Bodembeheer: kwaliteit & opleiding

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bodembeheer: kwaliteit & opleiding"

Transcriptie

1 Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Competentiemanagement en kader voor het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor ambtenaren VOORT fase 1 SIKB Prj. 44, fase 1 voor de provincies December 2003

2 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Aanleiding voor VOORT...3 Doel, uitgangspunten en randvoorwaarden...4 Algemene werkwijze, resultaten en gebruik...4 Vervolg; fase 2 en Uitvoeringsteam:...5 Begeleidingscommissie:...5 Competentiemanagement en VOORT... 6 Hoe werkt competentiemanagement?...6 Opleidingsniveau & ervaringsontwikkeling & POP...6 VOORT & competentiemanagement...8 Bodembeheer: taken, kennis & vaardigheden... 9 De takentabel...9 Opleidingsmodules Bodembeheer Typen taken, kennis & vaardigheden...17 Welke modules zijn ontwikkeld en voor wie?...18 Hoeveel opleidingstijd vragen de modules?...19 Hoe zijn de modules te gebruiken?...19 Opbouw van de modules...19 Module type A: Bodembeheer algemeen, kennis en vaardigheden...20 Module type B: Vaardigheden...21 Module C1: Bodembeheerbeleid, verdieping kennis en vaardigheden...22 Module C2: Integraal werken, verdieping kennis en vaardigheden...22 Module C3: Bodemhygiëne, verdieping kennis en vaardigheden...23 Module C4: Bodemtechniek, verdieping kennis en vaardigheden...24 Module C5: Juridische aspecten, verdieping kennis en vaardigheden...25 Module C6: Financiële aspecten, verdieping kennis en vaardigheden...25 Module C7: Ondersteuning, verdieping kennis en vaardigheden...26 Bodembeheer bij andere overheden Bijlage 1: Lijst van competenties met omschrijving Bijlage 2: Handreiking competentiecatalogus Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 2

3 Inleiding Het Ministerie van VROM, de provincies en de gemeenten hebben het initiatief genomen tot het project VOORT. VOORT staat voor Verbeteren Opleiding, Ontwikkeling, Rol- en Taakinvulling van ambtenaren op het gebied van Bodembeheer. Het gaat om ongeveer 1000 mensen bij de overheid. VROM heeft de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB) gevraagd trekker van het project te zijn. Het SIKB heeft KAM Milieuadvies b.v. opdracht gegeven tot uitwerking van VOORT. Leeswijzer Deze rapportage betreft fase 1 van VOORT, de inhoudelijke uitwerking. Er is een aparte rapportage gemaakt voor provincies, rechtstreekse gemeenten, programmagemeenten, projectgemeenten en opleidingsinstituten. Deze rapportage voor de provincies bestaat uit vijf hoofdstukken en twee bijlagen. In dit hoofdstuk Inleiding zijn de aanleiding, doelstelling, werkwijze, algemene resultaten en het vervolg van VOORT beschreven. Het tweede hoofdstuk Competentiemanagement & VOORT licht toe wat competentiemanagement is, hoe het werkt en wat daar voor nodig is. Het derde hoofdstuk Bodembeheer: taken, kennis & vaardigheden geeft een overzicht van de provinciale taken op het gebied van Bodembeheer en per taak ook de benodigde kennis en vaardigheden voor een goede taakuitvoering. Het vierde hoofdstuk Opleidingsmodules Bopdembeheer beschrijft de achtergronden en de inhoud van het opleidingskader VOORT. Het vijfde hoofdstuk Bodembeheer bij andere overheden behandelt kort bij welke andere overheden Bodembeheer een rol speelt, maar dat in het kader van VOORT niet verder is uitgewerkt. Bijlage 1 is de IPO-competentielijst, waar de vaardigheden die in de takenlijst staan uit zijn geselecteerd. Bijlage 2 is de IPO-handreiking voor de ontwikkelfasen van de vaardigheden. Aanleiding voor VOORT De provincies hebben als bevoegd gezag circa 50 wettelijke en beleidsmatige taken op het gebied van Bodembeheer. Een deel van die taken is nieuw. Tevens is er doorstroming van medewerkers en komen nieuwe medewerkers binnen. Om de kwaliteit van de uitvoering van bodemtaken te waarborgen, is bij- en nascholing van de (nieuwe) medewerkers belangrijk. Echter, vraag en aanbod van de scholing zijn nu niet goed op elkaar afgestemd. Daarnaast doet het zogenaamde competentiemanagement bij de overheden steeds meer opgeld. Daarin spelen, naast kennis, ook houding en vaardigheden van de ambtenaren een grote rol. In het bestaande aanbod van cursussen en trainingen op het gebied van bodembeheer ligt de nadruk echter sterk op kennis en niet zozeer op houding en vaardigheden. Naast bovengenoemde inhoudelijke aanleidingen voor het project VOORT is er ook een procesmatige aanleiding. Door het SIKB is het project Vakbekwaamheid van sleutelfunctionarissen in de bodemketen uitgevoerd. Daarbij zijn voor een aantal kritische bodemfuncties in de marktsector na- en bij- Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 3

4 scholingstrajecten ontwikkeld. Met het project VOORT wordt een equivalent daarvan voor de overheid verkregen. Doel, uitgangspunten en randvoorwaarden Het doel van VOORT is om vraag en aanbod van cursussen en trainingen op het gebied van Bodembeheer te structureren. De overheden kunnen zo hun opleidingsbehoeften beter definiëren en de opleidingsinstituten kunnen beter dan nu in die opleidingsbehoefte voorzien. De mogelijkheden voor verbetering van de kwaliteit van bodembeheer worden daarmee vergroot. De uitgangspunten en randvoorwaarden voor de uitvoering van fase 1 van VOORT zijn: VOORT vormt het kader voor opleidingsinstituten om cursussen en trainingen te kunnen gaan ontwikkelen die beantwoorden aan de vraag van de bodemoverheden. De opleidingsinstituten ontwikkelen cursussen en trainingen op commerciële basis In VOORT wordt uitgegaan van taken die de verschillende overheidsorganisaties hebben op het gebied van Bodembeheer, in plaats van functies van bodembeheermedewerkers, omdat taken eenduidig zijn te definiëren en functies niet VOORT gaat uit van de bodembeheertaken van provincies en gemeenten. Bodembeheertaken van andere overheden, zoals Waterschappen en Rijkswaterstaat, blijven buiten beschouwing, omdat die bodembeheertaken nog niet volledig zijn uitgekristalliseerd In VOORT wordt Bodembeheer gezien als het omgaan met chemisch verontreinigde bodem. Zaken als preventie van bodemverontreiniging (ondanks het gebruik van het begrip bodembescherming ), fysische bodemaantasting en het omgaan met bodemnatuur- en cultuurschatten, vallen buiten de beschouwing VOORT sluit zo veel mogelijk aan bij lopende initiatieven en projecten met betrekking tot cursussen en trainingen op het gebied van Bodembeheer, zoals het project Leerwerktraject van de provincie Noord Holland met haar gemeenten en de opleidingstrajecten in de provincies Groningen en Drenthe. Algemene werkwijze, resultaten en gebruik VOORT wordt uitgevoerd in drie fasen. Fase 1 betreft het inhoudelijke deel. Daarin zijn alle bodembeheertaken van provincies en gemeenten geïnventariseerd, als uitwerking van de indeling in de Normbladen Bodem 8001 en Voor elke taak zijn de kennis en de vaardigheden 1 die passen bij een kwalitatief goede uitvoering van die taak beschreven, evenals het opleidingsniveau en de (globale) functiebenaming. 1 Voor wat betreft vaardigheden is de lijst van algemene competenties van de provincies (project FU- WAPROV) gebruikt, omdat deze lijst vastligt vanwege CAO-afspraken. Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 4

5 Uit de takenlijst zijn opleidingsmodules samengesteld. Elke module bevat een aantal onderwerpen en elk moduleonderwerp is rechtstreeks gekoppeld aan de betreffende taken met bijbehorende kennis en vaardigheden. De resultaten van fase 1 van VOORT hebben meerdere (samenhangende) toepassingen. VOORT speelt in op de maatschappelijke tendens naar competentiemanagement en tegelijkertijd geeft VOORT invulling aan het onderwerp vakbekwaamheid uit het Normblad Bodem: De koppeling van algemene competenties (vaardigheden) aan de takenlijst van Bodembeheer geeft de verantwoordelijke leidinggevenden van provincies en gemeenten een instrument in handen om, samen met de medewerker, op eenvoudiger wijze persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP s) te kunnen opstellen; Met de opleidingsmodules en de takenlijst zijn de opleidingsinstituten beter in staat om cursussen en trainingen te ontwikkelen die aansluiten op de daadwerkelijke opleidingsbehoefte. Met de te ontwikkelen cursussen en trainingen kan de kennis van bodembeheer worden verhoogd én kunnen de gewenste algemene competenties worden getraind. Zo kan invulling worden gegeven aan de uitvoering van de POP s. Vervolg; fase 2 en 3 VOORT fase 1 zal in 2003 zijn afgerond. De resultaten en daarop volgende implementatie ervan zullen in fase 2 worden afgestemd met de bevoegde overheden. In fase 3 gebeurt datzelfde met de opleidingsinstituten aan de hand van het VOORT-kader. De opleidingsinstituten kunnen dan starten met het ontwikkelen van cursussen en trainingen Bodembeheer. Indien de uitvoering van de fasen 2 en 3 direct aansluit op fase 1, kunnen de cursussen en trainingen naar verwachting eind voorjaar van 2004 beschikbaar zijn. Uitvoeringsteam: KAM Milieuadvies b.v. FFact W.F. Kooper F. Hopstaken Begeleidingscommissie: Gemeente Arnhem mevrouw M. Visser Haskoning C. Neeft IPO F. Kok (tot juli 2003) Provincie Noord Holland C. Denneman SIKB W. de Koning SKB J. Verheul VNG J. Verburg VROM M. de Steenwinkel VKB M. Veul (voorzitter) Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 5

6 Competentiemanagement en VOORT Competentiemanagement is een instrument voor kwaliteitsverbetering, gericht op de individuele medewerker (functioneren) en daarmee tevens gericht op de organisatie (prestaties). Of iemand goed functioneert in een organisatie hangt af van hoe iemand bijdraagt aan de doelen van die organisatie. Competentiemanagement kan dus niet zonder heldere organisatiedoelen. Vanuit die organisatiedoelen vervullen mensen functies en voeren zij taken uit. Voor een goede uitvoering van de taken (en daarmee de functie) zijn individuele kennis, vaardigheden en houding bepalend. Competentiemanagement stuurt daarom op kennis, vaardigheden en houding van de medewerker. Hoe werkt competentiemanagement? Competentiemanagement is individueel gericht. Voor competentiemanagement zijn competenties nodig zoals gezegd kennis, vaardigheden en houding die het (gewenste) gedrag van medewerkers in een bepaalde functie beschrijven. Medewerker en leidinggevende vullen dat samen in, de medewerker voert de afspraken uit: De functie van de medewerker bepaalt de welke competenties belangrijk zijn; Welke competenties (verder) ontwikkeld moeten worden staat in het Persoonlijke Ontwikkelingsplan (POP) van de medewerker; De medewerker voert zijn of haar POP uit en koppelt de resultaten terug naar de leidinggevende. Er worden in de praktijk diverse competentielijsten gebruikt, waarbij vooral het aantal competenties verschilt (30 70). Die lijsten bevatten algemene competenties, die niet zijn gekoppeld aan kennis, omdat men competenties vaak organisatiebreed wil inzetten. Competentiemanagement is dus het managen van kennis, vaardigheden en houding, maar in de praktijk beschrijven competentielijsten geen kennis 2. Om deze reden is het zinvol om er vanuit te gaan dat met competenties in feite vaardigheden worden bedoeld. In VOORT doen we dat ook. Opleidingsniveau & ervaringsontwikkeling & POP Werk- en denkniveau De uitvoering van bodembeheertaken vindt plaats door mensen met een initieel opleidingsniveau MBO, HBO of WO. Mensen met zo n initiële opleiding kunnen zich verder ontwikkelen. Bepalend wordt dan vooral het denk- en 2 Het onderscheid tussen vaardigheden en houding is niet altijd precies aan te geven: een vaardigheid kan een bepaalde houding zijn en een bepaalde houding vertonen kan tegelijkertijd een vaardigheid zijn. Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 6

7 werkniveau waarop men functioneert. Vervolgopleiding in de vorm van cursussen en trainingen Bodembeheer zal op dit verschil in denk- en werkniveau moeten aansluiten. Gegeven de praktijk hanteert VOORT twee denken werkniveau s van de deelnemers: MBO/HBO en HBO/WO, aansluitend op de aard van een aantal taken: standaard en complex. VOORT vraagt de opleidingsinstituten daarom cursussen en trainingen, waar dat zinvol is, op twee niveaus te ontwikkelen (zie ook hoofdstuk vier). Ervaringsniveau Vanuit de startpositie MBO, HBO of WO wordt het ervaringsniveau van mensen meestal ingedeeld in junior, medior en senior. Tabel: Ervaringsniveaus Junior Medior Senior het leren van het vak staat voorop uitvoeren van voorbereidende werkzaamheden; geen eindverantwoordelijkheid learning on the job, met coaching door meer ervaren collega s zelfstandig functioneren staat voorop kernkwaliteiten zijn zichtbaar en worden waar mogelijk benut coachen kan onderdeel van de werkzaamheden worden. inzet op kernkwaliteiten en voor coaching van minder ervaren collega s opgebouwd netwerk en het gebruik maken daarvan betrokkenheid bij productontwikkeling. De juniormedewerker heeft kennis en vaardigheden die passen bij de gevolgde initiële opleiding. De ontwikkeling van specifieke (bodembeheer) kennis, verbonden met kennen, vindt on the job plaats, door het bijwonen van symposia en door het volgen van cursussen, vooral tijdens de groei van junior naar medior 3. Daarom is in de takenlijst (volgend hoofdstuk) de kennis beschreven op mediorniveau. Dat wil zeggen dat de medewerker op mediorniveau voor wat betreft kennis zelfstandig moet kunnen functioneren. Vanzelfsprekend gaat het adagium eenmaal medior, altijd medior niet op. Immers, er doen zich nieuwe ontwikkelingen beleidsmatig, technisch, juridisch enz. voor, waarop de medewerker moet inspelen. VOORT houdt ook hier rekening mee door aan de opleidingsinstituten te vragen om, naast basiscursussen ook opfriscursussen te (blijven) ontwikkelen. De ontwikkeling van vaardigheden, verbonden met kunnen verloopt op een andere wijze. Anders dan bij kennis die men tot zich kan nemen zijn vaardigheden (bijlage 1) voor een belangrijk deel (potentiële of latente) eigenschappen van een persoon. Vaardigheden die iemand potentieel of latent in zich heeft zijn wel te ontwikkelen (trainen), maar bij afwezigheid van dat potentieel lastiger te leren. Elke vaardigheid is op 3 ontwikkelfasen beschreven (bijlage 2). Deze ontwikkelfasen kunnen worden gebruikt in relatie tot het denk- en werkniveau 3 Ontwikkeling van medior naar senior heeft minder met kennis, maar des te meer met vaardigheden te maken Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 7

8 en het ervaringsniveau van de betreffende medewerker, namelijk junior (niveau 1), medior (niveau 2) en senior (niveau 3). De relatie van deze drie ontwikkelfasen met de initiële opleiding is moeilijker te leggen. Iemand met een WO-opleiding bijvoorbeeld, is vanwege die opleiding niet vanzelfsprekend een betere onderhandelaar dan iemand met een MBO-opleiding. Het tegendeel kan het geval zijn. Op welke vaardigheden en tot welk niveau iemand vaardigheden ontwikkelt (kan ontwikkelen), is dan ook een individuele aangelegenheid. Houding, tenslotte, is een psychologisch aspect, verbonden met willen en is niet direct verbonden met werk- en denkniveau en ervaringsniveau. Competentiemanagement is sturen op de drie bovenbeschreven onderdelen kennis, vaardigheden en houding. Sturing vindt individueel plaats, gerelateerd aan opleidings- of denk- en werkniveau en ervaringsniveau, ten behoeve van de (verdere) ontwikkeling van de medewerker en - daarmee ten behoeve van de effectiviteit en kwaliteit van de organisatie. Een POP is het instrument om tot de gewenste ontwikkeling van de medewerker te komen. Het POP komt tot stand door wisselwerking tussen medewerker en leidinggevende over kennen, kunnen en willen. De medewerker voert zijn of haar POP uit. VOORT & competentiemanagement Door VOORT zijn de bodembeheertaken van de provincies geïnventariseerd (zie het volgende hoofdstuk). Aan elke afzonderlijke taak zijn zowel de benodigde kennis als de vereiste vaardigheden voor een goede taakuitvoering gekoppeld. Voor de vaardigheden is geput uit de competentielijst die het IPO in het kader van nieuwe CAO-afspraken heeft opgesteld (FUWAPROV). Deze competentielijst bevat 50 algemene competenties, niet gericht op kennis, maar op vaardigheden (en houding). Hoewel minder gebruikelijk, zijn de vaardigheden dus niet aan functies, maar aan taken gekoppeld. De reden daarvan is dat een opleidingskader Bodembeheer het primaire product van VOORT niet uit functies kan worden opgesteld, omdat de functie-invulling per organisatie verschilt. Daarentegen zijn de taken voor elk type organisatie wel vergelijkbaar. Elke individuele organisatie kan vervolgens haar eigen vertaalslag van taken naar functies maken, omdat een bepaalde functie-invulling altijd uit de uitvoering van één of meer taken bestaat. De optelsom van de afzonderlijke taken behorend bij een bepaalde functie, levert dan het totaal aan relevante kennis en vaardigheden (algemene competenties) voor de functie. Op bovenbeschreven wijze levert de VOORT-takenlijst een instrument op voor competentiemanagement, gericht op vooral kennis en vaardigheden. Met dat instrument kunnen medewerker en leidinggevende Bodembeheer samen een Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) opstellen. In de uitvoering van dat POP kunnen de cursussen en trainingen van pas komen, die de opleidingsinstituten uit dezelfde VOORT-takenlijst ontwikkelen. Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 8

9 Bodembeheer: taken, kennis & vaardigheden De provincies hebben circa 50 taken op het gebied van Bodembeheer. Deze taken zijn gerubriceerd naar het wettelijke kader waar zij uit voortkomen. De takentabel De takentabel heeft 6 kolommen, waarvan de inhoud hieronder staat beschreven. Daarachter is de tabel zelf opgenomen. Kolom 1: Specifieke taken Bodembeheer per wettelijk kader. Kolom 2: Per taak is de benodigde kennis op mediorniveau aangegeven. Wat mediorniveau is en waarom de kennis juist op dit niveau is beschreven, staat in het vorige hoofdstuk. Kolom 3: Hier is het initiële opleidingsniveau aangegeven. Omdat niet in elke organisatie hetzelfde initiële opleidingsniveau wordt gehanteerd en omdat in een aantal gevallen mensen met verschillende initiële opleidingsniveaus aan vergelijkbare taken werken, kunnen meerdere opleidingsniveaus voorkomen. Een + betekent en, een / betekent of. Kolom 4: Deze kolom bevat de globale functieaanduiding. Deze is globaal, omdat de verschillende organisaties niet altijd dezelfde functiebenaming gebruiken. Net als in kolom 3 betekent een + en en een / of. Kolom 5: Hier staat de functiecategorie volgens het IPO-project FUWAPROV. Uit de FUWAPROV-omschrijving kan niet altijd eenduidig worden opgemaakt om welke functiecategorie het bij Bodembeheer gaat. Daarom kan het zijn dat de geselecteerde vaardigheden niet steeds geheel overeen komen met de invulling die individuele provincies aan de FUWAPROV-systematiek geven. De evaluatie van VOORT in fase 3 zal zich daarom ook richten op de relatie FUWAPROV-functiecategorieën, bodembeheerfuncties en vaardigheden. Kolom 6 In deze kolom staan de benodigde vaardigheden voor een goede uitvoering van de betreffende taken aangegeven. Per taak zijn steeds twee vaardigheden vet en schuin gedrukt. Dit zijn de voor die taak meest relevante vaardigheden (op individueel niveau kan dit afwijken, onder meer vanwege beleidsuitgangspunten). De vaardigheden (tussen haakjes) staan niet in het FUWAPROV-overzicht van de betreffende functiecategorieën, maar zijn uit het oogpunt van Bodembeheer wel van belang. Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 9

10 Bodembeheertaken, kennis, opleiding, functie, functiecategorie en vaardigheden Taken Kennis Niveau initiële opleiding Functie Functiecategorie Vaardigheid 1. Provincies 1.1 Bodemsanering Programmeren 1. Opstellen en periodiek actualiseren van een bodemsaneringsbeleidskader. 2. het opstellen van het Meerjarenprogramma Wbb (voorheen Bodemsaneringsprogramma), op grond van de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer en de Wet stedelijke vernieuwing (voor het gehele grondgebied). 3. het uitvoeren van Meerjarenprogramma Wbb, op grond van de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer en de Wet stedelijke vernieuwing (voor het gehele grondgebied). 4. Opstellen, samen met de gemeenten, van de ISV-bodemmodules van de niet-rechtstreekse gemeenten en aan het einde van de planningscyclus, het beoordelen of de programma- en projectgemeenten hun bodemsaneringsdoelen hebben bereikt. Europees, landelijk en provinciaal beleid ten aanzien van bodemsanering en de ontwikkelingen daarin kennen, inclusief de van toepassing zijnde regelgeving. De provinciale bestuurlijk/politieke uitgangspunten inzake het bodemsaneringsbeleid kennen en de gevoeligheden daarin weten te duiden. Het provinciale beleid op hoofdlijnen kennen en toegang hebben tot detaillering daarvan. De van toepassing zijnde regelgeving (Wbb, ISV en Wm) met de proceseisen die daar uit voortvloeien voor de Meerjarenprogrammering kennen. Landelijke, provinciale en gemeentelijke protocollen inzake de systematiek van de Meerjarenprogrammering bij de hand hebben en kunnen gebruiken. De stand van zaken met betrekking tot de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem van de provincie globaal kennen. De doelstelling en temporisering van de provinciale bodemsaneringsoperatie kennen. Inzicht in de aard en de werking van de (beleidsmatige, juridische en financiële) instrumenten t.b.v. de programmering (op hoofdlijnen) kennen en kunnen hanteren, alsmede het benodigde (beleidsmatige en inventariserende) onderzoek dat nodig is voor programmering kunnen benoemen. De bij de bodemsanering betrokken partijen kennen. De van toepassing zijnde regelgeving (Wbb, ISV en Wm) op hoofdlijn kennen. De stand van zaken met betrekking tot de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem van de provincie globaal kunnen beschrijven. De doelstelling en temporisering van de provinciale bodemsaneringsoperatie kennen. Inzicht in de aard en de werking van de (beleidsmatige, juridische en financiële) instrumenten t.b.v. de uitvoering, alsmede het benodigde (beleidsmatige en inventariserende) onderzoek dat nodig is voor de uitvoering bij de hand hebben en kunnen duiden. De bij de bodemsanering betrokken partijen kennen. De van toepassing zijnde regelgeving (Wbb, ISV en Wm) met de proceseisen die daar uit voortvloeien voor de Meerjarenprogrammering kennen. Landelijke en provinciale protocollen inzake de systematiek van de Meerjarenprogrammering kunnen gebruiken. Inzicht hebben in de stand van zaken met betrekking tot de milieuhygiënische gesteldheid van de bodem van de provincie. De doelstelling en temporisering van de provinciale bodemsaneringsoperatie kennen. Inzicht hebben in de aard en de werking van de (beleidsmatige, juridische en financiële) instrumenten t.b.v. de programmering, alsmede het benodigde (beleidsmatige en inventariserende) onderzoek dat nodig is voor programmering. Het bodembeleid van betreffende gemeenten en de gemeentelijke politiek/bestuurlijke uitgangspunten daarbij op hoofdlijnen kennen. In algemene zin de milieuhygiënische bodemsituatie in de betreffende gemeenten kunnen beoordelen. wo + wo + hbo + wo wo sr.b.mw + coörd + sr.mw + jz sr.b.mw + coörd: 2, 6, 5 Oordeelvorming, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid,probleemanalyse, omgevingsbewustzijn,, flexibel gedrag, aanpassingsvermogen, overtuigingskracht 2, 6 integraal werken, coöperatief gedrag, aanpassingsvermogen, onderhandelen, netwerkvaardigheid, overtuigingskracht, samenwerken hbo of mbo (sr)mw 2 / 3 Voortgangscontrole, aanpassingsvermogen, omgevingsbewustzijn, oordeelsvorming, initiatief, plannen en organiseren, onderhandelen wo + hbo + wo sr.b.mw + sr.mw + jz 2, 6, 5 Klantgerichtheid, overtuigingskracht, probleemanalyse, omgevingsbewustzijn, oordeelvorming, flexibel gedrag, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid, aanpassingsvermogen, Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 10

11 1.1.2 Regisseren 1. Sturen op het halen van de NMP 3-doelstelling binnen het eigen grondgebied uitgaande van de actuele werkvoorraad ofwel het op/bijstellen van het Meerjarenprogramma. 2. Stagnatie van maatschappelijke processen voorkomen en het marktaandeel van de bodemsaneringsoperatie vergroten, de bodemsaneringsoperatie versnellen en dus maximaal stimuleren. 3. Afwegingen maken om een evenwichtige verdeling van middelen over het landelijk en stedelijk gebied en een realistische taakstelling van de gemeenten te bewerkstelligen. 4. Het geven van zwaarwegend advies aan de Minister over de bodemmodule van rechtstreekse gemeenten; 5. De programma- en projectgemeenten hun ISVbodemsaneringstaakstelling effectief, efficiënt en kwalitatief goed kunnen laten uitvoeren. Alle (potentieel) bij de bodemsanering betrokken partijen, hun motieven en belangen om te investeren in bodemkwaliteit kennen of kunnen achterhalen. Relatie tussen landelijke, provinciale en gemeentelijke bodemsaneringsdoelstelling (algemeen, programma- en jaaropgave) kennen en kunnen vertalen in termen van mogelijke -, kansrijke - en concrete projecten. De beoogde provinciale multiplier (algemeen, programma- en jaaropgave), uitgewerkt naar doelstellingen per individueel project en betrokkenen kunnen bepalen. Aard en werking van financiële, juridische en communicatieve instrumenten die bijdragen aan het realiseren van de provinciale NMP-doelstelling en de (onderling afhankelijke) werking van deze instrumenten kunnen inschatten, mede in relatie tot het provinciale beleid voor inzet van deze instrumenten. Lopende en geplande ontwikkelingsprojecten (RO, economie, natuur, water, infrastructuur, riolering etc.) globaal kennen. De mogelijke belemmeringen die deze projecten kunnen ondervinden vanuit bodemverontreiniging en bodemsanering kunnen inschatten. De partijen die verantwoordelijk zijn voor het realiseren van deze projecten kennen. De benodigde bodemsaneringskennis (op projectniveau) die deze partijen nodig hebben om hun projecten adequaat te sturen en te plannen (in tijd en geld) kunnen aangeven. Aard en werking van financiële, juridische en communicatieve instrumenten die bijdragen aan het realiseren van de provinciale NMP-doelstelling en de (onderling afhankelijke) werking van deze instrumenten, mede in relatie tot het provinciale beleid voor inzet van deze instrumenten kunnen benoemen. De bodemverontreinigingssituatie in het gehele provinciale grondgebied, ingedeeld naar stedelijke en landelijke problematiek, zowel in kwantitatieve zin (aantallen gevallen en geld) als in kwalitatieve zin (aard van de problematiek) kennen. Het effect dat de bodemverontreinigingsproblematiek kan hebben op de (provinciale en gemeentelijke) (beleids)doelstelling aangaande te realiseren opgaven op het gebied van RO, economie, infrastructuur, water, natuur en riolering etc. kunnen inschatten. Zicht hebben op de bodemverontreinigingssituatie in betreffende gemeente(n) en het mogelijke effect daarvan op lopende en geplande gemeentelijke maatschappelijke en economische processen. De capaciteiten en kwaliteiten van de gemeentelijke bodemsaneringsorganisatie kennen. De relatie tussen de omvang van het bodemverontreinigingsprobleem in de betreffende gemeente(n) en de totale provinciale problematiek, zowel kwantitatief (projecten en geld) als kwantitatief (aard van de bodemverontreiniging) kunnen bepalen. Benodigde en aanwezige capaciteiten en kwaliteiten (mensen, middelen, organisatie) van de individuele gemeenten op technisch, juridisch, financieel en communicatief gebied kennen. Kunnen beoordelen welke provinciale ondersteuning betreffende gemeenten nodig hebben. wo wo/wo/hbo/ mbo Wo/wo/hbo Wo / wo coörd + sr.b.mw sr.b.mw/coör d /sr. mw / mw Sr.b.mw/ coörd /sr. mw Sr.b.mw/ coörd Sr.b.mw/ coörd + jz 6, 2 Initiatief, onderhandelen, netwerkvaardigheid, durf, besluitvaardigheid, doelgericht handelen, integraal werken, onafhankelijkheid, 2 / 6 / 5 / 3 Integraal werken, durf, aanpassingsvermogen, omgevingsbewustzijn, oordeelsvorming, initiatief, organisatiesensitiviteit, overtuigingskracht 2 / 6 / 5 omgevingsbewustzijn, oordeelsvorming, durf, organisatiesensitiviteit, overtuigingskracht 2 / 6 omgevingsbewustzijn, durf, oordeelsvorming, initiatief, organisatiesensitiviteit, overtuigingskracht Wo / wo / jz Klantgericht werken, organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, durf, oordeelsvorming,, overtuigingskracht, zorg voor kwaliteit Evalueren en monitoren 1. Het monitoren van de voortgang van de bodemsaneringsoperatie binnen het grondgebied. Monitoringshandboek en BIS kennen. Procedures bij en werking van beide systemen kunnen opzoeken. Het belang van specifieke bodemverontreinigings- en bodemsaneringsgegevens voor monitoring in relatie tot rapportages naar het bestuur, de Provinciale Staten, VROM, burgers en eventueel provincie kunnen onderkennen. hbo / mbo sr.mw / mw 5 / 3 voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, omgang met details, toewijding Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 11

12 2. Het op grond van de monitoringsresultaten evalueren en zonodig bijstellen van het bodemsaneringsbeleid of het Meerjarenprogramma/. 3. Het afstemmen met de rechtstreekse gemeenten over bereikte resultaten met het oog op het behalen van de NMP 3-doelstelling. 4. Het afleggen van prestatie- en bestedingsverantwoording aan het ministerie van VROM met het oog op het behalen van de NMP3- doelstellingen. Bodemmodule ISV en de daarin specifiek benoemde (jaarlijkse en meerjaarlijkse) doelen kennen. De behaalde (jaarlijkse en meerjaarlijkse) bodemsaneringsresultaten op het gehele grondgebied kunnen aangeven. De aard en werking van de ingezette instrumenten om de doelstelling te halen begrijpen. Projectanalyses op grond van de inzet van de instrumenten en de gepleegde inspanning om tot resultaat te komen kunnen maken. Mogelijkheden (scenario's) om zonodig het beleid bij te stellen om beoogde resultaten te behalen kunnen uitwerken. Mogelijkheden kunnen aangeven (inhoudelijk en politiek/bestuurlijk) om het geformuleerde beleid bij te stellen (jaarlijks als wel per planningscyclus). ISV-modules van de rechtstreekse gemeenten op hoofdlijn kennen. De beoogde provinciale doelen en resultaten globaal kennen. De werkwijze (inzet van financiële, juridische en communicatieve instrumenten) van de rechtstreekse gemeenten om hun doelen te realiseren en de daarbij behaalde resultaten kunnen duiden. Dit alles in relatie tot de provinciale doelen, resultaten en werkwijze. Formats vanuit VROM en ISV (inhoudelijk en financieel) met betrekking tot de verantwoording bij de hand hebben en kunnen gebruiken. De relatie tussen de VROM- en provinciale systematiek en de afstemming daartussen met name ten aanzien van de financiële verantwoording kunnen aangeven. De benodigde inspanning (tijd en termijnen) om te komen tot oplevering van de prestatie- en bestedingsverantwoording kunnen inschatten, mede in relatie tot de afstemming met de provinciale procedures. wo sr.b.mw + coörd wo wo sr.b.mw + coörd coörd + sr.b.mw 2, 6 probleemanalyse, organisatiesensitiviteit, omgevingsbewustzijn, oordeelvorming, flexibel gedrag, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid 2, 6 flexibel gedrag, overtuigingskracht, netwerkvaardigheid, coöperatief gedrag, onderhandelen 6, 2 Initiatief, (luisteren), omgaan met details, organisatiesensitiviteit, mondelinge presentatie, probleemanalyse, bevoegd gezag 1. het afhandelen van meldingen van (mogelijke) bestaande gevallen van bodemverontreiniging. 2. het afhandelen van meldingen van (mogelijke) nieuwe gevallen van bodemverontreiniging. 3. Standaard: het nemen van beschikkingen op ernst en urgentie van bodemverontreiniging, het tijdstip van saneren. Gedrag van stoffen in de bodem op hoofdlijnen kennen. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (de Saneringsregeling Wbb) met bijbehorende toelichtingen kennen. De protocollen op grond waarvan het te beoordelen onderzoek (melding) moet zijn uitgevoerd bij de hand hebben en kunnen duiden. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het bodemonderzoek dient plaats te vinden kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Gedrag van stoffen in de bodem op hoofdlijnen kennen. De relevante bepalingen van de Wet bodembescherming (o.a. het Zorgplichtartikel) kennen. De protocollen op grond waarvan het te beoordelen onderzoek (melding) moet zijn uitgevoerd bij de hand hebben en kunnen duiden. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het bodemonderzoek dient plaats te vinden De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Gedrag van stoffen in de bodem op hoofdlijnen kennen. Een risicobeoordeling kunnen toetsen. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het bodemonderzoek (oriënterend - en nader onderzoek) moet zijn uitgevoerd bij de hand hebben en kunnen gebruiken. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het bodemonderzoek dient plaats te vinden kennen. De wijze van urgentie- en tijdstipbepaling kunnen toetsen. De juridische implicaties kunnen beoordelen. De voorschriften voor het opstellen van de beschikking kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. mbo / hbo + hbo mbo / hbo + hbo mbo / hbo + hbo mw / sr.mw + jz mw / sr.mw + jz mw / sr.mw + jz 3 / 5, 2 doelgericht handelen, omgang met details, probleemanalyse, plannen en organiseren 3 / 5, 2 doelgericht handelen, omgang met details, probleemanalyse, plannen en organiseren 3 / 5, 2 oordeelsvorming, zorg voor kwaliteit, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 12

13 4. Complex: het nemen van beschikkingen op ernst en urgentie van bodemverontreiniging, het tijdstip van saneren. 5. Standaard: het nemen van beschikkingen op saneringsplannen, inclusief daaraan gekoppelde saneringsonderzoeken. 6. Complex: het nemen van beschikkingen op saneringsplannen, inclusief daaraan gekoppelde saneringsonderzoeken. 7. het beoordelen/beschikken van evaluatierapporten van uitgevoerde saneringen en het laten vastleggen daarvan in het kadastrale register. Gedrag van stoffen in de bodem weten. Belang van grondwaterstroming kunnen beoordelen. Risicobeoordeling kunnen maken. Uitwisseling van stoffen tussen de bodem en andere milieucompartimenten kunnen inschatten. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het bodemonderzoek (oriënterend - en nader onderzoek) moet zijn uitgevoerd kennen. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het bodemonderzoek dient plaats te vinden kennen. De wijze van urgentie- en tijdstipbepaling kennen. De juridische implicaties kunnen inschatten. De voorschriften voor het opstellen van de beschikking kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Gedrag van stoffen in de bodem kunnen vinden. Het handboek Bodemsaneringstechnieken kennen. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kunnen opzoeken. De protocollen op grond waarvan het te beoordelen saneringsonderzoek en saneringsplan moeten zijn uitgevoerd bij de hand hebben en kunnen gebruiken. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het saneringsonderzoek dient plaats te vinden kennen. De wijze van urgentie- en tijdstipbepaling kennen. De juridische implicaties kunnen duiden. De voorschriften voor het opstellen van de beschikking kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Gedrag van stoffen in de bodem op hoofdlinnen kennen. Grondwaterstroming kunnen interpreteren. Risicobeoordeling weten te duiden. Uitwisseling van stoffen tussen de bodem en andere milieucompartimenten kunnen beoordelen. Het handboek Bodemsaneringstechnieken kennen. Ontwikkelingen met betrekking tot bodemsaneringstechnieken voor zover (nog) niet opgenomen in het handboek Bodemsaneringstechnieken kennen. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het te beoordelen saneringsonderzoek en saneringsplan moeten zijn uitgevoerd kennen. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het saneringsonderzoek dient plaats te vinden kennen. De wijze van urgentie- en tijdstipbepaling kunnen vinden. De juridische implicaties kunnen inschatten. De voorschriften voor het opstellen van de beschikking kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Het saneringsplan en de daarin vastgelegde sanerings- en projectdoelen kennen en kunnen duiden. De beleidsmatige ruimte die bestaat voor het afwegen van de beoogde en gerealiseerde sanerings- en projectdoelen kennen om te kunnen komen tot een oordeel van uitgevoerde saneringen en projecten in relatie tot de inhoudelijke -, financiële - en planmatige aspecten. 8. Inzet van het juridische instrumentarium. Het provinciale beleid met betrekking tot de inzet van het juridisch instrumentarium kennen. De werking van de in te zetten juridische instrumenten kunnen inschatten. De procedurele aspecten per in te zetten juridisch instrumenten kennen. De jurisprudentie met betrekking tot de specifieke juridische instrumenten kennen en kunnen duiden. 9. het uitoefenen van toezicht en handhaving op saneringen (standaard). 10. Het uitoefenen van toezicht en handhaving op saneringen (complex) De betreffende Europese en landelijke wetgeving (bestuursrecht en privaat recht) kennen. Het Europese, landelijke en provinciale beleid kennen. Het saneringsplan en de beschikking daarop kennen. De protocollen betreffende het toezicht op bodemsaneringen kunnen toepassen. De betreffende Europese en landelijke wetgeving (bestuursrecht en privaat recht) kennen. Het Europese, landelijke en provinciale beleid kennen. Het saneringsplan en de beschikking daarop kennen. De protocollen betreffende het toezicht op bodemsaneringen kunnen toepassen. hbo / wo + wo sr.mw / sr.b.mw + jz mbo / hbo + hbo + mbo hbo / wo + wo + mbo mbo / hbo + hbo + mbo wo + mbo / hbo mbo hbo mw / sr.mw + jz + mw.haha sr.mw / sr.b.mw + jz + mw. haha mw / sr.mw + jz + mw.haha jz + mw / sr. mw 5 / 2, 2 oordeelsvorming, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, organisatiesensitiviteit, onafhankelijkheid 5 / 3, 2, 4 oordeelsvorming, klantgericht werken, probleemanalyse, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit 5 / 2, 2, 4 probleemanalyse, besluitvaardigheid, oordeelsvorming, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, organisatiesensitiviteit, overtuigingskracht, 3 / 5, 2, 4 oordeelsvorming, organisatiesensitiviteit, onafhankelijkheid, zorg voor kwaliteit, 2, 5 / 3 onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, toewijding, organisatiesensitiviteit, overtuigingskracht, vasthoudendheid, netwerkvaardigheid mw. haha 4 gezag, onafhankelijkheid, luisteren, zelfvertrouwen, vasthoudendheid, (integriteit) sen mw. haha 4 Luisteren, gezag, onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, vasthoudendheid, overtuigingskracht, (integriteit) Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 13

14 11. Registreren van bij bodemsanering vrijkomende gronden het controleren van het bereiken van de eindbestemming van de grond. 12. Het verzorgen van adequate inspraak en participatie van burgers bij de aanpak van bodemverontreiniging. 13. Projectmatige of raamafspraken met saneerders in eigen beheer over de inzet van Wbbmiddelen voor co- of medefinanciering. 14. Het vaststellen van de subsidiabele kosten in het kader van de Bedrijvenregeling bij het beoordelen van het saneringsplan en het in de beschikking vastleggen van de hoogte van de aanspraak die een bedrijf heeft in het kader van de Bedrijvenregeling. 15. het vaststellen van de werkelijk gemaakte kosten in het kader van de Bedrijvenregeling bij het beoordelen van het evaluatierapport. Het saneringsplan en de beschikking daarop kennen. De resultaten van partijkeuringen, de afleveringscertificaten inzake de eindbestemming van grond ter beschikking hebben. De rechten en plichten van burgers aangaande betrokkenheid bij gevallen van bodemverontreiniging en -sanering (Wbb) kennen. Weten op welke informatie burgers recht hebben bij betrokkenheid bij gevallen van bodemverontreiniging. De financiële vergoeding waarop burgers recht hebben bij confrontatie met bodemverontreiniging kennen. Weten welke partijen aanspraak kunnen maken op co- of medefinanciering. De beleidsmatige ruimte kennen die (landelijk) bestaat om te komen tot financiële afspraken (co- of medefinanciering) met saneerders en de criteria waaraan zij moeten voldoen om tot afspraken te kunnen komen. De aard, inhoud en strekking van de Bedrijvenregeling alsmede de criteria waaraan voldaan moet worden om in aanmerking te komen voor een beroep op de Bedrijvenregeling kennen. De protocollen op grond waarvan bepaald wordt in welke mate (percentage van de saneringskosten) saneerders een beroep kunnen doen op de bedrijvenregeling kunnen toepassen. De wijze waarop de aanspraken van de saneerder formeel in een beschikking moeten worden vastgelegd kennen. De aard, inhoud en strekking van de Bedrijvenregeling kennen. De aanspraken van de saneerder die formeel in een beschikking zijn vastgelegd kennen. De wijze waarop (landelijke protocollen) de gemaakte saneringskosten moeten worden getoetst om tot goedkeuring of afwijking van de vastgelegde aanspraken te kunnen overgaan kennen. mbo mw. haha 4 Luisteren, onafhankelijkheid, gezag,, zelfvertrouwen, vasthoudendheid, overtuigingskracht mbo / hbo + hbo mw / sr. mw + comm. mw 3 / 5, 5 flexibel gedrag, presentatie, snel schakelen hbo + wo sr. mw + jz 5, 2 klantgerichtheid, onderhandelen, doelgericht handelen,, omgevingsbewustzijn, ondernemersschap hbo + wo sr. mw + jz 5, 2 oordeelsvorming, doelgericht handelen, onderhandelen, onafhankelijkheid hbo + hbo sr. mw + jz 5, 2 oordeelsvorming, aanpassingsvermogen, onafhankelijkheid, onderhandelen Uitvoeren 1. (Laten) uitvoeren bijzonder inventariserende onderzoeken (BIO s) en gebiedsstudies. 2. Het verzorgen van adequate inspraak en participatie van burgers bij de aanpak van bodemverontreiniging 3. (Laten) uitvoeren van bodemonderzoeken in landelijk gebied. Achtergronden, doel en beoogd resultaat van BIO's en/of gebiedsstudies kennen. De bij het onderzoek betrokken partijen kennen en kunnen aanspreken. De rechten en plichten van burgers aangaande betrokkenheid bij gevallen van bodemverontreiniging en -sanering (Wbb) kennen. Weten op welke informatie burgers recht hebben bij betrokkenheid bij gevallen van bodemverontreiniging. De financiële vergoeding waarop burgers recht hebben bij confrontatie met bodemverontreiniging kennen. Goed inzicht hebben in gedrag van stoffen in de bodem. Het belang en risico van grondwaterstroming kennen. Risicobeoordeling kunnen uitvoeren. Uitwisseling van stoffen tussen de bodem en andere milieucompartimenten kunnen inschatten. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het bodemonderzoek (oriënterend - en nader onderzoek) moet zijn uitgevoerd kunnen toepassen. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het (door derden uitgevoerde) bodemonderzoek dient plaats te vinden en de interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. mbo / hbo mw/ mw. pr probleemanalyse, ondernemerschap mbo / hbo + hbo mw / sr. mw + comm. mw 3 / 5, 5 flexibel gedrag, presentatie, snel schakelen mbo / hbo mw/ mw. pr 3 / 5 oordeelsvorming, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, omgevingsbewustzijn, plannen en organiseren Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 14

15 4. (Laten) uitvoeren van overheidssaneringen in landelijk gebied. 5. Het inkopen van onderzoeks-, advies- en uitvoeringsdiensten en het beoordelen van de kwaliteit van deze diensten. Gedrag van stoffen in de bodem kunnen inschatten. Grondwaterstromingsanalyses kunnen beoordelen. Risicobeoordeling kunnen uitvoeren. Inzicht hebben in uitwisseling van stoffen tussen de bodem en andere milieucompartimenten. Het handboek Bodemsaneringstechnieken kennen. Ontwikkelingen met betrekking tot bodemsaneringstechnieken voor zover (nog) niet opgenomen in het handboek Bodemsaneringstechnieken bijhouden. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het (door derden) uitgevoerde onderzoek (saneringsonderzoek en saneringsplan) moet zijn verricht kunnen toepassen. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het saneringsonderzoek dient plaats te vinden en de interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Het doel en beoogde resultaat, alsmede de globale aard en omvang van de in te kopen dienst kennen. De gewenste kwaliteit van de in te kopen dienst in relatie tot de aard, het belang en de politiek/bestuurlijke gevoeligheid van de gevraagde dienst kunnen beoordelen. De gewenste prijs/kwaliteitverhouding kunnen bepalen. mbo / hbo / mbo wo + hbo + mbo mw/ sr. mw / mw. pr coörd + sr.b.mw + sr. mw + mw + mw. PR + mw. haha 3 / 5 / 3 oordeelsvorming, plannen en organiseren, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, omgevingsbewustzijn, 6, 2, 5, 3, 4 onderhandelen, ondernemerschap, besluitvaardigheid, durf, gezag, initiatief, overtuigingskracht, vasthoudendheid 1.2 Bodembescherming en grondstromen 1. Opstellen en vaststellen van bodembeschermingsbeleid en bodemkwaliteitskaarten voor in het provinciaal beleid aangewezen gebieden. 2. Implementeren van een geografisch en bodeminformatiesysteem. 3. Onderhouden van een geografisch en bodeminformatiesysteem. 4. Instellen van een bodemloket voor het informeren van belanghebbenden over de (kwaliteit van de) bodem. 5. Onderhouden van een bodemloket en het informeren van belanghebbenden over de (kwaliteit van de) bodem. 6. Het opstellen en vaststellen van grondstromenbeleidsplan. 7. Handhaving van het bodembeschermings- en grondstromenbeleid. Europees, landelijk en provinciaal beleid ten aanzien van bodembescherming en de ontwikkelingen daarin, inclusief de van toepassing zijnde regelgeving. De provinciale bestuurlijk/politieke uitgangspunten inzake het bodembeschermingsbeleid. Het vertalen van beleid in bodemkwaliteitskaarten. Provinciaal beleid kennen en protocollen met betrekking tot het vastleggen van bodeminformatie in GIS en BIS kunnen toepassen. Protocollen met betrekking tot het vastleggen van bodeminformatie in GIS en BIS kunnen toepassen. De operationele werking en het gebruik van de systemen kennen. Provinciaal beleid en hoofdlijn van protocollen met betrekking tot het informeren van belanghebbenden over de (kwaliteit van) de bodem kennen. De 'zeggingskracht' van de informatie (wat betekent de aan de belanghebbende aangeleverde informatie) kunnen inschatten. Provinciaal beleid met betrekking tot het informeren van belanghebbenden over de (kwaliteit van) de bodem kennen en protocollen kunnen toepassen. De 'zeggingskracht' van de informatie (wat betekent de aan de belanghebbende aangeleverde informatie) kunnen inschatten. Het operationele gebruik van daarvoor relevante informatiesystemen kennen. Europees, landelijk en provinciaal beleid ten aanzien van grondstromen en de ontwikkelingen daarin, inclusief de van toepassing zijnde regelgeving. De provinciale bestuurlijk/politieke uitgangspunten inzake het grondstromenbeleid. De betreffende Europese en landelijke wetgeving (bestuursrecht en privaat recht) kennen. Het Europese, landelijke en provinciale beleid kennen. Het saneringsplan en de beschikking daarop kennen. De protocollen betreffende het toezicht op bodemsaneringen kunnen toepassen. wo + hbo sr. b. mw + sr. mw 2, 5 probleemanalyse, omgevingsbewustzijn, organisatiesensitiviteit, oordeelvorming, conceptuele flexibiliteit, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid hbo sr. mw 5 toewijding, (omgang met details), flexibel gedrag, (stressbestendigheid) mbo mw 3 omgang met details, voortgangscontrole, (doelgericht handelen), prestatievermogen Mbo / hbo mw / sr. mw 3 / 5 (stressbestendigheid), omgang met details, toewijding, flexibel gedrag mbo wo + hbo sr. b. mw + sr. mw mbo mw 3 klantgerichtheid, omgang met details, (durf, luisteren), probleemanalyse 2, 5 probleemanalyse, omgevingsbewustzijn, organisatiesensitiviteit, oordeelvorming, conceptuele flexibiliteit, schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid mw. haha 4 vasthoudendheid, overtuigingskracht, luisteren, gezag, onafhankelijkheid, zelfvertrouwen, Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 15

16 8. Het stimuleren van gemeentelijk beleid met betrekking tot bodembeheer. 9. Het initiëren van (pilot)projecten en het leveren van financiële en personele ondersteuning aan gemeenten. 10. Vergunningverlening voor inrichtingen voor grondreiniging, stortplaatsen en opslagplaatsen voor grond. 11. Het voorschrijven van het toepassen van secundaire grondstoffen in bestekken. 12. Eventueel het stellen van extra eisen aan het hergebruik van lichtverontreinigde grond in bodembeschermingsgebieden (provinciale milieuverordening). Het gemeentelijk beleid ten aanzien van bodembeheer. De relatie tussen dit gemeentelijk beleid en het provinciale beleid c.q. de provinciale uitgangspunten daarvoor. De personele en organisatorische capaciteiten en kwaliteiten om op adequate wijze de bodembeheertaken uit te voeren in relatie tot de actuele personele en organisatorische capaciteiten en kwaliteiten binnen de betreffende gemeenten. Gedrag van stoffen in de bodem op hoofdlijnen kennen. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb), de Wet milieubeheer en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan de beoordeling moet worden uitgevoerd bij de hand hebben en kunnen gebruiken. De juridische implicaties kunnen beoordelen. De voorschriften voor het opstellen van de vergunning kennen. De interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Het Europese, landelijke en provinciale beleid ten aanzien van de toepassing van secundaire grondstoffen. Mogelijke secundaire grondstoffen, de kwaliteitskarakteristieken daarvan evenals de toepassingsgebieden. Protocollen op grond waarvan de kwaliteit van secundaire grondstoffen dient te worden vastgesteld Provinciaal beleid ten aanzien van de toepassing van lichtverontreinigde grond in bodembeschermingsgebieden. Eventuele protocollen op grond waarvan de kwaliteit van licht verontreinigde grond dient te worden bepaald. Kunnen beoordelen welke extra eisen relevant en haalbaar zijn Wo/hbo Wo/hbo mbo / hbo + hbo mbo / hbo + hbo Sr.b.mw/sr. mw Sr.b.mw/sr.m w. mw / sr.mw + jz mw / sr.mw + jz 2, 5 conceptuele flexibiliteit, klantgerichtheid, omgevingsbewustzijn, oordeelvorming, schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid 2, 5 Klantgerichtheid, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid 3 / 5, 2 oordeelsvorming, omgevingsbewustzijn, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole, zorg voor kwaliteit 3 / 5, 2 oordeelsvorming, zorg voor kwaliteit, toewijding, voortgangscontrole, Hbo + hbo sr.mw + jz 5, 2 Klantgerichtheid, conceptuele flexibiliteit, zorg voor kwaliteit, mondelinge uitdrukkingsvaardigheid 1.3 Vergunningverlening 1. Het beoordelen van actuele bodemkwaliteit van bedrijfsterreinen (nulonderzoeken en eindonderzoeken). Beoordelen periodieke controlemetingen inzake de bodemkwaliteit. 2. Het maken van raamafspraken (bedrijventerreinen) inzake handhaving van de bodemkwaliteit binnen inrichtingen. Globaal inzicht hebben in gedrag van stoffen in de bodem. De relevante bepalingen van Wet bodembescherming (Saneringsregeling Wbb) en de Wet Milieubeheer (Wm) en het van toepassing zijnde beleid kennen. De protocollen op grond waarvan het bodemonderzoek moet zijn uitgevoerd kunnen toepassen. De wijze waarop de inhoudelijke beoordeling van het bodemonderzoek dient plaats te vinden kennen. De juridische implicaties kunnen inschatten. De voorschriften ten behoeve van de beoordelingsrapportage en de interne procedure voor afhandeling c.q. doorgeleiding van de beoordelingsresultaten kennen. Mogelijke bodembedreigende activiteiten en handelingen binnen inrichtingen c.q. clusters van inrichtingen kunnen beoordelen. Adequate maatregelen kunnen voorschrijven om de risico's van bodembedreigende activiteiten en handelingen tegen te gaan. mbo / hbo mw / sr. mw 3 / 5 oordeelsvorming, zorg voor kwaliteit, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole, hbo + hbo sr.mw + jz 5, 2 zorg voor kwaliteit, oordeelsvorming, klantgericht werken, toewijding, voortgangscontrole, Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 16

17 Opleidingsmodules Bodembeheer Het opleidingskader van VOORT is beschreven in 9 opleidingsmodules. In de paragrafen hierna wordt eerst aangegeven hoe de modules zijn ontwikkeld en hoe ze kunnen worden gebruikt. Daarna worden de modules zelf gepresenteerd. Typen taken, kennis & vaardigheden De kennis en vaardigheden die nodig zijn om de bodembeheertaken te kunnen uitvoeren, kan in 7 typen of clusters worden onderscheiden: a. Beleidsgeoriënteerde kennis/vaardigheden; specifiek gericht op uitvoering van de beleidstaak, maar meer algemeen ook van belang voor de toetsende -, controle en handhavende - en uitvoerende taak b. Integratiegeoriënteerde kennis/vaardigheden; specifiek gericht op de uitvoering van de beleids- en uitvoerende taak en in meer globale zin bij de toetsende - en de controle - en handhavingstaak. In mindere mate relevant voor de ondersteunende taak c. Bodemhygiënische kennis/vaardigheden (bodemonderzoek, risicobeoordeling); in algemene zin van belang bij de beleidstaak en meer tot zeer specifiek van belang bij de toetsende -, controle en handhavingsen uitvoerende taak d. Bodemtechnische kennis/vaardigheden (bodemsanering); in algemene zin van belang bij de beleidstaak en meer tot zeer specifiek van belang bij de toetsende -, controle en handhavings- en uitvoerende taak e. Juridische kennis/vaardigheden; relevant binnen alle taakclusters maar meer tot zeer specifiek binnen de beleids-, toetsende - en controle- en handhavingstaak. f. Financiële kennis/vaardigheden; in algemene zin van belang bij alle taken en meer tot zeer specifiek van belang bij de beleidstaak (financiële verantwoording), de toetsende taak (beoordelen Bedrijvenregeling) en de uitvoerende taak (inkopen van diensten) g. Kennis/vaardigheden van automatisering of automatiseringssystemen; gekoppeld aan de ondersteunende taak (GIS, BIS, andere beheersystemen). Deze 7 kennis/vaardighedenclusters vormen de basis voor de indeling naar de opleidingsmodules. Alle 50 bodembeheertaken komen voort uit 5 taakclusters : 1. Beleidsgerichte taken, zoals programmeren van de bodemsanering en het grondstromenbeleid, regisseren van de bodemsanering, evaluatie van de uitvoering en het maken van raamafspraken met saneerders in eigen beheer Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 17

18 2. Toetsende taken (alleen bevoegd gezag), zoals het beoordelen van saneringsplannen en het beoordelen van de bodemkwaliteit in het kader van vergunningverlening (Wet milieubeheer, Woningwet en BOOT) 3. Controle- en handhavingstaken zowel in het kader van de Wet bodembescherming, de Wet milieubeheer als het Bouwstoffenbesluit 4. Uitvoerende taken, zoals het (laten) uitvoeren van bodemonderzoeken en bodemsaneringensaneringen en het inkopen van diensten 5. Ondersteunende taken zoals gegevensverwerking voor monitoring en het bemensen van het bodemloket. De 5 taakclusters worden gebruikt om de (functies van) de potentiële deelnemers aan cursussen en trainingen die uit de modules worden ontwikkeld aan te duiden. Welke modules zijn ontwikkeld en voor wie? Vanuit de bovenstaande indelingen zijn kennisclusters zijn 3 typen opleidingsmodules (A, B en C) ontwikkeld. Module type A is algemeen. Het totale veld van Bodembeheer komt aan de orde; de samenhang van de verschillende onderdelen van Bodembeheer, kennis en vaardigheden. Deze module is bedoeld voor iedereen die op welke manier dan ook met bodembeheer in zijn of haar werk te maken heeft. Dat zijn in de eerste plaats de bodemmedewerkers van provincies en gemeenten. Maar het zijn ook medewerkers van bijvoorbeeld de afdelingen Handhaving, Ruimtelijke Ordening, Verkeer & Vervoer, Natuur. Ook kunnen dat ambtenaren zijn van de ministeries VROM, Justitie, Financiën, V&W, Landbouw. Tevens kunnen het niet-ambtenaren zijn, zoals technische adviseurs, accountants, juristen, verzekeraars, bouwers, uitvoerders enz. 4 Module type B is exclusief gericht op vaardigheden, niet op kennis. Deze module is opgenomen omdat voor een bepaalde medewerker met een bepaalde functie niet kennis, maar juist vaardigheden belangrijk zijn voor het goed kunnen uitvoeren van de taken. Deze module kan eveneens zinvol zijn voor anderen dan medewerkers Bodembeheer. Module type C (C1 t/m C7) zijn verdiepingsmodules, bedoeld voor bodemambtenaren met hun eigen specialisme: voor iedere bodemambtenaar een eigen, functiegerelateerde module. Het gaat om het samenspel van specifieke kennis en bijbehorende vaardigheden. De verdiepingsmodules zijn ook relevant voor mensen buiten de overheid: zoals financiële -, technische - of juridische adviseurs die provincies en gemeenten ondersteunen bij Bodembeheer. 4 Degenen die een bepaalde verdiepingsmodule volgen (zie C) kunnen dit onderdeel in de algemene module laten vallen Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 18

19 In een aantal gevallen is het gewenst om modules uit te werken op twee verschillende denk- en werkniveaus (MBO/HBO en HBO/WO). Per module is aangegeven wanneer dit onderscheid zinvol wordt geacht. Hoeveel opleidingstijd vragen de modules? De gedachten gaan uit naar het uitwerken van de modules in twee vormen: Een basisvorm, waarin een cursus of training uit circa 6-8 dagdelen kan bestaan en Een opfrisvorm, waarin een cursus of training uit circa 2 dagdelen kan bestaan. De bodemmedewerkers zullen, gegeven hun functie, in het algemeen één (specifieke) of twee (de algemene en een specifieke) cursus of training volgen. Voor een aantal bodemmedewerkers is echter ook een extra cursus zinvol, namelijk Integraliteit. Deelnemen aan cursussen of trainingen Bodembeheer vraagt afhankelijk van functie c.q. takenpakket en ervaring dus om een ruimte van 1 7 dagen. In een aantal gevallen kan dit enkele dagen meer zijn. Hoe zijn de modules te gebruiken? Binnen elke module worden meerdere onderwerpen of activiteiten beschreven. Aan elke activiteit zijn vervolgens de betreffende taken uit de takenlijst gekoppeld, en daarmee tevens de benodigde kennis en vaardigheden. Zo is een gesloten systeem van opleiding (modules), taken, kennis en vaardigheden beschikbaar. Bodemmedewerker en bodemmanager kunnen dit gesloten systeem van opleidingen, taken, kennis en vaardigheden benutten voor het opstellen en uitvoeren van persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP s). De opleidingsinstituten kunnen het stelsel van taakclusters, kennisclusters, afzonderlijke taken en détailkennis en algemene vaardigheden benutten voor het ontwikkelen van adequate cursussen en trainingen. Opbouw van de modules Elke opleidingsmodule is in tabelvorm uitgewerkt naar onderwerp (kolom 1), deelnemers (kolom 2) en taken (kolom 3). De hoofdindeling is, zoals eerder aangegeven, gebaseerd op kennis, zodat de onderwerpen van de modules (1 e kolom) steeds een voor Bodembeheer relevante kenniscluster is. De (potentiële) deelnemers aan een bepaalde module (2 e kolom) zijn beschreven vanuit de taken ( taakclusters ) die zij uitvoeren. In de 3 e kolom van de module zijn de bodembeheertaken (genummerd) aangegeven die betrekking hebben op het onderwerp in kolom 1 en het takenpakket van de deelnemers in kolom 2. Daarmee wordt elke module of Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 19

20 elk onderwerp direct verbonden met de Takenlijst en dus met elke afzonderlijke bodembeheertaak met bijbehorende kennis en vaardigheden. Module type A: Bodembeheer algemeen, kennis en vaardigheden Onderwerpen Deelnemers Taken 1. Bodembeheerbeleid algemeen 2. Integraliteit algemeen 3. Juridische aspecten algemeen 4. Financiële aspecten algemeen 5. Bodemhygiëne algemeen 6. Bodemtechniek algemeen 7. Beheersystemen algemeen 8. Introductie in het belang en de aard van de relevante vaardigheden (algemene competenties) alle medewerkers taakgroep 2, 3, 4 en 5 alle medewerkers taakgroep 2, 3 en 5 niet-juridische medewerkers taakgroep 1, 2, 3, 4 en 5 niet-financiële medewerkers taakgroep 1, 2, 3, 4 en 5 alle medewerkers taakgroep 1 en 5 en de nietbodemhygiënische medewerkers taken 2, 3 en 4. alle medewerkers taakgroep 1 en 5 en de nietbodemtechnische medewerkers taakgroep 2, 3 en 4. alle medewerkers taakgroep 1, 2, 3 en 4 Alle medewerkers 1.1.1, 1.1.2, 1.1.3, , , 1.2.1, 1.2.6, 1.2.8, , 1.1.2, 1.1.3, , , , , , 1.2.1, 1.2.6, , 1.1.4, , 1.2.1, 1.2.4, 1.2.7, , 1.1.2, , , , , , , 1.2.1, 1.2.5, , , , , , , , , 1.2.7, , , , , , , , , , , , , , , , , , 1.2.2, 1.2.3, 1.2.4, 1.2.5, Alle vaardigheden uit de takenlijst (zie appendix) Aan deze algemene cluster kunnen medewerkers van alle niveaus deelnemen. Dat is in principe mogelijk omdat dit cluster het hele palet omvat. Belangstelling, vragen, aard van de discussie en perceptie van de deelnemers per werk- en denkniveau kunnen echter verschillend zijn. Een tweedeling naar niveau zou daarom gewenst kunnen zijn. Bodembeheer; kwaliteit & opleiding, deel Provincies 20

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Competentiemanagement en kader voor het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor ambtenaren VOORT fase 1 SIKB Prj. 44, fase 1 voor de rechtstreekse gemeenten December

Nadere informatie

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Competentiemanagement en kader voor het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor ambtenaren VOORT fase 1 SIKB Prj. 44, fase 1 voor de projectgemeenten December 2003

Nadere informatie

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Competentiemanagement en kader voor het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor ambtenaren VOORT fase 1 SIKB Prj. 44, fase 1 voor de programmagemeenten December

Nadere informatie

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding

Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Bodembeheer: kwaliteit & opleiding Kader voor het ontwikkelen van cursussen en trainingen voor ambtenaren VOORT fase 1 SIKB Prj. 44, fase 1 voor de opleidingsinstituten December 2003 Inhoudsopgave Inleiding...

Nadere informatie

Presentatie Provincie Zeelan. Presentatie Regierol Bodemsanering. Walter Jonkers Medewerker Regie Bodembeleid

Presentatie Provincie Zeelan. Presentatie Regierol Bodemsanering. Walter Jonkers Medewerker Regie Bodembeleid Presentatie Regierol Bodemsanering Walter Jonkers Medewerker Regie Bodembeleid Opbouw inleiding Beleidsmatige opzet Spelersveld Invulling Normblad SIKB 8001 Knelpunten Vragen en discussie Beleidsmatige

Nadere informatie

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002 Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer 29 januari 2002 Nr. 2002-00786, RMA Nummer 3/2002 Voordracht van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Groningen tot instemming met de Bodemvisie en het MeerjarenProgramma

Nadere informatie

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR

PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Vastgesteld in de bestuursvergadering van 24 mei 2007 PROFIEL COLLEGE VAN BESTUUR Binnen de voor de stichting geldende statuten en reglementen, is het College van Bestuur het bevoegd gezag van de stichting,

Nadere informatie

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving)

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving) 2005-214 Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving) Voorgestelde behandeling: - Statencommissie Omgevingsbeleid op 21

Nadere informatie

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. alle personen

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. alle personen RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY alle personen INHOUDSOPGAVE inleiding pagina Management en leidinggeven pagina Ondernemen pagina Analyse en besluitvorming pagina Communicatie pagina Persoonlijkheid

Nadere informatie

Concept Gemeente Heemstede Lijst met omschrijving van 49-competenties

Concept Gemeente Heemstede Lijst met omschrijving van 49-competenties Concept Gemeente Heemstede Lijst met omschrijving van 49-competenties Toelichting Je persoonlijke ontwikkeling is een onderdeel in de individuele werkplannen. Om een gewenste ontwikkeling concreet te maken

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Medior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Medior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid

Speerpunten Doel Actie/uitwerking Wanneer Wie Dekking kosten /financiering Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Vanuit zowel het provinciale (landelijke) als lokale bodembeleid Actieve Inventarisatie Afronden asbestinventarisatie 2010 ISV-2 aanpak spoedlocaties spoedlocaties afronden Volledig overzicht van locaties

Nadere informatie

Profiel RvT, versie 1.4,

Profiel RvT, versie 1.4, Profiel Raad van Toezicht Woonstichting Gendt 1. Algemeen Er is een personele unie met een zorginstelling op niveau van Raad van Bestuur gevormd. De Raad van Toezicht is intern toezichthouder en houdt

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 6 10/1028. Raad. Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012

Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. categorie/agendanr. B. en W RA A 6 10/1028. Raad. Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012 svoorstel jaar 2012 RA12.0123 A 6 10/1028 Onderwerp: Vaststellen Visie op bodemkwaliteit 2012 Portefeuillehouder: T. Houwing-Haisma Afdeling BNR Team Ruimtelijk beleid W. Bijsterbosch, telefoon (14 05

Nadere informatie

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. groepen onderling vergeleken

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY. groepen onderling vergeleken RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING BV DE DUMMY groepen onderling vergeleken INHOUDSOPGAVE inleiding Management en leidinggeven Leidinggeven Coachen Groepsgericht leidinggeven Delegeren Plannen en organiseren

Nadere informatie

1. Beleid, programmeren en evalueren

1. Beleid, programmeren en evalueren en / Pagina 1 van 6 1. Doelstelling: - Het vastleggen en eenduidig toepassen van het. - Het opstellen van een om financiële middelen te verkrijgen voor het beheren en saneren van de bodem. - Het opstellen

Nadere informatie

Medewerker mobiliteit

Medewerker mobiliteit Medewerker mobiliteit Doel (Mede)ontwikkelen van mobiliteitsbeleid, uitvoeren van mobiliteitstrajecten en geven van individueel loopbaanadvies, uitgaande van het mobiliteits-/ personeelsbeleid op instellings-

Nadere informatie

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012

INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012 INFOBLAD IMPULS LOKAAL BODEMBEHEER 2012 1. Wat houdt de Impuls Lokaal Bodembeheer in? De Impuls Lokaal Bodembeheer (ILB) is een impulsregeling vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M).

Nadere informatie

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven

Competenties op het gebied van Management en Leidinggeven P E O P L E I M P R O V E P E R F O R M A N C E Com puterw eg 1,3542 D P U trecht Postbus 1087,3600 BB Maarssen tel.0346-55 90 10 fax 0346-55 90 15 w w w.picom pany.nl servicedesk@ picom pany.nl Het PiCompany

Nadere informatie

Rapport bodeminformatie

Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Rapport bodeminformatie Percelen Perceelnummers Geselecteerd gebied Locatiegegevens Locatienaam Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) middelpunt: x 258014.8 y 492124.2

Nadere informatie

Teamrapportage. Competentiematch & teampotentieel. 29 juli 2016

Teamrapportage. Competentiematch & teampotentieel. 29 juli 2016 Teamrapportage Competentiematch & teampotentieel 29 juli 2016 De Burght 268 5664 PT Geldrop T 040-2802120 I www.testmijntalent.nl E info@testmijntalent.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Geselecteerde

Nadere informatie

Teamrapportage. Competentiematch & teampotentieel. 17 mei 2017

Teamrapportage. Competentiematch & teampotentieel. 17 mei 2017 Teamrapportage Competentiematch & teampotentieel 17 mei 2017 Zuid-Hollandlaan 7 2596 AL Den Haag T 070 361 17 60 I www.dynamischbureau.nl E info@dynamsichbureau.nl Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Geselecteerde

Nadere informatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie

ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK. Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie ONTWIKKEL EEN GEZAMENLIJKE VISIE OP HET DUURZAAM BODEMGEBRUIK Bijeenkomst XXX dag-maand-jaar, Locatie OPZET VAN DE PRESENTATIE Bodemvisie Waarom? Doel Middel Ingrediënten SPRONG Wie, wat, waarom? Het proces

Nadere informatie

VACATURE-INVENTARISATIE

VACATURE-INVENTARISATIE VACATURE-INVENTARISATIE Algemeen Bedrijf: Adres: Telefoon: Reden vacature: uitdiensttreding huidige functionaris overplaatsing huidige functionaris promotie huidige functionaris uitbreiding Datum ingang

Nadere informatie

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen? 5 Procescriteria In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens aan de orde: Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we

Nadere informatie

Persoonlijke vaardigheden / competenties 135 uitgewerkte voorbeelden. Competentiesvoorbeelden.nl versie

Persoonlijke vaardigheden / competenties 135 uitgewerkte voorbeelden. Competentiesvoorbeelden.nl versie Persoonlijke vaardigheden / competenties 135 uitgewerkte voorbeelden Competentiesvoorbeelden.nl versie 5.0 2019-2020 2 INHOUD Competenties: een korte introductie 7 Wat is een competentie? 7 Waar kan ik

Nadere informatie

Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam

Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam Functieprofiel Naam organisatie: Stichting Huisartsen Dienstenposten Amsterdam Functienaam: Locatiemanager Datum: september 2009 1. Doelstelling van de functie De Locatiemanager is verantwoordelijk voor

Nadere informatie

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage

omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage omgevingsrapportage Thorbeckestraat 84 Omgevingsrapportage Pagina 1 van 11-19-04-2017 Inhoudsopgave Voorblad Inhoudsopgave Inleiding Thorbeckestraat 88 Thorbeckestraat 80-82 Thorbeckestraat 84 Thorbeckestraat

Nadere informatie

milieuhandhaving bij invoering van regionale uitvoeringsdiensten Titel bodemkwaliteit bij gemeenten en waterschappen. Titel

milieuhandhaving bij invoering van regionale uitvoeringsdiensten Titel bodemkwaliteit bij gemeenten en waterschappen. Titel Lijst van artikelen en trainingen door Lex Stax Regionale samenwerking na 2012 Jaar van publicatie 2010 Beschrijving Artikel in het tijdschrift 'Bodemkwaliteit' over samenwerking inzake milieuhandhaving

Nadere informatie

Onderwerp: Vacature lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe.

Onderwerp: Vacature lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe. Onderwerp: Vacature lid Raad van Toezicht Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe. Sedert december 2006 is het bestuur van de Stichting Katholiek Onderwijs Drenthe opnieuw georganiseerd en wel middels het

Nadere informatie

FUNCTIEFAMILIE 5.2 Operationeel leidinggeven

FUNCTIEFAMILIE 5.2 Operationeel leidinggeven Doel van de functiefamilie Aansturen van medewerkers en organiseren en superviseren van hun dagelijkse werkzaamheden teneinde een efficiënte en continue werking van het eigen team te garanderen en zodoende

Nadere informatie

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202

Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Functieprofiel: Manager Functiecode: 0202 Doel Zorgdragen voor de vorming van beleid voor de eigen functionele discipline, alsmede zorgdragen voor de organisatorische en personele aansturing van een of

Nadere informatie

Teamrapportage

Teamrapportage Teamrapportage Competentiematch & teampotentieel 3-4-2018 Inhoudsopgave Inleiding Geselecteerde kandidaten Geselecteerde competenties Team competentiematch Teampotentieel Team competentiematch per persoon

Nadere informatie

Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen

Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen Handreiking voor het herinrichten van diepe plassen Werknaam Puttenwijzer Tommy Bolleboom Bodem+ Inhoud presentatie Gebruikssfeer Inhoud handreiking Effect tot nu toe en een leermoment Uitreiken handreiking

Nadere informatie

VERBETERINGSGERICHT LEIDINGGEVEN

VERBETERINGSGERICHT LEIDINGGEVEN VERETERINGSGERICHT LEIDINGGEVEN Rob ertels 1 SITUATIE Leidinggeven aan verandering - of beter gezegd: continue verbetering - vraagt van de manager van vandaag het vermogen om zowel krachtig te sturen op

Nadere informatie

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017

Doel. Context VSNU UFO/INDELINGSINSTRUMENT FUNCTIEFAMILIE ONDERWIJS- & ONDERZOEKSONDERSTEUNING VAARDIGHEIDSDOCENT VERSIE 3 APRIL 2017 Vaardigheidsdocent Doel Ontwikkelen en verzorgen van buiten de kaders van de wetenschappelijke onderwijsonderdelen maar binnen de kaders van het beleid van de instelling, faculteit, opleidingsinstituut,

Nadere informatie

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING SCHOOLBESTUUR DE DUMMY. groepen onderling vergeleken

RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING SCHOOLBESTUUR DE DUMMY. groepen onderling vergeleken RAPPORTAGE COMPETENTIEMETING SCHOOLBESTUUR DE DUMMY groepen onderling vergeleken INHOUDSOPGAVE inleiding inter-persoonlijk competent richting geven luisteren luisteren naar leerlingen sensitiviteit sensitiviteit

Nadere informatie

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang

Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Pagina 1 van 5 Taak- en functieomschrijving teamleider kinderopvang Doel Het vastleggen van taken, verantwoordelijkheden van een functionaris, met inbegrip van opleidingseisen en salarisindicatie. Van

Nadere informatie

Competentie Definitie % Nodig % Ontwikkeld

Competentie Definitie % Nodig % Ontwikkeld 3.2 Het Merk IK Les 12: Competenties Opdracht: Lees/bekijk eerst de les in de online omgeving. 1. Geef achter elke competentie eerst aan in percentages in welke mate deze competentie gewenst is met betrekking

Nadere informatie

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld:

De informatie uit deze stappenwijzer is in heel veel situaties te gebruiken. Bijvoorbeeld: Inleiding Deze Loopbaan-stappenwijzer is bestemd voor OBP-medewerkers en geeft praktische tips over loopbaanpaden, carrièremogelijkheden en mobiliteit. Ben je toe aan nieuwe uitdaging? Heb je behoefte

Nadere informatie

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties

Bodemrapportage. Dynamisch Rapport - 27-08-2014. Legenda. Bodemlocaties Bodemrapportage Dynamisch Rapport - 27-08-2014 Legenda Geselecteerd gebied 25-meter buffer Bodemonderzoeken Historisch Bodembestand (HBB) Bodemlocaties Coördinaten volgens RDM (Rijksdriehoeksmeting) Middelpunt:

Nadere informatie

Implementeren en formuleren van het personeels- en organisatiebeleid en het adviseren hierin.

Implementeren en formuleren van het personeels- en organisatiebeleid en het adviseren hierin. HRM Adviseur Omgevingsdienst West-Holland Leiden Startdatum 1-2-2019 Einddatum 31-12-2019 Optie tot verlenging ja Aantal uur per week 24,00 1. DOEL VAN DE AFDELING Het bieden van ondersteuning, zoals secretariële

Nadere informatie

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o.

Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o. Voor onze Meldkamer (MKA) zijn wij op zoek naar kandidaten voor de functie van: Verpleegkundig Centralist/ Verpleegkundig Centralist i.o. Arbeidsduur: Functie-inhoud: 36 uur per week Als Verpleegkundig

Nadere informatie

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid

Aanpak Omgevingsbeleid. Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid Wij werken aan ons IMAGO Omgevingsbeleid 1 Inhoudsopgave 1. Aanleiding en doel van de aanpak 2. Uitgangspunten 3. De werkwijze 4. De planning Bijlage: Voorbeeld Overzicht Modulair Omgevingsbeleid; het

Nadere informatie

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN NA/60009382 ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN Profielschets Adviesgroep Bestuurlijke Vraagstukken 1 Algemeen 1.1 Leidend voor het functioneren van de Adviesgroep Bestuurlijke

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse Sara Berger

TMA Talentenanalyse Sara Berger TMA Talentenanalyse Talenten- en competentiepaspoort 5-2-2018 Sara Berger Inhoudsopgave Inleiding Overzicht talenten per TMA dimensie Overzicht Competentiepotentieel Overzicht Competentiepotentieel TMA

Nadere informatie

Vacature Business Development & Sales

Vacature Business Development & Sales Vacature Business Development & Sales Functieomschrijving 0 1 20.10. 2016 Vacature Business development &sales 01 Zelfstandige denker, met gevoel voor het ontwikkelen en benutten van commerciële kansen.

Nadere informatie

Technisch projectmedewerker

Technisch projectmedewerker Technisch projectmedewerker Doel Bijdragen aan de uitvoering van projecten vanuit de eigen discipline, uitgaande van een projectplan en onder verantwoordelijkheid van een Projectmanager/ -leider, zodanig

Nadere informatie

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling.

Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. Beleid en implementatie aanpak ouderenmishandeling. 1. Sociaal beleid in breder verband Ontwikkelen beleid: een complex proces Het ontwikkelen en implementeren van beleid voor preventie en aanpak van grensoverschrijdend

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Paul van der Voorbeeld 13 november 2013

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Paul van der Voorbeeld 13 november 2013 TMA Talentenanalyse Talent- en competentiepaspoort Paul van der Voorbeeld 13 november 2013 Baronielaan 92 4818 RC Breda T +31(0)76-5657286 I www.humanmobility.nl E info@humanmobility.nl Inleiding De TMA

Nadere informatie

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP)

Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Handleiding bij het opstellen van een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) In de voorbereiding op het Pop gesprek stelt de medewerker een persoonlijk ontwikkelingsplan op. Hierbij maakt de medewerker gebruik

Nadere informatie

Medezeggenschap verzilveren

Medezeggenschap verzilveren Steven van Slageren Medezeggenschap verzilveren 2 maart 2010 OR-ervaring niet meenemen in je loopbaan is een vorm van kapitaalsvernietiging Medezeggenschap verzilveren Stappenplan/spoorboekje/handleiding:

Nadere informatie

Bodem in de Omgevingswet

Bodem in de Omgevingswet Bodem in de Omgevingswet Martin van Gelderen november 2017 Herziening bodembeleid: Veranderen Minder sectoraal, meer in verbinding met andere domeinen Na voltooien spoedopgave geen zelfstandige saneringsplicht

Nadere informatie

Invalshoeken bij beoordelen

Invalshoeken bij beoordelen Invalshoeken bij beoordelen Invalshoeken bij Beoordelen Persoonlijkheidseigenschappen Met persoonlijkheidskenmerken wordt bedoeld: intelligentie, flexibiliteit, aanpassingsvermogen, leiderschap, integriteit,

Nadere informatie

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid)

Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid) Functieprofiel Ambulanceverpleegkundige (uitgebreid) Doelstelling van de functie: Verleent ambulancezorg aan patiënten, stelt een werkdiagnose en voert op basis daarvan conform protocol de noodzakelijke

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 15 april 2013

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 15 april 2013 TMA Talentenanalyse Talent- en competentiepaspoort Sara Berger 15 april 2013 Zuid-Hollandlaan 7 2596 AL Den Haag T 070 361 17 60 I www.dynamischbureau.nl E info@dynamsichbureau.nl Inleiding De TMA Talentenanalyse

Nadere informatie

Rapport Management i360. Test Kandidaat

Rapport Management i360. Test Kandidaat Rapport Management i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt

Nadere informatie

Joe Jouw Ontwikkeling Eerst

Joe Jouw Ontwikkeling Eerst TMA Talentenanalyse Talent- en competentiepaspoort Joe Jouw Ontwikkeling Eerst www.jouwontwikkelingeerst.nl - info@jouwontwikkelingeerst.nl - 06 46 13 63 21 Inleiding De TMA Talentenanalyse meet de drijfveren

Nadere informatie

NL COACH CONGRES 01/12/2017

NL COACH CONGRES 01/12/2017 Persoonlijke ontwikkeling van de sportcoach 60graden feedback assessment NL COACH CONGRES 0//07 MARK.KAPTEIN@SPORTCOACHEXCEL.NL YARA@PUREPERFORMANCECOACHING.NL WELKOM Be here Be safe Be well Doel vandaag

Nadere informatie

Hoofd Financiën. A. Te verrichten financieel-administratieve planningstaken

Hoofd Financiën. A. Te verrichten financieel-administratieve planningstaken Hoofd Financiën Als hoofd Financiën verantwoordelijk voor: de uitvoering van de financiële planning, het verwerken van de financiële gegevens en het rapporteren in de vereiste vorm en frequentie; de voortgang

Nadere informatie

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5

Functiebeschrijving CLUSTERVERANTWOORDELIJKE NIET-VERPLICHTE HULPVERLENING B4-B5 Beschrijving doel en visie Binnen de eengemaakte organisatie, stad en OCMW, staat de burger centraal. Om dit te realiseren zijn er 3 klantgerichte sectoren: dienstverlening, samenleving en stadsontwikkeling

Nadere informatie

Het traceren en ontwikkelen van potentieel leidinggevenden rechtbank Amsterdam 2013.

Het traceren en ontwikkelen van potentieel leidinggevenden rechtbank Amsterdam 2013. Het traceren en ontwikkelen van potentieel leidinggevenden rechtbank Amsterdam. 1. Doel Door het formeren van een managementpool wil de rechtbank: - medewerkers binnen de rechtbank, die zich onderscheiden

Nadere informatie

Basisgegevens. Algemene karakteristieken

Basisgegevens. Algemene karakteristieken Basisgegevens Functiebenaming: Beleidsmedewerker Dienstonderdeel/post: Ambassade Washington Functieniveau: 09 Aantal uren: Min/Max AO 2040 uur per week Formatieplaatsnr: bovenformatief (tijdelijke functie

Nadere informatie

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio

Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Bijlage C behorende bij artikel 2 lid 3 Besluit personeel veiligheidsregio Supplement f. Functie procesmanager multidisciplinair oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 3 sub f Besluit personeel

Nadere informatie

Beoordelingsformulier

Beoordelingsformulier Beoordelingsformulier functie Naam medewerker Naam leidinggevende Naam manager Functie medewerker Coördinator ArcheoTolk Functieklasse 4 Periode van de beoordeling Datum beoordelingsgesprek Toelichting

Nadere informatie

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina. Bodem en bodemverontreiniging Een voormalige stortplaats heeft een bodemprobleem maar dit betekent niet dat automatisch de bodemregelgeving van toepassing is. Dit ligt toch wat genuanceerder. Er zijn drie

Nadere informatie

onderzoeksopzet handhaving

onderzoeksopzet handhaving onderzoeksopzet handhaving Rekenkamercommissie Onderzoeksopzet Handhaving rekenkamercommissie Oss 29 april 2009 1 Inhoudsopgave 1. AANLEIDING EN ACHTERGROND... 3 2. AFBAKENING... 4 3. DOELSTELLING EN ONDERZOEKSVRAGEN...

Nadere informatie

Opleider. Context. Doel

Opleider. Context. Doel Opleider Doel (Mede)ontwikkelen van het opleidingsbeleid en ontwikkelen en (laten) verzorgen van trainingen en voor verschillende interne en/of externe doelgroepen, binnen de kaders van het beleid en de

Nadere informatie

Bijlage 1bij de Regeling jaargesprekken. Lijst van competenties

Bijlage 1bij de Regeling jaargesprekken. Lijst van competenties Bijlage 1bij de Regeling jaargesprekken Lijst van competenties NB: Binnen de provincie Noord-Brabant wordt onderstaande lijst van competenties niet als zodanig toegepast, in de zin dat uit deze lijst voor

Nadere informatie

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s

Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Bijlage A, behorende bij artikel 2 lid 1 Besluit personeel veiligheidsregio s Supplement aa. Functie specialist opleiden en oefenen Functie zoals genoemd in artikel 2 lid 1 sub aa. Besluit personeel veiligheidsregio

Nadere informatie

Profielschets raad van toezicht en leden raad van toezicht Hogeschool Viaa

Profielschets raad van toezicht en leden raad van toezicht Hogeschool Viaa Profielschets raad van toezicht en leden raad van toezicht Hogeschool Viaa Vastgesteld door de raad van toezicht d.d. 20 juni 2014 Inhoudsopgave 1. Profiel raad van toezicht Hogeschool Viaa... 3 2. Profielschets

Nadere informatie

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014

DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 DNB BEOORDELINGSKADER VOOR DE AUDITFUNCTIE BIJ TRUSTKANTOREN INGEVOLGE DE RIB WTT 2014 In het kader van de integere bedrijfsvoering is een trustkantoor met ingang van 1 januari 2015 verplicht om zorg te

Nadere informatie

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten

Referentieprofielen Kennis-, ervaring, vaardigheden, houding en gedrag voor rollen in projecten Rollen&Projectmanager,&Omgevingsmanager,&Technisch&manager,&Contractmanager,&Manager&Projectbeheersing& & Visie, doel en uitgangspunten bij de referentieprofielen: Visie Het succes van een project of programma

Nadere informatie

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD

Functieprofiel. VOORZITTER EN LID RAAD VAN TOEZICHT Fidarda - SKOD bezoekadres Stationsstraat 29 a 9401 KW Assen postadres Postbus 479 9400 AL Assen telefoon (0592) 30 84 58 fax (0592) 33 15 35 e-mail info@ypsylon.nl KvK Friesland 56.48.77.54 www.ypsylon.nl Functieprofiel

Nadere informatie

Programma van Eisen - Beheerplannen

Programma van Eisen - Beheerplannen Programma van Eisen - Beheerplannen Eisen voor de inhoud Inventarisatie 1. Het beheerplan geeft allereerst een beschrijving van de natuurwaarden in het Natura 2000-gebied (de actuele situatie en trends,

Nadere informatie

Unitmanager EAD. Resultaatgebieden: 1. Organisatie 2. Maatschappelijke omgeving 3. Bedrijfsvoering 4. Leiderschap 5. Planning en control

Unitmanager EAD. Resultaatgebieden: 1. Organisatie 2. Maatschappelijke omgeving 3. Bedrijfsvoering 4. Leiderschap 5. Planning en control Unitmanager EAD Organisatiecontext Het Baken wil een werkomgeving bieden die plezierig, inspirerend en lerend is. Wij zien onze medewerkers als mensen met talenten, competenties, passie en ambities, die

Nadere informatie

VERORDENING BODEMSANERING HENGELO 2006. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen. Hoofdstuk 2 Bodemsanering. De Raad der Gemeente Hengelo;

VERORDENING BODEMSANERING HENGELO 2006. Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen. Hoofdstuk 2 Bodemsanering. De Raad der Gemeente Hengelo; De Raad der Gemeente Hengelo; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 september 2006, gelet op de Gemeentewet, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet bodembescherming; besluit : 1.

Nadere informatie

Geld is gestolde energie van mensen Simpel maken Beetje anders (als dat helpt) Bijdragen aan ontwikkeling

Geld is gestolde energie van mensen Simpel maken Beetje anders (als dat helpt) Bijdragen aan ontwikkeling Geld is gestolde energie van mensen Simpel maken Beetje anders (als dat helpt) Bijdragen aan ontwikkeling Pensioenadvies Bestuursondersteuning Actuariaat & Certificering Visitatie Opleiden Trainen en ontwikkelen

Nadere informatie

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap Inleiding In het omgevingsrecht worden regels gesteld waar de overheden zich aan moeten houden bij het uitvoeren van vergunningverlening,

Nadere informatie

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging

Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging Toelichting bij het Meldingsformulier Bodemverontreiniging De gemeente Leiden is sinds 1 januari 2002 bevoegd gezag Wet bodembescherming (Wbb) voor haar eigen grondgebied. Deze taken zijn overgenomen van

Nadere informatie

Competentievisie Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959

Competentievisie Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Competentievisie Verantwoordingsorgaan Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 blad 1 van 10 Inhoud Inleiding... 3 Algemeen beleid... 3 Diversiteit... 3 Deskundigheidsniveau s... 3 Deskundigheidsverdeling...

Nadere informatie

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur

Introductie. Rik de Visser Manager Infrastructuur Introductie Rik de Visser Manager Infrastructuur Stantec in Nederland 180 medewerkers 34 jaar milieu, veiligheid, infra Delft Arnhem Bodem: Sanering, monitoring, (voor)onderzoek VTH taken overheid Ca.

Nadere informatie

Het ontwikkelen van de vastgestelde Competenties van Crisis Management Teamleden: wat is trainable?

Het ontwikkelen van de vastgestelde Competenties van Crisis Management Teamleden: wat is trainable? Het ontwikkelen van de vastgestelde Competenties van Crisis Management Teamleden: wat is trainable? Niet alle competenties zijn even gemakkelijk te trainen. Ook zijn ze niet allemaal op dezelfde wijze

Nadere informatie

In actie voor een adequaat niveau. Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+

In actie voor een adequaat niveau. Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+ In actie voor een adequaat niveau Naam : Michiel Gadella AgentschapNL Bodem+ Datum : 15 april, 20 april, 27 mei, 3 juni en 10 juni 2010 Inhoud presentatie Waarom is toezicht en handhaving van belang Wat

Nadere informatie

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO)

Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) Functiebeschrijving Operationeel Manager Naschoolse Opvang (NSO) FUNCTIE-INFORMATIE Functienaam Operationeel Manager Codering 102 Organisatie Stichting Professionele Kinderopvang Bonaire Functieschaal

Nadere informatie

Masterclass SPP Provincie Gelderland

Masterclass SPP Provincie Gelderland Masterclass SPP Provincie Gelderland 25 januari 2011 Iswm A&O Provincies Marco den Boef Brigitte Willemsen Maria Boes Frank Markerink (IJsselvliet) Opzet presentatie Voorstelrondje Aanleiding en aanpak

Nadere informatie

Functieprofiel lid Raad van Toezicht

Functieprofiel lid Raad van Toezicht Functieprofiel lid Raad van Toezicht Bestuursbureau Postbus 245, 6710 BE Ede Bovenbuurtweg 27, 6717 XA Ede 088 020 70 00 aeres.nl info@aeres.nl Doel van de functie De Raad van Toezicht staat het College

Nadere informatie

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00

Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 1 Functieprofiel Beleidsadviseur Functieprofiel titel Functiecode 00 Doel Ontwikkelen, implementeren en evalueren van beleid en adviseren op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve

Nadere informatie

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties

Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Nieuwsbrief artikel 55ab Wet bodembescherming (Wbb): Aan de slag met de aanpak van de spoedlocaties Beste collega s, De Wet bodembescherming is per 1 februari ondermeer gewijzigd om belemmeringen voor

Nadere informatie

Duurzaam Inkopen langs de maatlat

Duurzaam Inkopen langs de maatlat Duurzaam Inkopen langs de maatlat Kees Clement Programmadirectie Duurzaam Inkopen 5e PIANOo-congres 27 mei 2010 Duurzaam Inkopen Maatschappelijk doel is de verduurzaming van produceren en consumeren Overheden

Nadere informatie

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten - beschikking ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten datum 7 september 2005 nummer 2005WEM003762i bijlagen kadastrale kaart sector Bodemsanering referentie B.C. Bannink locatiecode

Nadere informatie

VERORDENING BODEMBESCHERMING ARNHEM

VERORDENING BODEMBESCHERMING ARNHEM VERORDENING 1 Besluit van: Registratienummer 3 september 2001 BPC 2001/79 DE RAAD VAN DE GEMEENTE ARNHEM Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 juli 2001, stadsbeheer nummer BPC 2001/79;

Nadere informatie

Profiel lid Raad van Toezicht

Profiel lid Raad van Toezicht Profiel lid Raad van Toezicht De huidige Raad van Toezicht (RvT) bestaat uit zes leden. De RvT streeft naar een maatschappelijk heterogene samenstelling van leden die herkenbaar en geloofwaardig zijn in

Nadere informatie

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis

Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis Beroepsonderwijs Competentiemodel Competenties per bekwaamheidseis Interselect Spijksedijk 18F 4207 GN Gorinchem 0183 693939 Pagina 1 van 13 / 21 maart 2007 / de heer B. Krol / Interselect 2007 BO competentietaal

Nadere informatie

Stafmedewerker opleiden

Stafmedewerker opleiden Wij zijn op zoek naar een: Stafmedewerker opleiden Arbeidsduur: Functie-inhoud: Arbeidsvoorwaardenkader: Functie-indeling: Contract: 32-36 uur per week maakt deel uit van de afdeling Zorgkwaliteit, HBO

Nadere informatie

Bijlage 10 - Funtieprofielen

Bijlage 10 - Funtieprofielen Bijlage 10 - Funtieprofielen Perceel 1 Ruimtelijk-juridische professionals Perceel 1 bestaat uit vier profielen: a) Senior jurist Ruimtelijke Ontwikkeling b) Allround jurist Ruimtelijke Ontwikkeling c)

Nadere informatie

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen

NOTITIE. 1. Inleiding. 2. Beleidsruimte. Gemeente Bunnik. J. Neyssen NOTITIE aan Gemeente Bunnik t.a.v. J. Neyssen kopie aan -- opsteller M. de Jong telefoon 088 02 25 111 datum 27 maart 2015 kenmerk Z-2014-07555/9131 doc.ref NOTITIE werkafspraken bodem onderwerp Werkafspraken

Nadere informatie

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301

Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Functieprofiel: Beleidsmedewerker Functiecode: 0301 Doel Ontwikkelen, implementeren, evalueren en bijstellen van beleid op één of meerdere aandachtsgebieden/beleidsterreinen ten behoeve van de instelling,

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum

FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum FUNCTIEBESCHRIJVING Senior adviseur Expertisecentrum Algemene informatie Organisatie: MEE Gelderse Poort Afdeling: Primair Proces Functiebenaming: Senior Adviseur Expertisecentrum Datum: 17 juni 2016 Functiegroep:

Nadere informatie

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 25 november 2013. T 012 3456789 I E

TMA Talentenanalyse. Talent- en competentiepaspoort. Sara Berger 25 november 2013. T 012 3456789 I  E Talentenanalyse Talent- en competentiepaspoort Sara Berger 25 november 2013 T 012 3456789 I www.tmamethod.com E info@tmamethod.com Inleiding De Talentenanalyse meet de drijfveren en talenten van de kandidaat

Nadere informatie