Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus JA HILVERSUM. Onderwerp Beoordeling melding nevenactiviteit

Transcriptie

1 Algemene Omroepvereniging AVRO t.a.v. Directie en Bestuur Postbus JA HILVERSUM Onderwerp Beoordeling melding nevenactiviteit Geachte Directie en Bestuur, Op 18 juli jl. heeft u ingevolge artikel Mediawet de volgende nevenactiviteit van de AVRO bij de Raad van Bestuur van de NPO (hierna: Raad van Bestuur) gemeld: Special Museumgasten Het Scheepvaartmuseum - bewerking documentaire en licentieverlening. In de ontvangstbevestiging van 18 juli 2011 hebben wij u laten weten dat de voorgenomen nevenactiviteit onder de toetsingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur ex artikel valt en conform de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, die op 5 juli 2011 is vastgesteld en op 15 juli 2011 in werking is getreden (hierna: beleidslijn), zal worden getoetst. Op grond van artikel Mediawet is het uitsluitend toegestaan de voorgenomen nevenactiviteit te starten indien de Raad van Bestuur niet binnen twee maanden kenbaar heeft gemaakt dat het verrichten van de desbetreffende activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. Telefoonnummer Faxnummer henk.hagoort@omroep.nl Adres Nederlandse Publieke Omroep Postbus JJ Hilversum Media Park Sumatralaan 45 T K.v.K. nr De inhoudelijke toetsing in de zin van artikel Mediawet wordt door ons verricht op basis van de beleidslijn en de overeenkomst die op 18 juli jl. is overgelegd.

2 Overeenkomstig de beleidslijn is de Raad van Bestuur nagegaan of de voorgenomen nevenactiviteit geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht en derhalve geen strijd oplevert met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. Hiertoe wordt bekeken of de voorgenomen nevenactiviteit: 1. zal leiden tot een vereenzelviging van derden met de landelijke publieke mediadienst, en/of; 2. plaatsvindt in een context die schadelijk is voor het imago en/of afbreuk doet aan de basiswaarden van de landelijke publieke mediadienst, en/of; 3. op andere wijze leidt tot verzwakking van de landelijke publieke mediadienst met zijn aanbodkanalen, bijvoorbeeld door versnippering van aanbod en/of afbreuk aan het vermogen van de publieke mediadienst om zich te kunnen onderscheiden. 02 Uit de beleidslijn volgt dat de Raad van Bestuur terughoudend is ten aanzien van activiteiten die bestaan uit het leveren van media-aanbod aan (media)bedrijven die dit aanbod toegankelijk zullen maken voor het Nederlandstalig publiek. Met name wordt hierbij gedacht aan de mogelijke vereenzelviging van deze derde met en/of verzwakking van de landelijke publieke mediadienst. Dat kan bijvoorbeeld plaatsvinden door afbreuk aan het vermogen van de landelijke publieke mediadienst om zich te onderscheiden en/of versterking van de programmering van een concurrerende mediadienst, mede gelet op de doelgroep en het genre van het media-aanbod waarop de nevenactiviteit betrekking heeft. Bij dit soort nevenactiviteiten is het derhalve zeer aannemelijk dat de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht op nadelige wijze wordt beïnvloed. Op basis van uw melding van 18 juli jl. concluderen wij dat er geen sprake zal zijn van één van bovengenoemde omstandigheden. De nevenactiviteit betreft de licentieverlening aan het Scheepvaartmuseum voor gebruik van de bewerking van de opnamen voor de vierdelige documentaireserie over de vernieuwing van het Scheepvaartmuseum met de voorlopige titel: Special Museumgasten. Deze vierdelige documentaire zal door de AVRO worden uitgezonden binnen Kunstuur op een aanbodkanaal van de landelijke publieke mediadienst. Het Scheepvaartmuseum wenst een licentieverlening te verkrijgen voor het gebruik van de bewerking, de documentaire en het merk AVRO.

3 De AVRO zal in opdracht van het Scheepvaartmuseum de volgende werkzaamheden verrichten: a) de productie van een compilatie van de documentaire voor vertoning in en buiten het museum; b) de productie van een aantal korte items over de vernieuwing van het Scheepvaartmuseum uit het opnamemateriaal van de documentaire voor vertoning aan derden; c) de productie van een aantal teasers (afgeleiden van de onder b. genoemde korte items) voor vertoning p de corporate website van het Scheepvaartmuseum. 03 De AVRO verleent voor onbeperkte duur een exclusieve licentie om de compilatie uit te zenden via een televisiescherm in het Scheepvaartmuseum en aan derde partijen buiten het museum zoals (potentiële) sponsoren van het museum, de items - in beperkte kring te tonen aan derde partijen, zoals (potentiële) sponsoren van het museum in beperkte kring en de mogelijkheid om teasers via de corporate website van Het Scheepvaartmuseum (nietdownloadable) openbaar te (doen) maken. Daarnaast wordt een nietexclusieve licentie verleend om de documentaire te verveelvoudigen ten behoeve van productie van dvd s en uitsluitend - voor verkoop via de museumwinkel van het Scheepvaartmuseum of opneming in een prijzenpakket van de BankGiroLoterij. Ook verkrijgt het Scheepvaartmuseum voor de duur van vijf jaar een niet-exclusieve licentie om de naam, het logo of (beeld)merk AVRO op de dvd s te plaatsen. De Raad van Bestuur stelt vast dat de overeengekomen duur van de licentieverlening voor onbepaalde tijd, zoals omschreven in artikel 2.1 van de overeenkomst, niet gelijk is aan de looptijd van de overeenkomst (artikel 6.1 van de overeenkomst). De Raad van Bestuur verzoekt de AVRO om de duur van de licentieverlening en de looptijd van de overeenkomst gelijk te stellen, teneinde te voorkomen dat een commerciële derde na het verstrijken van de looptijd van de overeenkomst, zonder aan afspraken gehouden te zijn, gebruik kan maken van het media-aanbod van de AVRO. In de bijlage is weergegeven dat bij de compilatie ook de BankGiroLoterij zal worden vermeld. Uit navraag blijkt dat de AVRO afspraken met de BankGiroLoterij zal maken over de cofinanciering van de documentaire en deze nog aan de Raad van Bestuur zal voorleggen. Deze afspraken zijn op 1 september jl. gemeld.

4 Het Scheepvaartmuseum is niet primair gericht op het produceren van mediaaanbod of het verzorgen van een mediadienst. Het Scheepvaartmuseum is een culture instelling met een doelstelling die niet vergelijkbaar is met de AVRO en de landelijke publieke mediadienst. Hierdoor zal er niet snel vereenzelviging van het Scheepvaartmuseum met de landelijke publieke mediadienst in het geheel of de AVRO in het bijzonder optreden. De Compilatie en de Items kunnen volgens de overeenkomst worden gebruikt om te tonen aan derde partijen buiten het museum, zoals (potentiële) sponsoren van het Scheepvaartmuseum. In de overeenkomst is echter niet uitgesloten dat het media-aanbod buiten het museum wordt getoond aan het algemene publiek. De Raad van Bestuur verzoekt de AVRO met het Scheepvaartmuseum afspraken te maken om te waarborgen dat het mediaaanbod niet zal worden aangeboden aan het algemene publiek. Indien het media-aanbod middels een mediadienst wordt verspreid naar het algemeen publiek, treedt er mogelijk verzwakking op van de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst. Wanneer het Scheepvaartmuseum de film voor andere doeleinden wil gebruiken dan omschreven of een sublicentie wil verlenen, dient zij contact op te nemen met de AVRO. De Raad van Bestuur wijst er in dit verband op dat dit een nieuwe nevenactiviteit van de AVRO oplevert die als zodanig moet worden aangemeld. 04 Uit de overeenkomst leiden wij af dat het niet aannemelijk is dat het vertonen van de compilatie of de andere bewerkingen plaatsvindt in een context die schadelijk is voor het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst, met inachtneming van bovenstaande opmerking dat het mediaaanbod niet op aanbodkanalen aan het algemene publiek wordt getoond. Indien gewaarborgd wordt dat het media-aanbod niet te zien is via een mediadienst die concurreert met de aanbodkanalen van de landelijke publieke omroep en er geen sprake is van een activiteit van het Scheepvaartmuseum die lijkt op activiteiten die onderdeel uitmaken van de taakopdracht van de landelijke publieke mediadienst, treedt er geen verzwakking van of concurrentie met de aanbodkanalen landelijke publieke mediadienst op. Uit de melding volgt dat het media-aanbod dat via de website van het Scheepvaartmuseum openbaar wordt gemaakt, fragmenten betreft. Omdat op de website dus niet het volledige programma of de volledige compilatie te zien is, kan ook voor dit onderdeel van de nevenactiviteit geen verzwakking worden aangenomen.

5 Tot slot merkt de Raad van Bestuur nog het volgende op. Het valt de Raad van Bestuur op dat de AVRO in de contractuele overwegingen een ruime doelstelling heeft opgenomen. De AVRO heeft haar bedrijf gemaakt van het verzorgen, produceren en uitzenden c.q. aanleveren van nationale en internationale programma s voor radio, televisie, internet en overige (multi)mediale distributiekanalen. Voor zover de cursief weergegeven tekst (mede) ziet op het aanleveren van media-aanbod aan partijen buiten de landelijke publieke mediadienst, merkt de Raad van bestuur wellicht ten overvloede - op dat voor het produceren voor derden, al dan niet met gebruik van reeds uitgezonden media-aanbod, personeel en middelen moeten worden ingezet en ervoor moet worden gewaakt dat dergelijke activiteiten niet ten koste gaan van de uitvoering van de landelijke publieke mediaopdracht (de hoofdtaak van de AVRO). Er zou, wanneer dergelijke activiteiten een meer structureel karakter hebben of krijgen, of het totaal aantal van dergelijke activiteiten groter wordt, verzwakking van de landelijke publieke mediadienst kunnen optreden doordat het personeel en de middelen die hiervoor worden ingezet niet bijdragen aan het uitvoeren van de landelijke publieke mediaopdracht. Gelet op het eenmalige en kleinschalige karakter van de onderhavige nevenactiviteit is dat in dit geval niet aan de orde. 05 Verder constateren wij dat de AVRO verschillende afspraken heeft gemaakt met het Scheepvaartmuseum en de Bank Giro Loterij die betrekking hebben op de totstandkoming van de documentaire in het kader van de uitvoering de landelijke publieke mediaopdracht (hoofdtaak), cofinanciering en het verrichten van nevenactiviteiten. De AVRO is voor de totstandkoming van de documentaire afhankelijk van de medewerking van het Scheepvaartmuseum voor wat betreft de inhoud, en van de Bank Giro Loterij voor wat betreft een deel van de financiering. Met het Scheepvaartmuseum worden echter ook afspraken gemaakt ten behoeve van het verrichten van nevenactiviteiten, zijnde commerciële activiteiten ten behoeve van het Scheepvaartmuseum en de Bank Giro Loterij. Van belang is dat de medewerking aan het programma niet afhankelijk is gemaakt van de voorgenomen nevenactiviteit. Bovendien valt op dat de overeengekomen licentievergoeding niet hoog is. Wij benadrukken daarom dat de productie en uitzending van media-aanbod onafhankelijk van (commerciële) belangen van de media-instellingen en/of derden dient te geschieden. De Raad van Bestuur adviseert dan ook heldere afspraken te maken over het onderscheid dat bestaat tussen de hoofdtaak en de nevenactiviteiten teneinde de onafhankelijkheid van de AVRO te waarborgen.

6 Conclusie Na beoordeling van de melding aan de voorwaarden van de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de voorgenomen activiteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst, zoals bedoeld in artikel Mediawet. 06 Dit betekent dat u de voorgenomen nevenactiviteit tot uitvoer kunt brengen mits wordt voldaan aan de in het besluit genoemde voorwaarden, te weten: - De licentieverlening voor het gebruik van het media-aanbod moet in tijd worden beperkt en worden gelijkgesteld aan de looptijd van de overeenkomt. - Het media-aanbod zal niet al dan niet via een mediadienst - worden aangeboden aan het algemene publiek. De AVRO wordt verzocht de gewijzigde overeenkomst aan de NPO te verstrekken. Dit besluit is gebaseerd op de beschikbare informatie en geldt onder voorbehoud van gelijkblijvende omstandigheden. Tegen deze beschikking staat de mogelijkheid van bezwaar open. Iedere natuurlijke of rechtspersoon, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit betrokken is, kan op grond van artikel 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) tegen deze beslissing binnen zes weken bezwaar maken. Het maken van bezwaar geschiedt door het indienen van een gemotiveerd bezwaarschrift bij de Raad van Bestuur NPO, t.a.v. de afdeling Juridische Zaken, Postbus 26444, 1202 JJ Hilversum. Het bezwaarschrift moet op grond van artikel 6.5 van de Awb zijn ondertekend en omvat ten minste de naam en adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht en de gronden waarop het bezwaarschrift rust. De Raad van Bestuur houdt op de website een openbaar register Nevenactiviteiten bij waarin dit besluit zal worden opgenomen (

7 Dit besluit laat onverlet de bevoegdheid van het Commissariaat voor de Media de nevenactiviteit ex ante te toetsen krachtens artikel Mediawet. Een afschrift van dit besluit is doorgestuurd naar het Commissariaat voor de Media. Met vriendelijke groet, 07 Henk Hagoort voorzitter