Het op de markt brengen van een single m.b.t. het programma Who s in Who s Out en het verkopen van deze single via itunes.

Transcriptie

1 Omroepvereniging BNN T.a.v. Directie en Bestuur Postbus AP Hilversum Onderwerp Beoordeling nevenactiviteit BNN Geachte Directie en Bestuur, Op 4 januari jl. heeft BNN ingevolge artikel Mediawet de volgende nevenactiviteit bij de Raad van Bestuur van de NPO (hierna: Raad van Bestuur ) gemeld: Het op de markt brengen van een single m.b.t. het programma Who s in Who s Out en het verkopen van deze single via itunes. Behandeld door Telefoonnummer In de ontvangstbevestiging van 11 januari jl. hebben wij u laten weten dat de voorgenomen nevenactiviteit onder de toetsingsbevoegdheid van de Raad van Bestuur ex artikel valt en conform de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, die op 5 juli 2011 is vastgesteld en op 15 juli 2011 in werking is getreden (hierna: beleidslijn), zal worden getoetst. Op grond van artikel Mediawet is het uitsluitend toegestaan de voorgenomen nevenactiviteit te starten indien de Raad van Bestuur niet binnen twee maanden kenbaar heeft gemaakt dat het verrichten van de desbetreffende activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst. henk.hagoort@omroep.nl Adres Nederlandse Publieke Omroep Postbus JJ Hilversum Media Park Sumatralaan 45 satie De inhoudelijke toetsing in de zin van artikel Mediawet wordt door ons verricht op basis van de beleidslijn en de bij de melding overgelegde informatie. T K.v.K. nr Overeenkomstig de beleidslijn is de Raad van Bestuur nagegaan of de voorgenomen nevenactiviteit geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht en derhalve geen strijd oplevert met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.

2 Hiertoe wordt bekeken of de voorgenomen nevenactiviteit: 1. zal leiden tot een vereenzelviging van derden met de landelijke publieke mediadienst, en/of; 2. plaatsvindt in een context die schadelijk is voor het imago en/of afbreuk doet aan de basiswaarden van de landelijke publieke mediadienst, en/of; 3. op andere wijze leidt tot verzwakking van de landelijke publieke mediadienst met zijn aanbodkanalen, bijvoorbeeld door versnippering van aanbod en/of afbreuk aan het vermogen van de publieke mediadienst om zich te kunnen onderscheiden. 02 Uit de beleidslijn volgt dat de Raad van Bestuur terughoudend is ten aanzien van activiteiten die bestaan uit het leveren van media-aanbod aan (media)bedrijven die dit aanbod toegankelijk zullen maken voor het Nederlandstalig publiek. Met name wordt hierbij gedacht aan de mogelijke vereenzelviging van deze derde met en/of verzwakking van de landelijke publieke mediadienst. Dat kan bijvoorbeeld plaatsvinden door afbreuk aan het vermogen van de landelijke publieke mediadienst om zich te onderscheiden en/of versterking van de programmering van een concurrerende mediadienst, mede gelet op de doelgroep en het genre van het media-aanbod waarop de nevenactiviteit betrekking heeft. Bij dit soort nevenactiviteiten is het derhalve zeer aannemelijk dat de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht op nadelige wijze wordt beïnvloed. Op basis van uw melding van 4 januari jl. concluderen wij dat er geen sprake zal zijn van één van bovengenoemde omstandigheden bij de uitvoering van de voorgenomen nevenactiviteit van BNN en dat deze activiteit derhalve geen nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de gezamenlijke taakopdracht van de landelijke publieke mediadienst. Hiertoe zijn onder meer de volgende omstandigheden van belang. De voorgenomen activiteit bestaat uit het op de markt brengen van een single met betrekking tot het programma Who s In Who s Out via itunes. De single wordt vervaardigd door de producent van het programma. Het nummer wordt beschikbaar gesteld voor download (aankoop) via de online downloadportals van itunes en TargetMedia BV. De licentie betreft enkel de single bij het programma en het gaat dus niet om (gedeelten van) het integrale programma zoals dat op de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst wordt verspreid.

3 De muziek waarop onderhavige nevenactiviteit betrekking heeft, maakt onderdeel uit van de televisieserie Who s In Who s Out die wordt verspreid op de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst. Hoewel de muziek onderdeel uitmaakt van het media-aanbod, wordt zij niet als zodanig ter uitvoering van de landelijke publieke mediaopdracht verspreid op de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst en zal er geen sprake zijn van verzwakking van de landelijke publieke mediadienst. 03 De single zal worden opgenomen in de uitgebreide catalogi van de itunes Music Store en TargetMedia. Door het omvangrijke aanbod dat wordt aangeboden, zal er geen vereenzelviging optreden met de landelijke publieke mediadienst. Bovendien zijn de aanbodkanalen itunes Music Store en TargetMedia niet vergelijkbaar met de aanbodkanalen van de landelijke publieke mediadienst. Wanneer muziek (zowel een album als losse tracks) via de itunes Store als download wordt aangeschaft, kan de koper de muziek op zijn computer downloaden en hierna vrijelijk over de muziek beschikken. Dit verschilt van de bestaande on demand mediadiensten van de landelijke publieke mediadienst en het risico op verwarring bij het publiek over de herkomst van het aanbodkanaal is dan ook niet aanwezig. Conclusie Na beoordeling van de melding aan de voorwaarden van de beleidslijn nevenactiviteiten NPO 2011, is de Raad van Bestuur tot de slotsom gekomen dat de voorgenomen nevenactiviteit niet in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst, zoals bedoeld in artikel Mediawet. Dit betekent dat u de voorgenomen activiteit tot uitvoer kunt brengen. Dit oordeel is gebaseerd op de beschikbare informatie en geldt onder voorbehoud van gelijkblijvende omstandigheden. Tegen deze brief staat geen bezwaar open, nu deze brief niet op rechtsgevolg is gericht en aldus niet kan worden aangemerkt als besluit in de zin van artikel 1:3 Algemene wet bestuursrecht. De media-instelling is ingevolge artikel jo Mediawet namelijk bevoegd de nevenactiviteit overeenkomstig de melding te verrichten, tenzij de Raad van Bestuur binnen twee maanden schriftelijk kenbaar maakt dat de activiteit in strijd is met het gemeenschappelijke belang van de landelijke publieke mediadienst.

4 De Raad van Bestuur houdt op de website een openbaar register Nevenactiviteiten bij waarin deze brief zal worden opgenomen ( Dit oordeel laat onverlet de bevoegdheid van het Commissariaat voor de Media de nevenactiviteit ex ante te toetsen krachtens artikel Mediawet. Een afschrift van deze brief is doorgestuurd naar het Commissariaat voor de Media. 04 Met vriendelijke groet, Voorzitter Raad van Bestuur

5 Met vriendelijke groet, 05 Raad van Bestuur