Noorderpoort versterkt je toekomst

Transcriptie

1 studiegids Bezoekadres Verzetsstrijderslaan CE Groningen Postadres Postbus AG Groningen Telefoon studiegids cohort 2014 Noorderpoort versterkt je toekomst

2 1 VISIE VAN DE OPLEIDING OP LEREN In de tweede helft van jaar 2 ga je Beslissingen ten aanzien van het Welkom 5 op stage 15 examen 1.2 Productiehuis Het doel van de stage Schriftelijk bezwaar Experimenteerruimte Formaliteiten en documenten Termijnen uitspraak bezwaar Maatwerk De begeleiding ADMINISTRATIE EN REGISTRATIE Als het even niet lukt Wat doet de praktijkopleider van het Voortgangsregistratie Kwalificatieprofielen (KP), kerntaken 6 stagebedrijf 10.2 Presentieregistratie / ziek en 30 en werkprocessen Wat doet de mentor of stagebegeleider 16 afmelden 1.7 Uitstroomrichtingen 6 van school 10.3 Afspraken tijdens lestijd 30 2 LESTIJDEN EN LEERACTIVITEITEN Verplichtingen Doktersverklaring Lestijden De Beoordeling an de stage Verzuimregel Leeractiviteiten Het stageverslag Melding leerplicht Huiswerk portfoliopresentatie DOORSTROOM 32 3 PROGRAMMA JAAR Eindgesprek Doorstroom naar verwant HBO Het schooljaar Terugkomdagen Voorbereiding op niet verwant De introductie Wettelijke regelingen 18 HBO 3.2 De leeractiviteiten Erkenning KLACHTEN, INCIDENTEN, De mentorgroep Vragen? 19 DEELNEMERSSTATUUT Het individuele mentorgesprek Overige leeractiviteiten Vertrouwenspersoon Workshops Theorievakken Incidentenregistratie Het eigen onderzoek Impresariaat KTiMpress Verwijzing deelnemersstatuut, Productiehuizen 9 6 Leerjaar 3 21 beroepsprocedures De talen (cohort ) Het eindexamenjaar Klachten en in beroep gaan Rekenen (Cohort ) Toelating tot het examen DIVERSEN Kunstgeschiedenis Aanvang Examen Aansprakelijkheid Leren Loopbaan en Burgerschap Proeve van Bekwaamheid Gebruik van alcohol, softdrugs en Excursies Kosten Proeve van Bekwaamheid 22 andere genots- en/of verdovende 3.3 Andere leeractiviteiten Bijzonderheden in kader van de 22 middelen Werkervaring binnen school 10 Proeves 13.3 Apparatuur Externe werkervaring Examinering theorievakken extra kosten Avond- weekend- en vakantiewerk Examinering Ondernemersvaardig Aanschaf boeken, materiaal, Voorbeeld weekrooster jaar 1 10 heden apparatuur 4 HET PORTFOLIO Ziek of verhinderd bij toetsing of Adres en persoonsgegevens Portfolio 11 examinering? 14 NAMEN EN ADRESSEN Portfolioweek Extraneus Plaats van KTM 36 5 JAAR Examenreglement Namen en adressen medewerkers Verdieping Festivalweek Docenten 5.2 Meer verantwoordelijkheid en 12 7 BEGELEIDING 26 minder begeleiding 7.1 Begeleiding 26 Kerntaken en Werkprocessen, Stage voorbereiding Extra zorg en begeleiding 26 Jaarrooster Miniproeve jaar BEOORDELING Externe werkervaring Regels t.a.v. beoordeling De talen en rekenen (cohort ) 13 9 EXAMINERING Ondernemersvaardigheden Onderwijs-en examenreglement Voorbeeld weekrooster jaar Proeve van Bekwaamheid e diploma 29 inhoudsopgave

3 VISIE VAN DE OPLEIDING OP LEREN 1.1 Welkom Welkom op de opleiding Kunst Theater Media Muziek (KTM) van Kunst & Multimedia van het Noorderpoort. We hopen dat je een prettige en leerzame tijd bij ons hebt. In deze gids staan allerlei belangrijke dingen over je studie, maar ook gewoon praktische zaken. Let op: door het tekenen van de onderwijsovereenkomst verklaar je dat je op de hoogte bent van de regelingen in deze studiegids en akkoord gaat met de inhoud! (Wijzigingen in planning en inhoud voorbehouden) 1.2 productiehuis We gaan er vanuit dat studenten het beste leren in een omgeving die aansluit bij hun latere beroepspraktijk. Daarom is de school ingericht als een Productiehuis. Bij het Productiehuis kan je denken aan de theaterzaal, de expositieruimte, de studio s voor film, foto, geluid, beweging, drama, de werkateliers voor vormgeving en het kantoor met PC s en telefoons voor evenementenorganisatie. Het Productiehuis is daarnaast een didactisch concept, een idee over hoe leren op een vanzelfsprekende manier plaats kan vinden. Door producties en producten voor te bereiden leer je veel. De artiest/muzikant leert hoe hij een optreden moet voorbereiden en uitvoeren, de medewerker evenementenorganisatie leert hoe hij achter de schermen een productie goed laat verlopen, de vormgever Art en Design leert een expositie vorm te geven, kostuums te ontwerpen of decors te bouwen, de AV-er om foto s en filmproducten te maken, de podiumtechnicus om voor belichting en geluid te zorgen. Deze ervaringen zijn je beste leermeester. In het komende jaar ben je in ieder geval elke middag bezig om in het productiehuis aan opdrachten te werken. Wat je niet op deze manier al doende leert, krijg je apart aangeboden in workshops of lessen. Daarnaast leer je van themadagen, excursies, eigen onderzoeksopdrachten en werkervaringen buiten school. 1.3 Experimenteerruimte Jaar 1 staat in het teken van ontdekken wie je bent en wat je kunt; waar je talent ligt, of je een keiharde werker bent en of je hier thuis hoort. Je krijgt voortdurend feedback op deze punten. Je ontdekt wat er in je zit, waar je passie en plezier ligt en of je je kunt houden aan de presentieregeling. In jaar 2 weet je zeker dat je deze richting op wilt en ga je je professioneel als vakman/vakvrouw ontwikkelen en prestaties van niveau leveren. Halverwege jaar 2 ontwikkel je je verder door in de praktijk stage te lopen. In jaar 3 zet je de laatste stappen die nodig zijn om toegelaten te worden tot de examinering. In het tweede deel van dit jaar laat je door het uitvoeren van een Proeve van Bekwaamheid zien dat je in staat bent zelfstandig je beroep uit te kunnen voeren ofwel klaar bent om door te stromen naar het HBO. 1.4 Maatwerk De school kijkt samen met jou naar waar jij al competent in bent, wat jij nodig hebt binnen de opleiding om je verder in te ontwikkelen, welke workshops daarbij horen en wanneer je op stage mag. Kortom maatwerk. We sluiten het liefst aan bij jouw belangstelling, kwaliteiten en leerstijl, omdat dat het meeste plezier en resultaat oplevert. De school heeft ook de plicht je goed voor te bereiden op de exameneisen, zodat je met een diploma de school verlaat. We zoeken steeds naar een mix van wat jij als student belangrijk vindt om te leren en wat de school en het werkveld belangrijk vinden. hoofdstuk 1 5

4 1.5 Als het even niet lukt Er kunnen zich natuurlijk situaties voordoen die er voor zorgen dat het met je opleiding even niet goed lukt. Ook dan leveren we maatwerk en sluiten we aan bij jouw kwaliteiten en leerstijl. We stimuleren je dan naar eigen oplossingen te zoeken. Natuurlijk mag je daar fouten bij maken, daar leer je van. Het allerbelangrijkste wat we dan van je vragen is wel naar school te komen en met ons in gesprek te blijven over wat je tegen zit. Veel dingen kunnen we samen oplossen. Niet naar school komen en niks van je laten horen kunnen we niet accepteren. En het zou jammer zijn dat het dan niet je problemen zijn waardoor je resultaten niet voldoende zijn, maar je afwezigheid. 2.1 Lestijden tot en met vrijdag dagelijks van uur. Bij sommige richtingen wordt er ook in de avonden lesgegeven. Er zijn regelmatig verplichte avond- of weekendactiviteiten. Je moet daarnaast minimaal 4 keer per jaar op eigen initiatief een voorstelling, film of expositie bezoeken. In jaar 1 mag je geen andere activiteiten ondernemen tijdens lestijden, dus ook niet deelnemen aan talentenshows als De beste Singer/songwriter of the Voice, in jaar 2 mag je wel externe opdrachten doen, mits je mentor/docent akkoord gaat en dit je ontwikkeling ten goede komt. 2.2 Leeractiviteiten 1.6 Kwalificatieprofielen (KP), kerntaken en werkprocessen Het kwalificatieprofiel beschrijft wat jouw beroep inhoudt. In een aantal kerntaken staat beschreven wat je moet kunnen om een (beginnend) professioneel beroepsbeoefenaar te worden. Bij elke kerntaak horen de werkprocessen die exact beschrijven wat je hiervoor nodig hebt en wat je moet doen (Zie voor de omschrijving van de kerntaken en werkprocessen de bijlagen achterin de studiegids) 1.7 Uitstroomrichtingen Vaak zijn er een paar uitstroomrichtingen (= specialisaties) binnen een hoofdrichting mogelijk. Bij de hoofdrichting artiest kun je je specialiseren in drama, muziek of kleinkunst. Bij de hoofdrichting AV-productie kun je je specialiseren als fotograaf of av-specialist. Bij mediavormgever kun je je specialiseren in art en design. Bij podium- en evenemententechniek kun je uitstromen op licht, geluid of podium en rigging. Bij medewerker evenementenorganisatie zijn geen specialisaties mogelijk, want dat is van zichzelf een uitstroomrichting binnen het profiel medewerker marketing en communicatie. Je neemt deel aan de vaste mentorgroep Je volgt wisselende workshops gericht op je afstudeerrichting Je volgt workshops die niet perse met je eigen afstudeerrichting te maken hebben, maar wellicht in het kader van activiteiten tbv het productiehuis nodig zijn Je volgt lessen Nederlands, Engels, Rekenen en kunstgeschiedenis Je hebt individuele mentorgesprekken: in het eerste jaar 1 keer per 4 weken en in het tweede jaar 1 keer per 2 weken Je werkt aan meerdere onderzoeksopdrachten Je werkt je portfolio bij, schrijft reflecties, evaluaties en verslagen Je werkt in opdracht van een productiehuis van je eigen of een andere richting aan een productie, presentatie, film of expositie Je neemt verplicht deel aan activiteiten die ten dienste staan van de school en/of jezelf zoals: theaterbeheer, Open Dagen, voorlichtingen op VMBO, website, excursies, festivalweek etc. 2.3 Huiswerk Er is een Studiebelasting (SBU) vastgesteld door de Minister van 40 uur per week en 1600 uur per jaar. Er zijn wekelijks 24 schooluren. In de 16 uren, die je per week onbegeleid aan je opleiding moet besteden, wordt het volgende van je verwacht: 3 uur: je doet externe werkervaring op 3 uur: werken aan onderzoeks- en of burgerschapsopdrachten 3 uur: bijwerken portfolio en voorbereiden portfoliopresentatie 2 uur: huiswerk vanuit workshops 3 uur: huiswerk voor Nederlands, Engels, Rekenen en kunstgeschiedenis 2 uur: reflectie, verslagen excursies, voortgangsgesprek en planning hoofdstuk 2 7

5 3.1 Het schooljaar AAR1 Het jaar is verdeeld in 4 periodes, waarin alle leeractiviteiten zijn ingeroosterd. Elke periode bestaat uit 9 a 10 weken. In de laatste 2 weken van het blok wordt gewerkt aan de presentaties vanuit de productiehuizen. In deze weken van het blok zijn er geen reguliere lessen maar staat alles in het teken van het creeëren van het product. Twee keer per jaar wordt er ook een portfolioweek aan het blok toegevoegd: hierin vinden de presentaties van de portfolio en voortgangsgesprekken hieromtrent plaats De introductie De eerste week staat in het teken van de introductie. Doel van de introductie is dat je kennismaakt met je medestudenten en docenten, dat je het gebouw en al haar voorzieningen leert kennen, dat je met elkaar de leefregels afspreekt, dat je informatie krijgt over jaarprogramma, lestijden, rooster en een eerste kennismaking met werkvormen als portfolio, onderzoeksopdrachten en projecten. 3.2 De leeractiviteiten De mentorgroep Je start s ochtends in je mentorgroep. Daar worden o.a. praktische zaken geregeld als aanwezigheidsregistratie, roosterzaken, planningszaken en afspraken met je mentor voor je individuele mentorgesprek. Daarnaast is er ruimte om met elkaar te praten over bijvoorbeeld een voorstelling of festival die je bezocht hebt. De mentorgroep duurt maximaal een half uur Het individuele mentorgesprek De mentor is je coach, vraagbaak en ook je beoordelaar van bijvoorbeeld je portfoliopresentaties. Hij begeleidt de mentorgroep en heeft ook individueel contact met je over je planning, voortgang en ontwikkeling. Bij je mentor kun je met alles terecht: vreugde en verdriet, tegenslagen en meevallers, twijfels en conflicten. Als je ouders of verzorgers vragen hebben kunnen ze ook bij hem/haar terecht. Je mentor kent jouw toekomstige beroep goed, van daaruit beoordeelt hij/zij je voortgang en ontwikkeling Workshops Er zijn voor elke studierichting een aantal verplichte vakgerichte workshops. Daarnaast zijn er ook workshops die een algemener karakter hebben zoals de workshop presenteren die voor alle richtingen verplicht is. Soms zijn er ook vakoverstijgende workshops waarbij bijvoorbeeld 2 richtingen zijn betrokken Het eigen onderzoek Elke student werkt alleen of met een medestudent aan een eigen onderzoeksopdracht. Waarover wil jij meer weten, wat wil je onderzoeken, ben je nieuwsgierig naar een stroming, een persoon, een proces of procede, een ervaring? Het kan ook zijn dat je een onderzoek doet voorafgaaand aan het project dat je binnen het productiehuis uitvoert. Je maakt een eigen planning voor je onderzoek die je aan je mentor voorlegt. Het resultaat van je onderzoek laat je zien op de manier die je het meest aanspreekt, zoals een powerpoint presentatie, filmpje, foto s e.d. Je presenteert de resultaten aan een mentor of docent en een paar medestudenten. Je levert bovendien je onderzoeksverslag in met daarin een beschrijving van het onderzoeksproces en het uiteindelijke resultaat. In het totaal doe je 3 onderzoeksopdrachten: 1 binnen de eigen vakrichting (bv gekoppeld aan een project), 1 voor kunstgeschiedenis en 1 voor Burgerschap Productiehuizen Elke richting heeft zijn eigen productiehuis. Een productiehuis neemt externe opdrachten aan of bedenkt zelf thema s, opdrachten of producten die gedaan en gemaakt kunnen worden. Je werkt met diverse collega studenten aan een opdracht, altijd onder verantwoordelijkheid van een docent. Het kan zijn dat je aan meerdere opdrachten tegelijkertijd werkt. Ook hoeven je activiteiten niet beperkt te blijven tot de opdrachten van het productiehuis van jouw richting maar kan je ook gevraagd of ingezet worden voor een opdracht van een ander productiehuis. Twee dagdelen zijn bestemd voor en gericht op het uiteindelijke product dat je in de Productieweken gaat maken met elkaar. Dit kunnen specifieke workshops zijn, lezingen, thema s die richtingoverstijgend worden behandeld vanuit verschillende invalshoeken etc. Daarnaast verwachten we ook dat je buiten de lestijden aan de projecten in het kader van het Productiehuis werkt De talen (Cohort ) Nederlands en Engels zijn examenvakken. Je krijgt in jaar 1 zowel Nederlands als Engels. Je krijgt 5 onderdelen te weten schrijven, lezen, luisteren, gesprekken en presenteren. Alle onderdelen worden behandeld en zo nu en dan diagnostisch getoetst. Bij aanvang van je opleiding wordt je niveau bepaald aan de hand van een instaptoets. Er wordt bepaald of het voor jou een haalbare kaart is om binnen de reguliere lestijd met succes de onderdelen af te ronden. Wanneer dit een probleem dreigt te worden kunnen we je aanmelden voor extra ondersteuning (TRON). NB Bij evenementenorganisatie wordt nog een tweede moderne vreemde taal aangeboden Rekenen (Cohort ) In het eerste jaar word ook Rekenen aangeboden en diagnostisch getoetst. Rekenen bestaat uit vier deelgebieden te weten Getallen, Verhoudingen, Meten en Meetkunde, Verbanden, welke uiteindelijk in één examentoets zullen worden afgenomen Kunstgeschiedenis Bij kunstgeschiedenis leer je kunstuitingen uit onze tijd en onze omgeving te verbinden met kunstvormen uit andere tijden en plaatsen. Voor kunstgeschiedenis moet je 1 onderzoeksopdracht doen Loopbaan en Burgerschap (LB) Er worden op een MBO niet alleen eisen gesteld rond een beroep. De school heeft ook de plicht je voor te bereiden op je leven als volwassene, als burger in onze samenleving. Je moet je (later) immers zelfstandig kunnen redden in deze wereld. Aan de hand van allerlei activiteiten ontwikkel je je op de burgerschapscom- hoofdstuk 3 9

6 petenties. Het onderdeel loopbaan komt gedurende de hele opleiding aan bod. Vooral met je mentor wordt gekeken naar het juiste traject voor jou: wat moet je ontwikkelen voor je vervolgopleiding of passend werk, hoe ontwikkel je je portfolio map enz. Loopbaan en Burgerschap valt onder de examenregeling Excursies Je bezoekt jaarlijks minimaal 4 keer op eigen initiatief (dus naast wat je vanuit school bezoekt) een culturele gebeurtenis als onderdeel van je opleiding. Je doet daarnaast binnen schooltijd ook met je klas excursies. Geef dus aan wat jij graag wilt bezoeken! Je schrijft altijd een recensie over wat je gezien of bezocht hebt. 3.3 Andere leeractiviteiten Werkervaring binnen school Je opleiding vindt plaats in een zogenaamd productiehuis. Daarin worden producties, presentaties en producten ontwikkeld en aan het publiek getoond. Studenten zijn verplicht hand- en spandiensten te verlenen. In de eerste plaats omdat je ervan leert, maar ook gewoon omdat zonder hulp van de studenten een kunstopleiding niet kan draaien, er geen voorstellingen of exposities kunnen plaatsvinden. Het gaat hierbij om bv: onderhoud van materialen, Open Dagen, Onderwijsbeurs, voorlichtingen, bezoek van andere scholen, barbeheer en catering, publieksbegeleiding tijdens voorstellingen en exposities, kostuumatelier etc Kleine stage In je eerste jaar doe je alvast ervaring op in het werkveld. Je bent een aantal uren per week bezig met je te orienteren in de praktijk op je latere beroep. Bij de afdeling EO en PET moet je 200 uur aan stage kunnen aantonen en bij de overige richtingen 100 uur. Je bent niet verplicht de stageuren in te vullen op het dagdeel die daarvoor staat ingeroosterd. Immers veel activiteiten laten zich in de kunsten niet goed structureel plannen. Het kan zijn dat je s avonds aan het werk moet of bij een festival in 1 keer heel veel uren maakt. Het dagdeel/ de dag die in je rooster voor stage staat ingepland is dan je compensatie mogelijkheid Avond- weekend- en vakantiewerk Veelal vinden activiteiten zoals voorstellingen in de avonduren en in het weekend plaats. Stages en werkervaring kun je soms alleen opdoen in schoolvakanties. Als je daar moeite mee hebt, pas je niet in de wereld van kunst en cultuur. 3.4 Voorbeeld weekrooster jaar 1 ORTFOLIO 4.1 Portfolio Je houdt vanaf het begin van de opleiding een portfolio bij. Halverwege en aan het eind van het jaar presenteer je deze aan docenten en een groep medestudenten. Een portfolio is een verzamelmap van bewijzen, verslagen, beoordelingen en reflecties, waarmee je je ontwikkeling binnen het vakgebied kunt aantonen. Bewijsmateriaal in je portfoliomap bestaat uit o.a. : Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) Beoordelingen van workshops, reflecties daarop Onderzoeksopdrachten, beoordeling en reflectieverslagen, onderzoeksverslag Verslagen van begeleidingsgesprekken die je hebt met je mentor Procesverslagen van opdrachten die je voor het productiehuis hebt uitgevoerd: sa- menwerking, je bijdrage, je rol; de beoordeling van je prestaties, zowel t.a.v. het proces als het product Verslag van en reflectie op je werkervaring, werkervaringsregistratie Verslag van en reflectie op je eigen portfoliopresentaties: wat krijg je te horen, wat neem je ervan mee, hoe zet je het commentaar weer in bij een volgende be- spreking Verslag/recensies van voorstellingen en excursies Verslag van ontwikkeling t.a.v. de burgerschapscompetenties Plannen van aanpak tav bijvoorbeeld je stage Hoe je je eigenheid, artisticiteit ontwikkelt: in hoeverre laat jij eigenheid zien, in hoeverre ontwikkel je je artisticiteit? Je presentieoverzicht: ben je voldoende aanwezig? Alles dat bijdraagt aan het aantonen van je ontwikkeling en je reflectie daarop 4.2 Portfolioweek Elk half jaar wordt afgesloten met een portfolioweek. In deze portfolioweek presenteer je je portfolio, je voortgang en je producten aan medestudenten en docenten. De vorm waarin dit gebeurt kan verschillen Je presenteert aan de hand van de zogenaamde leerlijnen je voortgang en ontwikkeling. Waar sta je? Ben je een beginner, een gevorderde of een jong professional. Je presenteert waar je nu staat en wat je verder moet ontwikkelen. Waar moet je meer aandacht aan besteden? Wat ging heel goed? Je geeft voor elk blok aan waarin je je verder wilt ontwikkelen en welke leerlijnen je wilt bewijzen en aftekenen. De leerlijnen geven de route aan waarlangs je je moet ontwikkelen. (Zie voor de 12 algemene leerlijnen achterin deze gids) Deze zijn gekoppeld aan de 25 competenties. hoofdstuk 4 11

7 EERJAAR2 LEERJAAR Verdieping Behalve dat je weer andere workshops krijgt, ziet de week er ongeveer hetzelfde uit als in jaar 1. Het gaat nu om verdieping en uitbouwen van je opgedane competenties: beter worden in de richting die je hebt gekozen, een vak gaan beheersen, de diepte in gaan, het onderste uit de kan halen en over de grenzen van je eigen richting heen kijken. Bij de start van jaar 2 moet het goed zitten met je discipline: je bent er, je hebt je dingen op tijd af en je houdt je aan afspraken. Wat geldt voor de ontwikkeling van je visie en vaardigheden, geldt ook voor kennis. Je verdiept je in meer aspecten van de kunsten, je wordt uitgedaagd artikelen, beschouwingen en recensies te bestuderen. Je toetst zo je eigen mening aan die van anderen. Je leert discussiëren: wat wordt er geschreven over de kunsten en hoe kijkt de wereld daar tegen aan? Wat zijn interessante ontwikkelingen en welke visies zitten daar achter? 5.2 Meer verantwoordelijkheid! Je krijgt meer verantwoordelijkheid in jaar 2. Omdat we verwachten dat je meer zelfstandig aan het werk gaat bieden we je ook meer begeleiding Het aantal mentorgesprekken wordt dus iets meer, namelijk 1 keer per 2 weken. We verwachten nu ook dat je zelf aan de bel trekt als je problemen tegenkomt. Het productiehuis geeeft meer ruimte voor een eigen invulling: je schrijft je in op vraag van buiten af (externe opdrachten) of formuleert zelf projectvoorstellen. De onderzoeksopdrachten worden uitgebreider en diepgaander. 5.3 Stage voorbereiding De tweede helft van het jaar ga je op stage. Je stelt je daarom goed op de hoogte van de eisen die stagebedrijven aan je stellen. In de eerste helft van het jaar krijg je in een aantal bijeenkomsten informatie over je stage, sollicitatietrainingen, rechten en plichten enzovoort. In principe zoek jezelf een stageplaats. Je mentor kan je helpen indien dit niet lukt. 5.4 Externe opdrachten Er zal in jaar 2 meer gelegenheid zijn om in te gaan op vragen van het werkveld. Het programma zal daar meer ruimte voor bieden al blijft er altijd een spanningsveld: te veel de deur uit kan niet, maar te veel naar binnen gericht is ook niet goed. Je dient te allen tijde te overleggen met je mentor en de desbetreffende docenten of je al dan niet aan een externe opdracht tijdens lestijd kunt meewerken. 5.5 De talen en rekenen (cohort ) Voor Nederlands, Engels en Rekenen wordt er gewerkt aan verdieping van diverse onderdelen. Vanaf de tweede helft van jaar 2 kan examinering plaatsvinden in bovengenoemde onderdelen. 5.6 Ondernemersvaardigheden Omdat het van belang is dat je na de opleiding weet hoe de markt werkt, hoe je een eigen bedrijf start, wat daar bij komt kijken en wat je er allemaal voor moet doen om een gezonde beroepspraktijk te kunnen runnen krijgen alle richtingen ondernemersvaardigheden. Voor de opleidingen Audiovisuele Productie en Art en Design geldt dat je ook geëxamineerd wordt op de ondernemersvaardigheden, aangezien het onderdeel uitmaakt van deze kwalificatiedossiers. 5.8 Voorbeeld weekrooster jaar Voorbeeld weekrooster jaar 2, eerste semester hoofdstuk 5 13

8 5.8.1 In de tweede helft van jaar 2 ga je op stage Je hebt zelf of samen met je mentor een stageplaats gevonden die voor jouw ontwikkeling geschikt is. Dit kan een bedrijf zijn, maar ook een (eigen) project via het impresariaat. Je zet de puntjes op de i doordat je als stagiaire langdurig de praktijk instapt. Met de opleiding en je praktijkbegeleider maak je afspraken op maat over je begeleiding en beoordelingsmomenten. Er is 4 keer per jaar een terugkomdag: je bespreekt hier met je klasgenoten het wel en wee van je stage, voortgang en lief en leed. Verder zullen er thema s en vakgerichte zaken behandeld worden. Je kunt in een jaar meerdere stages lopen Het doel van de stage Het doel van de stage is hetzelfde als het doel van het leren op school: studenten in de gelegenheid stellen zich te bekwamen in de kerntaken en werkprocessen die bij het beroep horen (Zie voor kerntaken en werkprocessen achterin deze studiegids). In de praktijk moeten de professionele omgeving, de professionele eisen en de collegiale ondersteuning tot leerervaringen en ontwikkeling leiden Formaliteiten en documenten In het stageboek staat alles omtrent verplichtingen, afspraken, leerdoelen, beoordelingen, welke praktijkopdrachten je dient te doen Stageplan: In je stageplan licht je toe hoe en waar/ bij welk stageadres je aan de opdrachten, zoals door de opleiding geformuleerd, gaat werken (Bijvoorbeeld bij Artiest moet je in je stagejaar een workshop geven en meespelen in een productie ) Stagiair, praktijkopleider en mentor leggen in de PraktijkOvereenkomst (POK) de formaliteiten rondom de stage vast. Tussentijds en eindbeoordelingsformulier: Stagiair en mentor leggen de formele beoordeling vast Eindstageverslag: aan de hand van het logboek wordt het totale stagejaar met de bijbehorende opdrachten omschreven Portfoliopresentatie: de student laat aan overige studenten en mentor zien wat hij in zijn stagejaar gedaan heeft en hoe hij het vierde jaar ingaat. hoofdstuk 5 15

9 5.8.4 De begeleiding Tijdens de stage krijgt de stagiair begeleiding van het stagebedrijf (de praktijkopleider) en van school (mentor of stagebegeleider). De praktijkopleider begeleidt de stagiair bij de dagelijkse werkzaamheden op de stageplaats Wat doet de praktijkopleider van het stagebedrijf? Hij heeft zicht op de functie van de stagiair binnen het stagebedrijf Hij kijkt samen met de stagiair naar de leerdoelen in het stageplan welke de stagiair voor de stage heeft gemaakt Hij voert minstens een keer in de maand een begeleidingsgesprek met de stagiair om te zien of alles goed gaat Hij is bereid een start en eindgesprek te voeren met de school. Bij uitzondering ook mogelijk via , skype of telefoon, maar bij voorkeur persoonlijk Hij geeft een eindoordeel over de stage van de stagiair. De school geeft op basis van het eindgesprek het definitieve oordeel. Hij is contactpersoon voor de school Wat doet de mentor of stagebegeleider van school: Hij voert een start, (eventueel) tussentijds, en eindgesprek met praktijkopleider en stagiair, bij voorkeur op het stagebedrijf Hij bespreekt op de terugkomdagen de vorderingen met de stagiair en thema s die betrekking hebben op de stage Hij is aanspreekpunt voor het stagebedrijf en de stagiair bij vragen en/of problemen Hij voert het eindstagegesprek met de stagiair en is aanwezig bij de portfoliopresentatie Verplichtingen van de stagiair Je maakt voordat je aan de stage begint een stageplan (volgens het format in het stageboek) Je neemt actief deel aan de begeleidingsgesprekken met de praktijkopleider van het stagebedrijf Je houdt een logboek bij waarin je beschrijft wat je gedaan en geleerd hebt en hoe je aan de leerlijnen hebt gewerkt Je maakt een eindstageverslag en houdt een portfolio bij De Beoordeling van de stage Natuurlijk wordt de stage beoordeeld. Er vindt een eindbeoordeling plaats. Hierin kijkt de school naar de volgende zaken: Heb je je als stagiair voldoende ontwikkeld tijdens de stage op de kerntaken en werkprocessen die gelden voor je opleiding Het adviesoordeel van de praktijkopleider op basis van de stage, het stageverslag en het eindgesprek. Dit wordt beoordeeld in termen van onvoldoende tot zeer goed. De school neemt in principe dit oordeel over maar blijft te allen tijde eindverantwoordelijke t.a.v. de eindbeoordeling. Zij kan en mag in uitzonderlijke gevallen het oordeel van het stagebedrijf overrulen mocht hiertoe zwaarwegende aanleiding zijn. Bij een onvoldoende worden door school aanvullende eisen gesteld Het stageverslag Het stageverslag lever je minimaal een week voor het eindgesprek in bij je mentor. Dit verslag is de basis van het eindgesprek. Het doel van het stageverslag is: voor jezelf en school helder maken wat je hebt geleerd. Je ontwikkeling op de leerlijnen is richtlijn voor het schrijven van je verslag Verplichtingen Er zijn enkele verplichtingen waar stagebedrijf en stagiair zich aan dienen te houden. Verplichtingen van het stagebedrijf: Het bieden van een introductieperiode/programma Het houden van een maandelijks begeleidingsgesprek met de stagiair, zodat deze zich kan blijven ontwikkelen, dit gebeurt aan de hand van de leerdoelen die de stagiair in zijn stageplan heft geformuleerd. Hij stelt hiertoe steeds een POP op Het bieden van de juiste werkzaamheden om aan de leerdoelen uit het stageplan te werken Het geven van duidelijke feedback aan de student op punten die voor het functioneren in het bedrijf/de organisatie van belang zijn Het direct inschakelen van de school als er zich problemen voordoen tijdens de stage Het houden van een begin- en eindgesprek met de school Eisen voor het stageverslag: Een titelblad met in ieder geval: Je naam, opleiding, leerjaar, stageperiode, stagebedrijf/stagebedrijven, praktijkopleider(s) en de contactgegevens van je praktijkopleider(s) Een inhoudsopgave Een inleiding Een korte omschrijving van je stageplaats(en): wie zijn ze, wat doen ze en wie werken er? Een korte omschrijving van de taken, werkzaamheden en verantwoordelijkheden die je hebt gehad tijdens je stagejaar Een omschrijving van de leerdoelen die je in je stageplan hebt gesteld en eventuele leerdoelen die tijdens je stage naar voren zijn gekomen. Je geeft hierin aan wat jij tijdens je stage hebt geleerd. Wat vond je moeilijk en wat vond je makkelijk? Hoe heeft je ontwikkeling op de leerlijnen eruit gezien? Een conclusie. Je benadrukt hierin de belangrijkste punten van je stagejaar Je logboek Je verslag is minimaal woorden exclusief titelblad, inhoudsopgave en hoofdstuk 5 17

10 bijlagen. Het verslag kan uit meerdere subverslagen bestaan indien je meerdere stage plaatsen hebt gehad Portfoliopresentatie Halverwege je stage houd je een presentatie aan een groep medestudenten. Je laat zien waar je ontwikkeling is, wat je specifiek geleerd hebt tijdens de stage en waar je in je examenjaar (nog) aan wilt werken. Deze presentatie wordt bij enkele richtingen ook gebruikt voor het examenonderdeel Nederlands Mondeling, onderdeel Presenteren Eindgesprek Je stage rond je af middels het eindgesprek met je mentor. Ook je stagebegeleider is hier bij aanwezig. Indien je meerdere stages hebt gehad en dus ook meerdere stagebegeleiders, vraag je degene die het beste op jouw ontwikkeling kan reflecteren. Je levert voorafgaand het stageverslag in en bewijzen van de opdrachten die je tijdens je stage hebt uitgevoerd. Je sluit hiermee je stage af met een zeer goed, goed, voldoende of onvoldoende. Bij een aantal richtingen is dit gesprek ook het mondeling Nederlands onderdeel gespreksvoering Terugkomdagen Om ervoor te zorgen dat school een goed beeld van je stage krijgt, organiseren wij terugkomdagen voor de stagiaires. Op deze dagen kom je op school om over je vorderingen te vertellen aan je mentor en aan je klasgenoten. Bovendien behandelen de mentoren af en toe thema s die verband houden met stage of met je toekomstige examinering. Ook moet je een aantal workshops volgen die in de eerste helft van het jaar worden aangeboden. De terugkomdagen zijn verplicht. Mocht je verhindert zijn dan neem je contact op met je mentor. Bij ongeoorloofde afwezigheid worden er uren van stage afgetrokken Erkenning Een stagebedrijf moet erkend zijn voor de studierichting van de stagiair door het betreffende kenniscentrum. Het kenniscentrum voor de opleiding Medewerker Evenementen Organisatie is ECABO ( Voor de opleidingen Artiest, Podium & Evenementen Techniek, Mediavormgever en Audiovisuele Productie is het kenniscentrum GOC ( Bij beide kenniscentra kan een erkenning via de website worden aangevraagd. De stagecoördinator van de opleiding onderhoudt contacten met de kenniscentra en kan zodoende ook de erkenning regelen Vragen? De stagecoördinator van school is te allen tijde bereid vragen te beantwoorden, ook kan het stagebedrijf of de student vanzelfsprekend bij de mentor terecht (zie voor telefoonnummer en adresgegevens achterin deze gids). 5.9 Overige leeractiviteiten Theorievakken (Cohort ) Tijdens je stagejaar krijg je de mogelijkheid lessen te volgen en de examens voor Nederlands en Engels en Rekenen af te leggen.bij Nederlands vindt er centrale en/of instellingsexaminering plaats voor de onderdelen Lezen, Luisteren en Schrijven. De onderdelen Presenteren en Gesprekken worden in de vakrichting zelf afgetoetst middels bv het presenteren van een onderzoek of stage. Bij Engels worden alle onderdelen (Lezen, Luisteren en Schrijven, Gesprekken en Presenteren) middels een instellingsexamen geexamineerd. Rekenen wordt alleen centraal geëxamineerd Wettelijke regelingen Voor de stage zijn een aantal zaken wettelijk of in het schoolreglement geregeld: Er dienen voorafgaand aan de stage drie praktijkovereenkomsten (POK s) getekend te worden door de school, het stagebedrijf en de stagiair. Alle partijen houden een exemplaar en gaan hierdoor akkoord met de voorwaarden bij de POK. De stage beslaat minimaal 1000 uur. De student mag stage lopen bij verschillende bedrijven. De student houdt zich aan de regels en normen en waarden die gelden binnen het stagebedrijf. Het stagebedrijf hoeft zich niet aan de schoolvakanties en andere vrije dagen te houden, maar dient dit wel te overleggen met de stagiair. hoofdstuk 5 19

11 6. LEERJAAR Het eindexamenjaar De eerste helft van het derde jaar is nog stage (zie hiervoor het vorige hoofdstuk). Wanneer je je stage met goed gevolg hebt afgerond, je portfoliopresentaties voldoende zijn afgerond en je toelatingsportfolio goedgekeurd mag je aan de examinering deelnemen Impresariaat KTiMpress Kunst & Multimedia heeft een eigen Impresariaat onder de naam KTiMpress. Dit is een erkend leerbedrijf. Wellicht heb je geen formele stageplaats maar wil je heel graag zelf een product ontwikkelen of een voorstelling maken. In overleg met je mentor dien je een plan in met daarin doelstelling, wat wil je maken, wat heb je ervoor nodig, wat zijn mogelijkheden/onmogelijkheden, hoe ga je het financieren etc. Indien het impresariaat het plan goedkeurt mag je aan de slag. Je maakt dan ook formeel stageuren. Aan het eind van deze stageperiode maak je een eindverslag. Daarnaast bemiddelt het impresariaat tussen markt en student, tussen vraag en aanbod. Heb je een goed product? Dan kan je via het impresariaat proberen dit in de markt te zetten, dus te verkopen. Ook kan je een profiel op de site van het impresariaat zetten waardoor een potentiële opdrachtgever jou misschien wil inhuren. Het impresariaat krijgt ook veel opdrachten binnen. Deze worden uitgezet bij de productiehuizen en van daaruit wordt er door de student aan gewerkt. Producten zoals voorstellingen, acts, exposities, autonoom werk, bands, solo s, cd s, films die in het kader van de onderwijsactiviteiten zijn ontwikkeld blijven te allen tijde eigendom van Kunst & Multimedia. Een deel van je gage of inkomsten komt ook ten goede van het impresariaat. Je dient altijd in overleg te blijven met je mentor of het impresariaat over activiteiten die je onderneemt buiten school, maar die wel een relatie hebben met school. Heb je een leuke band en er staat ineens een manager voor je deur: eerst overleggen met je mentor en het impresariaat. Dit doen we ook om je te beschermen. Indien je buiten school gevraagd wordt om contracten of andersoortige verbintenissen te tekenen vragen we je dit eerst met school te overleggen. Omdat de school in jou investeert, vragen we ook in ons en dus ook weer in jezelf te investeren. We verwachten dat je de producten die je in het kader van het onderwijs hebt ontwikkeld voor de school in zal zetten wanneer dit nodig mocht zijn (bv voor een onderwijsbeurs, Noorderpoortjaarprijs, lesbezoekdagen, festivalweek Impressfest) Toelating tot het examen In je toelatingsportfolio zit al het bewijs van je ontwikkeling van de voorgaande jaren. Samen met je mentor en medestudenten gebruik je de Studie Loopbaan Begeleiding om je portfolio compleet en in orde te maken. Je hebt verklaringen nodig met handtekeningen van verantwoordelijk (vak)docenten die bevestigen dat jij dat onderdeel (voldoende) hebt afgerond of aan je inspanningsverplichtingen hebt voldaan. Naast je mentor is er een meelezer op de toelatingsportfolio. Deze meelezer kijkt ook of het toelatingsportfolio compleet is. Op basis hiervan wordt je aan het team van KTM (als gedelegeerde van de examencommissie) voorgedragen voor het beroepsdeel van het examen. Het kost vaak enige tijd om mee te lezen zodat de definitieve afgeronde toelatingsportfolio kan worden voorgelegd aan het team. De opleiding maakt tijdig de data bekend, waarvoor je het toelatingsportfolio moet indienen alsmede het moment waarop je examinering op zijn laatst van start kan gaan om dit schooljaar nog een diploma te kunnen ontvangen (zie jaarrooster) Aanvang Examen Na dagtekening van de brief waarin staat dat je bent toegelaten tot de examinering moet je de documenten mbt de Proeve van Bekwaamheid op halen en je ontvangt dan instructies hierover van je examencoördinator (=mentor). Na het ontvangen van de documenten en instructies moet je binnen 4 weken je examenplan schrijven en inleveren zodat je daadwerkelijk van start kunt met je examinering. Overschrijd je deze termijn dan zijn we genoodzaakt je extraneus in te schrijven. Dit laatste houdt in dat we je uitschrijven en geen lessen en ondersteuning meer bieden, maar je alleen nog de kans krijgt je diploma te halen. Je moet je zelf afmelden bij de DUO aangezien je anders onterecht studiefinanciering ontvangt. Zodra je examenplannen zijn goedgekeurd gaat de looptijd (= maximale duur) van je Proeve in: deze verschilt per richting. Vraag dit aan je examencoordinator! hoofdstuk 6 21

12 6.1.3 Proeve van Bekwaamheid De proeve vindt altijd plaats in een praktijksetting, en heet daarom ook praktijkexaminering. De examenopdrachten worden samen met het werkveld opgesteld. Voor de Proeve van Bekwaamheid teken je een Praktijk Overeenkomst. Deze wordt ook getekend door het impresariaat en je mentor. De proeve verschilt per opleidingsrichting maar kan uit de volgende onderdelen bestaan; het geven van een workshop het maken van een persoonsprofiel (= uitgebreide cv/orderportefeuille) het meewerken aan een professioneel interdisciplinair groepsproduct het ontwerpen en maken/uitvoeren van een individueel product, presentatie, optreden leiding geven aan een project organiseren of regelen van een evenement een reflectiegesprek De onderdelen van de Proeve van Bekwaamheid worden door deskundigen uit de beroepspraktijk beoordeeld Kosten Proeve van Bekwaamheid Voor onderdelen van je Proeve van Bekwaamheid kan het zijn dat je kosten moet maken: bijvoorbeeld je wilt specifieke apparatuur huren, een theaterzaal regelen, materialen kopen voor kostuums. Deze kosten dien je zelf op te brengen. Voor de huur van de theaterzaal wordt aan studenten 50 euro in rekening gebracht Bijzonderheden in kader van de Proeves Bij sommige opleidingen kan het zo zijn dat je een onderdeel verplicht op een bepaalde wijze dient in te vullen. Zo mag je bij Artiest voor het onderdeel meespelen in een productie geen eigen voorstelling zoeken maar moet je deelnemen aan de eigen eindexamenproductie van Kunst & Multimedia. Enige uitzondering is wanneer je versneld afstudeert Examinering theorievakken (cohort ) Vanaf de tweede helft van het tweede jaar worden de kwalificerende toetsen afgenomen. Voor zowel Nederlands, Engels als Rekenen vindt er een centrale toetsing plaats op een andere locatie. Voor de talen zijn dat de onderdelen lezen en luisteren. Rekenen wordt in zijn geheel centraal getoetst en dat is dan direct het eindcijfer voor je diploma. Schrijven wordt afgetoetst middels een instellingsexamen. Nederlands Presenteren en Gesprekken wordt in de vakrichting zelf geëxamineerd middels bijvoorbeeld het presenteren van het stageverslag of een onderzoeksopdracht en het stage-eindgesprek. Engels Presenteren en Gesprekken wordt door de docent afgenomen. Het eindcijfer van Nederlands en van Engels is dan het gemiddelde van het resultaat van het centrale examen en het gemiddelde resultaat van de instellingsexamens. Als je de opleiding in vier jaar afmaakt, ben je geslaagd voor deze drie onderdelen als je hiervoor minimaal twee keer een 5 en een keer een 6 hebt gescoord. Mocht je er langer over doen, dan moet je minimaal twee keer een 6 en een keer een 5 halen. De examinering van de talen en rekenen kan naast de Proeve van Bekwaamheid lopen, je kunt dit dus nog afronden nadat je alle Proeve onderdelen hebt doorlopen Examinering Ondernemersvaardigheden Ondernemersvaardigheden vormen onderdeel van het kwalificatiedossier van de richting Art en Design en AV productie. Studenten van deze richtingen worden hierin geëxamineerd. Je krijgt een workshop ondernemingsplan schrijven en moet dan zelfstandig een plan schrijven en dit presenteren waarop je beoordeeld wordt Ziek of verhinderd bij toetsing of examinering? Je dient altijd, minimaal 48 uur van te voren, te mailen met het examenbureau dat je om zwaarwegende redenen verhinderd bent voor een toets of examen. Zomaar wegblijven kan vervelende consequenties hebben. Mail in voorkomende gevallen naar: examenbureau.dekunsten@noorderpoort.nl Extraneus Als in de loop van de opleiding blijkt dat jij niet meer aan je verplichtingen voldoet en afspraken niet nakomt, behouden wij het recht voor om jou als extraneus in te schrijven. We zullen je hiervoor eerst een schriftelijke waarschuwing geven. Als dit gedurende een schooljaar gebeurt, betekent dat dat je de rest van dat schooljaar nog wel lesgeld moet betalen, maar dat je geen recht meer hebt op studiefinanciering en je studenten-ov-jaarkaart. Beide moet je dan zelf z.s.m. stopzetten bij DUO. In het schooljaar daarop hoef je dan ook geen schoolgeld meer te betalen. Als je per 1 augustus als extraneus wordt ingeschreven behoef je geen schoolgeld te betalen maar dan gelden verder dezelfde regels als hiervoor over studiefinanciering en studenten-ov-jaarkaart. Als extraneus ingeschreven zijn betekent voor jou dat je nog wel kunt diplomeren, maar dat de school geen enkele inspanningsverplichting meer heeft naar jou toe. Alle verantwoordelijkheid ligt dan bij jezelf. Meer informatie over het extraneus zijn, kun je vinden op de website van DUO: Mocht het uiteindelijk helemaal niet meer gaan, behouden wij ons het recht voor om je helemaal uit te schrijven Examenreglement Op het gehele examenproces is de regelgeving van toepassing, welke staat vermeld in het Noorderpoort Handboek Examinering en het Noorderpoort Handboek Waardedocumenten en specifiek tav de schoolsituatie in het Examenreglement Noorderpoort, School voor de Kunsten. Proeve van Bekwaamheid: In de proeve van bekwaamheid zijn alle afspraken vastgelegd m.b.t. de examenonderdelen die in de praktijk worden afgetoetst. hoofdstuk 6 23

13 Het examen en herexamen Rekenen: Het examen Rekenen wordt centraal getoetst. Indien je hiervoor een onvoldoende haalt mag deze eenmaal worden herkanst. Het examen en herexamen Nederlands en Engels: Centrale deel: De student heeft recht op een eerste examen voor alle onderdelen die hij moet afleggen. De onderdelen lezen en luisteren worden centraal getoetst. Indien hiervoor een onvoldoende wordt gehaald mag dit eenmaal worden herkanst. Instellingsexamens: Voor de instellingsexamens heeft de student recht op een eerste examen voor alle onderdelen, te weten schrijven, gesprekken en presenteren. Elk onderdeel waarop een onvoldoende wordt behaald mag eenmaal worden herkanst. Geoorloofd, aantoonbaar verzuim van het eerste examenmoment: Bij geoorloofd, aantoonbaar verzuim van het eerste examenmoment (per examenonderdeel) heb je recht op een eerste examenmoment en een herkansing. Je dient je uiterlijk 48 uur vóór de toetsdatum te hebben afgemeld, behoudens calamiteiten. Als je je te laat afmeldt, bepaalt het examenbureau of er sprake is van een calamiteit. Ongeoorloofd verzuim bij een eerste examenmoment of herkansing: Indien je het eerste examenmoment ongeoorloofd hebt gemist, heb je alleen nog recht op een herkansing. Indien je een onvoldoende scoort op deze herkansing, heb je geen recht meer op een volgende herkansing. Indien je de herkansing ook ongeoorloofd hebt gemist, heb je alle kansen verbruikt en heb je dit examen niet gedaan en heb je er dus geen resultaat op gescoord. Om in beide voorgaande gevallen alsnog een examen te mogen maken, moet je daartoe een beargumenteerd verzoek indienen bij de schoolexamencommissie t.a.v. de heer J.A. Weerts (ja. Geslaagd voor Rekenen en de Talen: Het eindcijfer van de verschillende onderdelen wordt als volgt bepaald: Voor Rekenen geldt het behaalde resultaat op de centrale toets. Voor Nederlands en Engels wordt het gemiddelde bepaald tussen de centrale toets en het gemiddelde van de instellingsexamens. Als je de opleiding in vier jaar afmaakt, ben je geslaagd voor deze drie onderdelen als je hiervoor minimaal twee keer een 5 en een keer een 6 hebt gescoord. Mocht je er langer over doen, dan moet je minimaal twee keer een 6 en een keer een 5 halen. Geslaagd voor de opleiding: Je hebt recht op een diploma als je de Proeve van bekwaamheid met goed gevolg hebt afgelegd, de talen hebt gehaald en aan de eisen van loopbaan en burgerschap hebt voldaan Festivalweek Aan het einde van het schooljaar vindt onder de naam Impressfest een groot meerdaags festival plaats op Kunst & Multimedia. Hierin worden de eindexamenproducten getoond, van voorstelling tot expositie, van muziekperformance tot filmvertoning. De evenementenstudenten verzorgen in het kader van hun opleiding de organisatie. In principe vinden hier ook de beoordelingen van je podiumpresentatie, je kunstwerk, film, optreden met je band of geluidsontwerp en uitvoering plaats in het kader van je examinering. Studenten zijn verplicht hun werk te laten zien en deel te nemen aan het festival. Immers ook een kans om jezelf weer onder een breder publiek van liefhebber tot professional in beeld te brengen. Studenten die eerder afstuderen verplichten we ook hun product alsnog tijdens de festivalweken te laten zien. In voorkomende gevallen zal ook aanstormend talent ( 1e, 2e en 3e jaars) gevraagd worden om hun bijdrage te leveren bv door de beste miniproeves uit te kiezen, kindertheatervoorstellingen te maken, workshops te verzorgen. Nogmaals hier is geen sprake van vrijblijvendheid, maar het gaat hier om een verplicht onderdeel van je studie. hoofdstuk 6 25

14 BEGELEIDING 7.1 Begeleiding Je wordt dagelijks begeleid bij je leeractiviteiten Bij de mentorgroep is de mentor je begeleider Bij je individuele onderzoeksproject kan je begeleid worden door je mentor of een van de vakdocenten, je mag je onderzoeksopdracht ook zelfstandig uitvoeren als je geen begeleiding nodig hebt De workshops worden gegeven door vakdocenten Bij de projecten in het kader van het productiehuis is een van de mentoren / vakdocenten de begeleider. Per groep wordt de begeleidingsbehoefte vast gesteld: sommige groepen hebben helemaal geen begeleiding nodig, anderen nog elke week Je portfoliopresentatie wordt begeleid en beoordeeld door je mentor, je mede studenten en eventueel iemand uit de praktijk De talen en kunstgeschiedenis worden gegeven door een vakdocent 7.2 Extra zorg en begeleiding: De Plusgroep Waar ligt de grens? Sommige studenten krijgen te horen: het heeft geen zin om door te gaan, je ontwikkeling is niet op gang gekomen of je ontwikkeling staat stil. Je krijgt het dwingende advies naar een passender opleiding op zoek te gaan. Als de oorzaak buiten de student gelegen is (ernstige ziekte, overlijden naast familielid), krijgt de student de kans de draad weer op te pakken. Voor studenten die even het spoor bijster zijn, twijfelen of dit nog wel de juiste opleiding is, een overstap binnen KTM willen maken, naar een andere opleiding willen/moeten, tijdelijk een aangepast programma nodig hebben of om wat voor reden dan ook extra zorg nodig hebben is er de Plusgroep. In een kleine groep wordt je begeleid en wordt er een voor jou passend traject uitgestippeld. 8.1 Regels t.a.v. beoordeling Beoordelingen die gevolgen hebben zijn aan strikt vastgestelde regels gebonden. Voor een voldoende op een workshop moet je voldoen aan de volgende eisen: Aanwezigheid: je mag maximaal 1x missen De beoordeling van je docent moet voldoende zijn. Dit kan gebaseerd zijn op je inzet, motivatie, een eindproduct o.i.d. De exacte beoordelingseisen worden bepaald door de betreffende docent. Voor een voldoende op je portfolio moet je voldoen aan de volgende eisen: Workshops: Je mag voor maximaal 1 workshop een onvoldoende halen Productiehuisopdrachten: In het eerste jaar moet je op het proces een voldoendescoren. In jaar twee op zowel het proces als het product Aanwezigheid: Behalve de aanwezigheid bij workshops en binnen een project, moet je ook bij andere verplichte schoolactiviteiten voldoende aanwezig geweest zijn. Bijvoorbeeld het mentorhalfuur. Om door te gaan naar het volgende studiejaar moet je voldoen aan de volgende eisen: Je beide portfoliopresentaties moeten voldoende beoordeeld zijn Je mentor moet je een positief studieadvies geven. Je hebt je aantoonbaar ontwikkeld Bij 2 keer onvoldoende portfolio volgt een dwingend negatief studieadvies. In alle gevallen neemt het team de eindbeslissing over wel of niet doorgaan met de opleiding of overgang naar een volgend leerjaar. Om examen te mogen doen moet je: Tijdig een toelatingsportfolio inleveren Het toelatingsportfolio wordt aan de hand van vastgestelde criteria beoordeeld door de examencommissie Bij een positieve uitslag neem je deel aan de examentoetsen Bij positieve beoordelingen aan de hand van vastgestelde criteria krijg je het diploma uitgereikt hoofdstuk 8 27