Landelijk Opleidingsprofiel Creatieve Therapie

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Landelijk Opleidingsprofiel Creatieve Therapie"

Transcriptie

1 Landelijk Opleidingsprofiel Creatieve Therapie December 1999

2 Inhoudsopgave Voorwoord 3 Deel 1 Het opleidingsprofiel Creatieve Therapie De uitgangspunten Drie segmenten De beginnend beroepsbeoefenaar Competentieleren en Romiszowski als bouwstenen voor kwalificaties Het beroep in verandering Kenmerken van het HBO-niveau De beginnend versus de ervaren beroepsbeoefenaar Begripsomschrijving van een kwalificatie Kwalificaties en memories van toelichting Overzicht van de kwalificaties 18 Deel 2 De kwalificaties nader toegelicht 23 Segment 1 Behandelen van cliënten 23 Segment 2 Werken in en vanuit een arbeidsomgeving 48 Segment 3 Werken aan professionaliteit en professionalisering 54 Deel 3 Verantwoording en vooruitblik 64 Bijlagen: Samenstelling projectgroep Opleidingskwalificaties Creatieve Therapie 66 Gebruikte terminologie 67 Gebruikte literatuur 69 Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

3 Voorwoord Voor u ligt het gemeenschappelijk opleidingsprofiel van de vier opleidingen Creatieve Therapie in Nederland. Dit opleidingsprofiel is tot stand gekomen in opdracht van de het Landelijk Overleg Opleidingen Creatieve Therapie (LOO) in het kader van het project HSAO (H)erkend. Het LOO heeft voorafgaand aan deze opdracht een arbeidsmarktonderzoek laten verrichten met als resultaat een overzicht van beroepstaken van de Creatief Therapeut die erkend worden door werkgevers, Inspectie Geestelijke Gezondheidszorg, Beroepsvereniging NVKT en de Stichting Register Creatief Therapeuten. 1 Daarnaast gaf het onderzoek aan welke beroepstaken in de toekomst in belang zullen toenemen. De opdracht die het LOO aan de Landelijke Projectgroep Opleidingskwalificaties gaf luidde als volgt: Stel een gemeenschappelijk opleidingsprofiel op dat voldoet aan de volgende eisen: In het opleidingsprofiel is gebruik gemaakt van het beroepsprofiel voor de Creatief Therapeut, zoals dat in 1995 is vastgesteld door de Nederlandse vereniging voor Kreatieve Therapie. Het opleidingsprofiel is opgesteld volgens het format dat door de meeste opleidingen in het HSAO wordt gehanteerd. De aanbevelingen van de meest recente visitatie, zoals geformuleerd in het rapport Bij nader inzien uit 1997 zijn verwerkt. De opleidingskwalificaties worden door het werkveld als relevant herkend, daartoe zijn de resultaten verwerkt van het hierboven genoemde arbeidsmarktonderzoek zoals gepresenteerd in Het opleidingsprofiel is toekomstgericht en toekomstvast. De opleidingskwalificaties specificeren het HBO-niveau van de opleidingen. De opleidingskwalificaties beslaan 70% van het curriculum, zodat ruimte blijft voor specifieke profilering. Het resultaat van de projectgroep ligt hier voor u. De vier opleidingen zijn inmiddels voortvarend van start gegaan met het vertalen van dit profiel naar de onderwijscurricula. 1 J. Nafzger en I. Van Gaalen-Oordijk, Eindrapport arbeidsmarktonderzoek creatieve Therapie, CINOP, s-hertogenbosch 1999 Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

4 Bijzondere dank zijn wij verschuldigd aan de leden van de Beroepenveldcommissies van de opleidingen. In een vroeg stadium hebben zij met hun kritische commentaren bewaakt dat dit opleidingsprofiel aansluit bij de actuele beroepspraktijk. Hun aanbevelingen zijn dan ook met instemming verwerkt in de voorliggende tekst. Het Landelijk Overleg Opleidingen Creatieve Therapie. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

5 Deel 1 Het opleidingsprofiel Creatieve Therapie 1.1. De uitgangspunten Het opleidingsprofiel en de opleidingskwalificaties zijn sturend en richtinggevend voor de opleidingen bij het vaststellen van hun opleidingscurriculum. Om een gemeenschappelijke kwaliteit te waarborgen, zijn voor dit opleidingsprofiel een aantal uitgangspunten kaderstellend. A. HERKENBAARHEID De kwalificaties leveren een bijdrage aan een herkenbaar beroepsbeeld en vormen de basis voor communicatie met het werkveld. Alle betrokkenen herkennen het indelingskader en de kwalificaties als relevant voor de beroepsuitoefening. B. TOEKOMSTGERICHTHEID EN TOEKOMSTVASTHEID In de visie op de afgestudeerde creatief therapeut en het beroep, en vervolgens in het indelingskader en de kwalificaties komt tot uitdrukking welke eisen nieuwe ontwikkelingen aan de beroepsuitoefening stellen. In dit profiel zijn de uitkomsten van het trendonderzoek verwerkt in de beschrijving van het beroep en de kwalificaties. Een grotere toekomstvastheid wordt beter gegarandeerd door de beschrijving van de kwaliteiten van de beginnend beroepsbeoefenaar in termen van competenties, omdat het een dynamisch begrip is. De beginnende beroepsbeoefenaar heeft zich competenties eigen gemaakt, maar staat tevens voor de opgave en uitdaging deze in de beroepspraktijk verder te ontwikkelen. C. STURENDE EN INSPIRERENDE KWALIFICATIES Er is een beperkt aantal kwalificaties geformuleerd. De sturende werking komt niet primair voort uit het voorschrijven van een 'dekkend' (en dus groot) aantal beroepskwalificaties, maar veeleer uit een klein aantal kernachtig en inspirerend geformuleerde kwalificaties. De sturende werking komt ook tot stand door de onderbouwing van de kwalificaties met een visie op de beginnend beroepsbeoefenaar, een herkenbare beschrijving van de beroepsuitoefening op HBO-niveau, een onderwijskundig concept m.b.t. het opleiden tot dat beroep, en door de memories van toelichting bij de geformuleerde kwalificaties. D. DE KWALIFICATIES MOETEN HET HBO-NIVEAU SPECIFICEREN. Het HBO-niveau is in een afzonderlijke paragraaf beschreven (paragraaf 1.6). De visie is vertaald naar de competenties in paragraaf Er is voor gekozen de kwalificaties van de beginnend beroepsbeoefenaar te formuleren in termen van competenties behorend bij de uitoefening van clusters van beroepstaken. In paragraaf 1.4 is dit nader toegelicht. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

6 E. EISEN AAN DE VORMGEVING Er is sprake van een beperkt aantal handzame kwalificaties. Het indelingskader is handzaam overzichtelijk en toegankelijk. Dit betekent dat de indeling is beperkt tot drie segmenten, die in paragraaf 1.2 nader worden toegelicht. De kwalificaties zijn op een dusdanig niveau beschreven dat enerzijds geen keurslijf ontstaat dat knellend wordt voor de eigen vertaling naar het onderwijs en anderzijds wel een kader ontstaat dat voldoende eenduidig, en op een inspirerende manier richtinggevend is. In de definiëring van de kwalificaties is er voor gekozen om de kwalificatie zelf globaal te definiëren en in de memorie van toelichting nader te specificeren wat de kwalificatie betekent voor de beroepsuitoefening. 1.2 Drie segmenten Dit opleidingsprofiel gaat uit van beroepskwalificaties die in drie segmenten worden verdeeld, die elk een taakgebied voorstellen. In de drie segmenten zijn alle taken opgenomen die behoren tot het kwalificatieniveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De segmenten zijn kwalitatief gelijkwaardig. Dit geeft uitdrukking aan de visie op het HBO-niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar: deze dient voor alle drie taakgebieden even goed toegerust te zijn. De drie segmenten zijn: Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

7 SEGMENT 1 De taken van de beginnende beroepsbeoefenaar als werker: behandeling van cliënten/cliëntsystemen 2 ; Er is een onderscheid gemaakt in subsegmenten, die het verloop van een creatief therapeutisch proces weerspiegelen: 1.1 voorbereiden 1.2 kennismaken en observeren 1.3 diagnosticeren en indiceren 1.4 opstellen van een behandelplan 1.5 behandelen 1.6 afronden en evalueren SEGMENT 2 De taken van de beginnende beroepsbeoefenaar als medewerker: werken in en vanuit een arbeidsomgeving als collega, teamlid, lid van een multidisciplinair team, samenwerkingspartner, vertegenwoordiger van een instelling. 2 In het vervolg wordt de term 'cliënten' gebruikt om de cliënt en/of cliëntsysteem aan te duiden. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

8 SEGMENT 3 De taken van de beginnende beroepsbeoefenaar als vertegenwoordiger van de beroepsgroep: werken aan professionaliteit en professionalisering. In dit segment worden twee subsegmenten onderscheiden: 3.1 het zichzelf ontwikkelen in het beroep. Dit omvat het 'eigen meesterschap': leervermogen, reflecteren op het eigen handelen en het 'managen' van de eigen loopbaan; 3.2 het bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep. Voor een beginnend beroepsbeoefenaar betekent het dat hij leert om systematisch gegevens te verzamelen en ervaringen van mensen te onderzoeken. Hij leert deze te analyseren en leert de grenzen van het beroep te verkennen en eroverheen te kijken. Ten slotte leert hij in beginsel hoe hij op deze basis kan bijdragen aan de verdere ontwikkeling van het beroep. 1.3 De beginnend beroepsbeoefenaar Centraal in dit profiel staat de beginnend beroepsbeoefenaar als focus van de kwalificaties. In dit profiel wordt tot uitdrukking gebracht dat de beginnend beroepsbeoefenaar de kwalificaties tezamen en in hun onderlinge samenhang moet beheersen. Dit zal leiden tot een adequaat toegeruste beginnend beroepsbeoefenaar: het geheel is meer dan de som der delen! 1.4 Competentieleren en Romiszowski als bouwstenen voor kwalificaties Tot voor kort was het niet ongewoon de kwalificaties onder te verdelen in kennis, houding en vaardigheden. Al deze aspecten zijn immers essentieel voor het beroepshandelen. Echter het opsplitsen van het handelen in deze aspecten bracht in het onderwijs met zich mee dat deze in de afzonderlijke onderwijsprogramma's te veel verzelfstandigd werden. Daarmee ontwikkelden de studenten onvoldoende het vermogen om later in de beroepspraktijk te handelen op basis van de bekwaamheid om deze aspecten in hun samenhang toe te passen. Houdingsaspecten en technieken werden doorgaans onvoldoende onderbouwd met kennis. Kennisaspecten werden moeizaam vertaald in houding en vaardigheden. Voor dit opleidingsprofiel is gekozen voor het zogenaamde 'competentieleren', waarin deze onderlinge samenhang wél wordt gerealiseerd. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

9 COMPETENTIELEREN IS: a. leren waarin de student stelselmatig werkt aan zijn competentie om -met integratie van kennis, houding en vaardigheden- adequaat beroepsmatig te handelen in diverse situaties; b. leren waarbij deze competentie in gedrag zichtbaar gemaakt dient te worden; c. leren waarbij realistische praktijksituaties zoveel mogelijk uitgangspunt zijn. Met het leren van competenties is het integratieve van het leren aangegeven. Maar daarmee is er nog geen duidelijk beeld van de samenstellende delen die met elkaar tot competenties leiden. Bovendien dient deze competentie zichtbaar gemaakt te worden in gedrag. Met name ten aanzien van het houdingsaspect in het handelen stuit men hier van oudsher op problemen. Hoe kan bereikt worden dat belangrijke aspecten van het handelen zoals visie, waarden en normen (houdingsaspecten) die in het handelen doorwerken, maar zelf niet zichtbaar zijn, tóch zichtbaar gemaakt worden? De taxonomie van Romiszowski geeft voor deze twee vragen een oplossing. TAXONOMIE VAN ROMISZOWSKI Romiszowski maakt een onderscheid in kennis en vaardigheden. Om een leerdoel in het onderwijsproces (en uiteindelijk een competentie) te realiseren zal de student deze zich met behulp van kennis en vaardigheid eigen maken. Onder kennis verstaat Romiszowski: - geheugenkennis (feiten en procedures); - inzichtelijke kennis (modellen en begrippen). Onder vaardigheden verstaat hij: - cognitieve vaardigheden (op het gebied van het denken zelf, bijvoorbeeld analyseren); - psychomotorische vaardigheden (in verband met het fysieke handelen, bijvoorbeeld technische vaardigheden in een medium); - affectieve vaardigheden (handelen op grond van affecties, waarbij waarden en normen meespelen, bijvoorbeeld luisteren, waarderen). Binnen iedere subcategorie van de vaardigheden maakt Romiszowski bovendien een onderscheid in reproductieve en productieve vaardigheden: - reproductieve vaardigheden zijn vooral nodig bij handelingen met een meer routinematig en repeterend karakter; - productieve vaardigheden zijn vereist voor handelingen die een beroep doen op creativiteit en planningsvaardigheden van de uitvoerder en die gepaard gaan met complexe beslissingsvormen op bewust (of onderbewust) niveau. Ook is het typerend voor productieve vaardigheden dat opgedane inzichten spontaan toegepast kunnen worden in nieuwe situaties (transfer). Het opleidingsprofiel is geschreven voor het Hoger Beroepsonderwijs (HBO). Daarom verwijzen de competenties in de kwalificaties van het opleidingsprofiel binnen de categorie 'kennis' vooral naar 'inzichtelijke kennis' en binnen de categorie 'vaardigheden' naar 'productieve vaardigheden'. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

10 1.5 Het beroep in verandering Wetende dat er een spanningsveld bestaat tussen de toekomstgerichtheid en de herkenbaarheid van het beroep in het opleidingsprofiel, zijn in deze paragraaf de te verwachten ontwikkelingen van het beroep creatief therapeut in kaart gebracht. Uit recent arbeidsmarktonderzoek 3 blijkt dat in de toekomst taken als stelt een eerste diagnose in het medium vast en koppelt deze terug naar de cliënt en het behandelteam, stelt in het behandelteam de indicatie voor de creatief therapeutische behandeling vast, voert de behandeling uit in overleg met het behandelteam in belang toenemen. Dit duidt op een toenemend belang van werken in een behandelteam, op methodisch werken en op een toenemend belang van cliëntgerichtheid (zorg op maat, vraaggericht werken). De creatief therapeut moet een duidelijk antwoord kunnen geven op de vraag welke cliënten wel of niet in aanmerking komen voor de creatief therapeutische behandeling en waarom. Creatief therapeuten moeten evenzeer rekening houden met de toenemende participatie van de cliënt bij het bepalen van de gewenste behandeling. Taken die verder in belang toenemen zijn evalueert de behandeling in relatie tot de gestelde doelen en stemt doel en duur van de behandeling op elkaar af hetgeen verwijst naar doeltreffendheid en doelmatigheid. Bovenstaande taken hebben betrekking op het eerste segment van het beroepsprofiel (de taken ten behoeve van de cliënt). Uit het onderzoek blijkt verder dat met name de taken in het tweede en derde segment van het beroepsprofiel (respectievelijk organisatie & beleid en professionele ontwikkeling) door de actuele veranderingen in de gezondheidszorg sterk in belang toenemen. Werken vanuit de doelstelling en het beleid van de instelling, een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de instelling en bijdragen aan de kwaliteitsbewaking worden steeds belangrijker. De creatief therapeut moet als gevolg van de verplichtingen voortvloeiend uit de Kwaliteitswet Zorginstelllingen, de daarmee samenhangende kosten/baten analyse en de regelgeving in het kader van de BIG-wet, in toenemende mate de eigen plek in de organisatie legitimeren en zijn handelen professionaliseren. De creatieve therapie maakt vanuit methodisch oogpunt een ingrijpende verandering door omdat in de geestelijke gezondheidszorg de nadruk meer komt te liggen op het verminderen van de stoornis, op de acceptatie van en het leren omgaan met de handicap en niet zozeer op de ontplooiing en groei van de persoon. Daardoor zullen zaken als de gerichtheid op het langdurige proces, expressie en de gangbare 3 J. Nafzger en I. Van Gaalen-Oordijk, Eindrapport arbeidsmarktonderzoek creatieve Therapie, CINOP, s-hertogenbosch 1999 Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

11 rogeriaanse en psychoanalytische referentiekaders in belang afnemen en structurerende, directieve, gedragstherapeutische en rehabiliterende invalshoeken belangrijker worden. Uit gesprekken met de beroepenveldcommissies van de opleidingen blijkt dat creatief therapeuten steeds meer in staat moeten zijn behandelmodulen te ontwikkelen voor specifieke problemen van een bepaalde doelgroep. De creatief therapeut van de toekomst zal bovendien in hoge mate flexibel moeten zijn, meerdere werkwijzen en methodieken moeten beheersen en multi-inzetbaar zijn. Binnen instellingen bestaat de tendens specifieke functies tot globale functies te integreren. Een maatschappelijke ontwikkeling die het beroep beïnvloedt is de verschuiving van intra-murale naar semi-murale en ambulante behandeling die gepaard gaat met regionale samenwerking en schaalvergroting en tevens tot gevolg heeft dat in de residentiële instellingen sprake is van meer complexe gedragsstoornissen die om een intensieve behandeling vragen. Omdat in de ambulante behandeling de ruimtes en materialen veelal niet ideaal zijn, moet de creatief therapeut over improvisatievermogen en flexibiliteit beschikken. Nieuwe doelgroepen (ouderen, allochtonen, vluchtelingen, gedetineerden, personen met randpsychiatrische problematiek) zullen in de praktijk van de creatief therapeut steeds meer hun intrede doen. Een algemene conclusie die men uit het arbeidsmarktonderzoek kan trekken, is de noodzaak voor verdere professionalisering en onderbouwing van de methodiek door praktijkonderzoek naar de effecten van creatieve therapie. Om dit te kunnen realiseren is de deelname aan bij- en nascholing, inter- en supervisie, intercollegiale evaluatie, methodiekontwikkeling en onderzoek voor de creatief therapeut in de toekomst van immens belang. Het is tevens van belang dat de creatief therapeut in staat is via presentaties, beleidsstukken en referaten, over te brengen wat het beroep inhoudt, waar nodig op compacte wijze. VAN BEROEPSPROFIEL NAAR OPLEIDINGSPROFIEL Het beroepsprofiel van de creatief therapeut is richtinggevend voor het landelijk opleidingsprofiel. De opleidingen garanderen dat de afgestudeerden van het initiële onderwijs een stevige en duidelijke beroepsvisie hebben die aansluit bij de ontwikkelingen in de specifieke werkvelden en dat zij over voldoende bagage beschikken op het gebied van de psychopathologie en creatief therapeutische methodiek. De opleidingen bereiden de studenten voor op het functioneren binnen een organisatie zodat zij na verloop van tijd een constructieve bijdrage kunnen leveren aan het beleid en de kwaliteitszorg van de instelling waar zij werken. Bovenal zorgen de Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

12 opleidingen ervoor dat de studenten beschikken over doorgroeicompetenties die hen in staat stellen het eigen professionele handelen voortdurend te actualiseren en op systematische wijze een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het beroep. In het curriculum van de opleidingen vindt de training van praktische vaardigheden plaats binnen het kader van de beroepsgerichtheid. De mediumvaardigheden die de student verwerft zijn toepassingsgericht en beroepsgericht en sluiten optimaal aan bij de behandeling van de doelgroepen. De ondersteunende theoretische kennisvelden zijn toegesneden op het beroep van creatief therapeut. 1.6 Kenmerken van het HBO-niveau DE H VAN 'HBO-NIVEAU' Om het HBO-niveau uit te werken worden vier samenhangende componenten onderscheiden waarin het HBO-niveau van de beginnend beroepsbeoefenaar zich manifesteert: a. verantwoording; b. complexiteit; c. transfer; d. toegepaste wetenschap en beroepsontwikkeling. Deze componenten hebben elk betrekking op de drie segmenten van het profiel. Verantwoording Verantwoorden houdt in dat de beginnend beroepsbeoefenaar: a. aan anderen kan uitleggen en motiveren wat de overwegingen zijn die aan het (beroepsmatig) handelen ten grondslag liggen; b. inzicht kan geven in de consequenties van dat (beroepsmatig) handelen voor anderen; c. het toekomstig (beroepsmatig) handelen kan bijstellen op grond van de evaluatie van het beroepsmatig handelen. De beginnend beroepsbeoefenaar verantwoordt zich daarbij tegenover verschillende 'anderen': a. de cliënt; b. de collega's/leidinggevenden; c. de eigen beroepsgroep; d. Vertegenwoordigers van andere disciplines; e. werkgevers; f. maatschappelijke instanties. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

13 Complexiteit Complexiteit doet zich zowel voor in het handelen van de creatief therapeut als in de situatie waarin hij zich bevindt. Het beroepsmatig handelen is complex, wanneer de creatief therapeut niet kan teruggrijpen op een standaardprocedure, maar combinaties van procedures dient toe te passen of nieuwe procedures moet ontwikkelen. Complexiteit in de situatie doet zich op meer niveaus voor: binnen het cliëntsysteem, in de hulpvraag, in de instelling en in de maatschappelijke context. De creatief therapeut kan deze complexe situaties door- en overzien en is in staat daarin doelmatig en flexibel te handelen. Transfer Transfer manifesteert zich in de mate waarin de bekwaamheden in andere (beroepsmatige) situaties toegepast kunnen worden. Er wordt onderscheid gemaakt tussen (in oplopende mate van 'transfer'): a. contextgebonden bekwaamheden: deze zijn toepasbaar in een relatief beperkt aantal specifieke situaties; b. beroepsspecifieke bekwaamheden: deze zijn toepasbaar in uiteenlopende situaties binnen het beroep; c. beroepsonafhankelijke bekwaamheden: deze zijn toepasbaar in veel, sterk uiteenlopende en het beroep 'overstijgende' situaties. De creatief therapeut op HBO-niveau beschikt over deze onderscheiden bekwaamheden. Toegepaste wetenschap en beroepsontwikkeling In het wetenschappelijk onderwijs wordt de student voorbereid op de uitoefening van de wetenschap en op de verdere ontwikkeling daarvan. In het Hoger Beroepsonderwijs wordt de student voorbereid op een beroep waarbij hij in staat moet worden geacht onderzoeksresultaten en (actuele) theorievorming uit de wetenschap toe te passen op de vragen waar hij tijdens de beroepsuitoefening mee te maken krijgt. In het HBO gaat het daarom om de toepassing van de wetenschap. Binnen het beroependomein van de creatieve therapie zullen overwegend de medische en sociale wetenschappen van toepassing zijn. Ook moet de student aan het eind van de opleiding in staat zijn via praktijkgericht onderzoek en reflectie op de beroepspraktijk bij te dragen aan kennisontwikkeling en innovatie van de beroepspraktijk. Wat zijn voor het opleidingsprofiel de implicaties van het vermogen om de resultaten van de (medische en sociale) wetenschappen te kunnen toepassen op de vragen uit het beroep, en -omgekeerd- het vermogen om op grond van de eigen resultaten in de beroepsuitoefening bij te dragen aan de ontwikkeling van de wetenschap en het beroep? Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

14 Om het wetenschappelijk fundament op HBO-niveau uit te werken grijpen we terug op de invulling die Romiszowski geeft aan de begrippen kennis (geheugenkennis en inzichtelijke kennis) en vaardigheden (cognitieve, psychomotorische en affectieve vaardigheden; en deze drie weer te onderscheiden in reproductieve en productieve vaardigheden). Om zichzelf te profileren als beroepsbeoefenaar die ook nieuwe inzichten voortkomend uit praktijkgericht onderzoek kan toepassen en die tevens bijdraagt aan de innovatie van het beroep, zijn met name de inzichtelijke kennis en de cognitieve vaardigheden op productief niveau van belang. Beide worden achtereenvolgens toegelicht. De inzichtelijke kennis omvat theorieën, concepten en modellen die in de medische en sociale wetenschappen bekend, gangbaar en beproefd zijn in relatie tot de vragen vanuit het beroep (het beroep hier opgevat in de brede zin, dus alle segmenten omvattend). De student heeft inzichtelijke kennis nodig om hieraan te kunnen refereren bij de ontwikkeling van praktijktheorie. Omgekeerd zal de student -om innovatief te kunnen werken- in staat moeten zijn om verbindingen te leggen tussen nieuwe ontwikkelingen en nog niet gangbare en/of beproefde inzichtelijke kennis. De cognitieve vaardigheden op productief niveau zijn van belang omdat de beroepsbeoefenaar zich een wetenschappelijke manier van denken dient eigen te maken. Een wetenschappelijke manier van denken omvat onder andere het vermogen tot: a. conceptueel denken; b. systematisch denken; c. analytisch denken; d. multicausaal denken; e. circulair denken. Genoemde vaardigheden stellen de student ook in staat om in internationaal verband vorm te geven aan zijn eigen professionalisering. De afgelopen jaren is de internationale samenwerking sterk toegenomen, met als resultaat dat het Nederlandse Creatieve- Therapiediploma internationaal wordt erkend. Internationaal gezien onderscheiden de Nederlandse opleidingen zich door vanaf de aanvang sterk gericht te zijnop het beroep. DE B VAN 'BEROEP IN VERANDERING' De beroepsgerichtheid is een van de belangrijkste uitgangspunten van dit opleidingsprofiel. De toekomstgerichtheid van het profiel vraagt vooral aandacht voor de te verwachten ontwikkelingen in het beroep. Deze ontwikkelingen staan beschreven in paragraaf 1.5. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

15 DE O VAN ONDERWIJS Een opleidingsprofiel is niet compleet zonder dat wordt ingegaan op de onderwijsvorm die aansluit bij de kwalificaties. Met intact laten van de verantwoordelijkheid van de opleiding om dit profiel te vertalen naar hun onderwijsprogramma, kan een aantal algemene uitspraken worden gedaan. De basisfilosofie van dit profiel, het denken in te demonstreren bekwaamheden, het competentieleren en de pre-ambules (m.n. de invulling van het HBO-niveau en de definitie van de beginnend beroepsbeoefenaar) wijzen in de richting van onderwijs, waarin 'leren te leren' aandacht krijgt en het probleemoplossend vermogen van de student wordt ontwikkeld. Dimensies waarin dat gestalte krijgt zijn: a. de rol van de docent; b. de rol van de student; c. de didactische werkvorm; d. de wisselwerking tussen binnen- en buitenschools leren; e. de toetsvorm. Zichtbaar maken van gedrag als basis van kwalificeren zegt iets over de toetsvorm (die uiteraard bekwaamheden toetst); maar zeker ook over de vorm van het onderwijs. Daarin dient ruim plaats gemaakt te worden voor praktijkleren, gekoppeld aan nagebootste of reële situaties in de beroepspraktijk. De door Romiszowski gehanteerde invulling van het begrip kennis en de keuze voor het accent op inzichtelijke kennis wijzen in de richting van een onderwijsvorm waarin alle inspanningen rondom kennis worden ingericht op het ontwikkelen van het vermogen om: a. zelfstandig en actief gebruik te maken van wetenschappelijke bronnen; b. wetenschappelijke inzichten te integreren in het handelen; c. het handelen systematisch te analyseren d. conclusies terug te koppelen naar wetenschappelijke concepten. De kenniscyclus kan keer op keer doorlopen worden. 1.7 De beginnend versus de ervaren beroepsbeoefenaar Teneinde het begrip 'beginnend beroepsbeoefenaar' af te bakenen ten opzichte van het begrip 'ervaren beroepsbeoefenaar' biedt dit opleidingsprofiel een aantal richtinggevende uitspraken die een aanduiding geven van het eindniveau waartoe de kwalificaties leiden. De beginnend beroepsbeoefenaar heeft doorgaans nog geen ervaring opgedaan in de beroepspraktijk. Voor zover dat (binnen bijvoorbeeld een stage) wel het geval is, heeft hij deze ervaring als leerling opgedaan, dus niet in de 'status' van medewerker en doorgaans onder begeleiding. De beginnend beroepsbeoefenaar heeft de competenties wel ontwikkeld maar heeft er beperkt mee kunnen oefenen en heeft nog geen routine ontwikkeld in de concrete beroepstaken waarvoor hij ze gaat gebruiken. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

16 In dit profiel wordt een benadering uitgewerkt waarin de creatief therapeut in opleiding van meet af aan op elk segment wordt toegerust. Daarbij worden binnen elk segment specifieke accenten gelegd. De bekwaamheden van de beginnend beroepsbeoefenaar bestrijken alle segmenten. SEGMENT 1: DE BEGINNEND WERKER Gedurende de beroepspraktijkvorming tijdens de opleiding (en met name de beroepsvormende stage) heeft de student zich bekwaamheden verworven in de uitvoerende taken in een gegeven beroeps- en instellingscontext. De competenties zijn ontwikkeld maar desondanks mag van een beginnend beroepsbeoefenaar nog niet verwacht worden dat hij deze competenties geheel zelfstandig kan toepassen in situaties die hoge eisen stellen aan het niveau van beoordelingsvermogen, de besluitvaardigheid en het zelfvertrouwen van de creatief therapeut. De beginnend beroepsbeoefenaar beschikt over doorgroeicompetenties (bijv. probleemoplossend vermogen) om gedurende de eerste jaren van zijn beroepsloopbaan bekwaam te worden om in deze situaties zelfstandig te handelen. SEGMENT 2: DE BEGINNEND MEDEWERKER Het bovenstaande geldt evenzeer voor de taakuitoefening als medewerker, maar aanvullend geldt het volgende. In de arbeidsomgeving is er sprake van taken waarvoor de beginnend beroepsbeoefenaar nog niet competent is. Het betreft taken op het vlak van: a. leidinggeven aan de organisatie en medewerkers (managementtaken); b. het begeleiden van medewerkers (bijv. nog geen volledige verantwoordelijkheid van praktijkbegeleiding en stagiaires); c. het zelfstandig ontwikkelen en voorbereiden van beleid en beheerstaken. Voor al deze taken is zowel werkervaring als aanvullende deskundigheid vereist. Wél beschikken de afgestudeerden na hun opleiding over de basis om hierin door te groeien. SEGMENT 3: HET BEGINNEND LID VAN DE BEROEPSGROEP Ook voor de taken in segment 3 (professionaliteit en professionalisering) geldt een beperking. Zeker kan en moet een beginnend beroepsbeoefenaar een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beroep. Om echter werkelijk vernieuwend bij te dragen aan de beroepsontwikkeling voor het forum van de gehele beroepsgroep zijn werkervaring en verdere verdieping van de beschikbare kennis noodzakelijk. Als het bovenstaande concreet gemaakt wordt betekent dit dat de beginnend creatief therapeut in alle gevallen werkt op verwijzing van en binnen de kaders opgesteld door de hoofdbehandelaar en/of het behandelteam. Hij participeert in de bespreking van, en de besluitvorming over de behandeling van cliënten. Dit betreft cliënten die hij zowel wel als niet in behandeling krijgt. Binnen de opgestelde kaders door de hoofdbehandelaar en/of behandelteam komt de beginnend creatief therapeut autonoom tot inter- Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

17 pretaties en duidingen, en brengt deze in het behandelteam opnieuw ter sprake als materiaal uit de creatieve therapie de behandeling een nieuwe wending kan geven. Door deze afbakening van verantwoordelijkheden is gedefinieerd waartoe de beginnend creatief therapeut in staat is. Hij krijgt de gelegenheid zich op basis van praktijkervaring te bekwamen in het werken in complexe situaties, na verloop van tijd zal de transfer van hetgeen hij zich eigen gemaakt heeft op de opleiding naar complexere en nieuwe situaties toenemen, waardoor hij in toenemende mate in staat zal zijn zich te verantwoorden over zijn handelen, de mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid zal toenemen. De doorgroeicompetentie is hierbij van wezenlijk belang. De Stichting Register Creatief Therapeuten (SRCT) is de instantie die zich bezig houdt met de registratie van (ervaren) creatief therapeuten. Nadat de opleiding is afgesloten kan de creatief therapeut zich aanmelden voor de 'mentoraatsperiode' van het register. Deze periode houdt in dat de creatief therapeut 2 jaar werkervaring opdoet en hierin begeleid wordt door een door de registercommissie erkende mentor. 1.8 Begripsomschrijving van een 'kwalificatie' In het voorgaande zijn de volgende begrippen verkend: competentie, de beginnend beroepsbeoefenaar en de beroepstaken. Daarmee zijn alle elementen in kaart gebracht van de definitie van een kwalificatie. Een kwalificatie is: Een uitspraak waarin een competentie van een beginnend beroepsbeoefenaar creatieve therapie zichtbaar wordt gemaakt in een cluster beroepstaken. De opleidingskwalificaties omvatten bij elkaar de competenties die een beginnend beroepsbeoefenaar na het behalen van het diploma van de HBO-opleiding Creatieve Therapie bezit. 1.9 Kwalificaties en memories van toelichting In essentie bestaat iedere kwalificatie uit een of enkele werkwoorden die een beroepsmatig handelen uitdrukken, en de omschrijving van de taken of het taakgebied waarop dit handelen betrekking heeft. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

18 De kwalificaties zijn voorzien van een memorie van toelichting waarin een toelichting wordt gegeven op het niveau van handelen, de intenties en zingeving van het handelen, het specifiek creatief therapeutisch werkkarakter van het beroepsmatig handelen, de contexten waarin de kwalificaties met name relevant zijn etc. Daarnaast hebben de memories van toelichting de volgende functie: a. de gebruikte begrippen in de kwalificatie te definiëren; b. de kwalificatie kleur en diepgang te geven door ze te verhelderen zodat verschillende interpretaties zoveel mogelijk worden voorkomen. Daartoe worden de inzichten uit de toelichting op het beroep en het HBO-niveau gebruikt; c. per kwalificatie het niveau van de beginnende beroepsbeoefenaar ten opzichte van de ervaren beroepsbeoefenaar zoveel mogelijk af te bakenen Overzicht van de kwalificaties SEGMENT 1: BEHANDELEN VAN CLIËNTEN Subsegment 1.1 Voorbereiden De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om diverse informatiebronnen te raadplegen, teneinde zich voor te bereiden op de behandeling De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om zich voor te bereiden op de behandeling. Subsegment 1.2 Kennismaken en observeren De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om voorlichting te geven over de behandeling aan de cliënt De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een basis te leggen voor de creatief therapeutische werkrelatie De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de cliënt te observeren in een medium en in de relatie met de creatief therapeut en eventuele groepsgenoten. Subsegment 1.3 Diagnosticeren en indiceren Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

19 1.3.1 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een voorlopige creatief therapeutische diagnose stellen, op basis van de observaties in een medium en in de relaties met creatief therapeut en eventuele groepsgenoten De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een bijdrage te leveren binnen het behandelteam aan de algemene diagnose, op basis van de eigen observaties De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om in overleg met het behandelteam een indicatie of contra-indicatie voor creatieve therapie vast te stellen De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de creatief therapeutische observaties en creatief therapeutische diagnose toegankelijk te maken voor de cliënt. Subsegment 1.4 Opstellen van een behandelplan De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om behandeldoelstellingen van creatieve therapie te formuleren en deze binnen het behandelteam af te stemmen op het algemene behandelplan De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een creatief therapeutische behandeling te kiezen die aansluit bij de behandeldoelstellingen De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij via een gesprek met de cliënt in staat is om het creatief therapeutische behandelplan af te stemmen op de hulpvraag van de cliënt. Subsegment 1.5 Behandelen De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de therapeutische relatie met de cliënt op te bouwen en te bestendigen, interventies te plegen in de therapeutische relatie en oog te hebben voor het effect van deze interventies De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de gekozen creatief therapeutische werkwijze, methode, werkvormen, technieken en materialen te hanteren en oog te hebben voor de effecten van zijn interventies. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

20 1.5.3 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de grenzen te bewaken ten aanzien van de mogelijkheden en beperkingen van creatieve therapie en de cliënt De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om via instructie de cliënt te begeleiden in het gebruik van een medium De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om het verloop van de behandeling vast te leggen en de cliënt en het behandelteam hierover te informeren De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om op basis van de evaluatie de creatief therapeutische behandeling bij te stellen en af te stemmen op het algemene behandelplan. Subsegment 1.6 Afronden en evalueren De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om met de verwijzer, het behandelteam en de cliënt de resultaten van de behandeling te bespreken in het licht van de gestelde behandeldoelstellingen, de gekozen behandelstrategie en de tijdsplanning De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om het creatief therapeutisch hulpverleningsproces af te ronden De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om door middel van een rapportage het verloop en de resultaten van de behandeling vast te leggen en indien van toepassing- zorg te dragen voor de verwijzing en overdracht. SEGMENT 2: WERKEN IN EN VANUIT EEN ARBEIDSOMGEVING 2.1 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om met collega s samen te werken en daarbij een bijdrage te leveren aan de teamvorming. 2.2 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de op creatief therapeutische uitvoering gerichte materiële benodigdheden en accommodaties te beheren. 2.3 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om verantwoording af te leggen over efficiency en effectiviteit van het eigen professioneel handelen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

21 2.4 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een bijdrage te leveren aan beleid en beheer van de organisatie. 2.5 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een bijdrage te leveren aan de kwaliteitszorg van de instelling. 2.6 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om te functioneren vanuit de doelstellingen en het beleid van de instelling. SEGMENT 3: WERKEN AAN PROFESSIONALITEIT EN PROFESSIONALISERING Subsegment 3.1 Het zichzelf ontwikkelen in het beroep De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de eigen professionaliteit voortdurend te ontwikkelen door te leren van nieuwe situaties rondom cliënten en in de samenleving De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om het beroepsmatig handelen, houding en motivatie te beschrijven, er op te reflecteren en deze verder te ontwikkelen De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de eigen loopbaan in kaart te brengen (zijn eigen leervragen te definiëren) en verder uit te stippelen. Subsegment 3.2 Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om systematisch gegevens te verzamelen over de beroepsuitoefening, die te onderzoeken en de uitkomsten te vertalen naar de consequenties voor het beroep De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om veranderingen in de samenleving te signaleren, te onderzoeken en de resultaten hiervan te vertalen in een bijdrage aan het beroep en het beroepshandelen De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een bijdrage te leveren aan intercollegiale kwaliteitszorg. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

22 Subsegment 3.3 Voorlichting, onderwijs en begeleiding De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om (schriftelijk en mondeling) voorlichting aan derden te geven over creatieve therapie De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om anderen in de organisatie te begeleiden. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

23 Deel 2 De kwalificaties nader toegelicht Segment 1: Behandelen van cliënten. Subsegment 1.1 Voorbereiden De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om diverse informatiebronnen te raadplegen, teneinde zich voor te bereiden op de behandeling. Memorie van toelichting De creatief therapeut gaat methodisch te werk en hanteert procedures en technieken om informatie te verzamelen, te structureren en te analyseren. De creatief therapeut kan zich voorbereiden op de behandeling, door zich te informeren bij de verwijzer over de aanleiding voor de hulpvraag. Daarnaast is er binnen de instelling informatie beschikbaar in de vorm van dossier, observaties en onderzoek van andere disciplines. De benodigde informatie kan afkomstig zijn van eerstelijns- of tweedelijns verwijzers, familie, verwanten, en het kan informatie zijn verkregen uit eerdere behandelingen. De creatief therapeut kan de informatie uit de verschillende bronnen in kaart brengen en analyseren, die van de diverse disciplines, degene die de hulpvraag stelt, het cliëntsysteem, de financier. De creatief therapeut is in staat om adequate verbanden te leggen tussen de problematieken of ziektebeelden in hun context van anamnese en situatie van de cliënt en de relevante factoren op instellingsniveau en de creatief therapeutische behandelmogelijkheden. De creatief therapeut is in staat om uit deze informatie een eigen positie in de behandeling te kiezen. Hierin overziet de creatief therapeut ook de tegengestelde belangen. Met het oog op de belangen van de cliënt zal de creatief therapeut strategisch opereren, zeker als het gaat om situaties van drang en dwang. De creatief therapeut houdt zich aan de geldende privacy-beschermingsregels bij het inwinnen en uitwisselen van informatie over de cliënt. De creatief therapeut gaat bij het inwinnen van informatie altijd uit van de hulpvraag van de cliënt. De informatie over de cliënt, de problematiek, het ziektebeeld en de behandelvraag zal de creatief therapeut een indruk geven om een eerste richting in de behandeling te bepalen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

24 De creatief therapeut is in staat zelfstandig de informatie over de cliënt, de problematiek, het ziektebeeld en de behandelvraag te verzamelen, te systematiseren en een eerste richting in de behandeling te bepalen. Ook is de creatief therapeut in staat zelfstandig adequate verbanden te leggen tussen de problematieken of ziektebeelden in hun context van anamnese en situatie van de cliënt en de relevante factoren op instellingsniveau en de creatief therapeutische behandelmogelijkheden. De beginnend creatief therapeut hoeft niet in staat te zijn geheel zelfstandig een eigen positie in de behandeling te kiezen in complexe situaties, waar tegengestelde belangen gelden bij diverse partijen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

25 1.1.2 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om zich voor te bereiden op de behandeling. Memorie van toelichting De creatief therapeut demonstreert dat hij in staat is zich voor te bereiden op de behandeling wat betreft creatief therapeutische werkwijze, methode, werkvormen, technieken, materialen, werkruimte en tijd. Gezien de diversiteit aan problematieken, ziektebeelden, behandelvragen en behandelmogelijkheden van cliënten is het van belang om op basis van de voorinformatie te bepalen of er een ontdekkende methodiek, een structurerende methodiek of een methodiek gericht op acceptatie van de problematiek geboden wordt. De werkruimte van de creatief therapeut is zodanig ingericht dat deze aansluit bij de problematiek van de cliënt. Er wordt in de werkruimte rekening gehouden met de mate van prikkels die de cliënt kan verwerken, zowel binnen (hoeveelheid en aard van werkstukken en materialen) en buiten (inkijk, geluidsoverlast) de ruimte. Het aanbod in materialen en technieken is afgestemd op de leeftijdsgroep, op de vaardigheden, interesses en culturele achtergrond van de cliënt. Het creëren van continuïteit in tijd en plaats is een voorwaarde om een creatief therapeutische situatie op te bouwen. Hierbij vindt afstemming plaats met eventuele andere behandelaars, en andere bezigheden van de cliënt. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

26 Subsegment 1.2 Kennismaken en observeren De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om voorlichting te geven over de behandeling aan de cliënt. Memorie van toelichting De cliënt wordt door de creatief therapeut in de gelegenheid gesteld om voor het starten van de creatieve therapie kennis te maken met de creatief therapeut en om de werkruimte te bezichtigen. Hierbij wordt uitleg gegeven over behandelvraag, methode, werkwijze, materialen, technieken, en tijdsduur en tijdstip van de behandeling. De cliënt wordt uitgenodigd om hierover vragen te stellen. De creatief therapeut is in staat om tijdens de kennismaking eventuele moeite of weerstand in verband met een medium of in verband met de persoon of sekse van de therapeut te herkennen. De creatief therapeut is in staat om deze weerstanden te respecteren en er zo nodig in overleg met de cliënt een oplossing voor te vinden. Eventueel worden er andere behandelaars geraadpleegd. Er worden verbanden uitgelegd aan de cliënt, tussen de behandelvraag van de cliënt en de behandelmogelijkheden binnen de creatieve therapie. Deze uitleg gebeurt op een concrete manier, waardoor de cliënt zich er wat bij kan voorstellen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

27 1.2.2 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een basis te leggen voor de creatief therapeutische werkrelatie. Memorie van toelichting De creatief therapeut gaat met de cliënt een relatie aan, die gericht is op het bereiken van een buiten deze relatie gelegen doel. Creatieve therapie is een op verandering gerichte behandelvorm waarbij gebruik wordt gemaakt van creatieve middelen en van de therapeutische relatie. De creatief therapeut maakt gebruik van zijn communicatieve en interactionele vaardigheden zowel binnen een medium als in de relatie, met als doel hier een samenwerkingsrelatie van te maken. De creatief therapeut gaat zorgvuldig om met de verwachtingen van de cliënt. Hij zal serieus nemen wat deze wenst en nastreeft zonder zich volledig te identificeren met de belevingswereld, de persoonlijke expressie hiervan in een medium en in de creatief therapeutische relatie en de belangen van de cliënt, zoals deze die ziet. Bij contactlegging wordt de creatief therapeut geconfronteerd met een verscheidenheid aan cliënten. Ze verschillen onder meer in leeftijd, levensbeschouwing, sociale klasse, etniciteit, cultuur, seksuele voorkeur, sekse-rollen, samenlevingsvormen. De creatief therapeut kan een relatie aangaan met zowel individuen als met groepen. Groepen kunnen samengesteld zijn naar leeftijd, aard van de problematiek, maar kunnen ook natuurlijke gezins- of systeemgroepen zijn. Het is de taak van de creatief therapeut om te streven naar een veilige therapeutische samenwerkingsrelatie met de cliënt en zijn vertrouwen te winnen, opdat de cliënt kan werken aan de behandeling. De creatief therapeut is zich bewust van de mogelijkheid dat de cliënt zich afhankelijk van de behandelaar kan voelen. De creatief therapeut handelt nooit met als doel om deze afhankelijkheid te benutten maar altijd om deze zoveel mogelijk te verkleinen. De creatief therapeut maakt de cliënt duidelijk welke bijdrage hij wel en niet zelf wil leveren aan de behandeling en waarom. Hij onderzoekt en bewaakt of de cliënt zich veilig genoeg kan voelen om zich binnen een medium uit te drukken. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

28 1.2.3 De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om de cliënt te observeren in een medium en in de relatie met de creatief therapeut en eventuele groepsgenoten. Memorie van toelichting De creatief therapeut creëert situaties die cliënten uitnodigen tot reacties en actief handelen. De creatief therapeut hanteert hiervoor alle componenten die deel uitmaken van de totale situatie zoals, ruimte, materialen, instrumenten en/of attributen, werk/spelvormen, communicatie- en relatievormen. De creatief therapeut kan vanuit een diagnostische hypothese een observatieprogramma opstellen ter toetsing van de hypothese. De creatief therapeut observeert de uitingsvormen van de cliënt en is in staat onderzoek te doen naar enerzijds de voor de cliënt bereikbare en voor eigen vormgeving bruikbare mogelijkheden, en anderzijds niet bereikbare verstarde of niet ontwikkelde potenties in vormgeving en interactie. De creatief therapeut let op het door de cliënt bereikte en te bereiken niveau van vormgeving, is in staat om betekenis te verlenen aan het symbolische of metafore karakter van de uitingsvorm en kan beschrijven hoe de samenhang met actie- en interactiepatronen in deze situatie gestalte krijgt. De creatief therapeut kan over de resultaten met cliënten communiceren, tevens kan hij in een professioneel overleg relaties leggen naar diagnostische classificatiesystemen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

29 Subsegment 1.3 Diagnosticeren en indiceren De beginnend beroepsbeoefenaar demonstreert dat hij in staat is om een voorlopige creatief therapeutische diagnose stellen. Memorie van toelichting De creatief therapeut systematiseert de gegevens die in het handelen en vormgeven van de cliënt zichtbaar zijn geworden. Er worden verbanden gelegd tussen verbaal en non-verbaal gedrag. Tevens worden er verbanden gelegd tussen belevingsmogelijkheden en interacties in een medium enerzijds en anderzijds die in relaties met therapeut en eventuele groepsgenoten. De creatief therapeut systematiseert en analyseert deze gegevens en trekt conclusies die in verband met de problematiek en de behandelvraag staan. De creatief therapeut kan over de voorlopige diagnose met cliënten communiceren, tevens kan hij in een professioneel overleg relaties leggen naar diagnostische classificatiesystemen. Opleidingsprofiel Creatieve Therapie december 1999

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene

Nadere informatie

De competente sociaal agoog

De competente sociaal agoog De competente sociaal agoog Elke beroepsopleiding hanteert een eigen competentieprofiel waar de beginnende professional aan moet voldoen. De daaruit komen overeen met de landelijk vastgestelde beroepskwalificaties.

Nadere informatie

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk

De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk De CBP: Competentie Beoordeling Praktijk Op de HBOV van de Hogeschool Leiden wordt sinds het studiejaar 2013-2014 gewerkt met CBP s, Competentie Beoordelingen in de Praktijk. Gedachte hierachter is, dat

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Competentieprofiel Instituut voor Interactieve Media Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006 Aangepast in maart 2009 Inleiding De opleiding Interactieve Media

Nadere informatie

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF

Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;

Nadere informatie

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren. Bijlage V Bij het advies van de Commissie NLQF EQF Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en. Tabel ter vergelijking NLQF niveaus 5 t/m 8 en Dublindescriptoren NLQF Niveau 5 Context Een onbekende, wisselende

Nadere informatie

Kerncompetenties psychotherapeut

Kerncompetenties psychotherapeut Kerncompetenties psychotherapeut 5 oktober 2006 Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie Overname is toegestaan, mits ongewijzigd en met gebruik van bronvermelding. Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie,

Nadere informatie

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011

Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Kwaliteitsprofiel Verloskundige Echoscopist maart 2011 Inleiding Door het toenemende belang van echoscopisch onderzoek in de zwangerschap en de invoering van prenatale screening in Nederland, wordt het

Nadere informatie

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend.

Competentie 1 Ondernemerschap Initiëren en/of creëren van producten en/of diensten, zelfstandig en ondernemend. Naam student: Studentnummer: Evaluatieformulier meewerkstage CE In te vullen door de bedrijfsbegeleider van de stage biedende organisatie voorafgaand aan het eindgesprek met de stagedocent. De stagiair

Nadere informatie

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs

Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Bekwaamheidseisen leraar primair onderwijs Uit: Besluit van 16 maart 2017 tot wijziging van het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel en het Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel BES in verband

Nadere informatie

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen

TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING. Professioneel Handelen TRAINING EN TOETSING BINNEN DE OPLEIDING 1 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Doelstellingen competenties Structuur en éénduidigheid Uniformiteit in formulering 2 LEERRESULTATEN EN COMPETENTIES Generieke competenties

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Student Company op het hbo. Stappenplan

Student Company op het hbo. Stappenplan Student Company op het hbo Tijdens Student Company ontwikkelen de studenten een bedrijfsconcept en rollen dit uit gedurende een collegajaar lang. Ze verdelen functies, bepalen hun doelgroep, brainstormen

Nadere informatie

De 6 Friesland College-competenties.

De 6 Friesland College-competenties. De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke

Nadere informatie

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:

Nadere informatie

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen

HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep

Nadere informatie

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015 Doel en beoogde opbrengst van de dialoog De opdracht van het platform is te komen tot een integrale, maatschappelijk breed gedragen en

Nadere informatie

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER Checklist ingevuld op: Door individuele SPH er: Door SPH-team/projectgroep: Leden: Werkwijze:

Nadere informatie

de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep.

de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep. Opleidingsplan Opvoedcoach 1. Scholingsactiviteit Opleiding tot opvoedcoach (Hbo-niveau). 2. Leerdoelen De student leert ouders en opvoeders bij het opvoeden te ondersteunen, zo nodig door te verwijzen

Nadere informatie

Deskundigheid in Creatief Vermogen

Deskundigheid in Creatief Vermogen Deskundigheid in Creatief Vermogen 2017-2018 Creatief Vermogende Leerkracht in de klas Creatief Vermogen Utrecht wil creativiteit in het hart van het primair onderwijs plaatsen. De professionaliteit van

Nadere informatie

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige

Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige Eindtermen vervolgopleiding intensive care verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot intensive care verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied intensive

Nadere informatie

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*

2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3* Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart

Nadere informatie

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem

Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Medical Imaging/ Radiation Oncology Masteropleiding Haarlem Gezondheid, Sport en Welzijn Masteropleiding Medical Imaging/ Radiation Oncology Verschillende studies laten zien dat de druk op de gezondheidszorg

Nadere informatie

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen

Nadere informatie

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Piter Jelles Strategisch Perspectief Piter Jelles Strategisch Perspectief Strategisch Perspectief Inhoudsopgave Vooraf 05 Piter Jelles Onze missie 07 Onze ambities 07 Kernthema s Verbinden 09 Verbeteren 15 Vernieuwen 19 Ten slotte 23 02 03

Nadere informatie

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee.

Onderwijsvernieuwing. We doen er allemaal aan mee. Onderwijsvernieuwing We doen er allemaal aan mee. Maar. Welke kant willen we op? Wat speelt er in mijn team? Wil iedereen mee? Waar liggen de interesses? Waar zit de expertise? WAARIN GA IK INVESTEREN?

Nadere informatie

Werkdocument 1 Opleidingsconcept

Werkdocument 1 Opleidingsconcept Samenvatting De basis van de samenwerking binnen Samenscholing.nu is de gezamenlijke visie op de eisen waaraan onderwijskrachten in Rotterdam moeten voldoen. De aard van de opleiding is afgestemd op het

Nadere informatie

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG

Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie

Nadere informatie

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015

HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 HET GEHEIM VAN GOED BEGELEIDEN IS GOED LUISTEREN NAAR DE STUDENTEN JOHN HATTIE HET NIEUWE CURRICULUM WERKVELD HBO-V 19 NOVEMBER 2015 Beroepsprofiel 2020-Christine Rietveld Aan de slag Wat gaan we doen?

Nadere informatie

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg

Competentieprofiel. kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Competentieprofiel kaderlid LGB Beroepsinhoud Zorg Generieke Competenties... 2 Affiniteit met kaderlidmaatschap... 2 Sociale vaardigheden... 2 Communicatie... 2 Lerend vermogen... 3 Initiatiefrijk... 3

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN

COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENTIETOETSEN IN HBO OPLEIDINGEN COMPETENT GETOETST TOETSEN & EXAMINEREN IN HET HBO ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 4 OKTOBER 2016 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot kinderverpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied kinderverpleegkundige

Nadere informatie

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november

Ontwerpkaders: Leeruitkomsten. Versie 1.0/ november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten/versie 1.0/november Ontwerpkaders: Leeruitkomsten Versie 1.0/ november 2016 1 Flexibel onderwijs Flexibel Onderwijs kenmerkt zich door tijd, plaats en tempo-onafhankelijk studeren. De route is individueel en past bij de uitgangssituatie

Nadere informatie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen

Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Visie en eindtermen voor jobcoachopleidingen Versie 1.0 12 april 2012 Inhoudsopgave blz. Voorwoord 2 Algemeen -Visie 3 -Methodiek 4 Intake/assessment 5 Jobfinding 6 Coaching on the job 7 Definitielijst

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr.

Keuzedeel mbo. Voorbereiding hbo. behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo. Geldig vanaf 1 augustus 2013. Crebonr. Keuzedeel mbo Voorbereiding hbo behorend bij één of meerdere kwalificatiedossiers mbo Geldig vanaf 1 augustus 2013 Crebonr. Vastgesteld Penvoerder: Ontwikkeld door: 2 van 7 1. Algemene informatie D1: Voorbereiding

Nadere informatie

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt:

Achtergrond. Missie Onze missie op basis van deze situatie luidt: Achtergrond Basisschool De Regenboog staat in de wijk Zuid-west in Boekel en valt onder het bestuur van Zicht PO. Evenals de andere scholen onder dit bestuur gaan wij de komende periode vorm geven aan

Nadere informatie

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus)

Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus) Opleiding: Eerst Verantwoordelijke Verzorgende met plus (EVV met plus) De Eerst Verantwoordelijke Verzorgende (EVV er) is onmisbaar in de zorg en u wilt uw EVV er de juiste kennis en vaardigheden meegeven.

Nadere informatie

Beoordelen in het HBO

Beoordelen in het HBO Beoordelen in het HBO Eef Nijhuis Saxion Joke van der Meer HAN RIZO 12 maart 2013 Competentiegericht leren Competenties bepalen de inhoud van leren en toetsen Leren en beoordeling zijn gericht op effectief

Nadere informatie

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging

Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Toekomstbestendige beroepen in de verpleging en verzorging Beroepsprofiel verzorgende IG altijd dichtbij werkt voor DE ZORG www.nu91.nl Landelijk Overleg Opleidingen Verpleegkunde Een nieuw beroepsprofiel:

Nadere informatie

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg

Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Naam: Klas: praktijkbegeleider: Werkplek: Toelichting bij de Voortgangsrapportage Maatschappelijke Zorg Gedurende de opleiding werken de studenten in de praktijk aan praktijkopdrachten. Een schooljaar

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer 91370. Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 2 Inhoudsopgave Inleiding 3 Opdrachten

Nadere informatie

TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid

TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid TRAINING VOOR VERTROUWENSPERSONEN Over integriteit en vertrouwelijkheid Training voor medewerkers die binnen hun bedrijf als vertrouwenspersoon optimaal willen functioneren. Training vertrouwenspersonen

Nadere informatie

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs :

2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : 2 e Fontys Onderzoekscongres Onderzoek & Onderwijs : Onderzoek in de onderwijspraktijk van Fontys Wat doen we? Hoe gaat het? Wat levert het op? KEY NOTE: ANOUKE BAKX & JOS MONTULET Onderzoek binnen de

Nadere informatie

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289

Keuzedeel mbo. Triage. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0289 Keuzedeel mbo Triage gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0289 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2016 2 van

Nadere informatie

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant

Landelijk Opleidingscompetentieprofiel. Master Physician Assistant Landelijk Opleidingscompetentieprofiel Master Physician Assistant Dit Landelijk Opleidingscompetentieprofiel van de Physician Assistant is tot stand gekomen door samenwerking tussen de 5 PA opleidingen

Nadere informatie

Competentie-invullingsmatrix

Competentie-invullingsmatrix Competentie-invullingsmatrix masterprf Master of Science in de wiskunde Academiejaar 2016-2017 Legende: W=didactische werkvormen E=evaluatievormen Competentie in één of meerdere wetenschappen Wetenschappelijke

Nadere informatie

Integrale lichaamsmassage

Integrale lichaamsmassage Integrale lichaamsmassage Eindtermen theorie: - De therapeut heeft kennis van anatomie/fysiologie en pathologie m.b.t. Integrale lichaamsmassage; - De therapeut is zich ervan bewust dat een massage behandeling

Nadere informatie

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN

COMMUNICEREN VANUIT JE KERN COMMUNICEREN VANUIT JE KERN Wil je duurzaam doelen bereiken? Zorg dan voor verbonden medewerkers! Afgestemde medewerkers zijn een belangrijke aanjager voor het realiseren van samenwerking en innovatie

Nadere informatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs 1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs Het Vlaams parlement legde de basiscompetenties die nagestreefd en gerealiseerd moeten worden tijdens de opleiding vast. Basiscompetenties zijn een

Nadere informatie

1. Interpersoonlijk competent

1. Interpersoonlijk competent 1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft

Nadere informatie

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren

Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Realiseren van VOET in Geschiedenis: leren leren I II III Leren leren Welke afspraken worden gemaakt om geschiedenis te studeren? Wordt dit opgevolgd per graad en van graad tot graad? Leren leren blijft

Nadere informatie

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE

OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE OPLEIDING INTENSIVE CARE VERPLEEGKUNDIGE 1. Deskundigheidsgebied van de intensive care verpleegkundige blad 2 van 11 2. Eindtermen voor de opleiding intensive care verpleegkundige blad 6 van 11 LRVV Deel

Nadere informatie

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG

Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan

Nadere informatie

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017

COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 COMPETENTIETOETSEN DOMEIN APPLIED SCIENCE ANTOINETTE VAN BERKEL HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM 23 MAART 2017 1 DOCENTEN AAN HET WOORD Wat is adequaat bewijs om competenties aan te tonen? Hoe kom ik tot een intersubjectief

Nadere informatie

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017

Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau

Nadere informatie

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER, TEAMBEGELEIDER OF MANAGER

VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER, TEAMBEGELEIDER OF MANAGER VERZAMELSCORELIJST VAN GEWENSTE EN AANWEZIGE (DEEL)KWALIFICATIES VOOR SPH ERS IN DE FUNCTIE VAN HULPVERLENER, TEAMBEGELEIDER OF MANAGER Checklist ingevuld op: Door individuele SPH-er: Door SPH-team/projectgroep/managementteam:

Nadere informatie

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden:

De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Marco Snoek over de masteropleiding en de rollen van de LD Docenten De curriculum van de masteropleiding PM MBO kan op verschillende niveau s bekeken worden: Het intended curriculum : welke doelen worden

Nadere informatie

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN

De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker

Nadere informatie

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL

Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid. Leg het fundament. Crebonummer Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL Beoordelingseenheid A Proeve van Bekwaamheid Leg het fundament Crebonummer 91370 Opleiding Sociaal Cultureel Werker Kwalificatieniveau 4 BOL/BBL EXAMENBANK PROVE2MOVE 1 e herziene druk: november 2013 ISBN:

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT

COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid

Nadere informatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. A. Plaats in de organisatie

FUNCTIEBESCHRIJVING. A. Plaats in de organisatie FUNCTIEBESCHRIJVING A. Plaats in de organisatie 1. Doelstelling discipline Het inzetten van fysiotherapeutische expertise in samenhang met andere disciplines en in het kader van revalidatiegeneeskundige

Nadere informatie

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen

Begrippenlijst. Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden. Register Zorgprofessionals. Uitvoeringsregelingen Begrippenlijst Kwaliteitsregister Verpleegkundigen & Verzorgenden Register Zorgprofessionals Uitvoeringsregelingen Vastgesteld door het College Kwaliteitsregister V&V en Register Zorgprofessionals op 10

Nadere informatie

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen)

Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen) Vaardighedentoets (Portfolio) gezondheidszorgpsycholoog behandeling en evaluatie (volwassenen en ouderen) Doelstelling De volgende twee Kerncompetenties en vaardigheden in de Regeling periodieke registratie

Nadere informatie

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de

Bij de MSF (verwijzers) is het verplicht minimaal 3 verwijzers een vragenlijst te sturen, voor de Multisource Feedback Er zijn drie verschillende formulierensets Multisource Feedback (MSF) beschikbaar in het digitaal portfolio: Bij de MSF (collega s) is het verplicht minimaal 3 collega s een vragenlijst

Nadere informatie

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1

Eindtermen. Eindtermen Praktijk: Eindtermen Voetreflextherapeut.doc 1 Eindtermen Voetreflexzonetherapie: Eindtermen theorie: - De therapeut behandelt vanuit een holistische mensvisie en stelt binnen het kader van beroepsprofiel het lichamelijk en geestelijk functioneren

Nadere informatie

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018)

Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) Leergebied Overstijgend Onderwijs in de VMBO stroom (versie juni 2018) In de VMBO stroom van het ACL wordt sinds het schooljaar 2016-2017 expliciet aandacht besteed aan de leergebied overstijgende (LGO)

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot spoedeisende hulp verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied

Nadere informatie

Modulebeschrijving FINSLC0108

Modulebeschrijving FINSLC0108 pagina 1 van 5 Modulebeschrijving FINSLC0108 Naam module FINSLC0108 Vakgebied(en) Studieloopbaancoaching Studiepunten 1 EC Voorkennis De vereiste voorkennis van deze module zijn de stagevoorbereidingsactiviteiten

Nadere informatie

TBN - Beroepscode Tarotprofessional

TBN - Beroepscode Tarotprofessional De Tarot Beroepsvereniging Nederland zet zich in voor de belangen van tarotprofessionals in Nederland. De bij de Tarot beroepsvereniging aangesloten leden werken door het hele land. Door opleiding en nascholing

Nadere informatie

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1

EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1 EVC-Beroeps-Overstijgende-Competentiestandaard niveau 1 Context: Een herkenbare leef- en werkomgeving Bezit basale/algemene kennis van eenvoudige feiten en ideeën gerelateerd aan een beroep of kennisdomein.

Nadere informatie

voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg gebaseerd

voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg gebaseerd Onderwijs voor kleinschalig wonen in de ouderenzorg Gebaseerd op Verzorgende-IG (niveau 3) en Medewerker Maatschappelijke (niveau 3) van 2011-2012 Een belangrijke ontwikkeling in de ouderenzorg is kleinschalig

Nadere informatie

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

ECTS-fiche. Opleiding. Geïntegreerde competentieverwerving 2. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot ECTS-fiche 1. Identificatie Opleiding Module Code Lestijden Studiepunten Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot GMW Geïntegreerde competentieverwerving 2 AD2 40 n.v.t. 220 JA aanvragen

Nadere informatie

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum

Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum Visie en werkwijze participatie van ouderen in het Ben Sajetcentrum - het 10 punten participatie plan - Het Ben Sajetcentrum is een academische leerwerkplaats waar we de praktijk van / in de zorg willen

Nadere informatie

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium

3. Een norm voor valide examenproducten norm voor valide examenproducten cesuur exameninstrumentarium Dit document is een onderdeel uit het advies Drie routes naar een valide examenproduct van mei 2016. De uitwerking van het advies vindt plaats vanaf augustus 2016 door de hiervoor aangestelde kwartiermaker

Nadere informatie

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige

Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige Eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige De beschrijving van de eindtermen voor de vervolgopleiding tot oncologie verpleegkundige is ontleend aan het deskundigheidsgebied van de

Nadere informatie

Heikamperweg AZ Asten-Heusden

Heikamperweg AZ Asten-Heusden Heikamperweg 1 5725 AZ Asten-Heusden bbs.antonius@prodas.nl www.antonius-heusden.nl Beste geïnteresseerde in de kwaliteiten van BBS. Antonius, Kwalitatief en passend onderwijs verzorgen is een opdracht

Nadere informatie

Marktconsultatie 13 november Overlegtafel Zorgproduct Behandeling Psychosociaal

Marktconsultatie 13 november Overlegtafel Zorgproduct Behandeling Psychosociaal Marktconsultatie 13 november Overlegtafel Zorgproduct Behandeling Psychosociaal Aanleiding extra overlegtafel Reactie op verdiepingsbijeenkomst niet-integrale producten Jeugd Ambulant van 9 oktober. Kansen

Nadere informatie

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie.

De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. ROWF Les op locatie in de beroepsopdracht van de HvA. De ROWF organiseert al vanaf het begin van de opleidingsschool onderdelen vanuit het generieke programma van de HvA Les op Locatie. Het doel is de

Nadere informatie

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten

Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten Handleiding Portfolio assessment UvA-docenten najaar 2005 Inleiding In het assessment UvA-docent wordt vastgesteld welke competenties van het docentschap door u al verworven zijn en welke onderdelen nog

Nadere informatie

kempelscan K1-fase Eerste semester

kempelscan K1-fase Eerste semester kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten

Nadere informatie

STANDPUNT. Praktijkleren JGZ Jeugdarts-KNMG!

STANDPUNT. Praktijkleren JGZ Jeugdarts-KNMG! STANDPUNT Praktijkleren JGZ 0-18 (voorheen: Praktijkleren andere leeftijdsgroep) in het kader van de profielopleiding tot Jeugdarts-KNMG AJN Jeugdartsen Nederland Praktijkleren JGZ 0-18 Versie: Juli 2016

Nadere informatie

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan

WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan 1 WORKSHOPHANDLEIDING Het Verbeterplan Doorstroomtraject BBL/BOL-PW4 Kerntaak: 3 Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken Werkprocessen: 3.1 Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering

Nadere informatie

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek.

Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. Hogeschool Windesheim Zwolle Aandacht voor jeugdzorg en jeugd- en opvoedhulp in hbo-opleidingen en onderzoek. WGV Oost Deventer, 20 maart 2013 Attie Valkenburg van Roon, projectleider Master Zorg voor

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016

PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016. Modeltraject eerste jaar Semester 1 WWW.AP.BE OPLEIDINGSONDERDELEN 2015/2016 PROFESSIONELE BACHELOR ERGOTHERAPIE 2015-2016 Modeltraject eerste jaar Semester 1 Professioneel redeneren 1 6 ECTS Je zal de geschiedenis en de specifieke plaats van ergotherapie binnen de organisatie

Nadere informatie

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7

kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas

Nadere informatie

Externe brochure : toelichting

Externe brochure : toelichting Externe brochure : toelichting Doel: profilering Veldzicht Doelgroep: stakeholders Veldzicht Optionele uitwerking: boekje centrum voor transculturele psychiatrie VAARDIG EN VEILIG VERDER HELPEN In Veldzicht

Nadere informatie

Thermometer leerkrachthandelen

Thermometer leerkrachthandelen Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie

Nadere informatie

Kern van leidinggeven in het nieuwe cluster

Kern van leidinggeven in het nieuwe cluster Kern van leidinggeven in het nieuwe cluster a. weet wat zij/hij wil; kan mee ontwerpen, kan het ontwerp in een nieuwe dagelijkse routine vertalen en in korte cycli snel verbeteren; b. heeft een fase-bewustzijn;

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen.

Voor elke competentie dient u ten eerste aan te geven in welke mate deze vereist is om het stageproject succesvol te (kunnen) beëindigen. FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSWETENSCHAPPEN NAAMSESTRAAT 69 BUS 3500 3000 LEUVEN, BELGIË m Stageproject bijlage 1: Leidraad bij het functioneringsgesprek Naam stagiair(e):.. Studentennummer:. Huidige opleiding

Nadere informatie

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging

Inhoud: Schoolplan 2015-2019. Verantwoording. Motto, missie, visie, overtuigingen. Doelen. Samenvatting strategisch beleid van de vereniging Schoolplan 2015-2019 Inhoud: Verantwoording Motto, missie, visie, overtuigingen Doelen Samenvatting strategisch beleid van de vereniging 21 e eeuwse vaardigheden Schematische weergave van de vier komende

Nadere informatie

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO

ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, ALO Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio Startbekwaamheid Hoofdfase 3, AL pleiding Academie voor Lichamelijke pvoeding Februari 2013 Zelfevaluatie ten behoeve van het beoordelingsportfolio

Nadere informatie

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar BEROEPSSPECIFIEKE COMPETENTIES De pas afgestudeerde kan: 1.1 via dossierstudie en specifiek ergotherapeutisch assessment de mogelijkheden en de beperkingen van de cliënt en het cliëntsysteem exploreren

Nadere informatie

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken. Opbouw Basistraining Cultuureducatie boven C-niveau/Zeeland Versie aanbieders/culturele instellingen 1 Bedoeling Doel van de basistraining is, om binnen de keuzes die Zeeland heeft gemaakt voor de invulling

Nadere informatie

Toetstermen en taxonomiecodes

Toetstermen en taxonomiecodes Toetstermen en taxonomiecodes Door middel van toetstermen is vastgelegd wat deelnemers moeten kennen en kunnen. Een toetsterm is bepalend voor de inhoud van de opleiding en de toetsing. Dit betekent dat

Nadere informatie

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider.

Competentieprofiel MZ Opleider. Competentieprofiel voor mz-opleider. Competentieprofiel MZ Opleider Dit is een verkorte versie van het document dat is vastgesteld door de ledenvergaderingen van BVMP en BVMZ. In de volledige versie zijn enkele bijlagen toegevoegd, deze worden

Nadere informatie