEN Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving EINDPRODUCT Algemeen Normering Vergunningverlening Handhaving OVERIGE ASPECTEN INLEIDING IEPENZIEKTE BOUWKUNDIGE ASPECTEN VERGUNNINGVERLENING INLEIDING AANVRAAGFORMULIER OM EEN WM-VERGUNNING CONSIDERANS VOORSCHRIFTEN HANDHAVING INLEIDING TOEZICHTSPLAN Uitvoering HANDHAVINGSACTIVITEITEN Fysiek toezicht Administratief toezicht (AT) Metingen BESPREKING VAN DE CONTROLERESULTATEN Controle rapport Hercontrole AFHANDELING VAN KLACHTEN EN MELDINGEN ONTWIKKELINGEN EN AANDACHTSPUNTEN TOEPASSING COMPOST EU RICHTLIJN COMPOSTERING IPPC ENERGIE UIT AFVAL MILIEU EFFECT RAPPORTAGE DOSSIERBEHEER EVALUATIE ACTUALISATIE VERSIEBEHEER... 40

9 9 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN BRONNEN AFKORTINGEN EN DEFINITIES Bijlage A aanvraagformulier voor composteerbedrijven... Bijlage B standaard considerans voor composteerbedrijven.. Bijlage C standaard voorschriftenpakket voor composteerbedrijven....

10 1 Inleiding 1.1 Achtergrond en aanleiding Binnen de provincie Utrecht zijn twee afdelingen actief die zich bezighouden met vergunningverlening en handhaving van de Wet milieubeheer; dit zijn de Afdeling Vergunningverlening en de Afdeling Handhaving. Gezien het feit dat de provincie Utrecht een kleine provincie is waarbinnen allerlei verschillende soorten industrie zijn gevestigd, zijn de werkzaamheden voor vergunningverleners en handhavers uiterst divers en moeten zij van alle markten thuis zijn om hun werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Kennis is dus een belangrijk begrip voor vergunningverleners en handhavers. De visie binnen de afdelingen Vergunningverlening en Handhaving van de provincie Utrecht, is te streven naar het effectief inzetten en vastleggen van alle beschikbare kennis en het vergroten van het inzicht in de benodigde kennis om kwalitatief hoogstaande producten en diensten te leveren op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Een branchedocument waarin alle actuele wetgeving, kennis en ervaring is opgenomen, is een belangrijk stuk gereedschap. Binnen de provincie Utrecht zijn voor diverse branches al zogenaamde branchedocumenten opgesteld. In een branchedocument zijn standaardvoorschriften en is een standaard considerans opgenomen om tot een eenduidige benadering te komen van bedrijven in de branche, het bewerkstelligen van een efficiënte, kwalitatieve en een doelmatige vergunningverlening en handhaving en het realiseren van een optimaal milieurendement. Het resultaat van dit branchedocument is een aan de huidige wetten, beleidsregels en inzichten aangepast document. Dit branchedocument richt zich tot de composteerinrichtingen van groenafval en groenverwerkers. Deze inrichtingen vervullen een belangrijke rol in de afvalketen. Composteerinrichtingen verwerken de afvalstoffen tot compost, zwarte grond en andere groene producten. Groenverwerkers verwerken groenafval op eenzelfde manier met uitzondering van het composteren. Groenverwerkers zijn bedrijven die groenafval innemen en na een of meerdere behandelingen het afval aanbieden aan composteerinrichtingen of dit afval tot een product verwerken dat vervolgens aan derden verkocht wordt. Deze producten dienen te voldoen aan de minimum standaard van sectorplan 9 van het LAP (hierover later meer). Een composteerinrichting is een groenverwerker, maar een groenverwerker is niet altijd een composteerinrichting. Beide verwerkers maken op deze manier hergebruik van afval mogelijk. Binnen de provincie Utrecht wordt (zonder specifieke onderliggende reden) geen GFT gecomposteerd, zodat dit branchedocument zich uitsluitend richt op groenafval zoals snoeihout, berm- en slootmaaisel en bladafval. GFTcompostering vindt in de regel plaats in een afgesloten hal. Bij deze vorm van compostering dienen strengere maatregelen in de vergunning opgenomen te worden m.b.t. geurreducerende maatregelen en opvang van vrijkomende schadelijke stoffen dan bij groencompostering. 1.2 Doel en uitgangspunten Toepassing branchedocumenten Het is de taak van de vergunningverleners van de provincie Utrecht om de activiteiten van de afvalverwerkende bedrijven in de provincie Utrecht te toetsen aan de doelstellingen van het Nederlandse afvalbeleid en aan wet- en regelgeving en op basis daarvan specifieke voorschriften op te stellen waaraan de bedrijven zich moeten houden. De handhavers zien er op toe dat deze voorschriften worden nageleefd.

11 De branchedocumenten geven aan welke branchespecifieke milieuaspecten en welke knelpunten vergunningverleners en handhavers in de praktijk kunnen tegenkomen en hoe er ten aanzien van deze punten gehandeld moet worden. Ze geven aan welke keuzes worden gemaakt met betrekking tot de beschikbare beleidsvrijheid en welke doelen worden nagestreefd. Eén en ander zal direct gerelateerd zijn aan de milieudoelen die door de provincie Utrecht worden vastgesteld. Op deze wijze wordt ervoor zorggedragen dat handhavers en vergunningverleners vanuit dezelfde uitgangspunten en doelstellingen hun taken uitvoeren. Branchedocumenten zijn dus een leidraad voor vergunningverleners en handhavers en waarborgen de kwaliteit en uniformiteit van uit te voeren milieutaken. Het is de bedoeling dat op het moment dat dit branchedocument door de provincie Utrecht is vastgesteld, alle vigerende vergunningen worden getoetst aan de doelstellingen van dit branchedocument. Per vergunning zal worden bekeken of een ambtshalve wijziging noodzakelijk is om te voldoen aan de gedachtegang achter dit document Actualiteit branchedocument Het is de bedoeling dat het branchedocument een dynamisch en actueel document wordt. De ontwikkelingen in de afvalwereld volgen elkaar echter snel op en de kans dat zaken die nu erg in de belangstelling staan al snel zijn achterhaald, is groot. Daarom wordt voor elk branchedocument een zgn. dossierhouder aangewezen. Deze persoon houdt regelmatig overleg met vergunninghouders en handhavers die zich met zijn/ haar branche bezighouden en bekijkt ieder jaar in hoeverre de verschillende hoofdstukken uit het branchedocument nog relevant zijn. 1.3 Leeswijzer Na de inleiding volgt er in hoofdstuk 2 een beschrijving van de activiteiten binnen de composteerinrichtingen en een uitleg gegeven aan het begrip composteren. In hoofdstuk 3 worden de afzonderlijke milieuhygiënische aspecten van de branche verder uitgewerkt. Aspecten die aan bod komen zijn: geluid, bodem, lucht- en geurkwaliteit, maar ook verruimde reikwijdte, afvalstoffen en afvalwater. In het kader van het branchedocument is er bepaald welke milieuhygiënische aspecten als milieu-essenties aangeduid kunnen worden. In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op overige aspecten die niet direct in hoofdstuk 3 te plaatsen zijn. Hoofdstuk 5 gaat in op aspecten die voor de vergunningverlening van toepassing zijn zoals de model vergunningvoorschriften, de considerans en het aanvraagformulier voor composteerinrichtingen en groenverwerkers. In hoofdstuk 6 wordt de handhavingsstrategie beschreven. In hoofdstuk 7 wordt een overzicht gegeven van de nieuwste ontwikkelingen binnen de groenverwerkers. En wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op het dossierbeheer. Tenslotte wordt in hoofdstuk 9 een en ander samengevat in een aanbeveling voor de vigerende vergunningen binnen de provincie Utrecht. De hierboven vermelde indeling wijkt af van de indeling uit het plan van aanpak zoals deze eerder is ingediend. De indeling zoals nu wordt gehanteerd is logischer van opbouw en bevat minder bijlagen om het overzichtelijker te houden. Met de opbouw van dit branchedocument, wordt de nieuwe huisstijl van de procincie Utrecht aangehouden. Branchedocumenten die vanaf nu worden geschreven, zullen in deze huisstijl worden opgesteld.

12 2 Composteren. 2.1 Inleiding. Allereerst wordt in dit hoofdstuk een korte omschrijving van het composteerproces gegeven, daarna volgt een feitelijke beschrijving de composteerbranche en groenverwerkers met alle relevante milieuaspecten die overlast kunnen geven. Dit hoofdstuk sluit af met een opsomming van doelstellingen van composteerinrichtingen en groenverwerkers. Groenafval Groenafval is organisch-plantaardig afval dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van openbaar groen, bos- en natuurterreinen en al het afval dat hiermee te vergelijken is, zoals grof tuinafval, berm- en slootmaaisel, afval van hoveniersbedrijven, agrarisch afval en afval dat vrijkomt bij aanleg en onderhoud van terreinen van instellingen en bedrijven. Groenafval bestaat voornamelijk uit blad, grasachtig materiaal, loof en snoeihout. Bron: NeR, bijzondere regeling G2, definitie groenafval. 2.2 Composteren, het principe. Bij het afbraakproces van organische stoffen door micro-organismen (composteren) komt energie vrij, die wordt gebruikt voor de stofwisselingsprocessen van micro-organismen en de opbouw van nieuwe biomassa. Voor het grootste deel komt de energie echter vrij als warmte. Door de vrijkomende warmte bij de afbraak van organische stoffen neemt de temperatuur in het composterende materiaal toe. Het composteringsproces is dus een gevolg van de biologische activiteit van de (an)-aërobe microorganismen. Voor het goede verloop van het composteringsproces is het dus van groot belang de ideale condities te creëren voor micro-organismen die verantwoordelijk zijn voor het juiste afbraakproces. Voor het composteren in de buitenlucht, zijn de ideale condities aëroob (afbraak d.m.v. bacteriën die zuurstof nodig hebben om de organische stoffen om te zetten). Onder anaërobe condities vindt meestal onacceptabele geurhinder plaats (omzetting vindt plaats door bacteriën die geen zuurstof nodig hebben om organische stoffen om te zetten, tijdens dit proces vindt verzuring plaats). De volledige afbraak bij een aëroob composteringsproces kan in vereenvoudigde vorm als volgt worden beschreven. Organische stof + zuurstof kooldioxide + water + restgassen + energie+ organische stof De organische stof die in het te composteren materiaal aanwezig is, wordt tijdens het composteringsproces gedeeltelijk omgezet in voornamelijk water en kooldioxide. Hierbij ontstaan nog enige restgassen, zoals ammoniak en vluchtige zwavelverbindingen. Deze restgassen spelen een belangrijke rol bij het composteringsproces, doordat dit stoffen zijn die aanleiding kunnen geven tot geuroverlast. Tijdens het proces komt water vrij dat door de hoge temperaturen van het composterend materiaal verdampt en de hoop verlaat. Dit zorgt ervoor dat de hoop organische stof langzaam uitdroogt (uitdroging vindt tevens plaats wanneer de hoop teveel geforceerd wordt belucht). Wanneer het vochtgehalte in de hoop te ver afneemt, zal dit nadelige gevolgen hebben voor de voortgang van het composteringsproces. Regelmatig bevochtigen tijdens het composteringsproces bevordert de voortgang. Bij een anaëroob proces wordt minder kooldioxide gevormd en komt als extra reststof methaangas vrij. In dit branchedocument wordt verder niet ingegaan op anaërobe processen omdat dit vergistingprocessen zijn. Deze processen komen voor bij het vergisten van mest en vinden plaats in gesloten systemen of voor de buitenlucht afgesloten ruimtes.

13 Omdat bij anaërobe condities tijdens het composteren een intensere geur (stank) ontstaat, is het van belang de condities in de composterende berg aëroob te houden. Omdat in de aanvangsfase van het composteringsproces de vorming van micro-organismen snel plaatsvindt, wordt veel zuurstof gebruikt. Deze organismen zijn van groot belang en er moet tijdens deze fase intensief worden belucht of omgezet. Wanneer dit niet gebeurt, zal het zuurstofgehalte in de hoop dalen en worden de aërobe microorganismen vervangen voor anaërobe microorganismen. Deze organismen zorgen ervoor dat methaanvorming plaatsvindt en een zurige omgeving ontstaat. Tijdens deze fase komt een zurige lucht vrij die als zeer onaangenaam wordt beschouwd. Dus behalve het vochtgehalte en de temperatuur van de composterende hoop organisch afval, zijn de parameters C/N-ratio (voedingsstoffen), porositeit (zuurstofdoorlatendheid) en ph (leefklimaat voor micro-organismen) ook van belang om de juiste micro-organismen te laten groeien. Figuur 1: vergistingsproces onder anaërobe condities Binnen het proces van groencompostering worden in de Nederlandse emissie richtlijnen lucht (NeR) de volgende composteringmethode onderscheiden: Methode A: frequent omzetten met omzetmachines: Dit is een intensieve methode met een hoge omzetfrequentie. In het begin van het proces wordt circa eenmaal per 3 dagen omgezet, waarna de frequentie afneemt met het vorderen van het composteringsproces. Er wordt circa 10 maal omgezet in een periode van 3 maanden. Methode B: conventionele methode van omzetten met shovel en kraan: Er wordt hier ongeveer 7 maal omgezet in een periode van een half jaar. Methode C: extensief composteren zonder omzetten: Deze methode is alleen toegestaan bij kleinschalige toepassingen (<5000 ton per jaar). Methode D: intensieve methode met geforceerde beluchting: Het proces verloopt volledig aëroob, omzetten is af en toe nodig om de aërobe condities in de gehele composteringshoop te blijven behouden. De relatie tussen composteringsmethode en de NeR wordt in het hoofdstuk Lucht toegelicht. In de praktijk worden momenteel combinaties van bovenstaande methodes toegepast. Vaak wordt het te composteren materiaal opgezet in rillen (lange driehoekige hopen met een lengte van vele meters). Deze rillen worden gedurende 3-4 weken intensief omgezet met behulp van omzetmachines en/ of belucht. Na deze periode van voorcompostering worden de rillen op een tafelhoop (aaneengesloten vlakke composthoop) gezet. Hier wordt het materiaal door middel van een hydraulische kraan regelmatig omgezet en na elke omzetting verder op de tafelhoop verplaatst. Soms wordt alleen het eerste gedeelte van de tafelhoop geforceerd belucht en vindt na-rijping van de compost op het niet geforceerd belucht gedeelte plaats. Deze laatst beschreven methode heeft onze voorkeur gezien de geringe geuremissie en het goed beheersbaar houden van het composteringsproces. Een combinatie van de composteermethodes A, B en D is mogelijk.

14 2.3 Beschrijving branche Algemeen Binnen de provincie Utrecht zijn momenteel 16 bedrijven actief waarvan de hoofdactiviteit bestaat uit composteren en verkleinen van groenafval en opmengen tot schone producten (composteerinrichtingen), of alleen het verkleinen van groenafval en dit opmengen tot schone producten (groenverwerkers). Onlangs is het Inrichtingen en vergunningen besluit (Ivb) aangepast. Dat heeft tot gevolg gehad dat alleen de inrichtingen die meer dan ton groenafval op jaarbasis verwerken of meer dan m³ groenafval opslaan, hiervoor de provincie het bevoegd gezag blijft. Dit heeft tot gevolg dat slechts 5 composteerinrichtingen en 2 groenverwerkers onder het bevoegd gezag van de provincie Utrecht staan. Deze inrichtingen zijn allen aangesloten bij één branchevereniging de branchevereniging voor organische reststoffen (BVOR). Deze branchevereniging is door de provincie Utrecht benaderd om mee te werken aan de totstandkoming van dit branchedocument. Er zijn binnen provincie Utrecht geen bedrijven die GFT composteren. Dit branchedocument beperkt zich dan ook tot compostering van groenafval dat vrijkomt bij snoei-, maaien onderhoudsactiviteiten van bijvoorbeeld plantsoenen. De toegepaste composteertechnieken variëren van open compostering met of zonder beluchting. De verwerkingscapaciteit varieert van ton per jaar tot ton per jaar. De verwerkingscapaciteit van de bedrijven in de provincie Utrecht kan gezien worden als klein- tot middenbedrijf in vergelijking met de capaciteit van composteerbedrijven in de rest van Nederland Composteerbedrijven Composteerbedrijven zijn bedrijven die zich bezig houden met de compostering van organische (afval)stoffen. Onder compostering wordt het proces verstaan waarbij organische stoffen door microorganismen worden afgebroken. Bedrijven die zich bezig houden met het verwerken van composteerbaar organisch materiaal zijn in de provincie Utrecht vooral bedrijven die zich in hoofdzaak bezig houden met het verwerken van diverse stromen groenafval zoals: takken, bladafval, loof, snoeihout, bermgras, agrarisch afval e.d.. Deze bedrijven kenmerken zich door de eenvoudige opzet van het totale composteringsproces. Compostering vindt plaats in de open lucht op een vloeistofdichte vloer met voorzieningen voor de opvang van het regenwater dat in contact is geweest met de composthopen. Het aangevoerde groenafval wordt verkleind en op de daarvoor bestemde composteringsvelden gebracht. Hier wordt het, afhankelijk van de mate van bewerking (omzetten, beluchting en bevochtigen), gedurende drie tot zes maanden gecomposteerd. Het verkregen product is groencompost. Het uit de compostering verkregen materiaal wordt afgezeefd. De grove organische fractie, de zeefoverloop, wordt nogmaals gecomposteerd om zo weinig mogelijk restfractie over te houden. Niet te composteren afvalstoffen worden afgevoerd. Het compost wordt grotendeels in de agrarische sector (landbouw) afgezet. Het compost wordt dan vaak gemengd met zand om op deze manier als zwarte grond te worden afgezet. Groencompost gaat ook voor een deel naar tuincentra en gemeenten voor verwerking in plantsoenen, perken en bermen Groenverwerkers Groenverwerkers zijn inrichtingen die organisch materiaal verzamelen en na eventueel verkleind te hebben, het groenafval: - doorzetten naar een inrichting die ervoor zorg draagt dat de minimale standaard uit sectorplan 9 van het LAP wordt bereikt (b.v. de grove houtfractie naar biomassa centrale of slootdemping in veengebieden, de fijne houtfractie naar composteerbedrijven); - laat keuren volgens het BOOM (Besluit kwaliteit en gebruik Overige Organische Meststoffen) en deze fractie mengt met schone grond (volgens de definitie schone grond uit het bouwstoffenbesluit) om zo diverse bodemverbeteraars te maken. De groenverwerkers moeten ervoor zorgdragen dat het verkleinde materiaal niet gaat composteren. Hiervoor worden eisen gesteld aan de opslagperiode dat het verkleind materiaal binnen de inrichting aanwezig mag zijn en het verschil in temperatuur met de buitenlucht en de opgeslagen hoeveelheid afval.

15 Het branchedocument is opgesteld voor zowel composteerinrichtingen als groenverwerkers. Indien items voor een van de type inrichtingen niet van toepassing is, zal dit expliciet worden vermeld Procesbeschrijving Acceptatie groenafval: Het binnenkomende materiaal wordt gewogen en visueel gekeurd op verontreinigingen door de vergunninghouder. Deze procedure wordt in de aanvraag om een milieuvergunning uitgebreid beschreven en getoetst aan de verkorte procedure De Verwerking Verantwoord (zie ook paragraaf 3.9). Vooropslag: Niet verkleind snoeihout mag opgeslagen worden op de niet vloeistofdichte Acceptatie groenafval vloer. Verkleind snoeihout, bermgras en slootmaaisel moet op een vloeistofdichte vloer worden opgeslagen en binnen 3 keer 24 uur in de composthoop worden verwerkt of worden afgevoerd. Het bermgras kan eventueel worden ingekuild. Voor bermgras geldt de 3 keer 24 uur verwerkingsregel niet, er dient te worden voorkomen dat rottingsprocessen de overhand kunnen krijgen waarbij een onacceptabele geurhinder kan ontstaan en dat bovendien een goed inkuilingsproces tegenwerkt. Het voorkomen van geurhinder bij de opslag van bermgras en slootmaaisel is de verantwoordelijkheid van de vergunninghouder. In het voorschriftenpakket worden nadere eisen gesteld met betrekking tot de onmiddellijke afvoer van dit afval indien rottingsprocessen binnen de inrichting plaatsvinden. Verkleinen groenafval: Het snoeihout dient te worden verkleind om een optimale compostering te bewerkstelligen of zodoende een goed brandbare fractie te verkrijgen indien het groenafval wordt aangeboden als brandstof voor energiecentrales. Zwerfvuil dat zich in dit snoeihout bevindt moet, voordat het snoeihout verkleind wordt, zo veel mogelijk (handmatig) worden verwijderd. Belangrijk aandachtspunt tijdens het verkleinen is geluid. De shredderinstallaties hebben een hoog bronvermogen. Deze activiteit gecombineerd Verkleinen groenafval met de binnen de inrichting aanwezige grondverzetmachines zorgen ervoor dat bij de vergunningprocedure altijd een akoestisch onderzoeksrapport wordt geëist. Zwerfvuil: Het gesorteerde of uitgezeefd zwerfvuil, dient apart te worden opgeslagen. Hiervoor moet de inrichting voorzieningen hebben getroffen in de vorm van containers. Composteren*: Hierbij wordt het proces verstaan waarbij organische stoffen door micro-organismen worden afgebroken. Indien hierbij zuurstof uit de lucht wordt verbruikt betreft het een aërobe compostering; een afbraak waarbij micro-organismen de overhand krijgen die geen zuurstof nodig hebben voor het omzetten van organische verbindingen is een anaërobe proces. Deze laatste methode verdient niet onze voorkeur in verband met de onacceptabele geurhinder die dan ontstaat, vooral bij het openbreken van de composthoop. Het is doorgaans de opzet om de organische stof dusdanig te composteren (mineraliseren) dat er een stabiel eindproduct ontstaat. Deze stabiliteit houdt tenminste in dat de autonome afbraaksnelheid in het materiaal dusdanig is verlaagd, dat de opslag en toepassing van het ontstane product geen problemen opleveren. * Niet voor groenverwerkers

16 Met andere woorden het is niet de bedoeling dat het materiaal nog stevig na-composteerd wanneer het materiaal van de composthoop wordt verwijderd. Doorgaans betekent dit dat de temperatuur van het uitgecomposteerde materiaal onder de 50 C moet zijn voordat gesproken kan worden van een stabiel eindproduct. Tijdens het composteren treedt een massa- en volumereductie op. Deze wordt veroorzaakt door de verdamping en het uittreden van water en de hierboven genoemde afbraak van organische stof. In het geval van compostering van groenafval vindt een massareductie plaats van ca. 30%. Deze massareductie is als volgt opgebouwd: circa 20 % uit verdamping van water, 10 % uit afbraak van organische stof (zie figuur 2). Deze waarden kunnen sterk variëren afhankelijk van het ingangsmateriaal. Opmengen tot kwaliteits producten: Binnen composteerinrichtingen en groenverwerkers, worden producten met elkaar gemengd om een kwaliteitsproduct te krijgen. Het gaat hier over het mengen van een uitgecomposteerd product met grond of zand, of het mengen van verkleind houtachtig materiaal (schors, houtsnippers) met zand voor het verkrijgen van diverse soorten bodembedekkers. Om te voorkomen dat afval wordt weggemengd en op deze manier de afvalketen verlaat, is het opmengen alleen toegestaan indien sprake is van menging van schone producten met schoon zand/ grond. Door middel van een keuring kan aannemelijk gemaakt worden dat de verkleinde houtfractie of compost niet is vervuild met zowel zichtbare als niet zichtbare verontreinigingen. Verdampt / uitgetreden water 20 % Groen afval 100 % Aërobe compostering Afbraak organisch materiaal 10 % Compost 70 % Verontreinigingen (bv. zwerfvuil) Figuur 2 Voorbeeld stroomschema composteren Het basisuitgangsmateriaal bestaat uit groenafval, dit is samengesteld uit 50 % droge stof + 50 % water. De droge stof bestaat uit 40 % organische stof en 60 % as/ gloeirest (o.a. mineralen).

17 De geproduceerde compost bestaat uit circa 55 % droge stof en voor 45 % uit water. De droge stof bestaat voor 25 % uit organische stof en voor 75 % uit asrest. De verhouding van organische stof versus asrest is afhankelijk van het ingangsmateriaal. De resterende hoeveelheid organische stof in de compost betreft moeilijk afbreekbare stoffen zoals hout (deze fractie kan zijn uiteindelijke afzet vinden in de biomassa centrale). Bovenstaande cijfers kunnen sterk variëren afhankelijk van het basismateriaal en dienen als voorbeeld beschouwd te worden Doelstelling voor composteerinrichtingen. De doelstelling bij composteren kan variëren. Enerzijds past men compostering toe als methode voor afvalverwerking, waarbij het hergebruik van een gedeelte van de afvalstoffen in de vorm van compost als een aantrekkelijk bijkomend voordeel wordt beschouwd. Anderzijds composteert men met het specifieke doel om compost te bereiden, waarbij veelal zeer hoge eisen aan de kwaliteit van het product worden gesteld. Het landelijk afvalbeleidsplan (LAP) richt zich met name op de nuttige toepassing van organisch afval. Het geproduceerde compost wordt grotendeels afgezet als bodemverbeterend middel. Verder worden bij composteerinrichtingen diverse groene producten samengesteld zoals bodembedekkers (bv. houtsnippers voor wandelpaden) en manegebodems (grove houtfractie met zand), maar ook speciale grondproducten, mengsels van grond en compost die aan specifieke eisen van afnemers voldoen. Voor deze activiteiten gelden de bepalingen uit het LAP voor nuttige toepassing van organisch materiaal Doelstelling voor groenverwerkers. Groenverwerkers verrichten dezelfde activiteiten als composteringsinrichtingen met uitzondering van het composteerproces zelf. Groenverwerkers kopen hoeveelheden compost in en mengen dit met grond of zand om diverse producten te verkrijgen. Op het moment dat een groenverwerker compost inkoopt, koopt hij een product en geen afvalstof. Voor deze doelstelling is het LAP dus niet van toepassing. Voor het houtachtige materiaal dat wel als afvalstof wordt geaccepteerd en verwerkt, zijn de bepalingen uit het LAP wel van toepassing. Het verwerken van houtachtig materiaal wordt gezien als afvalverwerking. Minimumstandaard De minimumstandaard voor gescheiden ingezameld groenafval is nuttig toepassen in de vorm van materiaalhergebruik. Nuttige toepassing van de houtfractie uit groenafval met hoofdgebruik als brandstof is eveneens toegestaan. Overwegingen bij het vaststellen van de minimumstandaard De minimumstandaard sluit aan op de bestaande praktijk van be- en verwerken van groenafval, en is daarmee uitvoerbaar en bedrijfszeker. Uit de resultaten van de MER blijkt weliswaar dat thermisch verwerken van de houtfractie uit milieuoogpunt beter is dan composteren. Echter, het betreft een vergelijking van de zuivere houtfractie. Gelet op de noodzaak van de inzet van hout ten behoeve van een goed verloop van het composteerproces van groenafval is de voorkeur gegeven aan de gegeven minimumstandaard. De wijze van verwerking van groenafval in het buitenland is in een aantal gevallen laagwaardiger dan de minimumstandaard. Op grond van het zelfvoorzieningsbeginsel wordt uitvoer ten behoeve van verwijderen in beginsel niet toegestaan. Citaat uit sectorplan 9 Organisch afval uit het LAP.

18 3 Milieuhygiënische aspecten 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk komen de relevante milieuaspecten aan bod in het kader van vergunningverlening, handhaving en het juridisch kader. Per milieuaspect zal een inleidend schrijven een indruk geven wat er binnen het onderwerp speelt en waarom dit onderwerp aan de orde komt in dit document. Vervolgens wordt onder het kopje Normering het juridisch kader afgetekend waaruit de vergunningverlener het bedrijf rechten verleent. Tevens kunnen hieruit restricties worden geput en verplichtingen aan de inrichting worden opgelegd met als doelstelling het milieu zoveel mogelijk bescherming te bieden zonder het bedrijf onnodige beperkingen op te leggen. Er zal binnen dit kader verwezen worden naar wetten, besluiten (al dan niet rechtstreeks werkend), richtlijnen (circulaires en handreikingen). Hiervan moet worden opgemerkt dat richtlijnen normaliter als adviezen van de rijksoverheid kunnen worden beschouwd hoe het bevoegd gezag dient om te gaan met zijn wettelijke bevoegdheden. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (RvS) beschouwt deze richtlijnen vaak als wetten zonder uitzondering. Indien een bedrijf voldoet aan de normen zoals die zijn opgenomen in de Nederlandse emissierichtlijnen Lucht (NeR), zal volgens de RvS niet gevreesd hoeven te worden voor onacceptabele geurhinder in de directe omgeving (ABRvS 16 januari 1997, nr. E ; M en R 1997, 87). Verder zijn per onderwerp aspecten opgenomen die voor de vergunningverlener en handhaver van belang zijn. 3.2 Bodem Algemeen De opslag van het geshredderd nog te composteren materiaal, opslag van berm- en slootmaaisel, het composteringsproces en de opslag percolatiewater vormen allen bodembedreigende activiteiten. Tijdens het composteringsproces ontstaat percolatiewater. Dit is voornamelijk regenwater dat van de composthoop afloopt. Het percolatiewater bevat in meer of mindere mate bodembedreigende stoffen zoals zware metalen die zich hebben gebonden aan het organisch materiaal en een overmaat aan organische (mest)stoffen. De in het Bodembescherming percolatiewater aanwezige stoffen kunnen, wanneer geen bodembeschermende maatregelen en/ of voorzieningen worden getroffen, leiden tot bodem en/ of grondwaterverontreiniging. De opslag van het snoeihout dat nog niet is geshredderd en compost dat is gekeurd volgens het BOOM, zal niet direct als bodembedreigende activiteit gezien worden. Opslag van dit materiaal hoeft niet op een vloeistofdichte verharding, maar dient wel plaats te vinden op een aaneengesloten verharding, bijvoorbeeld stelconplaten.

19 3.2.2 Normering Van toepassing zijnde wet- en regelgeving, richtlijnen en beleid: Wm, Wet bodembescherming (Wbb), Besluit Opslag Ondergrondse Tanks (BOOT), Nederlandse Richtlijn Bodembescherming bedrijfsmatige activiteiten (NRB versie 2003), CPR richtlijnen, CUR/PBV aanbevelingen Vergunningverlening In Wm-vergunningen kan een zogenaamd nulsituatie onderzoek voorgeschreven, waarmee de huidige grond en grondwaterkwaliteit dient te worden vastgesteld. Bij beëindiging van de inrichting dient een dergelijk onderzoek te worden herhaald zodat duidelijk wordt of de activiteiten in de inrichting na vergunningverlening tot bodemverontreiniging hebben geleid. Indien uit het eindonderzoek blijkt dat de bodem verontreinigd is, dient de aanvrager maatregelen te nemen om die verontreiniging te beëindigen en de gevolgen ervan ongedaan te maken. Het risico van bodemverontreiniging moet worden beoordeeld volgens de systematiek van de Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB). Uitgangspunt daarbij is dat het risico op bodemverontreiniging verwaarloosbaar moet zijn. De NRB gaat ervan uit dat als er binnen de inrichting geen potentieel bodembedreigende stoffen, zoals o.a. opgenomen in hoofdstuk van de NRB (stoffenlijsten), aanwezig zijn er geen bodembeschermende voorzieningen of maatregelen nodig zijn. Als de activiteiten potentieel bodembedreigend zijn, zal in de voorschriften worden opgenomen dat er maatregelen moeten worden genomen zodat voldaan wordt aan een risicoprofiel met eindemissie score 1 (verwaarloosbaar risico). De composteeractiviteiten worden als bodembedreigend gezien. Groenafval waarin weinig houtig materiaal zit, kan snel in anaërobe toestand geraken. Hierbij komt water vrij dat is verontreinigd met vermestende stoffen. Ook kunnen aan organische stof gebonden zware metalen en pesticiden in dit zogenaamde percolatiewater aanwezig zijn. Gezien onder de composthoop geen aanvullende maatregelen getroffen kunnen worden om verontreiniging van de bodem tegen te gaan indien hier een vloeistofkerende voorziening ligt, zal een vloeistofdichte vloer vereist worden. Deze moet voorzien zijn van een CUR/PBV- verklaring, hiervoor worden voorschriften opgenomen in de vergunning. In het voorschriftenpakket zijn eisen opgenomen met betrekking tot een regelmatige keuring van de vloeistofdichte voorzieningen. Het percolatiewater moet opgevangen worden in een vloeistofdicht bassin (verwijzing naar de Richtlijn Mestbassins uit 1992). Tevens dient de verbinding tussen het bassin en de vloeistofdichte vloer vloeistofdicht te zijn. Voor deze verbinding zal een CUR/ PBV-44 verklaring worden vereist. Het percolatiewater mag niet worden geloosd op oppervlaktewater of in het openbaar rioleringsstelsel, tenzij de inrichting voor deze activiteiten beschikt over een Wvovergunning van het desbetreffende waterschap. Denk aan de coördinatieplicht met het waterschap! Indien geen lozingen plaatsvinden, vraag bij het aanvraagformulier een bevestiging van het waterschap dat een WVO-vergunning inderdaad niet nodig wordt geacht Handhaving Het doel van de handhaving is het voorkomen van verspreiding van bodembedreigende stoffen. Hiertoe wordt primair gecontroleerd op vloeistofdichte en vloeistofkerende voorzieningen en heeft een hoge prioriteit. Alle composteerinrichtingen en groenverwerkers dienen de opslag van verkleind groenafval, berm- en slootmaaisel, overig gemakkelijk in anaërobe toestand te geraken groenafval en de composterende massa op een vloeistofdichte vloer te laten plaatsvinden. Op de vloeistofdichte vloer dient een certificaat van vloeistofdichtheid (CUR/PBV-44) te zijn afgegeven. Compost dat stabiel is en voldoet aan het BOOM, mag op een vloeistofkerende verharding worden opgeslagen. De voorkeur voor deze verharding is asfalt of aaneengesloten beton. Op de vloeistofkerende voorziening hoeft geen certificaat te worden afgegeven.

20 3.3 Lucht Algemeen Vooral de tijdens de compostering vrijkomende geur/ stank vormt een potentiële bron van overlast. De meeste hinder voor omwonenden wordt veroorzaakt door de geur die van nature tijdens het composteringsproces wordt gevormd en die bij het niet goed functioneren van de installatie of verkeerd handelen door medewerkers wordt versterkt. Naast geurhinder als gevolg van het composteringsproces of van opslag van materialen die zich in een anaërobe fase bevinden, kan geurhinder worden veroorzaakt door het niet goed beluchten van het opslagbassin waarin het percolaat en/of terreinwater wordt opgevangen zodat zuurstofarm water kan ontstaan Normering Van toepassing zijnde wet- en regelgeving, richtlijnen en beleid: Nederlandse emissie richtlijnen lucht (NeR) Geur beleid en voorschriften Uitgangspunt van het beleid is het voorkomen van geurhinder als gevolg van de bedrijfsactiviteiten. De inhoudelijke aspecten van het landelijke geurbeleid zijn op hoofdlijnen vastgelegd in een brief van de minister van VROM (d.d. 30 juni 1995). Dit beleid, en een stuk uitwerking ervan, is begin 1996 vastgelegd in de Nederlandse emissierichtlijnen (NeR). Een belangrijk uitgangspunt van de NeR is het toepassen van het ALARA-beginsel op bedrijven die als (potentiële) veroorzaker van geur-overlast kunnen worden gekenschetst. Het gebruik van geur neutralisatie middelen bij de bestrijding van geur bij continue bronnen zal over het algemeen niet worden toegestaan. Opgelegde maatregelen ter voorkoming van geuroverlast, zullen voornamelijk zijn gebaseerd op het onder controle houden van de biologische processen Composteerinrichtingen In de Ner is de composteringsactiviteit opgenomen in de bijzondere regeling G2 Compostering van groenafval. Op basis hiervan zijn standaard maatregelen bekend die voorgeschreven worden en wordt een geurcontour gegeven waarbinnen onacceptabele geurhinder kan ontstaan. Afwijken van deze maatregelen kan na het uitvoeren van een geuronderzoek eventueel met proefneming of wanneer uit de aanvraag om een milieuvergunning blijkt dat de aanvrager meer maatregelen treft dan wordt voorgeschreven in de NeR om geurhinder te voorkomen (acceptatie en verwerkingsbeleid) Vergunningverlening Voor de normering van geur wordt in principe gebruik gemaakt van geureenheden (ge) waarbij de geurconcentratie wordt uitgedrukt in ge/m³. Een concentratie van ge/m³ is per definitie de concentratie van een aangeboden geur die door de helft van een geurpanel in een laboratorium kan worden onderscheiden van geurvrije lucht, het is de drempelwaarde voor zintuiglijke waarneming. Op grond van dit principe kan de geuremissie die van een bepaald proces afkomstig is, worden uitgedrukt in geureenheden per uur. Hiermee kan vervolgens berekend worden hoe hoog (in ge/m³) de immissieconcentratie ter plaatse van een stankgevoelig object is. Voor de berekening worden verspreidingsmodellen gebruikt. Een verspreidingsmodel maakt onder meer gebruik van windrichting, windsterkte en andere meteogegevens. Met behulp van al deze gegevens kan voor het gehele jaar, op elk moment de immissieconcentratie bij omliggende bebouwing verkregen worden. De immissieconcentratie wordt gerelateerd aan de kans van optreden, uitgedrukt in percentielewaarde. Dit geeft aan dat gedurende een deel van het jaar een bepaalde concentratie onderschreden zal worden op een bepaalde locatie. Aan de immissienorm kan worden getoetst door de gegevens over de geuruitstoot, locatie en dergelijke in een verspreidingsmodel in te voeren waardoor berekend kan worden hoe hoog de geurconcentratie is bij een te beschermen object. Meestal worden geurimmissienormen uitgedrukt als 98-percentiel-waarden; dit komt neer op een toelaatbare 2% tijdsoverschrijding van de gestelde norm. Een percentielwaarde houdt dus in dat X procent van één jaar (8.760 uur) de geurconcentratie niet wordt overschreden; bijvoorbeeld: 5 ge/m³ (95 percentiel) betekent dat de concentratie van 5 ge/m³ in (0,95 x uur=) uur niet wordt overschreden. De reden dat percentielwaarden worden gebruikt, is dat de meteorologische gegevens zijn gebaseerd op

Energie uit groenafval. deel van een duurzame. Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen

Energie uit groenafval. deel van een duurzame. Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen Energie uit groenafval deel van een duurzame totaaloplossing Arjen Brinkmann Branche Vereniging Organische Reststoffen 1 Branche Vereniging Organische Reststoffen (BVOR) Sinds 1989 branche organisatie

Nadere informatie

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad

Theo Beheer BV. Kenmerken project. Groenafval en uitbreiding veegvuil. Verwerkingslocatie Lelystad Theo Beheer BV Kenmerken project Groenafval en uitbreiding veegvuil Verwerkingslocatie Lelystad Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 2 Huidige bedrijfsactiviteiten 3 3 Relatie vigerende omgevingsvergunning 3 4

Nadere informatie

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm

VOORSCHRIFTEN. behorende bij de veranderingsvergunning Wm VOORSCHRIFTEN behorende bij de veranderingsvergunning Wm betreffende het voornemen tot het reinigen van afvalwater van derden in de bestaande Biologische Voorzuivering Installatie (BVZI) Attero Noord BV

Nadere informatie

sectorplan 27 Industrieel afvalwater

sectorplan 27 Industrieel afvalwater sectorplan Industrieel afvalwater 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Industriële afvalwaterstromen (niet reinigbaar in biologische afvalwaterzuiveringsinstallaties) 2. Belangrijkste bronnen

Nadere informatie

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen

Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen Sectorplan 24 PCB-houdende afvalstoffen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties PCB-bevattende apparaten en PCB-houdende olie 2. Belangrijkste bronnen Elektriciteitsbedrijven en industrie

Nadere informatie

*15.182956* 15.182956

*15.182956* 15.182956 omgevingsvergunning wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) wijzigen van vergunningvoorschriften (ogv art 2.31 WABO) Beschikking 236848 *15.182956* 15.182956 ONTWERP-OMGEVINGSVERGUNNING

Nadere informatie

Sectorplan 12: Metalen

Sectorplan 12: Metalen TEKST SECTORPLAN 14 (onderdeel LAP) Sectorplan 14 Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan I Afbakening Papier- of kunststofgeïsoleerde kabels en restanten daarvan bestaan uit met papier

Nadere informatie

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan.

(Voorlopige) verwijdering Uitvoer voor storten is op grond van nationale zelfverzorging in beginsel niet toegestaan. TEKST SECTORPLAN 17 (onderdeel LAP) Sectorplan 17 Reststoffen van drinkwaterbereiding I Afbakening Reststoffen van drinkwaterbereiding komen vrij bij de bereiding van drinkwater. Deze reststoffen zijn

Nadere informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door Omrin Toetsingsadvies over de aanvullende milieu-informatie 8 juli 2010 / rapportnummer 1840-279 1. OORDEEL OVER DE AANVULLENDE INFORMATIE

Nadere informatie

Omgevingsdienst Brabant Noord

Omgevingsdienst Brabant Noord ONTWERPBESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING WIJZIGEN Omgevingsdienst Brabant Noord Onderwerp Gemeente Uden heeft op 16 december 216 een verzoek ontvangen van de Provincie Noord-Brabant (hierna de provincie) voor

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR H. SMIT V.O.F. SCHROOT- EN METAALHANDEL TE BORGER ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor H. Smit v.o.f. Schroot- en Metaalhandel te Borger ONTWERPBESLUIT

Nadere informatie

Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo.

Procedure Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo. BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING MILIEUNEUTRAAL VERANDEREN Onderwerp Wij hebben op 17 april 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de inrichting ontvangen van

Nadere informatie

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Provinciaal blad van Noord-Brabant Provinciaal blad van Noord-Brabant ISSN: 0920-1408 Onderwerp Vragen inzake Reiling Sterksel BV te Sterksel, gemeente Heeze-Leende Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Bijlage(n) De heer R. van Zeeland,

Nadere informatie

sectorplan 9 Organisch afval

sectorplan 9 Organisch afval sectorplan Organisch afval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Gescheiden ingezameld GFT-afval, organisch bedrijfsafval en groenafval 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens; handel, diensten

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. wijzigen van voorschriften. Attero Zuid B.V. - locatie Maastricht

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. wijzigen van voorschriften. Attero Zuid B.V. - locatie Maastricht Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning wijzigen van voorschriften Attero Zuid B.V. - locatie Maastricht Zaaknummer 2012-0698 Kenmerk: 2013/1862 d.d. 10 januari 2013 Verzonden:

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Ons kenmerk C2140613/3540209 op aanvraag om een omgevingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) van Van Gansewinkel

Nadere informatie

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen.

Amitec. Het aanvraagformulier is aangepast en het lozen van huishoudelijk afvalwater en hemelwater is in de aanvraag opgenomen. Reactie op opmerkingen naar aanleiding van opmerkingen op concept Aanvraagformulier 1 de bijlage van de aanvraag is een volgens de NRB toegevoegd. de bedrijfsafvalcontainer met het nummer 22 w o r d t

Nadere informatie

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht

Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Ontwerpbeschikking Omgevingsvergunning Aanvrager : Van Gansewinkel Nederland B.V. Aangevraagde activiteiten : Ambtshalve wijziging in verband met IPPC toets Locatie

Nadere informatie

(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving

(CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving (CMC) composteren; grof doorploegen van wet en regelgeving Compositie van beelden en uitspraken van verschillende bronnen Tbv verduidelijking en discussie, niet om er rechten aan te ontlenen Het speelveld

Nadere informatie

Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten

Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten Sectorplan 4 Afval van onderhoud van openbare ruimten 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Veegafval, marktafval, drijfafval, zwerfafval en slib 2. Belangrijkste bronnen diversen 3. Aanbod

Nadere informatie

sectorplan 30 Accu s

sectorplan 30 Accu s sectorplan Accu s 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Startaccu s, tractiebatterijen, stationaire batterijen 2. Belangrijkste bronnen Garagebedrijven, autodemontagebedrijven, schadeherstelbedrijven

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 20 mei 2008 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval.

Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen verpakkingsafval. TEKST SECTORPLAN 41 (onderdeel LAP) Sectorplan 41 Verpakkingen algemeen I Afbakening Verpakkingen algemeen bestaat uit gescheiden ingezameld verpakkingsafval en via nascheiding als aparte fractie verkregen

Nadere informatie

Toepassing van zeefzand uit groenafval.

Toepassing van zeefzand uit groenafval. Toepassing van zeefzand uit groenafval. Vanuit de praktijk heeft de LWBG de vraag gekregen hoe om te gaan met zeefzand uit groenafval in het kader van het Besluit bodemkwaliteit. Het gaat in deze om groenafval

Nadere informatie

Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam

Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam Bodemrisicoanalyse AVR Brielselaan 175 Rotterdam AVR-Bedrijven 6 december 2011 Definitief rapport 9W2623.01 Barbarossastraat 35 Postbus 151 6500 AD Nijmegen +31 (0)24 328 42 84 Telefoon +31 (0)24 323

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk

OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk OMGEVINGSVERGUNNING (Wabo) datum: 29 december 2015 Gemeente Bronckhorst kenmerk 2015-2653 BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Wij hebben op 22 september 2015 een aanvraag voor een omgevingsvergunning

Nadere informatie

Bio-energie en een milieuvergunning?

Bio-energie en een milieuvergunning? Bio-energie en een milieuvergunning? Henkjan Schutte Senior medewerker milieu / specialist afvalstoffen hj.schutte@overijssel.nl Inhoud presentatie WM / Wabo Bevoegde gezag Route tot vergunning MER Milieuvergunning

Nadere informatie

Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval

Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval Rijnstraat 8 Postbus 20951 2500 EZ Den Haag Handreiking Relevante regelgeving bij de toepassing van groenafval 1 Inleiding In sectorplan 9 van het Landelijk Afvalbeheerplan is aangekondigd dat er een handreiking

Nadere informatie

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest

Reinigingsbedrijf Midden Nederland. Soest Afdeling Vergunningverlening BESCHIKKING van GS van Utrecht Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht Tel. 030-2589111 http://www.provincie-utrecht.nl Datum 16 oktober 2007 Team Milieubeheer Nummer

Nadere informatie

I. BESLISSING. I.A. Algemeen

I. BESLISSING. I.A. Algemeen Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 10 november 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT250700

Nadere informatie

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat

tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat tômgevingsd/msŕ jc Midden- ca Wts-t-Brabaat Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant c2ļ2223073472392 Van Gansewinkel Milieutechniek BV, Middenweg 15 te Moerdijk. t9mgevingsdí'm.sŕÿ Midden-

Nadere informatie

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST

WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST WERKEN AAN EEN GROENE TOEKOMST GRONDSTOFFEN VOOR EEN BIOBASED ECONOMIE MIDDEN- N EDERLAND OVER WAGRO Van oorsprong een groen composteringsbedrijf met een terrein van maar liefst 11 hectare, gelegen te

Nadere informatie

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN

TEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN BESCHIKKING D.D. 4 DECEMBER 2009 TEERDE STATEN VAN GELDERLAND - NR. MPM18173/2009-015262 VAN GEDEPU- Ingevolge artikel 8.24 Wet milieubeheer 1 FEITEN Onderwerp aanvraag Op 10 augustus 2009 hebben wij een

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 3 maart 2009 Team Milieubeheer Nummer 2009INT238015

Nadere informatie

Aanvulling aanvraag omgevingsvergunning ITR, Weverstraat 6a te Uden

Aanvulling aanvraag omgevingsvergunning ITR, Weverstraat 6a te Uden datum: Pagina - 1 - Aanvulling aanvraag omgevingsvergunning ITR, Weverstraat 6a te Uden OLO formulier Aanvraaggegevens De reden voor het indienen van de aanvraag is dat voor het uitoefenen van de aangevraagde

Nadere informatie

sectorplan 14 Verpakkingsafval

sectorplan 14 Verpakkingsafval sectorplan Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3. Aanbod

Nadere informatie

Sectorplan 9 Organisch afval

Sectorplan 9 Organisch afval Sectorplan 9 Organisch afval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Gescheiden ingezameld GFT-afval, organisch bedrijfsafval en groenafval 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens; handel, diensten

Nadere informatie

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving

FUIV[b. Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT Friese Uitvoeringsdienst Milieu en Omgeving FUIV[b Afvalverwerkingsinrichting Skinkeskans V.O.F./ TOP Leeuwarden T.a.v. de heer van Smaalen Postbus 6 9843 ZG GRIJPSKERK Grou, 5 maart 2015 VERZONDEN -6 MRT 2015 Ons kenmerk : 201 5-FUMO-0003748 Afdeling

Nadere informatie

R01. Recycling Van Werven BV in Hattemerbroek M03 Beschrijving wijziging. datum: 12 oktober 2015

R01. Recycling Van Werven BV in Hattemerbroek M03 Beschrijving wijziging. datum: 12 oktober 2015 21520126.R01 Recycling Van Werven BV in Hattemerbroek M03 Beschrijving wijziging datum: 12 oktober 2015 m i l i e u g e l u i d b o u w a d v i e s b r a n d v e i l i g h e i d r u i m t e l i j k e o

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2015367/2717248 op de op 9 februari 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Loon- en grondverzetbedrijf W. Arts BV, om vergunning

Nadere informatie

Acceptatie- en verwerkingbeleid

Acceptatie- en verwerkingbeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Rijssense Gebouwensloperij b.v., gevestigd aan de Noordermorssingel 1 te Rijssen. Artikel 1 Toepassingsgebied Dit reglement

Nadere informatie

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren

Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Ontwerpbesluit inzake de Wet verontreiniging oppervlaktewateren Nummer : 2009.09833V Venlo, Bijlage(n) : Het Dagelijks Bestuur heeft op 12 augustus 2009 een aanvraag om vergunning op grond van de Wet verontreiniging

Nadere informatie

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17

1 ALGEMEEN Algemeen BODEMBESCHERMING Voorzieningen en beheermaatregelen Nulsituatiebodemonderzoek 17 INHOUDSOPGAVE 1 ALGEMEEN 17 1.1 Algemeen 17 2 BODEMBESCHERMING 17 2.1 Voorzieningen en beheermaatregelen 17 2.2 Nulsituatiebodemonderzoek 17 3 AFVALSTOFFEN 18 3.1 Toegestane activiteiten 18 4 GELUID 18

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting

OMGEVINGSVERGUNNING. het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. milieuneutraal veranderen van een inrichting OMGEVINGSVERGUNNING voor: het in gebruik nemen van een nieuwe voorbreker ter vervanging van de huidige. activiteiten: milieuneutraal veranderen van een inrichting verleend aan: Berger Recycling B.V. locatie:

Nadere informatie

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening

Sectorplan 7 Afval van energievoorziening Sectorplan 7 Afval van energievoorziening 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Poederkoolvliegas, E-bodemas, rookgasontzwavelinggips, KVvliegas, KV-slak, bodemas en vliegas 2. Belangrijkste

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053302/2841963 op de op 11 oktober 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Heros Vastgoed BV, om vergunning krachtens de

Nadere informatie

Het A&V-Beleid en de AO/IC

Het A&V-Beleid en de AO/IC Het A&V-Beleid en de AO/IC van de Poll oud ijzer en metalen handel Datum: 10-03-2016 versie 2.0 1 Inhoudsopgaaf: 1. Beschrijving Inrichting 1.1 inleiding 1.2 algemene gegevens 2. Acceptatiebeleid. 2.1

Nadere informatie

Hout uit natuur en openbaar groen

Hout uit natuur en openbaar groen Hout uit natuur en openbaar groen Paul Sessink Projectgroep Biomassa en WKK 23 maart 2010 BVOR landelijke branchevereniging (1989) van composteerinrichtingen organisch afval m.n. groenafval bio-energie

Nadere informatie

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer:

Wet milieubeheer. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Melding artikel ENCI te Maastricht. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Wet milieubeheer Melding artikel 8.19 ENCI te Maastricht Zaaknummer: 2015-0968 Kenmerk: 2015/48998 d.d. 16 juli 2015 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Melding 3 1.1

Nadere informatie

Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk:

Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk: Milieudienst Midden-Holland Advies geurhinder in relatie tot bestemmingsplan Watertoren 14 december 2011, Ewald Korevaar Kenmerk: 201127434 Aanleiding De gemeente Gouda is bezig met het opstellen van een

Nadere informatie

ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV

ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV RIE-/BBT-TOETS ten behoeve van Waddinxveense Groenrecycling Wagro BV in het kader van een aanvraag veranderingsvergunning ingevolge de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor de inrichting gelegen

Nadere informatie

Bodem+, Kennis van bodemzaken

Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Bodem+, Kennis van bodemzaken Handhaving Activiteitenbesluit Fred Mudde Robert Luinge Inhoud presentatie - Beleidsachtergronden Activiteitenbesluit - Uitvoeren toezicht op:

Nadere informatie

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM

GEDEPUTEERDE STATEN. Alphense Puin Recycling BV. Vondelingenplaat KL VONDELINGENPLAAT. UW KENMERK BlJLAGEN DATUM GEDEPUTEERDE STATEN HOLLAND DIRECTIE GROEN, WATER EN MILIEU afdeling Vergunningen Alphense Puin Recycling BV Vondelingenplaat 17 3196 KL VONDELINGENPLAAT CONTACTPERSOON DOORKIESNUMMER E-MAIL 2006/15124

Nadere informatie

sectorplan Ernstig verontreinigde grond

sectorplan Ernstig verontreinigde grond sectorplan Ernstig verontreinigde grond 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Ernstig verontreinigde grond 2. Belangrijkste bronnen Gemeenten en aannemers 3. Aanbod in 2000 (in Nederland)

Nadere informatie

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland

ODMH Omgevingsdienst Midden-Holland WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT BESCHIKKING MILIEUASPECT INRICHTINGEN (artikel 3.10 lid 3 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) Datum Nummer aanvraag Gegevens aanvrager Naam aanvrager Postbus

Nadere informatie

omgevingsdienst HAAGLANDEN

omgevingsdienst HAAGLANDEN Zaaknummer Ons Kenmerk Datum Bescliiklcing 00509630 ODH-2018-00040859 1 4 MEI 2018 omgevingsdienst HAAGLANDEN Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag Postadres Postbus 14060 2501 GB Den Haag T

Nadere informatie

sectorplan 15 Wit- en bruingoed

sectorplan 15 Wit- en bruingoed sectorplan Wit- en bruingoed 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Elektrische en elektronische apparaten 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens en bedrijven 3. Aanbod in 2000 (in Nederland)

Nadere informatie

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND

BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Aan: Martens Havenontvangstinstallatie Vlissingen B.V. Spanjeweg 2 4455 TW NIEUWDORP Kenmerk: Afdeling: Vergunningverlening Datum: 21 december 2015 Onderwerp:

Nadere informatie

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats

Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente: Naam drijver van de inrichting Adres en telefoonnummer Postcode en plaats RM16 - Meldingsformulier InfoMil Besluit mestbassins milieubeheer Vooraf Dit formulier is bedoeld voor degene die van plan is een bedrijf op te richten, uit te breiden of te wijzigen, dan wel de werking

Nadere informatie

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader

drukhouders Sectorplan 70: CFK s, HCFK s, HFK s en halonen Beleidskader TEKST SECTORPLAN 45 (onderdeel LAP) Sectorplan 45 Brandblussers I Afbakening Dit sectorplan heeft betrekking op de verwerking van brandblussers. Onderstaand - niet limitatief bedoeld - overzicht bevat

Nadere informatie

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten

Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Afvalstoffenverordening 2017 gemeente Aalten Inhoudsopgave 1 ALGEMEEN...3 Artikel 1. Begripsomschrijvingen... 3 Artikel 2. Doelstelling... 3 2 HUISHOUDELIJKE AFVALSTOFFEN...3 Artikel 3. Aanwijzing inzameldienst...

Nadere informatie

Staat van Bedrijfsactiviteiten

Staat van Bedrijfsactiviteiten Bijlage 1: Staat van Bedrijfsactiviteiten 2 Toelichting bij de bedrijvenlijsten voor bestemmingsplannen 1 Algemeen De tabellen zijn bedoeld als hulpmiddel bij het toelatingsbeleid van bedrijven en andersoortige

Nadere informatie

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver

voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver Mobiele waterzuivering voor de deur Mobiele opvangmiddelen voor afvalwater Opslag van afvalwater Clean Water Mobiele waterzuiver ing Afvalwater zuiveren voor de deur Afvalwater zuiveren voor de deur? Niet

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V. te Roermond Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Activiteit milieuneutraal veranderen Rockwool B.V. te Roermond Zaaknummer: 2015-1632 Kenmerk: 2015/95267 d.d. 10 december 2015 Verzonden:

Nadere informatie

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting

I. BESLISSING DE MELDING. I.A. Algemeen. II.A. Beschrijving van de melding en de inrichting Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 www.provincie-utrecht.nl Datum 23 maart 2010 Team Milieubeheer Nummer 808223BE

Nadere informatie

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU

ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU *D152097259* D152097259 ADVIES OMGEVINGSVERGUNNING, ONDERDEEL MILIEU Aanvrager : P.C. van Tuijl Kesteren b.v. Datum besluit : Onderwerp : uitbreiding bedrijfsgebouw Van Tuijl Marsdijk Lienden Gemeente

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering

Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg Omgevingsvergunning Voor de activiteit milieuneutrale verandering Milieu Service Zuid B.V. te Maasbracht Zaaknummer 2012-0105 d.d. 8 maart 2012 Verzonden: INHOUDSOPGAVE

Nadere informatie

Type C Vergunningplichtige inrichtingen

Type C Vergunningplichtige inrichtingen Type C Vergunningplichtige inrichtingen Leerdoelen Vergunningplichtige inrichtingen Type C inrichtingen Vergunningplicht / andere besluiten Aanvraag / melding Indieningsvereisten Voorschriften Considerans

Nadere informatie

Algemeen acceptatiebeleid

Algemeen acceptatiebeleid Pagina 1 van 7 Algemeen acceptatiebeleid Acceptatiereglement voor de ontvangst van afvalstoffen binnen de inrichting van Hellinga BV, gevestigd aan de Oevers 15 te Steenwijk. Artikel 1 Toepassingsgebied

Nadere informatie

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V.

Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. REPORT Weesp, The Netherlands Health, Safety & Environment Issue Date: 19 mei 2016 Toelichting milieuneutrale verandering Abbott Healthcare Products B.V. COPYRIGHT AND PROPERTY ABBOTT HEALTHCARE PRODUCTS

Nadere informatie

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003

Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling. Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 Besluit op aanmeldingsnotitie m.e.r.-beoordeling Provincie Gelderland datum: 23 december 2015 Nummer: OW2015EAM0003 1. AANLEIDING Op 19 oktober 2015 hebben wij van Coops Mengvoeders BV te Halle (hierna

Nadere informatie

Omgevingsvergunning activiteit milieu-neutraal veranderen. Recyclingmaatschappij Vijfhoek Flevoland B.V. Pontonweg 10 Almere

Omgevingsvergunning activiteit milieu-neutraal veranderen. Recyclingmaatschappij Vijfhoek Flevoland B.V. Pontonweg 10 Almere Omgevingsvergunning activiteit milieu-neutraal veranderen Recyclingmaatschappij Vijfhoek Flevoland B.V. Pontonweg 10 Almere Aanvraagnummer: OLO 3419693 Recyclingmaatschappij Vijfhoek Flevoland B.V. Pontonweg

Nadere informatie

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER

stortontheffing artikel WET MILIEUBEHEER stortontheffing artikel 10.63 WET MILIEUBEHEER verleend aan Maatschap Ten Have-Mellema Storten buiten inrichting Groningen, 31 augustus 2010 Nr. 2010-46.167/35, MV Zaaknummer: 263592 Inhoudsopgave 1. WET

Nadere informatie

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Van Gansewinkel B.V. te Venlo. Zaaknummer:

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg. Van Gansewinkel B.V. te Venlo. Zaaknummer: Besluit van Gedeputeerde staten van Limburg Omgevingsvergunning Van Gansewinkel B.V. te Venlo Zaaknummer: 2014-0777 Kenmerk: 2014/51651 d.d. 25 september 2014 Verzonden: INHOUDSOPGAVE 1 Besluit 3 2 Procedure

Nadere informatie

sectorplan 8 Afval van verlichting

sectorplan 8 Afval van verlichting sectorplan Afval van verlichting 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Hoge- en lagedruk kwiklampen, hoge- en lagedruk natriumlampen en fluorescentiepoeder 2. Belangrijkste bronnen Dienstverlening,

Nadere informatie

Sectorplan 14 Verpakkingsafval

Sectorplan 14 Verpakkingsafval Sectorplan 14 Verpakkingsafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Papier/karton, kunststoffen, glas, metalen en hout 2. Belangrijkste bronnen Huishoudens, industrie en HDO-sectoren 3.

Nadere informatie

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS

OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS OMGEVINGSVERGUNNING BEPERKTE MILIEUTOETS verleend aan Afvalbrengstation Vinkhuizen Zuid ten behoeve van inzamelen van afval (grofvuil) van particulieren (locatie: Electronstraat 2 te Groningen) Groningen,

Nadere informatie

Aanpak hemelwater Chemie-Pack

Aanpak hemelwater Chemie-Pack Aanpak hemelwater Chemie-Pack Commissie Bestuur en Middelen, 7 juni 2012 Jeroen de Vugt Projectleider Uitvoering Chemie-Pack Onderwerpen Situatie en omstandigheden Algemene aanpak Aanpak (hemel)water Zuiveringsstudie

Nadere informatie

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat:

Gelet op het bepaalde in de Wet milieubeheer besluiten wij dat: Afdeling Vergunningverlening Pythagoraslaan 101 Postbus 80300 3508 TH Utrecht BESCHIKKING van GS van Utrecht Tel. 030-2589111 Fax 030-2583140 www.provincie-utrecht.nl Datum 26 augustus 2008 Team Milieubeheer

Nadere informatie

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant Directie Ecologie Ons kenmerk C2053759/2912290 op de op 3 november 2011 bij hen ingekomen aanvraag van Den Ouden Regionaal Overslag Centrum BV, om

Nadere informatie

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft

Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Beknopt overzicht maatregelen bij AIM sessie Au1fl0pooft Dit pdf bestand kunt u gebruiken als checklist bij de controle of een maatregel is uitgevoerd. In dit bestand staan per relevante activiteit uit

Nadere informatie

M.E.R. beoordelingsbesluit

M.E.R. beoordelingsbesluit 1 1 NOV 1014 r. OMGEVINGSDIENST FLEVOLAND & GOOI EN VECHTSTREEK M.E.R. beoordelingsbesluit Schenk Recycling B.V. Bolderweg 22, 1332 AV Almere rd" 11111. OMGEVINGSDIENST FLrvoLArmo 6 GOOI EN Vr.-. TTTTTT

Nadere informatie

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma

Workshop bodem. Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal. Mlieudienst IJmond. Programma Workshop bodem Barimfinale 12 juni 2008 door Mark Diependaal Mlieudienst IJmond 1 Programma Korte herhaling Bodemonderzoek, hoe en wat Uitwerking NRB in Activiteitenbesluit Normdocumenten en Kwalibo Casus

Nadere informatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie

Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie Tijdelijke opslag van 1 partij grond op 1 locatie onderdeel van tijdelijke uitname BBK? Zorgplicht Opslaan > 6 maanden? Is de kwaliteit Kwaliteit grond/bagger > Interventiewaarde én > LMW nota bodembeheer?

Nadere informatie

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat

Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat Kenmerk: BELEIDSREGEL OMGEKEERDE WERKING: WOON- EN LEEFKLIMAAT. Aanleiding. Er zijn meerdere redenen aanwezig om een beleidsregel omgekeerde werking

Nadere informatie

16 Aspecten voor vergunningverlening

16 Aspecten voor vergunningverlening 16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding Met het in werking treden van het tweede LAP eind 2009is het rapport De verwerking verantwoord vervallen. Delen van de kaders van het rapport zijn in

Nadere informatie

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig

Bodembescherming. en de NRB in het Bal. Bodembescherming. verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Bodembescherming en de NRB in het Bal Bodembescherming verandert, het bodembeschermingsniveau blijft gelijkwaardig Kees Jonker Rijkswaterstaat WVL afd. Bodem en Ondergrond/Bodem+ 25 juni 2019 1 Wat verandert

Nadere informatie

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3)

Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) Milieuneutrale wijziging van de (werking van de) inrichting (Wabo art 2.1 lid 1 onder e en art 3.10 lid 3) 1 Veranderingen Beschrijf de voorgenomen veranderingen van de inrichting. 1. De volgende afvalwaterstromen

Nadere informatie

Illegale verwerking van groenafval

Illegale verwerking van groenafval Illegale verwerking van groenafval Inhoudsopgave 1 Probleemstelling... 2 2 Snoeihout, groenafval en de definitie afval... 2 3 Vrijstellingen en uitzonderingen... 3 4 Voorzieningen bodembescherming... 5

Nadere informatie

Sectorplan 19 Kunststofafval

Sectorplan 19 Kunststofafval Sectorplan 19 Kunststofafval 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Kunststofverpakkingen, land- en tuinbouwfolies, industrieel productieafval, (kunststof) autoafval, PVC 2. Belangrijkste

Nadere informatie

16 Aspecten voor vergunningverlening

16 Aspecten voor vergunningverlening 16 Aspecten voor vergunningverlening 16.1 Inleiding In 2002 is het rapport De verwerking verantwoord gepubliceerd. Doelstellingen van dat rapport waren onder meer: het transparant maken van de processen

Nadere informatie

dat het aan de omgevingsvergunning milieuneutraal veranderen d.d. 31 oktober 2012 verbonden voorschrift wordt ingetrokken.

dat het aan de omgevingsvergunning milieuneutraal veranderen d.d. 31 oktober 2012 verbonden voorschrift wordt ingetrokken. BESLUIT Onderwerp Wij hebben op 28 november 216 een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het milieuneutraal veranderen van de milieustraat Ossontvangen van Gemeente Oss. Het betreft het wijzigen

Nadere informatie

Sectorplan 29 Batterijen

Sectorplan 29 Batterijen Sectorplan 29 Batterijen 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalstoffen Alkaline batterijen, zinkbruinsteen batterijen, oplaadbare nikkel cadmium batterijen, kwikoxide batterijen, zilveroxide batterijen,

Nadere informatie

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten BIJLAGE 1 Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten Toelichting bij de lijst van bedrijfsactiviteiten Algemeen De lijst van bedrijfsactiviteiten is gebaseerd op de richtafstandenlijsten voor milieubelastende

Nadere informatie

In eerste plaats willen wij ons verontschuldigen voor het feit dat wij niet eerder op uw vraag hebben gereageerd.

In eerste plaats willen wij ons verontschuldigen voor het feit dat wij niet eerder op uw vraag hebben gereageerd. Raadhuisplein 1 Correspondentieadres: 7811 AP Emmen Postbus 30001 Telefoon (0591) 68 55 55 7800 RA Emmen Aan CDA fractie t.a.v. de heer L.T. Pekelsma Vaart ZZ 31 7833 AB Nieuw-Amsterdam Dienst Beleid ons

Nadere informatie

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014

Mestverwerking MACE in Landhorst. Henk Jans, arts MG, MMK 3 juli 2014 Mestverwerking MACE in Landhorst Henk Jans, arts MG, MMK Introductie Rol van de GGD: toelichting op risico s mestverwerkingsbedrijf MACE nav vragen van werkgroep MACE en andere betrokkenen, besproken tijdens

Nadere informatie

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden

sectorplan 3 Restafval van handel, diensten en overheden sectorplan Restafval van handel, diensten en overheden 1 Achtergrondgegevens 1. Belangrijkste afvalfracties Organisch afval, papier/karton, kunststoffen 2. Belangrijkste bronnen HDO-sectoren. Aanbod in

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WM VOOR DE MILIEUSTRAAT GEMEENTE MIDDEN-DRENTHE, EURSING 2A TE BEILEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door mevrouw Y. Oostelbos (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor de Milieustraat gemeente Midden-Drenthe, Eursing 2a

Nadere informatie

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN

ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN DRENTHE INGEVOLGE DE WET MILIEUBEHEER VOOR NV AREA REINIGING TE EMMEN ONTWERP Assen, @ Ons kenmerk @ Behandeld door de mevrouw S. Stoetman (0592) 36 58 78 Onderwerp: Ontwerpbesluit ingevolge de Wet milieubeheer (Wm) voor NV Area Reiniging te Emmen ONTWERPBESLUIT VAN GEDEPUTEERDE

Nadere informatie

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp

Omgevingsdienst Regio Nijmegen OMGEVINGSVERGUNNING. Aanvrager Datum besluit Onderwerp Omgevingsdienst Regio Nijmegen D161392657 D161392657 OMGEVINGSVERGUNNING Aanvrager Datum besluit Onderwerp Gemeente / locatie OLO-nummer Zaaknummer Activiteit ARN B.V. 25 augustus 2016 Verwerking luiers,

Nadere informatie