De Maximale Inspannings Fiets Test

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De Maximale Inspannings Fiets Test"

Transcriptie

1 De Maximale Inspannings Fiets Test Voor cardiopatiënten in fase Ι Ι van hun revalidatie programma HANDLEIDING Instituut Fysiotherapie 17 december 2002 geproduceerd door: Afstudeergroep Niet Te Filmen (NTF ) Rachel Habets Emma Molenaar Peter Middeljans In samenwerking met: Revalidatie Centrum Amsterdam (RCA): Hogeschool van Amsterdam:

2 Voorwoord In het kader van de afstudeeropdracht aan de Hogeschool van Amsterdam, Instituut Fysiotherapie hebben wij een interne opdracht uitgevoerd. Deze opdracht bestaat onder andere uit het maken van een instructie handleiding en een bijbehorende videoband over de Maximale Inspanning Fiets Test bij hartpatiënten, uitgevoerd in het Revalidatie Centrum Amsterdam (RCA). Behalve in het RCA zijn de video en de handleiding ook op het Instituut Fysiotherapie in de mediatheek te vinden, waar het materiaal gebruikt kan worden voor onderwijsdoeleinden. Dit product is mede tot stand gekomen door: Bob van de Berg, interne opdrachtgever (HvA) Jeroen Overmars, externe opdrachtgever (RCA) Bert Schaap, afstudeerbegeleider (HvA) Silvia Immikhuizen, testafneemster (RCA) Frank Thomissen, proefpersoon Jeroen en Roel, audiovisuele dienst (HvA) Hierbij willen wij jullie erg bedanken voor alle hulp. Emma Molenaar Peter Middeljans Rachel Habets 2

3 Inhoudsopgave Hoofdstuk: Bladzijde: 1. Inleiding 4 2. Leerdoelen 5 3. Maximale Inspannings Fiets Test Doel 3.2 Contra-indicaties 3.3 Uitvoerbaarheid / veiligheid / geschiktheid 3.4 Betrouwbaarheid 3.5 Validiteit 3.6 Responsiviteit 4. Energiesystemen Uithoudingsvermogen 4.2 Creatinefosfaatsysteem (ATP-CP) 4.3 Melkzuursysteem (glycolyse) 4.4 Aërobe energievoorziening (citroenzuurcyclus en ademhalingsketen) 4.5 Meten van uithoudingsvermogen 5. Effecten van training op het uithoudingsvermogen Collaterale vascularisatie van het hart 5.2 Stollingscapaciteiten van het bloed 5.3 Cholesterolgehalte (lipidengehalte) van het bloed 5.4 Afnemen van de bloeddruk 5.5 Cardiorespiratoire aanpassingen in rust 5.6 Veranderingen in de grootte van het hart 6. Testvoorbereiding Materiaal 6.2 Testopstelling 6.3 Instructies aan de patiënt 6.4 Aanbreng materiaal 6.5 Testuitvoering 6.6 Testafronding 7. Resultaten 21 Bijlagen 22 - De maximale Hartslag - De RER - Het VO 2 Plateau - Literatuurlijst 3

4 1. Inleiding Na te hebben gezocht naar een onderwerp hebben we gekozen voor het maken van een skillslab. In de mediatheek zijn al verscheidene skillslabs aanwezig over diverse onderwerpen. In overleg met Bob van den Berg zijn verschillende onderwerpen voor skillslabs naar voren gekomen en hebben we ons hierop georiënteerd. Een aantal van deze onderwerpen had betrekking op hartpatiënten, wat onze interesse heeft. Eén van de mogelijke opdrachten was de Maximale Inspannings Fiets Test (MIFT) die wordt uitgevoerd in het revalidatieprogramma van hartpatiënten - om te vormen tot lesstof. Zowel voor het RCA als voor het Instituut Fysiotherapie. De opdracht was dus deels intern deels extern. Het RCA (Revalidatie Centrum Amsterdam) maakt veel gebruik van de MIFT. Dit is een fietstest die wordt toegepast bij hartpatiënten. Bij binnenkomst in het revalidatiecentrum wordt de fietstest uitgevoerd. Aan de hand van deze test wordt een revalidatieprogramma opgesteld. Na acht weken wordt de MIFT opnieuw uitgevoerd bij de patiënt. Aan de hand hiervan wordt gekeken of het uithoudingsvermogen is verbeterd. Deze test staat niet op video. Aan ons is de opdracht gegeven om deze test vast te leggen op video en daar een bijhorende handleiding over te schrijven. Dus het onderwerp is geworden een instructie video met bijbehorende handleiding over de Maximale Inspannings Fiets Test voor hartpatiënten. De video en handleiding van de MIFT wordt gebruikt als instructie materiaal voor nieuw komende fysiotherapeuten in het RCA. Op de HvA is (geen) erg weinig beeldmateriaal over de MIFT aanwezig. Om die reden wordt de instructie video met bijbehorende handleiding in het onderwijs van de Hogeschool van Amsterdam (HvA) Instituut Fysiotherapie opgenomen. In deze handleiding gaan wij uitgebreid in op de uitvoering van de Maximale Inspannings Fiets Test en op de fysiologie van het uithoudingsvermogen. Wij wensen je veel leerplezier, Emma Molenaar Rachel Habets Peter Middeljans 4

5 2. Leerdoelen Deze handleiding met video is gemaakt voor zowel studenten als therapeuten. Aangezien deze groepen verschillen in kennis, zijn voor beide groepen aparte leerdoelen opgesteld. De student heeft na het bestuderen van de handleiding kennis van de volgende punten: - De inspanningsfysiologie met betrekking tot het meten van het uithoudingsvermogen. - Het doel van de Maximale Inspannings Fiets Test. - De betrouwbaarheid, validiteit en responsiviteit van de Maximale Inspannings Fiets Test. - De contra-indicaties van de Maximale Inspannings Fiets Test. - De testuitvoering van de Maximale Inspanning Fiets Test. De student heeft na het bekijken van de video: - Een duidelijk beeld van de instructies aan de patiënt. - Een duidelijk beeld hoe de materialen worden gebruikt. - Een duidelijk beeld bij welke patiënten en in welke situatie de Maximale Inspannings Fiets Test kan worden uitgevoerd. - Een duidelijk beeld van de uitvoering van de Maximale Inspannings Fiets Test. - Een duidelijk beeld hoe de resultaten worden verwerkt. De therapeut heeft na het bestuderen van de handleiding: - Verfriste kennis van de inspanningsfysiologie met betrekking tot het meten van het uithoudingsvermogen. - Het doel van de Maximale Inspannings Fiets Test. - Kennis over de manier waarop de Maximale Inspanning Fiets Test wordt afgenomen in het RCA. De therapeut heeft na het bekijken van de video: - Een duidelijk beeld van de instructies aan de patiënt. - Een duidelijk beeld van de uitvoering van de Maximale Inspanning Fiets Test in het RCA. - Een duidelijk beeld hoe de resultaten worden verwerkt. 5

6 3. De Maximale Inspannings Fiets Test In dit hoofdstuk behandelen we aspecten van de Maximale Inspannings Fiets Test (MIFT) die bepalend zijn voor het praktische gebruik en klinische relevantie. Het praktische gebruik wordt mede bepaald door het doel, de contra-indicaties en de uitvoerbaarheid van de test. De klinische relevantie wordt mede bepaald door de validiteit, betrouwbaarheid en responsiviteit. Deze begrippen worden hieronder toegelicht met betrekking op de MIFT. 3.1 Doel De MIFT heeft als doel het uithoudingsvermogen te meten van hartpatiënten. De test wordt afgenomen in de eerste week dat de hartpatiënt met het revalidatie programma mee doet. Aan de hand van de verkregen gegevens wordt de belastbaarheid van de patiënt bepaald en wordt er een trainingsprogramma voor hem / haar opgesteld. De patiënt wordt vervolgens ingedeeld in de groep die een soort gelijk belastingsniveau heeft. In week acht wordt de test nogmaals afgenomen. Dit maal fungeert de test meer als een evaluatief middel. Aan de hand van de test kan gezien worden in hoeverre de patiënt vooruitgang heeft geboekt in de afgelopen weken. De revalidatie starten niet zonder fietstest. 3.2 Contra-indicaties Voor de patiënt is van belang dat de kans op gezondheidsklachten veroorzaakt door de test geminimaliseerd worden. Om die reden zijn er contra-indicaties vastgesteld. Als een patiënt aan een of meerdere van deze indicaties voldoet is het niet toegestaan de test te ondergaan. Er is hoe dan ook een arts aanwezig bij het afnemen van de test. Deze ziet erop toe dat de veiligheid gewaarborgd wordt en grijpt in wanneer nodig is. Zijn / haar aanwezigheid is wettelijk verplicht. Hieronder worden de belangrijkste contra-indicaties genoemd. Hierbij is ervan uit gegaan dat deze test alleen bij hartpatiënten wordt uitgevoerd. - Ernstige belemmeringen van kapsel-, band- en bewegingsapparaat. - Zwangerschap. - Duizeligheid en / of misselijkheid (hoofdpijn). - Preventieve medicijnen niet ingenomen (of niet op tijd). - Pijn op de borst en / of doorstralend naar de armen. - Benauwdheid. - Hoge / lage bloeddruk. - Hartfalen. - Te hoge of te lage hartfrequentie (brady- / tachycardie). - Ernstige orthopedische afwijkingen(niet absoluut). In het RCA is het zo dat ze in het protocol vermeld staan. Soms is het zo dat er in de verwijzing vermeld staat dat er sprake is van een contra-indicatie. Soms kom je erachter tijdens de fietstest. 6

7 3.3 Uitvoerbaarheid De eisen waaraan een therapeut moet voldoen zijn dat hij of zij de procedure goed moet beheersen. Uiteraard is het prettig als de therapeut verstand heeft van de pathologie maar dat is geen eis. De arts beslist of er gestopt wordt tijdens een test. De kennis en vaardigheid worden gewoon overgedragen van de ene functieassistent op de andere. De test wordt uitgevoerd met gevoelige apparatuur. De apparatuur is in staat de omgevingsfactoren te meten en mee berekenen in de testresultaten. Deze apparatuur is niet goedkoop en dit materiaal zal je dus alleen aantreffen in grote instellingen als bijvoorbeeld revalidatie centra. Deze twee punten zorgen er voor dat de test niet erg toegankelijk is voor de gewone therapeut in een doorsnee praktijk. Daar en tegen is deze test goed uitvoerbaar voor grotere instellingen. Grote instellingen hebben over het algemeen een groter budget tot hun beschikking en hebben meer ruimte en mensen die voor de uitvoering van de test nodig zijn. Ten slotte hebben grote instellingen ook het meest baat bij het afnemen van deze test. In doorsnee praktijken zullen niet snel uitgebreide revalidatieprogramma s worden uitgevoerd. 3.4 Betrouwbaarheid Een betrouwbare test is een test die bij herhaalde afname een identieke score oplevert en waarbij de onderzoeksresultaten zo min mogelijk afhankelijk zijn van toeval. Bij de MIFT wordt de invloed van het toeval tot een minimum gereduceerd. Er wordt gebruik gemaakt van geijkt materiaal en slechts een korte tijd voor de test worden omgevingsfactoren gemeten en in de computer ingevoerd. Zo wordt er: - Een constante temperatuur van 21 C gehandhaafd - De baro pressure (luchtdruk) gemeten (1020) - De humidity (vochtigheid) gemeten (56) - Regelmatig de ergometerfiets geijkt (drie keer in de week, op de test dagen) - Gebruik gemaakt van gevoelige meetapparatuur De factor die de meetwaarden het meest kan beïnvloeden is dan nog de patiënt zelf. Deze kan angstig zijn voor wat komen gaat, onzeker over zijn inspanningsvermogen e.d. Dit soort voorbeelden kunnen de uitslag van de test doen afwijken van de werkelijkheid. De vraag is in hoeverre dit de MIFT minder betrouwbaar maakt. Over het algemeen kan gezegd worden dat de MIFT een betrouwbare test is gezien zijn nauwkeurige meetapparatuur en gestandaardiseerde uitvoering. Op deze manier is het dus verantwoord om uitslagen van verschillende testmomenten met elkaar te vergelijken (intrabeoordelaars betrouwbaarheid) of de van de ene therapeut test met die van een andere collega te vergelijken (interbeoordelaars betrouwbaarheid). 3.5 Validiteit Onder criteriumvaliditeit wordt verstaan de samenhang tussen de uitkomsten van een test met een gouden standaard (ideale test met de hoogste mate van validiteit) die gebruikt en geaccepteerd wordt in het werkveld. 7

8 De validiteit van MIFT is naar vermoeden hoog. In Richtlijnen voor hartrevalidatie van het KNGF wordt de maximale inspanningstest beschouwd als objectief meetinstrument voor het gestandaardiseerd beoordelen van het inspanningsvermogen. In de ergometrie waarin sub-maximaal testen worden beoordeeld op validiteit worden maximaal testen zoals deze gezien als gouden standaard. We denken daarom vanuit dat de MIFT een hoge validiteit heeft. 3.6 Responsiviteit Responsiviteit verwijst naar de eigenschap van een meetinstrument om kleine maar klinisch relevante veranderingen waar te kunnen nemen. Bijvoorbeeld door een VAS-schaal van 100 millimeter te gebruiken kunnen kleine veranderingen eerder worden opgemerkt dan wanneer een driepuntsschaal gebruikt wordt. De MIFT heeft naar onze mening een hoge responsiviteit. Dit verwachten wij ten aan zien van de manier waarop de test wordt afgenomen. 3.7 Conclusie De MIFT heeft wel wat voorwaarden voordat deze daadwerkelijk praktisch en klinisch relevant kan worden genoemd. - De MIFT is geen goedkope test - Is arbeidsintensief - Kent door zijn hoge intensiteit een aantal contra-indicaties - Vereist kennis en vaardigheid van de therapeut Wat dat betreft is de MIFT niet praktisch in de zin van eenvoudig uit te voeren. Daarentegen maken deze factoren de test niet minder relevant voor de kliniek. De test is: - In hoge mate specifiek - Betrouwbaar - Valide Dit maakt het een zeer relevante test. Praktisch en klinische relevantie zijn daarom in onze ogen evenwichtig. 8

9 4. Energiesystemen In dit hoofdstuk beschrijven we de verschillende energiesystemen. Ook gaan we in op de term uithoudingsvermogen en beschrijven hoe dit gemeten wordt. Dit hoofdstuk is bedoeld om een gedetailleerd beeld te krijgen over de manier waarop energie vrijkomt tijdens belasting. Hierdoor wordt het duidelijk wat nu precies gemeten wordt bij de Maximale Inspannings Fiets Test (MIFT). 4.1 Uithoudingsvermogen Uithoudingsvermogen is het in staat zijn om een vorm van arbeid gedurende een bepaalde tijd vol te houden. Een vereiste om arbeid - bijvoorbeeld fietsen (lang) vol te houden, is voldoende energie toevoer. De energie voor lichamelijke inspanning komt voort uit de afbraak van ons voedsel. Deze vorm van energie is echter niet direct bruikbaar. De energie die vrijkomt wordt vanuit de spijsvertering aangewend om een andere chemische verbinding te vormen, namelijk het adenosinetrifosfaat (ATP). ATP ligt in alle spiervezels opgeslagen. De cel kan zijn gespecialiseerde arbeid slechts verrichten met de energie die vrijkomt uit deze verbinding. Als ATP wordt afgebroken staat deze een fosfaatgroep af. Daarbij komt energie vrij. Het product na de reactie is dan ADP (adenosinedifosfaat) + P (fosforzuur). In formule vorm: ATP ADP + P + energie De formule kan ook omgekeerd worden zodat vanuit ADP + P weer ATP ontstaat. Vergeet niet dat de resynthese van ATP energie kost. In formule vorm: ADP + P + energie ATP Aangezien ATP de directe en enige energievorm is waarmee een cel activiteit kan leveren, is de resynthese (2 de formule) van ATP een vereiste. Immers, wanneer dit niet zo was zou de ATP-voorraad snel op zijn en arbeid was dan slecht van korte tijd leverbaar. Zoals gezegd is voor resynthese energie nodig. Er zijn drie systemen die energie kunnen aanleveren. 1) Anaërobe alactacide energievoorziening: creatinefosfaatcyclus (fosfaatsysteem) 2) Anaërobe lactacide energievoorziening: glycolyse (melkzuursysteem). 3) Aërobe energievoorziening: citroenzuurcyclus en ademhalingsketen (zuurstofsysteem). Het eerste systeem is een eenvoudige reactie met creatinefosfaat (CP) dat ook in de cel aanwezig is. De laatste twee systemen zijn ingewikkelde chemische reacties waarbij voedingsstoffen worden afgebroken. Zij leveren het grootste deel van de energie die nodig is voor ATP-vorming. In de afbeelding op de volgende pagina is symbolisch weergegeven hoe deze systemen voor de nodige energie zorgen: 9

10 Schema 1: Een korte weergave hoe energie wordt gewonnen en wordt omgezet in ATP. 4.2 Creatinefosfaatsysteem (ATP-CP) Het in de spiercel aanwezige ATP is bij lichamelijke belasting slechts voldoende voor enkele seconden. Aanvullend op het ATP komt in de cel een ander energierijk fosfaatmolecuul voor, het creatinefosfaat (CP). De hoeveelheid daarvan in de spier opgeslagen is 3-4 keer groter dan de ATP-opslag. Het enzym creatinefosfokinase brengt de splitsing van creatinefosfaat (CP) in creatine (Cr) en een fosfaatgroep (Pi) tot stand. De fosfaatgroep van het gesplitste CP wordt op het energiearme ADP overgedragen en hierbij ontstaat weer energierijk ATP. De resynthese van ATP uit CP en ADP begint bijna gelijktijdig met het inzettende ATP-verbruik. De processen vinden anaërobe plaats en er wordt bij deze vorm van de ATP-resynthese geen lactaat (melkzuur) gevormd. Deze stofwisseling wordt anaërobe alactacide stofwisseling genoemd. ATP en CP kunnen bij kortstondige intensieve belastingen ongeveer sec energie leveren. Als de lichamelijke arbeid na deze gegrensde tijdsspanne van sec moet worden doorgevoerd, dan moet de spiercel op de anaërobe lactacide (melkzuur) en de aërobe energievoorziening teruggrijpen. 4.3 Melkzuursysteem (glycolyse) Na het begin van de lichamelijke arbeid gedurende welke de energierijke fosfaten energie leveren zet tijdelijk vertraagd de energiewinning uit glycogeen en glucose in. De in de spier opgeslagen glycogeen wordt door middel van glucose-6-fosfaat en pyrodruivenzuur (pyruvaat) tot melkzuur afgebroken. De anaërobe lactacide energievoorziening bereikt na sec. het maximum en wordt bij lichte lichamelijke arbeid na ongeveer 60 sec. door de aërobe glucoseafbraak gevolgd. Bij 10

11 zware lichamelijke arbeid en als de aërobe glucoseafbraak alleen de benodigde energie niet beschikbaar kan stellen, loopt de anaërobe afbraak van glucose tot melkzuur naast de aërobe glucoseafbraak verder. Tot de duur van 1-2 min. domineren dan de anaërobe lactacide processen en de daarbij ontstane tussen- en eindproducten het stofwisselingsgebeuren. Bij ongeveer 2 min intensieve lichamelijke arbeid levert de anaërobe nog 50% van de benodigde energie. Bij een toenemende arbeidsduur wint de aërobe stofwisseling aan betekenis. Het idee dat lactaat alleen gevormd wordt als de werkende spier niet voldoende met zuurstof (O 2 ) kan worden voorzien is foutief. Lactaat wordt altijd gevormd en voortdurende geëlimineerd. Al bij laag intensieve belastingen, bijvoorbeeld wandelen, joggen of rustig fietsen komt het tot een stijging van de bloedlactaatconcentratie. Als de belasting intensiever wordt, bijvoorbeeld bij een sprint, midden- en langeafstandsloop - dus bij intensieve belastingen tussen de 10 sec. en de 30 min. stijgt de bloed-lactaatspiegel als uitdrukking van een versterkt anaërobe afbraak van glycogeen en glucose nog meer. Melkzuur: Als bij de glycolyse glucose tot melkzuur wordt afgebroken, ontstaan bij de oplossing hiervan lactaat en H+-ionen. Niet lactaat, maar de H+-ionen doen de ph-waarde dalen (wordt zuurder) en veroorzaakt een acidose. De acidose en de H+ionen leiden door middel van een reductie van de enzymactiviteit tot stoornissen in de energiestofwisseling. Dit benadeelt de interactie tussen de actine- en myosynefilamenten tijdens het contractieproces. Schema 2: Korte uitleg van wat Melkzuur is en hoe het zijn werking op spierweefsel heeft. 4.4 Aërobe energievoorziening (citroenzuurcyclus en ademhalingsketen): Bij de aërobe energievoorziening in verband met lichte lichamelijke arbeid en het uithoudingsvermogen moet het hart en de bloedsomloop de benodigde zuurstof (O 2 ) aan de arbeidsmusculatuur verschaffen. Dit gebeurt d.m.v. een verhoging van het hart-minuutvolume en een herverdeling van het bloed ten gunste van een betere doorbloeding van de musculatuur. De omschakeling van het hart-bloedsomloopsysteem van rust naar arbeid is onderhevig aan een zekere traagheid. Totdat noodzakelijke omschakelingen zijn voltrokken, domineren de anaërobe a-lactaciden (creatinefosfaatsysteem) en de anaërobe lactacide (melkzuur) stofwisselingsprocessen de energievoorziening. Pas na ongeveer 1-2 min. is het hart-bloedsomloopsysteem zo goed op de arbeid ingesteld dat het voldoende zuurstof aan de arbeidsmusculatuur levert, die dan ongeveer aan 50% van de energiebehoefte (oxidatieve stofwisselingsprocessen) kan voldoen. 4.5 Meten van uithoudingsvermogen 11

12 Voor het berekenen van het maximale aërobe uithoudingsvermogen wordt het maximale aantal liters zuurstof dat kan worden opgenomen tijdens maximale inspanning genomen. Dit wordt aangeduid met de term VO 2 max. Bij een inspanning die korter duurt dan vijf minuten kan geen sprake zijn van maximale inspanning, omdat het even duurt om de verbranding van vetten en koolhydraten met zuurstof tot een maximum op te voeren. Het aërobe uithoudingsvermogen kan met behulp van een loopband of fietsergometer bepaald worden. Dit gebeurt volgens een bepaald inspanningsprotocol waarbij de maximale zuurstofopname wordt gemeten. Theoretisch wordt de score op een maximale inspanningstest bepaald door het plateau van de VO 2 max. Weinig mensen bereiken echter in de praktijk de VO 2 max. Dan wordt er gesproken van de VO 2 peak, de hoogst bereikte zuurstof opname. De gebruikte hoeveelheid zuurstof is te meten door de uitgeademde lucht (CO 2 en O 2 waardes) op te vangen en te analyseren. Van de uitgeademde lucht wordt het volume en het zuurstofpercentage bepaalt. De formule voor deze berekening is als volgt: VO 2 max = VE x O 2 % VO 2 max VE O2 % = maximale zuurstofopname in liters per minuut = maximale ademminuutvolume (aantal liters uitgeademde lucht) = verschil tussen zuurstof percentage in de ingeademde (20,9 % standaard percentage) en uitgeademde lucht 12

13 5. Effecten van belasting en training op de gezondheid en fitheid Hieronder geven we een overzicht van de trainingseffecten. Tijdens de revalidatie periode wordt het aërobe (algehele) uithoudingsvermogen getraind. Dit om het aërobe uithoudingsvermogen, de bloeddruk en de hartslagrespons bij submaximale oefeningen te verbeteren. Het O 2 -verbruik van het myocard en de risicofactoren te verminderen (hypertensie, hyperlipidemie, inactiviteit en emotionele factoren). 5.1 Collaterale vascularisatie van het hart Wanneer een kransslagader die een bepaald deel van de hartspier (het myocard) van bloed voorziet, afgesloten raakt, kunnen er zodanige veranderingen in het arteriële netwerk optreden dat het getroffen gebied in het hartweefsel toch van bloed voorzien wordt, zij het door andere arteriën. Daarnaast kunnen kleine collaterale arteriën voor een natuurlijke bypass zorgen van de ene zijde van het afgesloten vat naar de andere zijde daarvan. Dit is echter nog niet duidelijk aangegeven. Om definitief te kunnen aangeven of lichamelijke belasting nu wel of niet tot gevolg heeft dat het aantal collaterale vaten in het hart toeneemt, is meer onderzoek nodig. 5.2 Stollingscapaciteiten van het bloed Het stollingsproces omvat een reeks ingewikkelde chemische reacties die op gang gebracht wordt door een beschadiging van de vaatwand of het weefsel. De als gevolg van atherosclerose aangetaste vaatwan vormt een goed voorbeeld van een dergelijke weefselbeschadiging. De artherosclerotische afzetting is ruw en van oppervlak, waardoor het stollingsproces in het langsstromende bloed wordt geactiveerd. Wanneer de stollingstijd en / of de tijd die nodig is om een stolsel weer op te lossen (een proces dat fibrinolyse wordt genoemd) verandert, zal ook de snelheid waarmee en de mate waarin bloedstolsels gevormd worden veranderen. Het moge duidelijk zijn dat een lange stollingstijd in combinatie met een snel fibrinolyse voor het lichaam gunstig is met betrekking tot het risico op een hartinfarct. Men heeft aan getoond dat onder invloed van lichamelijke belasting zowel het proces van bloedstolling als dat van fibrinolyse wordt versneld. Deze veranderingen hebben een tegengesteld effect en zullen elkaars werking opheffen indien ze gelijk van grootte zijn. Hieruit blijkt dat lichamelijke belasting onder deze omstandigheden op generlei wijze voordeel biedt met betrekking tot de vorming van bloedstolsels. Over dit onderwerp is echter nog maar weinig onderzoek verricht en het wachten is op nieuwe onderzoekresultaten voordat definitieve conclusies kunnen worden getrokken. 5.3 Cholesterolgehalte (lipidengehalte) van het bloed Men heeft vastgesteld dat onder invloed van lichamelijke belasting niet alleen het totale cholesterolgehalte van het bloed afneemt, maar dat ook de fractie van cholesterol in de vorm 13

14 van de zogenaamde low density lipoproteins (LDL) afneemt, terwijl die in de vorm van de zogenaamde high density lipoproteins (HDL) juist toeneemt. Men veronderstelt dat HDLcholesterol een beschermende invloed heeft op het lichaam ten aanzien van het optreden van hartinfarcten, terwijl dit voor LDL-cholesterol niet her geval is. 5.4 Afnemen van de bloeddruk Hypertensie slaat op de hoge bloeddruk, zowel systolisch (onderdruk) als diastolisch (bovendruk). Hoge bloeddruk gaat gepaard met een reeks van ziektebeelden met betrekking tot de bloedsomloop en men heeft vastgesteld dat 12% van alle mensen sterft als direct gevolg van hypertensie. Verder kan een op de vijf mensen last hebben van hoge bloeddruk op bepaalde momenten in hun leven. We weten dat de gemiddelde arteriële druk gelijk is aan het product van hartminuut volume en weerstand (Pgem =HMV x R). hieruit valt af te leiden dat hypertensie kan ontstaan door een toename in het hartminuutvolume en / of een toename in totale perifere weerstand. Er zijn diverse factoren die een toename in weerstand tot gevolg kunnen hebben; bij de meeste factoren spelen de nieren een belangrijke rol. De meest voorkomende vorm van hoge bloeddruk bij de mes wordt essentiële hypertensie genoemd. Bij deze vorm van hypertensie is de eigenlijke oorzaak niet bekend en is dus ook geen behandeling mogelijk. In dit verban is het van belang te vermelden dat men heeft kunnen vaststellen dat langdurige lichamelijke belasting een afname tot gevolg heeft van de bloeddruk in rust en tijdens belasting, vooral bij oudere mensen, mannen en vrouwen. 5.5 Cardiorespiratoire aanpassingen in rust Training heeft vijf belangrijke veranderingen tot gevolg die in rust tot uiting komen. 1) Veranderingen in de grootte van het hart; 2) Lagere slagfrequentie van het hart; 3) Groter slagvolume van het hart; 4) Een toename van het bloedvolume en het hemoglobinegehalte; 5) Veranderingen in skeletspierweefsel; Veranderingen in de grootte van het hart Het is al lange tijd bekend dat sportbeoefenaars een groter hart hebben dan niet-sporters. A) Hypertrofie van het hart bij op uithoudingsvermogen getrainde sportbeoefenaars (bijvoorbeeld: langeafstandlopers, zwemmers en hockeyspelers) wordt gekenmerkt door een groot ventrikelvolume en een normale dikte van de ventrikelwand. Dit betekent dat de hoeveelheid bloed die tijdens de diastole van het hart het ventrikel vult ook groter is. Dit vormt ook de basis voor het grotere slagvolume van het hart bij de op uithoudingsvermogen getrainde sportbeoefenaar ten opzichte van de niet-sporter of de niet op uithoudingsvermogen getrainde sportbeoefenaar. 14

15 B) Hypertrofie van het hart bij sportbeoefenaars die niet op uithoudingsvermogen getraind zijn, dat wil zeggen, zij die lichamelijke activiteiten verrichten tegen een hoge weerstand in, of activiteiten die isometrisch van aard zijn (bijvoorbeeld: worstelaars, gewichtheffers en kogelstoters) wordt gekenmerkt door een normaal ventrikelvolume en een dikkere ventrikelwand. Vroeger dacht men dat aanleg een dominerende factor was m.b.t. de grootte van het hart. Nu is echter duidelijk geworden dat verschillen in hypertrofie van het hart verband houden met de tak van sport of de soort activiteit die iemand beoefent of waarvoor iemand traint. Er is gebleken dat de hartvolume van niet-sporters flink toeneemt na enkele maanden training. Het feit dat het hartvolume niet altijd toeneemt onder invloed van training geeft aan dat de training intensief moet zin en waarschijnlijk over een lange periode, misschien zelfs jaren, moet worden volgehouden, wil het dit effect bewerkstellingen. Duurtraining gaat vaak samen met langdurige belasting van het lichaam waarbij het hartminuutvolume op een hoge waarde wordt gehouden. De reactie op een dergelijke trainingsprikkel, die wel wordt aangeduid als volumebelasting, komt tot uiting in hypertrofie van het hart door een toename in het volume van de ventrikels. Anderzijds zijn sportbeoefenaars die deelnemen aan of trainen voor kortdurende, zeer intensieve activiteiten zoals worstelen, gewichtheffen en kogelstoten niet onderhevig aan volumebelasting, maar meer aan een drukbelasting door een intermitterend verhoogde arteriële bloeddruk, zoals die zich ook voordoet bij zware belasting. Hypertrofie van het hart als reactie op deze trainingsprikkel komt tot uiting in een verdikking van de vertrikelwand. Hypertrofie van skeletspieren gaat samen met een toename in de capillaire dichtheid. Hetzelfde geldt voor hypertrofie van het hart. Dit effect draagt ertoe bij dat het hart beter doorbloed wordt; waarschijnlijk gaat er ook een beschermende werking vanuit m.b.t. het optreden van coronaire aandoeningen Verlaagde slagfrequentie van het hart De bradycardie (verlaagde slagfrequentie van het hart) in rust die het gevolg is van training. De grootte van de bradycardie die in rust zowel bij op uithoudingsvermogen getrainde sportbeoefenaars als bij sportbeoefenaars dezelfde is. De oorzaak? Het hart wordt geënerveerd door twee belangrijke vegetatieve zenuwen; - De nervi accelerantes (behorend tot het orthosympathische deel van het vegetatieve zenuwstelsel). Deze zorgt na activering voor een toename in de slagfrequentie van het hart. - De nervus vagus (behorend tot het parasympathische deel van het vegetatieve zenuwstelsel). Deze zorgt na activering voor een afname van de hartslagfrequentie) Beide zenuwen zijn elkaars antagonisten. Er is nog een andere mogelijkheid die betrekking heeft tot trainingsbradycardie: Het intrinsieke ritme (autoritme) waarmee de vezels in de SA-Knoop tot ontlading komen. Wanneer dit proces door training door training wordt vertraagd leidt dat eveneens tot een bradycardie, onafhankelijk van de invloed die het vegetatieve zenuwstelsel op de SA-Knoop uitoefent. 15

16 We kunnen stellen dat de bradycardie in rust die het gevolg is van training zeer waarschijnlijk berust op twee belangrijke invloeden. A) Een afname in de ontladingsfrequentie van de SA-Knoop die verband houdt met een toename in de hoeveelheid acetylcholine (de parasympathische neurotransmitterstof) in het atriumweefsel na training, en met een afname in gevoeligheid van de vezels in de SA- Knoop voor catecholaminen, eveneens het gevolg van training, (catecholaminen vormen een groep chemische verbindingen waartoe ook de orthosympathische neurotransmitterstoffen behoren. B) Een toename van de parasympathische invloed op het ontladingsritme van de SA-Knoop als gevolg van een vermindering van de orthosympathische activiteit. Of te wel, men vermoedt dat de toename van de vagotonus (een toename van de vagusactiviteit) een secundair gevolg is van de primaire afname van de orthosympathische activiteit van het vegetatieve zenuwstelsel die veroorzaakt wordt door training Toegenomen slagvolume van het hart Aangezien het hartminuutvolume in rust voor getrainde en ongetrainde personen vrijwel het zelfde is, zal het voor iedereen duidelijk zijn dat het slagvolume in rust bij sportbeoefenaars of getrainde mensen groter zal zijn dan dat bij ongetrainde mensen. Zoals eerder is vermeld is bij op uithoudingsvermogen getrainde sportbeoefenaars het ventrikelvolume toegenomen, waardoor ventrikels tijdens de diastole meer gevuld raken en het slagvolume toeneemt. Een andere factor die van essentieel belang is voor de toename in het slagvolume in rust na training, is het feit dat de contractiliteit (de contractiekracht) van het myocard is toegenomen. Deze toename in contractiliteit kan weer in verband gebracht worden met een verhoogde ATP-ase-activiteit in de vezels van het hart en / of door een toename van de calciumionenconcentratie in de extracellulaire vloeistof. Hierdoor wordt tijdens elke activatie van het hart meer calciumionen de vezels in diffunderen, hetgeen leidt tot betere actinemyosine-interactie Veranderingen in bloedvolume en hemoglobinegehalte Onder invloed van training neemt zowel het totale bloedvolume als de totale hoeveelheid hemoglobine toe. Het totale bloedvolume en het hemoglobinegehalte spelen een belangrijke rol m.b.t. de O2- transportsysteem. Dit komt duidelijk tot uiting in het feit dat beide nauw verband houden met de Vo2 max. Het bloedvolume en het hemoglobinegehalte zijn ook van belang bij lichamelijk belasting op grote hoogt. Aangezien warmte via het bloed vanuit centrale delen naar het lichaamsoppervlak wordt getransporteerd, waar het kan worden afgegeven, speelt het bloedvolume ook een belangrijke rol tijdens lichamelijke belasting onder warme weersomstandigheden. Training heeft echter geen invloed op de hemoglobineconcentratie. 16

17 5.5.5 Veranderingen in capillaire dichtheid en hypertrofie van skeletspieren Hypertrofie van skeletspieren als gevolg van krachttraining gaat over het algemeen gepaard met een toename in de capillaire dichtheid in het spierweefsel. De capillaire dichtheid heeft betrekking op het aantal capillairen dat een spiervezel omringt of op het aantal capillairen per mm² spieroppervlak. Duurtraining over een lange periode, veroorzaakt somt hypertrofie en bijna altijd een toename in de capillaire dichtheid in spierweefsel. De aanvoer van zuurstof en andere voedingbestanddelen naar de spier is, evenals de afvoer van stofwisselingsproducten bij de atleten sterk verbeterd omdat er meer capillairen per vezel zijn. Het aantal capillairen dat per spiervezel aanwezig is hangt samen met twee factoren: A) De omvang of diameter van de spiervezel. B) Het soort vezel of het aantal mitochondriën per vezel. (Langzame vezels meer mitochondriën bevatten dan snelle vezels). 17

18 6. Testvoorbereiding 6.1 Materialen Voor de uitvoering van de test zijn de volgende materialen nodig: Ergpometerfiets: Een geijkte ergometerfiets met omwentelingsteller. Tevens moet er een mogelijkheid zijn de fiets aan te sluiten op een PC zodat de omwentelingen ook daar kunnen worden geregistreerd. Mond / neuskapje met snorkelbitje: Mond / neuskapje met snorkelbitje zorgt ervoor dat er geen mogelijkheid is om uitgeademde lucht in contact te laten komen met de buitenlucht. Het moet wel mogelijk blijven om buitenlucht te blijven in ademen. Sensor: De sensor (in de computer ) die de waardes O 2 en CO 2 registreert van de in- en uitgeademde lucht. Apparatuur voor een ECG (electrocardiogram), nodig om de hartfrequentie (HF) te bepalen. Bloeddrukmeter Tafel met alcohol, blouse voor de dames etc. Extra: een stoel een glas water een handdoek 6.2 Testopstelling Voordat de patiënt komt moet de computer geijkt zijn en de fiets moet aan staan. Als de patiënt binnen komt kan de test meteen beginnen. Alle benodigdheden moeten klaar liggen. Zorg ervoor dat het masker en het mondstuk goed schoon zijn gemaakt en niet meer nat zijn. Het ECG-apparatuur is verbonden met de computer. Deze draait om de minuut een ECG (electro cardio gram) uit. Tijdens het uitvoeren van de test heeft de patiënt een bloeddrukmeter om zijn arm. Zet voor de patiënt een stoel, een handdoek en een glas water neer waarvan deze gebruik kan maken als hij klaar is met de test. 18

19 6.3 Instructies aan de patiënt Voordat er wordt begonnen met de MIFT wordt eerst het gewicht, de lengte en de leeftijd gemeten, deze gegevens worden in de computer ingevoerd. Hiermee berekend de computer hoeveel Watt de patiënt maximaal kan bereiken. Hierna volgt een ademhalingstest om te kijken naar de longinhoud. Als dit gebeurd is mag de patiënt zijn boven lichaam ontkleden. Hij gaat op de fiets zitten en er wordt gekeken of de fiets op de juiste hoogte staat. Hij moet zijn knieën niet over strekken met het fietsen. Het is de bedoeling dat de patiënt gaat fietsten en 60 omwentelingen per minuut maakt. De patiënt krijgt een bloeddruk meter om zijn linker bovenarm. Om de twee minuten wordt de bloeddruk gemeten. Ook krijgt de patiënt een kapje op zijn gezicht zodat de CO 2 en O 2 gemeten kan worden. Er worden verschillende plakkertjes op het lichaam van de patiënt geplakt. Dit om een ECG te kunnen maken via de computer. Om de minuut wordt een ECG uitgedraaid. Op de computer wordt constant de hartslag bij gehouden. De weerstand wordt per 6 seconden verzwaard met één Watt. Als de patiënt pijn op de borst krijgt, ademnood krijgt, duizelig wordt of zijn benen kunnen niet meer moet er gestopt worden met de test. Bij het uitvoeren van de MIFT is er altijd een arts aanwezig voor de veiligheid. De patiënt wordt onder het fietsen niet aangemoedigd. 6.4 Aanbrengen van materialen Hieronder staat beschreven hoe de materialen worden aangebracht Ademhalingstest De patiënt krijgt een knijper op zijn neus en een mondstuk in zijn mond. De patiënt moet krachtig inademen, krachtig uitademen, weer krachtig inademen en dan rustig uitademen. Dit wordt drie keer herhaald. Op deze manier wordt er naar de longinhoud gekeken Hoogte van de fiets Een snelle manier om de hoogte van het zadel vast te stellen is de patiënt met zijn arm over het zadel heen te laten hangen. De oksel van de patiënt ligt op het zadel. Het is de bedoeling dat de patiënt de as waar de stang van de trapper aan de fiets vast zit, aan kan raken Bloeddrukmeter De bloeddrukmeter zit vast aan de fiets maar geeft de gegevens door aan de computer. De patiënt krijgt als hij op de fiets zit de bloeddrukmeter om zijn linker bovenarm. 19

20 6.4.4 CO 2 en O 2 meten Als de patiënt op de fiets zit krijgt hij een masker om zijn neus en mond. Er zijn verschillende maten in. Het ligt eraan of de patiënt een smal of een breed gezicht heeft. Het masker wordt vastgemaakt om zijn hoofd. Het zuurstof wat de patiënt in en uitademt wordt gemeten. Op deze manier wordt het O 2 en CO 2 gehalte gemeten ECG Een ECG is een electro cardio gram. Om een ECG te kunnen maken moeten een soort plakkertjes op het lichaam van de patiënt worden geplakt. De plakkertjes worden aan de voorkant rondom het hart en aan de achterkant geplaatst. Het staat op de plakkertjes waar deze geplaatst moeten worden. Op de plakkertjes wordt alcohol gespoten zodat de plakkertjes blijven zitten op het lichaam. Als de patiënt borsthaar heeft moet dit een beetje weggeschoren worden 6.5 Testuitvoering Als alles klaar staat en de patiënt is op de hoogte gebracht van de test kan de test beginnen. Er wordt standaard begonnen met 30 Watt. Hierdoor kan de patiënt rustig in fietsen. Om de twee minuten wordt de bloeddruk gemeten. De hartslag wordt constant gemeten door de computer net als de CO 2 en O 2. De patiënt moet wel 60 omwentelingen per minuut halen. 6.6 Testafronding Als de patiënt aan geeft te willen stoppen is het de bedoeling dat hij rustig uit trapt. Dit zorgt ervoor dat de hartslag en bloeddruk zich kunnen herstellen. De weerstand neemt langzaam af. De laatste gegevens worden verwerkt door de computer. De plakkertjes en de bloeddrukmeter worden verwijderd. De patiënt krijgt een handdoek. Hij kan uitrusten op een stoel en eventueel een glas water drinken. Met de patiënt wordt besproken hoe hij de test heeft ervaren en wat hij van de test in het geheel vond. De uitslagen van de test worden verwerkt. Een paar minuten na het uitvoeren van de test wordt de hartslag nog steeds gemeten om te kijken hoe deze daalt. Ook wordt meteen na de test de bloeddruk gemeten en na een paar minuten nog een keer. Als deze minuten voorbij zijn wordt de hartslag meter verwijderd. Nu kan de VO 2 max worden uitgerekend. Met de patiënt wordt besproken hoe hij de test heeft ervaren en wat hij van de test in het geheel vond. 20

21 7. Resultaten Criteria voor een maximaal test Bij een maximaal test levert de patiënt een maximale inspanning en wordt het vermogen tot inspanning direct gemeten. Dit in tegenstelling tot een sub-maximaal test waarbij de patiënt niet maximaal hoeft te gaan en het inspanningsvermogen indirect berekend. Er zijn een aantal inspanningsfysiologische criteria om te bepalen of tijdens een test het aerobe maximum werkelijk bereikt is. De belangrijkste zijn: 1. Normaal gesproken moet in de grafiek van het zuurstofverbruik een plateau te zien zijn. Het lichaam kan niet meer zuurstof opnemen, maar er kan nog wél een inspanning geleverd worden. Het zuurstofverbruik blijft dus gelijk, maar de tijdlijn gaat verder. Dit veroorzaakt het plateau. In de grafiek van de proefpersoon is geen plateau te zien, dat wil zeggen dat de proefpersoon niet maximaal gefietst heeft. Hou wel in gedachte dat de formule die wordt gebruikt, een zeer ruwe formule is. Zie de grafiek in bijlage De RQ of RER is de respiratoiris quotitent. Dit is het ademhalingsquotitent van het volume uitgeademde kooldioxide, V CO 2, en het volume ingeademde zuurstof, V O 2, in een bepaalde tijd. Door inspanning adem je meer CO 2 uit dan O 2 in waardoor er gebruik wordt gemaakt van het anaërobe systeem. Hierdoor komt de RQ waarde boven de 1.0. Bij een maximale inspanningstest kan de RQ maximaal tot de 1.15 komen. Zie de grafiek in bijlage Een hoge lactaatwaarde is de uitdrukking van een versterkt anaërobe afbraak van glycogeen en glucose, welke overeenkomt met een intensieve inspanning. Een lactaatwaarde in het bloed boven de 8 mmol/liter geeft aan dat de proefpersoon maximaal heeft ingespannen. De lactaatwaarde kan gemeten worden door bloed aftenemen van de proefpersoon of patiënt. Bij deze test is dit niet gebeurd, dus kan er niks over de lactaatwaarde worden vermeld. 4. Bij maximale inspanning hoort een maximale hartslagfrequentie. Deze is globaal te schatten door het verschil te berekenen van 220minus de leeftijd van de patiënt. Bij de proefpersoon is de maximale hartslag 199. Deze maximale hartslag wordt niet gehaald, dat betekend dat hij niet maximaal heeft gefietst. Zie de grafiek in bijlage 3. 21

22 22

23 Bijlage 1 De Maximale Hartslag Hartfrequentie Hr Hartfrequentie Tijd in minuten Zijn maximale hartslag was uitgerekend op (zijn leeftijd) =199. Zoals is te zien in de grafiek, bereikt hij tijdens de gehele test geen (maximale) hartslag van

24 Bijlage 2 De RER RER RER 1,3 1,25 1,2 1,15 1,1 1,05 1 0,95 0,9 0,85 0,8 0,75 RER 0, Tijd in minuten In de minuten dat onze proefpersoon heeft gefietst, heeft hij geen RER waarde van 1.15 bereikt, maar van Nadat hij is gestopt met de test en is gaan uitfietsen zien we dat zijn RER waarde wel boven de 1.15 uit stijgt. Dit is echter normaal dat dat gebeurd en telt niet mee. 24

25 Bijlage 3 Het VO 2 Plateau Verhouding V-O2 en V-CO V-O2 (ml/min) V-CO2 (ml/min) ml/min Tijd in min 25

26 Hier is te zien dat de V-O 2 stijgt en vrij plotseling daalt, i.p.v. dat de VO 2 een horizontale lijn bereikt. De VCO 2 stijgt boven de VO 2 uit. Dit geeft aan dat er geen sprake is van het bereiken van een plateau. Bijlage 4 Literatuurlijst Berg, F van den., Toegepaste fysiologie van de organen 2, Lemma Utrecht-2001; Hoofdstuk 11, Inspanningsfysiologie Fox, E L., Fysiologie voor lichamelijke opvoeding sport en revalidatie, De Tijdstroom Utrecht, vierde druk, 1996, American College of Sports Medicine (ACSM s) guideslines for exercise testing and prescription, sixth edition, Geysel, Jos., Hlobil, H. Mechelen, W. van, Conditietests conditie, kracht en lenigheid meten met wetenschappelijk verantwoorde testmethoden, Haarlem Aufdenkampe, G., J. van den Berg, D.A.W.M. van der Windt Hoe vind ik het, zoeken en interpreteren en opzetten van fysiotherapeutisch onderzoek, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem

Inspanningsfysiologie. Energiesystemen. Fosfaatpool. Hoofdstuk 5. 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Inspanningsfysiologie Hoofdstuk 5 Energiesystemen 1. Fosfaatpool 2. Melkzuursysteem 3. Zuurstofsysteem Fosfaatpool Anaërobe alactische systeem Energierijke fosfaatverbindingen in de cel Voorraad ATP en

Nadere informatie

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer

1. Trainingsleer. AWI opleiding Trainingsleer 1. Trainingsleer AWI opleiding Trainingsleer Onderwerpen Algemene fysiologie Fysiologie en wandelen Energiesystemen Trainingswetten Fysiologie Algemene fysiologie Inspanning heeft direct invloed op: Bloedsomloop

Nadere informatie

CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER

CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER CLINIC PARELLOOP 2019 EFFECTIEF TRAINEN MET HARTSLAGMETER ENERGIESYSTEMEN Fosfaatsysteem Melkzuursysteem Zuurstofsysteem FOSFAAT SYSTEEM Anaeroob (zonder zuurstof) Alactisch Duurt bij maximale sprint 14

Nadere informatie

Voorwoord 10. Inleiding 11. 1 Inleiding in de module inspanning 1 5

Voorwoord 10. Inleiding 11. 1 Inleiding in de module inspanning 1 5 Inhoud 5 Inhoud Voorwoord 10 Inleiding 11 module i aanpassen aan inspannen 1 Inleiding in de module inspanning 1 5 2 Energielevering bij inspanning 1 7 2.1 Bewegen kost energie 1 7 2.1.1 Energie, arbeid,

Nadere informatie

Energie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink

Energie systemen v/h lichaam. Door: Theo Baks, Hennie Lensink Energie systemen v/h lichaam Door: Theo Baks, Hennie Lensink DATUM: 21-2-2014 Inleiding De bloedglucose van een gezond lichaam zit tussen 4/9 mmol/l lactaat. Net als vuur voor verbranding zuurstof nodig

Nadere informatie

Anaëroob a-lactisch Anaëroob lactisch Aërobe systeem

Anaëroob a-lactisch Anaëroob lactisch Aërobe systeem Anaëroob a-lactisch Afbraak ATP (voedsel van de spier) en creatinefosfaat. Waarbij geen zuurstof nodig is. Geen vorming van lactaat/melkzuur Maximale inspanning 20 seconde Ontwikkelen van veel snelheid

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem

Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem Inspanningsfysiologie Rhijn Visser, sportarts Beatrix Ziekenhuis Gorinchem SMA Middenrivierengebied Gorinchem 2015 Jaarlijks aantal sportblessures Alle Blessures: 4.500.000 Behandelingen: 1.900.000 Ziekenhuisopnames:

Nadere informatie

Goede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem.

Goede en langdurige training leidt onder meer tot de volgende aanpassingen van de spieren en het cardiovasculaire systeem. Het Geheim van Wielrennen Sportfysiologie bij wielrennen In dit artikel gaan we nader in op de effecten van training op ons lichaam. We zagen eerder al in onze artikelen op TriPro dat training leidt tot

Nadere informatie

Vitaliteit rendeert! www.vital4me.nl

Vitaliteit rendeert! www.vital4me.nl Vitaliteit rendeert! Vitaal zijn en je vitaal voelen staat voor iedere persoon aan de basis van het leven. Om je lekker te voelen, om je werk goed en met plezier te doen en/ of om prestaties te leveren.

Nadere informatie

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten

Grijze stof wordt gevormd door de cellichamen van de neuronen en de dendrieten I hated every minute of training, but I said, "Don't quit. Suffer now and live the rest of your life as a champion. Muhammad Ali Bart van der Meer WM/SM - theorieles 14 Amice Bewerkt door Reina Welling

Nadere informatie

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING

PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM HET LICHAAM VOOR EN NA INSPANNING Als je sport ga je sneller ademhalen. Je begint te zweten en je hartslag gaat omhoog. Kortom, bij treden er allerlei veranderingen

Nadere informatie

DWV Klein DWV Verzet Klein Trainen met een Trainen hartslagmeter met een Jasp Ree Ree lda 04-02-2009

DWV Klein DWV Verzet Klein Trainen met een Trainen hartslagmeter met een Jasp Ree Ree lda 04-02-2009 DWV Klein Verzet Trainen met een hartslagmeter Jasper Reenalda 04-02-20092009 Opzet clinic Theoretische introductie: Inspanningsfysiologie Meten van de inspanning Basisprincipes training Trainen met een

Nadere informatie

TRAINEN MET HARTSLAGMETERS

TRAINEN MET HARTSLAGMETERS TRAINEN MET HARTSLAGMETERS Door Mette van der Ven In dit stuk worden redenen beschreven om te gaan sporten/trainen met een hartslagmeter. Verder wordt informatie gegeven over het hart, de sterkste spier

Nadere informatie

Training Trainingsintensiteit:

Training Trainingsintensiteit: Training Niet de kwantiteit maar wel de kwaliteit van de trainingen zorgen voor resultaat. Iedere sporter heeft individuele eigenschappen qua aanpassingsvermogen en genetische kenmerken. Training is daarom

Nadere informatie

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD. Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? Bij een patiënt kunnen verschillende longfunctie testen worden gedaan om te kijken of er sprake is van COPD. Je kunt met de testen de ernst van de COPD bepalen.

Nadere informatie

PrestatieTest. De eerste stappen naar betere prestaties.

PrestatieTest. De eerste stappen naar betere prestaties. PrestatieTest De eerste stappen naar betere prestaties. Naam: Mevrouw X Lengte: 172 cm Geboortedatum: 23-9-1987 Gewicht: 67,3 kg Geslacht: Vrouw Testdatum: 22-01-13 Standaard metingen Vetpercentage (%)

Nadere informatie

PRACTICUM PIEKKRACHT EN DUURKRACHT

PRACTICUM PIEKKRACHT EN DUURKRACHT LESKIST SPORT EN BEWEGING PRACTICUM PIEKKRACHT EN DUURKRACHT Hoe harder je je spieren aanspant, hoe sneller ze moe worden. Een beweging waarbij je spieren minder hard hoeven werken hou je over het algemeen

Nadere informatie

Testverslag. Jan Janssen 12-08- 14. Verslaglegging van de meetresultaten zoals gemeten tijdens de inspanningstest in het Robic Wielerlab.

Testverslag. Jan Janssen 12-08- 14. Verslaglegging van de meetresultaten zoals gemeten tijdens de inspanningstest in het Robic Wielerlab. Testverslag 12-08- 14 Jan Janssen Verslaglegging van de meetresultaten zoals gemeten tijdens de inspanningstest in het Robic Wielerlab. 1 Testverslag Algemene gegevens Naam Jan Janssen Datum 12-08- 14

Nadere informatie

Betreft: dhr E Herber, geb. 22-04-1966. Amsterdam, 15 november 2007.

Betreft: dhr E Herber, geb. 22-04-1966. Amsterdam, 15 november 2007. Betreft: dhr E Herber, geb. 22-04-1966. Amsterdam, 15 november 2007. Geachte heer Herber, Naar aanleiding van de 15 november 2007 bij u gedane keuring kan ik het volgende melden: Vraagstelling: conditie

Nadere informatie

In dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het

In dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het SAMENVATTING 201 202 Samenvatting In dit proefschrift worden effecten van verschillende vormen van training op het prestatievermogen van paarden beschreven. De paarden warden op stal gehouden en getraind

Nadere informatie

Berekening hartslagzones

Berekening hartslagzones Berekening hartslagzones 1. Formule via maximale hartslag Een eenvoudige en snelle berekening (maar minst betrouwbare). MAN VROUW 220 minus leeftijd 226 minus leeftijd 2. Formule van KARVONEN via het verschil

Nadere informatie

Sportief bewegen met hypertensie. Hypertensie

Sportief bewegen met hypertensie. Hypertensie Sportief bewegen met hypertensie Hypertensie Sportief bewegen met hypertensie...................................... Bewegen: gezond en nog leuk ook Regelmatig bewegen heeft een positieve invloed op de

Nadere informatie

Samenvatting 1.7 BSM Verbeteren van fitheid

Samenvatting 1.7 BSM Verbeteren van fitheid Samenvatting 1.7 BSM Verbeteren van fitheid Trainingsleer Tijdens het sporten vinden er perfect gecoördineerde processen plaats in het lichaam, waardoor er complexe bewegingen mogelijk zijn. Vroeger waren

Nadere informatie

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training?

Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Hoe gebruik je een hartslagmeter bij je training? Looptraining is in de eerste plaats leren efficiënt met je energie omgaan. Dit betekent niet voor elke loper hetzelfde. Een sprinter zal zijn beschikbare

Nadere informatie

TUSSENTOETS. Inleiding Inspanningsfysiologie Donderdag 1 oktober 2009, uur. Vakcode: Algemene Informatie

TUSSENTOETS. Inleiding Inspanningsfysiologie Donderdag 1 oktober 2009, uur. Vakcode: Algemene Informatie TUSSENTOETS Inleiding Inspanningsfysiologie 2009 Donderdag 1 oktober 2009, 11.00-12.45 uur Vakcode: 900115 Docent: K. Gerrits Algemene Informatie Dit tentamen bestaat uit 30 meerkeuze vragen en 3 open

Nadere informatie

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan??

COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? COPD Meten is weten!!! Maar wat meten we dan?? De lengte en het gewicht vragen aan de patiënt is voldoende. Iedereen weet toch hoe lang en zwaar hij/zij is. Juist/Onjuist Bij een patiënt kunnen verschillende

Nadere informatie

Introductie. Inspanningsfysiologie Duursport. Guido Vroemen. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND

Introductie. Inspanningsfysiologie Duursport. Guido Vroemen. Guido Vroemen Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND Introductie Sportarts Medisch Bioloog Triathlon Trainer SMA MIDDEN NEDERLAND Begeleiding: Roompot Oranje Peloton Team4Talent Bondsarts NTB Individuele atleten WWW.SPORTARTS.ORG Inspanningsfysiologie Duursport

Nadere informatie

Inspanningsfysiologie Victor Niemeijer, sportarts

Inspanningsfysiologie Victor Niemeijer, sportarts Inspanningsfysiologie Victor Niemeijer, sportarts 18 e Grande Conference Verona 2012 Algemene veranderingen tijdens inspanning Binnen enkele seconden: Hartfrequentie neemt toe Ventilatie neemt toe Zuurstofopname

Nadere informatie

Maximale inspanningstest

Maximale inspanningstest Maximale inspanningstest Je komt bij ons in het ziekenhuis voor een test. Die test heet maximale inspanningstest. Het is een onderzoek waarbij de dokter onderzoekt: Hoe jouw conditie is. Hoe je longen,

Nadere informatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie

Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Fysiologie les 2 BIO-ENERGETICA Celstofwisseling = cel metabolisme Basis metabolisme: stofwisseling in rust Anabolisme: anabole processen: opbouwstofwisseling Energie wordt toegevoegd: assimilatie Katabolisme:

Nadere informatie

Fietstest met ademgasanalyse

Fietstest met ademgasanalyse Fietstest met ademgasanalyse U besteedt als duursporter veel tijd aan trainingen. Dan wilt u ook dat die trainingen optimaal effect hebben op uw prestaties. De afdeling Sportgeneeskunde van HMC (Haaglanden

Nadere informatie

Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie

Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie Juist trainen: een kunst! Bert Celie Inspanningsfysiologie I. Training: Een exacte wetenschap? 2 sessies: Eerste sessie (Algemeen): Algemene fysiologische principes Algemene principes testing Algemene

Nadere informatie

Samenvatting Biologie De samenhang tussen spieren en bloeddruk

Samenvatting Biologie De samenhang tussen spieren en bloeddruk Samenvatting Biologie De samenhang tussen spieren en bloeddruk Samenvatting door D. 1477 woorden 16 november 2016 5,5 2 keer beoordeeld Vak Biologie De samenhang tussen spierspanning en bloeddruk. Inleiding:

Nadere informatie

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011

Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Celstofwisseling I Vragen bij deoefen- en zelftoets-module behorende bij hoofdstuk 9 van Biology, Campbell, 8 e druk Versie 2010-2011 Inleiding 1-12 Deze module gaat over de omzetting van voedsel in energie

Nadere informatie

Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1. Inleiding 1 2. module i aanpassen aan inspannen 15. 1 Inleiding in de module inspanning 1 7

Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1. Inleiding 1 2. module i aanpassen aan inspannen 15. 1 Inleiding in de module inspanning 1 7 Inhoud Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1 Inleiding 1 2 module i aanpassen aan inspannen 15 1 Inleiding in de module inspanning 1 7 2 Energielevering bij inspanning 1 9 2.1 Bewegen kost energie

Nadere informatie

Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting

Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting Fietsergometrie met arteriële zuurstof en ventilatie meting Wat is een fietsergometrie De fietsergometrie is een inspanningstest waarbij het de bedoeling is dat u een maximale inspanning levert volgens

Nadere informatie

Proef door een scholier 2550 woorden 19 juni keer beoordeeld. Hart; autonome slimheid. Pagina 1 van 10

Proef door een scholier 2550 woorden 19 juni keer beoordeeld. Hart; autonome slimheid.   Pagina 1 van 10 Proef door een scholier 2550 woorden 19 juni 2018 0 keer beoordeeld Vak Biologie Hart; autonome slimheid https://www.scholieren.com/verslag/119379 Pagina 1 van 10 7 oktober 2016 Door: XXXX, XXXX, XXXX

Nadere informatie

Sportmedische testen bij schaatsers Trainingsresultaten optimaliseren en blessures voorkomen

Sportmedische testen bij schaatsers Trainingsresultaten optimaliseren en blessures voorkomen Sportmedische testen bij schaatsers Trainingsresultaten optimaliseren en blessures voorkomen Voorstellen Hilde Joosten Sportarts Freek Snels Sportfysiotherapeut Voorstellen Wie zijn wij? SMC Tilburg: Centrum

Nadere informatie

Fitnesstrainer A. Lesdag 5 Trainingsleer Deel 2. Erkend Fit!vak opleidingscentrum

Fitnesstrainer A. Lesdag 5 Trainingsleer Deel 2. Erkend Fit!vak opleidingscentrum Fitnesstrainer A Lesdag 5 Trainingsleer Deel 2 Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Intensiteitscontrole methoden Cardiovasculair De volgende 3 intensiteitscontrole methoden worden het meest

Nadere informatie

LONGFUNCTIEONDERZOEKEN

LONGFUNCTIEONDERZOEKEN PATIËNTENINFORMATIE SPIJKENISSE Medisch Centrum LONGFUNCTIEONDERZOEKEN In deze folder geeft het Spijkenisse Medisch Centrum u algemene informatie over longfunctieonderzoeken die op de longpolikliniek (route

Nadere informatie

SPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS

SPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS SPECIFIEKE UHV TRAINING VOOR SPELSPORTERS EVEN VOORSTELLEN Jan Eversdijk Tot 1980 atleet Tot 1990 atletiektrainer Van 1988 t/m nu CIOS docent: Trainingskunde en o.a. keuzevak conditie-/hersteltrainer spelsporten

Nadere informatie

CURSUS CONDITIETRAINER COVS OOST (1303) LESAVOND 5 14 MEI TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER

CURSUS CONDITIETRAINER COVS OOST (1303) LESAVOND 5 14 MEI TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER CURSUS CONDITIETRAINER COVS OOST (1303) LESAVOND 5 14 MEI 2013 2013 TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER INHOUDSOPGAVE Huiswerkopdrachten Terugblik praktijk Fysiologische processen Huiswerkopdrachten

Nadere informatie

Sportgeneeskunde for dummies

Sportgeneeskunde for dummies Sportgeneeskunde for dummies Jan Vercammen JYZ-Ieper-Poperinge UZ-Gent Inleiding Effecten van sportbeoefening : Bloeddrukdaling Verbetering van vetprofiel Verbetering van het lichaamsgewicht Voorkomen

Nadere informatie

Basis Looptrainer Lesdag 2: Methodiek/Didactiek, Trainingsleer

Basis Looptrainer Lesdag 2: Methodiek/Didactiek, Trainingsleer Basis Looptrainer Lesdag 2: Methodiek/Didactiek, Trainingsleer Erkend Fit!vak opleidingscentrum www.start2move.nl Methodiek en Didactiek WAT IS EEN GOEDE TRAINER? WAARAAN VOLDOET EEN GOEDE TRAINING? Start2move.nl

Nadere informatie

Longgeneeskunde. Fietstest.

Longgeneeskunde. Fietstest. Longgeneeskunde Fietstest www.catharinaziekenhuis.nl Patiëntenvoorlichting: patienten.voorlichting@catharinaziekenhuis.nl LON006 / Fietstest / 27-01-2017 2 Fietstest Uw behandelend arts heeft u ingelicht

Nadere informatie

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je?

De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Aeroob en anaeroob De termen aeroob en anaeroob worden door sporters veel gebruikt. Maar wat is aeroob en anaeroob? Welke energiesystemen heb je? Om maar met de deur in huis te vallen de vertalingen: "aeroob"

Nadere informatie

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST

voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST voor een actieve sociale levensstijl. SCORELIJSTEN FITTEST Bloeddruk De bloeddruk wordt gemeten met een elektronische bloeddrukmeter. Bij het meten van een te hoge bloeddruk volgens de norm, werden de

Nadere informatie

Longfunctie onderzoek

Longfunctie onderzoek Longfunctie onderzoek Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Wat is een longfunctieonderzoek... 1 3. Voorbereiding... 1 4. Longfunctieonderzoek... 2 Spirometrie... 2 Diffusiemeting... 2 Bodybox... 2 Heliumresidubepaling...

Nadere informatie

Wil je nog meer lezen over de hartslag? Dan verwijzen we je naar:

Wil je nog meer lezen over de hartslag? Dan verwijzen we je naar: Hartslag Onze hartslag, of ook wel polsslag genoemd, is één van de bruikbare indicaties voor diverse aspecten van onze gezondheid. Het is dan ook zeker interessant om iets meer te weten over onze rusthartslag

Nadere informatie

vwo bloed en bloedsomloop 2010

vwo bloed en bloedsomloop 2010 vwo bloed en bloedsomloop 2010 Integratie In de afbeelding is schematisch de regulatie van een aantal animale en vegetatieve functies bij de mens weergegeven. Al deze functies spelen een rol bij het constant

Nadere informatie

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2

B-FIT TRAININGSWIJZER. Appendix 2 B-FIT TRAININGSWIJZER Appendix 2 APPENDIX 2. SUB-MAXIMALE INSPANNINGSTEST. De sub-maximale inspanningstest zoals hieronder beschreven kan worden gebruikt worden om vast te stellen of de trainingsvorm geschikt

Nadere informatie

DIABETES EN BEWEGEN Hypo of hyper

DIABETES EN BEWEGEN Hypo of hyper DIABETES EN BEWEGEN Bewegen is voor iedereen belangrijk. Als u regelmatig beweegt, verbetert uw conditie. Ook kan voldoende beweging voorkomen dat u te zwaar wordt, en het helpt bij afvallen. Bovendien

Nadere informatie

JAARPLANNING TRAININGEN Wedstrijd en Masterszwemmen

JAARPLANNING TRAININGEN Wedstrijd en Masterszwemmen DE TRAININGSZONES: (gemaakt nav diverse artikelen op internet en de KNZB trainingszones) Hersteltraining of net na een ziekte/blessure Zwemsnelheid 60% - 65% Ontspannen. Aëroob 0 (actief herstel) Afvoer

Nadere informatie

Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de sportprestaties te verbeteren

Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de sportprestaties te verbeteren Trainen is het PLANMATIG toedienen van TRAININGSPRIKKELS, met als DOEL de sportprestaties te verbeteren Progressiviteit en overload Principe van verminderde meeropbrengst Principe van de supercompensatie

Nadere informatie

Fysiologie les 13 Trainingsleer

Fysiologie les 13 Trainingsleer Fysiologie les 13 Trainingsleer -Lichaamszwaartepunt moet boven steunvlak (voeten in stand, zitvlak in zit) om een goed evenwicht te bewaren -Door alcohol stijgt de urineproductie: alcohol remt afgifte

Nadere informatie

Inspanningstest Fietsen

Inspanningstest Fietsen Inspanningstest Fietsen Van Gysel Stefan 7/10/2013-1- www.energylab.be Identificatie Naam: Van Gysel Voornaam: Stefan E-mail: Leeftijd: 40,6 jaar Geslacht: Man Gestalte: 187,0 cm Gewicht: 91,8 kg BMI:

Nadere informatie

Ergometrie: fietstest

Ergometrie: fietstest Ergometrie: fietstest Naar het ziekenhuis? Lees eerst de informatie op www.asz.nl/brmo. Inleiding In deze folder leest u meer over het longfunctieonderzoek ergometrie, ook wel fietstest genoemd. Het onderzoek

Nadere informatie

INFOBROCHURE: STAGIAIRS VERPLEEGKUNDE CARDIOLOGIE

INFOBROCHURE: STAGIAIRS VERPLEEGKUNDE CARDIOLOGIE INFOBROCHURE: STAGIAIRS VERPLEEGKUNDE CARDIOLOGIE Algemeen In de week dat de stagiairs op cardio staan, wordt verwacht dat ze zich elke dag om 08u00 aanmelden op functiemeting (echo-cardio). Onderzoeken

Nadere informatie

Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE

Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE IBSCongres, 28 januari 2017, Hogeschool Utrecht, Utrecht Workshop Maximale inspanningstest: Uitvoer en interpretatie in het kader van instellen en beoordelen van trainingsinterventies FYSIOLOGIE Dr. M.S.

Nadere informatie

Inspanningselektrocardiogram. Met arteriële zuurstof en ventilatie meting

Inspanningselektrocardiogram. Met arteriële zuurstof en ventilatie meting Inspanningselektrocardiogram Met arteriële zuurstof en ventilatie meting Wat is een elektrocardiogram? Alvorens in te gaan op de functie van het inspannings-elektrocardiogram willen wij u eerst wat vertellen

Nadere informatie

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE

OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE OEFENSCHEMA HARTREVALIDATIE 17601 Inleiding In deze folder vindt u een algemeen oefenschema en beweegadvies. Deze kunt u gebruiken ter voorbereiding op de revalidatie, maar ook tijdens en na de revalidatieperiode.

Nadere informatie

Methoden voor training van het uithoudingsvermogen

Methoden voor training van het uithoudingsvermogen Methoden voor training van het uithoudingsvermogen Deel 1 Algemeen In dit stuk worden verschillende trainingsmethodieken besproken die het duur uithoudingsvermogen en snelheid uithoudingsvermogen verbeteren.

Nadere informatie

Hoorcollege Tractus circulatorius II. Dirk Geurts

Hoorcollege Tractus circulatorius II. Dirk Geurts Hoorcollege Tractus circulatorius II Dirk Geurts Voorbereiding E-book/boek Anatomie en fysiologie van Martini gelezen (Hoofdstuk 12.4.2, 13.3, 13.4.1 en 13.9)? Datzaljeleren.nl module Anatomie en fysiologie

Nadere informatie

CURSUS CONDITIETRAINER COVS NOORD (1407) LESAVOND 5 4 NOVEMBER TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER

CURSUS CONDITIETRAINER COVS NOORD (1407) LESAVOND 5 4 NOVEMBER TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER CURSUS CONDITIETRAINER COVS NOORD (1407) LESAVOND 5 4 NOVEMBER 2014 2014 TOFSPORT & JEROEN SANDERS GASTSPREKER INHOUDSOPGAVE Huiswerkopdrachten Theorie: fysiologische processen Veldtraining: DP4 Terugblik

Nadere informatie

Hardloopschema voor semi-gevorderden

Hardloopschema voor semi-gevorderden Hardloopschema voor semi-gevorderden Heb je je eerste tien trainingsweken erop zitten? Dan kun je de overstap maken naar het onderstaande schema voor semi-gevorderden. Dit hardloopschema is opgebouwd als

Nadere informatie

Gezondheid & Voeding

Gezondheid & Voeding HIIT, de nieuwe manier om sneller en efficiënter fit te worden Je hoort voortdurend om je heen dat de gemiddelde mens niet genoeg aan regelmatige lichaamsbeweging doet. En regelmatige beweging zorgt er

Nadere informatie

Fysiotherapie vóór uw hartoperatie

Fysiotherapie vóór uw hartoperatie Fysiotherapie vóór uw hartoperatie Inleiding Binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Uit onderzoek is gebleken dat u in aanmerking komt voor een training van de ademhalingsspieren. Elke keer dat u ademhaalt,

Nadere informatie

Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module. Bloeddruk meten.

Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module. Bloeddruk meten. Scholingstraject voorbehouden en risicovolle handelingen. Module Bloeddruk meten. Opleiding Centrum Zuidwester Inhoudsopgave Doel van de module -------------------------------------------------------------------------------

Nadere informatie

Onderzoeken van de longfunctie

Onderzoeken van de longfunctie Onderzoeken van de longfunctie Functieafdeling Hart-Long-Sport U heeft op verzoek van uw specialist een afspraak om uw longfunctie te laten meten. Het onderzoek van de longfunctie vindt plaats op: Datum:

Nadere informatie

Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van jaar. Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding

Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van jaar. Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een leeftijd van 20-50 jaar Deel 2: Indicatoren van duurconditie en vetverbranding Evaluatie van de effecten van sportvasten bij mannen met een

Nadere informatie

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten)

Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Vaatrisico-polikliniek (behandeling van vaatziekten) Inleiding U bent door uw behandelend arts verwezen naar de vaatrisicopolikliniek omdat u een vaatziekte heeft en/of vanwege risicofactoren voor het

Nadere informatie

Samenvatting in het Nederlands

Samenvatting in het Nederlands Samenvatting in het Nederlands Samenvatting Men schat dat in 2005 ongeveer 40.000 mensen in Nederland een nieraandoening hadden. Hiervan waren ruim 5500 patiënten afhankelijk van dialyse. Voor dialysepatiënten

Nadere informatie

Bewustsporten.nl. Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek

Bewustsporten.nl. Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek Goed voorbereid aan de start met een sportmedisch onderzoek Hardlopen is heerlijk en gezond, maar het is ook belangrijk verantwoord en veilig te sporten. Een goede voorbereiding en training zijn essentieel

Nadere informatie

Voorstellen. Sportarts en Sportgeneeskunde Relatie sport en bewegen Grensvlak van Sporttechnisch en Sportmedisch domein

Voorstellen. Sportarts en Sportgeneeskunde Relatie sport en bewegen Grensvlak van Sporttechnisch en Sportmedisch domein Voorstellen Sportarts en Sportgeneeskunde Relatie sport en bewegen Grensvlak van Sporttechnisch en Sportmedisch domein Veel informatie! Theorie & Getallen ter illustratie! Presentatie wordt op site gepubliceerd!

Nadere informatie

Longfunctieonderzoek. Voorbereiding voor alle onderzoeken. Wat is longfunctieonderzoek? MCL Harlingen route 12

Longfunctieonderzoek. Voorbereiding voor alle onderzoeken. Wat is longfunctieonderzoek? MCL Harlingen route 12 U komt binnenkort naar de Longfunctieafdeling. route 61, 1e etage MCL Harlingen route 12, begane grond De onderzoeken die u krijgt staan aangekruist bij de inhoudsopgave. Vragen kunt u stellen voor en

Nadere informatie

Bewegen en Gezondheid

Bewegen en Gezondheid Bewegen en Gezondheid Fit zijn en fit blijven Iedereen wil gezond en fit zijn. Om fit te blijven kun je bijvoorbeeld sporten, niet roken, voldoende rust nemen en gezond eten. Al die zaken horen bij een

Nadere informatie

Een intensieve extensieve interval

Een intensieve extensieve interval Een intensieve extensieve interval Interval trainingen: Wat is het doel, hoe werkt het? Hoe pas je ze in je trainingsprogramma? 2 Wat gaan we doen? Energiesystemen: Welke kennen we? Wanneer gebruiken we

Nadere informatie

Oefeningen en adviezen bij COPD

Oefeningen en adviezen bij COPD Oefeningen en adviezen bij COPD U bent opgenomen bij Rijnstate omdat u COPD heeft. COPD is de Engelse afkorting voor Chronic Obstructive Pulmonary Disease oftewel chronische obstructieve longziekte. U

Nadere informatie

Inhoud. module i aanpassen aan inspannen 15. Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1. Inleiding 1 2. 1 Inleiding in de module inspanning 1 7

Inhoud. module i aanpassen aan inspannen 15. Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1. Inleiding 1 2. 1 Inleiding in de module inspanning 1 7 Inhoud Voorwoord 1 0 Voorwoord bij de tweede druk 1 1 Inleiding 1 2 module i aanpassen aan inspannen 15 1 Inleiding in de module inspanning 1 7 2 Energielevering bij inspanning 1 9 2.1 Bewegen kost energie

Nadere informatie

Het percentage overleden als gevolg van een hart- en vaatziekte is de laatste tientallen jaren gedaald door een aantal redenen:

Het percentage overleden als gevolg van een hart- en vaatziekte is de laatste tientallen jaren gedaald door een aantal redenen: Samenvatting door A. 2110 woorden 22 maart 2014 4,5 5 keer beoordeeld Vak LO Gezond levenspatroon wordt gekenmerkt door: Gezond (niet te vet, gevarieerd) eten Lichamelijke beweging Regelmatig ontspannen

Nadere informatie

Ergometrie. = fietstest

Ergometrie. = fietstest Ergometrie = fietstest Inleiding In deze folder leest u meer over het ergometrie-onderzoek, ook wel fietstest genoemd. U heeft een afspraak voor dit onderzoek op: dag om uur. Het onderzoek vindt plaats

Nadere informatie

Allesoverwielrennen.nl. Het50dagen. trainingsprogramma. Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen

Allesoverwielrennen.nl. Het50dagen. trainingsprogramma. Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen Allesoverwielrennen.nl Het50dagen trainingsprogramma Van 0 naar 60 kilometer in 50 dagen Inleiding Wat goed dat je dit e-book hebt aangevraagd. Misschien kun je het je nog niet voorstellen, maar over nog

Nadere informatie

Hollywood 9-level protocol

Hollywood 9-level protocol Skillslab Shuttle Walk Test Hollywood 9-level protocol HANDLEIDING Hogeschool van Amsterdam Instituut Fysiotherapie 17 december 2002 Geproduceerd door: Afstudeergroep Niet Te Filmen (NTF ) Rachel Habets

Nadere informatie

Patiënteninformatie. Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel. Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval?

Patiënteninformatie. Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel. Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval? Patiënteninformatie Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel Wat is hyperventilatie, wat zijn symptomen en hoe bestrijd je een aanval? Hyperventilatie, een adembenemend verschijnsel Wat is hyperventilatie,

Nadere informatie

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. vóór uw hartoperatie. Inleiding

Ademspiertraining. Fysiotherapie / Cardiologie. vóór uw hartoperatie. Inleiding Fysiotherapie / Cardiologie Ademspiertraining vóór uw hartoperatie Inleiding Binnenkort ondergaat u een hartoperatie. Om u zo goed mogelijk op de operatie voor te bereiden, bieden wij u een trainingsprogramma

Nadere informatie

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten

Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten Factoren in de relatie tussen angstige depressie en het risico voor hart- en vaatziekten In dit proefschrift werd de relatie tussen depressie en het risico voor hart- en vaatziekten onderzocht in een groep

Nadere informatie

HARTONDERZOEK IN RUST EN MET INSPANNING (MYOCARDSCINTIGRAFIE) FRANCISCUS VLIETLAND

HARTONDERZOEK IN RUST EN MET INSPANNING (MYOCARDSCINTIGRAFIE) FRANCISCUS VLIETLAND HARTONDERZOEK IN RUST EN MET INSPANNING (MYOCARDSCINTIGRAFIE) FRANCISCUS VLIETLAND Inleiding Dit onderzoek geeft informatie over de doorbloeding van de hartspier in rust en tijdens inspanning. Eventuele

Nadere informatie

Hoofdstuk 5K: Lichaamsbeweging

Hoofdstuk 5K: Lichaamsbeweging Hoofdstuk 5K: Lichaamsbeweging Duur 30 minuten Leerdoelen deelnemers De deelnemers Weten hoe lichamelijke activiteit kan bijdragen aan een goede regulatie van de diabetes Weten wat de algemene aanbevelingen

Nadere informatie

Uw longfunctie-onderzoek

Uw longfunctie-onderzoek Uw longfunctie-onderzoek U krijgt een onderzoek naar het functioneren van de longen. Het onderzoek bestaat meestal uit verschillende blaastestjes. Hierbij ademt u door een mondstuk verbonden aan een meetapparaat.

Nadere informatie

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf

Bijlage 3.1. Meetinstrumenten. Free Running Asthma Screening Test, FRAST. Benodigdheden stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Bijlage 3 Meetinstrumenten Bijlage 3.1 Free Running Asthma Screening Test, FRAST stopwatch piekstroommeter; bij voorkeur die van het kind zelf Protocol Bij de FRAST wordt het kind gevraagd om gedurende

Nadere informatie

Hart als Snelheidsmeter

Hart als Snelheidsmeter Informatie en opdrachten Week 1 Vandaag maak jij een begin met de training voor de Rietplasloop 2016. Jij gaat deelnemen aan de 5 kilometer. Dit gaat natuurlijk niet zomaar, daar moet je voor trainen.

Nadere informatie

Auteur: Herman Jongerius. Versie: 1.2

Auteur: Herman Jongerius. Versie: 1.2 Auteur: Herman Jongerius Versie: 1.2 Datum: 24 april 2010 INHOUD: 1. Inleiding 2. Hoe werkt ons energiesysteem eigenlijk? 3. Waar komt onze energie vandaan? 4. Welke brandstof kiest het lichaam bij een

Nadere informatie

Loopbandtest met ademgasanalyse

Loopbandtest met ademgasanalyse Loopbandtest met ademgasanalyse U besteedt als duursporter veel tijd aan trainingen. Dan wilt u ook dat die trainingen optimaal effect hebben op uw prestaties. De afdeling Sportgeneeskunde van HMC (Haaglanden

Nadere informatie

ECG en de hartcyclus

ECG en de hartcyclus ECG en de hartcyclus De hartcyclus De afbeelding op de volgende bladzijde is een vereenvoudigde weergave van de gebeurtenissen tijdens de hartcyclus. In de diagrammen 1 en 2 geven de grafieklijnen de drukvariaties

Nadere informatie

BSM. Climaxloop Climaxloop en het opstellen van een individueel inspanningstraject. 1. Uitvoering van de climaxloop

BSM. Climaxloop Climaxloop en het opstellen van een individueel inspanningstraject. 1. Uitvoering van de climaxloop BSM Climaxloop Climaxloop en het opstellen van een individueel inspanningstraject De opdracht om een persoonlijk inspanningstraject te maken bestaat uit een aantal stappen. De komende les(sen) ga je een

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting Nederlandse samenvatting Kransslagadervernauwing en hartklachten Kransslagadervernauwing is een van de belangrijkste ziekten in de westerse wereld. De kransslagaderen zijn de bloedvaten die het hart van

Nadere informatie

Begeleiding bij een Gastric Bypass door Fysiotherapie

Begeleiding bij een Gastric Bypass door Fysiotherapie Begeleiding bij een Gastric Bypass door Fysiotherapie U krijgt deze folder om u voor te bereiden op uw gastric bypass operatie. Het bevat onder andere de uitleg van het triflo-ademapparaat dat u wordt

Nadere informatie

Leskist Sportprestaties

Leskist Sportprestaties Leskist Sportprestaties Meten van het sportende lichaam Samenstelling Vijf stations, vijf groepen leerlingen. Een groepje bestaat uit proefpersonen, personen die de metingen doen en data bijhouden en personen

Nadere informatie

Onco-Move. Bewegen tijdens chemotherapie

Onco-Move. Bewegen tijdens chemotherapie Onco-Move Bewegen tijdens chemotherapie Introductie De behandeling van kanker, in het bijzonder de chemotherapie en/of radiotherapie, kan aanleiding zijn tot langdurige vermoeidheid en conditieverlies.

Nadere informatie

Onderzoeken van de longfunctie

Onderzoeken van de longfunctie Onderzoeken van de longfunctie Afdeling Longziekten U heeft op verzoek van uw specialist een afspraak om uw longfunctie te laten meten. Het onderzoek van de longfunctie vindt plaats op: Datum: 1 e.. 2

Nadere informatie