De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf"

Transcriptie

1 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar publicatie n 2.05 Centrum voor januari 2005 Landbouweconomie

2 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2003 Centrum voor Landbouweconomie publicatie n 2.05 januari 2005

3 Als schakel tussen observatie en dienstverlening voert het Centrum voor Landbouweconomie onderzoek uit rond een breed spectrum van onderwerpen. De resultaten worden in verschillende reeksen gepubliceerd. Deze publicatie is een onderdeel van de reeks: 1. Studies en analyses 2. Verslagen 3. Informatieve documenten 4. Statistieken Contactadres: Centrum voor Landbouweconomie Treurenberg 16 4 e verdieping 1000 Brussel Beheer adressenbestand en verzendingen: Martine MULDER 02/ martine.mulder@ewbl.vlaanderen.be Meer informatie over deze publicatie: Dirk VAN LIERDE 02/ dirk.vanlierde@ewbl.vlaanderen.be Vermenigvuldiging of overname van gegevens toegestaan mits duidelijke bronvermelding. Aansprakelijkheidsbeperking Deze publicatie werd door het Vlaams Gewest met de meeste zorg en nauwkeurigheid opgesteld. Er wordt evenwel geen enkele garantie gegeven omtrent de juistheid of de volledigheid van de informatie in deze publicatie, De gebruiker van deze publicatie ziet af van elke klacht tegen het Vlaams Gewest of zijn ambtenaren, van welke aard ook, met betrekking tot het gebruik van de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie. In geen geval zal het Vlaams Gewest of zijn ambtenaren aansprakelijk gesteld kunnen worden voor eventuele nadelige gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van de via deze publicatie beschikbaar gestelde informatie.

4 DE RENDABILITEIT van het TUINBOUWBEDRIJF in 2003 VOORWOORD INLEIDING INHOUD HOOFDSTUK I. ENKELE ALGEMENE KENMERKEN 1. Algemene kenmerken van de bestudeerde bedrijven 2. Het weder 3. De kosten HOOFDSTUK II. DE AANWENDING van de PRODUCTIEFACTOREN HOOFDSTUK III. ANALYSES van de BEDRIJFSRESULTATEN per PRODUCTIESECTOR 1. DE GROENTEBEDRIJVEN 1.1. De champignonbedrijven 1.2. De aardbeibedrijven 1.3. De gespecialiseerde glasgroentebedrijven 1.4. De overige glasgroentebedrijven 1.5. De bedrijven met overwegend groenten in open grond 2. DE SIERTEELTEDRIJVEN 2.1. De kasplantenbedrijven 2.2. De azaleabedrijven 2.3. De begoniabedrijven 2.4. De snijbloemenbedrijven 2.5. De overige bloemenbedrijven 2.6. De boomkwekerijbedrijven 3. DE FRUITBEDRIJVEN HOOFDSTUK IV. EVOLUTIE en SPREIDING van het ARBEIDS INKOMEN van de TUINBOUWBEDRIJVEN HOOFDSTUK V. HET ONDERNEMERSINKOMEN op de TUINBOUWBEDRIJVEN SAMENVATTING BIJLAGE: I. Het aantal volwaardige arbeidskrachten (V.A.K.) per bedrijf II. Toelichting bij de gegevens van de tabellen 9 tot 23 LIJST DER TABELLEN LIJST DER FIGUREN Blz

5 VOORWOORD Het Centrum voor Landbouweconomie (C.L.E.) is een wetenschappelijke instelling van het Ministerie van het Vlaamse Gewest. Door het Centrum werd een systeem van weging uitgewerkt dat toelaat, om op basis van de bedrijfsresultaten van de Vlaamse tuinbouwbedrijven die deel uitmaken van het C.L.E. boekhoudnet, een schatting te maken van de rendabiliteit van het gemiddeld tuinbouwbedrijf (voor de bedrijven die behoren tot het waarnemingsveld). In voorliggend rapport worden de gewogen bedrijfsresultaten van het Vlaamse tuinbouwbedrijf gepubliceerd, en dit voor het boekjaar Er wordt opgemerkt dat vanaf 2000 het boekjaar voor alle bedrijfstypes samenvalt met het kalenderjaar. Dit verslag gaat uit van de Afdeling "Boekhoudkundige en financiële analyses" van het Departement "Microeconomie" van het C.L.E. Het betreft de bedrijfsresultaten die werden bekomen dankzij de medewerking van de tuinbouwers waarvan de bedrijven werden gekozen om deel uit te maken van het boekhoudkundig informatienet van het C.L.E. De opgegeven waarden zijn dus zoals reeds werd vermeld, geen gewone rekenkundige gemiddelden van de waargenomen waarden, maar het zijn gemiddelden die berekend werden door een systeem van weging. Teneinde meer bij de actualiteit aan te sluiten wordt voor elk bedrijfstype op een beknopte wijze de situatie in 2004 geschetst. Deze gegevens zijn niet gebaseerd op boekhoudkundige gegevens, er werd wel gebruik gemaakt van veilinggegevens en andere informatie die over de betrokken sectoren beschikbaar was. De boekhoudgegevens werden verzameld door de tuinbouwboekhouders van het C.L.E.. De controle van het omvangrijk cijfermateriaal en het opstellen van het verslag werd uitgevoerd door H. GIELIS, hoofddeskundige, onder leiding van ir. N. TARAGOLA, wetenschappelijk attaché en ir. D. VAN LIERDE, wetenschappelijk directeur. Aangezien het tuinbouwboekhoudnet vanaf het boekjaar 2004 werd overgedragen aan de afdeling Monitoring en Studie (AM&S) van de administratie land en tuinbouw (ALT) is dit het laatste verslag dat door het Centrum voor Landbouweconomie zal worden samengesteld.

6 2 INLEIDING De resultaten die in dit verslag worden vermeld zijn afkomstig van 270 tuinbouwboekhoudingen die worden bijgehouden door de Afdeling "Boekhoudkundige en financiële analyses" van het Centrum voor Landbouweconomie, en dit tijdens het boekjaar dat loopt van 1 januari 2003 tot 31 december Er dient te worden opgemerkt dat de opgegeven waarden geen gewone rekenkundige gemiddelden zijn van de waargenomen waarden. De gemiddelden in dit rapport worden berekend door een systeem van weging, waarbij de waargenomen waarden worden geëxtrapoleerd naar de verschillende groepen van de betrokken tuinbouwbedrijven in het waarnemingsveld. Om het aantal bedrijven voor elke groep in het waarnemingsveld te bepalen wordt gebruik gemaakt van het classificatieschema voor de tuinbouwbedrijven zoals dit door het C.L.E. werd opgesteld 1. De aandacht wordt er op gevestigd dat als gevolg van het afnemend aantal bedrijven in het boekhoudnet, de resultaten voor sommige bedrijfstypes gebaseerd zijn op een beperkt aantal waarnemingen. Deze gegevens dienen dan ook met de nodige omzichtigheid te worden benaderd. De set van bruto standaardsaldi (B.S.S.) die gebruikt worden voor de berekening van de bedrijfstypologie is een set van B.S.S. die gebaseerd is op vijfjaarlijkse gemiddelden. Het gebruik van vijfjaarlijkse gemiddelden vangt beter de variaties op van de B.S.S. die veroorzaakt worden door de jaarlijkse schommelingen van de opbrengsten als gevolg van wisselende weersomstandigheden en prijsfluctuaties. Om beter de dynamiek van de tuinbouwsector te volgen wordt de set van B.S.S. om de twee jaar vervangen door een meer recente set van B.S.S. Voor het boekjaar 2001 en 2002 wordt gewerkt met de set van B.S.S. die gecentreerd is op het jaar 1998 (dus een gemiddelde van de gegevens van de boekjaren (1996, 1997, 1998, 1999, 2000). Voor de berekening van de gegevens van het boekjaar 2003, werd gebruik gemaakt van de set B.S.S. gecentreerd op Een nieuw classificatieschema voor de Belgische tuinbouwbedrijven D.VAN LIERDE. CLEPublicaties nr. 7, november 1986

7 3 Aangezien in dergelijk systeem de opeenvolgende sets van B.S.S. niet alleen verschillen omwille van de wijzigingen die plaatsgrijpen op het bedrijfseconomisch vlak, maar ook omwille van de inflatie wordt de dimensie van de bedrijven niet langer uitgedrukt in euro B.S.S. maar in een nieuwe grootteeenheid, de standaardgrootteeenheid of SGE. De standaardgrootteeenheid (SGE) komt overeen met een bepaalde waarde van B.S.S., deze waarde is verschillend voor elke set van B.S.S. Voor de set van B.S.S. gecentreerd op 1998 werd een standaardgrootteeenheid of SGE vastgesteld op een B.S.S van euro. De SGE voor de set van B.S.S. gecentreerd op 2000 komt overeen met euro. Er wordt aan herinnerd dat het waarnemingsveld alle bedrijven omvat die bij de landbouwtelling van 15 mei van het Nationaal Instituut voor de Statistiek verklaren een beroeps of gelegenheidsbedrijf te zijn (categorieën 1 tot 3) en waarvan meer dan 2/3 van het totaal bruto standaardsaldo (B.S.S.) afkomstig is van tuinbouwteelten. Alleen de bedrijven waarvan de economische bedrijfsomvang groot genoeg is om beschouwd te kunnen worden als een bedrijf met een echt professioneel karakter worden opgenomen in het waarnemingsveld. Het zijn bedrijven waarvan de bedrijfseconomische dimensie minstens 4 standaardgrootteeenheden of SGE bedraagt. Om het wegingsysteem te kunnen toepassen, worden de bedrijven van de steekproef en van de referentiepopulatie (dus de bedrijven die behoren tot het waarnemingsveld) verdeeld in 12 bedrijfstypes en 4 klassen van economische bedrijfsomvang (gemeten in B.S.S.). Voor meer informatie over de wijzigingen wordt verwezen naar de CLEstudie nr. A90 Structuur van de Belgische tuinbouwbedrijven in 1999" (D. VAN LIERDE & N. TARAGOLA). De bedrijfstypes die werden opgenomen in de steekproef zijn de volgende 2 : 1. De champignonbedrijven 2. De aardbeibedrijven 3. De gespecialiseerde glasgroentebedrijven 4. De overige glasgroentebedrijven 5. De bedrijven met overwegend groenten in open grond 6. De kasplantenbedrijven 7. De azaleabedrijven 8. De begoniabedrijven 9. De snijbloemenbedrijven 10. De overige bloemenbedrijven 11. De boomkwekerijen 12. De fruitbedrijven 2 In de classificatie van de tuinbouwbedrijven zijn nog twee andere types voorzien, nl. de bedrijven met overige blijvende teelten en de overige tuinbouwbedrijven. Deze bedrijfstypes zijn niet opgenomen in de steekproef omdat ze enerzijds te weinig in aantal zijn en anderzijds een te gemengd bedrijfstype vormen.

8 4 De vier klassen van economische bedrijfsomvang die in het schema van het wegingsysteem werden voorzien zijn de volgende: B1: van 4 tot minder dan 11 SGE B2: van 11 tot minder dan 16 SGE B3: van 16 tot minder dan 26 SGE B4: van 26 tot minder dan 100 SGE Tenzij anders vermeld zijn de gegevens die in dit rapport voorkomen voor een bedrijfstype bekomen door weging van de waargenomen (berekende) gemiddelden in de verschillende cellen van dit bedrijfstype (klassen van economische bedrijfsomvang) met het aantal bedrijven die in de referentiepopulatie in deze cellen voorkomen. Indien het gaat over de verhouding tussen twee gegevens (opbrengst per hectare cultuurgrond...), dan betreft het de deling van de gewogen gemiddelde waarde van de teller door de gewogen gemiddelde waarde van de noemer 3. Het arbeidsinkomen per volwaardige arbeidskracht dat in de tabellen met de rendabiliteit wordt opgegeven wordt bekomen door het globale arbeidsinkomen te berekenen voor al de bedrijven van het bestudeerde bedrijfstype en dit vervolgens te delen door het totale aantal volwaardige arbeidskrachten, dat berekend werd voor dit bedrijfstype. De weging beperkt zich niet tot de bedrijfstypes alleen; op basis van de gewogen gemiddelden van de bedrijfstypes worden gewogen gemiddelden voor de gehele tuinbouwsector berekend. Bovendien worden ook voor de groep van de groentebedrijven enerzijds, en voor de groep van de sierteeltbedrijven anderzijds (inclusief boomkwekerij) tabellen met de gegevens van de rendabiliteit opgenomen. Op basis van deze stratificatie, benadert de gewogen gemiddelde bedrijfsomvang van het geheel van de bedrijven van het boekhoudnet steeds zeer dicht de gemiddelde bedrijfsomvang van de bedrijven zoals die voorkomen in de 15 meitelling; de afwijking tussen deze twee types van gemiddelden is voor sommige bedrijfstypes echter groter. De meest recente gegevens zijn deze van de 15 meitelling De gegevens in verband met de rendabiliteit van de verschillende bedrijfstypes worden weergegeven in de tabellen 9 tot 23. De meeste gegevens van deze tabellen worden uitgedrukt per are of hectare cultuurgrond (voor de champignonbedrijven per 100 m² champignons). Hierbij dient te worden opgemerkt dat, afhankelijk van de samenstelling van de steekproef, de verhouding tussen de oppervlakte teelten onder glas en in open grond in de loop der jaren kan veranderen. Hoewel dit weinig invloed heeft op de gemiddelde bedrijfsomvang uitgedrukt in bruto standaardsaldo (B.S.S.), kan dit toch de vergelijking van kosten en opbrengstgegevens uitgedrukt per oppervlakteeenheid bemoeilijken (hoe meer open grond er is, hoe lager de opbrengsten en kosten per oppervlakteeenheid zullen zijn). De gegevens van de tabellen worden in een beknopte commentaar toegelicht. 3 In voornoemd geval gaat men als volgt te werk: men berekent voor elke cel de gemiddelde opbrengst per bedrijf en de gemiddelde oppervlakte cultuurgrond. Men vermenigvuldigt deze gegevens met het aantal bedrijven uit de referentiepopulatie die in de overeenkomstige cellen voorkomen. Men maakt voor dit bedrijfstype de totalen van de vier cellen en vervolgens deelt men de waarde van de opbrengsten door de waarde die men voor de oppervlakte cultuurgrond heeft bekomen (men berekend dus in feite de totale opbrengst van al de bedrijven van de groep in de referentiepopulatie en deelt deze vervolgens door de totale oppervlakte van al deze bedrijven). Dit geeft de gewogen gemiddelde opbrengst per hectare cultuurgrond.

9 5 Naast de resultaten van 2003 worden ook deze van 2002 en 2001 vermeld. Zodoende kunnen de jongste resultaten vergeleken worden met deze van de twee voorgaande jaren. De opbrengsten en kosten worden "exclusief B.T.W." geboekt. Bij de beoordeling van de resultaten dient te worden rekening gehouden met de verschillende principes die in de bedrijfseconomische boekhouding werden aangenomen (toegerekende lonen voor eigen arbeid, toegerekende rente op de geïnvesteerde kapitalen, afschrijvingen berekend op vervangingswaarde enz...). Bij de kritische analyse van de absolute waarden die in dit document worden voorgesteld, mag men niet uit het oog verliezen dat de bestudeerde bedrijven niet willekeurig gekozen werden en dat zij, vanuit het statistisch standpunt, niet op een volmaakte wijze het bestudeerde universum vertegenwoordigen. Nochtans zou het beeld dat deze cijfers geven in verband met de evolutie van de opbrengsten, de kosten en de bedrijfsresultaten, voldoende betrouwbaar moeten zijn. In bijlage wordt een uitvoerige toelichting bij de gegevens van de tabellen verstrekt. Voor een juiste interpretatie van de cijfers is het noodzakelijk deze toelichting te raadplegen.

10 6 HOOFDSTUK I. ENKELE ALGEMENE KENMERKEN 1. Algemene kenmerken van de bestudeerde bedrijven Bij de keuze van de bestudeerde bedrijven wordt er naar gestreefd representatieve tuinbouwbedrijven te vinden met voor hun bedrijfstype normale productie en afzetomstandigheden. Het aantal bedrijven in de steekproef wordt in tabel 1 aangegeven per bedrijfstype en per provincie. In tabel 2 worden de bedrijven in de steekproef per bedrijfstype en per klasse van economische bedrijfsomvang gegeven. In tabel 3 worden dezelfde gegevens vermeld voor de tuinbouwbedrijven in de referentiepopulatie volgens de 15 meitelling van 2000 (inclusief de twee bedrijfstypes die niet in de steekproef vertegenwoordigd zijn) 4. TABEL 1. Spreiding van de bedrijven in de steekproef per bedrijfstype en per provincie, boekjaar Bedrijfstype Antwerpen Vlaams Brabant West Vlaanderen Oost Vlaanderen Limburg Totaal Champignons Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Overwegend groenten in open grond Kasplanten Azalea s Begonia s Snijbloemen Overige bloemen Boomkwekerij Fruit totaal Voor meer informatie betreffende de bedrijven in de referentiepopulatie wordt verwezen naar de publicatie : Structuur van de Belgische tuinbouw in 1999 op basis van de 15 meitelling van 1999" van D. VAN LIERDE & N. TARAGOLA, CLESTUDIE Nr A90, december 2000.

11 7 TABEL 2. Verdeling van de Vlaamse bedrijven in de steekproef per bedrijfstype en per klasse van economische bedrijfsomvang Boekjaar Bedrijfstype Champignons Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Overwegend groenten in open grond Kasplanten Azalea s Begonia s Snijbloemen Overige bloemen Boomkwekerij Fruit Klassen van economische bedrijfsomvang B1 B2 B3 B4 Totaal Totaal TABEL 3. Verdeling van de Vlaamse bedrijven in het waarnemingsveld per bedrijfstype en per klasse van economische bedrijfsomvang 15 mei Bedrijfstype Champignons Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Overwegend groenten in open grond Kasplanten Azalea s Begonia s Snijbloemen Overige bloemen Boomkwekerij Fruit Overige blijvende teelten Overige bedrijven Klassen van economische bedrijfsomvang B1 B2 B3 B4 Totaal Totaal

12 8 2. Het weder De winterperiode 2003 kende afwisselend fris en zacht weer. Januari kende veel neerslag terwijl februari werd gekenmerkt door veel zonneschijn. De lente begon extreem zacht, met temperaturen die hoger waren dan normaal. De lente bracht meer zonneschijn dan normaal het geval is. De neerslag in de lente was van een normaal niveau. Tijdens de zomer was het opmerkelijk warm met temperaturen die praktisch gans het seizoen hoger waren dan normaal. In augustus was er zelfs sprake van een hittegolf. De hoeveelheid neerslag was normaal in de maand juni; in juli en augustus viel er dan weer te weinig regen. Ook de herfstperiode was zeer zonnig, met een te lage hoeveelheid neerslag tot gevolg. De maand oktober was vrij fris. Het jaar 2003 was een uiterst zonnig jaar, met hoge temperaturen en een vrij normale hoeveelheid neerslag. 3. De kosten De kosten kunnen in vier groepen worden ingedeeld: de arbeidskosten de kosten van de duurzame productiemiddelen de brandstofkosten de overige kosten Over de eerste drie groepen van kosten kunnen vooraf enkele bemerkingen worden gemaakt die geldig zijn voor al de tuinbouwbedrijven. A. De arbeidskosten De kosten van de arbeid (zowel de betaalde als de berekende lonen) vormen, op alle types van tuinbouwbedrijven, het belangrijkste bestanddeel van de totale kosten. Het aandeel van de arbeidskosten in de totale kosten ligt tussen 34 pct. bij de bedrijven met overige bloemen en 57 pct. bij de begoniabedrijven. Voor het geheel van de tuinbouwbedrijven bedraagt het aandeel van de arbeidskosten in de totale kosten 38,5 pct. De evolutie van de uurlonen zal dan ook een belangrijke invloed hebben op de totale kosten.

13 9 In bijgaand staatje worden voor 2001, 2002 en 2003 de uurlonen van een geschoolde arbeider weergegeven. Het zijn deze uurlonen, sociale lasten van werkgever en werknemer inbegrepen, die door het C.L.E. worden aangewend voor de berekening van het loon van de bedrijfsleider en de meewerkende gezinsleden. In 2003 vertonen de uurlonen een stijging, die afhankelijk van het type begrepen is tussen 4 pct. en 5 pct. Voor 2004 zullen de lonen in beperkte mate toenemen. Uurloon van de geschoolde arbeider: A B C D Euro Euro Euro 2001= =100 13,61 14,05 14, ,61 13,78 14, ,12 12,59 13, ,30 15,52 16, A: champignonbedrijven, glasgroentebedrijven, aardbei en fruitbedrijven B: bloemenbedrijven C: de bedrijven met overwegend groenten in open grond D: boomkwekerijen B. De kosten van de duurzame productiemiddelen Als tweede belangrijke kostenbestanddeel zijn de kosten van de duurzame productiemiddelen te vermelden. Zij omvatten de kosten van de grond, gebouwen, glasopstand, installaties, aanplantingen, grondverbeteringen en werktuigen. Hun aandeel ligt tussen 14 pct. bij de champignonbedrijven en 32 pct. bij de fruitbedrijven. Voor het geheel van de tuinbouwbedrijven bedraagt het aandeel van de kosten van de duurzame productiemiddelen 21,4 pct. van de totale kosten. Deze kosten bestaan hoofdzakelijk uit de afschrijvingen en de berekende interesten. De afschrijvingen worden berekend op de vervangingswaarde. De vervangingswaarde van al deze duurzame productiemiddelen wordt bepaald met behulp van de C.L.E.index van de landbouwconstructies. In 2003 nam de vervangingswaarde met 2 pct. toe. Voor 2004 zal de vervangingswaarde met 2 pct. toenemen. In de bedrijfseconomische boekhouding wordt er van uitgegaan dat de geïnvesteerde kapitalen volledig eigendom zijn van het bedrijf. Als vergoeding voor dit kapitaal wordt er een interest op berekend die in de kosten wordt opgenomen. De interesten worden berekend op het gemiddelde van de inventariswaarde (vervangingswaarde verminderd met de gecumuleerde afschrijving) bij het begin en het einde van het boekjaar.

14 10 Voor de interestberekening worden volgende percenten toegepast: grond: 1,5 pct. Er wordt voor de grond een waarde genomen welke voor de streek en het bedrijfstype normaal kan genoemd worden. grondverbeteringen, gebouwen, glasopstand, installaties, aanplantingen en werktuigen: 5 pct. Voor de bestudeerde bedrijven bedraagt de werkelijk betaalde rente gemiddeld 39,5 pct. van de berekende rente. Dit neemt echter niet weg dat voor recent opgerichte bedrijven, met veel vreemd vermogen, die al hun leningen aan hogere rentevoeten hebben moeten aangaan, de werkelijk te betalen rente groter kan zijn dan de in de boekhouding berekende rente. C. De brandstofkosten Voor de bedrijven met teelten onder glas zijn de brandstofkosten vrij belangrijk. Zo bedragen voor de gespecialiseerde glasgroentebedrijven de brandstofkosten 18 pct. van de totale kosten. Voor het geheel van de tuinbouwbedrijven bedraagt het aandeel van de brandstofkosten 7 pct. van de totale kosten. Prijzen In volgend staatje worden de gemiddelde prijzen van de stookolie gegeven voor 2001, 2002 en Het betreft hier de gemiddelde prijzen op jaarbasis (exclusief B.T.W.) die werden berekend op basis van de maximumprijzen van de lichte en extrazware stookolie (met 1 pct. zwavel). Figuur 1. Evolutie van de prijzen van de lichte en extrazware stookolie (maximumprijzen excl. B.T.W.; excl. taksen) Periode Prijs van de stookolie (excl. B.T.W.; excl. taksen) Soort brandstof Euro Euro Euro 2001= =100 Lichte stookolie (euro/100l) 27,53 25,25 26, Extrazware stookolie (euro/100kg) 17,33 18,14 18, Bron: CLEstatistieken Uit deze gegevens blijkt dat de gemiddelde prijs van lichte stookolie in 2003 met 3 pct. gestegen is t.o.v De extrazware stookolie (met een zwavelgehalte van 1 %) is gemiddeld 4 pct. duurder geworden dan in Figuur 1 geeft het prijsverloop per maand van de lichte en de extrazware stookolie, en dit voor de periode Het betreft hier de gemiddelde prijzen per maand (exclusief B.T.W.; exclusief taksen), die werden berekend op basis van de maximumprijzen van de lichte en de extrazware stookolie.

15 11 Figuur 1. Evolutie van de prijzen van de lichte en extrazware stookolie (maximumprijzen excl. B.T.W.; excl. Taksen) Periode Zoals blijkt uit figuur 1 zijn de olieprijzen in de periode vrij stabiel. Na een tijdelijke daling vanaf oktober 2001 stijgen de prijzen geleidelijk aan om in oktober 2002 een maximum te bereiken. In april 2003 is er een plotse daling waarna de prijzen terug toenemen. Vooral voor lichte stookolie blijft de prijsstijging toenemen; vanaf mei 2004 is de prijstoename als gevolg van de energiecrisis sterk uitgesproken. Voor extra zware stookolie blijft de prijstoename echter vrij beperkt. Verbruik In tabel 5 wordt voor de belangrijkste types van tuinbouwbedrijven het brand stofverbruik per 100 m 2 staand glas gegeven (rekenkundige gemiddelden). Voor de champignonbedrijven wordt het brandstofverbruik per 100 m 2 teeltoppervlakte van het bedrijf berekend (het product van het aantal cellen vermenigvuldigd met de gemiddelde teeltoppervlakte per cel geeft de teeltoppervlakte van het bedrijf). Het brandstofverbruik wordt uitgedrukt in kilogram extrazware stookolie per 100 m 2 staand glas; voor andere brandstoffen dan extrazware stookolie wordt het verbruik dus eerst omgerekend.

16 12 TABEL 4. Het gemiddelde brandstofverbruik van de tuinbouwbedrijven in 2001, 2002 en 2003 uitgedrukt in kilogram extrazware stookolie per 100 m 2 staand glas (rekenkundige gemiddelden) Bedrijfstype Champignons (x) Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Kasplanten Azalea's Begonia's Snijbloemen Overige bloemen ( x) per 100 m 2 teeltoppervlakte Het brandstofverbruik van de bedrijven van eenzelfde bedrijfstype kan grote verschillen vertonen. In tabel 6 wordt de spreiding van de bedrijven weergegeven in functie van hun brandstofverbruik. TABEL 5. Spreiding van de bedrijven volgens hun brandstofverbruik en per bedrijfstype in 2003 (niet omgerekend naar de populatie), verbruik in kg extrazware stookolie per m² staand glas. Bedrijfstype 010 kg 1020 kg 2030 kg 3040 kg > 40 kg Champignons (x) Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Kasplanten Azalea s Begonia's Snijbloemen Overige bloemen Aantal bedrijven in de steekproef Totaal aantal bedrijven Totaal (x) per m² teeltoppervlakte bedrijf

17 13 HOOFDSTUK II. De AANWENDING van de PRODUCTIEFACTOREN In tabel 7 worden de structurele gegevens van de verschillende bedrijfstypes gegeven, wat moet toelaten de gegevens van de tabellen 9 tot 23 beter te interpreteren. TABEL 6. Gemiddelde structurele gegevens voor het boekjaar 2003 Bedrijfstype Gemiddelde oppervlakte Glasopper Aantal V. A.K vlakte per bedrijf (a) Oppervlakte per V.A.K. Gewerkte uren per ha ha pct. ha Champignons (b) Aardbeien 0,1812 2,8289 9,88 5,41 3,11 0,0335 0, Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Overwegend groenten in open grond 1,1286 2, , ,40 20,07 0,22 3,24 2,95 2,37 0,3488 0,9685 5, Kasplanten Azalea's Begonia's Snijbloemen Overige bloemen Boomkwekerij Fruit Totaal 0,8344 1,9414 1,9643 0,6336 1,3428 3, ,5287 5, ,21 51,31 11,35 79,38 41,68 0,96 0,00 6,96 2,56 2,66 1,76 1,99 2,78 2,42 2,90 2,82 0,3264 0,7309 1,1190 0,3187 0,4837 1,4054 4,6630 1, (a) Voor het begrip V.A.K., zie bijlage I. (b) De vermelde oppervlakte is de teeltoppervlakte van het bedrijf. In tabel 8 wordt het kapitaal (exclusief grond en omlopend kapitaal) van de bestudeerde bedrijven onderverdeeld in zijn bestanddelen. Het gaat hier niet om de oorspronkelijke aankoopprijzen van de werktuigen, glasopstand, vaste installaties, bedrijfsgebouwen enz..., maar wel om hun vervangingswaarde aan prijzen geldig voor het betrokken boekjaar. Verder dient te worden opgemerkt dat de vervangingswaarde zoals die wordt gegeven in tabel 8 geen rekening houdt met de ouderdom van de werktuigen, glasopstand, vaste installaties, bedrijfsgebouwen enz..., deze zijn doorgaans al een zeker aantal jaren in gebruik en bijgevolg gedeeltelijk afgeschreven. Om een idee te geven over de ouderdom van de betrokken goederen wordt in tabel 8 de verhouding gegeven tussen de boekwaarde en de vervangingswaarde van de duurzame productiemiddelen. Teneinde de kapitaalomvang van de verschillende bedrijfstypes beter te kunnen vergelijken wordt ook de vervangingswaarde van het kapitaal (exclusief grond en omlopend kapitaal) per volwaardige arbeidskracht gegeven.

18 TABEL 7. Samenstelling van het kapitaal (a), boekjaar 2003, vervangingswaarde per 100 m² cultuurgrond. 14 Bedrijfstype Werktuigen Bedrijfs gebouwen Glasopstand en/of installaties Beplanting + steunmateriaal Grond verbeteringen Plantopstand Totaal (b) Boekwaarde in pct. vervangingswaarde (c) Kapitaal per V.A.K. (a) Euro Euro Euro Euro Euro Euro Euro Pct. Euro Champignons (d) Aardbeien Gespecialiseerde glasgroenten Overige glasgroenten Overwegend groenten in open grond Kasplanten Azalea's Begonia's Snijbloemen Overige bloemen Boomkwekerij Fruit ,3 27,3 30,9 15,8 34,2 21,0 26,3 33,6 23,2 26,6 47,0 38, Gemiddeld tuinbouwbedrijf , (a) Exclusief grond en omlopend kapitaal. (b) Het kapitaal vee is in het totaal begrepen. (c) Boekwaarde en vervangingswaarde van de duurzame productiemiddelen (exclusief grond). (d) Per 100 m² teeltoppervlakte van het bedrijf.

19 15 HOOFDSTUK III. ANALYSES van de BEDRIJFSRESULTATEN per PRODUCTIE SECTOR 1. DE GROENTEBEDRIJVEN Zoals uit de gegevens van tabel 9 blijkt, is het gewogen gemiddelde arbeidsinkomen per arbeidseenheid op de groentebedrijven in 2003 met 20 pct. toegenomen t.o.v Het arbeidsinkomen per V.A.K. bedraagt euro, tegen euro in Per euro kosten worden euro opbrengsten behaald tegen 950 euro tijdens het vorige boekjaar. In de tabellen 10 tot 14 worden de gegevens in verband met de rendabiliteit van de verschillende types van groentebedrijven vermeld. Om een idee te krijgen van de bijdrage van elk bedrijfstype tot het gemiddeld groentebedrijf wordt verwezen naar tabel 3, die de verdeling van de bedrijven in het waarnemingsveld per bedrijfstype en per klasse van economische bedrijfsomvang geeft. * * * Er wordt verwacht dat de rendabiliteit van de groentebedrijven beduidend slechter zal zijn dan in Vooral de rendabiliteit van de glasgroenteteelt, na een goed 2003, zou terugvallen.

20 16 Tabel 8. Rendabiliteit van de groentebedrijven Kosten (in per are) BOEKJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Brandstoffen Zaad en plantgoed Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per are) 25 Teelten onder glas Teelten in open lucht Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per are) Arbeidsinkomen (in per are) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten

21 De champignonbedrijven In tabel 10 worden de belangrijkste resultaten van de champignonbedrijven weergegeven. Het jaar 2003 wordt gekenmerkt door een iets beter prijsverloop voor de champignons dan in De gewogen gemiddelde prijs van de champignons die op de bedrijven van het boekhoudnet werden verkocht bedraagt 1,35 euro/kg, dit is 3 pct. hoger dan in Het betreft hier een gewogen prijs van alle verkochte champignons zonder onderscheid tussen champignons voor verse consumptie en champignons voor de verwerkingsindustrie, een verschuiving naar meer champignons voor de verse consumptie zal de gemiddelde prijs doen stijgen en omgekeerd. De gemiddelde kostprijs stijgt tot 1,47 euro/kg, tegen 1,39 euro/kg in 2002, dit is een toename van 6 pct. De kilogramopbrengst per 100 m² champignons daalt met 6 pct. Dit alles heeft ertoe geleid dat het arbeidsinkomen per arbeidskracht met 15 pct. is afgenomen en euro bedraagt. Per euro kosten worden 922 euro opbrengsten behaald tegen 945 euro in * * * In vergelijking met 2003 is de prijsvorming van de champignons in 2004 minder goed. Op basis van het prijspeil op de tuinbouwveilingen kan een prijsdaling van 10 pct. worden vooropgesteld. Enkel in de periode van maart tot juni kunnen de prijzen gelijke tred houden met deze die in dezelfde periode van 2003 werden behaald. Men mag dan ook aannemen dat de rendabiliteit van de champignonbedrijven minder goed zal zijn dan in 2003.

22 18 Tabel 9. Rendabiliteit van de champignonbedrijven Kosten (in per are) BOEKJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Brandstoffen Kompost Broed Dekaarde Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per are) 21 Champignons Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per are) Arbeidsinkomen (in per are) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten Gemiddelde verkoopprijs ( /kg) 1,32 1,31 1,35 49 Gemiddelde kostprijs ( /kg) 1,32 1,39 1,47

23 De aardbeibedrijven Op deze bedrijven staat de teelt van aardbeien centraal. Men vindt er zowel aardbeien onder glas, onder grote of kleine plastiekkappen als in open grond. In open grond worden benevens aardbeien ook augurken, prei, sla, spruiten en andere groenten geteeld. Het bedrijfsresultaat zal op deze bedrijven vooral afhangen van de geldopbrengsten van de aardbeien. Er dient rekening te worden mee gehouden dat in het boekhoudnet de teelt van aardbeien in open lucht waarschijnlijk onvoldoende vertegenwoordigd is omdat de grote bedrijven met teelt in open lucht ontbreken. Voor de aardbeienteelt was 2003 een goed jaar. Zowel de glasaardbeien als de aardbeien onder plastiek en in open lucht kenden in 2003 een vlotte afzet met goede prijsvorming. Vooral voor de aardbeien in open lucht, als voor de verlate teelt waren de geldopbrengsten beduidend hoger dan in Omwille van het mooie zomerweer werd het een vroeg en kort seizoen voor de openluchtaardbeien, de prijzen waren zeer goed. Als gevolg van de hogere opbrengsten van de teelt van aardbeien nemen de geldopbrengsten per hectare met 6 pct. toe; de kosten dalen met 2 pct.. Als gevolg hiervan neemt de rendabiliteit van deze bedrijven in belangrijke mate toe. Per euro kosten worden euro opbrengsten behaald, in 2002 was dit slechts 939 euro. Het arbeidsinkomen per V.A.K. neemt met 17 pct. toe, en bedraagt euro. * * * Het glasaardbeienseizoen kent een vroege start met betere prijzen dan in Vanaf de maand mei zet zich een prijsdaling in waarbij de prijzen voor de rest van het aardbeienseizoen ver beneden het peil van 2003 zakken. De aanvoeren zijn groter dan in 2003, maar deze toename is onvoldoende om de prijsdalingen te compenseren. Er wordt dan ook verwacht dat de rendabiliteit van de aardbeibedrijven minder goed zal zijn dan in 2003.

24 20 Tabel 10. Rendabiliteit van de aardbeibedrijven Kosten (in per hectare) BOEKJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Brandstoffen Zaad en plantgoed Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per hectare) 26 Teelten onder glas Fruit Groenten in open lucht Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per hectare) Arbeidsinkomen (in per hectare) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten

25 De gespecialiseerde glasgroentebedrijven In vergelijking met 2002 hebben de gespecialiseerde glasgroentebedrijven beduidend betere resultaten geboekt. Het arbeidsinkomen per volwaardige arbeidskracht nam met 49 pct. toe en bedraagt euro tegen euro in Drukt men de kosten en opbrengsten uit per 100 m² glas dan kan men vaststellen dat de kosten met 13 pct. zijn gestegen, de brandstofkosten zijn met 24 pct. gestegen. De opbrengsten per 100 m² glas zijn met 28 pct. gestegen. Per euro kosten werden euro opbrengsten behaald, tegen 956 euro in In de maanden maart en april liggen de prijzen van de tomaten op een lager peil dan in dezelfde periode van In de maanden mei en juni zijn de prijzen beduidend beter dan in 2002, maar in juli zakken de prijzen tot beneden de prijzen van juli Vanaf augustus herstelt de markt zich echter en zijn de prijzen beter dan in dezelfde periode van Tijdens de laatste maand van het jaar zijn de prijzen weer lager dan in De geoogste hoeveelheden zijn hoger dan in De gemiddelde prijs van de tomaten ligt hoger dan deze van De resultaten van de tomatenteelt waren dan ook beter dan deze die in 2002 werden bekomen. Tijdens de eerste twee maanden van 2003 liggen de prijzen van de kropsla op een lager peil dan de hoge prijzen die in 2002 werden behaald. In maart en april zijn de prijzen echter veel beter dan in 2002, toen het prijspeil laag was. Het seizoen van de herfstkropsla zet in september in met matige prijzen. Later trekken de prijzen echter aan om in november en december op een hoog peil te liggen. De geldopbrengsten van de lentekropsla en de herfstkropsla zijn beduidend beter dan in 2002; voor de winterkropsla is dit niet het geval. Voor komkommers en paprika zijn de prijzen veel beter dan in * * * Bij de start van het tomatenseizoen 2004 ligt de prijs hoger dan in Vanaf de maand april dalen de prijzen tot ver beneden het peil van In juni en juli liggen de prijzen 40 pct. lager dan in dezelfde maanden van In augustus en september bedraagt de prijs van de tomaten slechts 40 pct. van deze in Naar het einde van het jaar toe trekken de prijzen weer aan. Er wordt verwacht dat op jaarbasis de gemiddelde prijs van de tomaten ongeveer één derde lager zal zijn dan in 2003.

26 22 Voor de teelt van kropsla is de prijs in januari nog behoorlijk. Vanaf de maand februari dalen de prijzen sterk. Tijdens de periode februari april bedraagt de gemiddelde prijs minder dan de helft van deze in dezelfde periode van Voor de lentekropsla zal de geldopbrengst dan ook beduidend lager liggen dan in Het seizoen van de herfstkropsla zet in september in met matige prijzen. In oktober en november liggen de prijzen echter beduidend hoger dan in Voor herfstkropsla zou 2004 beter uitvallen dan Voor de bedrijven met jaarrondteelt van sla zal 2004 echter slechter zijn dan Voor komkommers ligt de gemiddelde jaarprijs 10 pct. onder het peil van 2003, voor paprika is dit 16 pct. Er wordt verwacht dat de geldopbrengsten van de glasgroentebedrijven beduidend kleiner zullen zijn dan in De gemiddelde rendabiliteit van de bedrijven zal veel lager liggen dan de goede resultaten die in 2003 werden geboekt. Vooral de bedrijven met tomatenteelten zullen minder goede resultaten boeken.

27 23 Tabel 11. Rendabiliteit van de gespecialiseerde glasgroentebedrijven Kosten (in per are) BOEJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Brandstoffen Zaad en plantgoed Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per are) 22 Tomaten Komkommers Kropsla Andere groenten onder glas Groenten in open lucht Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per are) Arbeidsinkomen (in per are) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten

28 De overige glasgroentebedrijven De rendabiliteit van de overige glasgroentebedrijven was beter dan deze in Op deze bedrijven zijn voor de glasteelten vooral de licht verwarmde en de koude teelt van tomaten en de verschillende slateelten belangrijk. De geldopbrengsten van de tomatenteelten waren merkelijk beter dan deze van De prijzen van de serrekropsla op deze bedrijven liggen in 2003 boven het peil van Voor de kropsla in open lucht liggen de prijzen hoger dan in 2002, maar de aanvoer is beduidend lager. Voor de klassieke wintergroenten (kolen, prei, spruiten) vielen over het algemeen de prijzen goed mee. Het arbeidsinkomen per V.A.K. neemt met 17 pct. toe en bedraagt euro tegen euro tijdens het voorgaande boekjaar. Per euro kosten worden 916 euro opbrengsten behaald; het vorige boekjaar was dit 843 euro. Er dient wel te worden opgemerkt dat voor dit bedrijfstype het aantal bedrijven in het boekhoudnet zeer klein is geworden. * * * De prijzen van de lentekropsla zullen in 2004 slechter zijn dan in 2003; voor herfstkropsla kunnen betere resultaten worden geboekt. Voor de tomatenteelt stonden de prijzen onder zeer grote druk zodat de geldopbrengsten veel lager zullen zijn dan in Voor openluchtsla zijn de prijzen slecht. Voor de klassieke wintergroenten (kolen, prei en spruiten) is het nog te vroeg om duidelijk tendensen waar te nemen, het lijkt er echter op dat ook voor deze groenten de prijsvorming zal tegenvallen. Er wordt verwacht dat de rendabiliteit van de overige glasgroentebedrijven sterk zal tegenvallen in 2004.

29 25 Tabel 12. Rendabiliteit van de overige glasgroentebedrijven Kosten (in per are) BOEKJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Brandstoffen Zaad en plantgoed Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per are) 26 Teelten onder glas Teelten in open lucht Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per are) Arbeidsinkomen (in per are) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten

30 De bedrijven met overwegend groenten in open grond Op ongeveer de helft van deze bedrijven is de witloofteelt de belangrijkste teelt. Op deze bedrijven wordt de teelt van witloof aangevuld met landbouwgewassen, en soms ook met andere tuinbouwteelten. De bedrijven met overwegend groenten in open grond, die geen witloof in het teeltplan hebben opgenomen en die de andere helft van het totale aantal bedrijven uitmaken, beperken zich meestal uitsluitend tot tuinbouwteelten. Op deze bedrijven is vooral de teelt van bloemkolen, prei, kropsla en aardbeien van belang 5. De tuinbouwteelten leveren samen 94 pct. van de totale geldopbrengsten van deze bedrijven. Vanaf 2000 wordt voor dit bedrijfstype het boekjaar gelijk gesteld aan het kalenderjaar. Tijdens de voorgaande jaren liep het boekjaar op deze bedrijven van 1 mei tot 30 april. Het belangrijkste gevolg hiervan is dat voor de witloofteelt niet meer met de opbrengsten per forcerieseizoen wordt gewerkt. De opbrengsten voor het witloof worden nu verrekend als de opbrengsten tijdens het kalenderjaar. Dit heeft als gevolg dat in de opbrengsten zowel witloof wordt verrekend dat werd geforceerd van wortelen van de oogst van het voorgaande jaar, als van wortelen die tijdens dit boekjaar werden geteeld. Deze wijziging bracht met zich mee dat de witloofwortelteelt als een aparte teelt dient beschouwd te worden, waarbij de geproduceerde witloofwortelen een waarde krijgen die een kost wordt voor de witloofforcerie. De opbrengsten zullen dus toenemen met de waarde van de geproduceerde wortelen en de kosten van zaad en plantgoed zullen eveneens toenemen. Vanaf het boekjaar 2000 is het dan ook onmogelijk geworden om de opbrengsten van de witloofforcerie uit te drukken per hectare witloofwortelen. In vergelijking met het kalenderjaar 2002 is de gemiddelde prijs van het witloof sterk gedaald. De middenprijs daalt met meer dan 20 pct.. Gedurende het ganse jaar blijft de prijs op een laag niveau. De rendabiliteit van de bedrijven met witloof in het teeltplan vallen dan ook sterk tegen. De resultaten van de bedrijven met overwegend groenten in open grond die geen witloof in het teeltplan hebben opgenomen, zijn ook beduidend slechter dan deze die tijdens het voorgaande boekjaar werden behaald. De resultaten van de bloemkoolteelt werden negatief beïnvloed door het weer. Ook voor de klassieke wintergroenten (kolen, spruiten en prei) vallen de prijzen voor het teeltseizoen 2003 tegen. 5 De extensieve groenteteelt en de teelt van industriegroenten komt niet voor op dit type van tuinbouwbedrijven. In de bedrijfstypologie worden deze extensieve teelten tot de landbouwteelten gerekend.

31 27 De rendabiliteit van de bedrijven met overwegend groenten in open grond is beduidend slechter dan in 2002, het arbeidsinkomen per V.A.K. daalt met 29 pct. en bedraagt euro tegen euro. Per euro kosten worden 874 euro opbrengsten behaald, tegen 985 euro in * * * Voor het kalenderjaar 2004 is de prijs van witloof beter dan in 2003; gemiddeld was het witloof 10 pct. duurder dan in Met uitzondering van de maanden februari, augustus en september zijn de prijzen hoger dan tijdens het voorgaande jaar. Toch blijft de gemiddelde prijs beneden 1 euro, wat onvoldoende is om de kosten te dekken. De bloemkolen behaalden in mei en juni betere prijzen dan in 2003, maar tijdens de andere maanden was de prijs lager dan in dezelfde maanden van het voorgaande jaar. Voor de kropsla uit open grond was de prijsvorming zeer slecht; de gemiddelde prijs bedraagt slechts één derde van deze in Voor de klassieke wintergroenten (kolen, prei en spruiten) is het momenteel nog te vroeg om duidelijke tendensen waar te nemen; het lijkt er momenteel echter op dat voor deze groenten de prijsvorming zal tegenvallen. Zoals de situatie momenteel is lijkt het er op dat de rendabiliteit van de bedrijven met overwegend groenten in open grond die witloof in het teeltplan hebben beter zal zijn dan in Op de overige groentebedrijven zal de rendabiliteit minder goed zijn.

32 28 Tabel 13. Rendabiliteit van de bedrijven met overwegend groenten in open grond Kosten (in per hectare) BOEKJAREN Arbeid bedrijfsleider + gezinsleden Betaald personeel Werk door derden Werktuigkosten Totaal bewerkingskosten Bestrijdingsmiddelen Meststoffen Brandstoffen Zaad en plantgoed Overige materialen Totaal grondstoffen Kosten van grond en gebouwenkapitaal Verkoopkosten Directe kosten teelten Algemene onkosten Totaal TOTALE KOSTEN Opbrengsten (in per hectare) 32 Tuinbouwteelten Landbouwteelten Overige TOTALE OPBRENGSTEN Winst of verlies (in per ha) Arbeidsinkomen (in per ha) Arbeidsinkomen (in per V.A.K.) Opbrengsten per kosten

33 29 SIERTEELTBEDRIJVEN Zoals uit de gegevens van tabel 15 blijkt is het gewogen gemiddelde arbeidsinkomen per arbeidseenheid op de sierteeltbedrijven in 2003 lager dan dit van Het arbeidsinkomen per V.A.K. bedraagt euro tegen euro in 2002, dit is een afname van 7 pct. Per euro kosten worden 898 euro opbrengsten behaald tegen 932 euro tijdens het vorige boekjaar. In de tabellen 16 tot 21 worden de gegevens in verband met de rendabiliteit van de verschillende types van sierteeltbedrijven vermeld. Om een idee te krijgen van de bijdrage van elk bedrijfstype tot het gemiddelde sierteeltbedrijf wordt verwezen naar tabel 3, die de verdeling van de bedrijven in het waarnemingsveld per bedrijfstype en per klasse van economische bedrijfsomvang geeft. * * * Voor 2004 wordt verwacht dat de rendabiliteit in de sierteeltsector minder goed zal zijn dan in Voor de begoniabedrijven worden betere resultaten verwacht dan in De kasplantenbedrijven gegeven. In tabel 16 worden de belangrijkste resultaten van de kasplantenbedrijven De afzet van kasplanten kende een eerder kalm verloop tijdens het voorjaar van De marktsituatie was vrij gunstig. Ook tijdens de rest van het seizoen blijft de markt positief gestemd. Opmerkelijk is dat de prijsvorming voor groene planten beter is dan voor de bloeiende kasplanten. Afhankelijk van het sortiment kunnen dan ook grote verschillen optreden. Uitgedrukt per 100 m² glas dalen de kosten met 3 pct. De opbrengsten nemen met 4 pct. af. Het arbeidsinkomen per V.A.K. bedraagt euro, dit is een toename met 3 pct. Per euro kosten worden 973 euro opbrengsten behaald, in 2002 was dit 990 euro. Tussen de bedrijven onderling kunnen, afhankelijk van het geteelde plantensortiment, grote verschillen bestaan. Dit komt duidelijk tot uiting in tabel 25. * * * De afzet van kasplanten verloopt kalm. Voor de groene kasplanten valt de prijsvorming echter tegen. Er wordt verwacht dat de kasplantenbedrijven minder goede resultaten zullen behalen dan in Afhankelijk van het sortiment kunnen grote verschillen optreden.

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf

De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De rendabiliteit van het tuinbouwbedrijf Boekjaar 2002 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 2.03 juni 2004 Centrum voor Landbouweconomie Ministerie

Nadere informatie

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022 //////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////////// MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS 214 DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 214 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2012 AMS FOCUS 212 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 212 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016

PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 PERSBERICHT Brussel, 14 december 2016 Een al bij al zeer moeilijk jaar voor landbouwers De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen ter zake de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013

PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2013 FOCUS 214 PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 213 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op de productierekeningen 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto

Nadere informatie

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW

DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW FOCUS DE PRODUCTIEREKENING VAN DE VLAAMSE LAND- EN TUINBOUW 2015 INHOUD 1. Blik op de productierekening 2. Productiewaarde 3. Intermediair verbruik 4. Netto toegevoegde waarde 5. Meer informatie 6. Overzicht

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017

PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 PERSBERICHT Brussel, 13 december 2017 Inhaalbeweging voor de landbouwers in 2017 De heeft samen met de gewestelijke overheden en deskundigen de voorlopige schattingen van de Belgische landbouweconomische

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 14 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 14 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie 1. Blik op de conjunctuurindex 2. Landbouw per deelsector 3. Tuinbouw

Nadere informatie

Personeelsmanagement op de Vlaamse glastuinbouwbedrijven

Personeelsmanagement op de Vlaamse glastuinbouwbedrijven 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Personeelsmanagement op de Vlaamse glastuinbouwbedrijven Nicole Taragola 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 1.04 mei 2003 Centrum voor Landbouweconomie

Nadere informatie

De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten

De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap De Vlaamse glastuinbouw en zijn concurrenten Hadewych Georges Dirk Van Lierde Ann Verspecht DK UK NL BE 35 210 30 25 20 180 150 120 DE 15 90 10 60 5 30 0 ES FR IT

Nadere informatie

2-1") Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?.

2-1) Interne nota 170. Februari 1972 DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT - TEELBEDRIJVEN IN 1969 EN 1970, 5? Ci'! ;'?. 2") 269 ' v DE FINANCIËLE RESULTATEN VAN EEN AANTAL FRUIT TEELBEDRIJVEN IN 969 EN, Interne nota 70 5? Ci'! ;'?.'" < (ffi v '. ê / ' " \ \ ' Februari 972 Niet voor publikatie Nadruk verboden DE FINANCIËLE

Nadere informatie

Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw

Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw Bepaling van het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw Annemie Maertens, Dirk Van Lierde Centrum voor Landbouweconomie (CLE) Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij, MIRA

Nadere informatie

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Van Oers Agro Hofdreef 24 4881 DR Zundert Terugblik sectorrapport / in cijfers Postbus 88 4880 AB Zundert T: +31 76 597 88 00 F: +31 76 597 88 99 E: agro@vanoers.nl

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2017 INHOUD 1. Index klimt verder uit dal 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2014 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2011-2013 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Categoriale inkomensverdeling

Categoriale inkomensverdeling Categoriale inkomensverdeling - 1 van 5 Categoriale inkomensverdeling 1. Verdeling Het nationaal inkomen dat ontstaat wordt verdeeld over de productiefactoren arbeid, kapitaal en ondernemingsinitiatief.

Nadere informatie

Kostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten 2008 en 2009

Kostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten 2008 en 2009 Kostprijsanalyse en rentabiliteitsbepaling vollegrondsgroenten 2008 en 2009 Februari 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Eline de Regt Stijn Jourquin Kostprijsanalyse en

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Belemmeringen 5. Administratieve taken 6. Meer informatie 1.

Nadere informatie

RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT

RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT 2016 Studie RENTABILITEITS- EN KOSTPRIJSANALYSE GROENTEN IN OPENLUCHT op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Auteurs: Joeri Deuninck en Dirk

Nadere informatie

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Werkverwachtingen van schoolverlaters in het land- en tuinbouwonderwijs in Vlaamderen

Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Werkverwachtingen van schoolverlaters in het land- en tuinbouwonderwijs in Vlaamderen 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Werkverwachtingen van schoolverlaters in het land- en tuinbouwonderwijs in Vlaamderen Ann Verspechtcht Dirk Van Lierde Nicole Taragola 35 210 30 180 25 150 20 120

Nadere informatie

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld

Pachtafhankelijke bedrijven in beeld Pachtafhankelijke in beeld Huib Silvis, Ruud van der Meer en Martien Voskuilen Pacht heeft een belangrijke rol als financieringsinstrument voor de landbouw, zowel bij bedrijfsovername als bedrijfsvergroting.

Nadere informatie

Rol van de groentespeciaalzaak

Rol van de groentespeciaalzaak Rol van de groentespeciaalzaak Analyse van de huishoudelijke aankoop van groenten en fruit bij de groentespeciaalzaak PT 2010-20 Maart 2010 - Anne Marie Borgdorff Productschap Tuinbouw, Markt & Innovatie

Nadere informatie

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN

JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN 2019 DEPARTEMENT LANDBOUW & VISSERIJ Rapport JONGE LANDBOUWERS IN VLAANDEREN www.vlaanderen.be Colofon Samenstelling Departement Landbouw en Visserij Auteur Veerle Vermeyen

Nadere informatie

Productierekening 2005

Productierekening 2005 Productierekening 2005 December 2006 Els Demuynck Els Bernaerts Jonathan Platteau Beleidsdomein Landbouw en Visserij Afdeling Monitoring en Studie (AMS) Leuvenseplein 4 1000 Brussel De productierekening

Nadere informatie

L 2.5 LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT ,99 OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN VAN EEN AANTAL CHAMPIGNONBEDRIJVEN IN NEDERLAND OVER 1976

L 2.5 LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT ,99 OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN VAN EEN AANTAL CHAMPIGNONBEDRIJVEN IN NEDERLAND OVER 1976 .. ~ L 2.5 LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT - OVERZICHT VAN DE BEDRIJFSRESULTATEN VAN EEN AANTAL CHAMPIGNONBEDRIJVEN IN NEDERLAND OVER 1976 OVERZICHT NO. 699 AFDELING TUINBOUW NIET VOOR PUBLIKATIE - NADRUK

Nadere informatie

Sociaal-economische kerngegevens

Sociaal-economische kerngegevens Sociaal-economische kerngegevens voor de vervaardiging van aardappelproducten Deze folder is voor werknemers en werkgevers in: de aardappelproductensector. De folder geeft een beeld van sociaal-economische

Nadere informatie

EVOLUTIE VAN DE MARKT

EVOLUTIE VAN DE MARKT Notarisbarometer VASTGOED www.notaris.be 2016 Barometer 31 VASTGOEDACTIVITEIT IN 106,4 106,8 101,7 103,4 105,9 102,8 98,9 101,4 99,2 105,0 105,3 104,7 115,4 112,1 111,8 118,0 116,1 127,0 124,7 127,9 115,8

Nadere informatie

RAMING VAN DEBEDRIJFS UITKOMSTEN IN 1994 VAN DEBEDRIJVEN MET GROENTETEELT OPEN GROND,FRUIT EN BLOEMBOLLENTEELT

RAMING VAN DEBEDRIJFS UITKOMSTEN IN 1994 VAN DEBEDRIJVEN MET GROENTETEELT OPEN GROND,FRUIT EN BLOEMBOLLENTEELT Drs. A. Boers Periodieke Rapportage 26-94 RAMING VAN DEBEDRIJFS UITKOMSTEN IN 1994 VAN DEBEDRIJVEN MET GROENTETEELT OPEN GROND,FRUIT EN BLOEMBOLLENTEELT Juli 1995 Landbouw-Economisch Instituut (LEI-DLO)

Nadere informatie

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN

AANTAL FRUIT ARBEIDSINKOMEN VLAANDEREN EURO BEDRIJ BEDRIJFSECONOMISCHE GEMIDDELD MILJARD ECONOMISCH BRUTO ANDEEL S GESTEGEN VARKENS VOEDERGEWASSEN Els Bernaerts, Els Demuynck VLAANDEREN UW VARKENS ANDEEL S GESTEGEN STIJGING RUNDVEE TABEL BASIS INBOUWWAARDE BELANG KOSTEN DRIJVENFAK GROENTEN AGRARISCHE MILJARD ERINGSKAART MELK MILJOEN LANDBOUWBEDRIJVEN

Nadere informatie

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK

TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK FOCUS 2013 TECHNISCHE EN ECONOMISCHE RESULTATEN VAN DE VARKENSHOUDERIJ OP BASIS VAN HET LANDBOUWMONITORINGSNETWERK BOEKJAREN 2010-2012 Vlaamse overheid Departement Landbouw en Visserij 1. Blik op varkenshouderij

Nadere informatie

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs

Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Grotere landbouwbedrijven bepalen grondvraag en -prijs Huib Silvis en Martien Voskuilen Grotere bedrijven zijn bij uitbreiding van het areaal landbouwgrond in het voordeel omdat zij over het algemeen hogere

Nadere informatie

Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw

Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw Bepaling van het verbruik van bestrijdingsmiddelen in de Vlaamse landbouw An Van den Bossche, Dirk Van Lierde Centrum voor Landbouweconomie (CLE) Studie uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Milieumaatschappij,

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX OPNIEUW DALEND 1. Index opnieuw dalend Na drie opwaartse rondes daalt de conjunctuurindex van de Vlaamse

Nadere informatie

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke

Bedrijfsbegroting naam leerling : oke 15 De bedrijfsbegroting Bedrijfsbegroting naam leerling : oke test Omschrijving melkvee Aantal eenheden Per eenheid in euro's Bruto opbrengst Saldo Totaal saldo Berekende rente per eenh. Totaal of % Waarde

Nadere informatie

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB

Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB 1 Om de sector zo goed mogelijk te vertegenwoordigen, hebben we alle ondernemingen geïdentificeerd die hun jaarrekening op de website van de NBB (Nationale Bank van België) hebben gepubliceerd. Ondernemingen

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2015 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2015 INHOUD 1. Vlaamse conjunctuurindex 2. Landbouw 3. Tuinbouw 4. Investeringen 5. Belemmeringen 6. Meer informatie 1. VLAAMSE

Nadere informatie

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB). NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T3 2017 Barometer 34 MACRO-ECONOMISCH Het consumentenvertrouwen trekt sinds juli terug aan, de indicator stijgt van -2 in juni naar 2 in juli en bereikte hiermee

Nadere informatie

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse

Studies. De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen. Beschrijvende analyse Studies De Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen Beschrijvende analyse van 1995 tot 1999 Inleiding Deze analyse heeft tot doel na 5 jaar een balans op te maken van het stelsel van de Plaatselijke

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE VOORJAAR 2018 INHOUD 1. Index opnieuw dalend 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Investeringen 6. Meer informatie

Nadere informatie

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken. NOTARISBAROMETER VASTGOED WWW.NOTARIS.BE T1 2017 Barometer 32 VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË De index van de vastgoedactiviteit klimt in het 1 ste trimester van 2017 naar een nieuw record: 128,36 punten.

Nadere informatie

2 Constante en variabele kosten

2 Constante en variabele kosten 2 Constante en variabele kosten 2.1 Inleiding Bij het starten van een nieuw bedrijf zal de ondernemer zich onder andere de vraag stellen welke capaciteit zijn bedrijf moet hebben. Zal hij een productie/omzet

Nadere informatie

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014

Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inkomsten en uitgaven van de landsoverheid Curaçao in 2014 Inleiding Joyce Mahabali De inkomsten van de overheid zijn de gelden die de overheid binnenkrijgt, overheidsuitgaven zijn de gelden die de overheid

Nadere informatie

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam

123WatEenSite C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam C. van de PC Teststraat 1 3351 ZZ Alblasserdam INHOUDSOPGAVE Pagina Accountantsrapportage 3 Voorwoord 4 Resultaten 5 Financiële positie 7 Ondertekening van de accountantsrapportage 9 Jaarstukken 2008 Jaarrekening

Nadere informatie

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart

Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester. De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart I. Vastgoedactiviteit in België Hoog aantal vastgoedtransacties in het afgelopen trimester De vastgoedmarkt herpakt zich na een relatief rustige maand maart In het 2de trimester van 2013 waren er in ons

Nadere informatie

AARDAPPELEN FOCUS. van het Landbouwmonitoringsnetwerk 2015 1 INLEIDING INHOUD. 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen

AARDAPPELEN FOCUS. van het Landbouwmonitoringsnetwerk 2015 1 INLEIDING INHOUD. 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen FOCUS AARDAPPELEN Rentabiliteits- en kostprijsanalyse op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk 2015 INHOUD 1. Inleiding 2. Aardappelteelt in Vlaanderen 3. Resultatenrekeningen 3.1 Vroege aardappelen

Nadere informatie

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot

Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Marktsituatie voor groenten en fruit vier maanden na de afkondiging van de Russische boycot Siemen van Berkum en Gerben Jukema, LEI Wageningen UR, 17 december 2014 Deze notitie geeft een beknopt overzicht

Nadere informatie

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 9 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse sla

Rentabiliteits- en kostprijsanalyse sla Rapport Rentabiliteits- en kostprijsanalyse sla Resultaten van bedrijven uit het Landbouwmonitoringsnetwerk Ellen Maertens, Joeri Deuninck en Joost D hooghe Afdeling Monitoring en Studie Vlaamse overheid

Nadere informatie

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat 1.1 Inleiding In het Basisboek Bedrijfseconomie heb je al veel geleerd over hoe de prijs van een product tot stand komt. De eerste hoofdstukken in dat boek

Nadere informatie

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding:

Dossier regionale luchthavens. 0. Aanleiding: Dossier regionale luchthavens 0. Aanleiding: In 2004 presenteerde het Vlaams Forum Luchtvaart een rapport en aanbevelingen aan de Vlaamse regering over de luchtvaart in Vlaanderen [2]. Belangrijk onderdeel

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN C.D.V. - D. 135/D/COR1 STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (Belgische toezichthouder inzake verzekeringen) betreffende

Nadere informatie

plage-lestijden onderwijzer

plage-lestijden onderwijzer plage-lestijden onderwijzer Schooljaar 2010-2011 - Schooljaar 2011-2012 Vlaams ministerie van Onderwijs & Vorming Agentschap voor Onderwijsdiensten (AgODi) Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel http://www.ond.vlaanderen.be/wegwijs/agodi

Nadere informatie

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd. De onderneming JetFun bvba produceert één type jetski, de JetStar. De JetStar bestaat uit een motor die de jetski aandrijft. De motor is een Kawasaki 23 pk die wordt aangekocht. De JetStar bestaat uit

Nadere informatie

Evolutie van de Belgische voorraden

Evolutie van de Belgische voorraden Evolutie van de Belgische voorraden 2012-2013 V. De Blauwer (Inagro), D. Florins (FIWAP), P. Lebrun (FIWAP) Samenvatting Jaarlijks houden FIWAP, CARAH, PCA en Inagro een enquête om de evolutie van de aardappelvoorraden

Nadere informatie

O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n

O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n O v e r z i c h t v a n d e b o e k h o u d k u n d i g e r e s u l t a t e n v a n 7 1 8 l a n d - e n t u i n b o uw b e d r i j v e n Boekjaar 2006 L a n d b o u w m o n i t o r i n g s n e tw e r k

Nadere informatie

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven,

Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, Bedrijfsgrootte en economische omvang landbouwbedrijven, 2000-2015 Indicator 5 december 2016 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens

Nadere informatie

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010

Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 Technische en economische resultaten van de varkenshouderij op basis van het Landbouwmonitoringsnetwerk Boekjaren 2008-2010 2012 Departement Landbouw en Visserij afdeling Monitoring en Studie Joeri Deuninck

Nadere informatie

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België 106,4 106,8 102,8 102,6 94,9

notarisbarometer Belgisch vastgoed blijft betrouwbaar Vastgoedactiviteit in België  106,4 106,8 102,8 102,6 94,9 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 13 April - juni Trimester 2 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie A Vastgoedactiviteit

Nadere informatie

LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT

LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT L '6 LANDBOUW-ECONOMISCH INSTITUUT OVERZICHT VAN ARBEID EN OPBRENGSTEN VAN PAPRIKA'S ONDER STAAND GLAS (VERWARMD, ONVERWARMD EN NATEELT) IN HET WESTLAND, OVER HET TEELTJAAR 1967. OVERZICHT No. 399 Niet

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2013 n 19 T/4 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8

Nadere informatie

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018

Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Resultaten Conjunctuurenquête 1 e halfjaar 2018 Chris M. Jager Inleiding In juni en juli 2018 zijn in het kader van de conjunctuurenquête (CE) bijna 360 bedrijven benaderd. Doel van deze enquête is om

Nadere informatie

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019

Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 2014/6 Regionale economische vooruitzichten 2014-2019 Dirk Hoorelbeke D/2014/3241/218 Samenvatting Dit artikel geeft een bondig overzicht van enkele resultaten uit de nieuwe Regionale economische vooruitzichten

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 2014 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

30 3 DE TRIMESTER 2016

30 3 DE TRIMESTER 2016 Verantwoordelijke uitgever: Erik Van Tricht, Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat, Bergstraat, 30-34 - 1000 Notarisbarometer Vastgoed VASTGOEDACTIVITEIT IN T/3 Juli - september 2016 n 30 3

Nadere informatie

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten,

Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, PERSCOMMUNIQUÉ 2014-07-18 Links BelgoStat On-line Algemene informatie Regionale verdeling van de Belgische in- en uitvoer van goederen en diensten, 1995-2011. De drie Gewesten en de Nationale Bank van

Nadere informatie

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin ruime zin in België, Duitsland, Frankrijk en Nederland in 2014 Directie Statistieken, Begroting en Studies stat@rva.be Inhoudstafel: 1

Nadere informatie

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant

Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economic Research (voorheen LEI Wageningen UR) VERTROUWELIJK Vraagstelling

Nadere informatie

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen

De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex (CPI) Nieuwe methoden voor vliegtickets en pakketreizen Centraal Bureau voor de Statistiek Economie, Bedrijven en NR Overheidsfinanciën en Consumentenprijzen Postbus 24500 2490 HA Den Haag De invoering van nieuwe waarnemingsmethoden in de Consumentenprijsindex

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014

PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 7 november 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016

ALGEMEEN OMZET DECEMBER /12/2016 DECEMBER 2016 01/12/2016 Boordtabellen Horeca Synthese: De omzetgroei in de horeca blijft positief, maar zwakt af. Dit is een gevolg van een dalende omzet bij de logies. Ook het prijsverloop in de horeca

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2018 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2018 INHOUD 1. INDEX STABIEL 1. Index stabiel De conjunctuurindex van de Vlaamse land- en tuinbouw blijft nagenoeg gelijk op 79.

Nadere informatie

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT

NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST OVERZICHT NOTARISBAROMETER VASTGOED AAN DE KUST WWW.NOTARIS.BE 2018 Deze kustbarometer geeft een inzicht in de evolutie van de vastgoedactiviteit en de prijzen voor appartementen aan de kust. In deze barometer bekijken

Nadere informatie

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten CPB Notitie Datum : 7 april 2004 Aan : Projectdirectie Administratieve Lasten Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten 1 Inleiding Het kabinet heeft in het regeerakkoord het

Nadere informatie

Marktontwikkelingen varkenssector

Marktontwikkelingen varkenssector Marktontwikkelingen varkenssector 1. Inleiding In de deze nota wordt ingegaan op de marktontwikkelingen in de varkenssector in Nederland en de Europese Unie. Waar mogelijk wordt vooruitgeblikt op de te

Nadere informatie

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING

DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING CONFEDERATIE VAN IMMOBILIENBEROEPEN VLAANDEREN Kortrijksesteenweg 1005, 9000 Gent www.cibweb.be DE EVOLUTIE VAN DE BELGISCHE VASTGOEDPRIJZEN IN 2016: DATA ADS 1 INLEIDING De benchmark voor de evolutie

Nadere informatie

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)!

Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Slechts 1 antwoord is juist, alle andere zijn fout (en bevatten heel vaak onzin)! Vragen aangeduid met een * toetsen in het bijzonder het inzicht en toepassingsvermogen. Deze vragenreeksen zijn vrij beschikbaar.

Nadere informatie

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW

IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW IMPACT VAN EEN RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN IN EEKLO OP LAND- EN TUINBOUW Landbouwtoets Eeklo uitgevoerd in opdracht van provincie Oost-Vlaanderen INHOUD 1. Inleiding... 3 2. Situering van het landbouwgebruik...

Nadere informatie

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2013

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2013 www.vanoers-agro.nl Van Oers Agro Hofdreef 24 4881 DR Zundert Postbus 88 4880 AB Zundert Sectorrapport Bos- en haagplantsoen T: +31 76 597 88 00 F: +31 76 597 88 99 E: agro@vanoers.nl Inhoudsopgave Terugblik

Nadere informatie

2.1.2.: bij aankoop van reeds geoogste wortels: 2.2.: voor de witlooftelers : bij aankoop van wortels op struik en van reeds geoogste wortels:

2.1.2.: bij aankoop van reeds geoogste wortels: 2.2.: voor de witlooftelers : bij aankoop van wortels op struik en van reeds geoogste wortels: Witloofteler van West-en Oost-Vlaanderen en Limburg Forfaitaire aanslaggrondslagen vastgesteld voor de witlooftelers van de provincie West- Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Limburg Aanslagjaar 2007 (inkomsten

Nadere informatie

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN

OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN OVERZICHTSFICHE GROENTEN EN FRUIT IN VLAANDEREN Praktisch De tuinbouwsector neemt slecht 8% van de totale landbouwoppervlakte in Vlaanderen in beslag, maar is verantwoordelijk voor bijna één derde van

Nadere informatie

ALGEMENE ECONOMIE /03

ALGEMENE ECONOMIE /03 HBO Algemene economie Raymond Reinhardt 3R Business Development raymond.reinhardt@3r-bdc.com 3R 1 M Productiefactoren: alle middelen die gebruikt worden bij het produceren: NOKIA: natuur, ondernemen, kapitaal,

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Juli - September 2013 n 18 T/3 www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 87,7 101,6 100 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 99,2 99,2 102,8 94,1

Nadere informatie

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN

STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN STAAT VAN HET VRIJ VERMOGEN Deze staat bevat de gegevens, bestemd voor de Controledienst voor de Verzekeringen, betreffende het vrij vermogen van de herverzekeringsonderneming (1) I. ADMINISTRATIEVE GEGEVENS

Nadere informatie

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN.

:Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. 57.620/PC4/VK Brussel, 3 december 1992. MEDEDELING D. 104. Betreft :Rendabiliteit van de categorieën van verzekeringsprodukten LEVEN. I. INLEIDING. In het raam van de a posteriori controle, is het van

Nadere informatie

pca Bewaarproblemen oogst 2014

pca Bewaarproblemen oogst 2014 pca Bewaarproblemen oogst 2014 Seizoen 2014 Prachtig voorjaar Zomer: groeizaam weer (plaag ) Natte augustus Hoge temperaturen bij oogst Hoge temperaturen eerste weken bewaring Grote productie Grove knollen,

Nadere informatie

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING

HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING 631.16 HET GEBRUIK VAN SALDO'S BIJ BEDRIJFSBEOORDELING EN BEDRIJFSBEGROTING Proefstation voor de Akker- en Weidebouw OVERDRUK UIT LANDBOUWVOORLICHTING 16. 6. 288-292. 'S-GRAVENHAGE, JUNI 1959 HET GEBRUIK

Nadere informatie

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen

Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Notarisbarometer Vastgoed - familie - vennootschappen Oktober - december 2014 n 20 T/1 5 jaar www.notaris.be VASTGOEDACTIVITEIT IN BELGIË 99,2 99,8 101 102,1 102,6 106,4 106,8 101,7 102,8 94,1 94,9 98,9

Nadere informatie

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. STUDIE Faillissementen 1 december 2016 Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%. 1 september 2016 2 Overname en gebruik van dit onderzoek wordt aangemoedigd bronvermelding

Nadere informatie

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ

SL WAGENINGEN. Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant. āīŕ Financiële positie land- en tuinbouwbedrijven in Noord-Brabant Februari 2017, Harold van der Meulen en Ruud van der Meer Wageningen Economie Research (voorheen LEI wageningen UR) m L ; I āīŕ 1 I SL WAGENINGEN

Nadere informatie

Sectorfoto PSC

Sectorfoto PSC Sectorfoto 2009-2013 PSC 149.01 Elektriciens: Installatie en Distributie 2014 Vormelek vzw Marlylaan 15/8 b2 1120 Brussel Tel.: 02/476.16.76 Fax: 02/476.17.76 Geen enkel gedeelte van dit werk mag gereproduceerd

Nadere informatie

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis RAPPORT 21 Stichting Spin for Life Aletta Jacobskade 66 3137 TB Vlaardingen Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee 4 3144 DB Maassluis INHOUD JAARVERSLAG Verklaring Resultaat-analyse Financiële

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2017 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2017 INHOUD 1. Index stijgt lichtjes 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen 5. Meer informatie 1. INDEX STIJGT

Nadere informatie

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau 4. Het doel van deze studie is de verschillen in gezondheidsverwachting naar een socio-economisch gradiënt, met name naar het hoogst bereikte diploma, te beschrijven. Specifieke gegevens in enkel mortaliteit

Nadere informatie

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1

notarisbarometer 94,1 2012 Trim 1 notarisbarometer Vastgoed, vennootschappen, familie www.notaris.be A B C D E n 14 Juli - september Trimester 3 - Vastgoedactiviteit in België Prijsevolutie Registratierechten Vennootschappen De familie

Nadere informatie

UIT groei en conjunctuur

UIT groei en conjunctuur Economische groei. Economische groei drukken we uit in de procentuele groei van het BBP op jaarbasis. De groei van het BBP heeft twee oorzaken. Het BBP kan groeien omdat de prijzen van producten stijgen

Nadere informatie

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014

PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 01/2010 05/2010 09/2010 01/2011 05/2011 09/2011 01/2012 05/2012 09/2012 01/2013 05/2013 09/2013 01/2014 05/2014 09/2014 Inflatie (%) PERSBERICHT Brussel, 5 december 2014 Geharmoniseerde consumptieprijsindex

Nadere informatie

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS 1 Flexi-jobs: Synthese Tabel 1: Aantal en aandeel flexi-arbeid -2016Q4- Aantal Aandeel Werkgevers 5 223 21,4% Arbeidsplaatsen tijdens kwartaal 1 16 831 9,4% Voltijdsequivalenten

Nadere informatie

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX

DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX FOCUS 2016 DE VLAAMSE LANDBOUWCONJUNCTUURINDEX RESULTATEN ENQUÊTE NAJAAR 2016 INHOUD 1. Index klimt uit dieptepunt 2. Landbouwsectoren 3. Tuinbouwsectoren 4. Belemmeringen en impact weer 5. Meer informatie

Nadere informatie

Het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw

Het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw 0 Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Het energieverbruik in de Vlaamse land- en tuinbouw Annemie Maertens Dirk Van Lierde 35 210 30 180 25 150 20 120 15 90 10 60 5 30 0 publicatie n 1.01 januari 2003

Nadere informatie