Hoofdstuk 1 Structuur ziekenhuis en polikliniek

Transcriptie

1 Hoofdstuk 1 Structuur ziekenhuis en polikliniek 1 Naast de Algemene en Academische ziekenhuizen kennen wij de Categorale ziekenhuizen. 1.1 Omschrijf het begrip Categoraal ziekenhuis. 1.2 Noem zes Categorale ziekenhuizen. 2 De organisatiestructuur van een ziekenhuis is opgebouwd uit een aantal clusters, zoals de cluster Facilitaire dienstverlening. 2.1 Omschrijf het begrip Facilitaire dienstverlening. 2.2 Noem drie afdelingen binnen de cluster Facilitaire dienstverlening. 3 Het is van belang dat je als doktersassistent kennis hebt van de organisatiestructuur van het ziekenhuis. Geef in de volgende situaties aan, met welke afdeling je contact op moet nemen, ervan uitgaande dat dit zonder tussenkomst van de polikliniek coördinator kan gebeuren. Je bent werkzaam als doktersassistent op de polikliniek oogheelkunde. 3.1 s Ochtends constateer je regelmatig dat de wachtruimte niet goed schoon is gemaakt. 3.2 Instrumenten die je voor sterilisatie hebt gebracht, krijg je niet tijdig terug. 3.3 Je inlogcode voor computergebruik reageert niet. 4 Dagelijks krijg je talrijke telefoontjes. Om deze goed te kunnen afhandelen, is het van belang dat je kennis hebt van de diverse afdelingen en hun taken. Geef in de volgende situaties aan met welke afdeling je het telefoongesprek doorverbindt (ook nu ben je werkzaam op de polikliniek oogheelkunde). 4.1 Een telefoontje van de plaatselijke krant met de vraag of het gerucht juist is dat er op korte termijn een extra oogarts wordt aangetrokken. 4.2 Een net afgestudeerd medisch secretaresse die vraagt of jullie op de polikliniek nog een medisch secretaresse kunnen plaatsen; zij heeft namelijk gehoord dat er een nieuwe oogarts wordt aangetrokken. 4.3 Een regionale thuiszorgorganisatie die graag een thema-avond wil organiseren voor thuiswonende slechtzienden. 5 De werkzaamheden van een doktersassistent vinden vooral plaats op de polikliniek, maar je werkt wel nauw samen met andere afdelingen. Geef in het kort de werkzaamheden van medewerkers van onderstaande afdelingen weer. 5.1 Centraal afsprakenbureau (twee werkzaamheden noemen). 5.2 Secretariaat polikliniek (drie werkzaamheden noemen). 5.3 Medische registratie. 6 Specialisten die in een ziekenhuis werken, kunnen in loondienst of vrijgevestigd zijn. 6.1 Geef het meest essentiële verschil aan tussen vrijgevestigd of in loondienst. 7 Nederland kent 29 officieel geregistreerde specialismen en deze specialismen kunnen worden onderverdeeld in drie hoofdgroepen. 7.1 Noem deze drie hoofdgroepen. 8 Hoe wordt het specialisme (in vaktaal) genoemd dat zich bezighoudt met: 8.1 maag- en darmziekten. 8.2 operaties op het gebied van hersenen, zenuwen en ruggenmerg. 8.3 operaties aan het bewegingsapparaat. 8.4 nieraandoeningen. 8.5 huidaandoeningen. 9 Je werkt in een ziekenhuis en er wordt een reorganisatie op de polikliniek doorgevoerd. De poliklinieken worden in twee clusters verdeeld: een snijdend en een

2 beschouwend cluster. Het gaat om de poliklinieken Interne geneeskunde, Chirurgie, Urologie, Neurologie, Gastro-enterologie, Dermatologie, Pediatrie, Neurochirurgie, Gynaecologie, Cardiologie, Reumatologie, Pulmonologie, Obstetrie, Orthopedie en Geriatrie. 9.1 Maak de bedoelde clusterverdeling. 10 Een organigram geeft de organisatie met de daarbij behorende hiërarchie weer Teken een organigram behorend bij de reorganisatie zoals bedoeld bij vraag 9. Aanvullende informatie: er is één hoofd polikliniek en op één cluster is een polikliniek coördinator aangesteld. 11 Het is van belang dat je kennis hebt van de organisatiestructuur van het ziekenhuis zodat je in staat bent om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk kan worden uitgevoerd Aan welke voorwaarden (noem er twee) moet je als doktersassistent kunnen voldoen om goed te kunnen samenwerken binnen het eigen team en de grotere organisatie? 12 Bekijk de website van twee regionale ziekenhuizen en zoek de link Organisatiestructuur; print het organisatieschema uit en bestudeer dit. Hoofdstuk 2 Medisch dossier 1 Wat is de functie van een medisch dossier? 2 Zou het specialisme psychiatrie meewerken aan het leveren van gegevens voor het unitdossier? Motiveer je antwoord. 3 Gegevens in het unitdossier hebben een vaste volgorde. Leg uit waarom. 4 Wij kennen verschillende vormen van dossiers. Geef je eigen voorkeur aan en motiveer waarom. 5 Wat betekent de term statisch medisch? 6 Wat betekent de term status praesens? 7 Als een specialist werkt met een eigen patiëntendossier en de patiënt is bij meerdere specialisten onder behandeling, op welke manier wordt de specialist dan op de hoogte gehouden van de bevindingen van de collega-specialisten? 8 Een medisch dossier wordt onderverdeeld in vier hoofddelen. 8.1 Noem de vier hoofddelen. 9 Het medisch dossier kent een coderingsrand. 9.1 Wat is het doel van de coderingsrand? 10 Het ziekenhuis kent verschillende vormen van dossiers Wat wordt verstaan onder het unitdossier? 11 Het unitdossier is voorzien van een identiteitsblad. Vul zo veel mogelijk van je eigen gegevens in op het identiteitsblad (zie bijlage 1). 12 Bijlage 2 is een voorbeeld van een unitdossier. Bestudeer het unitdossier en print dit eventueel uit. 13 Bijlage 2 betreft het unitdossier van de heer Onnes. Zoals je kunt zien, is patiënt onder behandeling van de longarts, internist en chirurg. Er wordt gewerkt met het poliklinisch unitdossier. Per specialisme is er een sociografisch/statisch medisch gedeelte beschikbaar, om zo specifieke en kenmerkende eigenschappen te achterhalen met betrekking tot het specialisme of de klacht.

3 Opdracht Zoek onderstaande gegevens op in het dossier van de heer Onnes. Op 2 oktober heeft patiënt Onnes zich voor het eerst gemeld op de polikliniek longziekten (pulmonologie). Er is toen onder meer een laboratoriumonderzoek en een X-thorax aangevraagd. Op 25 oktober, op 2 en 10 december is patiënt voor controle geweest. Op 8 december heeft de heer Onnes voor het eerst de chirurg geconsulteerd. Deze verwijst hem voor een preoperatief onderzoek door naar de internist. Op 28 december komt patiënt voor het preoperatieve consult bij de internist. De internist vraagt een X-thorax aan. Patiënt vertelt aan de internist dat er vijf weken geleden een borstfoto is gemaakt op verzoek van de longarts. De internist bladert in het dossier, kijkt bij afdeling longziekten of er een X-thorax is gemaakt. Dit blijkt het geval te zijn. De internist leest de bevindingen van de longarts en hoeft geen X-thorax meer aan te vragen Een groot voordeel van het unitdossier is dat iedere arts direct op de hoogte kan zijn van de bevindingen van andere specialisten. Eventuele dubbele onderzoeken kunnen worden voorkomen. 14 Specialisten moeten kunnen beschikken over informatie met betrekking tot de zorgvraag en de afhandeling daarvan. Deze informatie wordt geregistreerd in het medisch dossier. Op welke manier kun jij een bijdrage leveren aan het snel beschikbaar zijn van de gegevens in het medisch dossier? 15 Geef aan welke informatie volgens jou van belang is om vast te leggen in het dossier (eventueel op notitiepapier). Maak je keuze en beargumenteer je antwoord Patiënt belt zijn afspraak af Uitslag van echohart van patiënt A komt binnen Een patiënt belt en zegt dat hij vergeten is te vermelden dat hij aan epilepsie lijdt Een patiënt belt en zegt dat hij de wachttijd voor het consulteren van de specialist (twee maanden) te lang vindt. Het betreft de zorgvraag neuspoliepen Patiënt vertelt dat hij heeft verzuimd te vertellen dat hij onder behandeling van de psychiater is De laboratoriumuitslagen van patiënt B komen binnen. Hoofdstuk 3 Archiveren van medische dossiers 1 Wij kennen verschillende systemen om medische dossiers te archiveren. 1.1 Omschrijf met behulp van welk systeem medische dossiers over het algemeen worden gearchiveerd. 1.2 Geef het verschil aan tussen een decentraal en een centraal archief. 2 Je werkt op de interne polikliniek. Er meldt zich een nieuwe patiënt. 2.1 Geef aan hoe je een nieuw dossier (per specialist) gaat samenstellen. 3 De internisten willen van het unitdossier overstappen naar het dossier per specialist. In de maatschap (bestaande uit vijf internisten) willen zij een extra codering op de omslag van het dossier invoeren om zichtbaar te maken bij welke internist patiënt onder behandeling staat.

4 3.1 Bedenk een systeem hiervoor. 4 Het archief moet nu ook worden aangepast, want de dossiers worden voortaan decentraal gearchiveerd in plaats van centraal. 4.1 Geef in het kort aan hoe je dit nieuwe archief (dossier per specialist) gaat opzetten. Denk hierbij vooral aan het archiveringssysteem, het uitleensysteem enzovoort. Dit alles met als doel dat belanghebbenden snel kunnen beschikken over informatie over de zorgvraag en de afhandeling daarvan. 5 Plaats de volgende namen in alfabetische volgorde: A.M. Dijkman, S. van Dijk, P. Dijkstra, R. Dijkema, Vandijk, A., W.V. van Weik, P. Dijk, M. Dijcke, H, Dijkslag, J. ten Dijke, A.F. ten Dijke, G. Dijkgraaf, L. van Dijck, R. Deikstra. 6 Plaats de volgende geboortedata in chronologische volgorde (eerst dag-maand-jaar): Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het archiveren en opzoeken van het dossier per specialist? 8 Maak gebruik van het unitdossier van de heer Onnes (bijlage 2 hoofdstuk 2) en vul in chronologische volgorde de uitleenkaart in (bijlage 1 hoofdstuk 3). 9 Op 25 oktober is patiënt Onnes voor controle bij de longarts geweest. Zoek deze gegevens op in het unitdossier en vermeld je beleid met betrekking tot archiveren op deze datum. 10 Je bent werkzaam op de polikliniek reumatologie. Patiënt Wien is gisteren voor controle op de polikliniek reumatologie geweest in verband met reumatoïde artritis; patiënt is doorverwezen naar kaakchirurgie in verband met cariës. Het medisch unitdossier ligt op de polikliniek reumatologie. De telefoon gaat en de medisch secretaresse van de kaakchirurg belt op en vraagt om het unitdossier Wat is je beleid? 11 Patiënt De Vries is op het spreekuur geweest voor controle en is doorverwezen naar het laboratorium en de röntgenafdeling. Je werkt met het unitdossier Wat is je beleid met betrekking tot het archiveren? 12 Codeer de volgende geboortedata (kleurencode) en maak gebruik van bijlage 2 van dit hoofdstuk (achterzijde dossier): Er wordt gebruikgemaakt van een actueel archief en een slapend archief Geef aan wanneer een dossier wordt gearchiveerd in het slapend archief. 14 Niet iedereen heeft de bevoegdheid tot het lenen van een medisch dossier. In een protocol is vastgelegd welke personen bevoegd zijn om een medisch dossier te lenen Noem vijf personen die bevoegd zijn om een medisch dossier te lenen.

5 15 Een patiënt is niet bevoegd om zijn eigen dossier te lenen, maar hij heeft wel inzagerecht Geef in het kort de procedure aan met betrekking tot het inzagerecht patiënt. 16 In dit en het vorige hoofdstuk zijn de verschillende vormen van medische dossiers uitgelegd. In het vorige hoofdstuk heb je een gemotiveerde keuze voor het gebruik van een dossier gemaakt. Wil je naar aanleiding van de informatie uit dit hoofdstuk je keuze herzien? Motiveer je antwoord. 17 Bediscussieer met je studiegenoten de medische verslaglegging van patiënte A uit hoofdstuk Het archiveren van medische dossiers vergt een enorme organisatie, die ook behoorlijk complex kan zijn. Een medisch dossier leen je niet zomaar uit zonder dit te registreren, een medisch dossier archiveer niet zonder meer in het slapend archief enzovoort. Het medisch dossier maakt een heel werkproces door vanaf het moment dat de patiënt wordt verwacht op het spreekuur tot het moment van uitslagbezoek of controlebezoek. Het doel van het medisch dossier is dat belanghebbenden op ieder gewenst moment kunnen beschikken over informatie met betrekking tot de zorgvraag. Wat is het werkproces met betrekking tot het medisch dossier in de volgende situaties (je werkt met het dossier per specialist): 18.1 Patiënt A wordt vandaag opgenomen en de afdeling vraagt het medisch dossier van patiënt A De röntgenuitslag van patiënt B is net binnengekomen Een huisarts belt over patiënt C en je besluit een telefoonnotitie te maken, zodat de specialist de huisarts vandaag nog terug zal bellen Je archiveert het medisch dossier van patiënt D, geboren en je constateert een blauwe sticker op de coderingsrand De diëtiste van het ziekenhuis wil de status van patiënt E even meenemen Een patiënt meldt zich aan de balie en wil zijn eigen dossier inzien Tijdens het archiveren valt het je op dat het dossier van patiënt F alleen bestaat uit een papieren kaft. Hoofdstuk 4 Geautomatiseerd ziekenhuisinformatiesysteem 1 Waar staat de afkorting EZIS voor? 2 Om op langere termijn het elektronisch systeem goed toegankelijk te maken is het BSN ingevoerd. 2.1 Waar staat de afkorting BSN voor? 2.2 Noem twee mogelijkheden die met behulp van het BSN-nummer in het EZIS mogelijk zijn. 3 Het is mogelijk om met een patiëntenpas of ponskaartje te frauderen. Het EZIS biedt een mogelijkheid om dit soort fraude zo veel mogelijk te voorkomen. 3.1 Op welke manier probeert EZIS eventuele fraude uit te sluiten? 4 Het EZIS kent een verkorte registratie. 4.1 Wanneer zal men een beroep doen op een verkorte registratie? 4.2 Noem een voorbeeld van een situatie (niet uit de lesstof) waarin er met een verkorte registratie zal worden gewerkt. 5 Niet iedereen heeft de bevoegdheid om de gegevens van de patiënt in het EZIS te raadplegen. Stel: je bent stagiaire op de polikliniek gynaecologie en je hebt geen

6 bevoegdheid tot toegang tot de patiëntengegevens in het geautomatiseerde systeem. Een primigravida (op de polikliniek bekend) meldt zich met een spoedeisende klacht. Je bent even alleen op de polikliniek en het is noodzakelijk om zo snel mogelijk de patiëntengegevens in het EZIS te raadplegen. 5.1 Geef je handelen weer in deze situatie. 6 Wat betekent de afkorting EPD? 7 Noem twee hoofdpunten van de Wet op de Persoonsregistratie. 8 De mogelijkheden van het EZIS zijn talrijk. Op basis van theoretische kennisoverdracht zijn de mogelijkheden nauwelijks over te dragen, in de praktijk bouwt men de vaardigheid in het werken met het systeem op. Het verdient daarom aanbeveling om de summiere theoretische kennis toe te passen en uit te breiden in het ziekenhuis, bij voorkeur tijdens de BPV. (Studieopdracht). Hoofdstuk 5 Afsprakenspreekuur 1 Noem vier voordelen van een spreekuur volgens afspraak. 2 Noem drie nadelen van een spreekuur volgens afspraak. 3 Het spreekuur van vandaag loopt al driekwartier uit en je hoort de patiënten in de wachtkamer mopperen. 3.1 Geef twee mogelijke manieren om patiënten in te lichten over de uitloop van het spreekuur. 4 Welke patiëntengegevens worden genoteerd bij een controleafspraak? 5 Patiënten die een (controle)afspraak moeten maken, worden verwezen naar het afsprakenbureau. Het maken van afspraken is dus uit handen gegeven. 5.1 Op welke manier word je op de hoogte gebracht van welke patiënten volgende week de polikliniek zullen bezoeken? 5.2 Op welke manier krijg je de dossiers per specialist (ter voorbereiding van het spreekuur) van de geplande patiënten in je bezit? 6 Soms wordt er met een patiënt afgesproken dat hij mag bellen voor de uitslag van het onderzoek. 6.1 Morgenochtend kan patiënt A bellen voor de uitslag van een röntgenonderzoek; geef in dit geval in het kort (puntsgewijs) de handelingen/voorbereidingen weer. Hoofdstuk 6 Polikliniekbezoek 1 Waarom wordt er voor een nieuwe patiënt meer tijd gereserveerd dan voor een controlepatiënt? 2 De organisatie van een spreekuur verloopt planmatig. 2.1 Vertel in het kort (puntsgewijs), hoe een bezoek van een nieuwe patiënt aan de polikliniek verloopt. 3 Patiënt De Vries is een nieuwe patiënt bij de uroloog. Het specialisme urologie werkt met een dossier per specialist. 3.1 Vermeld minimaal vijf handelingen die je moet verrichten om een nieuw dossier aan te maken. 3.2 Als je werkt met een unitdossier, welke handelingen met betrekking tot de dossiervoering zul je dan moeten verrichten?

7 4 Waarom is het van essentieel belang dat een specialist eerst een uitgebreide anamnese afneemt en vervolgens, na een aantal diagnostische onderzoeken, pas een therapie instelt? 5 Leg het begrip diagnostisch onderzoek uit en noem vijf diagnostische onderzoeken. 6 Er bestaat een relatie tussen ziektebeeld en specialisme. Verklaar waarom patiënt De Vries naar de uroloog is verwezen en niet naar een internist. 7 Voor patiënt Kees de Vries wordt een duplexechografie aangevraagd en hij moet over één week voor controle komen. Deze afspraak wordt niet door tussenkomst van het afsprakenbureau gerealiseerd. Leg uit waarom. 8 Patiënt Kees de Vries belt. Patiënt De Vries is op de polikliniek bekend met een fors penishematoom. Patiënt vertelt vanochtend bloed te hebben geplast, hij heeft dit nog niet eerder meegemaakt. Om deze zorgvraag goed te kunnen afhandelen, zijn hulpmiddelen noodzakelijk. 8.1 Noem de hulpmiddelen die beschikbaar moeten zijn om de zorgvraag correct af te handelen. 9 Wat wordt verstaan onder patiëntlogistiek? 10 Wat vind je van patiëntlogistiek en verhoog je hiermee de planmatigheid? Motiveer je antwoord. 11 Geef aan hoe een vraaggesprek met betrekking tot patiëntlogistiek (intakegesprek) op systematische wijze kan verlopen. Op dit moment zou je in staat moeten zijn om het werkproces op de polikliniek goed te kunnen organiseren. Je kunt plannen, je kunt zorgen dat systemen en hulpmiddelen beschikbaar zijn, je kunt gebruikmaken van registratiehulpmiddelen, zodat het werkproces op de polikliniek planmatig en op systematische wijze verloopt. Beantwoord de volgende vragen/opdrachten: 12 Vanochtend is het operatieverslag van de heer Nijenhuis door de medisch secretaresse uitgewerkt. De heer Nijenhuis heeft vanochtend een partiële blaasresectie ondergaan in verband met een blaascarcinoom. Patiënt is opgenomen op de afdeling urologie van het ziekenhuis. Het dossier van patiënt, inclusief het operatieverslag, ligt nog op de polikliniek. Op dit moment is het middag en heb je spreekuur. De telefoon gaat en de afdeling urologie vraagt met spoed het medisch dossier van de heer Nijenhuis. Patiënt lijkt een nabloeding te hebben. Je staat op het punt om de bloeddruk van een poliklinische spreekuurpatiënt te meten in verband met een nierinsufficiëntie. De arts-assistent vraagt op datzelfde moment om de medische verslaglegging van patiënt De Vries. Dit verslag is gisteren uitgewerkt, maar door jou nog niet toegevoegd aan het medisch dossier. Een piekbelasting, een hectische situatie dus Vertel hoe je op adequate wijze bovenstaande situatie afhandelt en in welke volgorde, motiveer je keuzes Vermeld ook je beleid met betrekking tot registratiehulpmiddelen. 13 Vergelijk jouw handelwijze met die van je studiegenoten.

8 Hoofdstuk 7 Klinische behandeling 1 Vertel in eigen woorden waarom samenwerking met de afdeling Opname en planning van essentieel belang is 2 Om een opname planmatig te laten verlopen, dient poliklinisch een aantal werkprocessen geregeld te worden. 2.1 Noem drie uit te voeren werkzaamheden. 3 Voordat de patiënt wordt opgenomen, moet een machtiging bij de zorgverzekeraar aangevraagd te worden. Dit werkproces wordt gerealiseerd door middel van aanvraagformulieren. 3.1 Vul een aanvraagformulier tot opname (zie bijlage 1) in voor patiënt Lansaat en verwijs patiënt met dit formulier naar de afdeling Opname en planning. Doe dit verwijzen naar met een medestudent en wijs haar de weg naar bijvoorbeeld de kantine of de administratie van jullie opleidingsinstituut. 4 Stel dat patiënt Lansaat wordt doorverwezen voor een preoperatief onderzoek. In alle hectiek van het spreekuur ben je vergeten patiënt door te verwijzen. 4.1 Geef de mogelijke consequenties van jouw handelen in deze. 5 Als een patiënt klinisch wordt behandeld is de opnemend specialist verantwoordelijk. De opnemend specialist kan de patiënt overdragen aan een ander specialisme en deze specialist neemt dan de verantwoordelijkheid over. 5.1 Hoe wordt de opnemend specialist in vakjargon genoemd? 5.2 Wanneer wordt een patiënt overgedragen aan een ander specialisme? 6 De volgende patiënte is opgenomen, hoofdbehandelaar is de internist. De opnamediagnose luidt: maagretentie en ernstige pijnklachten necrose rechterhiel. Citaat uit de ontslagbrief: In verband met de ernstige pijnklachten van de rechterhiel werd 3 x dd APcod supp. afgesproken en werd de chirurg in consult gevraagd. Verder kreeg patiënte een maaghevel en parenteraal vocht, Zantac en Di-Adreson F. Bij gastro-duodenoscopie op 08 januari werd een gave oesofagus met een hernia diafragmatica gezien. De maag toonde een grote hoeveelheid gallig vocht. Het slijmvlies was voor zover te beoordelen gaaf. De pylorus stond wijd open. Zeer ver in het duodenum werd een groeiende exofytische structuur gezien, maligne aspect, gemakkelijk bloedend. PA toonde adenocarcinoom. In overleg met de chirurg werd een angiografisch onderzoek verricht, waarna een duodenectomie werd verricht met cholecystectomie; kliermetastasen werden niet gezien. Op 28 januari werd in verband met pijnklachten necrotomie rechterhak verricht. De zesde dag na deze operatie kreeg patiënte hoge temperatuur, 40.2C, hierop werden 2 bloedkweken verricht, waaruit E-coli kon worden gekweekt. Er werd gestart met Bactrimel. Op 02 februari werd geconstateerd dat patiënte een scheve mond en een scheef oog links had. Bovendien zag zij dubbel. De neuroloog werd in consult gevraagd. Deze constateerde een perifere facialis parese links. Er werd afgesproken, na het advies van de oogarts, het linkeroog 's nachts af te plakken. In verband met de toenemende dyspnoe werd de longarts in consult gevraagd en werd gestart met Prednisolon, maar patiënte werd in toenemende mate soporeus en is op 06 februari overleden. Door de familie werd geen toestemming gegeven voor obductie. 6.1 Bij welke specialismen wordt een intercollegiaal consult aangevraagd?

9 7 Als een patiënt met spoed wordt opgenomen, zul je een aantal werkprocessen moeten uitvoeren. 7.1 Noem je administratief beleid als een patiënt met spoed wordt opgenomen. 8 Afdeling Opname en ontslag heeft tot taak een opname- of ontslagbericht door te geven aan diverse afdelingen. 8.1 Waarom is het noodzakelijk dat de portier/receptie ook op de hoogte wordt gesteld van een opname of ontslag van een patiënt? Op dit moment zou je in staat moeten zijn om het werkproces op de polikliniek goed te kunnen organiseren. Je kunt plannen, je werk afstemmen met collega s, je kunt zorgen dat systemen en hulpmiddelen beschikbaar zijn, je kunt gebruikmaken van registratiehulpmiddelen, zodat het werkproces op de polikliniek planmatig en op systematische wijze verloopt. Beantwoord de volgende opdrachten: 9 Het is uur en je start je werkzaamheden. Via EZIS-opname word je op de hoogte gebracht van twee spoedopnames in de afgelopen nacht. Terwijl je dit leest, gaat de telefoon: patiënt Krikhaar meldt zich. Heeft gisteren een vasectomie ondergaan en heeft voor zijn gevoel ontstoken testikels. Hij heeft een ochtendtemperatuur van 39ºC; terwijl je naar de kast loopt om zijn status te pakken om je een beter beeld te vormen van de situatie, komt de specialist binnen en vraagt een kop koffie, hij heeft net een spoedoperatie achter de rug van ruim 2,5 uur. De eerste patiënt van uur meldt zich aan de balie. 9.1 Vertel hoe je op adequate wijze bovenstaande situatie organiseert en motiveer je keuzes. 10 Stel dat je de situatie uit vraag 9 als volgt hebt aangepakt: de patiënt die zich meldt voor het spreekuur staat voor de balie te wachten, jij hebt dit niet snel genoeg in de gaten. Je bent het telefonisch gesprek met patiënt Krikhaar aan het voeren: Mijnheer Krikhaar, gisteren bent u hier voor sterilisatie geweest en nu denkt u een ontsteking te hebben aan uw testikels 10.1 Geef aan welke consequenties er kunnen ontstaan door jouw handelen Geef aan wat het meest onjuiste is in deze. Hoofdstuk 8 Financiële administratie: diagnosebehandelcombinatie Sinds januari 2003 is het nieuwe honoreringssysteem DBC ingevoerd. Het is belangrijk dat alle medische dossier zijn voorzien van inlegvellen, vooral de typeringslijsten, zodat alle belanghebbenden goed worden geïnformeerd. De volgende vragen hebben betrekking op het nieuwe DBC-systeem. Om deze goed te kunnen beantwoorden, dien je te beschikken over de typeringslijsten KNO en urologie. 1 Beantwoord de volgende vragen: 1.1 Wordt een DBC alleen poliklinisch gehanteerd, alleen klinisch, of beide? 1.2 Valt diagnostisch onderzoek ook binnen de DBC? 1.3 Wie draagt de verantwoordelijkheid voor het openen en sluiten van een DBC? 1.4 Wat wordt verstaan onder een initiële DBC?

10 2 Gebruik bij deze opdracht de typeringslijst urologie. Patiënt A is via de huisarts verwezen en wil een vasectomie. Vandaag over precies twee weken wordt de vasectomie uitgevoerd en zeven dagen hierna worden de hechtingen verwijderd en is patiënt uitbehandeld. Hij wordt terug verwezen naar de huisarts. 2.1 Geef deze casus een DBC-codering. ZT ZV DIAG BH DBC open DBC gesloten 3 Deze DBC is door de specialist niet afgesloten. 3.1 Hoe en wanneer word je op de hoogte gebracht dat deze DBC nog open staat? 4 Patiënt A uit vraag 2 komt, nadat de DBC is afgesloten, met prostaatcarcinoom binnen. 4.1 Kan onze specialist de afgesloten DBC weer openen of moet onze specialist een nieuwe DBC registreren? Motiveer je antwoord. 5 Leg het begrip ICC uit. 6 De overheid hoopt met het nieuwe financieringssysteem DBC, de wachtlijsten in de gezondheidszorg terug te dringen. 6.1 Verklaar waarom dit wordt verwacht. 7 Gebruik bij deze opdracht de typeringslijst KNO. Patiënt wordt via de longarts doorverwezen naar polikliniek KNO. Patiënt is bij de longarts bekend met COPD (chronisch longlijden). De longarts vermoedt dat er ook een chronische sinusitis in het spel is. De KNO-arts doet een aantal diagnostische onderzoeken en heeft poliklinisch een behandeling ingesteld. Deze onderzoeken en dergelijke hebben ongeveer vier weken tijd gekost en het laatste controlebezoek is vandaag. 7.1 Geef deze casus een DBC-codering. ZT ZV DIAG BH DBC open DBC gesloten 8 Deze patiënt meldt zich één maand later weer opnieuw bij de KNO-arts in verband met recidiverende epistaxis. 8.1 Kan de specialist de vorige DBC opnieuw openen of moet hij een nieuwe DBC registreren? Motiveer je antwoord. 9 Wat wordt verstaan onder een DBC-nota? 10 Op welke manier ontvangt de specialist zijn honorarium? 11 Het registreren van een DBC valt onder de verantwoordelijkheid van de specialist. Toch moet je als doktersassistent inzicht hebben in het DBC-systeem. Geef bij de volgende situaties aan of er een DBC mag worden geopend: 11.1 Patiënt komt binnen via de SEH met een beenfractuur De behandeling van dezelfde zorgvraag bij een patiënt wordt voortgezet door een andere specialist binnen hetzelfde specialisme in het eigen ziekenhuis Op verzoek van een specialist vindt een ondersteunende activiteit (bijvoorbeeld anesthesiologie) plaats door een ander specialisme. 12 Patiënt A uit vraag 2 belt op en heeft een vraag over de rekening van de vasectomie. Er worden volgens patiënt onderzoeken gedeclareerd die niet zijn uitgevoerd; of hij een andere rekening kan krijgen Beantwoord dit telefoongesprek. 13 Een patiënt belt op, bij ons onder behandeling voor een niercarcinoom: hij wil graag een second opinion. De vraag van patiënt: Wordt dit door de zorgverzekeraar vergoed en wordt dit toegestaan door de specialist zonder problemen in de behandelrelatie te veroorzaken? 13.1 Beantwoord dit telefoongesprek.

11 14 Bezoek de site en bekijk de map Veel gestelde vragen en typeringslijsten. Hoofdstuk 9 Sociale gezondheidszorg opdrachten 1 Zoek op internet naar een regionale GGD. 1.1 Verzamel informatie, zoals organigram, specifieke afdelingen en hun behandel- en adviesmogelijkheden. 1.2 Ga naar de vacaturebank en bestudeer de functie-eisen die aan een doktersassistent worden gesteld. 2 Kies het werkveld dat je het meest aanspreekt en maak een korte samenvatting met hierin verwerkt: 2.1 Motivering van je keuze. 2.2 Werkterrein(en) van de afdeling van je keuze. 2.3 Jouw leerpunten op dit moment om als doktersassistent te kunnen functioneren binnen de GGD. 2.4 Lever de samenvatting ter beoordeling in bij je vakdocent. Hoofdstuk 10 Algemene gezondheidszorg en Gezondheidsbevordering Epidemiologie 1 De afdeling AGZ is opgesplitst in twee subafdelingen: Infectieziekten en Openbare gezondheidszorg. 1.1 Noem vier infectieziekten waar de subafdeling Infectieziekten mee te maken kan krijgen. 1.2 Noem drie werkvelden van de subafdeling Openbare gezondheidszorg. 2 Bij een medestudent uit jouw klas wordt open tbc geconstateerd en er volgt een contactonderzoek. 2.1 Vertel in het kort de aanpak, het werkproces van dit contactonderzoek. 2.2 In welke cirkel, in relatie tot de contacten, zit jij? 3 Je bent (pas) werkzaam bij de GGD, afdeling reizigersvaccinatie. Een aspirant reiziger, de heer Aalders, vraagt of er vaccinaties noodzakelijk zijn voor een reis naar Gambia. Je moet het antwoord (even) schuldig blijven en je belooft de heer Aalders terug te bellen. 3.1 Geef aan hoe je je verontschuldigt bij de heer Aalders. 3.2 Op welke manier zou je de benodigde informatie kunnen verkrijgen? 4 Noem de belangrijkste taak van de afdeling Openbare gezondheidszorg (OGZ). 5 De GGD voert preventief bevolkingsonderzoek uit naar baarmoederhalskanker en borstkanker. 5.1 Vanaf welke leeftijd wordt preventief onderzoek naar baarmoederhalskanker uitgevoerd en met welke frequentie? 5.2 Vanaf welke leeftijd wordt preventief onderzoek naar borstkanker uitgevoerd en met welke frequentie? 5.3 Tot welke leeftijd worden deze onderzoeken uitgevoerd? 6 Stel: je wilt na je studie gaan werken als doktersassistent in een huisartsenpraktijk en beslist niet bij een GGD.

12 6.1 Vind je het van belang om de diverse werkvelden binnen de GGD te kennen, ondanks het feit dat je er niet wilt gaan werken. Motiveer je antwoord. Hoofdstuk 11 Jeugdgezondheidszorg 1 In sommige delen van het land wordt de jeugdgezondheidszorg van 0- t/m 19-jarigen in zijn geheel georganiseerd en aangeboden door de GGD. In andere delen van het land is de zorg voor zuigelingen en kleuters ondergebracht bij de thuiszorgorganisatie en de zorg voor 4- t/m 19-jarigen bij de GGD. 1.1 Naar welke opzet gaat je voorkeur uit, motiveer je keuze. 2 Het consultatiebureau heeft een preventieve taak betreffende de gezondheid en ontwikkeling van zuigelingen en peuters. 2.1 Noem vijf taken van het consultatiebureau. 3 Wat betekent de afkorting GVO? 4 De JGZ werkt met een dossier. 4.1 Hoe worden deze dossiers over het algemeen gearchiveerd? 4.2 Waarom worden voor de omslag van het dossier twee verschillende kleuren gebruikt? 5 Je bent werkzaam als doktersassistent bij de JGZ. De telefoon gaat en het is de directeur van een regionale basisschool. Hij wil graag informatie in welke groepen PGO en PVO worden verricht. 5.1 Wat betekenen de afkortingen PGO en PVO? 5.2 Geef de directeur de informatie waar hij om vraagt. 6 Tot de werkzaamheden van de JGZ behoort ook de rijksvaccinatie aan kinderen. 6.1 Op welke leeftijd worden kinderen ingeënt? 6.2 Tegen welke ziektes worden zij ingeënt? 7 Bij de rijksvaccinaties kun je als doktersassistent naast het vaccineren ook een ondersteunende rol vervullen. 7.1 Beschrijf je administratief handelen, van oproep tot vaccinatie tot en met het archiveren. 8 Geef aan waarom je de entkaart pas invult nadat de vaccinatie is gegeven. 9 Noem drie onderwerpen waarover jij voorlichting zou kunnen geven op de basisschool. 10 Vermeld puntsgewijs de voorbereidingen en het bijbehorende administratief handelen met betrekking tot het PGO. 11 Het PGO wordt in klas 2 van het voortgezet onderwijs nog eenmaal uitgevoerd. De taak van de JGZ is daarna nog niet afgerond. De JGZ kan preventieve voorlichting geven, de jongere kan informatiemateriaal opvragen voor bijvoorbeeld het maken van een werkstuk. Ook in het voortgezet onderwijs neemt de JGZ een belangrijke plaats in. Bekijk een regionale site van de JGZ en oriënteer je op de mogelijkheden die de JGZ kan bieden binnen het voortgezet onderwijs. Vraag eventueel een informatiepakket naar keuze op. 12 Indien na het bestuderen van dit hoofdstuk je interesse voor de JGZ is gewekt en je overweegt in de toekomst naar een functie binnen de JGZ te solliciteren, organiseer dan een voorlichtingbijeenkomst binnen je eigen lesgroep over een onderwerp of bepaalde werkzaamheden binnen de JGZ die je in het bijzonder hebben aangesproken. 13 Bestudeer de functieomschrijving van een doktersassistent binnen de JGZ (bijlage 1 hoofdstuk 11).

13 Hoofdstuk 12 Bedrijfsgezondheidsdienst 1 De Bedrijfsgezondheidsdienst kan de werkgever met allerlei adviezen van dienst zijn met betrekking tot een veilige en gezonde werkomgeving. Deze veilige en gezonde werkomgeving komt tot stand door goede arbeidsomstandigheden te creëren. Voorschriften hiervoor zijn vastgelegd in een arbeidsomstandighedenwetgeving. 1.1 Wat wordt er omschreven in de Arbowet? 1.2 Wat wordt er omschreven in het Arbobesluit? 1.3 Wat wordt er omschreven in de Arboregeling? 2 Neem binnen je eigen opleidingsinstituut het computerlokaal als voorbeeld en geef één voorbeeld van wat in de onderstaande regelgeving is vastgelegd. 2.1 De Arbowet. 2.2 Het Arbobesluit. 2.3 De Arboregeling. 3 De Arbowet is gewijzigd. 3.1 Sinds wanneer is er een nieuwe Arbowet van kracht? 3.2 Noem de twee belangrijkste wijzigingen in deze nieuwe uitgave van de Arbowet. 4 Noem vijf activiteiten die een arbodienst kan leveren. 5 Sinds de nieuwe Arbowet kennen wij interne en externe arbodiensten. 5.1 Geef het verschil tussen beide aan. 6 Wat betekent de afkorting PAGO? 7 Als jouw opleidingsinstituut gehuisvest is in hoogbouw, inventariseer dan de risico s bij brand. 8 Omschrijf het meest opvallende verschil tussen bedrijfsarts en huisarts. 9 De doktersassistent werkzaam bij de bedrijfsgezondheidsdienst voert diverse taken uit. 9.1 Noem zes uitvoerende taken. 10 Een werknemer die ziek is geworden ten gevolge van een bedrijfsongeval moet voor controle bij de bedrijfsarts komen Geef puntsgewijs het werkproces van oproepen, re-integratie en herstarten van de werkzaamheden. 11 Wat wordt verstaan onder een bedrijfsdossier? 12 Als je als doktersassistent werkt bij de BGD dien je bekend te zijn met bepaalde begrippen en/of vakjargon. Omschrijf de volgende begrippen Bedrijfsarts Bedrijfsongeval Beroepsziekte Re-integratiedossier Verzuimbeleid. 13 Om je een beeld te vormen van de te registreren informatie met betrekking tot bedrijfsongevallen en beroepsziekten kun je de site van de Universiteit Maastricht bezoeken ( Ga naar de link Bedrijfsongevallen (of arbo ) en bestudeer deze pagina s. 14 Bestudeer de functiebeschrijving doktersassistent Arbodienst (bijlage 1 hoofdstuk 12). Denk je te kunnen voldoen aan de functie-eisen die een BGD stelt? Motiveer je antwoord.