werkingsgegevens gevens 2005

Transcriptie

1 cultuurcentra in cijfers een uitgave van het Agentschap Sociaal-ultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen 6 spreiding 8 financiën 16 personeel 19 cultuurspreiding 27 cultuurparticipatie werkingsgegevens gevens 2005 ***

2

3 cultuurcentra in cijfers een uitgave van het Agentschap Sociaal-ultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen 6 spreiding 8 financiën 16 personeel 19 cultuurspreiding 27 cultuurparticipatie werkingsgegevens 2005 ***

4 colofon cultuurcentra in cijfers is een uitgave van Vlaamse overheid Agentschap Sociaal-ultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen Afdeling Volksontwikkeling en ibliotheekwerk Arenberggebouw 4de verdieping Arenbergstraat 9, 1000 brussel samenstelling Katrien De Smet Andy Vandervoort hristine Van de Steene werkten mee aan deze publicatie Silvie De Sloover hristine ussche verantwoordelijke uitgever Gilbert Van Houtven, wnd. administrateur-generaal grafisch ontwerp & zetwerk Hilde Princen Johan Van Looveren, russel letterype: ollis & Apex drukwerk & afwerking Lithos Printing, Wommelgem depotnummer D/2007/3241/181

5 inhoud 3 6 cultuurcentra in Vlaanderen Een kaartje van Vlaanderen met daarop de cultuurcentra en aanduiding van hun categorie (A, of ). Daarnaast vermelden we ook die plaatsen in Vlaanderen waar mogelijk nog een cultuurcentrum kan worden opgericht. 8 financiën Een overzicht van de inkomsten, uitgaven en subsidies van de cultuurcentra. Zoveel mogelijk gegevens werden geclusterd om een zinvolle thematisch geïnspireerde weergave te krijgen. 16 personeel Een kort overzicht van de personeelsinzet op stafniveau in de cultuurcentra. 19 cultuurspreiding Een analyse van het aantal activiteiten en waar van toepassing de deelnemers die de cultuurcentra hiermee bereiken. 27 cultuurparticipatie Zeer bewust vermelden we een aantal activiteiten van de cultuurcentra in een apart hoofdstuk cultuurparticipatie. Achterliggend idee is: deze activiteiten zijn er om de beleving van de cultuurbezoeker waardevoller, intenser én kwaliteitsvoller te maken. In dit hoofdstuk bespreken we eveneens het aanbod schoolvoorstellingen. 32 annex ter verduidelijking

6

7 vooraf 5 Het boekje cultuurcentra in cijfers komt er als antwoord op de nieuwe manier van gegevensregistratie bij de cultuurcentra. Gestart in 2004 met een registratie op proef, kunnen we voor het werkingsjaar 2005 voor het eerst een aantal relevante gegevens over de cultuurcentra voorstellen. Grote thema s zijn: financiën, personeel, cultuurspreiding en inspanningen ter verhoging van cultuurparticipatie. Deze publicatie is er in eerste plaats voor de cultuurcentra zelf en borduurt verder op het jaarboek van het Agentschap Sociaal-ultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen. In deze publicatie besteden we meer aandacht aan cijfers per categorie. De categorieën A, en blijven immers de belangrijkste referentiegroep voor elk cultuurcentrum apart. Voor de volledigheid vermelden we dat in cultuurcentra in cijfers geen gegevens zijn opgenomen over de cultuurcentra van Antwerpen en russel. De gegevensregistratie beperkt zich voorlopig tot de cultuurcentra in categorieën A, en. cultuurcentra in cijfers is een cijferboek voor de geïnteresseerde cultuurwerker. Het is geen leesboek. Om die reden is er achteraan een beperkte verklarende woordenlijst opgenomen. Deze herneemt de definities en begripsafbakeningen uit de leidraad voor de gegevensregistratie cultuurcentra werkjaar 2005

8 6 waar liggen de Vlaamse cultuurcentra? cultuurcentra in Vlaanderen In 2005 telde categorie A 11 cultuurcentra, categorie 18 en categorie 30 centra. Er zijn 13 gemeenten die nog een cultuurcentrum kunnen oprichten. In het kaartje vindt u de meest actuele situatie. OOSTENDE A LANKENERGE RUGGE KNOKKE-HEIST A EEKLO GROOTSTAD A X KOKSIJDE DIKSMUIDE TORHOUT GENT TIELT DEINZE Tienen en Wetteren worden gesubsidieerd sinds 1 januari 2006 en Vilvoorde wordt sinds 1 januari 2007 gesubsidieerd als cultuurcentrum in de categorie in plaats van categorie. De stad Gent beschikt niet over een cultuurcentrum maar krijgt van de Vlaamse overheid in het kader van artikel 76 uit het decreet lokaal cultuurbeleid een toelage om de functie van een cultuurcentrum uit te bouwen complementair aan het bestaande aanbod in de reeds aanwezige infrastructuur. POPERINGE IEPER ROESELARE A WEVELGEM KORTRIJK MENEN A WAREGEM OUDENAARDE RONSE

9 cultuurcentra in Vlaanderen 7 ORNEM OOM GEEL HEIST-OP-DEN-ERG HERENTALS HOOGSTRATEN LIER MEHELEN RASSHAAT MOL SHOTEN TURNHOUT ERINGEN ILZEN REE GENK HASSELT HEUSDEN-ZOLDER HOUTHALEN-HELHTEREN LEOPOLDSURG LOMMEL MAASEIK MAASMEHELEN OVERPELT SINT-TRUIDEN TESSENDERLO TONGEREN AALST EVEREN DENDERMONDE EVERGEM GERAARDSERGEN LOKEREN NINOVE ST-NIKLAAS TEMSE WETTEREN ZOTTEGEM AARSHOT ASSE EERSEL IEREEK DIEST DILEEK GRIMERGEN HALLE LEUVEN OVERIJSE SINT-PIETERS-LEEUW TERNAT TERVUREN TIENEN VILVOORDE ZAVENTEM RUSSEL ANTWERPEN A A A A A A A A

10 8 financiën Een overzicht van de inkomsten, uitgaven en subsidies van de cultuurcentra. Zoveel mogelijk gegevens werden geclusterd om een zinvolle thematisch geïnspireerde weergave te krijgen.

11 welke inkomsten hebben de cultuurcentra? 9 totaal ,23 gemiddelde ,57 mediaan ,96 financiën 44,84% 51,54% [ ] subsidies [ ] eigen inkomsten [ ] giften [ ] diversen 3,57% 0,05% categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 43,76% 51,53% 46,50% 50,23% 44,63% 52,77% 4,60% 0,10% 3,22% 0,05% 2,60% 0,00% totaal: ,64 gemiddelde: ,97 mediaan: ,72 totaal: ,64 gemiddelde: ,59 mediaan: ,14 totaal: ,95 gemiddelde: ,90 mediaan: ,10

12 10 welke inkomsten hebben de cultuurcentra? financiën inkomsten (in euro) categorie a categorie b categorie c totalen subsidies agentschap scwjv lokaal cultuurbeleid , , , ,82 andere diensten Vlaamse overheid (gezelschappen, kunstendecreet, erfgoed...) , , , ,29 bijzondere arbeidsstatuten , , , ,55 provincie , , , ,13 Europese Unie , ,84 0, ,25 andere , , , ,05 subtotalen subsidies , , , ,09 eigen inkomsten programmering , , , ,53 verhuring infrastructuur en materiaal , , , ,34 uit concessie , , , ,93 allerhande (drank, vestiaire) , , , ,55 sponsoring en advertenties , , , ,23 subtotalen eigen inkomsten , , , ,58 giften subtotalen giften , ,17 0, ,17 diversen subtotalen diversen , , , ,39 totalen , , , ,23 gemiddelde inkomsten , , , ,57 mediane inkomsten , , , ,96

13 2,94% wat is de herkomst van de subsidies? totaal: ,09 gemiddelde: ,92 mediaan: ,53 11 financiën 59,28% 21,92% 9,35% 6,29% 0,22% [ ] agentschap SWJV lokaal cultuurbeleid [ ] andere diensten van de Vlaamse overheid (gezelschappen, kunstendecreet, erfgoed...) [ ] bijzondere arbeidsstatuten [ ] provincie [ ] Europese unie [ ] andere categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 1,92% 3,50% 3,64% 16,53% 20,18% 59,08% 14,19% 0,42% 7,85% 64,65% 6,78% 0,19% 4,70% 54,27% 30,31% 5,87% 0,00% 5,91% totaal: ,71 gemiddelde: ,88 mediaan: ,94 totaal: ,97 gemiddelde: ,11 mediaan: ,57 totaal: ,41 gemiddelde: ,15 mediaan: ,14

14 12 subsidiebedragen Vlaamse overheid financiën subsidiebedragen (in euro) basissubsidie variabele subsidie totale subsidie categorie a , , ,17 categorie b , , ,78 categorie c , , ,21 totalen , , ,16 Dit zijn de subsidiebedragen zoals uitgekeerd door de Vlaamse overheid voor het werkjaar 2005 op basis van de regelgeving lokaal cultuurbeleid. De bedragen zijn inclusief indexeringen en eventuele verminderingen als gevolg van het niet voldoen aan bepaalde criteria uit het decreet. Verderop in deze publicatie vindt u een gedetailleerd overzicht met de subsidiebedragen per cultuurcentrum (zie p. 32).

15 wat is de herkomst van de eigen inkomsten? 13 11,80% totaal: ,58 gemiddelde: ,42 mediaan: ,74 financiën 4,92% 10,79% 69,18% 3,30% [ ] programmering [ ] verhuring infrastructuur & materiaal [ ] uit concessie [ ] allerhande (drank, vestiaire) [ ] sponsoring & advertenties categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 10,43% 3,22% 8,96% 5,74% 16,02% 9,48% 8,63% 6,29% 72,31% 4,56% 72,73% 3,94% 62,16% 14,34% 1,18% totaal: ,53 gemiddelde: ,50 mediaan: ,69 totaal: ,51 gemiddelde: ,75 mediaan: ,71 totaal: ,54 gemiddelde: ,78 mediaan: ,42

16 14 welke uitgaven hadden de cultuurcentra? (zonder infrastructuur) financiën 3,11% totaal ,11 gemiddelde ,56 mediaan ,49 [ ] personeel 31,17% 50,39% [ ] werking [ ] programmering & publiekswerking [ ] diversen 15,33% categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 2,25% 5,27% 2,12% 31,53% 14,04% 52,18% 33,91% 14,48% 46,34% 28,12% 17,69% 52,07% totaal: ,22 gemiddelde: ,20 mediaan: ,19 totaal: ,33 gemiddelde: ,30 mediaan: ,64 totaal: ,56 gemiddelde: ,95 mediaan: ,96

17 uitgaven (in euro) categorie a categorie b categorie c totalen personeel subsidieerbare cultuurfunctionarissen , , , ,13 niet subsidieerbaar personeel , , , ,50 subtotalen personeel , , , ,63 werking werking administratie , , , ,92 aankoop dranken , , , ,68 werkingsuitgaven gebouwen , , , ,79 subtotalen werking , , , ,39 programmering en publiekswerving programmering , , , ,41 marketing en publiciteit , , , ,45 subtotalen programmering en publiekswerving , , , ,86 diversen subtotalen diversen , , , ,23 infrastructuur uitrusting, inrichting en techniek , , , ,63 investeringskosten infrastructuur gebouwen , , , ,53 huur, leningen en leasing van gebouwen , , , ,40 subtotalen infrastructuur , , , ,56 welke uitgaven hadden de cultuurcentra? 15 personeel financiën totalen , , , ,67 gemiddelde uitgaven , , , ,33 mediane uitgaven , , , ,37

18 16 personeel Een kort overzicht van de personeelsinzet op stafniveau in de cultuurcentra.* * Voor het werkingsjaar 2005 waren alleen de gegevens over het personeel op stafniveau voldoende kwaliteitsvol om te verwerken in grafieken.

19 wat zijn de loonkosten per subsidieerbare cultuurfunctionaris? 17 personeel personeel categorie a categorie b categorie c totalen totale uitgaven subsidieerbare cultuurfunctionarissen , , , ,13 aantal vte 67,30 65,60 71,34 204,24 gemiddelde vte 6,12 3,64 2,38 3,46 mediane vte 6,27 3,00 2,23 3,00 mediane uitgaven subsidieerbare cultuurfunctionarissen , , , ,42 uitgaven per subsidieerbare cultuurfunctionaris , , , ,56 mediane uitgaven per subsidieerbare cultuurfunctionaris , , , ,18 in euro , , , , , , , ,00... A [ ] uitgaven per subsidieerbare cultuurfunctionaris [ ] mediane uitgaven per subsidieerbare cultuurfunctionaris

20 18 op hoeveel stafleden kunnen de cultuurcentra gemiddeld beroep doen? personeel aantal categorie a categorie b categorie c totalen totalen vte 87,72 78,20 89,57 255,49 vte mannen 41,70 43,86 41,31 126,87 vte vrouwen 46,02 34,33 48,27 128,62 vte subsidieerbaar 67,30 65,60 71,34 204,24 vte niet-subsidieerbaar 20,42 12,60 18,23 51,25 in vte 9, , ,97 7,62 7, , , ,00 4, ,75 3, ,99 3,00 [ ] gemiddeld aantal stafleden [ ] mediane aantal stafleden 2, , ,00... A

21 cultuurspreiding Een analyse van het aantal activiteiten en waar van toepassing de deelnemers die de cultuurcentra hiermee bereiken.* 19 * De educatieve activiteiten die op permanente basis georganiseerd worden door diensten in huis zoals Onderwijs voor Sociale Promotie, Deeltijds Kunstonderwijs die elders gesubsidieerd worden, zijn hier niet meegeteld.

22 20 cultuuurspreiding 3,91% 14,58% hoeveel eigen activiteiten organiseren de cultuurcentra & over welke activiteiten gaat het? totaal gemiddeld 297,90 mediaan 229 soorten activiteiten categorie a categorie b categorie c totaal podium ,92% 55,59% educatief tentoonstellingen andere totalen omkaderingsactiviteiten categorieën a,b en c [ ] podium [ ] educatieve [ ] tentoonstellingen [ ] andere 2,64% categorie a categorie b categorie c 16,07% 13,95% 13,81% 3,91% 5,20% De omkaderingsactiviteiten worden niet in het totaal meegeteld. Analyse van deze bijzondere groep activiteiten volgt in het hoofdstuk cultuurparticipatie. 30,11% 51,18% 26,67% 55,47% 20,75% 60,25% De educatieve activiteiten die op permanente basis georganiseerd worden door diensten in huis zoals Onderwijs voor Sociale Promotie, Deeltijds Kunstonderwijs die elders gesubsidieerd worden, zijn hier niet meegeteld. totaal: gemiddeld: 506,27 mediaan: 487 totaal: gemiddeld: 363,67 mediaan: 288 totaal: gemiddeld: 182,03 mediaan: 157

23 hoeveel deelnemers tellen de verschillende soorten eigen activiteiten? totaal: per activiteit: gemiddelde aantal:145,36 mediane aantal: 131,96 [ ] podium [ ] geraamde deelnemers 4,33% 92,11% 3,56% 26,44% 65,67% [ ] exact getelde deelnemers [ ] educatieve [ ] andere 21 cultuuurspreiding Er is een dubbele manier van registreren voor deelnemers: ofwel exact tellen (met een aantoonbare registratie) ofwel het aantal deelnemers ramen. Het doel is een genuanceerd zicht krijgen op het aantal deelnemers. Voor tentoonstellingen worden geen deelnemers geregistreerd. categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 3,13% 4,62% 6,51% 92,25% 85,74% 5,31% 3,04% 91,65% 43,95% 47,70% 3,99% 3,30% 92,72% 18,80% 73,92% totaal: per activiteit: gemiddelde aantal: 137,16 mediane aantal: 141,28 totaal: per activiteit: gemiddelde aantal: 152,01 mediane aantal: 136,23 totaal: per activiteit: gemiddelde aantal: 144,38 mediane aantal: 128,61

24 22 hoeveel deelnemers tellen de verschillende soorten eigen activiteiten? soorten activiteiten categorie a categorie b categorie c totaal exact getelde deelnemers geraamde deelnemers totaal exact getelde deelnemers geraamde deelnemers totaal exact getelde deelnemers geraamde deelnemers totaal podium educatief tentoonstellingen andere totalen gemiddeld aantal deelnemers per activiteit 153,69 265,24 137,17 130,27 269,69 152,01 130,16 293,69 144,38 145,36 mediane aantal deelnemers per activiteit 142,05 116,98 141,28 128,35 77,37 136,23 126,54 127,17 128,61 131,96 omkaderingsactiviteiten Er is een dubbele manier van registreren voor deelnemers: ofwel exact tellen (met een aantoonbare registratie) ofwel het aantal deelnemers ramen. Het doel is een genuanceerd zicht krijgen op het aantal deelnemers. Voor tentoonstellingen worden geen deelnemers geregistreerd.

25 in % eigen activiteiten en deelnemers kort samengevat [ ] categorie A [ ] categorie [ ] categorie aandeel van de verschillende soorten eigen activiteiten ten opzichte van het totale aantal eigen activiteiten ,25 % ,18 % 55,47 % ,11 % ,67 % 20,75 % ,07 % 13,95 % 13,81 % ,64 % 3,91 % 5,20 % 0... podium andere educatieve tentoonstellingen 23 cultuuurspreiding aandeel van de deelnemers ten opzichte van het totale aantal deelnemers, opgedeeld per soort activiteit. Voor tentoonstellingen worden geen deelnemers geregistreerd. in % ,25 % 91,65 % 92,72 % ,13 % 5,31 % 3,99 % 4,62 % 3,04 % 3,30 % 0... podium andere educatieve

26 24 cultuuurspreiding hoeveel receptieve activiteiten organiseert men in de cultuurcentra en over welke activiteiten gaat het? totaal gemiddeld 1 109,93 mediaan 948 soorten activiteiten categorie a categorie b categorie c totaal podium ,43% educatief tentoonstellingen andere ,13% 6,76% totalen gemiddeld aantal activiteiten 1 576,27 895, , ,93 0,68% mediane aantal activiteiten categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c [ ] podium 61,35% [ ] educatieve 76,67% 70,15% [ ] tentoonstellingen [ ] andere 0,54% 29,77% 8,34% 0,91% 15,52% 6,90% 0,64% 23,38% 5,83% totaal: gemiddeld: 1576,27 mediaan: 1135 totaal: gemiddeld: 895,78 mediaan: 815 totaal: gemiddeld: 1067,43 mediaan: 952

27 wat is de verhouding tussen de eigen en de receptieve activiteiten? 25 cultuuurspreiding 3,29% [ ] receptieve activiteiten 78,84% 21,16% 17,87% [ ] eigen activiteiten: [ ] met geraamd aantal deelnemers [ ] met exact geteld aantal deelnemers categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 3,64% 4,58% 2,28% 75,69% 24,31% 20,67% 71,12% 28,88% 24,29% 85,43% 14,57% 12,29%

28 26 wat is de verhouding tussen de eigen en de receptieve activiteiten? cultuuurspreiding activiteiten categorie a categorie b categorie c totalen eigen met exact getelde deelnemers met geraamde deelnemers subtotalen eigen activiteiten receptieve totalen ,00 gemiddelde 2 082, , , ,83 mediaan 1 718, , , ,00

29 cultuurparticipatie Zeer bewust vermelden we een aantal activiteiten van de cultuurcentra in een apart hoofdstuk cultuurparticipatie. Achterliggend idee is: deze activiteiten zijn er om de beleving van de cultuurbezoeker waardevoller, intenser én kwaliteitsvoller te maken. In dit hoofdstuk bespreken we eveneens het aanbod schoolvoorstellingen. 27

30 28 cultuuurparticipatie activiteiten voor scholen hoeveel activiteiten worden er exclusief voor scholen georganiseerd? categorie a categorie b categorie c totalen podium tentoonstellingen totalen gemiddeld aantal 86,27 51,78 41,30 53 mediane aantal 80,00 44,50 41,50 46 eigen activiteiten podium tentoonstellingen totalen aandeel activiteiten voor scholen 31,66% 23,98% 34,67% 29,83% in % ,66% 34,67% ,98% Voor het jaar 2005 kon men alleen tentoonstellingen of podiumactiviteiten die exclusief werden aangeboden aan de scholen op die manier registreren. In de toekomst kan men ook de andere soorten activiteiten die men exclusief had voorbehouden voor scholen registreren A

31 welke soorten podiumactiviteiten worden exclusief voor scholen georganiseerd? soorten activiteiten categorie a categorie b categorie c totalen theater cultuuurparticipatie dans populaire muziek (incl. musical) ,30% klassieke muziek (incl. opera) wereldmuziek, jazz, folk muziektheater literatuur amusement (incl. humor, cabaret) ,27% 4,21% 3,55% film, audiovisuele en nieuwe media ,68% totalen categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c [ ] theater [ ] dans [ ] muziek, literatuur & amusement [ ] muziektheater 62,80% 5,74% 4,19% 9,05% 70,16% 2,51% 3,17% 7,32% 68,49% 2,70% 4,99% 9,41% [ ] film 18,21% 16,83% 14,40%

32 30 hoeveel deelnemers telt het aanbod exclusief voor scholen? cultuuurparticipatie deelnemers categorie a categorie b categorie c totalen schooldeelnemers gemiddeld aantal schooldeelnemers , , , mediane aantal schooldeelnemers , , , exact getelde deelnemers eigen podiumactiviteiten aandeel 30,68% 34,81% 41,59% 35,33% in % ,59% ,81% 30,68% A in % hoeveel eigen activiteiten worden omkaderd door een activiteit? ,52% 21,13% ,37% A

33 7,59% 24,05% welke omkaderingsactiviteiten organiseren de cultuurcentra? totaal gemiddeld 62,31 mediaan 42 soorten omkadering categorie a categorie b categorie c totalen inleidingen, nabesprekingen enz ateliers en workshops cultuuurparticipatie 25,16% rondleidingen en sfeerscheppende activiteiten vernissages ,27% 43,20% totalen gemiddeld aantal 114,00 70,44 38,47 62,31 mediane aantal 80,00 49,00 21,00 42,00 categorieën a,b en c categorie a categorie b categorie c 4,63% 8,60% 9,71% [ ] inleidingen, nabesprekingen [ ] ateliers & workshops [ ] rondleidingen & sfeerscheppende activiteiten [ ] vernissages 14,51% 25,60% 62,80% 55,26% 15,30% 52,60% 23,50% 47,57% 22,96% 19,76% totaal: gemiddelde: 114 mediaan: 80 totaal: gemiddelde: 70,44 mediaan: 49 totaal: 1154 gemiddelde: 38,47 mediaan: 21

34 32 annex hoeveel subsidies krijgen de cultuurcentra van de Vlaamse overheid volgens het decreet lokaal cultuurbeleid? Dit zijn de subsidiebedragen zoals uitgekeerd door de Vlaamse overheid voor het werkjaar 2005 op basis van de regelgeving lokaal cultuurbeleid. De bedragen zijn inclusief indexeringen en eventuele verminderingen als gevolg van het niet voldoen aan bepaalde criteria uit het decreet. (in euro) categorie gemeente basissubsidie variabele subsidie totale subsidie A Aalst , ,35 A rugge , , ,46 A Dilbeek , , ,42 A Grimbergen , ,35 A Hasselt , , ,01 A Kortrijk , , ,81 A Leuven , ,35 A Mechelen , ,35 A Roeselare , ,35 A Sint-Niklaas , ,35 A Turnhout , , ,37 subtotalen categorie a , , ,17

35 33 annex (in euro) categorie gemeente basissubsidie variabele subsidie totale subsidie Aarschot , ,82 ornem , , ,81 Dendermonde , , ,20 Eeklo , ,57 Geel , , ,44 Genk , , ,52 Halle , ,82 Ieper , , ,67 Knokke-Heist , , ,03 Lier , ,82 Lokeren , ,82 Menen , , ,53 Mol , ,59 Overijse , ,82 Sint-Truiden , , ,13 Tielt , ,82 Tongeren , , ,76 Waregem , , ,61 subtotalen categorie b , , ,78

36 (in euro) 34 categorie gemeente basissubsidie variabele subsidie totale subsidie annex Asse , ,38 eersel , ,38 eringen , , ,52 everen , , ,72 ierbeek , , ,86 ilzen , , ,86 lankenberge , ,38 oom , ,38 rasschaat , ,38 ree , ,38 Diksmuide , , ,63 Evergem , , ,01 Geraardsbergen , ,38 Heist-Op-Den-erg , , ,57 Heusden-Zolder , , ,11 Houthalen-Helchteren , , ,06 Koksijde , ,38 Leopoldsburg , , ,88 Lommel , , ,86 Maaseik , , ,05 Maasmechelen , , ,45 Ninove , ,95 Overpelt , ,68 Schoten , ,38 Temse , ,38 Ternat , , ,06 Tessenderlo , , ,87 Torhout , , ,51 Vilvoorde , ,38 Wevelgem , ,38 subtotalen categorie c , , ,21

37 ter verduidelijking We bespreken kort de belangrijkste definities, begrippen en afbakeningen zoals destijds in de leidraad (versie 2005) uitvoerig uitgewerkt. 35 ter verduidelijking mediaan dit is de middelste waarde van een geordende reeks getallen de mediaan is vooral interessant als er in de reeks getallen een aantal sterk afwijkende waarden voorkomen (zowel extreem hoge of extreem lage waarden). Hierdoor wordt het gemiddelde sterk beïnvloed en de mediaan vormt dan een interessante alternatieve maatstaf. inkomsten uitgaven registratie van reële inkomsten en uitgaven tijdens het refertejaar indien er meerdere gemeentelijke diensten of andere organisaties bij betrokken zijn, dan worden de kasstromen versleuteld inkomsten van of voor het cultuurcentrum, onafhankelijk van de beheersvorm subsidies agentschap scwjv lokaal cultuurbeleid basissubsidie en indien van toepassing de variabale subsidie zoals voorzien in de regelgeving van het lokaal cultuurbeleid zoals van toepassing tijdens het refertejaar 2005 eigen inkomsten programmering inkomsten uit de verkoop van tickets voor de georganiseerde activiteiten eigen inkomsten verhuring infrastructuur en materiaal opbrengsten uit de verhuur van de infrastructuur die wordt beheerd door het cultuurcentrum. Ook de verhuring van apparatuur valt hieronder eigen inkomsten concessie opbrengst uit het in concessie geven van infrastructuur die onder het beheer van het cultuurcentrum valt. Voorbeeld: uitbatingvergoeding voor cafetaria. eigen inkomsten allerhande opbrengsten uit de verkoop van dranken, het uitbaten van een cafetaria in eigen beheer, vergoedingen voor gebruik vestiaire...

38 36 ter verduidelijking basissubsidie lokaal cultuurbeleid afhankelijk van de categorie ontvangen de cultuurcentra jaarlijks forfaitaire basissubsidie. Voor een cultuurcentrum in de categorie A was dit , in de categorie was dit en in de categorie was dit euro. Deze bedragen worden jaarlijks geïndexeerd. De subsidie wordt uitgekeerd in vier voorschotten van telkens 22,5%. De overige 10% krijgen de cultuurcentra pas na het controleren van een aantal criteria uit het decreet lokaal cultuurbeleid: de stad of gemeente moet voor het cultuurcentrum minstens het vijfvoudige van de voorziene basissubsidie uitgeven én minstens het volledige bedrag van deze basissubsidie besteden aan de loonkosten voor de cultuurfunctionarissen. (volgens regelgeving lokaal cultuurbeleid van toepassing in 2005) variabele subsidie Tot en met 2007 wordt aan een aantal gemeenten een bijkomende subsidie toegekend. Het budget voor deze subsidie bedroeg bij aanvang van het decreet en wordt eveneens jaarlijks geïndexeerd. De cultuurcentra dienden voor het verkrijgen van deze subsidie een aanvraagdossier in. Een speciaal opgerichte commissie toetste inhoudelijke aspecten van de werking van de cultuurcentra tijdens de jaren 2000 en 2001 aan een reeks parameters uit het decreet lokaal cultuurbeleid. (volgens regelgeving lokaal cultuurbeleid van toepassing in 2005) uitgaven subsidieerbaar personeel de basissubsidie voor het cultuurcentrum moet integraal worden gebruikt voor de loonkosten van de cultuurfunctionarissen. Vandaar de notie subsidieerbaar, namelijk dat deel van de totale loonkosten dat men in rekening mag brengen ter verantwoording van de basissubsidie. Met deze bepaling in het decreet wil de Vlaamse overheid het lokale bestuur stimuleren om het personeelskader van het cultuurcentrum uit te bouwen met voldoende deskundig cultureel en agogisch personeel. (volgens regelgeving lokaal cultuurbeleid van toepassing in 2005) uitgaven niet subsidieerbaar personeel alle medewerkers van het cultuurcentrum, ongeacht het niveau waarop ze werken, die geen functie als cultuurfunctionaris uitoefenen. De loonkosten voor deze medewerkers mag niet ingebracht worden ter verantwoording van de basissubsidie. (volgens regelgeving lokaal cultuurbeleid van toepassing in 2005) uitgaven werking administratie uitgaven voor kantoorbenodigdheden, abonnement en verbruik van telefoon, fax, internet verzendingskosten... huur, leasing of onderhoud van roererende goederen zoals fotokopieerapparaat, faxtoestel, auto, software... verzekeringen tegen diefstal, burgerlijke aansprakelijkheid... lidgeld voor vakgebiedgerelateerde organisaties prospectiekosten

39 uitgaven werking gebouwen uitgaven voor het verbruik van water, gas, elektriciteit, verwarming, onderhoud... uitgaven programmering uitgaven voor uitkoopsommen, auteursrechten, verzekering, bedrijfsvoorheffing, catering, reis- en verblijfkosten, huur technici, aanmaakkosten voor tentoonstellingen, huur piano, huur bijkomende technische installatie... uitgaven marketing en publiciteit (publiekswerving) alle kosten die werden gemaakt om het aanbod van het cultuurcentrum te promoten zowel klassieke publicaties (papier) als elektronische publicaties uitgaven diversen uitgaven die niet eigen zijn aan de normale werking van het cultuurcentrum uitgaven uitrusting, inrichting en techniek alle uitgaven voor de aankoop van roerende goederen. Voorbeelden: bureaumeubilair, informaticauitrusting (zowel hardware als software), fotokopieertoestel, fax, voertuigen, beperkte technische en scenische uitrusting (voorbeelden: vervangen van een theaterspot, reparatie van een scenische uitrusting...), functionele uitrusting van de tentoonstellingsruimte en de vergaderlokalen, aanschaf van een ticketsysteem, hoogtewerker... uitgaven investeringskosten infrastructuur gebouwen het gaat hier om uitzonderlijke uitgaven die betrekking hebben op de gebouwen zelf die het cultuurcentrum beheert bouw, verbouwing of grote renovatie- of herstellingswerk aan bestaande infrastructuur: schilderwerken, nieuwe vloerbedekking... technische en scenische uitrusting die onroerend is door bestemming, bijvoorbeeld lichtinstallatie, uitschuifbare tribune... onroerende goederen door bestemming: de installatie van een alarmsysteem, een beveiligingssysteem... uitgaven huur, leningen, leasing van gebouwen de kosten voor huur of leasing van infrastructuur die juridisch onder het beheer van het cultuurcentrum valt. Indien er onderhoudscontracten gekoppeld zijn aan de leasing worden deze cijfers ook hier bijgeteld. staflid persoon die werkt op het A of -niveau in het cultuurcentrum. Er zijn twee groepen stafleden: subsidieerbare cultuurfunctionarissen of niet subsidieerbaar personeel. Zie ook uitleg uitgaven - subsidieerbaar personeel. (volgens regelgeving lokaal cultuurbeleid van toepassing in 2005) 37 ter verduidelijking

40 38 ter verduidelijking vte voltijdequivalent eigen activiteiten activiteiten die de stafleden van het cultuurcentrum vanuit de eigen professionele kennis en artistieke visie programmeren. Inhoudelijk, financieel, organisatorisch en promotioneel ligt het zwaartepunt van de verantwoordelijkheid bij het cultuurcentrum. receptieve activiteiten activiteiten die door derden in het cultuurcentrum worden georganiseerd: activiteiten van verenigingen, personen, bedrijven.... Het cultuurcentrum verhuurt de infrastructuur en kan een minimum aan organisatorische en/of promotionele ondersteuning bieden. soorten activiteiten er is een onderscheid tussen 5 soorten activiteiten: podium, educatieve activiteiten, tentoonstellingen, omkaderingsactiviteiten en andere activiteiten. Elke soort activiteit wordt onderverdeeld in een waaier van relevante disciplines. omkaderingsactiviteiten: activiteiten die andere initiatieven omkaderen en de ervaring van de toeschouwer intensifiëren, verdiepen of verrijken. Voorbeelden: zie disciplines omkaderingsactiviteiten. disciplines per soort activiteit podium: theater, dans, populaire muziek, klassieke muziek, wereldmuziek, muziektheater, literatuur, amusement, film en audiovisuele en nieuwe media educatieve activiteiten: geen onderverdeling in disciplines, worden geteld per titel in plaats van per sessie. Educatieve activiteiten georganiseerd door diensten in huis die elders gesubsidieerd worden zijn buiten beschouwing gelaten. tentoonstellingen: artistieke en educatieve tentoonstellingen omkaderingsactiviteiten: inleiding/nabespreking, ateliers/ workshops, rondleiding of sfeerscheppende activiteiten en de vernissages bij een tentoonstelling. andere: repetitie, ontspannings- en ontmoetingsactiviteit en tot slot nog een restgroep overige activiteiten exact geteld aantal deelnemers deelnemers die op een sluitende manier werden geteld, bijvoorbeeld door het aantal uitgereikte tickets te registreren. geraamd aantal deelnemers wanneer het deelnemersaantal niet exact kan worden bepaald, kan men een schatting van het aantal deelnemers registreren. Dit is vaak het geval bij activiteiten in open lucht die meestal gratis toegankelijk zijn. Om voldoende genuanceerd te registreren vragen we de activiteiten met geraamde deelnemers én het aantal geraamde deelnemers apart op.

41

42