Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus JA HILVERSUM. Onderwerp Voorgenomen nevenactiviteit AVRO

Transcriptie

1 Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus JA HILVERSUM Onderwerp Voorgenomen nevenactiviteit AVRO Geachte Directie en Bestuur, Op 9 juni jl. heeft u ingevolge artikel Mediawet de volgende nevenactiviteit van de AVRO bij de Raad van Bestuur van de NPO (hierna: Raad van Bestuur) gemeld: Het verlenen van een uitzendlicentie voor een onverkorte vastlegging van de AVRO (Canal Pride 2011). In de ontvangstbevestiging van 16 juni jl. hebben wij u laten weten dat de voorgenomen nevenactiviteit onder de toetsingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur ex artikel valt en conform de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2009, die op 9 juni 2009 is vastgesteld en op 15 juni 2009 in werking is getreden, zal worden getoetst. De AVRO is tevens verzocht de ondertekende overeenkomst zo spoedig mogelijk te overleggen zodat de NPO de melding overeenkomstig artikel Mediawet kan toetsen. Op 18 juli jl. heeft de AVRO een gewijzigde, getekende overeenkomst verstrekt. Op 15 juli jl. is de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2009 vervangen door de beleidslijn nevenactiviteiten NPO Nevenactiviteiten die voor 15 juli 2011 zijn gemeld bij de NPO, worden nog getoetst op basis van de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2009 (hierna: beleidslijn ). Telefoonnummer Faxnummer henk.hagoort@omroep.nl Adres Nederlandse Publieke Omroep Postbus JJ Hilversum Media Park Sumatralaan 45 T K.v.K. nr Op grond van artikel Mediawet is het uitsluitend toegestaan de voorgenomen nevenactiviteit te starten indien de Raad van Bestuur niet binnen twee maanden kenbaar heeft gemaakt dat het verrichten van de desbetreffende activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.

2 De inhoudelijke toetsing in de zin van artikel Mediawet wordt door ons verricht op basis van de beleidslijn. Deze toetsing vindt plaats op basis van de verstrekte informatie, waaronder in ieder geval de relevante overeenkomst(en) overeenkomstig artikel jo Mediawet. Overeenkomstig de beleidslijn is de Raad van Bestuur nagegaan of de voorgenomen nevenactiviteit geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht en derhalve geen strijd oplevert met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. 02 Hiertoe is nagegaan of de voorgenomen nevenactiviteit: 1. zal leiden tot een vereenzelviging van commerciële derden met de landelijke publieke mediadienst, waarbij met name wordt gedacht aan mediabedrijven die zich (gaan) bezighouden met het aanbieden van een aanbodkanaal en/of 2. zal plaatsvinden in een context die schadelijk is voor het imago en/of afbreuk doet aan de basiswaarden van de landelijke publieke mediadienst en/of 3. zal leiden tot verzwakking van de landelijke publieke mediadienst, bijv. door versnippering van aanbod en/of afbreuk aan het onderscheidend vermogen van de publieke mediadienst. Uit de beleidslijn volgt dat de Raad van Bestuur terughoudend is ten aanzien van activiteiten die bestaan uit het leveren van media-aanbod aan commerciële mediabedrijven die dit aanbod toegankelijk zullen maken voor het Nederlandse publiek. Met name wordt hierbij gedacht aan de mogelijke vereenzelviging van deze derde met en/of verzwakking van de landelijke publieke mediadienst (hierna: publieke omroep ) door bijv. afbreuk aan het onderscheidende vermogen van de publieke omroep en versterking van de programmering van een concurrerend aanbodkanaal, mede gelet op doelgroep en genre. Bij dit soort nevenactiviteiten is het derhalve zeer aannemelijk dat de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht op nadelige wijze wordt beïnvloed. Bij de voorgenomen activiteit van de AVRO is sprake van publiek mediaaanbod dat via een aanbodkanaal buiten de publieke omroep wordt verspreid. Dit kan leiden tot verzwakking van de publieke omroep, doordat er versnippering van het aanbod optreedt. Als uitgangspunt geldt dat het ongewenst is om via een aanbodkanaal dat niet van de landelijke publieke mediadienst is (een aanzienlijke hoeveelheid) media-aanbod te verspreiden.

3 Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die maken dat er in een specifieke casus geen strijdigheid met het belang van de landelijke publieke mediadienst optreedt. Of dat daadwerkelijk het geval is, moet worden bezien aan de hand van de omstandigheden van het geval. Relevant zijn onder meer de volgende factoren: de aard van de samenwerking, de vraag of er mogelijk verwarring optreedt bij het publiek, concurrentie met een aanbodkanaal van de landelijke publieke mediadienst, de aard van het ter beschikking gestelde materiaal en de voorwaarden waaronder dit gebeurt. 03 Op basis van uw melding van 9 juni jl. en de op 18 juli jl. ontvangen, gewijzigde overeenkomst concluderen wij dat de bijzonderheden van de gemaakte afspraken tussen de AVRO en OUT TV ertoe leiden dat de voorgenomen samenwerking geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht van de landelijke publieke mediadienst. Hiertoe is onder meer het volgende van belang. De door de AVRO voorgenomen activiteit betreft het verlenen van een uitzendlicentie voor de samenvatting van de registratie van het evenement Canal Pride 2011 (hierna: de Samenvatting ) aan OUT TV, een lifestyle zender die zich richt op de gay-man. De nevenactiviteit betreft een nietexclusieve, niet overdraagbare en niet-sublicentieerbare licentie aan OUT TV ten behoeve van de distributie van de Samenvatting via satellite-to-cable en direct-to-cable als themakanaal. De Raad van Bestuur stelt vast dat de licentieverlening niet ziet op gebruik van de Samenvatting ten behoeve van Video on demand-diensten van OUT TV. De licentieverlening betreft een samenvatting van een live registratie van een niet-programmatisch evenement met een grote actualiteitswaarde. Dit betekent dat dit programma na de live uitzending op de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst geen nieuwswaarde behoudt. De verwachting is dan ook dat deze registratie niet zal worden herhaald op de lineaire aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst. In vergelijking tot andere programmatitels zijn de programmakosten voor deze registratie beperkt.

4 Van belang is ook dat het een samenvatting van een registratie betreft van een eenmalig jaarlijks evenement dat thans niet in hoge mate met de AVRO en de landelijke publieke mediadienst in het geheel wordt geassocieerd door het publiek. Het betreft een lineaire uitzending van de Samenvatting op een kanaal dat qua omvang én bereik door de zeer specifieke en daarmee beperkte doelgroep thans veel kleiner is dan de kanalen van de landelijke publieke mediadienst en qua inhoud sterk afwijkt van de huidige kanalen van de landelijke publieke mediadienst. 04 De Raad van Bestuur hecht er belang aan dat de licentieverlening is afgebakend tot een samenvatting van één programma en dat het aantal openbaarmakingen van de Samenvatting door OUT TV gelimiteerd is tot vier uitzendingen. Hierdoor wordt namelijk gegarandeerd dat de Samenvatting slechts een zeer klein percentage uitmaakt van het totale aanbod en dat er geen vereenzelviging plaatsvindt tussen (de uitzendingen door) OUT TV en de AVRO. De Raad van Bestuur vindt het ongewenst dat een commercieel aanbodkanaal als OUT TV (voor een groot deel) bestaat bij de gratie van media-aanbod van de landelijke publieke mediadienst. De AVRO heeft in de overeenkomst bepaald dat OUT TV de Samenvatting niet mag uitzenden op de tijdstippen dat de AVRO uitzendt. Ook is het OUT TV niet toegestaan bij haar publiciteits- en promotieactiviteiten te verwijzen naar de AVRO en/of naar de uitzendingen door de AVRO. De Raad van Bestuur vindt dit goede afspraken maar verzoekt de AVRO ook overeen te komen dat er minimaal sprake is van een maand tijdsverloop tussen de laatste openbaarmaking door OUT TV en de (eventuele) uitzending van de Canal Pride 2012 bij de landelijke publieke mediadienst. Verder vindt de Raad van Bestuur het belangrijk dat de AVRO met OUT TV afspreekt dat laatstgenoemde geen verwijzingen zal opnemen naar of op andere wijze aanhaakt bij de AVRO en/of de landelijke publieke mediadienst. Door bovengenoemde aanvullende afspraken te maken, wordt gewaarborgd dat er geen sprake is van vereenzelviging van OUT TV met de landelijke publieke mediadienst. Indien de licentieverlening voor de Samenvatting van de Canal Pride een structureel karakter zou krijgen door het maken van jaarlijkse afspraken met OUT TV, kan er alsnog vereenzelviging optreden.

5 Tot slot stelt de Raad van Bestuur vast dat er geen sprake is van een context die schadelijk is voor het imago en/of afbreuk doet aan de basiswaarden van de landelijke publieke mediadienst. Besluit Na beoordeling van de melding aan de voorwaarden van de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2009, is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de voorgenomen activiteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst, zoals bedoeld in artikel Mediawet. 05 Dit betekent dat u de voorgenomen nevenactiviteit tot uitvoer kunt brengen mits wordt voldaan aan de in het besluit genoemde voorwaarden, te weten: - er is minimaal sprake van een maand tijdsverloop tussen de laatste uitzending van de Samenvatting door OUT TV en de (eventuele) uitzending van de Canal Pride 2012 bij de landelijke publieke mediadienst en - OUT TV zal niet verwijzen naar of op andere wijze aanhaken bij de AVRO en/of de landelijke publieke mediadienst. De AVRO wordt verzocht de gewijzigde overeenkomst aan de NPO te verstrekken. Dit besluit is gebaseerd op de beschikbare informatie en geldt onder voorbehoud van gelijkblijvende omstandigheden. Tegen deze beschikking staat de mogelijkheid van bezwaar open. Iedere natuurlijke of rechtspersoon, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit betrokken is, kan op grond van artikel 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tegen deze beslissing binnen zes weken bezwaar maken. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift bij de Raad van Bestuur NPO, t.a.v. de afdeling Juridische Zaken, Postbus 26444, 1202 JJ Hilversum. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6.5 van de Awb zijn ondertekend en omvat ten minste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust.

6 De Raad van Bestuur houdt op de website een openbaar register Nevenactiviteiten bij waarin dit besluit zal worden opgenomen ( Dit besluit laat onverlet de bevoegdheid van het Commissariaat voor de Media de nevenactiviteit ex ante te toetsen krachtens artikel Mediawet. Een afschrift van dit besluit is doorgestuurd naar het Commissariaat voor de Media. 06 Met vriendelijke groet, Henk Hagoort voorzitter