Boekverslag Nederlands Toen Urk nog een eiland was door N.M. Schouten

Transcriptie

1 Boekverslag Nederlands Toen Urk nog een eiland was door N.M. Schouten Boekverslag door een scholier 1919 woorden 14 december ,3 13 keer beoordeeld Auteur Genre N.M. Schouten Jeugdboek Eerste uitgave 1982 Vak Nederlands A. Samenvatting van de inhoud. Lub Pasterkamp en Ide Ras zijn beste vrienden. Zij gaan van school af en gaan werken. Tenminste, dat willen zij allebei. Alleen Ide heeft geen werk en Lub wel, die mag bij zijn vader op de botter. Ide kan bij de kolenboer werken maar dat vindt hij niks aan. Lub vraagt aan zijn vader of Ide niet bij hun op de kotter mag. Dat kan niet, zegt zijn vader. Te veel werknemers hebben is ook weer niet goed. Dus Ide ziet zich de rest van het leven al bij de kolenboer werken. Maar dan komt Ides vader met het nieuws dat hij op de boot waar zijn vader vaart stoker mag worden. Daar wil hij gelijk wel mee beginnen. Maar hij moet van zijn vader eerst zijn werk afmaken bij de kolenboer (Kramer) en met een paar weken is hij stoker op de Geusau met een meester genaamd Bosman. De reizen verlopen goed totdat er iets anders gebeurd. De visvangst in de Zuiderzee is niet al te best meer de laatste tijd en Lubs vader is pas op een vergadering geweest van de vereniging Urks belang en ze zijn eruit gekomen om een lijnboot te kopen maar ze hebben nog niet al het personeel in orde, zoals de kapitein. Wie moet de kapitein worden? Er wordt gestemd en Lub zijn vader heeft de meeste stemmen. Hij neemt dat gelijk aan en zal zijn kotter verkopen en Lub mag dan op de boot stoker worden. Maar niet iedereen vindt dat leuk. Vooral de familie Ras niet. Want eerst was de Geusau de enige boot die van Urk af ging en nu komt er nog een boot, dus dat betekende concurrentie voor de Kamper maatschappij. Maar eerst moet Lub zijn werk bij de kolenboer afmaken en dan zal hij over twee weken op de boot mogen werken want die moet nog opgehaald worden uit Rotterdam. Wanneer Lub nog bij de kolenboer werkt ligt de Geusau nog aan wal en zit Ide Lub te pesten. Hij scheldt Lub overal voor uit, voor onder andere verrader. Lub die wordt zo boos dat hij een paar kolen naar Ide gooit, dit is voor hem het einde voor hun levenslange vriendschap. Ook Ras groet Pasterkamp niet meer op straat als hij hem tegen komt. \ Wanneer de boot Eiland Urk voor het eerst vaart heeft het gelijk alle klanten van de Geusau afgepakt. De bemanning van de Geusau is woedend. Is gaat zover dat de Kamper maatschappij een nieuw schip gaat kopen, hier kunnen ze niet tegen op denken zij. Maar de klanten blijven met het eiland Urk varen. Maar Pagina 1 van 5

2 wanneer het herfst is en het veel stormt kiezen toch de meeste mensen voor een lekkere warme hut op de Geusau. Maar dat is dat ook alleen zo als het stormt op zee. Dan is het winter, het vriest heel erg. Het eiland Urk komt op de terugweg naar Urk veel ijs tegen maar dat breekt de boot allemaal. Wanneer zij in de haven komen stopt de boot. Ze moeten dan achteruit en dan volle vaart vooruit. Dan komt de Geusau aan en stopt zomaar in de monding van de haven. Er wordt wat gezegd door de luidsprekers: De agent van de Kaamper-Maatskappijje laat bekend maken, dat diegene die nag wat van Keuzen wil bestellen, het disse avend nag kan doen. Het kantoor is geeupend van achten tot niggenen Morgenochtend om acht uur vaart de Guzo van het hoofd! Passaziers kunnen ok mieje! Maar hier komen alleen problemen van denkt Pasterkamp en vertelt dat Lub ook. (En hij krijgt nog gelijk ook) De Geusau komt in de Amsterdamse vaargeul vast te zitten en seint na een tijd om hulp. Dan komt Evert Weerstand om te zeggen dat Pasterkamp op een vergadering moet komen van hulp en steun in het gebouw Rehoboth. Pasterkamp komt om half twaalf thuis en verteld dat iedereen hem als kapitein wil hebben voor de ijsvlet. Maar Pasterkamp wat dat nog niet echt want dan rust er veel verantwoording op je. Dan komt Kager bij Pasterkamp in huis. Hij vertelt hem dat Pasterkamp wel moet gaan want de stoker (Bosman) zijn vrouw is ernstig ziek. Dus Pasterkamp gaat mee en de volgende morgen vertrekt de ijsvlet. Men brengt voedsel en ander waar naar de Geusau en neemt de passagiers mee terug naar Urk. Wanneer de ijsvlet voor de derde keer komt vraagt Bosman opeens aan Pasterkamp hoe het op Urk is. Pasterkamp verteld hem dan dat zijn vrouw ernstig ziek is. Bosman besluit om toch maar aan boord te blijven. Eindelijk begint het te dooien en is de zee na een paar dagen weer helemaal open. Dan komt Jongkees vertellen dat Pasterkamp bij de burgemeester moet komen. Want het blijkt te wezen dat de vrouw van Bosman helemaal niet ziek was en dat hij Pasterkamp aangegeven heeft en hij zal voor het recht moeten verschijnen. Pasterkamp verteld de waarheid en de burgemeester gelooft hem. Kager zij dit alleen maar omdat hij wilde dat Pasterkamp mee ging met de ijsvlet. Bosman biedt gelijk zijn excuus aan bij de familie Pasterkamp en zegt dat Ide dat ook moet doen. Ook hij doet dat, en na een tijdje is alles eindelijk weer goed tussen de familie Ras en Pasterkamp. B. Verhaalanalyse. 1. Titel. Uitleg en verklaring titel: De titel van het boek is Toen Urk nog een eiland was, dit verhaal speelt zich af in het begin van de 20e eeuw en op het eiland Urk. 2. Soort verhaal. A. Tot welke genre behoort het boek? Dit is een streekboek. B. Is het een jeugdboek of een literair boek? Dit is een jeugdboek Pagina 2 van 5

3 C. Welke kenmerken van jeugdboeken bezit het boek? Dit boek heeft een makkelijke opbouw, niet moeilijk en weinig personages. 3. Gebeurtenissen: Probleem en hoofdlijn. A. Wat is het probleem van de hoofdpersoon? Hoofdpersoon: Lub Pasterkamp, was altijd Ide Ras zijn beste vriend totdat hij stoker wordt op Eiland Urk, dat is een boot en dat betekende concurrentie voor de Geusau. (Dat is de boot waar Ide stoker op was) B. Schets de hoofdlijn van het verhaal is zes stappen. 1. Ide en Lub gaan van school, Lub gaat op de kotter en Ide bij de kolenboer, 2. Ide mag stoker worden op de Geusau en Lub zijn vader verkoopt de kotter en gaat op Eiland Urk varen en Lub mag daar stoker worden. 3. Lub en Ide krijgen ruzie en zijn geen vrienden meer. Ook Ras kijkt Pasterkamp niet meer aan. 4. Op een koude winterdag gaat de Geusau evengoed weg en raakt vast in de Zuiderzee. 5. De ijsvlet redt de mensen (onder leiding van Pasterkamp) 6. De ruzie tussen de familie Ras en Pasterkamp is weer goedgemaakt. C. Wat voor soort begin heeft het verhaal? Het verhaal begint vrolijk, Lub en Ide gaan van school af en gaan werken. D. Wat voor soort eind heeft het verhaal? Het verhaal eindigt goed omdat de ruzie tussen de familie Pasterkamp en Ras weer goed is. E. en F Is het een spannend verhaal? Waardoor is die spanning veroorzaakt? Ja, wel een beetje want de Geusau is vast komen zitten tussen het ijs en het vroor toen gigantisch en Pasterkamp werd de kapitein van de ijsvlet terwijl hij ruzie had met Ras, de stuurman van de Geusau. 4. Personen. A. Welke personen komen erin voor? Ide Ras, Lub Pasterkamp, Pasterkamp, Ras, meester Loosman, Kramer, Fokke Post, moeder Pasterkamp, moeder Ras, Hiltje Ras, Kager, Marretje Pasterkamp, Jansen, Bosman. B. Wie zijn de hoofdpersonen en wie de andere personen? De hoofdpersonen zijn Ide Ras en Lub Pasterkamp. De bijpersonen zijn Pasterkamp, Ras, meester Loosman, Kramer, Fokke Post, moeder Pasterkamp, moeder Ras, hiltje Ras, Kager, Marretje Pasterkamp, Jansen, Bosman. C. Welke personen zijn round characters, welke zijn flat characters of types? Round characters zijn Lub en Ide, Pasterkamp en Ras. Want zijn krijgen ruzie in het boek en de ruzie wordt aan het eind van dit boek weer goedgemaakt. Flat characters zijn Bosman en Jansen, dat zijn de meesters van Lub en Ide. Marretje Pasterkamp, dit is de zus van Lub. Moeder Pasterkamp en moeder Ras, dit zijn de moeders van Lub en Ide. Kramer, de kolenboer en baas geweest van Ide en Lub. Kager, de directeur van de Kamper maatschappij. Fokke Post, soldaat en heeft vroeger bij Pasterkamp op de botter gewerkt. Types zijn Hiltje Ras en meester Loosman. D. Bespreek van de hoofdpersonen: De leeftijd, het uiterlijk, het karakter, de verhouding tot de andere personages en de invloed op anderen, de veranderingen in de loop van het verhaal en het milieu (de Pagina 3 van 5

4 gezinsomstandigheden). Lub Pasterkamp, ongeveer 12 jaar oud, normale jongen,van jongs af aan bevriend geweest met Ide Ras, maar wanneer hij stoker wordt op de boot Eiland Urk is Ide boos op hem, zijn gezin krijgt ook ruzie met de familie Ras. Ide Ras, ongeveer 12 jaar oud, normale jongen en van jong af aan al bevriend geweest met Ide Ras, wordt boos op Lub omdat hij stoker wordt op de boot Eiland Urk, zijn gezin krijgt ruzie met de familie Pasterkamp. 5. Tijd. A. Wanneer speelt het verhaal zich af? Het verhaal speelt zich af in het begin van de 20e eeuw in de eerste wereldoorlog. B. Hoeveel tijd verloopt er tussen het begin en het eind? Ongeveer 3 jaar. C. Is het een chronologisch of niet-chronologisch verteld verhaal? Dit is een chronologisch verteld verhaal. D. Bevat het verhaal terugblikken? Nee, misschien dat een bepaald persoon heel even terugdenkt maar geen echte flashbacks. E. Bevat het verhaal veel terugverwijzingen of vooruitverwijzingen? Nee. F. Zijn er veel sprongen in de tijd? In dit boek eigenlijk geen, want dit boek gaat in een stuk door. 6. Vertelwijze. A. Door wiens ogen zien we het verhaal? Je ziet dit verhaal door de ogen van de schrijver. B. Is het een ik-verhaal? Wat heeft dat voor gevolg? Dit is geen ik-verhaal, want je beleeft het verhaal door de ogen van de schrijver. C. Is er een alwetende verteller? Wat is het effect? Dit is geen alwetende verteller. 7. Ruimte. A. Waar speelt het verhaal zich af? Dit verhaal speelt zich af op het voormalig eiland Urk. B. Oefent de omgeving invloed uit op de gebeurtenissen? Ja, want door de winter komt er ijs en daardoor raakt de Geusau vast te zitten in het ijs. C. In hoeverre bepaalt de ruimte de sfeer van het verhaal? De ruimte bepaalt de sfeer in het verhaal erg veel want doordat de Geusau geholpen wordt mede dankzij Pasterkamp komt alles weer goed. 8. Thema A. Wat is het thema van het verhaal? Het gaat over een familieruzie die later toch weer goedgepraat wordt. B. Welke motieven kun je aanwijzen? Doordat ook Pasterkamp op een boot gaat varen die van Urk naar Enkhuizen vaart krijgt de Geusau concurrentie en pakt Eiland Urk al de klanten af. 9. Bedoeling/boodschap. A. Heeft de schrijver volgens jou een bedoeling met dit verhaal? Ja. Pagina 4 van 5

5 B. Heb je de boodschap kunnen ontdekken? Ik denk zelf van wel, dat als je ruzie hebt en je er niet prettig bij voelt dat je dan je angsten moet overwinnen om het evengoed proberen goed te maken. C. Heeft dit verhaal je aan het denken gezet? Nee, ik zag dit boek als een normaal boek en als opdracht voor school, dus meer niet. 10. Taal. A. Vond je het taalgebruik moeilijk, makkelijk of normaal? Waarom? Ik vond het een makkelijk boek, omdat het maar een jeugdboek is en ik lees al veel volwassenboeken. B. Bevat het verhaal veel beschrijvingen? Bijna niet. C. Bevat het verhaal veel dialogen? In dit boek staan veel dialogen. C. Mening. Ik vond het een leuk boek om te lezen, maar ik raad het toch niet iedereen aan, want je hebt helemaal geen mooie voorbeelden van boekverslagen op internet. Dat vond ik wel jammer, maar om te lezen was het een erg mooi boek. D. Informatie over de schrijver. Ik heb helemaal geen informatie over de schrijver kunnen vinden. Ik heb overal gezocht op internet maar ik kon alleen informatie vinden over het voormalig eiland Urk zelf. Ook in het boek staat geen informatie over de schrijver. Ik weet alleen dat hij N. M. Schouten heet. Pagina 5 van 5